De herontdekking van de Waterleliegracht Samenvatting
Ankie Dols, Iris Al, Stefanie van der Kaaij, Maxime Kole, Bram Omon en Evelien Keuzenkamp Oktober 2013
Voorwoord Voordat u deze samenvatting gaat lezen is het misschien leuk om te weten wie wij zijn. Onze groep bestaat uit Ankie Dols, Stefanie van der Kaaij, Maxime Kole, Bram Omon, Iris Al en Evelien Keuzenkamp. We zijn een projectteam van de Universiteit Wageningen; er zitten drie biologen, twee sociale wetenschappers en een specialist waterbeheer in ons team. Iris Al houdt zich bezig met internationaal land- en waterbeheer en specialiseert zich op dit moment in waterbeheer. Stefanie van de Kaaij heeft een sociaal wetenschappelijke achtergrond en studeert op dit moment internationale ontwikkelingsstudies. Ankie Dols volgt dezelfde studie en heeft een vooropleiding in sociale wetenschappen. Evelien Keuzenkamp studeert biologie en weet veel over mariene biologie en ecologie. Bram Omon is ook een bioloog in opleiding en hij is gespecialiseerd in het determineren van soorten. Maxime Kole is gespecialiseerd in gedrags- en ontwikkelingsbiologie en weet veel over vissen en zoet- en zoutwatersystemen. Wij hebben met veel plezier de afgelopen weken kennis gemaakt met de buurt en ons onderzoek uitgevoerd. Ondanks wat tegenslagen is er veel informatie boven water gekomen en dat is vastgelegd in deze samenvatting. Wij wensen u, de lezer, dan ook veel lees plezier.
2
Inleiding
Wij zijn studenten van de Wageningen Universiteit die een onderzoek hebben uitgevoerd naar de Waterleliegracht. De Waterleliegracht wordt door de Koepelvereniging als onaantrekkelijk ervaren, zij hebben echter niet de kennis en tijd om te onderzoeken wat de huidige situatie is en hoe dit te veranderen. Daarom is de Wetenschapswinkel ingeschakeld die ervoor bedoelt is om wetenschappelijke kennis beschikbaar te stellen aan burgers. Ons onderzoek is een vooronderzoek dat onderdeel is van het grotere onderzoek van de Wetenschapswinkel. Ons is gevraag om uit te zoeken waarom de Waterleliegracht vol staat met riet en hoe dit verandert kan worden. Daarnaast is ons gevraagd om uit te zoeken welke partijen invloed hebben op of geïnteresseerd zijn in de Waterleliegracht.
Ons onderzoek
Om de bovenstaande vragen te beantwoorden hebben we verschillende onderzoeken gedaan. Allereerst hebben we gekeken naar de waterkwaliteit en de bodemkwaliteit in de Waterleliegracht. Ook hebben we de waterdiepte op verschillende plekken in de gracht gemeten om te bepalen hoeveel water er in de gracht aanwezig is. Dit alles is heel belangrijk, omdat dit een indicatie geeft waarom er zoveel riet groeit in de Waterleliegracht. Daarnaast hebben we gekeken welke voedingstoffen er in de gracht terecht komen en waar deze vandaan komen. Ook hebben we gekeken welke dieren en waterplanten er op dit moment in de gracht voorkomen. Deze dieren en waterplanten kunnen alleen maar onder bepaalde omstandigheden overleven. Daarom geven ze een heel goed beeld van de omstandigheden in de Waterleliegracht. Tevens is er gekeken naar de partijen die invloed hebben op of geïnteresseerd zijn in de Waterleliegracht. Hiervoor hebben we een aantal verschillende partijen geïnterviewd. Aan de hand van deze interviews hebben we geprobeerd om de wensen en kennis van deze partijen in kaart te brengen.
Uitkomsten van het onderzoek
De waterkwaliteit in de Waterleliegracht bleek vrij goed te zijn. Het water is relatief helder en de gemeten waarden zijn over het algemeen goed. Wel is het zo dat de hoeveelheid voedingsstoffen en mineralen in het water vrij hoog zijn. Dit is gunstig voor het riet en de algen in de gracht, die kunnen hierdoor heel goed groeien. Het bodemonderzoek leverde min of meer dezelfde resultaten op. Er ligt een dikke laag slib op de bodem van de Waterleliegracht. Deze laag is in het midden van de gracht gemiddeld 55 cm dik en aan de randen gemiddeld 30 cm dik. Deze laag slib bevat net als het water ook veel voedingstoffen en mineralen. Bovendien groeit riet heel goed in de slibrijke bodem. Deze voedingstoffen kunnen afkomstig zijn van verschillende bronnen, zoals van regen, hondenpoep, eendenpoep, het voeren van eenden, afgevallen bladeren en het grondwater.
3
Gevonden planten In de Waterleliegracht komen 14 plantensoorten voor. Deze plantensoorten worden hieronder allemaal kort beschreven. In deze beschrijving wordt kort ingegaan op de groeiplaats van deze plantensoorten, het voorkomen in Nederland en het voorkomen in de Waterleliegracht. Gele lis – Iris pseudacorus De gele lis groeit in natte grond of in stilstaand of zwak stromend opdiep water. De soort komt voor op matig voedselrijke tot voedselrijke plaatsen in moerassen, sloten, kanalen, beken, poelen en meren. De Gele lis is een algemene soort in heel Nederland. In de Waterleliegracht groeit de Gele lis met weinig planten tussen de Grote egelskoppen en Kleine lisdodden nabij de oever. Grote egelskop – Sparganium erectum De Grote egelskop komt voor in matig tot zeer voedselrijk water op zonnige tot deels beschaduwde plekken. De soort groeit in water met een slibrijke bodem, zoals in sloten, moerassen, vaarten en voedselrijke heidevennen. Grote egelskop is algemeen in grote delen van Nederland. De soort is minder algemeen op de zandgronden in Zuid-, Oost- en Midden-Nederland en in de Zeekleigebieden. De Grote egelskop komt op verschillende plaatsen in de Waterleliegracht in hoge dichtheid voor. De soort bedekt echter maar een klein oppervlak van de Waterleliegracht. Grote kattenstaart – Lythrum salicaria De Grote kattenstaart groeit op zonnige of deels beschaduwde plaatsen op voedselrijke tot matig voedselrijke grond. De soort groeit op natte plaatsen, zoals langs sloten, greppels, kanalen, meren, maar ook vochtige graslanden en bossen. De Grote kattenstaart is algemeen in Nederland. In de Waterleliegracht werd maar één exemplaar van deze soort gevonden. Haagwinde – Calystegia sepium Haagwinde is een soort die op vochtige tot natte plaatsen voorkomt. Daarom komt de soort alleen aan de rand van de Waterleliegracht voor waar het water zeer ondiep is. Hier groeien enkele tientallen exemplaren. Haagwinde is een klimplant die in de Waterleliegracht in het riet groeit. Haagwinde groeit op zonnige tot deels beschaduwde plaatsen op voedselrijke bodems, zoals in natte (Riet)ruigten, in heggen aan bosranden en in struwelen. De soort is zeer algemeen en komt overal in Nederland voor. Heen – Bolboschoenus maritimus Heen is een soort die groeit op voedselrijke plekken in ondiep water of op slibrijke bodems. Heen groeit in zoet of licht brak water langs rivieren, sloten, vijvers, plassen, kanalen en grachten. De soort komt met nog geen 10 exemplaren voor aan de rand van de Waterleliegracht.
4
Kleine Lisdodde – Typha angustifolia Kleine lisdodde is een soort van zonnige plaatsen in ondiep stilstaand of langzaam stromend water. De soort groeit op matig voedselarme tot voedselrijke plaatsen in kanalen, brede sloten, duinplassen en moerassen. De Kleine lisdodde is vrij algemeen in West- en Noord-Nederland en in de laagveengebieden en het rivierengebied in Nederland. Klein lisdodde groeit op verschillende plaatsen in de Waterleliegracht, plaatselijk ook in een hoge dichtheid. Moeraswederik – Lysimachia thyrsiflora De Moeraswederik is een soort die voorkomt in matig voedselrijke grond in moerassen of in stilstaand tot langzaam stromend water. Hier groeit de Moeraswederik vooral langs waterkanten en in veenmoerassen. De soort is vrij algemeen in het noorden en westen van het land. Op andere plaatsen is de soort vrij zeldzaam. De Moeraswederik komt met enkele tientallen exemplaren voor aan de rand van de Waterleliegracht. Riet – Phragmites australis Riet komt algemeen voor in heel Nederland. De soort groeit op zonnige tot deels beschaduwde plaatsen in allerlei wateren, zoals sloten, plassen, moerassen en duinplassen. Riet groeit echter niet alleen in het water, maar ook in vochtige tot natte plaatsen in akkers, bermen en graslanden. Riet groeit op matig voedselrijke tot voedselrijke plekken op alle grondsoorten. Riet komt dominant voor in de Waterleliegracht en bedekt grote delen van de gracht. Ruwe bies – Schoenoplectus tabernaemontani Ruwe bies groeit op zonnige plaatsen op natte slib of in stilstaand tot zwak stromend water. De soort groeit op matig voedselrijke tot voedselrijke grond aan waterkanten en in moerassen. De soort wordt onder andere gevonden langs kanalen en rivieren, langs plassen en langs sloten. De soort is in Nederland vrij algemeen in Noord- en Zuid-Holland, het Waddengebied, het Deltagebied en langs de IJsselmeerkust. Op andere plaatsen is de soort zeer zeldzaam. Ruwe bies komt met enkele tientallen exemplaren voor aan de rand van de Waterleliegracht. Watermunt – Mentha aquatica Watermunt groeit op zonnige tot deels beschaduwde plaatsen op matig voedselarme tot voedselrijke bodems. De soort groeit op natte plaatsen aan waterkanten in moerassen , graslanden, ruigten en bossen. Watermunt is algemeen in heel Nederland. In de Waterleliegracht komt Watermunt met ongeveer 10 exemplaren voor aan de rand van de gracht. Grof hoornblad – Ceratophyllum demersum Grof hoornblad is een algemene waterplant die voorkomt in ondiep tot vrij diep voedselrijk water. De soort komt voor is stilstaand tot zwak stromend water met een modderbodem, zoals vijvers, plassen, sloten, rivieren en 5
kanalen. Grof hoornblad is algemeen in Noord- en Zuid-Holland, het rivierengebied en Friesland. Grof hoornblad komt ook in de Waterleliegracht algemeen voor op de plaatsen waar geen Riet groeit. Klein kroos – Lemna minor Klein kroos is een soort die op zonnige tot deels beschaduwde plaatsen groeit in matig voedselarm tot voedselrijk water. De soort groeit op plekken met stilstaand of zwak stromend water op ondiepe plaatsen, zoals plassen, sloten en vijvers. De soort is zeer algemeen in Nederland. De soort komt in de Waterleliegracht in lage dichtheden voor. Veelwortelig kroos – Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos is een drijvende waterplant die voorkomt in ondiep voedselrijk water. De soort groeit in stilstaand water met een modderbodem. Veelwortelig kroos groeit bijvoorbeeld in sloten, plassen, vijvers en kanalen. De soort is algemeen in de waterrijke delen van Nederland. Veelwortelig kroos komt in heel de Waterleliegracht voor, maar komt maar in een lage dichtheid voor. Wortelloos kroos – Wolffia arrhiza Wortelloos kroos is een bijzonder kleine kroossoort die voorkomt in voedselrijk stilstaand water. De soort is vaak te vinden in relatief ondiep water. Wortelloos kroos is vrij algemeen in delen van West- Nederland. Op andere plaatsen is de soort zeldzaam. Wortelloos kroos is de algemeenste Kroossoort in de Waterleliegracht. Gevonden Waterdieren Bij de inventarisatie van de Waterleliegracht zijn twee vissoorten aangetroffen. Dit zijn de Driedoornige en Tiendoornige stekelbaars. Daarnaast hebben we ook zes waterslakken gevonden. Al deze soorten worden hieronder kort beschreven. Ook werden schelpjes, libellenlarven, bootsmannetjes, Schaatsenrijders en Waterwantsen gevonden (zie foto’s hieronder). Driedoornige stekelbaars - Gasterosteus aculeatus De driedoornige stekelbaars is een zeer algemene vissoort in Nederland die zowel in zoet als zout water voor kan komen. De soort kan daarbij gevonden worden in allerlei watertypen. De Driedoornige stekelbaars is een zichtjager die op onder andere op amfibieën-, muggen- en vissenlarven jaagt (RAVON, 2013). Tiendoornige stekelbaars – Pungitius pungitius De Tiendoornige stekelbaars is net als de Driedoornige stekelbaars een zeer algemene vissoort in Nederland. De Tiendoornige stekelbaars komt vooral voor in kleinere wateren met een rijke vegetatie, zoals sloten en poelen. Net als de Driedoornige stekelbaars is dit een zichtjager die op kleine waterdiertjes jaagt (RAVON, 2013).
6
Draaikolkschijfhoren – Anisus vortex De draaikolkschijfhoren is een zeer algemene soort in Nederland die in allerlei stilstaande of zwak stromende wateren voorkomt. De soort eet algen en rottende bladeren van waterplanten (Gittenberger et al., 1998). Gewone poelslak – Lymnaea stagnalis Ook de Gewone poelslak is een gewone soort in heel Nederland. Hij komt voor in stilstaand water met een rijke begroeiing. De Gewone poelslak is een alleseter die vooral algen en waterplanten eet, maar die ook andere slakken en dode insecten eet (Gittenberger et al., 1998). Gewone schijfhoren – Planorbis planorbis De Gewone schijfhoren is een zeer algemene soort in Nederland die vooral voorkomt in stilstaande wateren. Meestal komt er in het biotoop veel vegetatie en een modderige bodem voor. De Gewone schijfhoren voed zich met bacteriën, algen, dood en levend plantenmateriaal (Gittenberger et al., 1998). Grote diepslak – Bithynia tentaculata De Grote diepslak is één van de algemeenste waterslakken in Nederland. De soort komt voor in stilstaande tot stromende wateren met een meer of minder rijke plantengroei. De Grote diepslak eet dood organisch materiaal op modderbodems. Daarnaast kan deze soort zich ook voeden met eencellige organismen, algen en plankton. De Grote diepslak kan in sterk voedselrijk water erg algemeen worden, doordat de soort verschillende voedingsstrategieën kan gebruiken. Daardoor kan de soort bij de overvloed aan voedsel makkelijk op het algemene voedsel ‘overstappen’ (Gittenberger et al., 1998). Posthorenslak – Planorbarius corneus De Posthorenslak is algemeen in Nederland. Hij komt voor in stilstaand tot zwak stromend water die niet te ondiep zijn en die niet droogvallen. De Posthorenslak eet algen, zachte levende waterplanten en rottende waterplanten. Daarnaast leeft de soort van dode slakken, vissen, kikkers, enz. (Gittenberger et al., 1998). Riempje – Bathyomphalus contortus Het Riempje is een zeer algemene soort in Nederland die voorkomt in allerlei stilstaande of zwak stromende wateren die meestal rijk aan planten zijn. Vaak is het biotoop voedselrijk. Het Riempje komt niet voor in droogvallende gebieden. De soort voedt zich met de bacteriën die in dood organisch materiaal leven (Gittenberger et al., 1998).
7
Overige waterdieren. Boven: Bootsmannetje, Midden links: Libellenlarve, Midden rechts: Schaatsenrijder, Onder links: Zoetwater schelpjes, Onder rechts: Waterwants
8
Betrokken partijen bij de gracht Bij het onderzoek naar de partijen die betrokken zijn bij de Waterleliegracht kwam naar voren dat er heel veel verschillende partijen zijn die met de Waterleliegracht te maken zijn. Al deze partijen worden weergegeven in de onderstaande kaart, die het netwerk van alle door ons onderzochte partijen weergeeft. De kleuren in de kaart geven de verschillende groepen van betrokken partijen aan, de GWL-wijk(groen), de overheid (geel) en de Wageningen Universiteit (rood).
Interpretatie van de uitkomsten Op basis van de resultaten kunnen verschillende conclusies getrokken worden over de Waterleliegracht. Allereerst kan worden geconcludeerd dat de water- en bodemkwaliteit relatief goed is. De situatie in de Waterleliegracht is dus nog niet zeer ernstig. Dit bleek ook uit de gevonden waterdieren en waterplanten. Doordat de Waterleliegracht niet verbonden is met andere grachten is het moeilijk voor dieren en planten om in de gracht te komen. Ook het beheer van de gracht heeft invloed op de waterplanten in de gracht, doordat elk jaar de helft van de planten wordt afgemaaid. Hierdoor is het voor sommige soorten moeilijk om zich te vestigen. Er komen weliswaar nog een heel aantal soorten in de gracht voor, maar er zijn hier nog voldoende opties voor verbeteringen. Er blijken veel partijen betrokken te zijn bij de Waterleliegracht. Dit zorgt ervoor dat eventuele veranderingen aan de gracht voor veel partijen van belang zijn en dat veel partijen zich met de veranderingen bezig houden. Hierdoor is het moeilijk om veranderingen door te voeren, doordat er met veel partijen gecommuniceerd moet worden over de aanpassingen.
9
Opties voor de gracht Om de gracht beter vorm te geven hebben wij verschillende opties vastgesteld die kunnen worden toegepast op de Waterleliegracht. De verschillende opties zijn: • • • • • • • •
Verschillende baggertechnieken Een fontein plaatsen Nieuwe waterplanten introduceren Een schuin oplopende oever creëren Het waterpeil beheren Niets doen Riet in manden plaatsen Afval in de gracht verwijderen.
Wanneer er niets verandert aan het huidige beheer van de gracht zal de Waterleliegracht, een Waterleliemoeras worden. Dan zal het riet namelijk zo dicht worden dat er geen water meer overblijft. Wanneer dit niet de gewenste uitkomst is, moet er sowieso gebaggerd worden. Nadat er gebaggerd is, is het van belang om regelmatig beheer uit te voeren. Om te voorkomen dat je heel vaak moet beheren adviseren wij om het riet in manden te plaatsen, om uitbundige groei van het riet te voorkomen. Voor de planten en dieren zou het heel goed zijn om een schuine oever te maken in plaats van de betonnen oeverwand. De schuine oever is veel natuurlijker dan de betonnen oever. Door de schuine oever kunnen waterdieren makkelijker in en uit de Waterleliegracht komen, waardoor er nieuwe soorten in de gracht kunnen komen. Om het aantal plantensoorten te vergroten zou het heel goed zijn om nieuwe waterplanten aan te planten. Verder kan het nog interessant zijn om een fontein in de gracht te plaatsen en om het afval regelmatig uit de gracht te halen. Verdere aanbevelingen Verder hebben we ook nagedacht over mogelijkheden van nieuwe functies voor de Waterleliegracht. Deze nieuwe ideeën kunnen eventueel verder uitgewerkt worden door de wijk of tijdens het vervolgonderzoek van de Wetenschapswinkel. De volgende nieuwe functies hebben wij bedacht: • • • • • •
Het opzetten van een scouting voor kinderen Het regelmatig organiseren van dagen waarbij de gracht wordt schoon gemaakt Eetbare planten en dieren in de gracht Kookworkshops Rietvlechtworkshops Vlonders aanleggen
Daarnaast raden wij aan om tijdens het vervolgonderzoek de bodem en het water van de gracht beter te onderzoeken, omdat wij hiervoor niet de juist middelen hadden. Het zou goed zijn om deze testen meerdere keren per jaar uit te voeren, omdat de water- en bodemkwaliteit door het jaar heen kan veranderen. Ook kan op deze manier de oorzaken van de stank uit de gracht en het algenprobleem worden bepaald. 10
Verder adviseren we om de bij de gracht betrokken partijen beter in kaart te brengen, omdat wij nog niet alle betrokken partijen gesproken hebben. Zonder een goed beeld van alle partijen is het lastig om veranderingen aan te brengen aan de Waterleliegracht. Dit vervolgonderzoek, naar de betrokken partijen, zou uitgevoerd kunnen worden door de Wetenschapswinkel. Een laatste advies is om de meningen en ideeën van de bewoners van de wijk te betrekken bij het onderzoek; zij zijn natuurlijk een heel belangrijke partij. We adviseren een enquête af te nemen en bijeenkomsten te organiseren om ideeën uit te wisselen.
11