De samenvatting van al-Akhdari over de daden van aanbiddingen volgens de wetsschool van Imām Mālik
samengesteld door Abi Zaid ‘Abd al-Rahmān bin Muhammad al-Saghīr al-Akhdari (918-983/1514-1575) Uitleg van de Mukhtasar al-Akhdari (docent: Zakariya Bosmans)
Mukhtasar al-Akhdari Les 1
Introductie auteur De grote geleerde Abu Zaid ‘Abdur Rahmān bin Muhammad as-Saghīr bin Muhammad bin ‘Âmir, beter bekend als al-Akhdari. Hij volgde de Māliki school in Fiqh en de Ash'ari school in ‘Aqīdah. Hij wordt beschouwd als één van de grote geleerden in de islam en één van de gerenommeerde wetenschappers van Algerije in de 10e eeuw Hijrah.
Hij werd geboren in het jaar 920H / 1514 CE volgens de meest accurate overlevering. Shaykh 'Abdur Rahmān al-Akhdari groeide op in een omgeving vol met kennis en gerechtigheid. Zijn vader, Muhammed as-Saghīr, gaf hem alles wat hij nodig had op het gebied van opvoeding, kennis en goede omgangsvormen. Al-Akhdari was zeer intelligent en vasthoudend op gebied studeren en begon hiermee al vanaf een zeer jonge leeftijd. Hij werd geboren in een familie gewijd aan het studeren en dit hielp hem in zijn zoektocht naar kennis. Hij stond bekend om zijn brede kennis en in het beheersen verschillende onderwerpen.
1
Introductie Madhab Het woord madhhab is een substantief naamwoord ook wel genaamd ism makān (plaats van aanduiding) genomen van het werkwoord dhahaba-yadhhabu: “gaan, vertrekken, verdwijnen, zich begeven naar” maar betekend ook: “sterven, van mening zijn, geloven, wegnemen”. Een madhhab is letterlijk een plaats van gaan, een school van gedachte, met specifieke methodes in het vaststellen van de graden van bewijsvoering en het uitdrukken van bepaalde begrippen die niet in strijd waren met andere rechtsscholen alhoewel er wel wat verschillen waren in mening als gevolg van o.a. interpretaties van teksten en de beschikbare ahādīth en welke grammaticaschool men volgde. Taalkundig: een (vergulde) weg die begaan kan worden, een pad waar men zich over begeeft. Technisch: ideologie, doctrine, leer, gerichtheid, oriëntatie, een rechtsschool. Het is een school gericht op de jurisprudentie (Fiqh) d.w.z. een interpretatie van de Koran en de Sunnah opgetekend door een mujtahid (een zeer geleerd en ijverig persoon van de hoogste klasse met een onafhankelijk interpretatie van de Koran en de Sunnah). Taqlīd is het volgen van gekwalificeerde geleerdheid en is een verplichting indien men niet over voldoende kennis en inzicht beschikt mbt. jurisprudentie. Wij kennen vier wetsscholen op de dag van vandaag en de meest gevolgde wetsschool is die van de zeer geleerde Imām Abu Hanīfah an-Nu’mān geboren in Kūfa in Irāq, hij was een Tābi’ī (tweede generatie van de Islam) geb. 80 AH – gest. 150 AH en heeft geleerd van de metgezellen van de profeet (salla Allahu ‘alayhi wa sallam). Over Abu Hanifah is vermeld dat hij één van de eerste is die de Islamitische wetgeving heeft gecodificeerd en gecompileerd vanuit de Koran en de Sunnah. De tweede in rang van opkomst chronologisch gezien is de zeer geleerde Imām Mālik geboren en gestorven in Medina (93 AH – 197 AH), de auteur van de volumineuze bekende Hadīth collectie Al-Muwatta’. Biografie heb ik jullie opgestuurd. En als derde de zeer geleerde Imām Muhammed bin Idrīs al-Shāfi’i geboren in Ghazzah, Palestina (geb. 150 AH – 204 AH) en afstammeling van de Quraysh en was een student van Imām Mālik. Imam Al-Shāfi’i schreef al zijn lessen voornamelijk op botten en palmbladeren. Na een tijd was het zo’n een zware klus al deze zaken mee te slepen, dat hij besloot alles maar te memoriseren wat op botten en palmbladeren stond geschreven en hiervoor heeft hij zich dagen lang voor opgesloten. En als laatste chronologisch gezien is de zeer geleerde Imām Ahmad bin Hanbal (geb. 165 – gest. 241 AH) geboren in Baghdād, Irāq. Hij had altijd graag de wens om een student te zijn van Imām Mālik, maar was net zestien jaar oud en de afstand waren duizenden kilometers om af te leggen op het moment dat Imām Malik overleed. Over Imām Ahmad bin Hanbal is vermeld dat hij elke dag wel zo’n 300 rak’āt verrichtte van het gebed. 2
Belangrijke teksten Māliki Fiqh Wordt nog gewerkt aan de lijst en volgt nog in de komende lessen inshā Allah.
Introductie van de tekst
Vertaling: “In de naam van de Allah, de geheel Barmhartige, de speciaal Genadevolle. Alle lof behoort toe aan Allah, de Heer der Werelden. Moge de Zegeningen en Vrede zijn op onze Meester Muhammed, de zegel der Profeten en de Imam van de boodschappers. En (moge de Zegeningen en Vrede zijn) op zijn familieleden, al zijn metgezellen.”
Uitleg: introductie van de tekst
3
Deel I - De interne zuivering :
Vertaling: “De primaire verplichting van al-Mukallaf (de wettelijk verantwoordelijke) is: Een correctie van zijn Imān (geloofsovertuiging). Vervolgens, het verwerven van kennis voor een goede uitvoering van zijn Fard ‘Ayn (individuele plichten), zoals: de regels voor alSalāh (het rituele gebed), al-Tahārah (de rituele reiniging) en alSiyām (het vasten). (En het is verplicht) voor hem dat hij de grenzen van Allah bewaard en Zijn geboden en verboden in acht neemt. En dat hij ten alle tijden terugkeert naar Allah in berouw, voordat hij te maken krijgt met Zijn woede.
4
Primaire verplichtingen voor de verantwoordelijke
Vertaling: “De primaire verplichting van al-Mukallaf (de wettelijk verantwoordelijke)” De vijf wetsbepalingen (Ahkām khamsah): 1. Fard of Wajib: Verplicht en is te verdelen in twee categorieën, namelijk: (A) Fard al-‘Ayn, een individuele verplichting. (B) Fard al-Kifāyah, een gemeenschappelijke verplichting. 2. Mandūb: Aanbevolen en is weer te verdelen in een aantal categorieën, namelijk: (A) Sunnah, dit zijn de handelingen verricht door de Profeet (salla Allahu ‘alayhi wa sallam) die hij altijd deed, zonder aan te geven dat dit een verplichting was, maar wel zeer sterk aanbevolen, genaamd Sunnah Mu’akkadah. (B) Mustahhab, aanbevolen zaken die de Profeet (salla Allahu ‘alayhi wa sallam) soms deed. 3. Makrūh: Afkeurenswaardig. 4. Harām: Verboden. 5. Mubāh of Halāl: Toegestaan.
Al-Mukallaf: is degene die de volwassenheid/puberteit heeft bereikt en volledig beschikt over een verstandelijk vermogen en die de oproep van de Islam heeft vernomen, dwz. dat de oproep tot hem is gekomen. En hiervoor zijn drie condities, namelijk: 1. Bāligh: volwassenheid of puberteit hebben bereikt. 2. ‘Âqil: verstandelijk vermogen, dwz. niet geestelijk gehandicapt, bezeten of gek. 3. Balāghat-hu da’watu al-Dīn al-islamiyy: de oproep van de Islamitische religie moet hem hebben bereikt.
5
In les 2 worden de volgende onderwerpen behandeld inshā Allah: De correctie van Imān (de geloofsovertuiging) het vaststellen van Imān De plicht van het terugkeren naar Allah in berouw De verboden zaak voor de tong, ogen en ledematen
6