De Great White Fleet. Een voorbeeld van Roosevelts machtpolitiek?
1
Eindscriptie Geschiedenis, specialisatie Amerikanistiek. Student: Jop de Kwaadsteniet Begeleider: Dr. Jaap Verheul Datum: 29 mei 2007 Studentnummer: 0040177 1
Mort Kunstler 1977 painting “The Great White Fleet Sails”
Inhoudsopgave
1. Voorwoord
2
2. Inleiding
3
3. Hoofdstuk 1: Roosevelts buitenlandse politiek
6
4. Hoofdstuk 2: Roosevelts vlootpolitiek
16
5. Hoofdstuk 3 De Great White Fleet
27
6. Hoofdstuk 4 Perceptie van de Great White Fleet
42
7. Conclusie
54
8. Literatuurlijst
56
2
Voorwoord Het is een lang en moeizaam traject geweest. Maar uiteindelijk is het resultaat voldoende. Ik heb de afgelopen tijd veel steun gehad. Ik wil iedereen die mij gesteund heeft bedanken. Mijn scriptie begeleider Dr. Jaap Verheul voor zijn kritische maar rechtvaardige opmerkingen. Mijn vrienden: Bram, Ewoud, Mirjam, Matthijs, Bert, Frans, Abel en Eva die mij hebben gestimuleerd om de scriptie af te maken. Ook wil ik mijn familie bedanken voor hun geduld, begrip en liefde. Maar vooral wil ik Christine bedanken. Zonder haar steun en liefde was dit me nooit gelukt.
3
Inleiding Theodore Roosevelt was bijna twee termijnen president van de Verenigde Staten van Amerika. Nadat hij in 1900 tot vice-president en running mate van William Mckinley was gekozen, werd hij na de moord op Mckinley in september 1901, op 42-jarige leeftijd, de jongste president van de Verenigde Staten van Amerika. Al in zijn eerste termijn als president bleek dat Roosevelt vol initiatieven en energie zat. Zijn ideeën over het presidentschap en de macht die dit ambt met zich meebracht werden al snel duidelijk. Roosevelt was de eerste president die er daadwerkelijk in slaagde om de federale overheid krachtiger te laten optreden. Hij probeerde bijvoorbeeld de macht van de federale overheid ten opzichte van grote Amerikaanse bedrijven te vergroten. Maar vooral internationaal was Roosevelt actief. Zo slaagde hij er in 1902 in om het land voor de bouw van het Panamakanaal in het bezit van de Verenigde Staten te krijgen. Bovendien formuleerde hij in 1905 de Roosevelt Corollary als aanvulling op de Monroe Doctrine. Volgens Roosevelt impliceerde de Monroe Doctrine dat de Verenigde Staten het recht had in te grijpen in landen in Midden- en Zuid-Amerika. Daarnaast was hij een vredesonderhandelaar in de RussischJapanse Oorlog van 1905 en organiseerde hij de Algeciras conferentie om het conflict tussen Duitsland en Frankrijk over Marokko op te lossen. Voor zijn rol als vredesonderhandelaar in de Russisch-Japanse Oorlog ontving Roosevelt in 1905 de Nobelprijs voor de vrede. Maar zijn meest opmerkelijke actie was wellicht het uitzenden van de Great White Fleet. Vanaf december 1907 tot februari 1909 stuurde hij als symbool van de macht van de Verenigde Staten een opvallende vloot de wereld rond. Door deze witte vloot de hele wereld rond te laten varen, wilde Roosevelt laten zien waartoe Amerika in staat was. Roosevelts buitenlandse politiek was gebaseerd op de uitbreiding van de macht van de Verenigde Staten. Toen Colombia in 1903 het gebied rond het beoogde Panamakanaal niet wilde afstaan organiseerde de president een opstand. Deze opstand wierp de Colombiaanse regering en de machthebbers van het gebied omver en gaf de Verenigde Staten het recht om door het land een kanaal te bouwen. Hoewel de Verenigde Staten al vanaf 1898 een zekere imperialistische koers voeren, heeft Roosevelt presidentschap hier een specifieke rol in gespeeld. Zoals het Panamaconflict laat zien, gebruikte Roosevelt zijn presidentiële macht om de macht van de Verenigde Staten te vergroten. In tegenstelling tot zijn voorgangers gebruikte hij zijn macht als opperbevelhebber van het Amerikaanse leger om in te grijpen waar hij dat nodig vond. Een van de speerpunten van Roosevelts machtspolitiek was zijn vlootpolitiek.
4
Al voordat Roosevelt president werd, was hij buitengewoon geïnteresseerd in het leger en in het bijzonder de vloot. In 1881 publiceerde Roosevelt zijn boek The Naval War of 1812. De marine vond Roosevelts boek zo belangrijk dat het op elk marineschip aanwezig was. Met de publicatie van het boek werd Roosevelt bekend als een groot voorstander van een sterke marine. Het boek werd bovendien gepubliceerd op het moment dat het congres debatteerde over de zwakke kustverdediging van de Verenigde Staten. Volgens Roosevelt was een grote en machtige vloot de belangrijkste voorwaarde voor de expansie van Amerika. In 1897 werd Roosevelt onderminister van de Marine. In die hoedanigheid ijverde hij voor een grotere en machtigere marine en was hij voorstander van een oorlog tegen Spanje. Ook als president ijverde hij voor uitbreiding van de vloot van de Verenigde Staten. Zowel in zijn eigen tijd als tegenwoordig heeft Roosevelt veel kritiek gehad op zijn imperialistische machtspolitiek. Binnen de academische wereld is Roosevelt onderwerp van discussie. Eèn van Roosevelts bekendste uitspraken is "Speak softly and carry a big stick." Volgens critici van Roosevelt had hij een eenzijdig wereldbeeld waarin strijdkrachten uiteindelijk de doorslag gaven bij internationale conflicten. Roosevelt zou daarom te veel gedreigd hebben de macht van de Amerikaanse strijdkrachten in te zetten en te weinig oog hebben gehad voor diplomatie. Zelfs voorstanders van Roosevelt zijn geneigd te geloven dat dit de basis van zijn diplomatie was. Voorstanders van Roosevelt wijzen er echter op dat hij hoewel hij een machtspoliticus was, in werkelijkheid veel subtieler handelde. Roosevelt heeft als president meer conflicten voorkòmen dan veroorzaakt. Roosevelts presidentschap wordt wel het eerste moderne presidentschap van de Verenigde Staten genoemd. Zijn actieve buitenlandse beleid, het inrichten van een perskamer in het Witte Huis en het sluiten van presidentiele verdragen zijn daar voorbeelden van. Roosevelt is tegenwoordig bij de Amerikaanse bevolking een van de meest populaire presidenten. Ook binnen de academische wereld is hij populair. Lange tijd was men zeer kritisch over Roosevelt als president. Vooral Roosevelts buitenlandse politiek heeft voor veel discussie gezorgd. Hij zou te veel een machtspoliticus zijn en te weinig oog hebben voor de geopolitieke verhoudingen in de wereld. Over zijn buitenlandse politiek is zeer veel geschreven. Door voorstanders wordt hij geroemd om zijn buitenlandse beleid, door critici wordt juist zijn buitenlandse beleid bekritiseerd. Maar niet alleen zijn buitenlandse beleid is onderwerp van discussie geweest. Ook over de Great White Fleet is veel discussie. Roosevelt noemde de reis van de Great White Fleet een van zijn grootste gebeurtenissen tijdens zijn presidentschap. Volgens sommige 5
academici, bijvoorbeeld Robert A. Hart, was de wereldreis van de Great White Fleet de grootste mislukking van zijn presidentschap. Volgens bijvoorbeeld Thomas Lohr, was de wereldreis juist het hoogtepunt van Roosevelts ambtstermijn. Hoewel de machtspolitiek van Roosevelt en de Great White Fleet afzonderlijk van elkaar al onderwerp van discussie zijn geweest zijn deze nog niet vaak gecombineerd. Door dat wel te doen kunnen mogelijk nieuwe inzichten naar voren komen. Welke doelstellingen had Roosevelt in het uitzenden van de White Fleet en hoe paste deze doelstellingen in Roosevelts machtspolitiek? Wat was de perceptie op de vloot in het buitenland, en welke gevolgen heeft dat gehad? Heeft Roosevelts vlootpolitiek de positie van De Verenigde Staten in de wereld bepaald en kan zijn vlootpolitiek gezien worden als het begin van machtspolitiek van de Verenigde Staten? Deze vragen zijn ook voor onze eigen tijd zeer relevant, want de Verenigde Staten is nog steeds het machtigste land ter wereld en het Amerikaanse leger is wereldwijd actief. Amerika’s positie als politieagent van de wereld wordt door sommige mensen en landen verafschuwd, maar door anderen verheerlijkt.
6
1. Roosevelts buitenlandse politiek Evenals zijn voorganger McKinley, voerde Roosevelt als president een buitengewoon actief buitenlands beleid. Tijdens McKinleys presidentschap had de Verenigde Staten een actieve rol in de buitenlandse politiek gespeeld. Zo werd in 1898 Hawaï geannexeerd en vond de SpaansAmerikaanse oorlog plaats. De overwinning in deze oorlog gaf de Verenigde Staten de controle over de Filippijnen en maakte van Cuba een protectoraat. In 1900 vochten Amerikaanse en Europese troepen samen in China tegen een nationalistische beweging, later bekend als de “Boxer beweging,” die alle buitenlandse invloeden uit China wilde verdrijven.2 Zoals uit de annexatie van Hawaï en de Spaans-Amerikaanse oorlog blijkt was de Verenigde Staten al vanaf 1898 een expansionistische koers gaan varen. Bovendien zocht de Verenigde Staten aan het einde van de 19e eeuw naar een eigen identiteit. Het was een jonge staat, een grootmacht in ontwikkeling, zowel economisch als politiek als militair. Ideeën over het te voeren buitenlandse beleid moesten worden aangepast aan de nieuwe mogelijkheden. Maar Roosevelts buitenlandse beleid was geen kopie van het beleid van zijn voorganger. Hij had een heel specifieke visie op het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten. Zijn buitenlandse politiek wordt ook wel het nieuwe imperialisme genoemd.3 Wat deze visie was en vanuit welke overtuigingen deze gevoerd werd, zal in dit hoofdstuk worden besproken. Om een compleet beeld van Roosevelts buitenlandse politiek te krijgen zal eerst zijn ideologische achtergrond beschreven worden en zijn daaruit voortgevloeide buitenlandse beleid. Daarna komen specifieke buitenlandse gebeurtenissen tijdens zijn presidentschap aan bod, zoals het Panamakanaal, de Russisch-Japanse Oorlog en de Roosevelt Corollary.
2
http://www.americanpresident.org/history/theodoreroosevelt/biography/ForeignAffairs.common.shmtl (laatst
geraadpleegd: 10 okotober 2006). 3
Frank Ninkovich, The United States and Imperialism (Malden 2001) 5.
7
Roosevelts visie “Speak softly and carry a big stick” is één van de meest bekende uitspraken van Roosevelt. Deze uitspraak geeft in het kort weer wat Roosevelt als de ideale buitenlandse politiek zag. Volgens Roosevelt kon de Verenigde Staten zijn doelen het beste bereiken door diplomatie te voeren maar dan wel met een sterke militaire macht achter de hand. Roosevelt voerde een nieuwe imperialistische koers. Deze koers hield in dat hij de mogelijkheden voor machtsuitbreiding die de Verenigde Staten in het buitenland zag, benut moesten worden. Een actief buitenlands beleid was daarbij cruciaal. De Verenigde Staten was op zoek naar economische markten en strategische gebieden. Bovendien was Roosevelt ervan overtuigd dat sommige landen opgevoed moesten worden. Roosevelt maakte daarbij een onderscheid tussen geciviliseerde en ongeciviliseerde landen. Volgens de president moesten sommige landen geholpen worden om in de vaart der volkeren mee te gaan. Vanaf Roosevelts presidentschap is het onderscheid tussen geciviliseerde landen en ongeciviliseerde landen in de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten één van de kerngedachten gebleven.4 De wens om mensen en landen op te voeden kwam voort uit de progressieve beweging die aan het einde van de 19e eeuw in de Verenigde Staten zijn hoogtij dagen vierde. Deze beweging van voornamelijk welgestelde protestants-christelijke en blanke Amerikaanse burgers, was van mening dat de samenleving maakbaar was. Als de progressieve burgers het goede voorbeeld gaven en de overheid, die daarin het initiatief moest nemen, steunde, zou de samenleving en daarmee het hele land, daar baat bij hebben. De bevolking zou zijn geholpen met een gedegen christelijke opvoeding. Op het vlak van de buitenlandse politiek betekende dit, dat Roosevelt zou ingrijpen als hij dit noodzakelijk achtte.5 Roosevelt wilde de invloed van de Verenigde Staten op de rest van de wereld vergroten. Dit was van economisch belang voor de Verenigde Staten maar ook voor de rest van de wereld. In de eerste plaats maakte Roosevelt gebruik van de diplomatieke mogelijkheden. Als deze niet het beoogde effect hadden, gebruikte hij zijn positie als opperbevelhebber van het Amerikaanse leger om zijn doelen te bereiken. Hij vond het congres en de senaat niet geschikt voor het voeren van een goed buitenlands beleid.6 Volgens Roosevelt moest de president daarom meer macht krijgen. Hij heeft dan ook een aantal keer 4
Walter Lafeber, The Cambridge History of American Foreign relation. II. The American Search for
Opportunity, 1865-1913 (New York 1993) 188 en Ninkovich, The United States and Imperialism, 91. 5
Lafeber, History of American Foreign relation, 184.
6
Ninkovich, 108.
8
buiten het congres en de senaat om, zijn macht als opperbevelhebber van het leger gebruikt. Roosevelt maakte gebruik van de in de grondwet vastgelegde rechten. Daarnaast sloot hij presidentiele verdragen (executive agreements) met andere landen. Deze verdragen werden zonder goedkeuring van het congres en de Senaat gemaakt, maar hebben voor het international recht dezelfde betekenis als de verdragen die door de Senaat zijn geratificeerd. 7 Daarmee heeft hij een precedent geschapen voor de presidenten na hem. Om een effectief buitenlands beleid te voeren moest de federale overheid sterk gecentraliseerd worden. Roosevelts buitenlandse beleid had dus ook een grote invloed op het binnenlandse beleid. Hij begreep dat er een synergie bestond tussen zijn buitenlandse en zijn binnenlandse beleid. Vanuit zijn progressieve achtergrond was Roosevelt ervan overtuigd dat de bevolking zijn beleid moest begrijpen. Om dit te bereiken maakte hij gebruik van de pers, door bijvoorbeeld een perskamer te bouwen in het Witte Huis.8 Vanwege zijn beroemde uitspraak “Speak Softly en Carry a Big Stick” word hij door sommigen gezien als een machtspoliticus, die maar al te graag de militaire macht van de Verenigde Staten gebruikte om druk uit te oefenen op andere landen. Anderen benadrukken dat Roosevelt geen grote conflicten heeft veroorzaakt en de Verenigde Staten niet in een oorlog heeft betrokken. Zijn machtspolitiek zou subtieler zijn dan over het algemeen wordt gedacht. Historici hebben de nadruk gelegd op de verschillende aspecten waarop Roosevelts buitenlandse politiek gebaseerd zou zijn Volgens sommige historici lag Roosevelts conservatisme aan de basis van zijn buitenlandse beleid, anderen denken dat zijn geloof in langzame verandering, wat volgens hem vooruitgang betekende, aan de basis lag van zijn buitenlandse beleid. Anderen zijn tot conclusie gekomen dat Roosevelt zich zeer bewust was van de machtsbalans en dat dit zijn centrale idee was waarop zijn buitenlandse politiek gebaseerd werd, of dat civilisatie de kern van zijn buitenlandse beleid bepaalde. 9
Panamakanaal 7
Lafeber, History of American Foreign relations, 206.
8
Lafeber, 188.
9
Ibidem, 183.
9
Tijdens de Spaans-Amerikaanse oorlog was voor Roosevelt duidelijk geworden dat een kanaal door Midden-Amerika noodzakelijk was voor de Verenigde Staten. Zowel militair als commercieel was een snellere verbinding tussen de oostkust en de westkust van de Verenigde Staten zeer gewenst. Tijdens de oorlog deden schepen vanaf de westkust naar Cuba twee maanden over de reis. In 1901 had John M. Hay, de minister van Buitenlandse zaken van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië gedwongen om de tweede Hay-Pauncefote Treaty te tekenen. Dit verdrag gaf de Verenigde Staten het alleenrecht op het bouwen van en controle over een kanaal dat de Atlantische Oceaan en Grote Oceaan met elkaar zou verbinden. 10 Nadat Roosevelt president was geworden was het niet de vraag òf het kanaal er zou komen, maar waar. Zowel Nicaragua als Panama, wat toen nog een provincie van Colombia was, werden als optie genoemd. Een Franse firma had de rechten om een kanaal aan te leggen op het grondgebied van Panama. In 1902 hielpen de eigenaren van deze firma, Philippe Bunau-Varilla en William Cromwell, het Spooner Amendement door de Senaat te krijgen. Dit Amendement gaf de president het recht om de Franse firma $40 miljoen te betalen en de rechten voor het kanaal van Colombia te kopen. In het Hay-Herrán verdrag uit 1903 werd afgesproken dat de Verenigde Staten Colombia $10 miljoen en jaarlijks $250.000 zouden geven voor de rechten. De Colombiaanse regering weigerde echter het voorstel te ondertekenen. 11 Roosevelt was zeer verbaasd en geërgerd. In samenspraak met het ministerie van Buitenlandse Zaken en de president organiseerden, Bunau-Varilla en Cromwell een Panamese revolutie, op het moment dat er een oorlogsschip van de Verenigde Staten voor de kust van Panama lag. Hierdoor konden de Colombiaanse troepen niet landen in het crisisgebied en kon het succes van de revolutie worden veiliggesteld. Hay sloot direct een verbond met de nieuwe Panamese machthebbers. Dit gaf de Verenigde Staten het recht op het land dat nodig was voor de aanleg een kanaal. Panama ontving $10 miljoen en daarnaast jaarlijks $250.000 voor de rechten. Roosevelt had het hele plan buiten de Senaat om op touwen gezet. In eigen land en in andere landen, voornamelijk in Midden Amerika, kwam veel kritiek op het handelen van de
10
Richard H.,Collin, Theodore Roosevelt’s Caribbean. The Panama Canal, the Monroe Doctrine and the Latin
American Context (Baton Rouge 1990) 175. 11
Collin, Theodore Roosevelt’s Caribbean, 216-217.
10
Verenigde Staten. Het verdrag dat Hay had opgesteld kwam dan ook met moeite door de Senaat. 12 Roosevelt was de eerste president die tijdens zijn presidentschap de Verenigde Staten verliet. In 1906 reisde de president naar Panama om de vorderingen van de aanleg van het kanaal te bekijken. Volgens Roosevelt was de aanleg van het Panama Kanaal één van zijn grootste verdiensten als president. 13 Dit is niet verwonderlijk. Het past in de ideologie die ten grondslag lag aan zijn buitenlandse politiek. Roosevelt was een voorstander van diplomatie maar wel met een militaire macht achter de hand. Nadat de diplomatieke onderhandelingen op een mislukking uitliepen, Colombia weigerde immers het Hay-Herrán verdrag te onderteken, gebruikte Roosevelt de militaire macht van de Verenigde Staten om zijn doel te bereiken. Roosevelt kon het optreden van de Verenigde Staten rechtvaardigen door te verwijzen naar de Monroe Doctrine en de interpretatie die hij daaraan had gegeven in wat later bekend werd als de Roosevelt Corollary. De bevolking van Panama wilde een soevereine staat oprichten. De Verenigde Staten hielp de bevolking bij het bereiken van dit doel en kreeg daar de rechten van het kanaal voor terug.
Roosevelt Corollary 12
Ninkovich, 110.
13
http://www.britannica.com/eb/article-8430/Theodore-Roosevelt (laatst geraadpleegd: 10 oktober 2006).
11
In 1904 ging de regering van de Dominicaanse Republiek failliet. Theodore Roosevelt vreesde dat Duitsland en andere naties met militaire middelen hun geld zouden komen opeisen. De Dominicaanse Republiek had namelijk veel schuld bij Duitsland en andere Europese landen. Om ervoor te zorgen dat deze landen niet militair zouden ingrijpen verklaarde Roosevelt in een lezing aan het congres dat uit de Monroe doctrine kon worden geconcludeerd dat de Verenigde Staten wèl kon ingrijpen in het westelijke halfrond. Roosevelt duldde geen andere mogendheden in de omgeving van de Verenigde Staten . Hij concludeerde dat de Verenigde Staten het recht had om in te grijpen in landen in het westelijke halfrond als deze landen de regio in gevaar brachten.14 Roosevelt zei onder andere “It is not true that the United States feels any land hunger... as regards to the other nations of the Western Hemisphere save such as are for their welfare. All that this country desires is to see the neighbouring countries stable, orderly, and prosperous.15 Deze lezing en aanvulling op de Monroe Doctrine werd bekend als de Roosevelt Corollary. Zoals blijkt uit het citaat van Roosevelt, was de Verenigde Staten niet uit op kolonisatie van landen in het westelijke halfrond. De Verenigde Staten zou nooit ingrijpen in vrije landen zolang deze zich fatsoenlijk en democratisch zouden gedragen. Maar als landen misbruik zouden maken van hun vrijheid en in Roosevelts ogen zich ongeciviliseerd zouden gedragen, dan hadden geciviliseerde landen het recht om in te grijpen. In overeenstemming met de Monroe Doctrine zou dit betekenen dat de Verenigde Staten genoodzaakt was, in te grijpen in ongeciviliseerde landen in het westelijke halfrond. De Verenigde Staten zou dit liever niet doen, maar als er geen andere keus was zou het land als internationale politiemacht ingrijpen. 16 Roosevelt formuleerde dit principe als volgt: “It is a mere truism to say that every nation, whether in America or anywhere else, which desires to maintain its freedom, its independence, must ultimately realize that the right of such independence can not be separated from the responsibility of making good use of it.”17
Dominicaanse Republiek
14
Ninkovich, 119.
15
Theodore Roosevelt, Roosevelt Corollary. http://www.ourdocuments.gov/ (laatst geraadpleegd: 8 maart 2007).
16
Theodore Roosevelt, Roosevelt Corollary.
17
Ibidem.
12
Een voorbeeld waarbij de Roosevelt Corollary gebruikt werd als rechtvaardiging van interventie was het ingrijpen van de Verenigde Staten in de Dominicaanse Republiek. De Dominicaanse Republiek had al lang de belangstelling van de Verenigde Staten. Het eiland lag op een strategische plaats in de Cariben. Toen in 1904 zoals gezegd de Dominicaanse Republiek failliet ging, was dat een mooie kans voor de Verenigde Staten om in te grijpen. Omdat de Dominicaanse Republiek veel schulden had bij Europese mogendheden was de Verenigde Staten bang dat deze mogendheden militair zouden ingrijpen. Om dit te voorkomen werd de Dominicaanse Republiek onder curatele gesteld. Alle in- en uitvoerrechten moesten aan de Verenigde Staten worden afgestaan. Amerikaanse banken namen de schuld van de republiek over en deze werden via de in- en uitvoorheffingen terugbetaald. Dit alles had tot doel de economie van het land te stabiliseren door de in- en uitvoerrechten te gebruiken om de schulden af te lossen. Zo konden de schulden gegarandeerd afbetaald worden en werd voorkomen dat de Europese mogendheden militair ingrepen.18 Roosevelt rechtvaardigde het ingrijpen in de Dominicaanse Republiek door te verwijzen naar de Roosevelt Corollary. Roosevelt wilde de Dominicaanse Republiek niet annexeren. Het eerste doel van de Verenigde Staten was invloed uitoefenen op de regio en het tweede doel was het uitsluiten van militair ingrijpen door Europese mogendheden. In 1905 sloot de Verenigde Staten een verdrag met de Dominicaanse Republiek. Afgesproken werd dat vijfenvijftig procent van de in- en uitvoerrechten gebuikt zouden worden om schulden af te betalen en vijfenveertig procent om de staatsschatkist van de Dominicaanse overheid aan te vullen. De Senaat weigerde echter het verdrag te ondertekenen. Roosevelt tekende dit verdrag eerst als presidentieel verdrag, buiten de Senaat om. In 1907 ging de Senaat alsnog akkoord. Het gebruik van een presidentieel verdrag, waarbij de stemming in de Senaat door de president naast zich neer werd gelegd, is na Roosevelts presidentschap nog veelvuldig gebruikt.19 De Roosevelt Corollary, het ingrijpen van de Verenigde Staten in de Dominicaanse Republiek en het verkrijgen van de rechten voor het Panama Kanaal hebben in het westelijke halfrond tot op de dag van vandaag invloed gehad. Roosevelts Corollary is door president na Roosevelt gebruikt als legitimatie van interventies in de regio. Het stimuleren van een revolutie zoals in Panama is na Roosevelt nog vaak geprobeerd. Dit heeft tot gevolg gehad dat er veel onvrede is over het beleid van de Verenigde Staten in Midden- en Zuid-Amerika. 20 18
Ninkovich, 118.
19
Ibidem, 121.
20
Lafeber, 200.
13
Azië In Azië streefde Roosevelt naar een machtsbalans en een Open Door politiek. De Open Door politiek betekende dat de Verenigde Staten landen in Azië min of meer dwongen hun grenzen te openen voor Amerikaanse producten. Dit zou de Amerikaanse economie een enorme impuls geven. Roosevelt wilde een machtbalans in Azië creëren die zowel economisch als strategisch gunstig was voor de Verenigde Staten. In 1898 had de Verenigde Staten de Filippijnen in handen gekregen door Spanje te verslaan in de Spaans-Amerikaanse oorlog. Daarnaast had Amerika met Europese mogendheden gevochten tegen Chinese nationalisten, de Boxer opstand. Rusland werd in Azië steeds machtiger en had, door zich te mengen in de Boxer opstand, zijn macht over China uitgebreid. Bovendien gedroeg Rusland zich expansionistisch. Nadat bekend werd dat in Rusland pogroms tegen joden hadden plaatsgevonden, bekoelde de relatie tussen de Verenigde Staten en Rusland.21 Ook Japan zag de dreiging van Rusland en wilde haar greep op Manchuria en Korea behouden. In 1902 tekenende Japan een verdrag met Groot-Brittannië om de macht van Rusland in te dammen. De Verenigde Staten nam niet deel aan het verdrag maar steunde het verdrag informeel wel. Ook Roosevelt zag Rusland als een gevaar en bovendien dacht hij dat de Japanners ook een Open Door politiek wilden in Azië. In 1904 begon Japan een oorlog tegen Rusland en al snel versloeg de Japanse vloot de Russische. Roosevelt was zeer tevreden met de nederlaag die Rusland had geleden. Maar Rusland was nog niet verslagen. Begin 1905 werden steeds meer Russische troepen naar het oorlogsfront gestuurd. De Russische middelen en manschappen waren een te grote macht voor Japan. Dit land zou een langdurige oorlog niet volgehouden hebben. Op 9 januari 1905 kwam de Russische bevolking echter in opstand tegen de Tsaar. Daarnaast verloor Rusland nog een tweede zeeslag van de Japanners. Om het conflict niet verder te laten escaleren organiseerde Roosevelt een vredesconferentie in Portsmouth, New Hampshire. De vredesconferentie maakte een einde aan de Russisch-Japanse oorlog. Roosevelt ontving de Nobelprijs voor de vrede voor het organiseren van de onderhandelingen. Ondanks dit succes kon Roosevelt er niet voor zorgen dat Japan ook het Open Door principe omarmde. Japan was niet onder de indruk van de Verenigde Staten en daarom opende het land haar grenzen niet voor Amerikaanse producten. Japan vergrootte haar macht in Mantsjoerije in het noordoosten van China. Daarnaast was de
21
Ibidem, 202.
14
machtbalans die de Verenigde Staten in Azië wilde, niet gerealiseerd. Wel sloot Roosevelt het Taft-Katsura verdrag af, waarin Japan Amerika’s aanwezigheid op de Filippijnen accepteerde. 22 Europa In tegenstelling tot voorgaande presidenten was Roosevelt ook actief op het Europese continent. Hij was bijvoorbeeld een groot voorstander van het Internationale Gerechtshof te Den Haag. Hij voelde een sterke verbondenheid met Groot-Brittannië en een grote angst voor Duitsland en Rusland. Doordat de Verenigde Staten economisch en militair steeds machtiger was geworden, had het een goede onderhandelingspositie met Engeland. Zo verkreeg de Verenigde Staten in 1901 de rechten voor het aanleggen van een kanaal in Midden-Amerika. Roosevelt zag de meeste Europese mogendheden wel als geciviliseerde landen en daarom had hij een zeker respect voor deze landen. Maar Roosevelt wilde de macht van de Europese mogendheden in het westelijke halfrond wel inperken. Toen onder andere Duitsland in 1903 zijn militaire macht wilde gebruiken om Venezuela te dwingen haar schulden af te lossen, was Roosevelt daar in eerste instantie niet op tegen. Zijn eerste reactie was “If any South American state misbehaves, let the European country spank it.” 23 Toch kwam Roosevelt al snel tot de conclusie dat Venezuela, of welk ander land dan ook, wel haar afspraken na moest komen, maar dat militair ingrijpen van Europese mogendheden niet gewenst was. Roosevelt was bang dat als deze landen eenmaal aanwezig zouden zijn, ze niet meer wilden vertrekken. 24 In Europa speelde Roosevelt, net als in Azië, een rol als vredesonderhandelaar. Roosevelt organiseerde de Algeciras Conferentie in 1906 om het conflict tussen Duitsland en Frankrijk, over Marokko, op te lossen. Duitsland beperkte haar gezichtsverlies en Frankrijk kreeg de controle over Marokko. In Algeciras speelden Amerikaanse diplomaten een cruciale rol. De Verenigde Staten was formeel neutraal in het conflict maar Roosevelt had een duidelijke voorkeur voor Frankrijk. 25 Voor een effectief buitenlands beleid was en sterke vloot noodzakelijk volgens Roosevelt. Tijdens de Panama crisis was de aanwezigheid van de vloot een belangrijke factor 22
Ibidem, 205.
23
Ninkovich, 120.
24
Ibidem.
25
http://www.britannica.com/eb/article-8430/Theodore-Roosevelt (laatst geraadpleegd: 19 oktober 2006).
15
geweest. Roosevelt heeft veel invloed gehad op de vorming van de vloot. Het volgende hoofdstuk zet zijn vlootpolitiek uiteen. Hoewel Roosevelts buitenlandse beleid vaak als machtpolitiek wordt gezien, laten de gebeurtenissen hier beschreven zien dat dit niet altijd het geval was. Roosevelt schuwe het inzetten van het leger niet, maar probeerde in de meeste gevallen toch diplomatieke oplossingen te vinden. Zijn buitenlandse beleid was subtieler en hij was meer bewust van de geopolitieke situatie dan wordt gedacht. Roosevelt benadrukte publiekelijk maar al te graag zijn machtspolitiek, maar achter de schermen voerde diplomatie de boventoon.
2. Roosevelts vlootpolitiek Roosevelt raakte al op jonge leeftijd gefascineerd door de vloot. Als jongetje ging hij vaak naar de punt van Manhattan om de schepen te bewonderen die daar vertrokken en aankwamen. Ook was hij regelmatig te vinden bij de scheepswerven op Manhattan. 16
Bovendien hadden zijn ooms gevochten voor de Confederate Navy, de vloot van de zuidelijke staten tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. De familie Bulloch was tijdens de burgeroorlog beroemd door het heldhaftige handelen van admiraal en geheim agent James Bulloch. Irvine Bulloch was één van de bemanningsleden van de Alabama, een beroemd schip tijdens de burgeroorlog. Roosevelt luisterde graag naar de heldhaftige verhalen van zijn ooms en raakte al op jonge leeftijd overtuigd van de macht van een vloot in oorlogssituaties. 26 Als student bleef Roosevelt geïnteresseerd in de vloot. Hij studeerde geschiedenis en schreef een scriptie over de vlootoorlog van 1812. Na zijn studie breidde hij zijn scriptie uit en werd het gepubliceerd als boek. De belangrijkste conclusie uit het boek was dat de politieke en militaire leiders van de Verenigde Staten hadden gefaald. De Verenigde Staten was niet goed voorbereid op een eventueel conflict. In het vervolg zou de Verenigde Staten moeten zorgen, altijd voorbereid te zijn. Een sterke vloot, op elk gewenst moment direct inzetbaar, was wat de Verenigde Staten volgens Roosevelt nodig had. Maar tot in zijn eigen tijd had de Verenigde Staten een slecht onderhouden en verouderde vloot. Als president zou Roosevelt later proberen de vloot te moderniseren en te vergroten. 27 In 1890 verscheen een boek van Alfred Thayer Mahan, The Influence of Sea power upon History 1660-1763. Mahan was een docent aan de Naval War College. Hij was een groot voorstander van een sterke vloot. Roosevelt schreef een positieve recensie van het boek in de Atlantic Monthly. Volgens Roosevelt toonde Mahan de belangrijkheid van een sterke, goed voorbereide vloot aan. Roosevelt en Mahan hebben veel samengewerkt om Amerikaanse vloot te versterken. Roosevelt heeft in brieven vaak de mening van Mahan gevraagd over zijn vlootpolitiek. 28 In Roosevelts recensie kwam hij tot de conclusie dat: “Our ships should be the best of their kind – this is the first desideratum. But, In addition, there should be plenty of them. We need a large navy, composed not merely of cruisers, but containing also a full proportion of powerful battleships, able to meet those of any other nation. ... It is not economy – it is niggardly and foolish shortsightedness – to cramp our naval expenditures, while squandering money right and left on everything else, from pensions to public buildings.”29 26
Peter Karsten, ‘The Nature of “Influence”: Roosevelt, Mahan and the Concept of Sea Power’, American
Quarterly 23 (Oct., 1971) 585-600, aldaar 595. 27
H.W. Brands, ‘Force Rules the world still’, Naval History 19 (April 2005) 26-31, aldaar 27.
28
http://www.globalsecuriy.org/military/systems/ship/mahan.htm (laatst geraadpleegd: 19 oktober 2006).
29
Theodore Roosevelt geciteerd uit Brands, Force Rules the world still, 2.
17
Al voordat Roosevelt president werd probeerde hij de Amerikaanse vlootpolitiek hoger op de politieke agenda te krijgen. Samen met onder andere Mahan benadrukte hij keer op keer de noodzaak voor een sterkere vloot. Eén van de onderdelen van een sterkere vloot was het creëren van strategische havens op belangrijke geografische plaatsen. Toen Hawaï in 1893 bijna in handen van de Verenigde Staten kwam, was Roosevelt dan ook zeer verheugd. Pearl Harbor zou een goede strategische plaats zijn voor een haven die de vloot zou kunnen ondersteunen. Uiteindelijk werd Hawaï niet geannexeerd, tot ongenoegen van Roosevelt. 30 In 1897 werd Roosevelt benoemd tot onderminister vanVloot. In die hoedanigheid had Roosevelt veel te zeggen over de dagelijkse gang van zaken op het departement. De minister van Vloot, John Long, liet de dagelijkse gang van zaken over aan Roosevelt. Roosevelt trok echter meer naar zich toe. Uiteindelijk zette hij ook de lange termijn politiek uit. Roosevelt trok zijn eigen lijn en luisterde meer naar Mahan dan naar Long en President McKinley.31 Voordat Roosevelt president werd had hij zich duidelijk geprofileerd als voorstander van een sterke vloot. Hij had geprobeerd al zijn invloed te gebruiken om de noodzaak van een sterke vloot te benadrukken. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat Roosevelt tijdens zijn presidentschap de vloot heeft gemoderniseerd. Welke ideeën lagen ten grondslag aan Roosevelt’s vlootpolitiek? Hoe heeft zijn vlootpolitiek gefunctioneerd? Heeft deze de positie van Amerika in de wereld bepaald en kan zijn vlootpolitiek gezien worden als het begin van Amerika machtspolitiek?
Mahan en Roosevelt. Ideeën ten grondslag aan Roosevelts vlootpolitiek "Captain Mahan shows very clearly the practical importance of the study of naval history in the past to those who wish to estimate and use aright the navies of the present." 32 Dit is één van de complimenten die Roosevelt in zijn recensie van Mahans boek heeft geschreven. 30
Brands, 2.
31
Ibidem.
32
Roosevelt, geciteerd uit Brands, 2.
18
Volgens Roosevelt toonde het boek verder aan dat de Verenigde Staten een goed voorbereide, getrainde en geavanceerde vloot nodig had. Kortom een sterkere, grotere en beter georganiseerde vloot was essentieel voor het land. Roosevelt en Mahan raakten na de publicatie van het boek en de recensie met elkaar bevriend. Samen hebben ze geprobeerd om de vlootpolitiek op de politieke kaart te zetten. Roosevelt was de uitvoerende persoon en Mahan de man met de ideeën. Mahan was een autoriteit op het gebied van de vloot, dus het was niet meer dan logisch, dat Roosevelt advies inwon bij Mahan. Roosevelt kon Mahan goed gebruiken om zijn politiek kracht bij te zetten, omdat het advies van een vooraanstaande militaire hoogleraar, zwaar woog. Anderzijds profiteerde Mahan van zijn vriendschap met Roosevelt. Mede dankzij Roosevelt was Mahan een vooraanstaand vlootexpert geworden.33 Ze wisselden veel van gedachten met elkaar en discussieerden over de beste strategie voor de vloot. Vooral tijdens Roosevelts eerste termijn hadden Mahan en Roosevelt veel contact. Tijdens Roosevelts tweede termijn bekoelde de relatie enigszins.34 Een aantal basisideeën over strategie en tactiek lagen volgens Roosevelt ten grondslag aan een succesvolle vlootpolitiek. Deze ideeën komen duidelijk naar voren in Mahans boek en daarom wordt ook wel gezegd dat Roosevelt zijn ideeën ontleende aan Mahan en dat hij een grote invloed heeft gehad op Roosevelt. Maar zoals gezegd was Roosevelt al lang voor het verschijnen van het boek, een groot voortsander van een sterke en machtige vloot. Roosevelts Naval War of 1812 was al eerder gepubliceerd. Daarin concludeerde Roosevelt al dat een goed voorbereide, getrainde en moderne vloot noodzakelijk was voor de Verenigde Staten. Hoewel Roosevelt Mahan meerdere keren in brieven persoonlijk om advies heeft gevraagd betekende dit niet dat Roosevelt deze adviezen ook opvolgde. Sommige historici hebben beweerd dat Roosevelt zijn vlootpolitiek in zijn geheel baseerde op wat Mahan adviseerde, maar Roosevelt had zijn eigen visie op de vlootpolitiek. Ze hadden een evenwichtige vriendschap waarin ze de mening van elkaar respecteerden.35 Roosevelt en Mahan hadden min of meer dezelfde ideeën over de vlootpolitiek. Deze ideeën vormden de basis voor de vlootpolitiek van Roosevelt tijdens zijn presidentschap. Maar omdat Roosevelt als president verantwoordelijk was, was hij gebonden aan het congres en de Senaat. Roosevelt moest dus soms zijn ideeën aanpassen om het congres tegemoet te komen. Mahan had geen politieke verantwoordelijkheid, dus hij kon dezelfde boodschap blijven verkondigen. 33
Karsten, 594.
34
Ibidem, 596.
35
Ibidem, 594.
19
Ten eerste was een vloot, bestaande uit voornamelijk grote oorlogsschepen, noodzakelijk om internationaal een macht van betekenis te zijn. Het uiteindelijke doel van de vloot moest het overwicht op de zeeën zijn. De vloot moest in staat zijn om te kunnen winnen van elke willekeurige vloot, waar dan ook ter wereld. Daarom gaven Roosevelt en Mahan de voorkeur aan een geconcentreerde oorlogsvloot. Om de vloot te kunnen onderhouden en bevoorraden waren havens nodig in handen van de Verenigde Staten. Deze havens moesten op strategische plaatsen gebouwd worden. Hawaï en Kaapstad waren bijvoorbeeld strategische plaatsen voor deze havens. Een waterweg die de Atlantische Oceaan en Grote Oceaan met elkaar verbond was ook van strategisch van belang. Ten tijde van oorlog moest de vloot in staat zijn om andere vloten te verslaan en een maritieme blokkade op te zetten, om zo ook de commerciële scheepvaart te belemmeren. Dit had meer effect dan kleine aanvallen met kruisers op commerciële schepen. Een blokkade zou veel meer schade aanrichten dan een sporadische aanval op commerciële schepen. Om overal op oorlogssterkte te kunnen opereren moesten ten tijde van oorlog de internationale havens in het bezit van de Verenigde Staten beschermd worden, bij voorkeur door bevriende omringende volkeren. 36 Een tweede belangrijke voorwaarde voor een goede vlootpolitiek was een behoedzame overheid. Een overheid die zowel in tijden van vrede alsook in tijden van oorlog de vloot als waardevol onderdeel zag van de internationale politiek en economie. Zonder een behoedzame rol van de overheid, zou de vloot ernstig verzwakt worden. Dit kon worden geconcludeerd door te kijken naar de geschiedenis van de eigen vloot. Tot het midden van de jaren 80 van de 19e eeuw werd de vloot zwaar verwaarloosd. Om verwaarlozing van de vloot te voorkomen, moest het congres en de senaat de vlootpolitiek ondersteunen. De minister van Vloot en het congres moesten zorgen voor onderhoud, uitbreiding en modernisering van de vloot. Daarnaast zou de vloot te allen tijde paraat moeten staan om in tijden van crisis direct in actie te kunnen komen. Een goede militaire training was daarom vereist. De havens moesten gemoderniseerd en onderhouden zijn zodat deze zonder problemen gebuikt konden worden. De regering moest ter ondersteuning van de vloot en in overleg met bevriende naties, strategische havens aanleggen. Volgens Mahan kon de regering dit verantwoorden door te wijzen op het economische belang van overzeese handel. Een goede vlootpolitiek zou zorgen voor economische groei en politieke macht.37
36
Ibidem, 589 en Alfred T. Mahan, Influence of Sea Power Upon History, 1660-1783, 20.
20
Effectieve leiding van de vloot was een derde essentiële element van een succesvolle vloot. De leiding van de vloot zou ten tijde van oorlog snel en onafhankelijk van de politiek risicovolle beslissingen moeten kunnen nemen. Door officieren een degelijke historische opleiding te geven zouden deze in staat moeten zijn om de juiste beslissingen te kunnen nemen. Door effectief en snel handelen zou de vloot altijd een voorsprong hebben op de tegenstander. De vloot moest daarom ook te allen tijde paraat staan. De officieren zouden idealiter ook direct verantwoordelijk zijn voor de gemaakte beslissingen.38 Dit was politiek gezien een lastig punt, waar Roosevelt tijdens zijn presidentschap nog mee te maken zou krijgen. Deze drie elementen vormden volgens Roosevelt en Mahan de basis voor een succesvolle en effectieve vlootpolitiek. Heeft de samenwerking tussen hen dan ook daadwerkelijk gezorgd voor een effectieve vlootpolitiek van de Verenigde Staten?
Roosevelts vlootpolitiek als president Tijdens Roosevelts twee termijnen als president, heeft de vloot veel aandacht gekregen. Dat onder zijn presidentschap, de Verenigde Staten één van de grootse vlootmachten ter wereld werd, is dan ook niet verwonderlijk. In 1907 bestond de vloot uit 16 slagschepen. Volgens de minister van Vloot, was de vloot in gewicht en aantal, de machtigste vloot onder één commando, van alle vloten ter wereld.39 Sommige critici vonden de vloot onevenwichtig, te veel de nadruk werd gelegd op slagschepen. Gezien de geest van de tijd was dit echter niet 37
Jon Sumida, ‘New Insights in old books: The Case of Alfred Thayer Mahan’,
http://www.mtholyoke.edu/acad/intrel/protected/alfred.htm en Mahan, Influence., 22. 38
Mahan, 22.
21
vreemd. Vlootmachten bouwden voornamelijk grote machtige oorlogsschepen.40 Vlak na Roosevelts tweede termijn, werd de Verenigde Staten alweer voorbij gestreefd door Duitsland. Het aantal slagschepen geeft aan dat de vloot van de Verenigde Staten groter werd onder Roosevelt, maar dat zegt niets over de vlootpolitiek van Roosevelts regering specifiek. Wat was het beleid van de regering en hoe werd dit beleid georganiseerd? Welke rol speelden de militaire adviseurs bij het bepalen van dit beleid? Roosevelt heeft zich als president ingezet, het beleid ten aanzien van de vloot positief te beïnvloeden. Tijdens zittingen van het congres, de State of the Union en andere gelegenheden pleitte hij voor een machtiger en efficiëntere vloot. Maar hoe organiseerde Roosevelts regering de vloot. Was zijn vlootpolitiek efficiënt? Eén van de basisgedachten die Roosevelt en zijn ministers van Vloot hadden met betrekking tot het vlootbeleid, was de scheiding tussen het militaire uitgangspunt en het politieke uitgangspunt. 41 Aangezien Roosevelt en de ministers van Vloot geen militaire experts waren, konden zij het vlootbeleid niet zelf bepalen. Militaire experts waren volgens hen beter geschikt om dit beleid uit te zitten. De minister bepaalde zijn militaire vlootbeleid op basis van de adviezen van militaire experts. De minister kon zijn militaire beleid alleen baseren op de ideeën van militaire adviseurs. Roosevelt’s ministers en ondermisters van Vloot lieten hun standpunten vaak verwoorden door militaire adviseurs. Tijdens debatten in het congres werd gewezen op de standpunten van de militaire adviseurs. Onderminister William H. Moody zei in 1903 voor vlootcommissie van het congres: “When I talk about my opinion it is a question of whose opinion I adopt. I cannot have an opinion that is worth very much.”42 De minister van Vloot had volgens Roosevelt twee verschillende functies, een civiele functie en een militaire. De eerste functie kon door de minister zelf uitgevoerd worden. Deze civiele functie had betrekking op de bureaucratie, bemiddeling van de verschillende belangen en het handhaven van een goed en evenwichtig beleid. De militaire functie kon de minister niet zelf bepalen. Om ook de militaire functie van de vlootpolitiek effectief te organiseren was nieuwe wetgeving noodzakelijk en een militair advies orgaan wenselijk. Geen van de 39
Speech van Edward J. Renehan Jr. Tijdens het tachtigste jaarlijkse dinner van de Theodore Roosevelt
Association op 29 oktober 1999, Norfolk. 40
Renehan.
41
Albert C. Stillson, ‘Military Policy Without Political Guidance: Theodore Roosevelt’s navy’, Militairy Affairs
25 (Spring, 1961)18-31, aldaar 20. 42
Stillson,, ‘Military Policy’, 21.
22
voorstellen die de regering voor het congres bracht werden goedgekeurd. Onder Roosevelt kwam er geen generale staf, die in overleg met de minister het vloot beleid kon bepalen. In 1900 was echter al de General Board opgericht. Deze raad werd door de regering gebruikt als adviesorgaan ten aanzien van het vlootbeleid. De General Board had echter geen politieke macht, de regering kon dit advies daarom naast zich neerleggen. In de praktijk kwam het regelmatig voor dat het militaire standpunt en het politieke standpunt niet met elkaar te verenigen was. In deze gevallen werd over het algemeen het politieke standpunt uitgevoerd. Het kabinet was uiteindelijk de eindverantwoordelijke in deze. 43 Hoewel in theorie de regering zichzelf niet capabel achtte om het militaire beleid uiteen te zetten en daarom zijn beleid baseerde op de adviezen van militaire adviseurs, kwam het in de prakrijk regelmatig voor dat de regering beslissingen nam tegen het advies van de militairen in. Zo werd het advies van de General Board om tot 1920 achtenveertig oorlogsschepen te bouwen, door de minister van Vloot naast zich neergelegd. Dit was politiek niet haalbaar en bovendien was de minister van mening dat, gezien de buitenlandse militaire en politieke situatie, een dergelijk grote vloot niet nodig was. Het ministerie van Vloot legde het militaire advies naast zich neer omdat men zichzelf beter instaat achtte de buitenlandse politieke situatie te kunnen beoordelen. Zowel Roosevelt alsook zijn ministers en onderministers van Vloot pleitten regelmatig voor een grotere en sterkere vloot. Zij waren van mening dat dit noodzakelijk was voor de bescherming van de positie van de Verenigde Staten, in de wereld.44 Gezien de vele pleidooien die de president en de ministers en onderministers hielden voor een grotere en sterkere vloot is het verwonderlijk dat zij het advies van de General Board niet opvolgden. Een al eerder genoemde reden is de tegenstand van het congres. Het congres zag niet de noodzaak om de vloot zo enorm uit te breiden. Het was daarom moeilijk om het ambitieuze bouwprogramma door het congres te krijgen. Bovendien baseerde de regering zich meer op de internationale omstandigheden dan op de adviezen van de militaire adviseurs. De tegenstand in het congres en de internationale situatie bepaalden het beleid van de regering. Dit betekende dat het ministerie zijn beleid bepaalde aan de hand van de actuele politieke situatie terwijl de General Board zijn advies baseerde op de lange termijn. Ondanks de adviezen van de militaire adviseurs en ondanks de pleidooien van de regering, werd het ambitieuze beleid niet uitgevoerd45. Dit betekende niet dat de vloot niet uitgebreid en 43
Stillson, 22.
44
Ibidem, 22.
45
Ibidem, 23.
23
gemoderniseerd werd tijdens Roosevelts presidentschap. Sommige jaren volgde het ministerie de adviezen van de General Board en lukte het ook daadwerkelijk om de plannen door het congres te krijgen. Andere jaren baseerde het ministerie zich meer op de buitenlandse politieke situatie. In 1905 was de regering Roosevelt van mening dat de vloot sterk genoeg was en de internationale situatie stabiel. De regering besloot daarom geen nieuwe schepen te laten bouwen. Volgens de regering was het moderniseren van de bestaande vloot voldoende. De regering Roosevelt hield duidelijk rekening met de binnenlandse politieke situatie en baseerde mede daarop haar vloot programma. Vooral Duitsland werd door de Board gezien als een permanent gevaar voor de veiligheid van de Verenigde Staten. Voor de regering was Duitsland wel een gevaar, maar niet permanent en daarom werd niet altijd het advies van de Board gevolgd.46 Tussen 1901 en 1909 gaven de politieke uitgangspunten de doorslag, ondanks het idee dat de regering niet capabel genoeg was om het militaire vlootbeleid te bepalen. Tussen 1901 en 1907 koos de regering een andere koers, na 1907 werd het advies van de Board gevolgd. Het vlootbeleid was erg ondoorzichtig doordat de regering het beleid van de Board dan weer wel en dan weer niet volgde. Van een krachtig leiderschap van de vloot was dan ook geen sprake. Daarvoor was het beleid te ondoorzichtig en te onduidelijk. Bovendien wisselde tijdens Roosevelts ambtstermijn de ministerspost en onderministerspost regelmatig. Dit kwam de effectiviteit van het vlootbeleid niet ten goede. Daarnaast was Roosevelt van mening dat iemand die een beetje intelligent was, de functie van minister en onderminister van Vloot kon uitvoeren. Roosevelt vond deze posities geschikt om te gebruiken voor politieke benoemingen. Daardoor werden mensen benoemd die geen affiniteit hadden met de vloot. Roosevelt was van mening dat hij zelf beter gekwalificeerd was om de juiste beslissingen te nemen, dan zijn ministers en onderministers. Het functioneren van het ministerie werd hierdoor ernstig verzwakt. Roosevelt kon zich immers niet constant met het vlootbeleid bemoeien. Daarnaast tastte zijn bemoeienis het gezag van de ministers van Vloot aan. Roosevelt had regelmatig direct contact met officieren en onderofficieren zonder de minister daarover in te lichten.47 Tijdens zijn presidentschap, werden zes verschillende personen tot minister van Vloot benoemd. De eerste minister van Vloot, John D. Long (1901-02) was benoemd door Roosevelts voorganger. Het was dan ook niet vreemd dat deze al snel vervangen werd. William H. Moody (1902-04) was zijn vervanger. Paul Morsten (1904-05), de derde minister 46
James R. Reckner, Teddy Roosevelt’s Great White Fleet (Maryland 1988) 7.
47
James R Reckner, ‘TR and His Navy’, Naval History 15 (Februari 2001) 40-45, aldaar 42.
24
kwam in opspraak door een omkoopschandaal en de vierde minister, Charles Jerome Bonaparte (1905-1906) bekleedde de functie ook maar kort. Victor H. Metcalf (1906-1908) was de vijfde minister, maar hij werd ernstig ziek. De laatste minister was Truman H. Newberry (1908-1909). Naast al deze marine ministers dienden onder Roosevelt ook vier onderministers. Deze positie werd achtereenvolgens vervuld door Frank Hackett, Charles H. Darling, Victor H. Metcalf en Herbert Satterlee.48 Al deze wisselingen aan de top van het ministerie van Vloot hebben het vlootbeleid geen goed gedaan. De macht van de lagere ambtenaren en legerofficieren werd hierdoor vergroot. Roosevelt had regelmatig rechtstreeks contact met lagere ambtenaren en officieren, buiten de minister en staatssecretaris om. De lagere ambtenaren en legerofficieren kregen daardoor veel macht. De positie van de minister werd hierdoor ernstig aangetast. Doordat sommige officieren in direct contact stonden met de president voelden anderen zich buitengesloten. Dit werkte demoraliserend en zorgde er bovendien voor dat gesproken werd van vriendjespolitiek door de president. Het beleid werd hierdoor ondoorzichtiger en minder efficiënt.49 Het feit dat Roosevelt nauw betrokken was bij het vlootbeleid heeft zowel negatieve als positieve resultaten opgeleverd. Een negatief aspect van Roosevelt’s nauwe betrokkenheid bij het vlootbeleid was, dat het beleid altijd direct verbonden werd aan de president. In zijn eerste termijn had dit geen negatieve effecten omdat zijn relatie met het congres goed was. Maar tijdens zijn tweede termijn werd de relatie met het congres moeilijker. Doordat het vlootbeleid gezien werd als een van de speerpunten van Roosevelts politiek, kon dat tegen hem gebruikt worden. Voor redenen die niets met het beleid te maken hadden, bijvoorbeeld een persoonlijke aversie tegen de president, werden voorstellen door het congres niet aangenomen. Het vlootbeleid had op deze manier te lijden door de directe bemoeienis van de president. 50 Ondanks de problemen die zijn directe bemoeienis hebben veroorzaakt heeft Roosevelt er voor gezorgd dat de vloot groter en sterker was dan ooit te voren. 51 Zoals gezegd liet hij het niet na om van gelegenheden gebruik te maken te pleiten voor een sterkere vloot. Naast de uitbreiding van de vloot moest volgens Roosevelt en zijn ministers van Vloot de infrastructuur en de training van militairen verbeterd worden. Modernisering van de 48
Reckner,’TR’, 42.
49
Reckner, 43.
50
Ibidem, 43.
51
Kathleen Dalton, Theodore Roosevelt. A strenuous life (New York 2002) 325.
25
organisatie en het materiaal waren noodzakelijk. Eén van de belangrijkste aspecten was een goed voorbereidde en getrainde vloot. De vloot moest op elk gewenst moment inzetbaar zijn om ten tijde van crises te kunnen opereren. Verschillende scheepswerven moesten daarom gemoderniseerd worden. Sommige havens moesten uitgediept worden om de grote oorlogsschepen te kunnen ontvangen. Vooral aan de Westkust van de Verenigde Staten waren de havens niet geschikt voor het ontvangen van een oorlogsvloot. Daarnaast moesten voldoende bevoorradingsschepen en bevoorradingshavens gebouwd worden. Om de vloot op volle sterkte te kunnen houden was het noodzakelijk om te allen tijde de schepen te kunnen voorzien van kolen. En om de moraal van het vlootpersoneel hoog te houden was vers drinkwater en gezonde voeding noodzakelijk. Hiervoor was goede organisatie en strenge regelgeving noodzakelijk. Tijdens Roosevelts presidentschap werden maatregelen genomen om dit allemaal goed te organiseren. Zo werd bijvoorbeeld bepaald aan welke kwaliteit ingeblikt voedsel moest voldoen. 52 Om de vloot zo efficiënt mogelijk in te kunnen zetten, was de training van het personeel zeer belangrijk. Volgens Roosevelt was een hiërarchische organisatie voor de vloot het meest effectief. Door het personeel te trainen kon de organisatie verbeterd worden. Bovendien had de vloot zo altijd beschikking over voldoende manschappen die ten tijde van crisis direct inzetbaar zouden zijn. Door nieuwe oorlogstactieken en strategieën te ontwerpen en te oefenen werd de vloot efficiënter.53 Dankzij Roosevelt was de vloot niet meer afhankelijk van vrijwilligers die ten tijde van nood werden opgeroepen, maar had de Verenigde Staten een goedgetrainde voorbereidde vloot. Ondanks een aantal negatieve aspecten van Roosevelts vlootbeleid heeft hij weldegelijk een positieve invloed op de vloot gehad. Dankzij Roosevelt had de Verenigde Staten een grotere en sterkere vloot dan ooit tevoren. Bovendien was de vloot beter georganiseerd en voorbereid te handelen in geval van crisis. Om de macht van de vloot van de Verenigde Staten te tonen stuurde Roosevelt op 16 december 1907 de gehele vloot op een reis rond de wereld. Alle schepen waren witgeverfd om zo meer op te vallen en niet als oorlogsvloot gezien te worden. De vloot bestond uit 16 oorlogsschepen.54 Deze werden ondersteund door zes kruisers, een aantal bevoorradingsschepen, en torpedojagers. Alle zestien oorlogsschepen werden gebouwd tijdens Roosevelt’s presidentschap. Deze wereldreis van de Great White Fleet werd gezien als machtsvertoon van de Verenigde Staten. Nadat de vloot op een wereldtournee was geweest 52
Reckner, 44.
53
Ibidem, 44.
54
Dalton, Theodore Roosevelt, 335.
26
werd de gehele vloot in Atlantische Oceaan gestationeerd. Uit welke schepen de Great White Fleet bestond en welke landen allemaal werden aangedaan zal in het volgende hoofdstuk aan de orde komen. Roosevelt heeft de vloot van de Verenigde Staten duidelijk vergoot en versterkt. Daarnaast heeft hij gezorgd voor een betere en efficiëntere vloot. Door richtlijnen op te zetten voor voedsel en water voorziening, training van personeel, training van tactieken, uitbreiding en modernisering van het aantal schepen, bevoorradingsplekken en havens, heeft de president het vlootbeleid positief beïnvloed. Maar de vele wisseling aan de top van het ministerie van Vloot heeft het beleid negatief beïnvloed. Doordat hij daarnaast buiten de ministers en onderminister om, contact had met officieren en lagere ambtenaren werden de posities van deze bewindslieden uitgehold. Roosevelt gaf deze lagere officieren te veel macht en toonde te weinig respect voor zijn minsisters en onderministers. Het vlootbeleid heeft daaronder geleden. Tijdens zijn presidentschap waren de beleidslijnen onduidelijk, inefficiënt en ondoorzichtig. Ook het onderscheidt tussen het militaire en het politieke standpunt zorgde voor verwarring. 55 Soms werd het militaire standpunt gevolgd, maar meestal het politieke standpunt. De General Board was een militair advies orgaan zonder bevoegdheden en doordat het congres geen generale staf wilde, had het militaire standpunt te weinig gewicht om het beleid te beïnvloeden.
3. De Great White Fleet “Did you ever see such a Fleet? Isn’t it magnificent? Oughtn’t we all feel proud?”56 was Roosevelts reactie, staand op het presidentiële schip de Mayflower, terwijl de White Fleet voorbij voer . Op 16 december 1907 voeren zestien schepen van de White Fleet vanaf Hampton Roads voor een reis rond de wereld. Volgens Roosevelt was de reis rond de wereld één van de hoogtepunten tijdens zijn presidentschap. De vloot voer de haven van Hampton Roads weer in op 22 februari 1909, vlak voordat Roosevelts tweede termijn als president eindigde. Geheel volgens de ideeën van Mahan werd de vloot niet verdeeld maar werd de hele Atlantische vloot verplaatst naar de Grote Oceaan. Dit was zeer controversieel omdat tot op dat moment de Atlantische Oceaan als het belangrijkst werd beschouwd. Hoe kwamen Roosevelt en zijn minister van Vloot tot dit besluit en onder welke binnenlandse en 55
Stillson, 31.
56
Reckner, Teddy Roosevelt’s, 17.
27
buitenlandse omstandigheden dit werd besloten? Deze vragen zullen eerst beantwoord worden. Daarna zullen de details van de vloot uitvoerig besproken worden. Buitenlandse situatie De relatie tussen Japen en de Verenigde Staten bereikte een dieptepunt in de eerst maanden van 1907. Steeds meer Japanse immigranten kwamen naar de westkust van de Verenigde Staten. Amerikaanse arbeiders waren bang om hun banen te verliezen aan de Japanse immigranten. De Japanse immigranten waren namelijk bereid om voor minder geld te werken. Om de Amerikaanse arbeiders te beschermen werden discriminerende maatregelen genomen. Zo werd voorgesteld om kinderen van Japanse immigranten bijvoorbeeld op speciale scholen te plaatsen. Hoewel Roosevelt probeerde om deze discriminerende wetten tegen te gaan, werd het anti Japans sentiment niet minder.57 Deze discriminerende maatregelen kwam de Amerikaans- Japanse relatie niet ten goede. Aangezien Japan de voorgaande jaren succesvol zijn militaire macht had laten gelden, zorgde de immigratieproblemen voor een precaire situatie. In mei 1907 braken rellen uit in steden aan de westkust vanwege de Japanse immigratie. De immigratie was niet teruggelopen en de gele pers maakte gebruik van de situatie door te speculeren over een mogelijke oorlog met Japan. De angst voor een oorlog met Japan werd breed gedragen. Ook gerenommeerde dagbladen publiceerden artikelen die een oorlog met Japan waarschijnlijk achtten. In 1907 werd Japan gezien als een bedreiging voor de Verenigde Staten. Maar toch was Duitsland volgens Roosevelt en de militaire specialisten de grootste bedreiging voor de Verenigde Staten. Het wantrouwen ten opzichte van Duitland kwam voort uit conflicten rond Manilla Bay in 1898, Venezuela in 1903 en Marokko in 1905. Daarnaast had Duitsland een zeer ambitieus vlootprogramma. Vanaf 1898 had Duitsland een vlootprogramma wat voorzag in sterkere en grotere vloot. 58 Dat Roosevelt besloot de gehele vloot naar de Grote Oceaan te verplaatsen kan in dit opzicht merkwaardig genoemd worden. Tot de rondreis van de White Fleet was de Amerikaanse vloot altijd geconcentreerd in de Atlantische Oceaan. De Europese mogendheden werden immers gezien als de grootste bedreiging voor de Verenigde Staten. De vloot opdelen in één vloot voor de Atlantische Oceaan en één vloot voor de Grote Oceaan was geen optie. Mahans idee dat een vloot geconcentreerd moest worden werd in die tijd door alle
57
Reckner, 6.
58
Ibidem, 2.
28
militaire adviseurs onderschreven. Toch besloot Roosevelt de vloot te verplaatsen.59 Dit had te maken met de situatie in Europa en in de Grote Oceaan. Groot-Brittannië had nog steeds de machtigste vloot ter wereld. Groot-Brittannië had een verbond met Japan gesloten en zag net als de Verenigde Staten, Duitsland als het grootste gevaar. Het verbond, getekend op 30 januari 1902 maakte Japan en Groot-Brittannië veruit de grootste vlootmachten in de Grote Oceaan. Gezien het verbond met Japan kon Groot-Brittannië meer schepen concentreren dicht bij haar eigen kust om zich te kunnen beschermen tegen Duitsland. Doordat Groot-Brittannië haar vloot voornamelijk nabij haar eigen kusten hield, was Duitsland genoodzaakt zich ook op de Europese wateren te concentreren. Deze situatie zorgde voor een tijdelijke machtsbalans in Europa. De tijdelijke Europese machtsbalans maakte de verplaatsing van de Amerikaanse vloot naar de Grote Oceaan mogelijk.60 Gezien de buitenlandse politieke situatie was de keuze om de vloot op een wereldreis te sturen niet merkwaardig. Waarom stuurde Roosevelt de vloot op deze reis. Was de geopolitieke situatie, de symbolische waarde of de training voor de vloot, de belangrijkste reden om de vloot op wereldreis te sturen?61
Binnenlandse situatie Nadat de plannen via de media bekend werden, hield Roosevelt alle opties open. Volgens Roosevelt was het voornamelijk een goede training van oorlogstactieken. De vloot was daarnaast zo indrukwekkend dat Roosevelt ervan uitging dat de bevolking trots zou zijn op de Amerikaanse vloot. Hij hoopte dat de vloot zo populairder dan ooit te voren zou worden en dat de politieke steun voor de uitbreiding van de vloot groter zou worden.62 Alle schepen van de Great White Fleet werden in zijn regeringsperiode opgeleverd.63 Door de vloot de wereld rond te sturen wilde Roosevelt bewijzen dat zijn vlootbeleid succesvol was. Hij wilde De Verenigde Staten en de wereld laten zien dat de vloot zonder problemen een wereldreis kon maken. Daarnaast was de vloot een test om te kijken waartoe de vloot technisch instaat, was 59
Ibidem, 12.
60
Ibidem, 11.
61
Ibidem, 13.
62
Ibidem, 6.
63
http://www.navy.mil/navydata/ships (laatst geraadpleegd: 5 maart 2007).
29
en wat er eventueel verbeterd zou moeten worden. In kranten werden de rederenen voor de reis uitgebreid besproken. De reacties van kranten, politici en de bevolking komen in hoofdstuk 4 aanbod. Ondanks tegenstand van het congres en een tekort aan financiële middelen, werd de vloot via Zuid-Amerika naar de westkust van de Verenigde Staten gestuurd. Hoe de rondreis van de vloot, bekend als de Great White Fleet verliep word hierna besproken. De Route en de vloot De Great White Fleet maakte tussen 16 december 1907 en 22 februari 1909 een reis rond de wereld. De vloot had als vertrekpunt Hampton Roads aan de oostkust van de Verenigde Staten. De rondreis kan in drie etappes ingedeeld worden.64 De eerste etappe was de reis van Hampton Roads, via de Cariben, en Zuid-Amerika naar de westkust van de Verenigde Staten met als eindbestemming San Fransisco. De vloot vertrok op 16 december 1907 en arriveerde in 6 mei 1908 in San Fransisco. Tussen 6 mei 1908 en 7 juli 2008 voer de vloot van San Fransisco naar Bellingham Bay en Seattle en weer terug naar San Fransisco. Tijdens de tweede etappe voer de vloot van San Fransisco naar Manilla. Op 7 juli 1908 vertrok de vloot vanuit San Fransisco en op 31 oktober 1908 arriveerde het de vloot in Manilla. De reis van Manilla via het Suezkanaal en de Middellandse Zee naar Hampton Roads was de derde etappe. De vloot vertok uit Manilla op 1 december 1908 om uiteindelijk op 22 februari 1909 in Hampton Roads te arriveren.65 22 februari 1909 was ongeveer een week voor het einde van Roosevelts presidentschap. Deze datum lijkt dan ook zeer bewust gekozen. Toen de vloot op 16 december 1907 uivoer was de exacte route nog niet bekend. Bovendien was het allerminst zeker of de vloot genoeg financiële middelen had om de gehele reis te kunnen voldoen. Het congres had de kosten voor de reis nog niet goedgekeurd. Desondanks besloot Roosevelt de vloot op reis te sturen. Dit was een duidelijk voorbeeld van de manier waarop Roosevelt het congres bespeelde. Door de vloot naar de westkust te sturen werd de positie van de Verenigde staten in de Atlantische Oceaan ernstig verzwakt. Door de reis was de oostkust vrijwel onbeschermd. Dit terwijl deze kust voor bijvoorbeeld Duitsland relatief dichtbij was. Roosevelt en zijn adviseurs gokten dat het gezien de internationale situatie geoorloofd was om de vloot naar de westkust te sturen. Duitsland en Engeland hielden 64
William Steward, ‘The Great White Fleet’ http://www.greatwhitefleet.info (laatst geraadpleegd: 6 maart 2007).
65
http://www.history.navy.mil/library/online/gwf_cruise.htm (Laatst geraadpleegd: 5 maart 2007)
30
elkaar in evenwicht en een oorlog in Europa werd daarom zeer onwaarschijnlijk geacht. De internationale situatie kon echter niet altijd gunstig blijven. Roosevelt speelde hier handig op in. Hij stuurde de vloot op reis met voldoende middelen om de westkust te bereiken. Nadat de vloot in San Fransisco arriveerde dreigde Roosevelt de vloot daar te houden als het congres niet zou instemmen met de financiering van de wereldreis. Uiteindelijk gaf het congres groen licht voor de reis en kon de vloot zijn weg vervolgen. 66Op 25 juni 1908 werd door de regering aangekondigd dat de vloot op 22 februari 1909 weer in Hampton Roads zou arriveren.67 De route van de vloot was alleen in grote lijnen uiteengezet, afhankelijk van de situatie werd bepaald waar men zou aanmeren. De vloot had 14000 bemanningsleden en voer ongeveer 43000 mijlen. Alle continenten behalve Antarctica werden aangedaan. Het grootste deel van de reis werd in eenheid gevaren. De meeste schepen namen deel aan de hele reis rond de wereld. Toch veranderde de samenstelling van de vloot ook regelmatig. Schepen en personeel werden vervangen of bleven achter. De vloot voer niet alleen van haven naar haven, maar voerde ook oefeningen uit om de vloot te kunnen testen. Niet alle havens werden door alle schepen aangedaan en bovendien voer de vloot niet altijd als een eenheid. Soms werd om uiteenlopende redenen de vloot opgedeeld in eskaders. Welke schepen dit waren en welke specificaties de schepen hadden zal daarom eerst besproken worden. Wat voor schepen maakten deel uit van de vloot en hoe waren deze schepen bewapend? 68
66
Reckner, 25.
67
Steward, ‘The Great White Fleet’.
68
http://www.history.navy.mil/library/online/gwf_cruise.htm (Laatst geraadpleegd: 5 maart 2007).
31
De schepen van de Great White Fleet Op 16 december 1907 vertrok de vloot vanuit Hampton Roads. De vloot passeerde het presidentiele schip, de Mayflower. Dit schip lag voor anker bij de Tail of the Horseshoe in Lower Chesapeake Bay. Alle schepen vuurden 21 schoten af als een saluut aan president Roosevelt. “Did you ever see such a fleet and such a day?” Roosevelt was erg onder de indruk van de vloot.69 Hoe was de vloot georganiseerd en welke schepen voeren in de Great White Fleet? De Great White Fleet was opgedeeld in twee eskaders die elk uit twee divisies bestonden. Het eerste eskader bestond uit divisie 1 en 2, het tweede eskader uit divisie 3 en 4. Daarnaast werd de vloot ondersteund door bevoorradingsschepen, reparatieschepen een ziekenhuisschip en torpedobootjagers. Deze ondersteunende schepen voeren niet constant met de rest van de vloot mee. 70
69
Steward, ‘The Great White Fleet’.
70
‘Great White Fleet’, http://en.wikipedia.org/wiki/Great_White_Fleet (laatst geraadpleegd: 6 maart 2007)
32
Tijdens de eerste etappe van Hampton Roads tot San Fransisco stond Divisie 1 onder leiding van schout-bij-nacht Robley D. Evans. De schout-bij-nacht was de hoofdcommandant van de divisie. Daarnaast was Evans de hoofdcommandant van de gehele vloot en van het eerste eskader. Divisie 1 bestond uit vier schepen. De Conneticut was het vlaggenschip van de divisie en stond onder leiding van kapitein Hugo Osterhaus. Het vlaggenschip was het belangrijkste schip en het schip waarop schout-bij-nacht Evans voer. Verder bestond divisie 1 uit de Kansas met kapitein Charles E. Vreeland, de Vermont met kapitein William P. Potter en de Louisiana met kapitein Richard Wainwright. 71 De Georgia was het vlaggenschip van divisie 2. Dit schip stond onder leiding van kapitein Henry McCrea. De schout-bij-nacht van deze divisie was William H. Emory. Verder bestond de divisie uit de New Jersey, de Rhode Island en de Virginia, met als kapiteins respectievelijk William H. H. Southerland, Joseph B. Murdock en Seaton Schroeder. 72 Divisie 3 en 4 waren onderdeel van het tweede eskader. Schout-bij-nacht Charles M. Thomas was de hoofdcommandant van het tweede eskadron en van divisie 3. Het vlaggenschip van divisie 3 was de Minnesota onder aanvoering van kapitein John Hubbard. De Maine met kapitein Giles B. Barber, de Missouri met kapitein Greenlief A. Merriam en de Ohio met kapitein Charles W. Barlett complementeerden divisie 3. 73 Schout-bij-nacht Charles S. Sperry had de leiding over divisie 4. De Alabama was het vlaggenschip van deze divisie en stond onder leiding van kapitein Ten Eyck De Witt Veeder. De vierde divisie bestond verder uit de Illinois met kapitein John M. Bowyer, de Kearsarge met kapitein Hamilton Hutchins en de Kentucky met kapitein Walter C. Cowles. 74 De samenstelling van de vloot veranderde tijdens de reis. Sommige schepen en commandanten werden vervangen. Op 4 april ging bijvoorbeeld schout-bij-nacht Thomas van de Minnesota naar de Conneticut als vervanger van schout-bij-nacht en hoofdcommandant Evans. Welke veranderingen hebben plaats gevonden zal tijdens de verschillende etappes besproken worden. De divisies bestonden allemaal uit Oorlogsschepen. Deze schepen waren verdeeld in verschillende types, de Kearsarge, de Illinois, de Maine, de Virginia, en de Conneticut. De schepen van hetzelfde type hadden min of meer dezelfde specificaties. Ze waren ongeveer en ‘U.S. Navy ships’, http://www.navy.mil/navydata/ships en ‘Great White Fleet’, http://www.history.navy.mil/library/online/gwf_cruise.htm en Steward, ‘The Great White Fleet’. 71
Ibidem.
72
Ibidem.
73
Ibidem. Ibidem.
74
33
even groot, boden plaats aan hetzelfde aantal bemanning en waren met dezelfde bewapening uitgerust. 75 In de Great White Fleet voeren twee schepen van het type Kearsarge de Kearsarge en de Kentucky. Dit type was 11.540 ton, had een lengte van 375,4 voet, een breedte van 72 voet een diepgang van 26,6 voet, kon 16 knopen per uur varen en kon ongeveer 550 bemanningsleden aan boord hebben. Deze schepen waren bewapend met vier kannonen van 13 inch, vier van 8 inch, vijftien van 5 inch, twintig van 6 pond en acht van 1 pond. Daarnaast had dit type de beschikking over vier .30 kaliber machinewapens en vier torpedo lanceringsystemen. 76 Het type Illinois werd door drie schepen vertegenwoordigd in de vloot, de Illinois, Alabama en Wisconsin. Dit type was 11.565 pond, had een lengte tussen de 368 en 374 voet, een breedte van 72 voet en diepgang van ongeveer 24 voet en voor 16,5 knopen per uur. Dit type was daarmee iets kleiner en sneller dan de Kearsarge. De Illinois had 660 man aan boord terwijl de Wisconsin en Alabama 534 man aan boord hadden. Dit type was bewapend met vier kannonen van 13 inch, veertien van 6 inch, zestien van 6 pond en zes van 1 pond. De Wisconsin en Alabama hadden vier .30 kaliber machinewapens en de Illinois en Alabama hadden vier 18 inch torpedo lanceringsystemen. 77 Drie schepen van het type Maine waren onderdeel van de Great White Fleet, de Maine, Ohio en de Missouri. Dit type was 13.000 pond, was 393 voet lang, 72,2 voet breed en had een diepgang van 24 voet. Dit type kon 18 knopen per uur varen en had gemiddeld 570 bemanningsleden aan boord. De bewapening bestond uit vier 12 inch kanonnen, zestien 16 inch, en zes 3 inch. De Missouri had daarnaast vijf 3 pond kannonen en de Ohio en Maine acht 3 pond en zes 1 pond kanonnen. De Ohio had twee .30 kaliber machinewapens en de Maine twee 18 inch torpedo lanceringsystemen.78 Het type Virginia was vertegenwoordigd met vijf schepen, de Virginia, Nebraska, Georgia, New Jersey en de Rhode Island. Deze schepen waren 15.000 pond behalve de Nebraska, deze was 16.000 pond. De lengte was 442 voet, de breedte 76 voet en de diepgang 24 . De Nebraska had een diepgang van 25,1 voet. Alle schepen konden 19 knopen per uur varen. De Nebraska had 1108 bemanningsleden, de Virginia 916 en de andere 3 schepen 812. De bewapening verschilde bij dit type. Ze hadden allemaal vier 12 inch, acht 8 inch en twaalf 6 inch kanonnen. Alle schepen behalve de Georgia hadden ook vier 21 inch torpedo 75
Ibidem. Ibidem. 77 Ibidem. 78 Ibidem. 76
34
lanceringsystemen aan boord. De Virginia had ook nog twaalf 3 inch kannonnen, de Rhode Island en de Nebraska elf. De Rhode Island had ook twaalf 3 pond kannonnen aan boord de Virginia vierentwintig van 1 pond en vier .30 kaliber machinewapens. 79 De Conneticut was net als het type Virginia vertegenwoordigd door vijf schepen, de Conneticut, Louisiana, Vermont, Kansas en Minnesota. Het type was 16.000 pond, had een lengte van 456,4 voet, een breedte van 76,1 voet, een diepgang van 24,6 voet en kon 18 knopen per uur varen. De Conneticut en de Louisiana hadden 827 bemanningsleden aan boord, de drie andere schepen 880. Deze schepen waren verschillend bewapend. Ze hadden allemaal vier 12 inch en acht 8 inch kanonnen. Daarnaast hadden alle schepen behalve de Kansas twaalf 7 inch kanonnen. De Louisiana, de Vermont en de Minnesota hadden ook twintig 3 inch kannonnen en twaalf van 3 pond. De Louisiana was verder uitgerust met twee 1 pond kanonnen, vier .30 machinewapens en vier 21 inch torpedo lanceringsystemen. De Vermont had vier 1 pond kanonnen en zes .30 machinewapens. Twaalf 3 pond, twee 2 pond kannonnen, twee .30 machinewapens en vier 21 inch torpedo lanceringsystemen complementeerden de bewapening van de Kansas. De Minnesota had net als de Kansas vier 21 inch torpedo lanceringsystemen.
80
Een ondersteunende vloot voer met de oorlogsschepen mee. Deze ondersteunende vloot bestond uit kleinere lichtbewapende schepen. De bevoorradingsschepen Culgoa, met luitenant John B. Patton en de Glacier met kapitein William S. Hogg. De Culgoa, was een koelschip voor het vervoeren van voedsel. Het schip was zeer licht bewapend met 6 pond kanonnen en had 122 bemanningleden aanboord. De Clacier was bewapend vier 3 inch kanonnen en bood plaats aan achtennegentig bemanningsleden aanboord. Het reparatieschip de Panther stond onder leiding van Valentine S. Nelson. De Panther was bewapend met zes 5 inch, twee 4 inch, 1 3 inch en 6 3 pond kanonnen en had 138 bemanningsleden aan boord. De Yankton was een kolenbevoorradingsschip onder leiding van Luitenant Walter R. Gherardi. Het schip achtenzeventig bemanningsleden en was bewapend met zes 3 pond kanonnen en twee machinewapens. De Relief was het ziekenhuisschip van de vloot. De Relief was een oud passagiersschip, dat was omgebouwd tot ziekenhuisschip. Het schip had geen bewapening en vierenzevntig bemanningsleden aan boord. De ondersteunende vloot was de hele reis rond de wereld onderdeel van de Great White Fleet.81 De ondersteunende torpedojagervloot bestond uit de Hopkins, de Hull, Truxton, Lawrence, Whipple en de Arethusa een bevoorradingsschip. Deze schepen stonden onder 79
Ibidem. Ibidem. 81 Ibidem. 80
35
leiding van luitenant Alfred G. Howe, Julius F Hellweg, Frank McCommon, Charles S. Kerrick, Ernest Friedrick, Hutch I Cone en Albert W. Grant. In de vloot voeren twee types torpedojagers, de Bainbridge en de Truxton. De Hopkins, Stewart, Hull en de Lawrence waren Bainbridges. Deze schepen hadden drieënzeventig bemanningsleden aan boord en waren bewapend met twee 3 inch, vijf 6 pond kanonnen en twee 18 inch torpedo lanceringsystemen. De twee andere schepen, de Truxton en de Whipple waren iets groter. Deze schepen hadden tweeënzeventig bemanningsleden, twee 3 inch, zes 6 pond kannonnen en twee 18 inch torpedo lanceringsystemen aan boord. De Torpedojagervloot voer alleen de eerste etappe van de Great White Fleet. Deze schepen waren met een snelheid van gemiddeld 29 knopen per uur aanzienlijk sneller dan de rest van de vloot. 82
De eerste etappe: de oostkust naar de westkust. De eerste reis van de Great White Fleet was in totaal 14.556 mijl lang. Van Hampton Roads tot aan San Fransisco. San Fransisco werd op 6 mei 1908 bereikt. De Torpedojagervloot voer tijdens de eerste etappe voor de grote vloot uit. Deze vloot volgde haar eigen route en deed tijdens de tocht verschillende havens aan. De grote vloot met oorlogsschepen was de kern van de Great White Fleet. De nadruk zal daarom liggen bij de route en gebeurtenissen rond deze floot. Tijdens de reis werden vijf buitenlandse havens aangedaan. Op 23 december 1907 werd de eerste haven binnen gevaren. Na een reis van 1.803 mijl werd de haven van Port of Spain in Trinidad bereikt. Na een verblijf van vijf dagen werd op 29 december de reis voortgezet. Rio de Janeiro was de volgende haven waar de vloot arriveerde. Na 3.399 mijl werd op 12 januari de haven van Rio binnengevaren, geëscorteerd door Braziliaanse oorlogsschepen. In Rio de Janeiro waren allerlei activiteiten georganiseerd. Op 21 januari voer de vloot uit de haven van Rio voor een reis van 2.374 mijl met als eindbestemming, Punta Arenas in Chili. Op 1 februari arriveerde de vloot in Punta Arenas. Na voornamelijk de brandstofvoorraad te hebben aangevuld werd de reis voortgezet richting Callao in Peru. Na een reis van 2.838 mijl, voor de vloot op 20 februari, de haven van Callao binnen. Van Callao
82
Ibidem.
36
voer de vloot richting Magdalena Bay in Mexico waar de vloot op 12 maart 1908 en na 3.010 mijl arriveerde. 83 Vanwege de slechte gezondheid van schout-bij-nacht Evans voer de Conneticut naar San Diego om daar behandeld te worden. Op 4 april werd schout-bij-nacht en hoofdcommandant van de hele vloot, Robley D. Evans vervangen door schout-bij-nacht en hoofdcommandant van het tweede eskadron Charles M. Thomas. Thomas ging Minnesota voor de Conneticut. Schout-bij-nacht van divisie 4, Charles S. Sperry verving Thomas en werd hoofdcommandant van het tweede eskadron. Als opvolger van Sperry werd Kapitein Seaton Schroeder benoemd. Hij werd de schout-bij-nacht van divisie 4 en voer op de Alabama. Omdat de Virginia daardoor geen kapitein meer had, werd Alexander Sharp benoemd als kapitein van dit schip. 84 Op 11 april voer de vloot vanuit Magdalena Bay naar eindbestemming San Fransisco, een reis van 1.132 mijl. Op 14 april werd een tussenstop gemaakt in San Diego. Tussen 14 april en 25 april werd de vloot voor het eerst verdeeld. De vier divisies voeren allemaal een verschillende koers om op 25 april weer als een geheel door te varen naar San Fransisco. Op 6 mei voer de vloot na 14.556 mijl gevaren te hebben de haven van San Fransisco binnen. Op 9 mei gaf Evans de leiding van de vloot officieel over aan Thomas. Vanwege de slechte gezondheid van Thomas werd hij op 15 mei alweer vervangen. De nieuwe hoofdcommandant van de vloot werd Sperry. Schroeder werd benoemd op de oude positie van Sperry, schout-bij-nacht van divisie 3 en hoofdcommandant van het tweede eskadron. Schroeders positie werd ingevuld door Kapitein Richard Wainwright. De Maine en de Alabama werden in San Fransisco vervangen door de Nebraska en de Wisconsin.85 De vloot maakte van 23 tot 28 mei een korte tocht naar Bellingham Bay. Na het succes van de eerste fase van de wereldreis en na goedkeuring van het Congres werd de vloot geprepareerd voor de voltooiing van de reis. Op 25 juni werd door de regering aangekondigd dat de vloot op 22 februari 1909 weer zou arriveren in Hampton Roads, een week voordat de tweede termijn van Roosevelt eindigde. De reis zou via de Grote Oceaan, het Suezkanaal en de Middellandse Zee weer aan de oostkust van de Verenigde Staten arriveren. De tweede etappe van de reis van de Great White Fleet begon op 7 juli 1908. Vijftien van de zestien oorlogsschepen vertrokken uit de haven van San Fransisco naar Manilla op de Filippijnen. Alleen de Nebraska bleef achter vanwege een uitbraak van de pokken.86 83
‘Great White Fleet’, http://en.wikipedia.org/wiki/Great_White_Fleet en Steward, ‘The Great White Fleet’. Ibidem. 85 Ibidem. 86 Ibidem. 84
37
De tweede etappe: San Fransisco naar Manilla. Op 7 juli 1908 voer de Great White Fleet uit de haven van San Fransisco voor de tweede etappe van de wereldreis. De reis van San Fransisco naar Manilla was in totaal 16.336 mijl. De haven van Manilla werd voor het eerst op 2 oktober 1908 binnengevaren. De Nebraska die in de haven van San Fransisco was achtergebleven voegde zich op 15 juli bij de vloot. De eerste bestemming van de vloot was Honolulu op Hawaï. De haven van deze stad werd op 16 augustus, na een reis van 2.126 mijl binnengevaren. Na vijf dagen in de haven van Honolulu te hebben gelegen, werd op 22 juli koersgezet zette Honolulu richting Auckland, Nieuw Zeeland. Het ziekenhuisschip de Relief, sloot bij de vloot aan vanaf Honolulu. 87 Op 9 augustus 1908 arriveerde de vloot, na 3.870 mijl te hebben afgelegd in de haven van Auckland, de hoofdstad van Nieuw Zeeland. Het ontvangst in de haven van Auckland was overweldigend. Vanuit Nieuw Zeeland voeren de Panther en de Glacier met de vloot naar Sydney, Australië. Op 20 augustus 1908 arriveerde de vloot in Sydney, na en tocht van 1.307 mijl. Ook in Sydney werd de vloot enthousiast ontvangen. Na Sydney voer de vloot via Melbourne naar Albany, Australië. De vloot arriveerde op 11 september 1908 in Albany en werd daar ontvangen door admiraal Sir F.G.D. Bedford, gouverneur van West Australië. 88 87 88
Ibidem. Ibidem.
38
Vanuit Albany zette de vloot koers richting Manilla, Filippijnen, een reis van 3.458 mijl. Op 2 oktober 1908 arriveerde de vloot in de haven van Manilla. Manilla was Amerikaans grondbezit. De Verenigde Staten hadden de Filippijnen als gevolg van de SpaansAmerikaanse oorlog van 1898 in bezit gekregen. Op 9 oktober voer de vloot richting Yokohama in Japan. De reis was 1795 mijl lang en duurde negen dagen. Dit was een van de meest gewaagde manoeuvres. Japan had zelf een zeer grote en machtige vloot. Bovendien was de relatie tussen de Verenigde Staten en Japan niet goed. Vooral op het moment dat de vloot op wereldreis ging was de relatie tussen de Verenigde staten en Japan verstoort. Maar tegen de tijd dat de vloot koers zette naar Yokohama vanuit Manilla was de situatie verbeterd. 89 De Great White Fleet werd hartelijk ontvangen door de Japanners. Op 18 oktober voer de vloot onder begeleiding van zestien Japanse oorlogsschepen de haven van Yokohama binnen. De Japanse keizer Meiji, organiseerde op 20 oktober een lunch voor hoofdcommandant Sperry en dertig officieren. Op 21 oktober werd door de Japanse admiraal Togo een tuinfeest georganiseerd. Japan toonde op deze manier haar goede bedoeling, maar daarnaast liet het land zien zelf over een uitstekende vloot te beschikken. Tijdens het vertrek vanuit Yokohama op 25 oktober, werd elk Amerikaans schip begeleid door een Japans schip. Op deze manier liet Japan zien dat haar vloot net zo indrukwekkend was als de Great White Fleet. Op 27 oktober werd de vloot opgedeeld. Het eerste eskadron voer richting Olongapo op de Filippijnen en het tweede eskadron voer richting Amoy in China. Op 29 oktober, na 1.811 mijl te hebben afgelegd arriveerde het tweede eskadron, onder begeleiding van een Chinees torpedoschip, in de haven van Amoy. In de Haven van Amoy werd de vloot ontvangen door het Chinese vlaggenschip de Hai-Chai. Prins Yu Lang organiseerde een diner voor Emory en een aantal officieren. 90 Op 31 oktober voer het eerste eskader de haven van Manilla binnen. Na een aantal dagen in de haven van Amoy voor anker te hebben gelegen vertrok het tweede eskader richting Manilla om zich weer aan te sluiten bij het eerste eskader. Hoofdcommandant van het tweede eskader, Emory ging op 5 november met pensioen. Hij werd door de Louisiana naar Hong Kong vervoerd. Schout-bij-nacht Schroeder van divisie 4 werd benoemd schout-bijnacht van divisie 3 en daarmee ook tot hoofdcommandant van het tweede eskader. Kapitein Potter van de Vermont werd benoemd tot schout-bij-nacht van divisie 4 en voer vanaf 5
89 90
Reckner, Teddy Roosevelts, 9. http://en.wikipedia.org/wiki/Great_White_Fleet en Steward, ‘The great white fleet’.
39
november op de Wisconsin. Als vervanger van Potter, werd kapitein F.F. Fletcher benoemd tot commandant van de Vermont.91 Op 9 november arriveerde de Louisiana in Manilla, waardoor de hele vloot weer compleet was. Het tweede eskader was al op 7 november de haven van Manilla binnengevaren. Tussen 9 november en 26 november voerde de vloot oefeningen uit. Deze oefeningen werden uitgevoerd om de mogelijkheden van de vloot te kunnen testen. De vloot was immers ver van huis en had al een hele reis afgelegd. Het was de vraag of de vloot nog in staat was oorlogshandelingen uit te voeren. De oefeningen verliepen zonder noemenswaardige problemen. Dit bevestigde dat de Verenigde Staten in staat was om een vloot overal ter wereld in te zetten, zonder dat de vloot ernstig verzwakt was. Op 1 december voer de vloot van Manilla naar Ceylon, de eerst reis van de derde etappe. Op Manilla werden 124 officieren, en iets meer dan duizend bemanningsleden vervangen. 92
De derde etappe: Manilla naar Hampton Roads. De derde en laatste etappe van de wereldreis van de Great White Vleet was 12.455 mijl. Op 1 december 1908 voer de vloot uit de haven van Manilla om via Colombo, het Suezkanaal en Gibraltar op 22 februari 1909 weer in Hampton Roads te arriveren. Colombo, Ceylon werd op 13 december, na dertien dagen varen, bereikt. De vloot werd verwelkomd door de Britse gouverneur van Ceylon, McCallum. Na zeven dagen voor anker te hebben gelegen voer de vloot richting het Suezkanaal, een reis van 3.448 mijl. Op 3 januari 1909 arriveerde de vloot in Suez, Egypte. Tussen 4 en 7 januari voer de vloot van Suez naar Port Said. Op 7 januari werden schout-bij-nacht Potter en zijn officieren ontvangen voor een receptie georganiseerd door de gouverneur van Egypte en Sir Elton Gorst, een Britse diplomaat. 93 Tussen 8 januari en 1 februari werd de vloot verdeeld over de Middellandse Zee. Verschillende havens werden door de vloot aangedaan. Messina in Italië werd bezocht om te assisteren bij een zware aardbeving. Verder werden Beirut in Libanon, Smyrna en Salonica in Turkije, Athene in Griekenland, Tripoli in Albanië, Marseille en Villefranche in Frankrijk, Malta, Napels in Italië, Algerije, Tanger in Marokko en Gibraltar bezocht. In Rome werden op 14 januari hoofdcommandant Sperry en officieren ontvangen door de Italiaanse koning Vittorio Emmanuel III om de Verenigde Staten te bedanken voor de hulp 91
Ibidem. Ibidem. 93 Ibidem. 92
40
in Messina. Op dezelfde dag waren officieren van de vloot aanwezig op een receptie, georganiseerd door de Griekse koning George I. Daarnaast gaf de Griekse koning op 17 januari een diner op zijn paleis. 94 Op 31 januari 1909 arriveerde het eerste eskadron in de haven van Gibraltar de schepen van het tweede eskadron arriveerden op 1 februari in de haven van Gibraltar. Luitenant George W. Kline nam op 5 februari de leiding over op de Georgia, hij verving kapitein Qaultrough. Vanuit Gibraltar voer op 6 februari de vloot ui voor de laatste reis van 3.579 mijl. De laatste reis verliep zonder noemenswaardige problemen. Tussen 17 februari en 21 februari sloten de Salem een kruiser, de verkenningskruisers Chester en Birmingham en twee bepantserde kruisers de North Carolina en Montana aan bij de vloot. Ook een eskader van oorlogsschepen onder leiding van schout-bij-nacht Arnold sloot bij de vloot aan. Dit Eskader bestond uit de Maine, het vlaggenschip dat ook al de eerste etappe had gevaren, de New Hampshire, Mississippi en de Idaho. Bij aankomst van de Great White Fleet in Hampton Roads op 22 februari 1909 bestond de vloot uit vijfentwintig oorlogsschepen. Roosevelt was aanwezig bij de aankomst 95 De vloot was zonder noemenswaardige problemen de wereld rond gevaren. Volgens Roosevelt was de voltooiing van de wereldreis een van zijn successen als president. Op het moment dat de vloot zijn reis begon was de buitenlandse politieke situatie niet stabiel. De Verenigde Staten en Japan hadden een moeizame relatie. Duitsland was een enorme vloot aan het opbouwen waardoor Groot-Brittannië met moeite een machtbalans in Europa kon behouden. Zowel militaire als politieke experts waren van mening dat Duitland op de lange termijn het grootste gevaar voor de Verenigde Staten was. Op de korte termijn was Japan echter het grootste gevaar maar Roosevelt schatte in dat Japan niet een oorlog met de Verenigde staten wilde riskeren. Met de rondreis van de vloot toonde de Verenigde Staten haar mogelijkheden aan rest van de wereld. Dit had tot gevolg dat ruim een jaar, de oostkust van de Verenigde Staten niet werd beschermd door een sterke vloot. Dit was een riskante operatie. Gezien het feit dat de vloot tijdens de reis geen grote problemen heeft gehad, lijkt dit risico achteraf mee te vallen. Maar zowel in zijn eigen tijd als tegenwoordig heeft Roosevelt hier kritiek op gehad. Zo had het Amerikaanse congres grote moeite met de reis. Zowel in het binnen- als buitenland waren de reacties zeer uiteenlopend. Tegenwoordig wordt de Great White Fleet geroemd maar ook verguisd. De reis kon gezien worden als het symbool van
94 95
Ibidem. Ibidem.
41
macht van de VS. Het kon echter ook gezien worden als een te riskante onderneming. De reactie op het rondsturen van de vloot zullen in het volgende hoofdstuk besproken worden.
4. Perceptie van de Great White Fleet. Roosevelt was trots dat de vloot de wereldreis succesvol had doorstaan. Nadat de vloot arriveerde in Hapton Roads vertelde hij de bemanning van de vloot dat “Those who perform the feat again can but follow in your footsteps.” 96 Vanaf het moment dat de plannen voor de reis bekend werden heeft de wereldreis van de vloot veel reacties opgeroepen. Kranten, politici en burgers uit binnen- en buitenland hebben hun visie op de reis gegeven. Reacties waren uiteenlopend, soms kritisch, soms verheugd. Reacties nadat de plannen bekend zijn geworden Op 19 juni 1907 publiceerde de New York Herald een artikel waarin voor het eerst over de ideeën voor de verplaatsing van de vloot van Atlantische oceaan naar de Grote Oceaan werd gesproken. 97 Volgens de New York Herald adviseerde de General Board de vloot naar de Grote Oceaan te sturen. Op 1 juli volgde een artikel waarin werd aangekondigd dat Roosevelt een belangrijke verandering in het vlootbeleid van de Verenigde Staten aan het voorbereiden was. Volgens de krant was Roosevelt van plan om het advies van de General Board te volgen.
96 97
Roosevelt geciteerd in New York Times, 23 februari 1909. New York Herald, 19 juni 1907.
42
Ondanks ontkenningen vanuit het Witte Huis, bleven geruchten over de verplaatsing bestaan. 98
Een eerste buitenlandse reactie op de plannen kwam van de Japanse Ambassadeur in de Verenigde Staten, burggraaf Aoki. Hij verzekerde journalisten dat Japan de voorgenomen verplaatsing niet als een vijandelijke manoeuvre zag.99 Roosevelt reageerde ook op de geruchten. Volgens Roosevelt waren de plannen nog in een oriënterende fase en mocht het zo zijn dat de vloot naar de Grote Oceaan zou worden verplaatst dan was dat een tijdelijke verplaatsing. Daarnaast zou het niet meer zijn dan een goede training voor de vloot. Uiteindelijk bevestigde minister Metcalf de geruchten en vertelde dat de vloot voor training een reis zou maken langs Kaap Hoorn en uiteindelijk in San Fransisco zou arriveren.100 Na Metcalfs verklaring werd gespeculeerd over de redenen om de vloot naar de westkust te sturen. Sommigen reageerden enthousiast, anderen waren sceptisch. Sceptici waren bang dat de Verenigde Staten hierdoor een oorlog met Japan zouden veroorzaken, terwijl deze oorlog helemaal niet nodig was. Voorstanders zagen de verplaatsing als een goede oefening waarvan de Verenigde Staten en de vloot profijt zouden hebben. Sceptici zoals de New York Sun en New York Nation zagen vele politieke en diplomatieke problemen. De voorzitter van vlootcommissie van de Senaat, Senator Eugene Hale was fel tegenstander van de verplaatsing van de vloot. Hij probeerde de verplaatsing van de vloot tegen te gaan. Hale vond het niet verantwoord om de vloot naar de Grote Oceaan te verplaatsen. Bovendien vond Hale de hele operatie te duur. Ook binnen de marine waren er sceptici. Sommige officieren wisten dat de faciliteiten aan de westkust de vloot niet konden onderhouden. De westkust was niet geschikt voor een zodanig grote vloot. Zij zagen de reis als een politiek spel. Door de vloot naar de westkust te sturen zou duidelijk worden dat geld nodig was om de faciliteiten aan de westkust te kunnen verbeteren. Roosevelt probeerde de politiek onder druk te zetten om zo meer geld voor de vloot toegewezen te krijgen. Sommige tegenstanders dachten dat Roosevelt de vloot aan de westkust zou houden om zo het congres te dwingen geld vrij te maken voor een nieuwe vloot aan de oostkust. 101 Voorstanders zoals de New York Times benadrukten de voordelen van de vloot. De vaart rond het Zuid-Amerikaanse continent had volgens de voorstanders een positieve invloed op de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten in dat deel van de Wereld. Een succesvolle vaart om Zuid-Amerika bevestigde dat de Verenigde Staten in staat waren om de 98
New York Herald, 2 juni 1907. New York Times, 3 juli 1907. 100 Reckner, Teddy Roosevelt’s, 11. 101 New York Times, 24 augustus 1907. 99
43
Monroe Doctrine te handhaven.102 Bovendien zou het een goede ervaring zijn voor de Amerikaanse vloot. Roosevelt maakte vooral gebruik van de positieve berichtgeving door te benadrukken dat “the only way to learn how to act in time of war is to have them (bemanning) practice under similar conditions in time of peace.”103 Bovendien zou een succesvolle reis het aanzien van de Amerikaanse vloot en daarmee ook van het aanzien van de Verenigde Staten zelf aanzienlijk vergroten. De ervaring die de vloot zou opdoen zou modernisering en professionalisering van de vloot bevorderen. De brandstofbevoorrading van de schepen zorgde voor veel discussie. De Amerikaanse marine had niet genoeg capaciteit om de hele vloot van voldoende brandstof te voorzien. Bovendien zou de reis veel gaan kosten. Sommige kranten schreven dat de marine alleen al voor de reis naar San Fransisco niet over genoeg middelen beschikte, om voldoende brandstof in te kopen. Volgens minister van de Vloot, Newberry beschikte de marine over voldoende middelen om de reis naar de westkust te maken. In een toespraak in Vicksburg zei Roosevelt dat er voldoende middelen waren toegezegd door het congres om de reis te kunnen bekostigen. Als bij aankomst aan de westkust zou blijken dat er niet genoeg middelen waren toegewezen om de terugreis te kunnen bekostigen, dan zou door het congres een nieuwe toewijzing gedaan moeten worden.104 Omdat de Amerikaanse marine niet voldoende capaciteit had was de vloot afhankelijk van buitenlandse bedrijven voor de brandstof bevoorrading. Toch bleef de pers sceptisch. Ze vroeg zich af of de vloot voldoende brandstof kon verkrijgen om de reis succesvol te kunnen uitvoeren. Bovendien was de afhankelijkheid van buitenlandse bedrijven een risico. 105 Die afhankelijkheid van buitenlandse bedrijven werd ook in het buitenland als een risico gezien. De Duitse vlootcriticus Graf Ernst van Reventlow benadrukte dat het meest interessante aspect van de reis de brandstof bevoorrading zou zijn. Als de Amerikaanse vloot voor bevoorrading vooral moest vertrouwen op Engelse schepen, dan zou Engeland daar gebruik van kunnen maken in geval van een conflict tussen de Verenigde State en Japan. 106 Dit was inderdaad een precaire situatie. De Verenigde Staten stuurden hun vloot op reis om ten tijde van vrede, oorlogssituaties te oefenen. Zodat de Amerikaanse vloot ten tijde van oorlog klaar zou zijn om te kunnen vechten. Mocht een oorlog met Japan uitbreken, dan zou de vloot voorbereid zijn. Maar de vloot was afhankelijk van Britse bevoorrading en 102
New York Times, 7 juli 1907. Elting E.Morison ed.,The Letters of Theodore VII (Harvard 1954) 393. 104 New York Times, 20 oktober 1907. 105 Ibidem, 30 augustus 1907. 106 Ibidem, 18 september 1907. 103
44
Groot-Brittannië was een bondgenoot van Japan. Het is was maar de vraag of de Britse bevoorrading door zou gaan in het geval van een echte oorlog. Rond het vertrek van de vloot uit Hampton Roads op 16 december 1907 werd in het buitenland op verschillende manieren gereageerd op de reis van de vloot. De Britten waren verdeeld over de voorgenomen reis. Sommigen zagen de reis als een verlicht streven om vlootpolitiek te veranderen, anderen zagen het als een slecht geplande manier van machtsvertoon van de Verenigde Staten. Tegenstanders van de vloot waren onder andere de Sunday Observer die de reis “a bluff and indiscretion … a proufound mistake.” De Globe vond de reis ”a piece of American Bombast quite unworthy of notice.” 107 De Daily News was minder sceptisch. Volgens deze krant zou de reis “justify itself as an enormous advertisement, while the American shipyards work day and night to replace the departing battleships.”108 Andere minder sceptische kranten legden de nadruk op de veranderde positie van de Stille Oceaan in het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten. Omdat Groot-Brittannië een bondgenoot van Japan was is het niet verwonderlijk dat de Britse kranten de gevolgen van de reis voor Japan bespraken. Japan zou volgens de kranten niet meer de enige grootmacht in de Stille Oceaan zijn en de concurrentie van de Verenigde Staten moet aanvaarden. 109 In Duitsland had de pers een hele andere kijk op de zaak. Het Berliner Tageblatt noemde het, het grootste vloot experiment ooit uitgevoerd door een natie in vredestijd. Verder legden de Duitsers vooral de nadruk op de technische en praktische ervaring die de vloot op zou doen.110 De Novoe Vremya, een Russchische krant schreef dat een oorlog tussen de Verenigde Staten en Japan onvermijdelijk was.111 Japanse kranten waren ook enthousiast over de reis. De Jiji Shimpo was overtuigd van de goede bedoelingen van de Verenigde Staten. Geen moment werd gedacht aan een vijandelijke manoeuvre van de Verenigde Staten tegen Japan. “Should the American Fleet visit these shores … it will be given a most cordial reception worthy of the special friendship between Japan and the United States.” 112 Ook de Japanse regeringsambtenaren benadrukten de vriendschappelijke banden tussen de twee landen. Reacties op de reis waren dus zeer uiteenlopend. Al voordat de vloot onderweg was gaven voor- en tegenstanders commentaar. Nadat de reis onderweg was bleven reacties 107
Thomas Lohr, ‘The U.S. Navy’s Great White Fleet served a foreign purpose in 1907’, Military History 23 (Maart 2006) 64-67, aldaar 65. 108 Dailey News, geciteerd in New York Times, 16 december 1907. 109 Reckner, 24. 110 Ibidem, 25. 111 New York Times, 18 december 1907. 112 Jiji Shimpo geciteerd in New York Times, 19 december 1907.
45
natuurlijk niet achterwege. Hoe werd gereageerd op de bezoeken aan verschillende buitenlandse havens?
Reacties tijdens de reis Nadat de vloot op 16 december vanuit Hampton Roads was vertokken was de eerste haven die de vloot binnen voer de haven van Port op Spain, de hoofdstad van Trinidad, in de Caraïben. Port of Spain was onderdeel van het Britse rijk. Dat veel Britten sceptisch waren, was ook in Port of Spain te merken. Het eerste havenbezoek was geen groot succes. Het onthaal van de vloot en de daarbij horende officiële ceremonie was zeer sober. De Britse gouverneur Jackson ontving hoofdcommandant van de vloot Evans in een hotel, terwijl volgens protocol de gouverneur Evans op het hoofdschip zou bezoeken. Voor de bemanning van de schepen was in de haven weinig georganiseerd. 113 De ontvangst in Port of Spain mag dan nog teleurstellend zijn geweest, de ontvangst in de haven van Rio de Janeiro was overweldigend. De aankondiging van het bezoek van de vloot was enthousiast ontvangen in Brazilië. De voorbereidingen voor ontvangst van de vloot waren al begonnen voordat de vloot in Port of Spain arriveerde. Braziliaanse kranten benadrukten de goede band die de twee landen met elkaar hadden. De export van Braziliaanse koffie naar de Verenigde Staten leverde het land veel geld op. 114 Het binnenvaren van de haven werd door een grote groep mensen gevolgd. De officiële ceremonies waren goed voorbereid. Veel politici en ambtenaren waren aanwezig bij de ceremonies waaronder de 113 114
Reckner, 28. New York Times, 23 december 1907.
46
Braziliaanse minister van Vloot. Een Braziliaans welkomstcomité had allerlei activiteiten georganiseerd. Voor de bemanning van de vloot was dit keer wel veel georganiseerd. Bij vertrek van de vloot was de Braziliaanse President Penna aanwezig en een groot gedeelte van de Braziliaanse vloot begeleide de Amerikaanse vloot naar de oceaan. 115 Hoewel alleen de torpedobootjagers de haven van Buenos Aires bezochten, deed de Argentijnse regering er alles aan om een positieve indruk achter te laten. Argentinië en de Verenigde Staten hadden een moeizame relatie. De rol die de Amerikanen speelden in ZuidAmerika werd door Argentinië als negatief ervaren. Toch beseften de Argentijnen dat het in hun eigen belang was om een goede band met de Verenigde Staten te onderhouden. Bovendien zagen de Argentijnen de Brazilianen als hun grootste vijand. Nadat het bezoek aan Brazilië een succes was geworden, probeerde Argentinië dat bezoek te overtreffen. Argentinië stuurde een gedeelte van de vloot de Oceaan op om de Amerikaanse vloot te begroeten en te begeleiden. Onder aanvoering van de hoofdcommandant van de Argentijnse vloot, Hipolito Oliva, werd de Amerikaanse vloot begroet terwijl het Amerikaanse volkslied werd gespeeld en werd de Amerikaanse vlag gehesen.116 In Chili werd door de vloot twee havens aangedaan. Punta Arenas werd voornamelijk bezocht om brandstofbevoorrading mogelijk te maken na een lange tocht vanuit Rio de Janeiro. De ontvangst in Punta Arenas was sober, maar toch werd de vloot door vele duizenden mensen binnengehaald. Door de Chileense regering was weinig voorbereiding getroffen en omdat het maar een klein plaatsje was, had de bemanning weinig mogelijkheden voor ontspanning. De ontvangst in Valparaiso was veel uitbundiger. Ongeveer een kwart miljoen mensen waren aanwezig bij de het binnenvaren van de vloot. De Chileense president Pedro Montt, bijgestaan door militaire officieren en diplomaten begroette de vloot vanaf het Chileense schip de General Baquedano. Ondanks deze uitbundige ontvangst was niet iedereen in Chili zo enthousiast. Het tijdschrift Zig Zag zette zo zijn vraagtekens bij het machtsvertoon van de Amerikaanse vloot. Nadat de vloot de haven van Valparaiso was uitgevaren vroeg het tijdschrift zich af of “Will they be destined to watch over the security of the young nations of America … Or are the destined to be our perpetual ruin?” Daarnaast was Zig Zag van mening dat de Amerikaanse bemanningsleden niet eens wisten hoe ze door de landen in Zuid-Amerika gezien werden. Namelijk, met argwaan, volgens het tijdschrift. 117 Het bezoek aan de haven van Callao, Peru was al in december 1907 afgesproken. De Peruaanse regering benadrukte de goede banden tussen het land en de Verenigde Staten. Bij 115
Reckner 41. New York Times, 29 januari 1908. 117 Zig Zag geciteerd in New York Times,18 februari 1908. 116
47
aankomst in de haven stonden een grote groep om de vloot te ontvangen. President Pardo van Peru organiseerde een gala voor de vloot. Daarnaast bezocht hij hoofdcommandant Evans op de USS Conneticut. Het bezoek aan Peru werd als zeer succesvol ervaren. 118 Het ontvangst in Magdalena Bay in Mexico was niet uitbundig. De Mexicaanse regering wantrouwde de aanwezigheid van de vloot. De Verenigde Staten had al geprobeerd om dit gebied in zijn bezit te krijgen. Onderhandeling daarover waren stukgelopen. Mexico was bang dat haar soevereiniteit in het geding was met de aanwezigheid van de vloot in de baai. De vloot wilde in de baai oefeningen doen, maar de Mexicaanse regering stelde allerlei voorwaarden.119 Vanuit Magdalena Bay voer de vloot naar de westkust van de Verenigde Staten. Daarmee zou de eerste etappe van de wereldreis afgelegd zijn. Al voordat de vloot de havens aan de westkust bereikten, verschenen positieve reacties in kranten in de Verenigde Staten. In Washington was men uiterst tevreden met het succesvolle verloop van de eerste etappe. Volgens de New York Times zou het succes van de eerste etappe de sceptici voor lange tijd stilhouden. Niet alleen de kranten waren verheugd, ook Admiraal Thomas. Volgens Thomas was de vloot in een betere conditie dan bij het vertrek uit Hampton Roads. Vanwege het succes gaf Roosevelt de minister van de Vloot Metcalf, de opdracht aan te kondigen dat de vloot op 6 juli zou aanvangen met de terugreis. De terugreis van de vloot zou gaan via.Australië, Manilla en het Suez kanaal. 120 Het publiek was ook enthousiast gezien het aantal mensen dat in onder andere San Diego, San Pedro, Los Angeles en San Fransisco was om de vloot te begroeten en een glimp van de schepen op te vangen. In San Fransisco zou de vloot door Metcalf ontvangen worden. In San Fransisco kwamen meer dan een half miljoen mensen bijeen om de vloot te begroeten. Mensen waren enthousiast over het succes van de vloot. De aankondiging van de route terug naar de oostkust, zorgde direct voor reacties.121 Landen als Australië en New Zeeland nodigden de vloot uit om een van de havens in hun land aan te doen. Australië was het eerste land dat de vloot uitnodigde. Na enig beraad binnen het kabinet werd besloten de uitnodiging te accepteren. Men was bang dat als men de uitnodiging zou accepteren, veel andere landen ook en uitnodiging zouden versturen. Ondanks deze angst vond Roosevelt het belangrijk om Australië aan te doen. 122 De vloot zou de havens van Sydney en Melbourne aandoen. Dat de angst voor meer uitnodigingen terecht was, werd al snel duidelijk. Nieuw Zeeland stuurde op 4 maart 1908 een uitnodiging. Japan volgde op 18 118
Reckner, 49. New York Times, 13 maart 1908. 120 Ibidem ,14 maart 1908. 121 Reckner, 52. 122 Reckner 76. 119
48
maart met een formele uitnodiging. Zowel de uitnodiging van Nieuw Zeeland als die van Japan werd uiteindelijk geaccepteerd. De komst van de vloot naar Australië en Nieuw Zeeland riep enthousiaste reacties op. De Australische Minister President Deakin en Minister President van Nieuw Zeeland Sir Joseph Ward waren verheugd met de toezegging. Net als de Verenigde Staten hadden Australië en Nieuw Zeeland problemen de immigratie van Japanners. Daarnaast waren beide landen afhankelijk van Engeland voor de verdediging van hun grondgebied. Aangezien de hele Engelse vloot in de Noordzee lag, was de situatie precair. Een nieuwe machtige bondgenoot, zoals de Verenigde Staten, was daarom gewenst. De acceptatie van Japans uitnodiging werd naar enig beraad genomen. Vooral Roosevelt was een voorstander van een bezoek aan Japan. Aangezien Japan niet op de route lag werd een bezoek aan één haven toegezegd. De uitnodiging van Japan en de toezegging door de Verenigde Staten riep veel reacties op in binnen- en buitenland. Over het algemeen waren de reacties positief. Bij het grote publiek werd de angst voor een oorlog met Japan weggenomen. De Bristol Times & Mirror noemde de uitnodiging van Japan een wijs en slim besluit.123 In Rusland werd de macht van de Amerikaanse vloot gecombineerd met een krachtige buitenlandse politiek geroemd. Japanse kranten benadrukte de positieve band die Japan en de Verenigde Staten met elkaar deelden. Volgens de Mainichi Dempo had Japan met de uitnodiging zijn vijanden laten zien hoe het land met internationale spanningen om kon gaan124. Op 7 juli 1908 vertrok de vloot vanuit de haven van San Fransisco. Volgens de New York Times was de vloot zeer populair, ook bij de bemanningsleden. Tot deze conclusie kwam de krant omdat maar 129 bemanningsleden achterbleven in San Fransisco. De marine was nog nooit zo populair geweest.125 Op de reis naar Nieuw Zeeland werd ook Honolulu op Hawaï aangedaan, een Amerikaanse kolonie. Het bezoek aan deze eilanden bracht de kolonie ‘dichter’ bij de Verenigde Staten. Door het bezoek werd het bestaan van en het leven op de eilanden bekend bij een groter Amerikaans publiek. 126 Dat de Nieuw Zeelanders en Australiërs enthousiast weren over het bezoek van de vloot werd duidelijk bij ontvangst. In Auckland, de hoofdstad van Nieuw Zeeland stonden honderdduizend enthousiaste mensen op de vloot te wachten. In Sydney, Australië waren 123
Ibidem, 79. Ibidem. 125 New York Times, 15 juli 1908. 126 Ibidem, 18 juli 1908. 124
49
meer dan vijfhonderdduizend mensen aanwezig om de vloot de haven in te zien varen. In Nieuw Zeeland en Australië werd de nadruk gelegd op de goede band met de Verenigde Staten. Een artikel in de New Zealand Herald benadrukte dat de Verenigde Staten niet gebonden was aan het Britse rijk door een verbond dat makkelijk gebroken kon worden, maar door een bloedband, geloof, afkomst, idealen en aspiraties. 127 Dit artikel gaf de houding van New Zeeland en Australië met de Verenigde Staten weer. Deze landen waar zeer verheugd met de aanwezigheid van de Amerikaanse vloot in de Grote Oceaan. De band van deze landen was hechter dan het verbond tussen het Britse rijk en Japan. Dat de verhoudingen tussen de Verenigde Staten en Japan genormaliseerd waren werd duidelijk bij het bezoek van de vloot aan de Japanse stad Yokohama. Op 18 oktober 1908 voer de vloot onder begeleiding van Japanse schepen die ‘Welcome’ op de zijkant hadden geschilderd, de haven Yokohama binnen. De ontvangst was zeer vriendelijk. Vele duizenden mensen stonden in de haven op de vloot te wachten. De Japanners hadden een uitgebreid en goed georganiseerd programma opgezet. Zo werd onder andere op 20 oktober een delegatie van de vloot door de Japanse Keizer Taisho ontvangen. Hoofdcommandant Sperry rapporteerde na vertrek van de vloot, aan Roosevelt. Volgens Sperry was het bezoek “een groot succes en zeer gunstig voor de onderlinge verhoudingen tussen de twee landen.128 Over het algemeen werd Japan geroemd om zijn gastvrijheid. Het was het succes van de Japanse diplomatie. Na het bezoek werd onderhandeld over een verbond tussen de twee landen. Roosevelt vond dat Japan de vloot net zo goed ontvangen had als New Zeeland en Australië. Volgens Roosevelt had zijn vriendschappelijke benadering en beleefdheid ten opzichte van Japan, in combinatie met de wereldreis van de vloot, tot goede resultaten geleid. 129 Nadat Japan was bezocht begon de reis terug naar de oostkust van de Verenigde Staten. Op 22 februari arriveerde de vloot in Hampton Roads. De aankomst van de vloot zorgde voor veel reacties. De New York Times benadrukte de goede manieren van de bemanning en daarnaast “advertising the formidability of the Fleet abroad.”130 Andere kranten benadrukten de persoonlijke contacten, kennis en aandacht voor andere landen die door de reis waren opgedaan. Het Japanse dagblad de Asashi Shimbun benadrukte de vriendschap die Japanners voelden voor hun Amerikaanse collega’s.131 Ook vanuit New Zeeland en Australië werd positief gereageerd nadat de vloot succesvol de wereld was rondgevaren. 127
New Zealand Herald geciteerd in New York Times, 15 augustus 1908. Reckner, 116. 129 Miller, Roosevelt letters, VI, 1432. 130 New York Times, 14 januari 1909. 131 Reckner,159. 128
50
Reacties op de vloot zijn niet alleen uit de tijd van de wereldreis. Nog steeds wordt de reis besproken. Sommigen reacties zijn kritisch ander zeer positief. Hoe wordt er nu naar de wereldreis van de Amerikaanse vloot gekeken?
Perceptie achteraf De Great White Fleet is tot op de dag van vandaag onderwerp van discussie. Robert A. Hart en William Harbaugh vinden de reis een van de grootste blunders uit het presidentschap van Roosevelt132. Volgens deze historici was het primaire doel van de reis het pronken met de macht van vloot van Amerika. Echter, de vloot was verouderd en de bevoorrading was zo dramatisch dat er weinig te pronken viel. Alle schepen waren uit het tijdperk vóór de opkomst van de Dreadnoughts. Dit type schip was veel zwaarder bewapend dan de oude schepen. Terwijl de Verenigde Staten met verouderde schepen een wereldreis maakte, werden door de concurrerende landen Japan en Duistland wel Dreadnoughts gebouwd. Het feit dat Japan drie weken na het vertrek van de Amerikaanse vloot, voor de kust van Kobe een parade van 120 oorlogsschepen, 20 mijlen lang toonden, zegt genoeg over de indruk die de Amerikaanse vloot in Japan had achtergelaten. Daarnaast zouden volgens Hart veel meer bemanningsleden gedeserteerd zijn. Doordat de vloot verouderd was heeft de marine weinig kunnen leren. Al snel zouden andere schepen de basis voor de vloot worden. De ervaring die met de verouderde schepen was opgedaan, had voor de nieuwe schepen geen nut.133 Thomas Lohr is van mening dat de vloot weldegelijk een groot succes was. Hoewel volgens Lohr veel mensen de reis als de normale buitenlandse politiek van de VS zien, namelijk het samengaan van Amerika’s diplomatie met militaire macht, was de reis revolutionair. Nog niet eerder was een vloot zo ver van eigen wateren geweest. De 132 133
William H. Harbaugh.The Aemrican Historical Review, 71 (Juli 1966) 1462.
51
succesvolle reis heeft de rest van de wereld laten zien dat de Amerikaanse vloot volwassen werd. De reis toonde Mahans gelijk. Om de vloot wereldwijd inzetbaar te laten zijn, waren Amerikaanse havens met voldoende faciliteiten en op strategische plaatsen noodzakelijk. Volgens Lohr is het Root-Takahira verbond als direct gevolg van de reis gesloten. Daarnaast zou de wereldreis volgens Lohr een mogelijke oorlog met Japan zijn voorkomen. Daarnaast was het een duidelijke boodschap aan de Europese mogendheden. Deze zouden voortaan rekening moeten houden met de macht van de vloot van de Verenigde Staten. Met andere woorden, de Great White Fleet is één van de meest onderschatte geopolitieke acties uit de twintigste eeuw. Een voorbeeld voor het gebruik van diplomatieke druk in combinatie met machtsvertoon. 134 James R. Reckner neemt een tussenpositie in. Volgens Reckner was de wereldreis voornamelijk bedoeld als oefening voor de vloot. Wat men vaak vergeet is dat de oorlogsschepen in de periode van de White Fleet veel minder betrouwbaar waren dan moderne schepen. Het plannen van de reis was een uitdaging, een reis waardoor technische problemen konden worden opgelost, die zonder deze ervaring nooit zouden zijn opgelost. Door de reis konden belangrijke vragen beantwoord worden. In welke conditie zou de vloot zijn naar een dergelijk lange reis, zou de vloot nog steeds klaar zijn om in een oorlog succesvol te kunnen opereren en welke faciliteiten zouden ter ondersteuning van de vloot verbeterd moeten worden? Volgens Reckner stond de eerste etappe in het teken van deze oefening. Nadat de eerste etappe succesvol was verlopen, was er voor Roosevelt ruimte om de vloot voor buitenlandse politieke doelen te gebruiken. Dit was dus een secundair doel van de reis. Bovendien was het niet de reis die de buitenlandse politiek bepaalde, maar werd juist aan de hand van de buitenlandse politieke situatie besloten waar men een bezoek zou brengen. Volgens Reckner heeft de Great White Fleet niet de geopolitieke verhoudingen in de wereld veranderd. Het Root-Takahira verbond was niet een direct gevolg van de reis, eerder een mooi moment om de onderhandelingen te beginnen. Volgens Reckner heeft vooral de marine baat gehad bij de wereldreis van de Great White Fleet.135 Voor, tijdens en na de reis is de perceptie zowel positief als negatief geweest. Nadat bekend werd dat de vloot de reis zou gaan maken werd er veel over geschreven. Zowel in het binnenland als in het buitenland waren de eerste reacties uiteenlopend. Kritische en positieve reacties wisselden zich af. Zo werd door critici gewezen op de afhankelijkheid van het 134
Lohr, ‘The U.S. Navy’s Great White Fleet’, 67.
135
Reckner, 159.
52
buitenland voor de brandstofbevoorrading. Voorstanders benadrukten dat de reis goed zou zijn voor de verhoudingen met Zuid Amerikaanse landen. Nadat de vloot onderweg was veranderde de wisselende reacties niet. In sommige landen werd de vloot met open armen ontvangen terwijl in andere landen het bezoek minder uitbundig en enthousiast waren. Vaak gaven de reacties een weerspiegeling van de relatie van de landen met de Verenigde Staten. Brazilië had bijvoorbeeld een stabiele relatie met de Verenigde Staten en daarom waren de reacties daar over het algemeen zeer positief. Mexico vertrouwde de Verenigde Staten niet en daar werd de vloot dan ook minder vriendelijk ontvangen. Ondanks de slechte verhouding tussen Japan en de Verenigde Staten was de perceptie van de vloot in Japan positief. De vloot werd met open armen ontvangen en al vanaf de aankondiging van de reis liet Japan weten zich niet bedreigd te voelen. Negatieve en positieve reacties op de vloot wisselen elkaar heden ten dage ook nog af. Volgens critici was het een grote mislukking en heeft Roosevelt veel risico genomen . De vloot was bijvoorbeeld al verouderd voordat de reis werd ondernomen. Volgens anderen was het een van de grootste successen van president Roosevelt. Met de reis had de Roosevelt de macht van de Verenigde Staten laten zien.
53
Conclusie Theodore Roosevelt stuurde in 1907-1908 de hele vloot van de Verenigde Staten op een reis rond de wereld, de Great White Fleet. De eerste en belangrijkste doelstelling van deze reis, was het trainen van een oorlogssituatie in vredestijd. Alleen door deze reis te maken kon de Marine van de Verenigde Staten testen waartoe de vloot in staat was. De planning van de reis, de brandstofbevoorrading en de weerbaarheid van de vloot waren een uitdaging voor de marine. Ook was de marine benieuwd in welke staat de vloot zou zijn na een lange reis. Zou de vloot gevechtsklaar zijn en waren extra havens op strategische plaatsen noodzakelijk? Welke technische problemen ondervonden de schepen. Had de bemanning genoeg expertise om de vloot te besturen? Door de reis zouden deze vragen beantwoord worden. De geopolitieke situatie maakte de reis mogelijk. Doordat Duitsland en GrootBrittannië in Europa voor een machtsbalans zorgden, kon de Atlantische vloot zonder al te grote risico’s van de oostkust naar de westkust van de Verenigde Staten worden verplaatst. Nadat de eerste etappe, de reis van de oostkust naar de westkust, succesvol was verlopen, konden geopolitieke doelen aan de reis worden toegevoegd. De Great White Fleet kreeg verzoeken om de havens in bijvoorbeeld New Zeeland, Australië en Japan te bezoeken. Deze verzoeken werden om diplomatieke redenen geaccepteerd. De bezoeken van de vloot aan deze havens leverde vriendschappelijke verhoudingen op. Het bezoek van de vloot aan Yokohama in Japan was bijvoorbeeld een goede aanleiding om onderhandelingen over problemen met 54
immigratie van Japanse arbeiders naar de VS te beginnen. Deze resulteerden uiteindelijk in het Root-Takahira verdrag. Dit verdrag was geen doelstelling van de reis. Ook de symbolische waarde van de reis was geen doel van de reis, maar een mooie bijkomstigheid. Door de vloot over de wereld te laten varen kon de rest van de wereld zien waartoe de Verenigde Staten in staat was. Er was nog nooit eerder een vloot de wereld rondgereisd. Zoals Roosevelt de bemanning na terugkomst vertelde, “others can but follow in your footsteps.”136 Volgens Roosevelt was de rondreis een groot succes. De belangrijkste doelstelling werd al tijdens de eerste etappe bereikt. Gezien de reacties in de bezochte havens was de reis een groot succes. Het feit dat de vloot uiteindelijk ook de haven van Japan bezocht kan ook als een succes gezien worden. Toch was de genormaliseerde relatie tussen de Verenigde Staten en Japan niet het gevolg van de reis. De voornaamste doelstelling van de vloot was de training van de vloot. Deze doelstelling paste in Roosevelts machtspolitiek. Volgens Roosevelt konden de doelen van de Verenigde Staten het best bereikt worden door diplomatie, maar dan wel met de macht van het leger achter de hand. Een voorwaarde voor deze machtspolitiek was een goed georganiseerd, getraind en voorbereid leger. Een belangrijk onderdeel van het leger was de vloot. Volgens Roosevelt was de vloot zelfs het belangrijkste onderdeel. Om op de macht van de vloot te kunnen rekenen, was training van de vloot gewenst. Om daarnaast zeker te zijn dat de vloot overal ter wereld inzetbaar zou zijn ten tijde van oorlog, was de reis van vloot noodzakelijk. Roosevelts machtpolitiek zou niet werken zonder dat het buitenland de macht van Verenigde Staten zou kennen. Het succes van de machtpolitiek van Roosevelt was dus onder andere afhankelijk van het succes van de reis van de vloot. Roosevelts vlootpolitiek bestond niet alleen uit het rondsturen van de vloot. De vlootpolitiek was een belangrijk onderdeel van Roosevelts actieve buitenlandse politiek. Dankzij Roosevelt was de vloot van de Verenigde Staten enorm gegroeid. Alle zestien oorlogsschepen van de Great White Fleet waren in zijn ambtstermijn opgeleverd. De noodzaak om een goed georganiseerde getrainde en voorbereide vloot te hebben, is dankzij Roosevelt op de politieke agenda gekomen. Roosevelts vlootpolitiek was echter niet altijd even efficiënt. Dat hij tijdens zijn presidentschap zes marineministers en vier onderministers heeft benoemd kwam het beleid niet ten goede. Roosevelts vlootpolitiek heeft niet de veranderde positie van de Verenigde Staten in de wereld bepaald, maar heeft daar wel invloed 136
Roosevelt geciteerd in New York Times, 23 februari 1909.
55
op gehad. De vlootpolitiek van Roosevelt kan gezien worden als onderdeel van zijn machtspolitiek. En in die zin heeft de vlootpolitiek dus mede de veranderde positie van de Verenigde Staten bepaald. Roosevelts vlootpolitiek kan daarom niet gezien worden als het begin van de machtspolitiek van de Verenigde Staten, het was een onderdeel daarvan. Roosevelts voerde een actief buitenlands beleid. Zijn buitenlandse politiek was een vorm machtspolitiek en heeft de Verenigde Staten definitief op de kaart gezet als land waar rekening mee moest worden gehouden. Gezien de uiteenlopende reacties op de reis was de reis geen doorslaand succes maar ook enorme blunder. De gevolgen van de reis zijn zeer beperkt gebleven. De angst voor een oorlog bleek achteraf ongegrond. De afhankelijkheid van buitenlandse bevoorrading was een risico, maar bleek achteraf geen enorm probleem. Roosevelt had de geopolitieke situatie goed ingeschat. Uiteindelijk had de vloot vooral een symbolische functie. Ondanks de verouderde schepen was het een indrukwekkende reis geworden. Een vroeg voorbeeld van de veranderde positie van de Verenigde Staten in de wereld.
Literatuurlijst Burton, David H., ‘Theodore Roosevelt's Social Darwinism and Views on Imperialism’, Journal of the History of Ideas, Vol. 26, No. 1 (January 1965 - March 1965) 103-118. Collin, Richard H., Theodore Roosevelt, Culture, Diplomacy, and Expansion (Baton Rouge 1985). Collin, Richard H., Theodore Roosevelt’s Caribbean. The Panama Canal, the Monroe Doctrine and the Latin American Context (Baton Rouge 1990). Dalton, Kathleen, Theodore Roosevelt, a strenuous life (New York 2002). Gould, Lewis L., The presidency of Theodore Roosevelt (Lawrence 1991). Kaplan, Amy en Donald E. Pease, ed., Cultures of United States Imperialism (Durham 1993). Karsten, Peter, ‘The Nature of “Influence”: Roosevelt, Mahan and the concept of Sea Power’, American Quarterly 23 (oktober 1971) 585-600.
56
Lafeber, Walter, The Cambridge History of American Foreign relations. Volume II. The American Search for Opportunity, 1865-1913 (New York 1993). Lohr, Thomas, ‘The U.S. Navy’s Great White Fleet served a foreign purpose in 1907’, Military History 23 (Maart 2006) 64-67. Miller, Nathan, Theodore Roosevelt, a life (New York 1992). Morison, Elting E. e.a., The letters of Theodore Roosevelt, 6-8 (Cambridge 1951-1954). Ninkovich, Frank, The United States and Imperialism (Malden 2001). Oyos, Matthew M., ‘Theodore Roosevelt and the Implements of War’, Journal of military history, Vol. 60, No. 4 (October 1996) 631-655. Reckner, James R., Roosevelt’s Great White Fleet (New York 1989). Reckner, James R., ‘TR and His Navy’, Naval History, Vol. 15, No. 1 (Feb 2001) 41-46. Roosevelt, Theodore, ‘Inaugural adress’ Essential documents in American History (1997) 2. Stillson, Albert C., ‘Military Policy Without Political Guidance: Theodore Roosevelt's Navy’, Military affairs, Vol. 25, No. 1 (Spring 1961) 18-31.
Kranten: New York Times. New York Herald.
Internet bronnen: 57
Steward, William, ‘The Great White Fleet’, http://www.greatwhitefleet.info (laatst geraadpleegd: 28 mei 2007). ‘U.S. Navy ships’, http://www.navy.mil/navydata/ships (laatst geraadpleegd: 28 mei 2007). ‘Great White Fleet’, http://www.history.navy.mil/library/online/gwf_cruise.htm (laatst geraadpleegd: 28 mei 2007). ‘Great White Fleet’, http://en.wikipedia.org/wiki/Great_White_Fleet (laatst geraadpleegd: 28 mei 2007).
58