De healthsector in het werkgebied Kamer van Koophandel Brabant
Een verkenning van aard, omvang en kansen
Kamer van Koophandel Brabant
COLOFON Projectnummer: 41308
Auteurs: Bas Doets Yorick van den Berg Koert Webbink
B&A Consulting bv Leeuwenbrug 115a verdieping 8 7411 TH Deventer t 0570 - 750620 f 0570 - 750621 e-mail: http:
[email protected] www.bagroep.nl
© Copyright B&A Groep 2009. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. B&A is gevestigd in Den Haag, Deventer, Amsterdam. 25-9-2009 11:33:00
Samenvatting De Kamer van Koophandel Brabant heeft het op zich genomen de healthsector in de regio in de volle breedte in beeld te brengen en te onderzoeken welke aanvullende kansen er liggen om de sector te stimuleren. Omvang, aard en ontwikkeling De toegevoegde waarde van de healthsector in het Kamergebied bedroeg in 2006 € 4,2 miljard (8,3% van het Bruto Regionaal Product), waarbij Zuidoost-Brabant het grootste deel voor haar rekening neemt. De healthsector is de op twee na grootste werkgever met ruim 150.000 werknemers, waarvan er ruim 100.000 werkzaam zijn de deelsectoren cure en care. In vergelijking met Nederland is de healthsector in het kamergebied Brabant licht ondervertegenwoordigd, zowel in termen van werkgelegenheid en toegevoegde waarde als het investeringsvolume. Qua ontwikkeling scoort de healthsector positief als het gaat om de werkgelegenheid en de investeringen, wat betreft de ontwikkeling van de toegevoegde waarde blijft de sector in het kamergebied achter. De arbeidsproductiviteit ligt weliswaar hoger dan in Nederland, maar de ontwikkeling is minder gunstig. Vergeleken met de economie als geheel ligt de arbeidsproductiviteit in de sector beduidend lager. Bovendien blijft ook de ontwikkeling achter bij andere sectoren. Binnen het kamergebied legt Zuidoost-Brabant in absolute zin het meeste gewicht in de schaal als het gaat om toegevoegde waarde en werkgelegenheid en ook de arbeidsproductiviteit is er beduidend hoger dan in de andere deelregio’s. NoordoostBrabant bezet de tweede plaats. Midden-Brabant is op alle fronten de kleinste regio. Wanneer echter gekeken wordt naar het relatieve belang van de sector voor de regio, dan voert Midden-Brabant de lijsten aan. De afhankelijkheid van de healthsector is hier het grootst, in Zuidoost-Brabant het kleinst. Wat betreft de ontwikkeling gooit vooral Noordoost-Brabant hoge ogen. De sector heeft in deze regio haar toegevoegde waarde sterker dan gemiddeld zien toenemen en ook de ontwikkeling van de investeringsomvang was bovengemiddeld. In Zuidoost-Brabant bleef de groei van de sector op bijna alle fronten wat achter. Wat betreft investeringen en productiviteit is deze regio hekkensluiter en ook de toegevoegde waarde ontwikkeling blijft achter. Het karakter van de healthsector verschilt duidelijk per regio. In het kamergebied is het gewicht van de bedrijvigheid relatief groot, elk van de deelregio’s met een eigen uitgesproken profiel. In Midden-Brabant overheersen de financiers in de vorm van verzekeraars, in Noordoost-Brabant domineert de farmaceutische industrie het beeld. Zuidoost-Brabant is voor Nederlandse begrippen sterk in medische technologie en preventie. Het buiten het kamergebied gelegen West-Brabant heeft met name een sterke handelspoot, vooral de sterke positie van de groothandel is opvallend. Wellness doet het in alle Brabantse regio’s goed. De healthsector is een innovatieve sector, gelet op het aandeel innoverende bedrijven. De innovatiegraad is beduidend hoger dan voor het bedrijfsleven als geheel. Binnen Noord-Brabant zijn de healthbedrijven in het kamergebied aanmerkelijk innovatiever
3
dan hun West-Brabantse counterparts. Healthbedrijven schakelen bij innovatie relatief veel niet-regiospecifieke partijen in zoals onafhankelijke adviesbureaus, universiteiten en Senter Novem. Van de beschikbare regionale ondersteuningsstructuur wordt minder gebruik gemaakt dan door andere sectoren. In het kamergebied Brabant ligt dit aandeel nog weer lager dan in West-Brabant. De ondersteuningsstructuur De healthsector kent in het Kamergebied meerdere ondersteuningsstructuren, regelingen en programma’s waarvan gebruik gemaakt kan worden. Deze vallen uiteen in landelijke en (sub)regionale varianten. De veelheid aan ondersteuningsstructuren en programma’s geeft aan dat er werk wordt gemaakt van het ontwikkelen van de healthsector. Wat verder opvalt, is het ontbreken van één duidelijk ankerpunt en een strategische agenda voor de healthsector, waar die rol in andere regio’s wordt vervuld door een kennisinstituut / universitair medisch centrum die de motor is achter de dynamiek in de sector. De dynamiek in Brabant komt veelal vanuit bedrijven en van onderop. Het betrekken van de grote middengroep (MKB) bedrijven bij deze netwerken wordt door alle ondersteunende organisaties als een knelpunt ervaren. Complicerend daarbij is dat het lastig is om deze middengroep van bedrijven te identificeren. Daarbij blijkt dat er behoefte is aan meer kruisbestuiving tussen de ondersteunende organisaties onderling. Het blijkt ook dat, met uitzondering van de internationaal opererende bedrijven en kennisinstellingen, weinig van de lokale relaties en netwerken de subregio’s overstijgen. Voor een goede ontwikkeling van de healthsector is het onder andere noodzakelijk dat vanuit de zorgsector zelf de innovatiebehoefte wordt geformuleerd. Echter de betrokkenheid van de zorgsector in termen van vraagarticulatie blijft over de hele linie achter. Hierdoor ontstaan netwerken in de vorm van projectsamenwerking vooral op initiatief van toeleverende en producerende bedrijven aan de aanbodzijde. Dit heeft tot gevolg dat veel initiatieven die vanuit de aanbodzijde worden ontwikkeld niet of niet goed aansluiten bij de zorgsector of lastig te implementeren zijn. Trends en ontwikkelingen De healthsector is enorm in beweging. Ontwikkelingen als de vergrijzing en de markwerking zorgen ervoor dat vraagstukken omtrent deze sector een nieuwe benadering behoeven. Veel van deze veranderingen brengen echter ook kansen voor bedrijven met zich mee. Een algemene verandering in de gezondheidszorg is de paradigmaverschuiving van zorgaanbod naar zorgvraag. Dit betekent dat niet de zorgverlener, maar de patiënt centraal staat bij de afstemming binnen de zorgketen. In de zorgvraag vindt een verschuiving plaats van de cure naar de care, met name veroorzaakt door een hogere levensverwachting. Bovendien wordt de patiënt mondiger. Er is een toenemende vraag naar individuele zorgarrangementen in de thuissituatie. Het zorgaanbod richt zich meer en meer op preventie en op de versterking van de zelfredzaamheid van de patiënt. Daarbij ontwikkelt de zorgverlening zich van instituut naar een proces, waarbij verschillende diensten worden geïntegreerd.
4
Op organisatieniveau is er in de cure en care sprake van opschaling, terwijl de zorgverlening in kleinere eenheden wordt aangeboden. De wet- en regelgeving en de daaraan gekoppelde financieringsstructuur zorgen niet altijd voor de prikkels voor vernieuwing en innovatie. Echter technologische en organisatorische innovaties zijn van groot belang. Vooral de organisatorische innovatie vraagt een verandering in de ‘mindset’ van de ondernemers, werkgevers en werknemers in de sector. Een clustering van medisch- en verpleegkundige specialismen dient met informatietechnologie te worden ondersteund. Het overheidsbeleid op het terrein van de gezondheidszorg van de afgelopen jaren kenmerkt zich door de inzet op gereguleerde marktwerking, ondersteuning van ICT-toepassingen, ketenzorg en decentralisatie. De marktwerking is een poging om de stijgende kosten voor de gezondheidszorg op te vangen. Bovendien wordt actief gestuurd op nieuwe ICTtoepassingen als het Elektronisch Patiëntendossier. De decentralisatie krijgt vorm door gemeenten meer en meer verantwoordelijkheden te geven in de aansturing van de zorg. Tien kansen voor versterking van de Brabantse healthsector Op basis van de analyse van de aard en omvang van de healthsector, de huidige ondersteuningsstructuur en de voor de sector meest relevante trends en ontwikkelingen, zijn tien kansen geïdentificeerd om de sector verder te versterken: 1. Naar een regionale aanpak voor de healthsector. Binnen het Kamergebied zijn diverse partijen actief in het ondersteunen van de healthsector. Er is in beperkte mate sprake van onderlinge afstemming en een gezamenlijke agenda en de ondernemers en instellingen zijn niet altijd voldoende aangehaakt op de diverse initiatieven. Wanneer ondernemers, overheid, onderzoek en onderwijs, de zorginstellingen en de intermediaire partijen de krachten bundelen in een gezamenlijke agenda, kan de regio stevige stappen vooruit zetten. De intermediaire organisaties kunnen extra toegevoegde waarde leveren als zij in gezamenlijkheid tot een passende rolverdeling en coördinatie- en ondersteuningsstructuur komen. 2. Verbreding van de doelgroep. Vaak zijn het dezelfde partijen die vanuit de vier O’s deelnemen aan projecten, initiatieven en netwerken. Het zijn hoofdzakelijk de koplopers in de regio die meedoen. Uit de analyse blijkt dat een grote groep MKBbedrijven / zorgondernemers niet of beperkt gebruik maakt van bestaande structuren en netwerken. 3. Verbeteren vraagarticulatie en adaptief vermogen van cure en care. De technologische ontwikkeling zit in een stroomversnelling en gaat sneller dan de cure en de care bij kunnen houden. Bovendien sluit het technologieaanbod niet altijd even goed aan bij de vraag. De uitdaging ligt in het versterken van vraagarticulatie van de cure en de care bijvoorbeeld waar het gaat om one-stop shopping, campusvorming en clustering en zorg aan huis. 4. Versterken kennispositie. De onafhankelijke kennisfunctie is in het kamergebied ondervertegenwoordigd. De regio Brabant zou zich ten doel kunnen stellen om een topinstituut aan te trekken op een aan de healthsector gerelateerd thema. 5. Multidisciplinaire en maatschappelijke kansen benutten. Uit de analyse blijkt dat kansen zich voordoen op de snijvlakken van disciplines, bijvoorbeeld de koppeling tussen extramuralisering en zorg op afstand met behulp van technologie.
5
Of de ontwikkeling van luxeproducten in een markt met een groeiend aantal koopkrachtige senioren. 6. Ontwikkeling netwerk- en clustervorming door matchmaking. Het verdient de aanbeveling om een makelaar in te stellen die ondernemers op gezamenlijke ambities en behoeften bij elkaar brengt. 7. Productiviteit en productiviteitsgroei. Momenteel groeit de healthsector, vooral de care en de cure, door meer mensen aan te nemen. Als de arbeidsmarkt op termijn weer krapper wordt levert dit problemen op. Met name de care vraagt om oplossingen die minder arbeidsintensief zijn en die de arbeidsproductiviteit verhogen. 8. Nieuwe programma’s nieuwe kansen. Recent is de landelijke maatschappelijke innovatieagenda Gezondheid opgesteld. Door ondernemers, instellingen, overheid en onderwijs op de landelijk gedefinieerde thema’s bijeen te brengen, kan de regio zich als één van de koplopers positioneren. 9. Technocentrum voor de zorg. In meerdere regio’s wordt over technocentra nagedacht, het Kamergebied Brabant zou de eerste regio kunnen zijn waar een dergelijke structuur daadwerkelijk wordt opgezet. 10. Sociale innovatie. Sociale innovatie levert meer rendement op dan onderzoek en ontwikkeling. Zeventig procent van het innovatieve succes wordt bepaald door innovatie op het gebied van management. Door de sociale innovatie binnen de healthsector te stimuleren kan veel worden gewonnen en bovendien kan aansluiting worden gezocht bij plannen van onder andere de provincie hieromtrent.
6
INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Doel Methoden/verantwoording Leeswijzer
9 9 9 10 10
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.4 2.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.7 2.8
Een kwantitatieve verkenning Afbakening van de sector Omvang van de sector Toegevoegde waarde Werkgelegenheid Vestigingen Investeringen Internationale oriëntatie Bedrijfsresultaat Ontwikkeling van de sector Toegevoegde waarde Werkgelegenheid Productiviteit en productiviteitsgroei Investeringen Sectorstructuur Sectorale ontwikkelingen Innovatie in de healthsector Innovatiegraad Ondersteuning bij innovatie Belemmeringen bij innovatie De healthsector in tijden van crisis Conclusies
11 11 12 12 13 14 14 15 15 16 16 18 18 19 22 26 31 31 31 32 33 34
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.5 3.5.1 3.5.2
Ondersteuning healthsector in het kamergebied Brabant Landelijke regelingen en programma’s De landelijke regelingen De landelijke programma’s Regionale ondersteuningstructuren en programma’s Zuidoost-Nederland Noord-Brabant Zuidoost-Brabant: Brainportregio Noordoost Brabant: 5-sterrenregio Midden-Brabant: De ideale connectie Projecten en hun deelnemers in het kamergebied Brabant Analyse van de ondersteuningsstructuur Grote groep (MKB)bedrijven niet bereikt Vraagarticulatie vanuit de zorgsector blijft achter De ondersteuningsstructuren vergeleken Onderwijs en kennisinstellingen als levenaciers van talent De Brabant Medical School ROC’s, hogescholen en universiteiten actief in het kamergebied
36 36 37 39 41 41 42 45 48 49 50 53 54 54 54 55 55 56
7
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Trends en ontwikkelingen Zorgvraag Zorgaanbod Techniek en innovatie van de zorgverlening Overheidsbeleid Inspelen op trends en ontwikkelingen door het MKB
59 59 60 61 62 63
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10
Kansen voor versterking van de Brabantse healthsector Naar een regionale aanpak voor de healthsector Verbreding van de doelgroep Verbeteren vraagarticulatie en adaptief vermogen van cure en care Versterken kennispositie Multidisciplinaire en maatschappelijke kansen benutten Ontwikkeling netwerk- en clustervorming door matchmaking Productiviteit en productiviteitsgroei Nieuwe programma’s nieuwe kansen Technocentrum voor de zorg Sociale innovatie
64 65 66 67 68 68 69 70 70 71 71
Bijlage1: Definitie healthsector (SBI 1993)
72
8
1
INLEIDING 1.1
AANLEIDING In haar activiteitenplan 2008 heeft de Kamer van Koophandel Brabant het voornemen geuit analyses voor een aantal voor de regio belangrijke sectoren uit te voeren. Eerder zijn er al analyses uitgevoerd voor de foodsector en de creatieve industrie. De volgende in rij is de healthsector. Een logische keuze voor de Kamer. De sector is een van de, zo niet de belangrijkste werkgever voor de regio en sinds kort is de gehele sector inschrijfplichtig, waarmee het voor de Kamer ook belangrijker wordt deze sector in de volle breedte te faciliteren. Inmiddels zijn de deelregio’s en de uitvoeringsorganisaties die daarin actief zijn, aan de gang gegaan met het stimuleren van (delen van) de sector. Zo is Brainport Development actief in het ondersteunen van de lifetechsector en voert ze een innovatieprogramma uit op het snijvlak van technologie en zorg. Noordoost-Brabant richt zich vooral op de farmaceutische industrie, zorg en life sciences met als speciaal focusgebied Food, Health & Farma en Midden-Brabant ondersteunt de sector medische technologie/life sciences, zet in op ICT in de zorg en draagt bovendien het zorgtoerisme een warm hart toe. Daarnaast zijn de BOM en Syntens in de regio actief met eigen programma’s. De Kamer van Koophandel Brabant heeft het op zich genomen de healthsector in de regio in de volle breedte in beeld te brengen en te onderzoeken welke aanvullende kansen er liggen om de sector te stimuleren.
1.2
DOEL Doel van het onderzoek is meer inzicht te krijgen in de: 1. Aard, omvang en ontwikkeling van de healthsector in de volle breedte 2. Aard van de bestaande ondersteuningsstructuur 3. Belangrijke ontwikkelingen in de markt en de kansen om de sector te ondersteunen Met deze informatie is de Kamer in staat bedrijven, uitvoerings- en intermediaire organisaties te bedienen en in hun informatiebehoefte omtrent deze sector te voorzien. Een mogelijk nog belangrijker doel is om in de regio nieuwe beweging op het thema te veroorzaken, concrete aangrijpingspunten voor stimuleringsactiviteiten en projecten te identificeren en daarmee een proces van structurele ondersteuning op gang te brengen en te houden.
9
B&A CONSULTING BV
1.3
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
METHODEN/VERANTWOORDING Het onderzoek is in vijf stappen uitgevoerd: 1. Interviews met intermediaire organisaties in de regio die reeds actief zijn in het ondersteunen van (onderdelen van) de healthsector. 2. Het maken van een kwantitatief en een kwalitatief profiel van de sector: Omvang en ontwikkeling in termen van toegevoegde waarde, vestigingen en werkgelegenheid. Met een onderscheid naar de drie deelregio’s en waar mogelijk vergeleken met West-Brabant en Nederland als geheel (benchmark); Kennisgraad, innovatiegraad, internationaliseringsgraad en investeringsgraad. 3. Een analyse van de belangrijkste trends en ontwikkelingen in de sector en in de markt en de kansen en bedreigingen die daaruit voortkomen. 4. Een inventarisatie van kansen voor de regio waarmee spoedig een start kan worden gemaakt. 5. Rapportage.
1.4
LEESWIJZER Hoofdstuk 2 bevat een kwantitatieve verkenning van de healthsector waarin de sector wordt beschreven in onder andere haar omvang, het aantal vestigingen, de toegevoegde waarde, de werkgelegenheid en de innovatiegraad. In hoofdstuk 3 wordt de ondersteuningsstructuur van de healthsector beschreven, zowel wat betreft landelijke regelingen en programma’s als regionale ondersteuningsstructuren, projecten en programma’s. Trends en ontwikkelingen in de healthsector zijn onderwerp van hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden de kansen voor versterking van de healthsector in het Kamergebied beschreven.
10
2
EEN KWANTITATIEVE VERKENNING AFBAKENING VAN DE SECTOR De healthsector is een samengestelde sector, bestaande uit deelsectoren en branches die deels met elkaar verweven zijn en deels weinig tot geen relaties met elkaar hebben. Een ding hebben deze bedrijven en instellingen met elkaar gemeen; ze houden zich allemaal op de een of andere manier bezig met de gezondheid van mensen. Of het nu gaat om de productie van medicijnen of hulpmiddelen, de handel in zorg- en gezondheidsproducten, of dienstverlening ten aanzien van gezondheid en zorg. Aangezien zoveel partijen zich vanuit zoveel verschillende invalshoeken richten op gezondheid is gekozen voor een brede definitie die bestaat uit de volgende onderdelen: Core: cure en care; Productie: farmaceutische industrie, medische technologie en hulpmiddelen; Handel: groot- en detailhandel; Diensten: wellness, preventie en facilitaire diensten; Instituties: verzekeringen, financiers en kennis. In onderstaande figuur zijn deze verschillende activiteiten binnen de healthsector en hun onderlinge toeleverings- en uitbestedingsrelaties weergegeven. Handel Kennis
Detailhandel
Groothandel
Productie Core Farmacie Cure Consument Medische technologie
Care
Diensten Facilitaire diensten en preventie
W ellness
11
Verzekeraars
2.1
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Het is een praktisch toepasbare indeling die bruikbaar is voor de kwantitatieve analyse en te vertalen is in SBI-codes. De healthsector heeft grote raakvlakken met andere sectoren die nu al vanuit de regio worden bediend. Zo wordt in Oost-Brabant stevig ingezet op de bevordering van bedrijven die zich bezig houden met life sciences. Voor zover deze life sciences activiteiten gericht zijn op health zijn ze in de definitie opgenomen. Dat wil zeggen dat alleen de rode biotechnologie is meegenomen: de toepassing van biotechnologie in de gezondheidszorg, zoals de productie van medicijnen en vaccins, maar ook het (in een vroegtijdig stadium) opsporen van ziekten en preventie. De groene en witte biotechnologie vallen buiten de scope van het onderzoek. Door de beperking van de SBI-codes wordt niet altijd recht gedaan aan de complexe werkelijkheid. Zo zijn er bouwbedrijven, ICT-dienstverleners of bedrijven uit de foodsector die zich gespecialiseerd hebben in gezondheid, maar die niet op basis van SBI-codes geïdentificeerd kunnen worden en dus buiten de statistieken vallen. Dat geldt ook voor onderwijsinstellingen met een zorg- of gezondheidsaanbod of voor gespecialiseerde productiebedrijven die aan de healthsector toeleveren. De analyse bevat dus een benadering van deze complexe sector en geeft een best guess van de aard, omvang en ontwikkeling. In werkelijkheid zal de sector nog aanzienlijk groter zijn. De data van het CBS hebben slechts betrekking op het quartaire deel van de healthsector: de gezondheids- en welzijnszorg oftewel de core. De informatie afkomstig uit de ERBO-enquête van de Kamer van Koophandel heeft betrekking op het bedrijvengedeelte, dus de productie en de commerciële dienstverlening. In de ERBO zijn de dienstverleners in de core niet bevraagd. In de bijlage is een overzicht opgenomen van alle activiteiten die in dit onderzoek tot de healthsector worden gerekend, inclusief de bijbehorende SBI-codes.
2.2
OMVANG VAN DE SECTOR De omvang van de sector brengen we in beeld aan de hand van de toegevoegde waarde, de werkgelegenheid, het aantal vestigingen, het investeringsvolume, de exportgraad en het bedrijfsresultaat.
2.2.1
Toegevoegde waarde De healthsector is van groot belang voor de economie van het kamergebied Brabant. De toegevoegde waarde die in de sector wordt gegenereerd bedroeg in 2006 € 4,2 miljard, hetgeen neer komt op 8,3% van het totale Bruto Regionaal Product. Landelijk legt de sector met 8,7% nog iets meer gewicht in de schaal. Het aandeel groeit sterk. In het kamergebied nam de sector in 1996 7,2% voor haar rekening. Binnen het kamergebied bestaan aanzienlijke verschillen. Midden-Brabant is de kleinste van de drie deelregio’s. De sector is hier goed voor ruim een € 1 miljard toegevoegde waarde en is met een aandeel van 8,6% relatief belangrijk voor de regionale economie en laat ook de grootste stijging zien in het aandeel.
12
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
In Zuidoost-Brabant is de healthsector € 1,8 miljard groot. In Noordoost-Brabant is de sector met € 1,5 miljard iets kleiner. Tabel 1. Toegevoegde waarde healthsector in 2006 en aandeel van de sector in het totale BBP per regio in 1996 en 2006 Regio
Toegevoegde waarde sector (in mio euro)
Aandeel in het BBP 1996
Aandeel in het BBP 2006
Midden-Brabant
1.008
7,3
8,6
Noordoost-Brabant
1.468
6,9
7,9
Zuidoost-Brabant
1.771
7,4
8,4
Kamergebied Brabant
4.247
7,2
8,3
West-Brabant
1.538
6,3
8,0
Noord-Brabant
5.785
6,9
8,2
41.775
7,4
8,7
Nederland Bron: CBS
2.2.2
Werkgelegenheid In het kamergebied is de healthsector de op twee na grootste werkgever. De handel bezet in 2008 de eerste plaats met 180.000 banen, gevolgd door de industrie met 156.000 arbeidsplaatsen. In de healthsector vinden inmiddels meer dan 150.000 mensen emplooi. Dat is 16% van de totale werkgelegenheid in de regio. De sector heeft de afgelopen jaren flink terrein gewonnen. In 2000 bedroeg het aandeel nog 13,3%. Naar verwachting zal de sector de industrie binnen afzienbare tijd van de tweede plaats verdringen. Landelijk is de healthsector goed voor 1,36 miljoen banen oftewel 17,6% van de totale werkgelegenheid. Tabel 2. Werkgelegenheid healthsector in 2008 en aandeel van de sector in de totale werkgelegenheid per regio in 2000 en 2008 Regio
Werkgelegenheid
Werkgelegenheids-
Werkgelegenheids-
(abs.) 2008
aandeel 2000
aandeel 2008
Midden-Brabant
39.466
15,3
19,3
Noordoost-
53.365
13,9
16,0
Brabant Zuidoost-Brabant Kamergebied
57.214
11,8
14,3
150.045
13,3
16,0
51.760
13,5
16,9
201.805
13,4
16,2
1.359.115
15,2
17,6
Brabant West-Brabant Noord-Brabant Nederland (2007)
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant en LISA, bewerking B&A
In Midden-Brabant is het aandeel de laatste jaren fors toegenomen. Inmiddels is de healthsector al goed voor 19,3% van de werkgelegenheid in die regio en is daarmee bijna de grootste sector geworden. In de andere twee deelregio’s ligt het aandeel lager.
13
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
De sector bezet in Zuidoost-Brabant een derde plaats, waar naast de handel en de industrie ook de zakelijke dienstverlening groter is. Voor alle (deel) regio’s geldt dat de sector aanzienlijk terrein heeft gewonnen.
2.2.3
Vestigingen De healthsector is in het kamergebied Brabant goed voor ruim 10.000 vestigingen. Zuidoost-Brabant neemt daarvan 40% voor zijn rekening, Noordoost-Brabant 36% en Midden-Brabant 24%. Het aandeel in de totale structuur ligt in alle drie deelregio’s (iets) onder het landelijke gemiddelde (9,2%). Opvallend is het hoge aandeel van WestBrabant (10,1%). De gemiddelde omvang van de vestigingen varieert per regio. In Midden-Brabant is de omvang bovengemiddeld, in Zuidoost-Brabant is de bedrijvigheid juist relatief kleinschalig. Tussen deelsectoren bestaan aanzienlijke verschillen. De cure en care zijn overwegend zeer grootschalig. Het merendeel van de werkgelegenheid bevindt zich in grote instellingen. Het bedrijfsleven is, uitgezonderd enkele grote spelers, overwegend kleinschalig van aard. Binnen de marktsectoren behoren 27 ondernemingen tot het grootbedrijf, de overige 6.500 bedrijven (oftewel 99,6%) worden gerekend tot het midden- en kleinbedrijf, met de nadruk op kleinbedrijf. Tabel 3. Aantal vestingen healthsector, aandeel van de sector in het totale aantal vestigingen en de gemiddelde vestigingsomvang per regio in 2008 Regio
Vestigingen (abs.)
Aandeel in het totale aantal vest. (%)
Gemiddelde omvang (banen per vestiging)
Midden-Brabant
2.407
8,8
16,4
Noordoost-Brabant
3.592
8,1
14,9
Zuidoost-Brabant
4.141
7,7
13,8
10.140
8,1
14,8
West-Brabant
4.208
10,1
12,3
Noord-Brabant
14.348
8,6
14,1
Nederland (2007)
89.415
9,2
15,2
Kamergebied Brabant
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant en LISA, bewerking B&A
2.2.4
Investeringen De core binnen de healthsector (cure en care) is niet bijzonder investeringsgeneigd. Voor een sector die zo belangrijk is voor de werkgelegenheid, blijft het investeringsniveau met 780 miljoen euro achter bij andere sectoren. Het totale sector investeringsvolume in de Kamerregio komt voor 42% ten goede van NoordoostBrabant. In totaal is de sector in het kamergebied goed voor 6,9% van de totale regionale investeringen. In Noordoost-Brabant wordt relatief veel geïnvesteerd, in Zuidoost-Brabant is het aandeel gering.
14
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Tabel 4. Investeringen healthsector en aandeel van de sector in de totale investeringen per regio in 2006 Regio
Investeringsomvang
Aandeel healthsector in totale
healthsector 2006
investeringen 2006
Midden-Brabant
183
7,0%
Noordoost-Brabant
330
8,3%
Zuidoost-Brabant
268
5,7%
Kamergebied Brabant
781
6,9%
West-Brabant
270
6,7%
Noord-Brabant
1.052
6,9%
Nederland
7.095
6,5%
Bron: CBS, bewerking B&A
De investeringsgeneigdheid van de bedrijvigheid (productie, handel en diensten) in de healthsector is daarentegen wel aanzienlijk. In 2007 investeerde in het kamergebied bijna 70% van de bedrijven in de healthsector. Voor het totale bedrijfsleven lag dit aandeel op 65%. In West-Brabant investeerde 73% van de bedrijven in de healthsector.
2.2.5
Internationale oriëntatie Het marktdeel binnen de healthsector is niet bovenmatig internationaal georiënteerd in termen van aantallen exporterende bedrijven. In het kamergebied Brabant exporteerde 20% van de bedrijven in de healthsector. In West-Brabant ging het om 27% van de bedrijven. Van het totale bedrijfsleven in het kamergebied exporteerde 27%. Voor het Nederlandse MKB lopen de cijfers op basis van verschillende bronnen uiteen van 9 tot 20%. Bedrijven in het Kamergebied lijken derhalve bovengemiddeld internationaal actief te zijn. De belangrijkste exportlanden zijn België, Duitsland, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk. In totaal was circa 40% van de omzet van de Brabantse healthbedrijven afkomstig uit het buitenland. Het totale bedrijfsleven is voor gemiddeld 30% van de omzet afhankelijk van de internationale markt. De afhankelijkheid van het buitenland voor het realiseren van omzet in de healthsector is dus wel aanzienlijk groter. Dit heeft vooral te maken met de aanwezigheid van enkele grotere ondernemingen die hoofdzakelijk voor de buitenlandse markt produceren. De kleinere bedrijven beleveren vooral de binnenlandse markt.
2.2.6
Bedrijfsresultaat In totaal maakte 83% van de bedrijven in de Brabantse healthsector winst in het jaar 2007. Bij 45% verbeterde het bedrijfsresultaat, 19% van de ondernemers constateerde een verslechtering. Een ruime meerderheid van de ondernemers was tevreden over het op het eigen vermogen behaalde rendement, 72% gaf aan tevreden te zijn. Inmiddels is het beeld ongetwijfeld veranderd. De huidige economische crisis zet de resultaten en het rendement in de sector onder druk. In paragraaf 2.7 komen de implicaties van de crisis nader aan de orde.
15
B&A CONSULTING BV
2.3
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
ONTWIKKELING VAN DE SECTOR De ontwikkeling van de healthsector wordt in beeld gebracht aan de hand van de toegevoegde waarde, de werkgelegenheid en het investeringsvolume.
2.3.1
Toegevoegde waarde De ontwikkeling van de toegevoegde waarde schommelt sterk en de trend is bijna anticyclisch. In 1999 en 2000 bevond de economie zich op haar hoogtepunt. De economie groeide hard en de arbeidsmarkt was krap. Terwijl de meeste sectoren in deze periode piekten, daalde de ontwikkeling van de healthsector bijna tot het nulpunt. Toen de economie inzakte en de algehele groei stagneerde, leek de healthsector daar juist van te profiteren. De arbeidsmarkt werd ruimer en daarmee werd deze arbeidsintensieve sector in de gelegenheid gesteld nieuw personeel aan te trekken. Een groeiacceleratie was het gevolg. Na deze inhaalvraag zakt de groei weer iets terug en toen de economie weer aantrok zakte de groei nog wat verder weg. Deze analyse is van toepassing op het niet commerciële deel van de sector. Echter, ook het commerciële deel werd geconfronteerd met een krappe arbeidsmarkt, zeker ten aanzien van het technisch personeel. Met name het midden- en kleinbedrijf heeft hiervan de hinder ondervonden, aangezien zij vooral op de regionale arbeidsmarkt zijn aangewezen en minder makkelijk toegang hebben tot talent uit het buitenland. De verschillen in ontwikkeling tussen het kamergebied Brabant en Nederland als geheel zijn gering. De pieken en dalen wijken nauwelijks van elkaar af, behalve dat de groei in Brabant later op gang kwam (2001 in plaats van 2000) en explosiever was dan landelijk. Dit kan te maken hebben met de conjunctuurgevoeligheid van de Brabantse economie. Andere sectoren komen abrupt tot stilstand en er ontstaat dus in zeer korte tijd ruimte op de arbeidsmarkt waar de healthsector goed van heeft weten te profiteren.
16
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Figuur 1. Ontwikkeling van de toegevoegde waarde in de healthsector in het kamergebied Brabant en Nederland in de periode 1996-2006 (in %) 6 Kamergebied Brabant
%
Nederland 5
4
3
2
1
0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Bron: CBS, bewerking B&A
Binnen het kamergebied Brabant vertoont Midden-Brabant het meest evenwichtige groeiverloop. De pieken zijn niet al te hoog en de dalen niet te diep. Het was ook de enige regio die eind jaren negentig geen teruggang beleefde. Noordoost-Brabant laat de sterkste fluctuaties zien met als echte uitschieter de ontwikkeling in 2001 toen meer dan 7% groei werd genoteerd. Figuur 2. Ontwikkeling van de Toegevoegde waarde in de healthsector per regio in de periode 19962006 (in %) 8
Midden-Brabant
7
Noordoost-Brabant
%
Zuidoost-Brabant 6
W est-Brabant
5 4 3 2 1 0 -1 -2 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Bron: CBS
17
B&A CONSULTING BV
2.3.2
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Werkgelegenheid Vanaf 2000 groeide de werkgelegenheid in de healthsector gestaag. Tot 2004 bedroeg de groei jaarlijks bijna 5%, daarna zakte het tempo iets in, maar ondanks de afvlakking was er nog steeds sprake van een aanzienlijke banenaanwas. In het kamergebied Brabant lag de werkgelegenheidsgroei aanzienlijk hoger dan landelijk. Deze bovengemiddelde groei komt vooral voor rekening van de deelregio’s Midden- en Zuidoost-Brabant. Noordoost-Brabant vertoonde een groei die min of meer gelijk is aan de landelijke groeivoet. Figuur 3. Werkgelegenheidsontwikkeling 2000-2008 per regio (in %) 140
Midden-Brabant Noordoost-Brabant
%
135
Zuidoost-Brabant Kamergebied Brabant
130
West-Brabant Brabant
125
Nederland
120
115
110
105
100
95 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant en LISA, bewerking B&A
2.3.3
Productiviteit en productiviteitsgroei In de healthsector in het kamergebied Brabant bedraagt de toegevoegde waarde per arbeidsjaar €50.100. Daarmee scoort de regio qua productiviteit boven het landelijk gemiddelde. De hogere toegevoegde waarde dankt de regio aan Zuidoost-Brabant dat met €51.500 een aanzienlijk hogere productiviteit kent dan de andere regio’s. De oververtegenwoordiging van de curesector zou hiervoor een verklaring kunnen zijn. Zowel in omvang van de productiviteit als in de ontwikkeling heeft de healthsector nog een duidelijke slag te maken. De productiviteit(sgroei) ligt beduidend onder het gemiddelde niveau van alle sectoren. In het kamergebied bedraagt het gat bijna € 18.000 per arbeidsjaar. Ook de ontwikkeling blijft achter.
18
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
In de periode 2001-2006 werd voor de healthsector in het kamergebied een groei van 15,9% genoteerd en in alle sectoren samen 19,4%. Zeker voor een sector die zoveel moeite heeft om aan voldoende personeel te komen, is er op dit punt dus nog veel terrein te winnen. Tabel 5. Productiviteit (toegevoegde waarde per arbeidsjaar) in de healthsector in euro’s per regio en de productiviteitsontwikkeling tussen 2001 en 2006 Regio
Productiviteit in € per jaar
Productiviteitsgroei 2001-2006 (prijs + volumegroei)
Zorg
Alle sectoren
Zorg
Alle sectoren
Midden-Brabant
48.700
66.300
15,5%
19,4%
Noordoost-
49.400
69.700
17,6%
20,1%
Zuidoost-Brabant
51.500
66.700
14,6%
18,8%
Kamergebied
50.100
67.700
15,9%
19,4%
West-Brabant
49.000
77.600
18,0%
17,2%
Noord-Brabant
49.800
70.100
16,4%
18,8%
Nederland
49.500
72.500
16,6%
21,1%
Brabant
Brabant
Bron: CBS, bewerking B&A
2.3.4
Investeringen Eerder werd al geconstateerd dat het investeringsniveau in de healthsector relatief beperkt was. Er is echter wel sprake van een inhaalslag die zowel in het kamergebied Brabant als in Nederland als geheel waarneembaar is. In een periode van 10 jaar tijd zijn de investeringen in Brabant met 80% toegenomen en landelijk met bijna 65%. Voor de totale economie lag dit aandeel beduidend lager. Vooral in het kamergebied was het contrast groot. Daar namen de totale investeringsuitgaven toe et 45%.
19
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Figuur 4. Investeringen totaal en in de healthsector in het Kamergebied Brabant en Nederland in de periode 1996-2006 (1996 = 100) in % 200
Kamergebied Brabant totaal Kamergebied Brabant health
% 180
Nederland totaal Nederland health
160
140 120
100 80 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Bron: CBS
In Zuidoost-Brabant blijft de investeringsontwikkeling achter, in Noordoost-Brabant daarentegen loopt het investeringsniveau snel op. In een tijdsbestek van tien jaar is het investeringsniveau in deze regio meer dan verdubbeld. In Midden-Brabant is sprake van een meer sprongsgewijze ontwikkeling. Figuur 5. Ontwikkeling investeringen in de healthsector per regio tussen 1996 en 2006 (1996 = 100) in % 250 %
Midden-Brabant 230
Noordoost-Brabant
210
Zuidoost-Brabant West-Brabant
190 170 150 130 110 90 70 50 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Bron: CBS
20
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
De ontwikkeling van de investeringen is bijna de inverse van de curve van de toegevoegde waarde ontwikkeling. In tijden van hoogconjunctuur investeert de sector in vaste activa (want kapitaal is volop beschikbaar) en in tijden van laagconjunctuur investeert de sector in menselijk kapitaal (want de factor arbeid is vrij beschikbaar). De toegevoegde waarde krijgt vooral een impuls wanneer de vaste activa worden ingezet en extra mensen worden aangetrokken. In het kamergebied is het investeringsniveau gevoeliger voor conjuncturele schommelingen dan in Nederland. De pieken zijn hoger en het dal dieper. Figuur 6. Jaarlijkse procentuele ontwikkeling van de investeringen in de healthsector in het kamergebied Brabant en Nederland in de periode 1996-2006 7 %
Kamergebied Brabant 6
Nederland
5 4 3 2 1 0 -1 -2 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Bron: CBS
De uitschieters van het kamergebied worden vooral veroorzaakt door de ontwikkeling in Zuidoost-Brabant. Algemeen bekend is dat deze regio direct en heftig reageert op de conjunctuur en dit werkt in alle sectoren door. Blijkbaar geldt dit ook voor de healthsector in deze regio.
21
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Figuur 7. Jaarlijkse procentuele ontwikkeling van de investeringen in de healthsector per regio in de periode 1996-2006 10
Midden-Brabant
%
Noordoost-Brabant
8
Zuidoost-Brabant West-Brabant
6 4 2 0 -2 -4 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Bron: CBS
2.4
SECTORSTRUCTUUR In onderstaande tabel is de werkgelegenheid per deelsector weergegeven. Tabel 6. Werkgelegenheid in de healthsector naar deelsector per regio in 2008 (Nederland is 2007) MiddenBrabant
NoordoostBrabant
ZuidoostBrabant
Kamergebied Brabant
WestBrabant
NoordBrabant
NE
Cure
11.600
12.700
18.800
43.100
13.100
56.200
422.100
Care
17.100
24.800
21.200
63.200
27.200
90.400
634.300
200
6.700
400
7.400
100
7.500
18.100
Farmaceutische industrie Medische technologie
400
400
3.400
4.200
400
4.500
17.500
Handel
2.300
4.500
4.000
10.700
4.500
15.300
96.100
Wellness
1.100
1.700
2.200
5.000
2.100
7.100
35.500
600
2.000
6.100
8.700
2.900
11.600
61.200
Overige diensten Financiers/ verzekeraars
6.000
400
900
7.300
1.000
8.300
61.600
Kennis
100
200
100
400
500
900
12.900
Totaal
39.500
53.400
57.200
150.000
51.800
201.800
1.359.200
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant en LISA, bewerking B&A
Voor elke regio geldt dat het merendeel van de werkgelegenheid binnen de healthsector geconcentreerd is in de cure en care.
22
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Wat betreft de werkgelegenheid leggen de ziekenhuizen, de grote zorginstellingen en de thuiszorgorganisaties immers veel gewicht in de schaal. Tussen de regio’s bestaan er grote verschillen in de productiestructuur en deze verschillen doen zich hoofdzakelijk voor binnen de marktsector. Binnen het kamergebied zijn in MiddenBrabant de cure en care oververtegenwoordigd. Echter, wat vooral opvalt, is de sterke vertegenwoordiging van de financiers. Dit heeft alles te maken met de aanwezigheid van enkele grote (zorg) verzekeraars in Tilburg, zoals Interpolis en CZ. In totaal neemt de regio bijna 10% van de totale werkgelegenheid in de Nederlandse verzekeringsbranche voor haar rekening, terwijl het totale gewicht van de regio in de BV Nederland circa 3% bedraagt. Andere vormen van bedrijvigheid zijn ondervertegenwoordigd. Figuur 8. Werkgelegenheidsstructuur healthsector naar regio in 2008 Midden-Brabant
Cure Care
Noordoost-Brabant
Farmaceutische industrie Medische technologie
Zuidoost-Brabant
Handel
Kamergebied Brabant
Wellness Overige diensten
West-Brabant
Financiers Brabant
Kennis
Nederland 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant en LISA, bewerking B&A
In Noordoost-Brabant geven de farmaceutische industrie en de handel de regio een duidelijke signatuur. De eerste deelsector wordt gedomineerd door grote spelers als Schering Plough (inmiddels overgenomen door Merck) en BioMerieux1 en hun aanwezigheid zorgt er voor dat Noordoost-Brabant 37% van de totale Nederlandse farmawerkgelegenheid binnen haar grenzen heeft. In de handel zijn het bedrijven als Alliance Healthcare, OPG, Farmadomo en Braun Medical die verantwoordelijk zijn voor het grotere aandeel2. In de structuur van Zuidoost-Brabant zijn het de medische technologie en overige diensten (hoofdzakelijk preventie) die bovengemiddeld scoren. De sterke positie in de medische technologie is te herleiden tot Philips Medical Systems, veruit de grootste Nederlandse speler in deze deelsector. Ook de nummers twee en drie in Noord-Brabant: Ossur Europe en Buchrnhornen zijn in deze regio gevestigd.
1 2
Bio Merieux heeft aangekondigd haar vestiging in Boxtel eind 2009 te sluiten. Recent heeft het Duitse bedrijf Movianto voor vestiging is Oss gekozen. Movianto is onderdeel van Celecio en houdt zich bezig met logistieke dienstverlening voor de farmaceutische industrie
23
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
De aanwezigheid van deze bedrijven maakt dat Zuidoost-Brabant met bijna 20% van de werkgelegenheid een vooraanstaande positie inneemt binnen Nederland. Via Pieken in de Delta is deze positie ook landelijk erkend. In figuur 9 zijn de afwijkingen in de health sectorstructuur van het kamergebied ten opzichte van het landelijke gemiddelde geprojecteerd. Meest opvallende uitschieter is de sterke vertegenwoordiging van de farmaceutische industrie. Deze sector kent een oververtegenwoordiging van meer dan 330%. Meer dan 40% van de werkgelegenheid in de totale Nederlandse farmaceutische industrie komt voor rekening van het kamergebied. Ook de oververtegenwoordiging van de medische technologie komt in de figuur pregnant naar voren (200%). In totaal is het kamergebied goed voor een kwart van de werkgelegenheid in de Nederlandse medische technologie. Andere positieve uitschieters zijn overige diensten (en dan vooral preventie) en de wellness sector. Het kamergebied telt relatief veel werkgelegenheid in bedrijven die gericht zijn op persoonlijke verzorging, ontspanning en gezondheid. Kennisinstellingen zijn daarentegen nauwelijks in de regio aanwezig. Daarmee worden niet de onderwijsinstellingen bedoeld, maar de echte op health georiënteerde instituten en R&D centra. Voor een belangrijk deel is de Brabantse kennis in company aanwezig bij de grotere productiebedrijven. Daar heeft Brabant er meer van dan andere delen van Nederland en bovendien zijn deze bedrijven relatief sterk op kennisontwikkeling gericht. Er is dus wel degelijk sprake van een kennisfunctie, maar deze is anders in de regio ingebed. De onafhankelijke kenniscentra vormen echter een essentieel onderdeel van de kennisinfrastructuur waar open innovatie op preconcurrentiële thema’s kan plaatsvinden, (regionale) bedrijven en kennisinstellingen elkaar tegenkomen en kennis delen en samenwerken aan nieuwe kennisontwikkeling. Een dergelijke functie is onmisbaar voor ontwikkeling en circulatie en draagt bovendien positief bij aan de regionale profilering. In Brabant zijn slechts in zeer beperkte mate topinstituten aanwezig. In de regio zijn nauwelijks Tti’s gevestigd en het telt geen enkel KNAWinstituut. Veel van deze instituten zijn geconcentreerd in de Randstad, zoals rond Utrecht (RIVM, Trimbos Instituut, Nivel), Amsterdam (Sanquin, Nederlands Kankerinstituut), Leiden (TIPharma), ZonMw (Den Haag) en de diverse UMC’s.
24
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Figuur 9. Afwijkingen in de structuur van de healthsector in het kamergebied Brabant ten opzichte van Nederland in 2008 (Nederland = 100) 400 %
350 300 250
Kamergebied Brabant
200
Nederland
150 100 50
Totaal
Kennis
Financiers
Overige diensten
Wellness
Handel
Medische technologie
Farmaceutische industrie
Care
Cure
0
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant en LISA, bewerking B&A
De sectorstructuur, uitgedrukt in het aantal vestigingen is weergegeven in de onderstaande tabel. Cure vormt, gemeten naar het aantal vestigingen, de grootste deelsector in het kamergebied. De wellness sector met veel vooral kleinschalige bedrijvigheid, bezet de tweede plaats, gevolgd door de care en de handel. Het aantal industriële bedrijven is met 257 beperkt. In totaal telt de regio 93 gespecialiseerde kennisbedrijven en instituten, in Nederland als geheel zijn het er circa 1.000. Tabel 7. Aantal vestigingen in de healthsector naar deelsector per regio in 2008 (Nederland is 2007) MiddenBrabant
NoordoostBrabant
ZuidoostBrabant
Kamergebied Brabant
WestBrabant
NoordBrabant
NE
Cure
689
1.113
1.282
3.084
1.164
4.248
28.514
Care
505
859
637
2.001
930
2.931
20.468
7
11
8
26
9
35
187
Farmaceutische industrie Medische technologie
64
63
104
231
76
307
1.821
Handel
301
505
532
1.338
461
1.799
12.321
Wellness
733
884
1.324
2.941
1.256
4.197
20.603
diensten
76
111
193
380
264
644
3.901
Financiers/
13
16
17
46
17
63
601
Overige
25
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
verzekeraars Kennis
19
30
44
93
31
124
999
Totaal
2.407
3.592
4.141
10.140
4.208
14.348
89.415
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant en LISA, bewerking B&A
2.5
SECTORALE ONTWIKKELINGEN In de nu volgende grafieken zijn, op basis van het aantal werkzame personen, de ontwikkelingen van de deelsectoren binnen de healthsector geprojecteerd. Figuur 10. Ontwikkeling curesector naar regio in de periode 2000-2008 in % Nederland Noord-Brabant West-Brabant Kamergebied Brabant Zuidoost-Brabant Noordoost-Brabant Midden-Brabant 0
5
10
15
20
25
30
35
%
40
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, bewerking B&A
De curesector (zie figuur 10) heeft de afgelopen jaren vooral in Zuidoost-Brabant een sterke vlucht doorgemaakt en ook in Midden-Brabant is de ontwikkeling van de deelsector bovengemiddeld positief geweest. Binnen het kamergebied noteerde Noodoost-Brabant de laagste groei, maar deze lag nog altijd net iets boven de landelijke ontwikkeling. De ziekenhuizen hebben het grootste deel van de werkgelegenheidsgroei voor hun rekening genomen, maar ook andere onderdelen van de sector noteerden een duidelijke plus. Figuur 11. Ontwikkeling caresector naar regio in de periode 2000-2008 in %
Nederland Noord-Brabant West-Brabant Kamergebied Brabant Zuidoost-Brabant Noordoost-Brabant Midden-Brabant 0
10
20
30
26
40
50
60
%
70
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, bewerking B&A
In Midden-Brabant heeft de caresector een uitzonderlijke groei doorgemaakt. Vooral de werkgelegenheid in de verzorgingstehuizen, de kinderopvang en de gehandicaptenzorg heeft een duidelijke vlucht genomen. Het beeld wordt enigszins vertekend door een ontwikkeling in de thuiszorg, naast het feit dat deze sector in omvang is gestegen heeft zich hier ook een administratieve wijziging voorgedaan3. In Noordoost-Brabant is de ontwikkeling iets achter gebleven. Binnen de caresector hebben vooral de verzorgingstehuizen, de gehandicaptenzorg, de thuiszorg en de kinderopvang het personeel snel zien toenemen. Figuur 13. Ontwikkeling farmaceutische industrie naar regio in de periode 2000-2008 in % Nederland Noord-Brabant West-Brabant Kamergebied Brabant Zuidoost-Brabant Noordoost-Brabant Midden-Brabant -50
0
50
100
150
%
200
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, bewerking B&A
De farmaceutische industrie is vooral sterk gegroeid in Zuidoost-Brabant. In procenten heeft Noordoost-Brabant een bescheiden groei doorgemaakt, in absolute aantallen noteerde deze regio echter de sterkste groei met circa 900 extra banen in acht jaar tijd. Het kamergebied als geheel heeft zich door de groei in deze twee regio’s bovengemiddeld ontwikkeld.
3
Als een grote thuiszorginstelling zijn administratieve vestigingsplaats wijzigt over de grenzen van een regio, dan lijkt het alsof er een enorme groei in banen plaatsvindt in de andere regio.
27
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Figuur 14. Ontwikkeling medische technologie naar regio in de periode 2000-2008 in % Nederland Noord-Brabant West-Brabant Kamergebied Brabant Zuidoost-Brabant Noordoost-Brabant Midden-Brabant -10
-5
0
5
10
15
%
20
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, bewerking B&A
De medische technologie heeft de sterkste groei doorgemaakt in Zuidoost-Brabant. De deelsector kenden in de periode 2000-2008 een banenaanwas van ruim 15%, oftewel 450 arbeidsplaatsen. Ook Midden-Brabant noteerde een duidelijke procentuele plus, maar in aantallen banen was de ontwikkeling beperkt. Door het grote gewicht van Zuidoost-Brabant ligt de ontwikkeling van het kamergebied ruim boven het landelijke gemiddelde. Figuur 15. Ontwikkeling financiers/verzekeraars naar regio in de periode 2000-2008 in % Nederland Noord-Brabant West-Brabant Kamergebied Brabant Zuidoost-Brabant Noordoost-Brabant Midden-Brabant 0
10
20
30
40
50
60
%
70
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, bewerking B&A
In Midden-Brabant en Noordoost-Brabant hebben de verzekeraars een forse groei doorgemaakt. In banen uitgedrukt was vooral de groei in Midden-Brabant indrukwekkend. In de afgelopen acht jaar nam het aantal banen in de deelsector in deze regio toe met meer dan 2.000, dit als gevolg van schaalvergroting en concentratie in de branche. Vooral Tilburg heeft hiervan de vruchten geplukt.
28
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Figuur 16. Ontwikkeling handel naar regio in de periode 2000-2008 in % Nederland Noord-Brabant West-Brabant Kamergebied Brabant Zuidoost-Brabant Noordoost-Brabant Midden-Brabant 0
5
10
15
20
25
30
35 %
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, bewerking B&A
De handel binnen de healthsector heeft vooral in West- en Midden-Brabant een duidelijke vlucht genomen. In West-Brabant is met name de groothandel verantwoordelijk voor de toename. Deze regio heeft de afgelopen jaren haar positie op dit terrein sterk kunnen verbeteren. In Midden-Brabant was er sprake van meer dan 30% groei en daarmee noteerde de regio de sterkste groei binnen het kamergebied. De groei werd vooral in het business to consumer segment gerealiseerd. Ook in de andere deelregio’s werd een toename geregistreerd. In Noordoost-Brabant betrof het een mix van groot- en detailhandel, in Zuidoost-Brabant verloor de groothandel in de afgelopen jaren terrein en kwam de groei volledig op het conto van de detailhandel. Figuur 17. Ontwikkeling wellness naar regio in de periode 2000-2008 in % Nederland Noord-Brabant West-Brabant Kamergebied Brabant Zuidoost-Brabant Noordoost-Brabant Midden-Brabant 0
20
40
60
80
100
% 120
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, bewerking B&A
Vooral in Midden-Brabant heeft de wellness sector (sauna’s fitnesscentra, schoonheidsverzorging, etc.) een flinke groeispurt laten zien. De deelsector verdubbelde in omvang in een tijdsbestek van acht jaar. Ook in de andere regio’s heeft de wellness zich een ware groeisector getoond. In heel Brabant ligt de groei boven de landelijke ontwikkeling en eerder bleek al dat de deelsector was oververtegenwoordigd. Sauna’s en fitnesscentra schoten de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond.
29
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Figuur 18. Ontwikkeling kennis (diensten en instituten) naar regio in de periode 2000-2008 in % Nederland Noord-Brabant West-Brabant Kamergebied Brabant Zuidoost-Brabant Noordoost-Brabant Midden-Brabant -20
-10
0
10
20
30
40
50
60
70 %
80
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, bewerking B&A
Procentueel hebben de kennisdiensten en -instituten de sterkste groei doorgemaakt in West-Brabant. Binnen het kamergebied noteerden Zuidoost-Brabant en MiddenBrabant een sterke groei. Veel kennisontwikkeling in Brabant vindt overigens in company plaats, vooral bij de grotere productiebedrijven (vooral in Noord- en ZuidoostBrabant is dit het geval). Deze afdelingen blijven hier buiten beeld. In het hele kamergebied gaat het om ruim 400 banen (verspreid over 93 bedrijven en instituten), waarvan de helft in Noordoost-Brabant is gesitueerd. Opmerkelijk is de landelijk krimp van de kennisfactor. Figuur 19. Ontwikkeling overige diensten naar regio in de periode 2000-2008 in % Nederland Noord-Brabant West-Brabant Kamergebied Brabant Zuidoost-Brabant Noordoost-Brabant Midden-Brabant -80
-60
-40
-20
0
20
40
%
60
Bron: Vestigingenregister Noord-Brabant, bewerking B&A
De categorie overige diensten bestaat uit diverse facilitaire diensten en diensten gericht op preventie. In Midden-Brabant heeft deze categorie activiteiten een sterke afname laten zien. Waarschijnlijk heeft dit te maken met een administratieve wijziging, dus hier kunnen verder geen conclusies aan worden verbonden. De op preventie gerichte diensten zijn er verantwoordelijk voor dat Zuidoost-Brabant een aanzienlijke groei heeft doorgemaakt. In Noordoost-Brabant was de groei minder onstuimig.
30
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
2.6
INNOVATIE IN DE HEALTHSECTOR
2.6.1
Innovatiegraad In totaal hebben in het kamergebied Brabant 121 bedrijven uit de healthsector de innovatievragen uit de ERBO 2007 ingevuld. De uitkomsten voor deze bedrijven zijn vergeleken met de uitkomsten voor het totale bedrijfsleven in de regio. De healthsector is een zeer innovatieve sector. Van de healthbedrijven heeft 83% in de periode 2004-2007 geïnnoveerd. Voor het totale bedrijfsleven ligt het aandeel innoverende bedrijven met 75% aanzienlijk lager. Bovendien wordt door de healthsector vaker op meerdere fronten geïnnoveerd. De healthsector in het kamergebied Brabant is aanmerkelijk innovatiever dan in West-Brabant. In de laatstgenoemde regio innoveerde 74% van de healthbedrijven (en 66% van het totale bedrijfsleven). Tabel 10. aandeel innoverende bedrijven in de healthsector en het totale bedrijfsleven in het kamergebied Brabant en de healthsector in West-Brabant in 2007 Kamergebied Brabant Type innovatie
Health
Totale
West-Brabant Health
bedrijfsleven Organisatorisch
32,2%
33,3%
31,8%
Bedienen nieuwe markten en
24,0%
21,4%
16,7%
22,3%
19,8%
18,2%
Ontwikkeling nieuwe producten en diensten
32,2%
24,8%
30,3%
Verbetering bestaande producten en diensten
21,5%
20,2%
16,7%
Verbetering productieproces
25,6%
19,9%
12,1%
83%
75%
74%
afzetgebieden Samenwerkingsverbanden met andere bedrijven
Aandeel innoverende bedrijven
Bron: ERBO Kamers van Koophandel Brabant en Zuidwest Nederland 2007, bewerking B&A
De healthsector pleegt relatief weinig organisatorische innovaties. Op dit front scoort de sector net iets lager dan het bedrijfsleven als geheel. Op de andere categorieën is de healthsector aanmerkelijk actiever dan haar counterparts in andere sectoren. Zo ontwikkelt de healthsector relatief veel nieuwe producten en diensten en vinden veel procesinnovaties en marktinnovaties plaats. Daarbij worden relatief vaak nieuwe samenwerkingsverbanden met andere bedrijven aangegaan.
2.6.2
Ondersteuning bij innovatie Van de healthbedrijven in het kamergebied zoekt 83% ondersteuning bij innovatie. Dit aandeel is precies even hoog als bij het totale bedrijfsleven. In vergelijking met het totale bedrijfsleven zet de healthsector bij innovatie weinig kanalen in. Gemiddeld benut een bedrijf uit de healthsector 2,1 kanalen, tegenover 2,4 voor de het bedrijfsleven als geheel.
31
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Hoewel het belangrijkste kanaal, maken de healthbedrijven bij het innoveren naar verhouding weinig gebruik van collega-bedrijven. Ook de Kamer van Koophandel is relatief weinig in beeld, evenals de brancheorganisaties, de overheden en de financiële instellingen. Uitgezonderd Syntens maken de healthbedrijven relatief weinig gebruik van regionale (semi)publieke ondersteuningsstructuren. Ze kloppen vaker aan bij Senter Novem en ook wordt vaker gebruik gemaakt van de diensten van professionele adviesbureaus. Opvallend is ook het relatief grote belang van het HBO en de universiteiten bij innovaties in de healthsector ten opzichte van andere sectoren. Tabel 11. ondersteuningskanalen bij innovatie in de healthsector en het totale bedrijfsleven in het kamergebied Brabant en de healthsector in West-Brabant in 2007 Kamergebied-Brabant
WestBrabant
Kanalen
Health
Totale bedrijfsleven
Health
Collega ondernemers
46,3%
57,5%
50,0%
Branche- of bedrijfsvereniging
33,9%
39,8%
33,3%
24,0%
34,7%
27,3%
Professionele adviesbureaus
17,4%
14,3%
18,2%
Kamer van Koophandel
Banken, accountants en andere financiële instellingen
11,6%
19,2%
16,7%
Senter Novem
9,1%
5,8%
9,1%
Syntens
8,3%
7,3%
9,1%
Universiteit / HBO
8,3%
5,6%
7,6%
Overheden
4,1%
5,6%
6,1%
ROC / MBO
0,8%
2,1%
3,0%
BOM of regionale ontwikkelingsmaatschappij
0,8%
0,7%
1,5%
Anders
5,8%
6,3%
3,0%
Bron: ERBO Kamers van Koophandel Brabant en Zuidwest Nederland 2007, bewerking B&A
In West-Brabant zoekt 85% van de healthbedrijven ondersteuning bij innovatie. Er wordt in deze regio relatief vaak gebruik gemaakt van ondersteuning door regionale partijen. De Kamer van Koophandel wordt hier vaker opgezocht en bedrijven kloppen ook vaker aan bij Syntens, de overheid, financiële instellingen en onderwijsinstellingen. West-Brabant heeft al een langere traditie in een regionale aanpak van innovatiebevordering onder MKB bedrijven en dat kan een verklaring zijn voor de hogere cijfers.
2.6.3
Belemmeringen bij innovatie Van de bedrijven in de healthsector ervaart 85% belemmeringen bij innovatie, bij het totale bedrijfsleven in de regio is dat 83%. Overwegend kent de healthsector per bedrijf relatief weinig belemmeringen. In het reguliere bedrijfsleven zijn de problemen vaker meerdimensionaal. Bij de healthsector zijn het vaker enkelvoudige problemen. Gebrek aan tijd en financiële middelen zijn wel belangrijke belemmeringen maar worden minder als probleem ervaren dan in veel andere sectoren. De noodzaak tot innoveren wordt meer dan gemiddeld gevoeld. De healthsector is zich meer dan gemiddeld bewust van het belang van innovatie.
32
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Tabel 12. Belemmeringen bij innovatie in de healthsector en het totale bedrijfsleven in het kamergebied Brabant en de healthsector in West-Brabant in 2007 Kamergebied Brabant
West-Brabant
Belemmeringen
Health
Totale bedrijfsleven
Health
Gebrek aan financiering
27,3%
30,4%
21,2%
Gebrek aan gekwalificeerd personeel
23,1%
27,0%
22,7%
Risico’s op de markt
21,5%
20,8%
13,6%
Onvoldoende noodzaak
10,7%
15,0%
16,7%
Gebrek aan tijd
41,3%
44,6%
40,1%
0,8%
5,5%
1,5%
Benodigde technologie / kennis niet voor handen Noodzaak van bescherming eigen kennis Regelgeving overheid Overig
3,3%
3,8%
1,5%
28,1%
27,6%
16,7%
6,6%
3,8%
6,0%
Bron: ERBO Kamers van Koophandel Brabant en Zuidwest Nederland 2007, bewerking B&A
In West-Brabant ervaart 77% van de healthbedrijven belemmeringen bij innovatie. De waarden in de regio liggen op bijna alle fronten lager dan in het kamergebied Brabant. Uit de grafiek blijkt dat de belemmeringen voor de healthsector in het kamergebied Brabant vooral liggen op het vlak van gebrek aan financiering, aan tijd, de risico´s op de markt en de regelgeving van de overheid. Waarbij vooral risico´s op de markt en regelgeving van de overheid in de vergelijking met West-Brabant opvallend hoger scoren. Als het gaat om het ervaren van noodzaak tot innoveren, dan scoort de healthsector in het kamergebied onder het gemiddelde voor andere bedrijfssectoren, waar West-Brabant daarboven scoort.
2.7
DE HEALTHSECTOR IN TIJDEN VAN CRISIS De huidige economische crisis gaat niet onopgemerkt aan de healthsector voorbij. De sector als geheel is echter naar verhouding weinig conjunctuurgevoelig, zo blijkt uit het verleden en ook nu lijkt die stelling op te gaan. Met name de core (cure en care) ondervindt doorgaans maar beperkte hinder van de laagconjunctuur. De healthsector is minder afhankelijk van de financiering door banken. Mensen blijven verzorging nodig hebben en bijna iedereen heeft een zorgverzekering. In sommige opzichten spint de sector er zelfs garen bij. Zo wordt het weer aanzienlijk eenvoudiger om aan voldoende gekwalificeerd personeel te komen. De arbeidsmarkt biedt ruimte en meer mensen kiezen in deze onzekere tijden voor stabiliteit. De economische tegenwind is echter wel degelijk merkbaar. Zorgverzekeraars kopen scherper in bij zorgaanbieders, pensioenfondsen verhogen de premies met als gevolg een lastenverzwaring voor werkgevers, rentelasten nemen toe en door een gebrek aan vertrouwen bij financiële instellingen krijgen steeds meer instellingen in de cure en care hun kapitaalinvesteringen moeilijker gefinancierd, of het nu gaat om grootschalige investeringen in nieuwe technologieën,
33
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
vervanging van apparatuur of de ontwikkeling van vastgoed. Er worden door banken hogere eisen gesteld aan het eigen vermogen van instellingen met als gevolg dat investeringsplannen niet doorgaan en instellingen bezuinigen om hun vermogenspositie op korte termijn te verbeteren. Deze ontwikkeling zet mogelijk een rem op de groei in de cure en care. Cure en care activiteiten die niet vanuit de AWBZ worden gefinancierd en die zich richten op luxe, zoals onderdelen van de cosmetische branche krijgen op den duur last van de crisis. Ingrepen worden uitgesteld of er wordt voor goedkopere opties gekozen. Klinieken lopen daardoor inkomsten mis. Wanneer investeringen worden uitgesteld, blijven ook de gevolgen voor toeleverende bedrijven niet uit. Zeker de medische technologie bedrijven worden hierdoor geraakt evenals de op de sector gespecialiseerde bedrijven in de bouwsector en de commerciële dienstverlening (zoals ICT bedrijven). Orders worden uitgesteld of geschrapt en portefeuilles slinken. Dit zijn de ontwikkelingen op de binnenlandse markt. Op de internationale markt is het beeld niet veel anders. Bedrijven die voor hun omzet afhankelijk zijn van de internatonale markt hebben het momenteel lastig. De wereldhandel krimpt flink en het vertrouwen is zoek. Overigens is de terugval voor de toeleveranciers aan de healthsector naar verwachting aanzienlijk minder groot dan in veel andere sectoren. Specifieke onderdelen van de healthsector lijken vooralsnog relatief ongeschonden te blijven. Dit zijn vooral de business-to-consumer activiteiten. De consumptieve bestedingen blijven vooralsnog redelijk op peil en van een koopkrachtdaling is nog niet echt sprake. De detailhandel en de wellness blijven daardoor naar verhouding buiten schot.
2.8
CONCLUSIES In vergelijking met Nederland is de healthsector in het kamergebied Brabant licht ondervertegenwoordigd, zowel in termen van werkgelegenheid en toegevoegde waarde als het investeringsvolume. Qua ontwikkeling scoort de healthsector positief als het gaat om de werkgelegenheid en de investeringen, wat betreft de ontwikkeling van de toegevoegde waarde blijft de sector in het kamergebied achter. De arbeidsproductiviteit ligt weliswaar hoger dan in Nederland, maar de ontwikkeling is minder gunstig. Vergeleken met de economie als geheel ligt de arbeidsproductiviteit in de sector beduidend lager. Bovendien blijft ook de ontwikkeling achter bij andere sectoren. In de komende jaren zal het roer hier om moeten gelet op de grote vraag naar zorg en het beperkte arbeidsaanbod. Innovatie zal vooral ook moeten worden gericht op het verbeteren van de arbeidsproductiviteit en daarnaast is bij- en omscholing van essentieel belang om de toegevoegde waarde per werkzaam persoon te vergroten. Binnen het kamergebied legt Zuidoost-Brabant in absolute zin het meeste gewicht in de schaal als het gaat om toegevoegde waarde en werkgelegenheid en ook de arbeidsproductiviteit is er beduidend hoger dan in de andere deelregio’s. NoordoostBrabant bezet de tweede plaats.
34
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Midden-Brabant is op alle fronten de kleinste regio. Wanneer echter gekeken wordt naar het relatieve belang van de sector voor de regio, dan voert Midden-Brabant de lijsten aan. De afhankelijkheid van de healthsector is hier het grootst, in ZuidoostBrabant het kleinst. Wat betreft de ontwikkeling gooit vooral Noordoost-Brabant hoge ogen. De sector heeft in deze regio haar toegevoegde waarde sterker dan gemiddeld zien toenemen en ook de ontwikkeling van de investeringsomvang was bovengemiddeld. In Zuidoost-Brabant bleef de groei van de sector op bijna alle fronten wat achter. Wat betreft investeringen en productiviteit is deze regio hekkensluiter en ook de toegevoegde waarde ontwikkeling blijft achter. De voorgaande analyse heeft de volgende verbanden inzichtelijk gemaakt tussen werkgelegenheid, toegevoegde waarde, investeringen en productiviteit: Er is een positief verband tussen investeren en productiviteitsgroei: regio’s die veel investeren in vaste activa kennen overwegend een hogere productiviteitsgroei. Er bestaat een positief verband tussen de investeringsontwikkeling en de ontwikkeling van de toegevoegde waarde: regio’s die veel investeren kennen een overwegend hogere groei van de toegevoegde waarde. Er bestaat een negatief verband tussen de werkgelegenheidsontwikkeling en de productiviteitsontwikkeling: regio’s met een hoge werkgelegenheidsgroei kennen overwegend een lage productiviteitsgroei. Het zijn vooral de regio’s met een grote investeringsgeneigdheid en een gerealiseerde productiviteitsgroei die de sterkste groei van de toegevoegde waarde weten te realiseren. (groei door slimmer te werken in plaats van mensen aan te nemen). Er bestaat een negatief verband tussen de werkgelegenheidsgroei en investeringsgroei: regio’s die veel in mensen investeren, investeren minder in vaste activa. Het karakter van de healthsector verschilt duidelijk per regio. In het kamergebied is het gewicht van de bedrijvigheid relatief groot, elk van deelregio met een eigen uitgesproken profiel. In Midden-Brabant overheersen de financiers in de vorm van verzekeraars, in Noordoost-Brabant domineert de farmaceutische industrie het beeld. Zuidoost-Brabant is voor Nederlandse begrippen sterk in medische technologie en preventie. Het buiten het kamergebied gelegen West-Brabant heeft met name een sterke handelspoot, vooral de sterke positie van de groothandel is opvallend. Wellness doet het in alle Brabantse regio’s goed. De healthsector is een innovatieve sector, gelet op het aandeel innoverende bedrijven. De innovatiegraad is beduidend hoger dan voor het bedrijfsleven als geheel. Binnen Noord-Brabant zijn de healthbedrijven in het kamergebied aanmerkelijk innovatiever dan hun West-Brabantse counterparts. Healthbedrijven schakelen bij innovatie relatief veel niet-regiospecifieke partijen in zoals onafhankelijke adviesbureaus, universiteiten en Senter Novem. Van de beschikbare regionale ondersteuningsstructuur wordt minder gebruik gemaakt dan door andere sectoren. In het kamergebied Brabant ligt dit aandeel nog weer lager dan in West-Brabant.
35
3
ONDERSTEUNING HEALTHSECTOR IN HET KAMERGEBIED BRABANT Hoofdstuk 3 staat in het teken van de analyse van de ondersteuningsstructuur, die in het kamergebied Brabant rondom de healthsector bestaat. Zo zijn er landelijke regelingen en programma’s waar de healthsector in de regio gebruik van kan maken (paragraaf 3.1). Daarnaast zijn er specifiek (sub)regionale ondersteuningsstructuren, regelingen en programma’s (paragraaf 3.2). Vervolgens is in paragraaf 3.3 aangegeven welke concrete projecten er lopen in het kamergebied Brabant, waar mogelijk uitgesplitst naar subregio. Om de healthsector in Brabant een gezicht te geven, zijn de actoren in de healthsector, die in allerlei programma’s en projecten meedraaien, in beeld gebracht. Dit zou wellicht de innovatieve voorhoede van de healthsector in Brabant genoemd mogen worden. Paragraaf 3.4 bevat een analyse van de ondersteuningsstructuur, waarbij eventuele witte vlekken in beeld worden gebracht. Paragraaf 3.5 geeft zicht in het regionaal aanbod aan onderwijs als belangrijke leverancier van talent.
3.1
LANDELIJKE REGELINGEN EN PROGRAMMA’S Onderstaand overzicht is gebaseerd op de regelingen en programma’s zoals die door de relevante partijen als de ministeries (VWS en EZ), brancheorganisaties en ondersteuningsstructuren genoemd en gepromoot worden. Actoren in de healthsector
Landelijke regelingen
Landelijke programma’s
Core: zorginstellingen in Cure en Care
•
Fonds Economische Structuurversterking
• •
Zorginnovatieplatform De Nieuwe Praktijk
• •
ZonMw subsidiekalender Nza beleidsregel
•
(huisartsen) Zorg voor Beter (AWBZ)
“Innovatie ten behoeve van nieuwe
•
zorgproducten”
4
Toeleveranciers: bedrijven
• •
Innovatievoucher MKB WBSO
Onderwijs en kennisinstellingen
•
RAAK-regelingen
4
VWSInnovatieprogramma Dromen, Denken, Doen (aangekondigd)
•
Programma Life Sciences en Gezondheid
Deze programma’s zijn genoemd in de brief aan de Tweede Kamer van de minister en de staatssecretaris van VWS van 7 februari 2008 met het onderwerp Innovatie in preventie en zorg. Inmiddels zijn meerdere programma’s genoemd in deze brief beëindigd.
36
B&A CONSULTING BV
3.1.1
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
De landelijke regelingen Fonds Economische Structuurversterking Het Fonds Economische Structuurversterking financiert meerdere innovaties in de zorg, waaronder: Topinstituut Pharma o Gevestigd in Leiden en is een samenwerking tussen onderzoekers uit de industrie en universiteiten. Maatschappelijke Sectoren en ICT o Dit programma maakt onderdeel uit van ICTU5. In de zorg, het onderwijs en andere maatschappelijke sectoren komen succesvolle ICT-toepassingen vaak niet van de grond. Het actieprogramma Maatschappelijke Sectoren en ICT wil maatschappelijke vraagstukken in deze sectoren aanpakken. Centre for Translational Molecular Medicine o Is gevestigd op de High Tech Campus Eindhoven en is een publiekprivate samenwerking tussen universiteiten, academische medische centra, medische technologie bedrijven en chemische en farmaceutische bedrijven. Het initiatief is genomen door Philips, Organon, DSM en FEI, alle Nederlandse Universitaire Medische Centra, de Technische Universiteit Eindhoven, TNO en het Nederlands Kankerinstituut. Parelsnoer o Het Parelsnoer Initiatief realiseert een samenwerking tussen de acht universitair medische centra. Het Parelsnoer Initiatief, opgericht in 2007 door de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), verzamelt op interuniversitair niveau klinische data en biomaterialen. Door het bundelen van deze gegevens en materialen kan de wetenschap zich ontwikkelen, wordt de patiënt beter behandeld en kan nieuwe productontwikkeling plaatsvinden. Dit laatste versterkt de economische positie van de farmaceutische en biotechnologische industrie in Nederland. Biomedical Materials (BMM) o Is een publiek private samenwerking tussen universiteiten, universitaire medische centra, bedrijven en patiëntenorganisaties die zich richt op de ontwikkeling van nieuwe biomedische materialen en hun toepassingen. Dit vanuit de gedachte dat biomedische materialen een belangrijke rol spelen in het bereiken van doorbraken in het repareren en regenereren van menselijk weefsel (en in de toekomst ook organen). Belangrijke deelnemers zijn DSM, Philips Research, Organon, Medtronic, Fuji Photo Film Life Sciences, alle universitaire medische centra en de universiteiten van Maastricht, Eindhoven, Twente, Groningen, Nijmegen en Utrecht, TNO, een groep van kleine en middelgrote bedrijven als Pharming, Purac, Fortimedix, Pharmacell, Innocore, Orteq en de patiëntenorganisaties De Nierstichting en de Nederlandse Hartstichting.
5
De stichting ICTU werd op 11 april 2001 opgericht door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. ICTU is een instelling van en voor overheden.
37
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Netherlands Genomics Initiative te Den Haag o Het Netherlands Genomics Initiative (NGI) richt zich op het creëren van maatschappelijke en economische waarde uit genomics door focus en massa aan te brengen in het onderzoek en dit duurzaam te verankeren in centra van mondiale topkwaliteit. Onder de meer dan 150 industriële partners van NGI Genomics Centres bevinden zich multinationals als DSM, Philips, Unilever, Schering Plough (Organon), Nestlé en Heineken, maar ook start ups en MKBbedrijven als Pepscan Presto, DNage, Agrico Research, Galapagos en Syngenta. ZonMw ZonMw werkt aan de verbetering van preventie, zorg en gezondheid door het stimuleren en financieren van onderzoek, ontwikkeling en implementatie. Het werkgebied ligt op het snijvlak van gezondheidsonderzoek, beleid en zorginnovatie. Regelmatig stellen de ZonMw-programma’s subsidierondes open. Daarbinnen kunnen onderzoekers (van fundamenteel tot toegepast) en zorgverleners subsidie aanvragen voor onderzoek en innovatieprojecten. De aanvragen moeten passen binnen de doelstelling van het programma en kwaliteitscriteria. De selectie van de voorstellen gebeurt door deskundige commissies die zich op hun beurt laten adviseren door onafhankelijke experts. Nza beleidsregel “Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgproducten” Deze beleidsregel maakt de financiering van innovatie ten behoeve van nieuwe zorgproducten mogelijk. De beleidsregel is van toepassing op zowel de verzekerde zorg in de Zorgverzekeringswet als de AWBZ. Het doel van deze beleidsregel is om door innovatie een betere prijs/kwaliteitsverhouding in de zorglevering rondom de patiënt te realiseren. Dit al dan niet in samenhang met het toepassen van nieuwe instrumenten zoals behandeltechnieken en –protocollen en het efficiënter maken van de infrastructuur en organisatie van het zorgproces (inclusief organisatie/personeel, administratie, logistiek, ICT). De regeling is alleen van toepassing op kortdurende kleinschalige experimenten, wat onder andere inhoudt een looptijd van maximaal drie jaren en controleerbare en verifieerbare resultaten in een testomgeving. Het experiment dient te worden aangemeld door de ziektekostenverzekeraar en de zorgaanbieder bij de Nza. WBSO De WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) is een fiscale stimuleringsregeling waarmee de Nederlandse overheid een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk compenseert. De WBSO helpt ondernemers bij de financiering van hun projecten op dit terrein. De WBSO kent drie faciliteiten, te weten: Een tegemoetkoming in de loonkosten die gemoeid zijn met S&O in de vorm van een vermindering van de af te dragen loonheffing. Een aftrek van S&O kosten voor zelfstandige ondernemers. Een extra tegemoetkoming voor startende ondernemers of ondernemingen.
38
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
De WSBO kent vier verschillende soorten projecten: Ontwikkeling van producten, processen of programmatuur; Technisch wetenschappelijk onderzoek; Analyse technische haalbaarheid; Technisch onderzoek. RAAK-regelingen RAAK staat voor Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie en is een regeling vanuit het Ministerie van OCenW. De initiële doelstelling van deze regeling is om de kennisuitwisseling tussen hogescholen, BVE-instellingen en het MKB in regionale innovatieprogramma's te verbeteren. Daarbij gaat het vooral om het versterken van de kennisbrugfunctie die deze instellingen kunnen hebben in de relatie tussen MKBbedrijven en het totaal van de kennisinfrastructuur. Er zijn meerdere typen RAAKregelingen: de RAAK-PRO regeling en de RAAK-MKB regeling Het doel van de RAAK-PRO regeling is verdieping van de onderzoekspraktijk van hogescholen. Centraal bij RAAK-PRO staat de verbinding met andere kennisinstellingen. Daarnaast dient de relatie met de praktijk (privaat en/of publiek) en de link met het onderwijs te zijn geborgd. De maximale subsidiebijdrage bedraagt € 700.000. De projectaanvragen moeten worden ingediend door een consortium, bestaande uit een hogeschool als penvoerder, een of meerdere externe kennisinstellingen en relevante werkveldpartijen. Het doel van de RAAK-MKB regeling is het stimuleren van innovaties in het MKB. Dit kan variëren van innovatie in dienstverlening of logistiek tot innovatie in de techniek en industrie. Doel is dat kennis circuleert tussen de hogeschool en de ondernemers en dat ‘best practices’ gedeeld worden. Innovatievoucher Ondernemers die willen innoveren kunnen hun voordeel doen met wetenschappelijke kennis om hun vragen te beantwoorden. Een innovatievoucher is een virtuele tegoedbon, die een MKB-ondernemer kan inruilen tegen kennis. Met een innovatievoucher kan een ondernemer een onderzoeksvraag voorleggen bij een kennisinstelling. Zo kan de kennis die daar aanwezig is worden toegesneden op situatie van de ondernemer. De onderzoeksuitkomsten kan de ondernemer gebruiken voor de vernieuwing van een product of proces. Daarnaast kan een innovatievoucher worden ingezet om de kosten van een octrooiaanvraag te betalen.
3.1.2
De landelijke programma’s Zorginnovatieplatform (ZIP) Op 23 april 2008 hebben minister Klink en staatssecretaris Bussemaker het Zorginnovatieplatform gelanceerd. Dit platform is gelieerd aan het Innovatieplatform van minister-president Balkenende en bestaat uit vertegenwoordigers van de zorgsector, het bedrijfsleven en de wetenschap. Het doel van het ZIP is om innovatie in de zorg te agenderen en te stimuleren. Daarnaast wil het zorg dragen voor het creëren van goede randvoorwaarden voor het invoeren van innovaties in de zorg.
39
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Onder de vlag van het ZIP is de maatschappelijke Innovatie Agenda Gezondheid opgesteld. Deze agenda richt zich op interdepartementale samenwerking op het gebied van gezondheid en wil dan ook samenhang waarborgen en meerwaarde realiseren. Deze agenda bestaat uit vier programmalijnen: Intersectoraal experimentenbeleid; Meer ondernemerschap in de zorg; Kennis voor gezondheid; Aanpakken van verkeerde regels. Via het Zorginnovatieplatform kunnen geen projectaanvragen worden ingediend. De nieuwe praktijk De nieuwe praktijk is een initiatief waarin huisartsen elkaar en andere eerstelijnszorgverleners stimuleren tot vernieuwingen. Het is een platform waarop huisartsen goede voorbeelden kunnen uitwisselen. De doelen van De nieuwe praktijk zijn: betere zorg en service voor patiënten, meer samenwerking tussen zorgverleners en de organisatiekracht van huisartsen in de lokale eerstelijnszorg verbeteren. Het programma is voornamelijk een database in de vorm van een website waar huisartsen hun vernieuwingsinitiatieven op kunnen zetten. Zorg voor Beter Het programma Zorg voor Beter richt zich op een betere thuiszorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en langdurende geestelijke gezondheidszorg. Zorg voor Beter stimuleert organisaties in de langdurende zorg om te werken aan kwaliteitsverbetering en duurzaamheid van de zorg. Dit om iedereen nu én in de toekomst goede zorg te kunnen garanderen. Zorg voor Beter biedt een methodische aanpak, goede voorbeelden en advies van experts. Leren van elkaar staat centraal. Thema’s die Zorg voor Beter aanpakt, zijn bijvoorbeeld, medicatieveiligheid, arbeidsbesparende innovaties, zorg voor mensen met dementie, valpreventie, gedragsproblemen en eten en drinken. Zorg voor Beter is een initiatief van het ministerie van VWS. ZonMw heeft de regie. Onder andere Vilans, het Trimbos-instituut en TNO-Kwaliteit van Leven voeren uit. Meer dan 700 zorgorganisaties doen mee. Zorgorganisaties kunnen een aanvraag indien voor verbeter- en leertrajecten. VWS-Innovatieprogramma Dromen, Denken, Doen (aangekondigd) Het ministerie van VWS heeft aangekondigd met een innovatieprogramma gericht op de zorg te komen. Met dit programma wil het ministerie komen met een integrale benadering om de faciliterende rol van de overheid in te vullen. Vanuit de curatieve zorg is deze ontwikkeld en wordt op dit moment verbreed naar de langdurige zorg en preventie. Het programma is opgesteld vanuit het idee dat innovatie in de zorg uit drie stappen bestaat. De eerste stap is het nieuwe idee. Door na te denken over een betere diagnose of over een vergroting van de doelmatigheid ontstaan nieuwe ideeën en dromen. Deze droom moet doordacht worden en verder aangepast en aangescherpt worden (stap 2). De derde stap is vervolgens die van de feitelijk invoering. Deze invoering dient breed te gebeuren, zodat alle cliënten kunnen profiteren.
40
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Programma Life Sciences en Health (Life Sciences en Gezondheid) In het programma Life Sciences en Health werken het Topinstute Pharma, het Centre for Translational Molecular Medicine, het Programma BioMedical Materials en het Netherlands Genomics Institute, bedrijven en kennisinstellingen samen. Het programma kent drie actielijnen: LSG Innovatiekrediet. Er is een innovatiekrediet voor het MKB in de vorm van risicodragende leningen. Deze zijn bestemd voor projecten waarbij technologie naar ‘first proof in patients’ wordt omgezet. De looptijd is 5 jaar. Het innovatiekrediet dekt 35% van de projectkosten. De overige kosten moeten vanuit de markt worden opgebracht. Het totale budget is € 25 miljoen per jaar. LSG Samenwerkingsprojecten. De internationale samenwerking wordt ondersteund in de vorm van Eurotransbio en investeringen in apparatuur via het fonds Mibiton. Daarnaast is er per jaar € 5 miljoen beschikbaar voor nationale samenwerkingsprojecten met het MKB en de financiering van gemeenschappelijke apparatuur en faciliteiten. LSG Human Capital. Er is € 2,5 miljoen beschikbaar voor bijvoorbeeld een betere toegang tot en beschikbaarheid van klinische onderzoeksfaciliteiten om zo van Nederland (ZON) een Life Sciences hotspot te maken.
3.2
REGIONALE ONDERSTEUNINGSTRUCTUREN EN PROGRAMMA’S Op regionaal niveau kunnen bedrijven en instellingen gebruik maken van diverse programma’s en is een brede ondersteuningsstructuur beschikbaar om bedrijven en instellingen bij activiteiten en projecten te faciliteren. Bedrijven, kennisinstellingen of andere organisaties kunnen subsidie aanvragen voor regionale samenwerkingsprojecten of -initiatieven, die zich in de start- of experimentele fase bevinden en een regionale spin-off tot doel hebben. Binnen het kamergebied Brabant en gebiedsoverstijgend bestaan veel ondersteuningsstructuren en programma’s die de healthsector (of onderdelen daarvan) in staat stellen zich te ontwikkelen. Er zijn de nodige programma’s en projecten waarin partners binnen en buiten de regio (samen)werken aan een versterking van de concurrentiekracht. De regio beschikt ook over de nodige assets om de healthsector in de volle breedte een betere positie te geven. Denk aan specifieke kennisvelden, de aanwezigheid van talent en specifiek op de sector geënte instrumenten. Deze structuren en andere randvoorwaarden hebben er in de afgelopen jaren voor gezorgd dat de sector goed kon gedijen. Hieronder worden deze randvoorwaarden verder uitgelicht.
3.2.1
Zuidoost-Nederland Pieken in de Delta Pieken in de Delta Zuidoost-Nederland 2006-2010 is een programma met als missie om van Zuidoost-Nederland een Europese topregio te maken, die zich onderscheidt op het punt van technologie en kennis, en de toepassing daarvan in producten en diensten. Het programma wordt gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken.
41
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Binnen het programma is gekozen voor drie scherp afgebakende thema’s, de zogenaamde kennisassen: High tech systemen & materialen; Food & nutrition; Medische technologie & life sciences. Belangrijkste opgave is om de waardeketen op deze drie thema’s te sluiten door niet alleen in te zetten op kennis, maar vooral ook op kunde en kassa. Op het gebied van life sciences & medische technologie zijn in de periode 2006 t/m de voorjaarstender van 2008 5 projecten gehonoreerd (Open Innovatielab Personalised Medical Products (Medical Field Lab) Biosensing, High MedSim Centre, Creative Conversion Factory 2, Cardiovaculaire Campus). De totale projectomvang is bijna 12 miljoen euro waarvan door rijk en regio gezamenlijk 5,6 miljoen euro wordt gesubsidieerd. In de najaarstender 2009 zijn nog eens drie projecten binnen deze piek ingediend. Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland bevatten geen directe health-thema’s, maar er liggen wel kansen ten aanzien van de realisatie van een farma-logistiek cluster bij Breda. Het Operationeel programma Zuid-Nederland Het Operationeel Programma Zuid-Nederland (OP-Zuid) is een gezamenlijk subsidieprogramma van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland, samen met de steden Breda, Tilburg, 's-Hertogenbosch, Eindhoven, Helmond, Venlo, SittardGeleen, Heerlen en Maastricht voor activiteiten die medegefinancierd worden uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). De kerndoelstelling van het OPZuid programma is het versterken van Zuid-Nederland als toptechnologische regio. Bevordering van innovatie en ondernemerschap staan in het OP-Zuid programma voorop. Dit wordt onder meer gerealiseerd door het stimuleren van onderzoek & ontwikkeling (met name in de private sector) en het ondersteunen van het traject kennis-kunde-kassa. Daarnaast is er in het programma veel aandacht voor de ontwikkeling van een aantrekkelijk woon-, werk- en leefomgeving. In totaal is vanuit het OP Zuid € 186 miljoen beschikbaar voor projecten. Het aantal projecten dat vanuit de healthsector met succes is ingediend is tot op heden beperkt.
3.2.2
Noord-Brabant De provincie Noord-Brabant Slimme Zorg Om de zorg in Brabant ook in de toekomst goed, toegankelijk en menselijk te houden, zijn slimme oplossingen nodig. De provincie Noord-Brabant ziet ICT in de zorg bij mensen thuis als een van de kansrijke oplossingen. Hierdoor kunnen met name ouderen en chronisch zieken langer thuis blijven wonen en kunnen ze mee blijven doen aan de samenleving. Brabant heeft veel kennis op dit gebied en er zijn diverse succesvolle experimenten. In 2008 is de provincie gestart met het project Slimme Zorg. Hierin brengt de provincie partijen bij elkaar en stimuleert zij uitwisseling van kennis en ervaring om de toepassing van ICT in de zorg in huis te versnellen en te verbreden. Dat doet de provincie door een netwerk tot stand te brengen van samenwerkende Brabantse partners uit het bedrijfsleven, overheid, zorginstellingen en kennisinstituten.
42
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Het netwerk draait om elf zogenaamde investeringsprojecten, die in de periode 20092011 verspreid over Brabant plaatsvinden. Hiervoor stelt de provincie financiële steun beschikbaar via de subsidieregeling Slimme Zorg. Ze bouwt in deze projecten voort op al bestaande succesvolle ICT-toepassingen in de zorg. Ouderen, chronisch zieken en hun naaste omgeving staan in deze projecten centraal. Samen met vertegenwoordigers van deze groepen ontwikkelt en ondersteunt de provincie ook activiteiten die Brabanders bewust maken van de veranderingen in de zorg voor ouderen en de kansen die ICT-toepassingen hen daarin kunnen bieden. REAP’s De provincie stelt ruim € 1,5 miljoen beschikbaar via de vier regionale economische actieprogramma’s (REAP’s) in Brabant. Binnen Noord-Brabant worden vier regio’s onderscheiden met elk een eigen REAP en bijbehorende projectorganisatie. De REAP’s worden gefinancierd door de provincie Noord-Brabant, Kamers van Koophandel en gemeenten uit de regio. De REAP gelden zijn niet enkel bestemd voor projecten in de Healthsector, maar ook voor andere sectoren. REAP
Budget en activiteiten
REAP Noordoost-Brabant
Provinciale bijdrage € 330.000,- voor (clusters van) projecten op het gebied van voeding, logistiek, zorg/farma, toerisme en
REAP Zuidoost-Brabant
Provinciale bijdrage € 450.000 voor (clusters van) projecten ten
machinebouw. behoeve van versterking kenniseconomie, samenhangend/regionaal bedrijventerreinenbeleid, versterking arbeidsmarkt, verbetering ruimtelijk-economische structuur en toerisme en recreatie. REAP Midden-Brabant
Provinciale bijdrage € 383.350,- voor (clusters van) projecten op het gebied van vrije tijd, recreatie en toerisme, logistics, kennis, innovatie en ondernemerschap, vestigingsklimaat.
REAP West-Brabant
Provinciale bijdrage € 360.000,- voor (clusters van) projecten op het gebied van innovatie en ondernemerschap, aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en ruimte voor ondernemen.
Programma Dynamisch Brabant In het economische programma ‘Dynamisch Brabant’ richt de provincie Noord-Brabant zich onder andere op een schone, slimme en concurrerende economie. Het innovatievermogen van het MKB in diverse sectoren krijgt daarbij volop aandacht. Een van die sectoren is de healthsector. Zo worden er kansrijke innovatieve projecten op het gebied van life sciences en medische technologie via de subsidieregelingen Pieken in de Delta en OP-Zuid gecofinancierd. Daarnaast heeft de provincie een subsidieregeling opgezet voor projecten die het hoofd bieden aan een vergrijzende bevolking: Innovatieve Acties Brabant 3. Dit programma is recent afgerond. Op dit moment wordt onderzocht of er een Innovatieve Acties Brabant 4 komt.
43
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Innovation 4 Welfare In het Interreg IVC project Innovation 4 Welfare, waarin de provincie Noord-Brabant als partner participeert, gaan zes Europese regio’s hun goede ervaringen uitwisselen, nieuwe innovatieve projecten samen ontwikkelen en het regionale beleid proberen te beïnvloeden met behulp van innovaties in de gezondheidsindustrie. Zodoende draagt het project bij aan het realiseren van twee belangrijke EU-doelstellingen: Het vergroten van het concurrentievermogen door innovatie en de transitie naar een kenniseconomie die kansen biedt voor het MKB. Het stimuleren van het vinden van oplossingen voor gezondheidsvraagstukken, komend vanuit de veranderende en vergrijzende maatschappij. Met behulp van innovatieve technologieën en concepten zal er gewerkt worden aan het thema gezondheid. Dit thema kan breed worden geïnterpreteerd. Het kan bijvoorbeeld gaan om het anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing of groeiende welvaartsziekten als obesitas, waarbij innovaties door het MKB met inzet van hun technologische ontwikkelkracht een uitkomst kunnen bieden. De oplossing kan liggen op het gebied van productontwikkeling of het aanbieden van nieuwe diensten. In het project kunnen vanaf september 2009 projectvoorstellen worden ingediend door coalities, waarvan partijen uit minimaal drie regio’s afkomstig moeten zijn. BOM Een belangrijk doel van de BOM is het samenbrengen van kenniscentra, industrie(gemeenten) en specialisten (MKB) in clusters (business to business). Daarnaast zet de BOM zich in voor het organiseren van samenwerkingsverbanden, het aantrekken van buitenlandse investeerders en het participeren in kansrijke initiatieven door bijvoorbeeld te helpen bij het vinden van financiering. De BOM richt zich op heel Brabant. Ten aanzien van de healthsector is er ook aandacht voor deelgebieden e/o deelsectoren (life sciences in Zuidoost-Brabant). De BOM is gevestigd in Tilburg. De aandeelhouders van de BOM zijn de provincie Noord-Brabant en het Ministerie van Economische Zaken. LifeTec ZONe Life Sciences Limburg, Human Health en Care Pro (initiatieven van respectievelijk LIOF, BOM en Syntens) werken samen in één vereniging waarin zij hun activiteiten bundelen en een bredere ondersteuning bieden aan het MKB in Zuidoost Nederland. Deze nieuwe vereniging heet LifeTec ZONe. Het is het MKB-netwerk voor life sciences en medische technologie met een vraaggerichte insteek. Projecten worden vanuit de markt/bedrijven ontwikkeld. LifetecZONe doet onder andere het volgende: Het organiseren van netwerkbijeenkomsten; Het identificeren van ontwikkelingen in Life Sciences; Bedrijven introduceren bij grote onderzoeksprogramma’s; Het onderhouden van de database De Atlas waarin gegevens zijn opgeslagen over bedrijven actief in de Life Sciences; Het initiëren van bovenregionale projecten; Het opzetten en coördineren van productontwikkelingsprojecten;
44
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Het genereren van nieuwe business voor de Lifetec sector; Het stimuleren en volgen van technostarters; Het presenteren van de regio Zuidoost Nederland op nationale en internationale bijeenkomsten. Syntens Belangrijke doelen van Syntens zijn het ondersteunen van het MKB met adviezen over de innovatie van bedrijfsprocessen en het uitwisselen van ideeën en ervaringen met andere ondernemers. Daarnaast maakt Syntens zich sterk voor het toegankelijk maken van kennis van universiteiten en hogescholen voor ondernemers en het organiseren van workshops met actuele onderwerpen voor ondernemers. Ook worden ondernemers ondersteund met financiële bijdragen. Syntens houdt binnen het kamergebied kantoor in Eindhoven. Syntens wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. Human Health Daarnaast heeft Syntens een programma Human Health dat zich richt op MKBbedrijven en (zorg)ondernemers die kunnen en willen innoveren. Daartoe heeft Syntens de sector onderverdeeld in drie deelsectoren: Life sciences: focus op ondernemers actief in diagnose, therapie zoals geneesmiddelen en biomaterialen en preventie zoals zelftests en screening. Medische technologie: focus op bedrijven actief in de medische apparatuur, orthopedische producten, tandheelkundige producten, audiologische producten, revalidatie, disposables, ICT-bedrijven en ontwerpbureaus. Zorg: focus op private klinieken, re-integratie en arbodiensten, thuiszorg en zorgdienstverleners (exclusief 1e lijn, specialisten en zorgcentra). Vervolgens zijn voor elk van de sectoren speerpunten benoemd langs de lijnen (1) vermarkten van kennis, (2) ondernemerschap, (3) E-health en (4) gezondheid. In Brabant worden de volgende clusters van Life sciences onderscheiden: Breda, Tilburg, ’s-Hertogenbosch en Eindhoven. De Toekomstbedrijven Syntens voert in samenwerking met de Kamers van Koophandel in Zuid-Nederland de campagne Toekomstbedrijven uit. Vanuit deze campagne worden MKB-bedrijven uit de middengroep gestimuleerd om meer te innoveren. Ook binnen de healthsector sector vallende en aan de sector gerelateerde bedrijven worden vanuit deze campagne benaderd.
3.2.3
Zuidoost-Brabant: Brainportregio Stichting Brainport is een samenwerkingsverband tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de regio Zuidoost-Brabant. Bestuursleden uit deze drie partijen vormen samen de 'Triple Helix'. Het doel van de stichting is de internationale concurrentiepositie van Brainport uit te bouwen als ‘hotspot’ op het gebied van innovatieve toptechnologie. De uitvoeringsorganisatie van de stichting is Brainport Development.
45
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
De Brainportregio werkt vanuit één gezamenlijke agenda: het strategische programma Navigator 2013, Lissabon voorbij! Brainport Development draagt als aanjager van innovatieve projecten en als ‘promotor van Brainport’ bij aan regionale economische structuurversterking. Brainport Development is gevestigd in Eindhoven en wordt gefinancierd door het SRE en de gemeenten Eindhoven en Helmond. Brainport Health Innovation Brainport Development is initiator van, en voert het management over het programma Brainport Health Innovation. Dit programma heeft als belangrijk doel het uitvoeren van het programma Zorg en Technologie. Door middel van het programma tracht Brainport ook projecten te stroomlijnen en onderling af te stemmen. Een onderdeel van het programma is om een kennis- en expertisecentrum op het gebied van Health Innovation op te zetten. Om innovatie op het gebied van de healthsector te bevorderen wordt jaarlijks de Health Innovation Award uitgereikt. Verder wordt innovatie in de healthsector gestimuleerd door ondersteuning te bieden bij het vermarkten van zorginnovaties. Het programma Brainport Health Innovation beschikt over een Raad van Advies. Deze bestaat uit 16 deelnemende partijen: ziekenhuizen, universiteit, HBO, ROC, patiëntenconsumenten, GGD, zorgverzekeraars, instellingen verpleging en verzorging, corporatie en bedrijven. Het programma wordt gefinancierd vanuit drie bronnen. Allereerst leveren de deelnemende partijen een bijdrage. Daarnaast wordt een deel gefinancierd vanuit subsidies en door Brainport zelf. Het programma is door de zorgsector, kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid ontwikkeld en richt zich op business to consumer projecten. Het is een meerjarig programma dat gericht is op de bevordering van innovatie op het snijvlak van zorg en technologie. De rode draad in dit programma is de steeds centralere rol die de cliënt inneemt binnen het zorgproces. Het programma is op te delen in drie categorieën zorgconsumenten: gezonde mensen, zieke mensen en chronisch zieke mensen. Daarnaast zijn er hierin de volgende zes deelgebieden te onderscheiden: E-dossiers, Telehealth, (nieuw) Leren, E-communicatie, Diagnostiek en Diversen. In het programma Brainport Health Innovation zijn 55 projecten opgenomen waarbij 105 partners betrokken zijn. Van de projecten kent 80% meer dan één partner. Binnen Brainport Health Innovation wordt samen met partners aan negen projecten/businesscases gewerkt, waaronder het Regionaal Schakelpunt, Ouderen langer thuis in Eindhoven en een Gezondheidsserviceportal. LifeTec Network LifeTec Network is opgericht door Philips, DSM, Schering-Plough, Medtronic, de TU/e en het AZM/UM uit Maastricht. De organisatie heeft als missie een excellent klimaat te creëren in termen van kennis, ondernemerschap, hulpbronnen en faciliteiten dat nodig is om Zuidoost-Nederland te laten uitgroeien tot de mondiale topregio op het gebied van ‘lifetec’ onderzoek, ontwikkeling en productie. Dit doet zij door bedrijvigheid en onderzoek in Zuidoost-Nederland te stimuleren. Vanuit LifeTec Network worden diverse projecten geïnitieerd.
46
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Er worden netwerkbijeenkomsten georganiseerd en een wordt een onderzoek uitgevoerd getiteld Lifetec Environment Strategic Analysis (LESA, zie hieronder), onderwijsprogramma’s worden gepromoot en startende ondernemingen worden ondersteund. LESA De samenwerkende partijen LIOF, Life Sciences Limburg, Brainport en de stichters van het LifeTec Network (AZM/UM, DSM, Medtronic, Schering Plough, Philips en TU/e) voeren een studie uit om de strategische richting te bepalen voor de regio Zuidoost Nederland om toonaangevend in de wereld te worden als gebied voor industrie, ontwikkeling en onderzoek op het terrein van ‘lifetec’. Lifetec omvat in dit geval de medische technologie, biomaterialen, farmaceutica en bioinformatica. Met de studie wordt het volgende resultaat beoogd: Een database van alle bedrijven, instellingen en faciliterende bedrijven in genoemde sectoren in de regio, met focus op competenties en hun plaats in de businessketen; de database wordt web-based met uitgebreide zoekfunctie en ondersteunt daarmee in de toekomst ook in belangrijke mate de processen van matchmaking en acquisitie. Een karakterisering van concurrerende clusters elders in de wereld en een vergelijking met Zuidoost-Nederland. Een samenvatting van trends waarmee rekening gehouden moet worden en die kansen bieden. Inzicht in lacunes in competenties en voorgestelde acties om die in te vullen. Inzicht in lacunes in bedrijfskolommen en voorgestelde acties om die in te vullen. Voorstellen voor beleid t.a.v. competenties (portfoliomanagement). Voorstellen voor beleid t.a.v. businessketens (portfoliomanagement). Voorstellen met betrekking tot promotie van de regio. Key succesfactoren en performance indicatoren. Actieplan om invulling te geven aan de key succesfactoren. Aanbevelingen t.a.v. het uitvoeren van het actieplan (organisatie, actoren en instrumentarium om voortgang te meten). Overige ondersteuning in de regio: SRE-stimuleringsfonds Het SRE-stimuleringsfonds stimuleert al sinds 1994 projecten en wordt gevuld met een vast inwonerbijdrage van de 21 gemeenten van Zuidoost-Brabant. De middelen van het fonds dienen als co-financiering voor Europese subsidiegelden. Daarnaast worden de middelen ook ingezet voor projecten die niet voor Europese subsidiegelden in aanmerking komen maar wel bijdragen aan de sociaal economische ontwikkeling van de regio. Tevens vindt er co-financiering plaats voor provincie- en Rijkssubsidies. Om in aanmerking te komen voor middelen uit dit fonds moeten minimaal twee partners financieel betrokken zijn bij het project. Daarnaast dient het project over een innovatief karakter te beschikken. Het project dient vervolgens ingedeeld te kunnen worden in één van de volgende sectoroverschrijdende aandachtsgebieden: Techniek en innovatie; ICT en multimedia; Arbeidsmarkt en scholing;
47
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Ondernemerschap; Recreatie en toerisme/identiteit en cultuur; Streekorganisatie; Kennistransfer; Concurrentiebevordering MKB en agrarische sector (Agribusiness); (Inter)nationale promotie van de regio.
De procedure om in aanmerking te komen voor middelen uit het stimuleringsfonds gaat volgens het tendersysteem. Holst Centre Het Holst Centre is een open innovatiecentrum gevestigd op de High Tech Campus in Eindhoven. Hier wordt pragmatisch onderzoek gedaan naar onderwerpen waarin bedrijven gezamenlijk geïnteresseerd zijn. Wanneer bedrijven willen participeren in programma’s dan brengen ze geld, onderzoekers, apparatuur en/of kennis in. Participerende bedrijven kunnen vervolgens in principe vrij gebruik maken van de resultaten van het programmaonderdeel waaraan ze deelnemen. Het Holst Centre heeft twee programmalijnen: Autonome draadloze microsystemen en Systemen op folie. Vooral de eerste lijn biedt kansen voor de healthsector. Verschillende technologieën worden geïntegreerd in autonome microsystemen en netwerken die data verzamelen, verwerken en doorgeven. Toepassingsgebieden zijn onder meer monitoring in de gezondheidszorg en kwaliteitsbewaking bij levensmiddelen.
3.2.4
Noordoost Brabant: 5-sterrenregio Het doel van de 5-sterrenregio is het ondersteunen van innovatieve projecten en het versterken van de netwerken. Daarbij wordt ook bewust ingezet op het bevorderen van de samenwerking tussen de vier O’s. De regio beschikt over de 5-sterrentaskforce. Deze taskforce bestaat uit onder andere uit een afvaardiging van de vier O’s. Deelnemers van de taskforce zijn wethouders van de gemeenten Den Bosch en Oss en het lokale bedrijfsleven. Daarnaast zijn de Hogeschool, het ROC en de Kamer van Koophandel vertegenwoordigd in de taskforce. Overzicht programma’s en projecten De 5-sterrenregio kent een aantal initiatieven op het snijvlak van Food, Health & Farma. Deze initiatieven zijn het Obesitas lifestyle Experience Centrum, het Food en Feed netwerk Noordoost Brabant en Voeding en Oncologie. Food, Health & Farma is voor de regio het overkoepelende thema waar in de komende jaren projecten op ontwikkeld zullen worden. Recentelijk is vanuit de 5-sterrenregio een proces op gestart om te komen tot businesscases en is er een programma ingericht om de onderlinge samenhang op het thema te waarborgen. Binnen het programma worden de volgende lijnen onderscheiden: Ontwikkeling van nieuwe producten en/of diensten; Kennis en opleiding; Ondernemerschap;
48
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Voorlichting en promotie; Faciliteiten en netwerken; Ruimtelijke investeringen. Binnen deze lijnen worden vanuit de regio 28 projecten tot ontwikkeling gebracht. Overige programma’s in de regio: Fhealinc Fhealinc is een samenwerkingsverband tussen het Jeroen Bosch Ziekenhuis, HAS Den Bosch, Avans Hogeschool, de ZLTO en de gemeente 's-Hertogenbosch. Fhealinc heeft als doel om ondernemingen en kennisinstellingen te ondersteunen bij het ontwikkelen en bedenken, vermarkten en implementeren van producten en diensten op het snijvlak van voeding en gezondheid. De verschillende partners zijn in elkaars nabijheid gevestigd, hetgeen een campusontwikkeling stimuleert. Bioconnection Bioconnection is in 2005 opgezet in Oss en vormt een gezamenlijk initiatief van de overheid en de private partijen Akzo Nobel en Organon (Schering-Plough). Het bedrijf fungeert als springplank voor startende biotechbedrijven, het bevordert innovatie in de biotechnologie en het versterkt de Europese biotechnische industrie. Wester Toren Innovation Centre Het in 2007 gerealiseerde WesterToren Innovation Centre is een bedrijfsverzamelgebouw gelegen aan de Onderwijsboulevard in Den Bosch. Inmiddels hebben vijf kennisintensieve bedrijven binnen de life sciences zich hier gevestigd. Ook het Anton Jurgens Institute is hier gevestigd. Het WTiC ondersteunt verdere netwerkvorming in de sector. Health Campus Boxmeer (voorheen Zorg- leerpark Sterckwijck). Een ontwikkeling die een oppervlakte beslaat van ca. 25 ha, waar ´s lands eerste privaat gefinancierde oncologisch ziekenhuis wordt gevestigd, met trekkracht voor nog meer medisch gerelateerde bedrijvigheid en onderwijsvormen.
3.2.5
Midden-Brabant: De ideale connectie Het doel van De ideale connectie is het versterken van de economische kracht van Midden-Brabant en deze zichtbaar maken voor partners in binnen- en buitenland. Hiertoe wordt de focus gelegd op drie speerpuntclusters: leisure, Logistics en Life Sciences / Zorg. Binnen De ideale connectie zijn verschillende brainstorm- en initiatiefgroepen actief, ook voor de zorgsector. Hierin zijn onder meer de volgende partijen vertegenwoordigd: ziekenhuizen, verplegings- en verzorgingsinstellingen, medisch-technologische bedrijven, Universiteit van Tilburg, Avans en Fontys Hogescholen, de Brabant Medical School, de gemeenten, BZW en de Kamer van Koophandel. De ideale connectie wordt gefinancierd door de samenwerkende gemeenten van Midden-Brabant en de Kamer van Koophandel. Ten behoeve van het stimuleren van projecten en activiteiten beschikt de stichting De ideale connectie over het Regionaal Economische Actieprogramma (REAP).
49
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Binnen De ideale connectie Life Sciences worden diverse projecten en activiteiten ontwikkeld, met name gericht op het thema ‘Organisatie van de Zorg’ in relatie tot ‘Verzilvering’. Oncologiecampus Het Dr. Bernard Verbeeten Instituut heeft, in samenwerking met o.a. het Tweestedenziekenhuis en De Wever (zorginstelling), Universiteit van Tilburg en andere kennisinstellingen en zorginstellingen, het initiatief genomen tot het ontwikkelen van een onderzoekscampus op het terrein van het integraal oncologie zorgaanbod. Het doel is te onderzoeken hoe alle zorg die samenhangt met het ziektebeeld het beste geïntegreerd kan worden ingericht ‘van onderzoek tot revalidatie’. Het Dr. Bernard Verbeeten instituut vervult, als gespecialiseerd oncologisch topinstituut de trekkersrol in het project. Tilburg Innovation Centre (TIC) De stichting Tilburg Innovation Centre - waarin o.a. Universiteit van Tilburg, Kamer van Koophandel, Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij, Rabobank, Gemeente Tilburg, e.a. samenwerken - realiseert op het gespecialiseerde Life Sciences industrieterrein T58 een incubator, gericht op (door)startende innovatieve bedrijven. Het TIC heeft als doelstelling: het faciliteren van jonge, innovatieve groeiers in de speersectoren medische technologie, zorgtechnologie en ICT door het bieden van op maatgerichte services, ondersteunende diensten en begeleiding bij financiering. Aan het TIC verbonden is het Medisch Applicatie Centrum (MAC), een netwerkorganisatie, van grote zorgleveranciers en technologische bedrijven. In het MAC worden nieuwe medisch technologische toepassingen op hun waarde getoetst en wordt de marktontwikkeling van kansrijke toepassingen begeleid. Geheugenwinkel Op initiatief van het Dementie Ondersteunings- en Trainingscentrum wordt, in samenwerking met een groot aantal transmurale zorginstellingen, de BOM, de Universiteit van Tilburg, e.a. een ondersteuningsaanbod (producten en diensten) ontwikkeld, gericht op (licht) dementerenden en hun mantelzorgers. Het ondersteuningsaanbod leidt ertoe dat de mogelijkheden om langer thuis te wonen en verzorgd te worden, toenemen. De ontwikkeling wordt versterkt door de inrichting van een zogenaamd field-lab, waar de werking van de producten en diensten in de praktijk kan worden getest.
3.3
PROJECTEN EN HUN DEELNEMERS IN HET KAMERGEBIED BRABANT In het kamergebied lopen vele projecten die gericht zijn op ondersteuning van en innovatie in de healthsector. Alleen Brainport Health Innovation telt al 55 projecten. Om meer inzicht te bieden in de lopende projecten, is gekozen om per regio aan te geven om welk type projecten het gaat. Daarbij geldt dat projecten die op het niveau van Brabant zijn opgezet (bijvoorbeeld van Syntens en de BOM) niet naar deelregio zijn te onderscheiden.
50
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Midden-Brabant
NO Brabant
ZO Brabant
E-dossiers: Vastleggen van patiëntgegevens en uitwisseling
Brabant
Onderwerp
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
hiervan tussen partners Telehealth: projecten gericht op langer thuis blijven wonen met zorg, deelthema’s zijn vergrijzing en dementie Diagnostiek: projecten gericht op onderzoek, diagnosestelling en detectie ketensamenwerking rondom een ziektebeeld (waaronder campusvorming) Clustervorming en facility sharing: verbinden van partijen om
X
tot nieuwe business te komen o.a. door gebruikmaking van elkaars faciliteiten Leren: projecten gericht op het aanleren van nieuw of ander gedrag bij patiënten en cliënten zoals preventieprojecten (o.a.
X
overgewicht, leefstijl) Organisatie van de zorg: projecten gericht op vernieuwing en verbetering van werkprocessen in de zorg
X
Zorgtoerisme
X X
Voeding en gezondheid
X
X
X
Vervolgens is per regio aangegeven welke bedrijven en organisaties in deze projecten actief zijn. Regio
Midden Brabant
Sector
Noordoost
Zuidoost Brabant
Overig
Brabant
Zorgorganisaties
GGD Hart voor
GGD Hart voor
GGD Brabant-
GGD West-
preventie
Brabant
Brabant
Zuidoost GGD Eindhoven
Brabant Careport
Zorgorganisaties
Kring apotheek
Cure eerstelijns
Elkerliek apotheken Huisartsen Stichting gezondheidscent ra Eindhoven
Zorgorganisaties
Dr. Verbeeten
Jeroen Bosch
Maxima Medisch
Academisch
Cure tweede lijn
Instituut St. Elisabeth
Ziekenhuis
Centrum Catharina
Ziekenhuis Maastricht
Ziekenhuis
Epilepsiecentrum
Ziekenhuis
51
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
TweeSteden
Eindhoven
Ziekenhuis
De PAMM Integraal
Sein Heemstede
Kankercentrum Zuid St. Anna Ziekenhuis Kempenhaeghe Zorgorganisaties
Stichting De
ZuidZorg
Zorggroep Noord
Care
Wever Tilburg Zorgcentrum
Regionale Stichting
Limburg
Sint Franciscus Gilze Rijen
Zorgcentra de Kempen
Thebe
Revalidatiecentr um Blixembosch De Sterren SVVE de Archipel De Vitalis Zorggroep Ananz Ouderenzorg Archipel de Landrijt
Ondernemers
Innofa BV Minase
Organon Zorgtechno-
Close the Gap Philips
DCE KPN
service Kooymans
Innoventia Adviesbureau
Centrics Acquest
Industrieel Ontwerp
Smart Homes Mextal
Consultancy Advisaris
Gemini Medical Textiles Europe
MEDECS SIMAC
Unit 4 Amgen
B.V. Van Venrooy
I-products BV Leende
DHV Ericsson
Verhuur B.V. Innoflow
Hobo Heeze BV Vision Dynamics Mechaphysics BV Unit040 Ontwerp Arbin Care Products
Brancheorganisa
Uneto-VNI
Brabants
ties bedrijfsleven
ZLTO
OTIB
Zeeuwse Werkgevers-
Stichtingen / platforms
Rheco partners Robuust
vereniging
52
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
(ondersteuning eerstelijn) (Zorg)verzeke-
Achmea
raars
CZ VGZ Medirisk
Financiers Onderwijs
Rabobank Universiteit van Tilburg
HAS Den Bosch
(TRANZO) PON Instituut
TU Eindhoven Stichting
TU Delft Universiteit van
Onderzoek Licht & Gezondheid
Maastricht Universiteit van
Eindhoven (onderdeel TU/e)
Nijmegen Universiteit
ROC Eindhoven Fontys
Utrecht ROC Nijmegen ROC Rijn IJssel ROC van Twente Alfa College Groningen Universiteit Twente
Overheid
Surplus, Cofier,
‘sHertogenbosch
Gemeente Nuenen
SEV
Gemeente Eindhoven SRE gemeenten Corporaties
WonenBreburg
Woonbedrijf Eindhoven
Opvallend is dat een aantal organisaties meerdere keren voorkomen bij verschillende projecten, zoals de TU/e, de Vitalis Zorggroep, Philips, Mextal, de Rhecopartners, MEDECS en SIMAC. Verder is opmerkelijk dat in de projecten die door de ondersteuningsstructuren ondersteund worden relatief weinig grote farmaceutische bedrijven vertegenwoordigd zijn. Overigens zijn er bij een aantal ondersteuningsstructuren bestanden aangelegd van bedrijven actief in de healthsector. Deze bestanden bieden kansen om bedrijven te benaderen en waar mogelijk te verbinden.
3.4
ANALYSE VAN DE ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR De veelheid aan ondersteuningsstructuren en programma’s geeft aan dat er werk wordt gemaakt van het ontwikkelen van de healthsector.
53
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Wat verder opvalt is het ontbreken van één duidelijk ankerpunt voor de healthsector, waar die rol in andere regio’s wordt vervuld door een kennisinstituut / universitair medisch centrum die de motor is achter de dynamiek in de sector. De dynamiek in Brabant komt veelal vanuit bedrijven en van onderop. Met uitzondering van Syntens zien alle ondersteunende organisaties zich in de rol van netwerkfacilitator. De netwerken vertonen zich daarnaast voornamelijk op subregionaal niveau, hetgeen ook tot uiting komt in de organisatie van ondersteuningsstructuren en de projecten die worden uitgevoerd. Binnen de projecten zijn meestal een combinatie van twee of meer O’s betrokken.
3.4.1
Grote groep (MKB)bedrijven niet bereikt Uit gesprekken met de ondersteunende organisaties is naar voren gekomen dat er door relatief jonge organisaties al veel wordt geïnvesteerd in netwerken tussen overheden, ondernemingen en onderzoeksinstellingen (drie O’s). Het betrekken van de grote middengroep (MKB)bedrijven bij deze netwerken wordt echter door alle ondersteunende organisaties als een knelpunt ervaren. Daar waar West-Brabant, zoals blijkt uit het vorige hoofdstuk, een traditie heeft in innovatiebevordering bij het MKB, waarbij ook de Kamer van Koophandel is betrokken, lukt het in het kamergebied Brabant nog niet goed om deze grote groep (MKB)bedrijven te bereiken. Complicerend daarbij is dat het lastig is om deze middengroep van bedrijven te identificeren. Dit wordt ook bevestigd door de uitkomsten van de kwantitatieve analyse in hoofdstuk 2. Kortom een grote groep (MKB)bedrijven is niet of niet zichtbaar aangehaakt op netwerkstructuren en ondersteunende programma’s en regelingen. Daarbij blijkt dat er behoefte is aan meer kruisbestuiving tussen de ondersteunende organisaties onderling. Het blijkt ook dat, met uitzondering van de internationaal opererende bedrijven en kennisinstellingen, weinig van de lokale relaties en netwerken de subregio’s overstijgen.
3.4.2
Vraagarticulatie vanuit de zorgsector blijft achter Voor een goede ontwikkeling van de healthsector is het onder andere noodzakelijk dat vanuit de zorgsector zelf de innovatiebehoefte wordt geformuleerd. Echter de betrokkenheid van de zorgsector in termen van vraagarticulatie blijft over de hele linie achter. Hierdoor ontstaan netwerken in de vorm van projectsamenwerking vooral op initiatief van toeleverende en producerende bedrijven aan de aanbodzijde. Dit heeft tot gevolg dat veel initiatieven die vanuit de aanbodzijde worden ontwikkeld niet of niet goed aansluiten bij de zorgsector of lastig te implementeren zijn.
3.4.3
De ondersteuningsstructuren vergeleken Kijkend naar de verschillende ondersteuningsstructuren blijken er verschillen tussen de doelen en producten van de ondersteunende organisaties binnen de regio’s. Veel voorkomende doelen zijn het verbinden van de vier O’s, het financieren van projecten, het ondersteunen van innovatie en het versterken van netwerken. In onderstaand overzicht zijn de verschillen weergegeven.
54
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
De ondersteuningsstructuren vergeleken Doelen / producten/ functies
Syntens
BOM
5-sterrenregio
Brainport
De Ideale Connectie
Ondersteuning innovatie
x
x
x
x
Versterken netwerken
x
x
x
x
x
x
x
Verbinden 3 O’s
x
x
x
x
Individueel advies
x x
x
x
Kennis/expertise delen
Projectfinanciering Financiële participatie Organiseren workshops
x
x x
Aantrekken buitenlandse investeerders
x
3.5
ONDERWIJS EN KENNISINSTELLINGEN ALS LEVENACIERS VAN TALENT
3.5.1
De Brabant Medical School In het kamergebied Brabant zijn vele onderwijs- en kennisinstellingen actief op het brede terrein van de health. Zo bestaat er de stichting Brabant Medical School (BMS), een faciliterende netwerkorganisatie van opleidingsziekenhuizen en -instituten in de provincie Noord-Brabant. Deze Brabantse opleidingsinstellingen werken samen met: Universitaire Medische Centra (UMC’s) en huisartseninstituten van Nijmegen, Maastricht, Rotterdam en Utrecht. Verpleeghuisopleiding in Nijmegen. TNO-JGZ in Leiden. De steden Tilburg en Eindhoven, de Universiteit van Tilburg (UvT) en de Technische universiteit Eindhoven (TU/e) en de provincie Noord-Brabant zijn vanaf de start betrokken bij de BMS. De Provincie is initiatiefnemer geweest tot het oprichten van de BMS. De in de BMS samenwerkende instellingen willen een bijdrage leveren aan blijvend beschikbare adequate zorg in Brabant. De BMS wil dit bereiken door met de participerende instellingen een ruim aanbod van praktijkopleidingen en aanverwante disciplines te bieden voor medische professionals in Brabant. De opleidingen worden door de deelnemende instellingen en partners verzorgd. De BMS realiseert meer praktijkplaatsen in de medische opleidingen in Brabant. In afstemming met de Universitaire Medische Centra en huisartsinstituten van Nijmegen, Maastricht, Rotterdam en Utrecht wordt uitbreiding van praktijkplaatsen verwezenlijkt voor de volgende disciplines: Basisarts (co-schappen); Huisarts; Medisch Specialist (werkzaam in het ziekenhuis); Verpleeghuisarts (in samenwerking met Nijmegen);
55
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Arts jeugdgezondheidszorg (in samenwerking met TNO-JGZ in Leiden).
De BMS stimuleert inzet en ontwikkeling van nieuwe professionals in de zorg. In toenemende mate worden de volgende opleidingen - door de in de BMS participerende instellingen - aangeboden: Nurse practitioner; Physician assistent; Medisch ingenieur; Medisch psycholoog; Human care technology; Medisch-technische bedrijfskunde. Doordat deze opleidingen zich kwalitatief steeds verder ontwikkelen hoopt de BMS veel van de nieuw opgeleide zorgprofessionals aan Brabant te kunnen binden. De BMS anticipeert op de zich wijzigende inhoud en vorm van de zorg. De inrichting van de gezondheidszorg zal in de komende decennia sterk veranderen. De BMS wil binnen de verschillende opleidingen van de professionals nu al anticiperen op deze veranderingen. Interdisciplinaire samenwerking tussen professionals wordt als één van de belangrijkste algemene zorgcompetenties beschouwd. In de opleidingen zal hieraan in een aantal pilots meer aandacht worden besteed. Ook is er meer belangstelling voor het waarborgen van continuïteit in de totale zorgketens, complexe ouderenzorg en nieuwe technologieën. De volgende organisaties nemen deel aan de Brabant Medical School: Amphia ziekenhuis (Breda / Oosterhout); Avans Hogeschool (Breda / Tilburg / ‘s- Hertogenbosch); Catharina ziekenhuis (Eindhoven); Elkerliek Ziekenhuis (Helmond / Deurne); Fontys Hogescholen (Eindhoven / Tilburg); Maxima Medisch Centrum (Veldhoven / Eindhoven); St. Anna Zorggroep (Geldrop); St. Elisabeth ziekenhuis (Tilburg); SVVE-Archipel (Eindhoven); Technische universiteit Eindhoven; Universiteit van Tilburg; TweeSteden ziekenhuis (Tilburg / Waalwijk); Dr. Verbeeten Instituut (Tilburg); De Wever (Tilburg).
3.5.2
ROC’s, hogescholen en universiteiten actief in het kamergebied De volgende ROC’s bieden opleidingen aan op het terrein van de health in het kamergebied.
56
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Midden Brabant
Noordoost Brabant
Zuidoost Brabant
ROC Midden Brabant
ROC Ter Aa
ROC Eindhoven
ROC De Leijgraaf Koning Willem I College
De opleidingen binnen deze instellingen laten zich indelen naar vier categorieën: Gezondheidszorg (verzorging en verpleging); Welzijn (volwassenenwerk, gehandicaptenzorg); Opvoeding en Onderwijs (onderwijsassistent, pedagogisch werker); Laboratoria (laboranten in diverse specialismen). Wat betreft de hogescholen ziet het plaatje er als volgt uit: Midden Brabant
Noordoost Brabant
Zuidoost Brabant
Avans
Avans
Fontys
Fontys
HAS
Avans en Fontys bieden diverse opleidingen aan passend binnen het thema health. De volgende opleidingen worden binnen het kamergebied aangeboden: Fontys: Fysiotherapie, Logopedie, Medische Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken, Orthopedische technologie, podotherapie, Verpleegkunde en toegepaste psychologie. Avans: Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Social Work (welzijn) en Verpleegkunde. De HAS biedt diverse opleidingen aan die raakvlakken hebben met health, bijvoorbeeld ten aanzien van voeding (zoals Food Design & innovation, Voedingsmiddelentechnologie en Toegepaste Biologie). Daarnaast hebben de hogescholen een aantal voor de healthsector relevante lectoraten die een brugfunctie vervullen tussen de hogeschool als kennisinstelling en het bedrijfsleven. Dit zijn: Fontys: Evidence Based Practice, Health Care & Technology for quality of live, Ortopedische technologie, Medische Moleculaire Diagnostiek, Fysieke activiteit en gezondheid. Avans: Gerontologie, Vermaatschappelijking zorg. Het aantal direct aan de healthsector gelieerde opleidingen bij de twee Brabantse universiteiten is beperkt. De TUe biedt de masteropleidingen Mdical Physics, Biomedical engineering en Medical Engineering aan. De UvT heeft de masteropleidingen Psychologie en geestelijke gezondheidszorg en Medische psychologie en een bachelor Psychologie. Verder beschikt de UvT over Tranzo. Dit onderzoeksprogramma heeft als doelstelling via interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek kennis te verkrijgen, verder te ontwikkelen en beschikbaar te stellen op het gebied van: De inhoud van het samenhangend aanbod van zorg en diensten; Het afstemmen van vraag naar en aanbod van zorg en diensten;
57
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
De organisatie, financiering en wet- en regelgeving rondom het zorg- en dienstenaanbod. De missie van Tranzo is het slaan van een brug tussen wetenschap en praktijk op het gebied van zorg en welzijn. De hier ontwikkelde wetenschappelijke kennis kan nieuwe marktkansen bieden voor het bedrijfsleven.
58
4
TRENDS EN ONTWIKKELINGEN De healthsector is enorm in beweging. Ontwikkelingen als de vergrijzing en de markwerking zorgen ervoor dat vraagstukken omtrent deze sector een nieuwe benadering behoeven. Veel van deze veranderingen brengen echter ook kansen voor bedrijven met zich mee. Hieronder zijn de voornaamste trends en ontwikkelingen in de markt benoemd, inclusief de kansen die daaruit voortvloeien voor bedrijven uit bijvoorbeeld de hoek van de medische technologie, de life sciences en de ICT6. De trends en ontwikkelingen zijn opgedeeld in veranderingen in de vraag, het aanbod, de techniek in de zorg en het overheidsbeleid. Een algemene verandering in de gezondheidszorg is de paradigmaverschuiving van zorgaanbod naar zorgvraag. Dit betekent dat niet de zorgverlener, maar de patiënt centraal staat bij de afstemming binnen de zorgketen.
4.1
ZORGVRAAG Doordat de levensverwachting van mensen stijgt vindt er een verschuiving van cure naar care plaats in de zorgvraag. De huidige zorg is echter nog vooral gericht op genezing. Doordat het aantal chronisch zieken stijgt komt de bevordering van de zelfredzaamheid van chronische patiënten steeds meer centraal te staan. Door de toenemende mondigheid van patiënten vindt er een verschuiving plaats van de passieve naar de proactieve patiënt. Daarnaast is gebleken dat therapietrouw, medicatietrouw en levensstijl een essentieel onderdeel vormen van de voorkoming van de chronische ziekten. Dit vergt tevens een actieve rol en eigen verantwoordelijkheid voor de patiënt in het bewerkstelligen en behouden van een goede gezondheid. Steeds meer mensen blijven langer leven. Hierdoor zullen de kosten van de zorg blijven toenemen. Het percentage chronisch zieken neemt toe. Het percentage alleenwonenden zal toenemen, waardoor naar verwachting de zorgvraag zal stijgen.
6
In dit hoofdstuk is bewust gefocust op de trends en ontwikkelingen aan de vraagzijde bezien vanuit de marktsectoren, dus in de maatschappij en de cure- en caresector. De maatschappij is in toenemende mate de innovatiebepalende factor in vraaggedreven sectoren. Dit vormen de vraagstukken waar ondernemers met kennis en technologie een antwoord op kunnen vinden en dus business kunnen creëren.
59
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Consequenties voor de healthsector De gevolgen voor de healthsector laten zich als volgt typeren: 1. Een toenemende vraag naar arbeidskrachten in de zorg in een economie met een afnemende beroepsbevolking. 2. Een toenemende vraag naar individuele zorgarrangementen in de thuissituatie. Voor de bedrijven, waaronder het midden- en kleinbedrijf, betekent dit dat er mogelijk concurrentie is op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd biedt het ook kansen om de zorgverlening in de thuissituatie te ondersteunen met technologie en dienstverlening.
4.2
ZORGAANBOD
Het aanbod van de zorg zal zich steeds meer ontwikkelingen van genezing naar preventie. Zorgverleners zullen zich meer gaan richten op het bevorderen van een gezonde levensstijl om zodoende chronische aandoeningen te voorkomen. Voor mensen met een chronische aandoening geldt dat een gezondere levensstijl bijdraagt aan het voorkomen van complicaties. De relatie tussen de patiënt en de zorgverlener verandert. Een arts zal niet alleen maar medicatie voorschrijven, maar vooral ook kennis, informatie en vaardigheden overdragen. Op deze manier is de patiënt in staat om zelf de regie te voeren, waardoor zijn of haar zelfredzaamheid bevorderd wordt. Er vindt een herschikking van taken plaats waarbij er een ontwikkeling is van intramurale zorg naar ketenzorg. Met hulpmiddelen wordt de patiënt in staat gesteld om zijn eigen ziekte te behandelen zonder elke keer een beroep te hoeven doen op zorgprofessionals. De zorgverlening ontwikkelt zich meer van een instituut naar een proces. Via digitale netwerken kunnen patiënten steeds meer hun eigen gezondheid beoordelen en bewaken en wanneer dat nodig is zorg uit de 1e, 2e of 3e lijn inschakelen. Dit zorgt ervoor dat zorginstituten zich gaan ontwikkelen als ondersteunende partij in het organiseren van persoonlijke zorgprocessen. Het zorgaanbod zal steeds meer geïntegreerd raken. Doordat de gezondheidzorg rondom medische disciplines is georganiseerd ervaren de chronisch zieken de gezondheidszorg als gefragmenteerd. Klantgericht integrale organisatievormen die over de instituten heengaan zullen met behulp van het EPD meer focus moeten krijgen. Vanuit het oogpunt van kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit is het verstandiger om in plaats van veel een beperkt aantal excellente specialismen onder één dak te brengen. Hierdoor ontstaat er een fysieke deconcentratie van de zorg. Regionale specialisatie werkt daarnaast innovatie in de hand. Het integreren van de zorgketen in combinatie met een toenemende mate van patiëntgericht werken zorgt voor een verdere opschaling van de zorg, maar tegelijkertijd voor een zorgaanbod in kleinere eenheden.
60
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Consequenties voor de healthsector De gevolgen voor de healthsector laten zich als volgt typeren: 3. Meer investeringen zijn nodig in vroegsignalering en voorkoming van ziekte en gebrek. 4. De zorgverlening dient zich meer te richten op stimulering en ontwikkeling van vaardigheden van cliënten 5. Een verdere informatisering van de relatie tussen patiënt / cliënt en zorgverlener. 6. Een toenemende druk om de zorg rond ziektebeelden in ketens te organiseren en de zorg in kleinere eenheden aan te bieden. Voor de bedrijven, waaronder het midden- en kleinbedrijf, betekent dit dat er kansen liggen op het terrein van vroegsignalering, informatietechnologie en organisatieadvies rondom ketenvorming.
4.3
TECHNIEK EN INNOVATIE VAN DE ZORGVERLENING Het is niet altijd eenvoudig om vernieuwingen en innovaties door te voeren binnen de zorgsector (cure en care). Met name de wet- en regelgeving en de daaraan gekoppelde financieringsstructuur geven niet altijd de prikkels om innovatie te stimuleren. Om de toekomstige ontwikkelingen echter het hoofd te kunnen bieden is het van eminent belang dat er technologische en organisatorische innovaties worden doorgevoerd. Dit vereist een cultuuromslag en een verandering in de ‘mindset’ van de mensen (ondernemers, werkgevers en werknemers) die werkzaam zijn in het veld. Voornamelijk op het gebied van ketenzorg en informatievoorziening zijn er belangrijke ontwikkelingen en kansen voor innovatie in de healthsector. Uitgebreide patiëntinformatievoorzieningen komen beschikbaar voor de zorgmarkt. Deze zijn toe te passen in de gehele zorgketen. De implementatie van zulke omvangrijke systemen door meerdere organisaties vraagt om volledige betrokkenheid van alle partijen. Om een dergelijk systeem te kunnen gebruik zullen belangrijke besluiten moeten worden genomen over het beheer, de veiligheid en de verdeling van de kosten van het systeem. Daartegenover staan kostenreductie, transparantie en beter en eenvoudiger beheer. Op dit moment hebben zorginstellingen voor bijna identieke processen aparte applicaties. Dit maakt de zorg onnodig duur en de informatievoorziening complex. Een andere doorbraak van betekenis zou de clustering van medisch- en verpleegkundige specialismen kunnen zijn. Door middel van een bundeling van informatiesystemen en kennis kan clustering en specialisatie verbeterd worden. Een verbeterde inrichting van de zorg rondom het herstel kan daarnaast een aanzuigende werking hebben op patiënten buiten de regio. Een investering in clusters kan winst opleveren met betrekking tot de kwaliteit van de zorg en grotere potentie voor onderzoek. Deze winst zal op zijn beurt zijn vruchten afwerpen door het aantrekken van patiënten.
61
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Consequenties voor de healthsector De gevolgen voor de healthsector laten zich als volgt typeren: 7. Forse investeringen in de informatisering van de zorg (zie ook 4.4) Voor de bedrijven, waaronder het midden- en kleinbedrijf, bieden deze trends duidelijke kansen op het brede terrein van de informatisering van de zorg.
4.4
OVERHEIDSBELEID Het overheidsbeleid van de afgelopen jaren op het terrein van de gezondheidszorg kenmerkt zich door de inzet op gereguleerde marktwerking, ondersteuning van ICTtoepassingen, ketenzorg en decentralisatie. De aandacht voor de zorg is, mede door de stijgende kosten, de laatste jaren enorm toegenomen. Om deze kosten de beteugelen is in Nederland het zorgstelsel ingrijpend veranderd. Zo kenmerkt de gezondheidszorg zich door de aanwezigheid van een gereguleerde marktwerking. Deze gereguleerde marktwerking moet zorgen voor een goedkopere zorg en een afname van de groei van de uitgaven. De zorgverzekeraars zijn de aangewezen partijen die vanuit het belang van de verzekerde de marktwerking aanjagen. Om deze marktwerking te ondersteunen zijn er nieuwe financieringsvormen ingesteld zoals diagnosebehandelcombinaties en zorgzwaartepakketten. Voorts worden nieuwe ICT-toepassingen, als het Elektronisch Patiëntendossier en het Elektronisch Medisch dossier, gestimuleerd om de effectiviteit en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Ook de ontwikkeling van zorgcentra waarin beroepsgroepen en organisaties samenkomen wordt financieel gestimuleerd. Een laatste ontwikkeling in het overheidsbeleid is het verschuiven van verantwoordelijkheden voor de aansturing van de zorg naar het gemeentelijke niveau. De gedachte hierachter is dat de lokale overheden een beter beeld hebben van de behoeften van burgers en er ruimte moet zijn voor lokale variëteit. De invoering van Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is daar één van de meest zichtbare exponenten van. Onder andere door een flexibele zorgverstrekking zouden gemeenten veel meer mogelijkheden hebben om gebruik te maken van de aanwezigheid van mantelzorgers en vrijwilligers. De zorgverlening krijgt hierdoor meer een lokale focus.
62
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Consequenties voor de healthsector (en bedrijfsleven/MKB) De gevolgen voor de healthsector laten zich als volgt typeren: 8. Meer marktwerking die op gespannen voet kan komen te staan met ketensamenwerking die nodig is om tot inclusieve zorgarrangementen te komen. 9. Gemeenten en zorgverzekeraars worden steeds belangrijkere partners voor de financiering van de zorg. Voor de bedrijven, waaronder het midden- en kleinbedrijf, betekent dit dat zij zich naast de gerichtheid op de zorgverleners ook de financiers zouden moeten betrekken in hun marktbewerking.
4.5
INSPELEN OP TRENDS EN ONTWIKKELINGEN DOOR HET MKB Vooral voor het MKB liggen er volop kansen voor het ontwikkelen en vermarkten van nieuwe producten en diensten door actief in te spelen op bovenstaande trends en ontwikkelingen. Op alle individuele trends en op de snijvlakken tussen trends zijn door ondernemers businesscases te ontwikkelen. Echter, veel vraagstukken zijn omvangrijk, complex en multidisciplinair. Vaak hebben oplossingen van vraagstukken een technische en een organisatorische dimensie. Om succesvol vernieuwingen te implementeren zijn in dat geval combinaties nodig van technische applicaties en adviesdiensten op het gebied van samenwerking en organisatieverandering. MKB-bedrijven beschikken lang niet altijd over voldoende schaal, en hebben veelal niet de juiste kennis en vaardigheden in huis om eigenstandig op de trends in te spelen, daar nieuwe producten en diensten op te ontwikkelen en deze vervolgens in de markt te zetten. Het verdient daarom de voorkeur businesscases te ontwikkelen vanuit nieuwe private-private en publiek-private arrangementen met toeleveranciers, concurrenten, andere sectoren, universiteiten en kennisinstellingen, financiers (verzekeraars) en de eindgebruikers. Dit betekent een verschuiving van gesloten naar open innovatieprocessen. Het vraagt om een bewustwording van MKB-ers dat goede ideeën niet altijd in de eigen onderneming bedacht zijn en dat niet alle goede ideeën noodzakelijkerwijs binnen het eigen bedrijf ontwikkeld moeten worden. Alle basisprincipes van open innovatie moeten worden omarmd, waaronder het delen van intellectueel eigendom. Het economiseren van de trends en ontwikkelingen vraagt een lange adem van bedrijven. Veel van de antwoorden op trends en ontwikkelingen staan nog wat verder af van de markt. Er gaat met andere woorden een precompetitieve fase vooraf aan de fase van vermarkten. Dit vraagt ontwikkelkracht en (financieel) uithoudingsvermogen. Vooral de toegang tot voldoende financiële middelen en regelingen is hier van belang. Consortia krijgen hier sneller toegang toe dan op zichzelf opererende MKB-ers.
63
5
KANSEN VOOR VERSTERKING VAN DE BRABANTSE HEALTHSECTOR Het thema health leeft in de regio Brabant, de economische importantie en potentie zijn groot en worden duidelijk onderkend. Er is sprake van massa, dynamiek en energie, getuige de vele en diverse bedrijvigheid, de omvangrijke en snel groeiende werkgelegenheid, de vele programma’s en projecten en de uitgebreide ondersteuningsstructuur. Massa, diversiteit en dynamiek vormen de kracht van het kamergebied. Het beeld van de sector wordt gedomineerd door enkele grote mondiaal opererende bedrijven zoals Philips Medical Systems en Schering Plough. Zij zijn beeldbepalend voor de sector in de regio. Door de grote diversiteit is van een echt eenduidig healthbeeldmerk voor de regio geen sprake. In Nederland kunnen zeker tien health gerelateerde clusters worden onderscheiden. Voor bijna al deze clusters geldt dat het middelpunt wordt gevormd door een universitair medisch centrum en / of een of meerdere internationaal toonaangevende kennisinstituten. Vanuit een stevige kennispositie wordt samen met ondernemers en overheid gewerkt aan nieuwe bedrijvigheid. Hier vindt een belangrijk deel van de dynamiek plaats. In het kamergebied ontbreken internationaal geprofileerde kennisspelers die als ankerpunt en vliegwiel voor regionale clustervorming zouden kunnen fungeren. De kracht van de regio is derhalve niet gefocusseerd in een of meerdere speerpunten, maar ligt vooral in de breedte van de structuur. De dynamiek komt vooral van onderop en deze ontstaat voornamelijk vanuit de bedrijven. Doordat er een veelheid aan mogelijke ankerpunten in de regio aanwezig is en er sprake is van een brede dynamiek, ligt het voor de regio Brabant voor de hand de sector breed te ondersteunen en ondernemers met (groei)ambities optimaal te faciliteren en deze groep te vergroten. Laat duizend bloemen bloeien. Dat neemt niet weg dat het voor de regio een opgave is te zoeken naar mogelijkheden om speerpunten te ontwikkelen die kunnen uitgroeien tot (inter)nationale boegbeelden voor de Brabantse healthsector. De regio heeft vanuit dit perspectief bezien diverse mogelijkheden om de healthsector extra van dienst te zijn. Voor een deel hebben kansen betrekking op het beter benutten van bestaande ondersteuningsstructuren zoals momenteel al worden geboden door de BOM, Syntens, Brainport Development, Kamer van Koophandel en nieuwe coalities. Zo kan de efficiency worden vergroot door een betere samenwerking tussen de verschillende intermediaire- en uitvoeringsorganisaties en een meer gestructureerde en bredere toeleiding van ondernemers naar programma’s en projecten en middelen die bijvoorbeeld vanuit de 5-sterrenregio en de Ideale Connectie beschikbaar zijn voor projecten.
64
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Daarnaast liggen er kansen in een verdere verbreding van de ondersteuning en in de exploitatie van trends en in kennisontwikkeling. Hieronder worden tien kansen nader toegelicht, waarmee morgen al een begin kan worden gemaakt.
5.1
NAAR EEN REGIONALE AANPAK VOOR DE HEALTHSECTOR Binnen het kamergebied Brabant zijn diverse partijen actief bij het ondersteunen van (onderdelen van) de healthsector. Onder andere de BOM, Brainport Development, de 5sterren regio, de Ideale Connectie en diverse gemeenten zetten in op het versterken van de healthsector en hebben in dat kader verschillende programma’s en projecten opgezet. Van een coördinatie op en een samenhang in de ondersteuning is echter onvoldoende sprake. Met als gevolg dat een versnippering van uitvoeringskracht optreedt. Bovendien is het lastig gebleken om ondernemers en instellingen op initiatieven aan te laten haken. Agendavorming in vier-o-verband Stimulering van de healthsector vraagt om een nieuwe benadering. waarbij de krachten van bedrijfsleven, instellingen, onderwijs, onderzoek, overheid en intermediaire organisaties worden gebundeld en de inspanning op elkaar worden afgestemd in nieuwe coalities. Dit partnerschap laat zich het best organiseren op regionaal niveau. Zonder overigens de (inter)nationale kansen uit het oog te verliezen. Think global, act local. Brabant zou met haar strategie voor de healthsector in kunnen zetten op ‘gezamenlijke agendavorming’ van de belangrijkste partijen, waarmee de kans op succes toeneemt. Op basis van een gedeelde visie wordt een gezamenlijke strategie geformuleerd die wordt gerealiseerd door middel van businesscases. Gekozen kan worden voor de schaal van het kamergebied Brabant. Echter, gelet op de uiteenlopende profielen van de drie deelregio’s, kan het proces ook op dit niveau worden ingericht. Het samenspel van de diverse partijen ontstaat niet vanzelf. Er is een partij nodig die de procesvoering ter hand neemt. Met name de overheid kan hierin verschillende rollen vervullen: als aanjager, als procesmanager, als launching customer of als faciliterende dienstverlener. Indien gewenst kan een praktische en kleine (netwerk)organisatie met betrekking tot de healthsector worden opgezet waarin meerdere intermediaire organisaties vertegenwoordigd zijn. Deze vorm van coördinatie zorgt voor slagkracht en voor efficiëntie. Belangrijke voorwaarden hiervoor zijn dat er één trekker is en dat elke organisatie voldoende mankracht beschikbaar stelt. Afstemming inspanningen intermediaire partijen Regionale agendavorming tussen de vier o’s is een proces van lange adem. Op korte termijn kan al een start gemaakt worden met een verbetering van de afstemming van inspanningen tussen de intermediaire partijen. Dit kan al snel leiden tot synergetische effecten en een efficiëntie en effectieve stimulering van de Brabantse healthsector. Zorg daarbij voor een heldere onderlinge positionering en rolverdeling, waardoor partijen elkaar versterken en acties afstemmen. Zo wordt voorkomen dat partijen in elkaars vaarwater terecht komen, terwijl op andere fronten kansen onbenut blijven.
65
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
In West-Brabant bestaat met de Innovatiestuurgroep al een langere traditie van onderlinge afstemming en krachtenbundeling, in dit geval op het gebied van innovatiebevordering bij het MKB. De afgelopen jaren is daar hard gewerkt aan onderlinge bekendheid, vertrouwen en respect. Het gaat zowel om een bundeling van bestuurlijke kracht en leiderschap als een bundeling van de uitvoeringskracht. Voor het kamergebied Brabant is een dergelijke constructie denkbaar.
5.2
VERBREDING VAN DE DOELGROEP Vaak zijn het dezelfde partijen vanuit de vier O’s die deelnemen aan projecten, initiatieven en netwerken. Dit blijkt ook uit de in hoofdstuk drie uitgevoerde analyse van deelnemers aan projecten. Daarnaast is er een groep van enkele honderden bedrijven en instellingen die deel uitmaken van regionale netwerken en platforms. Deze partijen zijn bekend bij de intermediaire organisaties en worden steeds opnieuw op nieuwe initiatieven aangehaakt. Het zijn hoofdzakelijk de koplopers in de regio die meedoen, de zogenaamde innovators en early adapters. Daarnaast zijn er, zo wijst de kwantitatieve analyse uit, nog steeds zeer veel (MKB)bedrijven/zorgondernemers die blijkbaar geen of maar zeer beperkt gebruik maken van bestaande structuren, netwerken, etc. en met wisselend succes op eigen kracht hun weg vinden, vernieuwen en zich daarmee staande houden in de markt. Deze ondernemers worden maar in zeer beperkte mate bereikt, terwijl op zijn minst een deel wel degelijk profijt kan hebben van ondersteuning. Veel van deze ondernemers bevinden zich in de middengroep, een groep die niet voorop loopt bij innovatie, maar wel de potentie heeft om zich door te ontwikkelen en toe te treden tot de categorie van early adapters. In projecten zoals ‘De Toekomstbedrijven’ wordt hier op ZuidNederlandse schaal al aan gewerkt, hierin kan ook een specifieke focus op de healthsector worden aangebracht, zowel ten aanzien van de selectie van de doelgroep als wat betreft de insteek van de gesprekken. Onderzocht kan worden of hier kansen liggen om het aantal bedrijven dat vanuit de regio wordt ondersteund, te vergroten. Bruto bestaat de middengroep in het kamergebied Brabant, volgens een eerste schatting, uit circa 500 MKB-ondernemingen binnen de healthsector. Op basis van het Handelsregister en andere bestanden kunnen deze ondernemers worden geïdentificeerd. Na opschoning en completering van dit bestand kunnen gesprekken worden gepland. Uit deze gesprekken kunnen de algemene lijnen worden opgetekend ten aanzien van behoeften en kansen en hier kan vanuit de intermediaire partijen afgestemd actie op worden ondernomen (inzetten bestaande instrumenten, ontwikkeling nieuwe instrumenten en het organiseren van processen). Het verdient de voorkeur eerst een pilot op te starten om het rendement van een dergelijke intensieve aanpak te verkennen. Ook veel early adapters en koplopers zijn overigens niet of maar zeer beperkt aangehaakt op het aanbod in de regio. Voor een deel hebben deze ondernemers geen behoefte aan ondersteuning. Andere ondernemers hebben wellicht wel een behoefte, maar deze is latent of er wordt met het bestaande aanbod niet in voorzien.
66
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Hier zouden de intermediaire partijen in de regio een gezamenlijke strategie op kunnen zetten om ondernemers te prikkelen en het aanbod beter op de vraag te laten aansluiten.
5.3
VERBETEREN VRAAGARTICULATIE EN ADAPTIEF VERMOGEN VAN CURE EN CARE De technologische ontwikkeling zit in een stroomversnelling. De ene top technologische innovatie na de andere ziet het licht. De technologische vooruitgang gaat sneller dan de cure en zeker de care kunnen bijhouden. De nieuwste technologieën worden daarom niet altijd (in voldoende mate) door de markt opgenomen. Bovendien sluit het technologieaanbod niet altijd even goed aan op de vraag, waardoor onvoldoende in een behoefte wordt voorzien. Instellingen in de core, de grootste afnemers van technologie, zouden kunnen worden ondersteund bij het articuleren van hun vraag (waar is over enkele jaren behoefte aan?) en bij het toepassen van nieuwe vindingen. Voor een deel gaat het hier om sociale innovatie en betreft het organisatievraagstukken in instellingen. Dit zijn andere type interventies waarvoor andere competenties nodig zijn, maar die uiteindelijk wel leiden tot een groter absorberend vermogen van nieuwe technologieën en daarmee tot economische groei in de regio. Feitelijk draait het erom de cure- en care-instellingen innovatiever te maken. Om dit te bewerkstelligen zijn interventies nodig in de inrichting van het zorgproces, maar dat is bepaald geen eenvoudige opgave. Met de volgende opgaven dient op subregionaal niveau aan de slag te worden gegaan: One-stop shopping Inmiddels is door instellingen in de cure hiermee een start gemaakt. Het doel van de One-stop shop is om in één bezoek de diagnose te stellen. Patiënten kunnen tijdens een eerste afspraak met de specialist aanvullende onderzoeken ondergaan waardoor wordt voorkomen dat patiënten meerdere keren terug moeten komen. Hierdoor zijn minder afspraken nodig en wordt de wachttijd verkort. Ook zorgverzekeraars sturen hierop in de contractering van de zorg. Dit vraagt van instellingen in de zorg vooral dat zij innoveren in de organisatie van de zorg. Campusvorming en clustering Bij die ziektebeelden en gebreken waar sprake is van de inzet van meerdere zorgdisciplines is om redenen van kwaliteit en snelheid samenwerking tussen de disciplines noodzakelijk. Juist voor de veel voorkomende aandoeningen zoals hartfalen, diabetes en overgewicht is het zinvol om de disciplines te clusteren en onderzoek en ketensamenwerking te bevorderen. Zorg aan huis voor langdurig zorgbehoeftigen De trend van extramuralisering en de-institutionalisering zet zich onverminderd voort, met uitzondering van de zorg voor zeer specifieke aandoeningen. Als de vraag van de burger centraal staat, dan is kleinschaligheid en verpersoonlijking van de zorg noodzakelijk. Dit vraagt een gezamenlijke aanpak van de woon- en zorgpartijen en de lokale overheid waar het gaat om het regelen van de basisinfrastructuur van voorzieningen. Daarnaast vraagt het van de zorgpartijen (met name in de care) om slim te investeren in kleinschalige zorgvormen en de verbinding te zoeken met de eerste- en tweedelijnszorg.
67
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Voor de traditioneel intramuraal georiënteerde zorginstellingen in de care is sprake van schaalvergroting in organisatorische zin en schaalverkleining in de zorglevering. Concepten als een centraal facilitair bedrijf voor een gehele zorggroep en het waarborgen van 24-uurszorg via regionale teams van artsen en verpleegkundigen dienen verder ontwikkeld te worden.
5.4
VERSTERKEN KENNISPOSITIE De onafhankelijke kennisfunctie is in het kamergebied ondervertegenwoordigd, zo bleek eerder uit de kwantitatieve analyse. Brabant telt enkele kennisinstituten op specifieke segmenten binnen het thema health. Denk aan het Centre for Translational Molecular Medicine (CTMM) en het Dr. Verbeeteninstituut. Het aantal is echter beperkt en Brabant is duidelijk onderbedeeld. Grote toonaangevende instituten, zoals het RIVM, Trimbos Instituut, Hubrechtsinstituut, het Topinstitute Pharma, etc. zijn vooral in de Randstad gevestigd. Zo heeft de regio bijvoorbeeld nog geen KNAW gerelateerd instituut binnen haar grenzen. Opmerkelijk, gezien de sterke kennispositie van de regio in nationaal- en internationaal perspectief en de aanwezigheid van een academische omgeving rond Tilburg en Eindhoven. De regio Brabant zou zich ten doel kunnen stellen een topinstituut aan te trekken op een aan de healthsector gerelateerd thema. Kansrijk zijn kennisvelden op maatschappelijke complexe vraagstukken die vragen om multidisciplinaire oplossingen met een farmaceutische, medisch technologische of ICT component. In Brabant bestaat een lange traditie van stevige relaties tussen kennisontwikkeling en businessdevelopment. Het op te richten instituut zou dat in zich moeten dragen. Dat betekent dat ondernemers nauw bij de oprichting en inrichting van het instituut betrokken moeten worden en dat veel aandacht wordt besteed aan het valoriseren en vermarkten van kennis. Het enkele jaren geleden opgerichte Wetsus instituut in Leeuwarden kan hiervoor model staan. Dit Friese instituut op het gebied van watertechnologie is voor een belangrijk deel gefinancierd vanuit het FES en aan het instituut zijn diverse bedrijven gelieerd die zich richten op het vercommercialiseren van in het instituut ontwikkelde kennis. Om dit te realiseren, dient eerst nader onderzoek te worden verricht naar de kansrijke thema’s en vervolgens is een stevig proces van coalitievorming, planontwikkeling en lobby nodig om het instituut te realiseren. Dit vraagt een gecoördineerde samenwerking tussen de overheid, ondernemers en onderzoek/onderwijs, zowel binnen de regio als met partners van buiten en ondersteund door de BOM en/of Brainport Development. Qua financiering bieden de Essentgelden mogelijk uitkomst.
5.5
MULTIDISCIPLINAIRE EN MAATSCHAPPELIJKE KANSEN BENUTTEN In hoofdstuk vier zijn de trends en ontwikkelingen benoemd waar het bedrijfsleven in de regio op in zou kunnen spelen. Uit de analyse blijkt dat kansen zich met name voordoen op de snijvlakken van disciplines. Trends vragen dus om het leggen van dwarsverbanden.
68
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Ter illustratie: De extramuralisering van de zorg vraagt samenwerking tussen zorg en medische technologie, sensortechnologie en ICT als enabling technologieën die de trend van kleinschalige zorg en zorg op afstand technisch mogelijk maken. Hierbij gaat het onder andere om nieuwe domoticatoepassingen, thuisdiagnose en zelftoediening van medicijnen. Informatisering vraagt om productontwikkeling op het snijvlak van ICT, de care en de cure: uitwisseling van patiëntgegevens (EPD), het inzien van diagnoses en patiëntgegevens door de patiënt zelf. Kansen doen zich ook voor als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen. Te denken valt aan: Ontwikkeling van luxeproducten. Door invoering van het persoonsgebonden budget hebben welvarende ouderen veel te besteden. Doordat zij behoefte hebben aan hoogwaardige particuliere zorg kan er met de ontwikkeling van ‘plusarrangementen’ op deze behoefte ingespeeld worden. Een voorbeeld met betrekking tot dit punt zijn de luxe zorgcomplexen en de toenemende vraag van ouderen naar luxe verpleegzorg. Het thema preventie als groeimarkt benutten: doordat de aandacht steeds meer verplaatst van cure & care naar preventie ontstaan er nieuwe kansen. Doordat deze niche relatief jong en onverzadigd is, zijn er kansen voor ondernemers om innovatieve producten te ontwikkelen. Ook vanuit andere sectoren (foodsector, leisure). Interregionale samenwerking op het gebied van de senioreneconomie: meerder provincies, waaronder de provincie Limburg, zetten actief in op de senioreneconomie. Door strategische allianties aan te gaan met andere partijen kunnen kennis en ervaring uitgewisseld worden. Om de kansen te benutten kunnen tafels op regionaal en subregionaal niveau worden ingericht waaraan mogelijke kanseigenaren vanuit de ondernemers (zowel MKB als grootbedrijf), overheid, instellingen en onderwijs met elkaar de kansen verder uitwerken en vertalen naar concrete businesscases.
5.6
ONTWIKKELING NETWERK- EN CLUSTERVORMING DOOR MATCHMAKING Het uiteindelijke doel van het stimuleren van netwerk- en clustervorming is het vergroten van de innovativiteit en zichtbaarheid van en verbondenheid binnen de sector, hetgeen een impuls geeft voor de concurrentiepositie zowel nationaal als internationaal. Er gebeurt in de regio al veel op dit front. Bedrijven kunnen worden ondersteund bij businessdevelopment vanuit open innovatiesystemen en er wordt veel geïnvesteerd in netwerkvorming, zowel binnen deelsectoren als op de dwarsverbanden. Vooral rond de life sciences en medische technologie zijn er veel goed lopende initiatieven om te komen tot samenwerking. Veel van de activiteiten hebben echter het karakter van netwerkbijeenkomsten, symposia, events, etc. en vaak komen daar dezelfde partijen uit de inner circle op af. Op het gebied van matchmaking is er in de regio nog wat te winnen.
69
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Het verdient aanbeveling ‘een makelaar’ aan te stellen, bijvoorbeeld volgens het model ACT in de Achterhoek (Achterhoeks Centrum voor Technologie). Dit is een beproefde methode die in steeds meer regio’s wordt geïmplementeerd. Ondernemers worden op gezamenlijke ambities en behoeften bij elkaar gebracht door een makelaar en daarmee wordt businessdevelopment bevorderd. Een dergelijk matchmaker zou ook voor de healthsector kunnen worden aangesteld. Het succes zit in de proactieve, outreachende benadering, waardoor ondernemers meer dan nu het geval is, worden bereikt en betrokken. Het dient een initiatief te zijn voor en door ondernemers. Zo kan ook de grote middengroep van (MKB)bedrijven worden betrokken in de ontwikkeling van de healthsector. Op internationale schaal loopt al een matchmakinginitiatief via het Enterprise Europe Network, uitgevoerd door de EVD, SenterNovem en Syntens. Dit is het nieuwe EUnetwerk om MKB-bedrijven te helpen bij internationale activiteiten en leggen van contacten op het gebied van internationale innovatie en Europese expansie.
5.7
PRODUCTIVITEIT EN PRODUCTIVITEITSGROEI Momenteel groeit de healthsector, en met name de cure en de care, nog vooral door meer mensen aan te nemen. De productiviteit is relatief laag en de ontwikkeling daarin is benedengemiddeld. Op termijn gaat dit problemen opleveren. Wanneer de economie weer aantrekt is de huidige ruimte op de arbeidsmarkt snel verdwenen en zal er weer sprake zijn van krapte. Als ook op de lange termijn de beroepsbevolking gaat krimpen en de zorgvraag zal stijgen, moet de zorg op een andere wijze worden aangeboden. Dit is een structureel probleem dat losstaat van de huidige economische crisis. Schaalverkleining en extramuralisering van met name de care vraagt om oplossingen die minder arbeidsintensief zijn en die de arbeidsproductiviteit verhogen. Oplossingen kunnen daarbij niet alleen worden gevonden in technologie (zorg op afstand, domotica, vereenvoudigen en verkorten van procedures), maar ook dient er een intensievere samenwerking te worden gezocht met nabijgelegen zorgaanbieders in de eerste- en tweedelijn, opdat de workload evenwichtiger en efficiënter verdeeld wordt. Initiatieven gericht op een efficiëntere en effectievere inzet van personeel verdienen voorrang bij innovatie en dienen actief te worden bevorderd. Bij voorkeur dient dit op subregionaal niveau te worden opgepakt.
5.8
NIEUWE PROGRAMMA’S NIEUWE KANSEN Nieuwe (inter)nationale programma’s bieden nieuwe kansen voor de healthsector in de regio. Recentelijk is de landelijke maatschappelijke innovatieagenda Gezondheid opgesteld (ZIP/p.31), waarin vier programmalijnen zijn voorgesteld: Intersectoraal experimentenbeleid; Meer ondernemerschap in de zorg; Kennis voor gezondheid; Aanpakken van verkeerde regels. Deze maatschappelijke innovatieagenda wordt momenteel omgezet in een concreet programma.
70
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Met name de eerste drie lijnen bieden kansen voor een regionale vertaling. De regio kan hier aan het rijk laten zien welke bijdrage zij kan leveren aan de landelijk geformuleerde opgaven. Ook het door het ministerie van VWS aangekondigde en op de zorg gerichte Innovatieprogramma Dromen, Denken en Doen biedt aanknopingspunten voor de regio. Preventie is hier een belangrijk item en met name op dit terrein springt het kamergebied Brabant er positief uit. Om vanuit de regio te laten zien welk bijdrage kan worden geleverd aan de door het rijk geformuleerde opgaven dienen ondernemers, instellingen, overheid en onderwijs bij elkaar te worden gebracht op de vanuit het landelijke programma gedefinieerde thema’s. Dit met het doel om de regio als één van de koplopers te positioneren èn om aansluiting te hebben bij het landelijke programma.
5.9
TECHNOCENTRUM VOOR DE ZORG De mismatch tussen vraag en aanbod in de zorg vertoont veel overeenkomsten met die in de techniek en is zowel kwantitatief als kwalitatief van aard. In de komende jaren zal niet alleen geïnvesteerd moeten worden in een hogere arbeidsproductiviteit (zie 5.7), maar ook in meer en beter opgeleid personeel. Voor het thema techniek zijn er in Nederland de zogenaamde technocentra beschikbaar die als doel hebben de match tussen vraag en aanbod te bevorderen en de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en ondernemers te stimuleren door netwerken op te richten en projecten te entameren. Een dergelijke formule zou ook zeer goed op de zorg toegepast kunnen worden. In meerdere regio’s in Nederland wordt hier reeds over nagedacht. Het kamergebied Brabant zou de eerste regio kunnen zijn waar een dergelijke structuur daadwerkelijk opgezet wordt. De ondernemers en onderwijsinstellingen blijven primair eigenaar van de opgave, maar worden daarin ondersteund door een makelende en schakelende partij.
5.10
SOCIALE INNOVATIE Sociale innovatie levert meer rendement op dan investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Binnen de Nederlandse Life Sciences en Medische Technologie wordt ongeveer 30% van het innovatieve succes bepaald door R&D investeringen. 70% wordt uiteindelijk bepaald door innovatie op het gebied van management, bedrijfsorganisatie-inrichting en samenwerkingsverbanden. Door sociale innovatie binnen de healthsector te stimuleren is er veel te winnen op innovatief gebied. In dit kader kan ook aansluiting worden gezocht bij plannen van onder andere de provincie Noord-Brabant op het gebied van sociale innovatie. De provincies Noord-Brabant, Zeeland en Limburg beschikken over Bedrijfsgerichte regeling Sociale Innovatie (BSI). Deze regeling ter bevordering van sociale innovatie in MKB-bedrijven heeft een looptijd van 2009-2011. PSW monitort de regeling inhoudelijk, en subsidietoekenning en de financiële afwikkeling vindt plaats via Stimulus.
71
BIJLAGE 1. DEFINITIE HEALTHSECTOR (SBI 1993) Cure 85111 85112
Academische ziekenhuizen Algemene Ziekenhuizen
85113 85114
Revalidatie Categorale ziekenhuizen
85115 85121
Geestelijke gezondheidszorg Medische praktijken, huisartsen
85122 85123
Psychiatriepraktijk Medisch specialistische praktijk
85131 85132
Tandheelkundige praktijken Kaakchirurgenpraktijk
85133 85141
Orthodontisten Verloskundigenpraktijken
85142 85143
Praktijken van fysiotherapeuten/diëtisten Praktijken van oefentherapeuten
85144 85145
Praktijken van psychotherapeuten en psychologen Praktijken van paranormale, alternatieve genezers
85151 85152
Abortusklinieken Oncologische en radiotherapeutische klinieken
85153 85154
Privéklinieken en zelfstandige behandelcentra zonder overnachting Gezondheidscentra
85155
Overige instellingen voor curatieve en Somatische gezondheidszorg zonder overnachting
85156
Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg zonder overnachting
Care 85311
Verpleeghuizen
85312 85313
Gehandicaptenzorg (huizen voor gehandicapten) Verzorgingshuizen
85314 85315
Jeugdzorg waarbij huisvesting Maatschappelijke opvang volwassen
85316 85321
Internaten, herstellingsorde Dagverblijven voor gehandicapten
85322 85321
Dagverblijven voor jeugdzorg Dagverblijven voor gehandicapten
85322 85323
Dagverblijven voor jeugdzorg Jeugdzorg
85324 85331
Thuiszorg Kinderopvang
85332 85333
Algemeen maatschappelijk werk Specifiek maatschappelijk werk
85334 85335
Sociaal-pedagogische diensten Welzijn ouderen
72
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
85337
Brede welzijnsinstellingen
85341 85342
Zelfhulpgroepen en onderlinge begeleiding Exploitatie van gemeenschaps- en dorpshuizen, wijkcentra, jeugdgebouwen e.d.
Farmaceutische industrie 2441
Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen
2442
Vervaardiging van farmaceutische producten (excl. grondstoffen)
Medische technologie 33101
Tandtechnische bedrijven
33102
Vervaardiging van medische apparatuur en instrumenten en overige orthopedische artikelen
3543
Vervaardiging van invalidenwagens
Handel 5231
Apotheken
52322 51461
Winkels in medische en orthopedische artikelen Groothandel in farmaceutische producten
51462
Groothandeling in medische en tandheelkundig instrumenten, verpleeg artikelen
51475 51877
Groothandel in optische artikelen Groothandel in meet- en regelapparaten
52272 52321
Detailhandel in reformartikelen Detailhandel in drogisterijartikelen
52322 52482
Detailhandel in medische en orthopedische Artikelen Detailhandel in optische artikelen
Wellness 93022 9304
Schoonheidsverzorging, pedicures en manicures Sauna, fitnesscentra, zonnebanken, bronnen e.d.
Overige diensten (preventie, facilitair) 85162 85171
Instellingen openbare preventieve gezondheidszorg Medische laboratoria, bloedbanken en overige instellingen voor
85173
behandelingsondersteunend onderzoek Ambulance diensten Overkoepelende organen, samenwerkings- en adviesorganen op het gebied
85174
van gezondheidszorg Overige gezondheidsondersteunende diensten
Financiers 66011 6603
Levensverzekeringen Schadeverzekeringen
75301
Verplichte sociale ziektekostenverzekeringen
73
B&A CONSULTING BV
HEALTHSECTOR KAMERGEBIED BRABANT: EEN VERKENNING VAN AARD, OMVANG EN KANSEN
Kennis 73103 7320
Medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschap. speur- en ontwikkelingswerk
74