De Gouden Generaties In de bijna honderd jaar lange geschiedenis van KSV Oudenaarde, zal het seizoen 19791980 voor eeuwig geboekt blijven staan als één van de meest succesrijkste ooit. In dat fameuze seizoen slaagde KSVO er in om voor het eerst in zijn bestaan naar de Tweede Klasse te stijgen. Als klein ventje begon de fascinatie voor het voetbal in het algemeen en voor ons stamnummer 81 in het bijzonder, toe te nemen ergens halverwege de jaren 60. Het KSVO van vandaag straalt ambitie uit, wil terug naar Tweede Klasse en bouwt verder aan een stevige ploeg die de sprong mag en kan wagen. Het is dus het perfecte moment om eens terug te blikken op de Gouden Jaren van KSVO, een periode die begon halverwege de jaren 60 en stopte halverwege de jaren 80. We nemen jullie met plezier dan ook mee naar de mooiste geelzwarte periode ooit. Maak aan de hand van veel anekdotes kennis met enkele legendarische voetballers uit die periode. En wie weet worden Schampie, Ramzi, Jesse, Tom en alle anderen van onze huidige ploeg de pionnen van een nieuwe Gouden Generatie…
1964 – 1969: De stap naar Derde Klasse Halverwege de jaren 60 begon het voetbal serieus te broeden in Oudenaarde. De VZW KSV Oudenaarde werd geboren en de club kreeg hierdoor meer financiële armslag. Dat resulteerde meteen in uitstekende resultaten. KSVO behaalde de titel in 1ste provinciale na een bijna vlekkeloos parcours, waarin het 50 punten behaalde uit 30 wedstrijden (NB: een zege leverde toen 2 punten op, een gelijkspel 1 punt). In een memorabele slotmatch scoorde KSVO liefst 11 doelpunten tegen Gavere, waardoor de kaap van de 100 gescoorde doelpunten werd bereikt. Na 9 seizoenen provinciaal voetbal trapte KSVO nadrukkelijk de deur van het nationale voetbal open.
Kampioenen in 1ste provinciale uit 1965: Boven: Zonnekeyn M., Van Lierde E., De Temmerman E., Gezels L., Cosyns A., De Jans D. Onder: Vanderbeken J., De Maere W., Schittecatte A., De Vos JP, Balcaen G.
Geelzwart zou de hierop volgende jaren doordenderen op zijn elan. 2 KSVO-iconen uit die periode deden hun intrede in Oudenaarde: de uitgekookte Heusdenaar Dirk D’haene kwam over van Daring Brussel en uit Limburg kwam een jonge, maar uiterst talentrijke doelman overgewaaid. Roger Vandergucht ruilde het wat troosteloze uitzicht op de koolmijnen van Beringen voor een stekje aan de rustige Scheldeboorden in de Vlaamse Ardennen. KSVO liet meteen van zich spreken in zijn eerste seizoen 4de klasse, maar had de pech om uitgerekend dat seizoen op Eendracht Aalst te botsen. De Ajuinen degradeerden na een poging tot omkoping van de Tweede Klasse naar Bevordering. Het zou voor de titel een titanenstrijd worden tussen beide Oost-Vlaamse tenoren en meteen het begin van een reeks controversiële wedstrijden tegen de bewoners van het Pierre Cornelisstadion. Voor de eerste confrontatie, in ons Thienpontstadion, brak Oudenaarde alle records. Ikzelf was toen nog te klein om naar het voetbal te gaan, maar genoot met wijd open ogen van het gewoel: auto‟s stonden geparkeerd tot op de Grote Markt en een stroom witzwarte en geelzwarte voetballiefhebbers zochten via de Prins Leopoldstraat hun weg naar het Thienpontstadion, met immense vlaggen, zingend, toeterend en de lokale fanfare op kop. Het leek wel voor éénmaal carnaval in Oudenaarde. Met een toprecette van meer dan 8000 betalende toeschouwers, brak Oudenaarde een tot op heden ongeëvenaard record. KSVO won de match met 2-0. In de terugmatch voor nog meer toeschouwers, won Aalst met dezelfde score en sloeg een onoverbrugbare kloof. Aalst kampioen, KSVO eindigde tweede na een heel knap seizoen. Helaas bestonden toen nog geen periodekampioenschappen of eindrondes. Het seizoen hierop werd een nieuw topseizoen. De basis stond er en uit Brakel kwamen twee talentvolle spelers over. De kleine linksvoetige Lucien Watté en de overgetalenteerde, maar soms grillige Germain Wauters. In eigen rangen ontdekte gans voetbalminnend Oudenaarde een echt goudklompje: Johnny
Vanderbeken. KSVO domineerde het seizoen en zorgde voor suspens op de laatste speeldag in de topper bij SV Blankenberge. Bruggeling Lucien Massijn zag als trainer zijn KSVO tweemaal op achterstand komen, maar dank zij twee doelpunten van Vanderbeken en ééntje van Wauters, mocht de titel uitbundig worden gevierd op de Grote Markt. Na twee seizoenen Bevordering mocht Oudenaarde naar Derde Klasse. Sportief werd dit seizoen net een trapje te hoog. KSVO kon dat seizoen niet beschikken over doelman Vandergucht, wegens een breuk aan de hand. Roger werd zowaar in de spits gedropt en deed dat niet onaardig. Uit Berchem haalde men doelman “Pitoe” Goosssens, in zijn beste dagen onklopbaar, maar voor de rest te “prettig gestoord” en daardoor wat onbetrouwbaar. KSVO verloor al te vaak nipt en ook op de slotdag, in de allesbeslissende match tegen Hamme, liep het ondanks een vroege 1-0 voorsprong verkeerd af. Het werd in de slotfase 1-2 en KSVO eindigde als laatste. Eendracht Aalst liet ook weer van zich horen, want het verloor zijn titel voor de groene tafel ten nadele van C.S Brugge. Dit seizoen betekende meteen het afscheid van trainer Lucien Massijn en ook weldoener en erevoorzitter Maurice Santens overleed. In het seizoen 1968-1969 deed KSVO opnieuw lang mee voor promotie, maar moest uiteindelijk de titel aan Kortrijk Sport laten. De onzen eindigden uiteindelijk op 3 punten van de kampioen. Het seizoen erop was het opnieuw bingo. KSVO had immers de basis gelegd voor een stevige ploeg. Willy Tas was een bonkige verdediger uit het Pajottenland, maar met een hart als een koekebrood. Hij werd in die tijd onze vaste strafschopnemer. Ooit belandde hij op het veld van Racing Doornik, na een fors duel keihard met zijn hoofd tegen de betonnen afsluiting. Wij vreesden even voor een schedelbreuk, maar na amper een halve minuut stond hij op, schudde even het hoofd, spuwde even op de grond en liep ijzig kalm terug het veld op. Johnny Vanderbeken (op de foto: kampioenenviering 1969-1970, KSVO terug naar Derde Klasse, Johnny de publiekslieveling) was volledig open gebloeid en werd de absolute Chouchou van het Oudenaardse publiek. Johnny werd letterlijk en figuurlijk op de handen gedragen en wekte toen al de interesse op van Eerste Klasseploegen. Maar niet alleen Johnny, ook Germain Wauters en de uit Brazilië overgewaaide Zwarte Parel Oswaldo Dias loodsten KSVO naar een oververdiende titel en de start van de beste periode ooit!
1970 – 1979: Twee Gouden Generaties KSVO verloor zijn Goudklompje KSVO zou zijn rentree in Derde Klasse ditmaal niet missen. Op de openingsmatch veegde het Racing Doornik, dat pas was gedegradeerd uit Tweede Klasse, van de mat. KSVO pikte in op de toen heersende trend om buitenlanders naar Derde Klasse te lokken. Ernesto Figuereido, Braziliaans internationaal, kopbalsterk en uitkomend in de Portugese eredivisie, maakte de oversteek naar Oudenaarde en zou zijn gevreesde reputatie van goalgetter waar maken. In die beruchte openingsmatch tegen Doornik zou hij 3 keer raak treffen. Oudenaarde zou met knap voetbal een heel sterk seizoen spelen en zich mengen in de titelstrijd. Johnny Vanderbeken (foto) voetbalde op een wolk en was de absolute publiekslieveling. Thuis tegen leider FC Boom scoorde hij in de tweede helft na een geweldige solo een ongelooflijk knap doelpunt. In Oudenaarde weet ondertussen nog steeds niemand na al die jaren, waarom de scheidsrechter dat doelpunt toen afkeurde. Johnny trok zich van het hierop volgende tumult niets aan en wachtte rustig zijn nieuwe Moment de Gloire af, want hij deed enkele minuten later zijn schitterende nummertje nog eens over en deze keer telde het doelpunt wel. Boom haalde kreunend het einde en mocht de scheidsrechter dankbaar zijn dat het met een punt kon terugkeren naar de boorden van de Rupel. Het noodlot zou helaas echter toeslaan in Oudenaarde. Op een koude februariavond in 1971, werd Johnny aangereden door een auto. Hij zou niet meer bij bewustzijn komen en overleed op 28 april van dat jaar. Hij was pas 26 jaar... “Duistere krachten” op KV Kortrijk In eigen jeugdrangen liep ondertussen een fantastische lichting juniores rond, een lichting die enkele jaren later de basis zou vormen van de ploeg die voor het eerst in zijn bestaan naar Tweede Klasse zou stijgen. Eén van die goudklopjes was Stanny De Potter. KSVO moest op het einde van zijn eerste seizoen in 3de de twee leiders in de ogen kijken. FC Boom moest opnieuw tot het uiterste gaan om KSVO van zich af te
houden. Het werd 2-1. De week erna was Vigor Hamme te gast in het Thienpontstsadion. Hamme, tweede in de stand werd in de vernieling gespeeld door Stanny De Potter, geflankeerd door de ervaren Figuereido. Onze geelzwarten eindigden dat seizoen als nieuwkomer op een knappe 4de plaats. Ook de volgende seizoenen zou KSVO het goed doen in 3de. Dat leverde memorabele matchen op tegen Sporting Lokeren voor 8000 toeschouwers. Bij gebrek aan plaats mochten alle jonge gastjes op de atletiekpiste staan. Ondenkbaar in het hedendaagse voetbal! Tegen RAEC Mons, stond KSVO na 90 minuten nog 3-1 voor, maar na enkele dubieuze rode kaarten, viel de gelijkmaker in de 97ste minuut. Scheidsrechter Ponnet diende via een achterpoortje en onder politiebegeleiding het Thienpontstadion te verlaten. Uit Argentinië kwam Roberto Saporiti. Roberto was een uiterst intelligente voetballer die het na zijn voetballoopbaan zelfs nog schopte tot assistent-bondscoach van Argentinië. Een andere Argentijn was Marcos Conigliaro, de balvirtuoos. Marcos, tijdens een stage net iets te licht bevonden voor Beerschot, was te goed voor Derde Klasse en na een jaartje trok hij naar de Zwitserse eersteklasser Lugano. Met Vandergucht, “Miele” van Lierde, Willy Tas, Jan Vanhoutte, André Vanderlinden en Jean-Baptist “Tieste” Pfaff (jawel! De broer vàn!) beschikte Oudenaarde over een solide verdediging. Op het middenveld liep Oudenaardist Jean-Pierre De Vos met zijn atoomschot en nog steeds Germain Wauters. Kwam daar plots een zekere Pierre Vandevelde uit Waregem via Union Sint-Gilles overgewaaid! “Pier”, “brommerke”... zeer speciaal figuur! Hij had de kromme Willem Van Haeneghem-benen, daarboven een kubusvormig lichaam en nog een verdieping hoger een geweldige karakterkop. Maar zelden zo‟n balvirtuoos gezien: dribbelend met de souplesse van een ballerina en met een gezegende traptechniek, het onberekenbare “banaanschot”. De hoekschoppen die hij nam waren steevast halve strafschoppen. Pierre was de aangever, Patrick Cambier de afwerker van dienst. In 1973 mistte KSVO onbegrijpelijk de promotie naar Tweede Klasse. Die reeks was net als Eerste Klasse hervormd van 16 naar 18 ploegen, wat aanleiding gaf tot extra stijgers uit Derde Klasse. Was KSVO niet rijp voor de sprong? Waren er “duistere krachten” aan het werk op de achtergrond? Feit is dat KSVO als leider, juist voor de belangrijke topper bij de kersverse fusieploeg KV Kortrijk, zijn trainer – dat was ondertussen opnieuw Bruggeling Lucien Massijn – plots aan de deur zette. KSVO speelde duidelijk met de handrem op, verloor die wedstrijd met 1-0 en werd uit polepositie geduwd. Kortrijk en kampioen AS Oostende klommen naar Tweede Klasse, RAEC Mons speelde als derde een barragematch en KSVO eindigde… vierde. Dat seizoen zou meteen het einde betekenen van die uitzonderlijk sterke generatie. Voorzitter Charles Petre overleed in 1975 en hij werd opgevolgd door KSVO-icoon Jean-Baptiste Broeckaert. Sluwe vos Jan kende het voetbalwereldje als zijn broekzak en versierde voor zijn club enkele gouden transfers die zouden lonen. “Marnix, schiet!!!” Na een drietal onopvallende en eerder kleurloze seizoenen, begon KSVO aan een nieuwe ploeg te bouwen. Een nieuwe Gouden Generatie werd klaargestoomd. De uitzonderlijke lichting juniores van begin de jaren 70 zou de basis vormen van de toekomstige kampioenenploeg en eind de jaren 70 was het raak! KSVO rekruteerde niet alleen uit zijn eigen jeugd, maar vond ook ander jong talent in eigen streek. Marnix Van Syngel kwam uit die fameuze juniorenlichting van begin de jaren 70 en werd als jong talent opgemerkt door Staf Van Den Bergh, een monument van een trainer en notoir voetbalkenner bij KV Mechelen. Staf noemde Marnix “een ruwe diamant”. Marnix debuteerde in eerste klasse op het veld van KSV Waregem en scoorde daar bijna meteen. Eerste Klasse leek net iets te hoog gegrepen voor Van Syngel en na 2 jaar kwam hij terug naar KSVO. Eén anekdote van onze rijzige baardige verdediger zal mij altijd bijblijven. Hij scoorde ooit een doelpunt op aanraden van de Oudenaardse supporters. KSVO moest naar KSV Sottegem, dat zich toen in de degradatiezone bevond. KSVO trapte af en Marnix kreeg de bal. Hij rukte op, maar zag niet onmiddellijk een aanspeelpunt. Plots riep iemand vanuit het Oudenaardse supportersvak: “Marnix, schiet!” Marnix plofte op commando zijn schoenmaat 46 tegen het ronde ding, dat als een raket uitstierf in de kruising. Dat het Oudenaardse supportersvak toen volledig uit de bol ging, hoeven we hier echt niet neer te schrijven! KSVO haalde ook de jonge Beverse voetballende tweeling Johan en Philippe Siau vanuit de jeugd van Anderlecht naar Oudenaarde en dat zou een schot in roos worden. Met Patrick De Clercq had het een uitstekend verdediger lopen die ook al uit die beruchte jeugdlichting kwam en al op jonge leeftijd een vaste waarde werd in het centrum van onze verdediging. Patrick groeide op, rechtover het stadion en kreeg van vader Marcel, zelf een uitstekend verdediger uit de naoorlogse periode, het geelzwarte voetbalbloed mee. Deze vier vormden achteraan een oninneembare vesting. Freddy Moerman en Roger Sackx werden enkele jaren daarvoor al weggeplukt bij het naburige KSV Sottegem, dat toen echt op de dool was. Freddy Moerman was de linkspoot met het verschroeiende afstandsschot en een millimeterjuiste voorzet in de voeten. Roger Sackx had een fenomenale fysiek en loopvermogen en was levensgevaarlijk in de zestienmeter. In dat kampioenenseizoen werd ook nog Rudy Tempère weggeplukt bij concurrent VG Oostende. Hij zou de stofzuiger worden op het middenveld, een beetje een ruwere versie van onze Ludwin Van Nieuwenhuyze. Samen met de ervaring van de “Oude rotten in het vak” Ignace Beirlaen (KSV Waregem) en John Vercammen (Cercle Brugge) en met Patrick Van Steenbrugge, ook al uit de eigen jeugd afkomstig, vormden zij een middenveld dat werkkracht en leepheid aan creativiteit koppelde. Vooraan hadden we een soort veredelde tuinkabouter, Jacques Ampe genaamd, een spits die als geen ander wist op welke plek hij moest staan om af te werken. Jaak Ampe was samen met Ronsenaar Patrick Cambier, ongetwijfeld de koelste killer die we ooit in huis hebben gehad. Via Beerschot en Racing Gent belandde een jonge ruwe diamant in Oudenaarde: René De Ridder. De baardige linkspoot was een strijder, een echte krijger die steeds voorop ging in het gevecht en nooit plooide. Hij zou later een transfer versieren naar Eerste Klasse. Op rechts hadden we een frivole speler, ook al uit die beruchte kampioenenploeg van de Juniores, die bij onder andere Eendracht Aalst en Kortrijk al had mogen proeven van Tweede Klasse en met plezier terugkwam om KSVO aan de titel te helpen. Hij was soms 89 minuten onzichtbaar, maar kon met
één geniale flits de match beslissen. Ja, Stanny De Potter, en hij is nog steeds betrokken bij de scouting van KSVO. Deze uitzonderlijke ploeg zonder echte vedetten werd gecoacht door Luc Sanders. Luc kwam via Cercle Brugge, Club Brugge en AA Gent in het Thienpontstadion terecht: eerst als doelman, in het kampioenenseizoen als doelman-trainer en later gewoon als trainer. Luc Sanders hield het vijf jaar vol, waarvan vier als trainer. Geen enkele trainer zou ooit langer verbonden blijven aan KSVO, tot ene Stefan Leleu in Oudenaarde terecht kwam. Achter Luc Sanders stond een jonge gast op als tweede doelman, een gast die in de schaduw woonde van het Thienpontstadion en die in Tweede Klasse een echt goudhaantje zou worden. Jawel, onze Luc De Jaeger. Luc heeft nog steeds het geelzwarte hart op de juiste plaats want hij levert uitstekend werk als keeperstrainer. In no-time werd een ploeg gevormd, waarvoor iedereen vrees en respect had. “Mannen mee Baarden”, zou Romain Deconinck zaliger hebben gezegd, mannen met een “over mijn lijk” mentaliteit. Een ploeg die karakter koppelde aan techniek en frivoliteit.
KSVO mocht in 1977 voor de Beker van België kampioen en Europabekerfinalist Club Brugge bekampen in het Olympiastadion. FCB had het niet gemakkelijk met een goed voetballend Oudenaarde. Pas in de slotfase kon het afstand nemen en won met 4-0. KSVO kreeg veel applaus en lof vanuit de Brugse hoek. Paul Courant kopt hier tussen Philippe Siau en Patrick De Clercq de bal voorbij Roger Vandergucht
Tweemaal geel is niet altijd rood! De titelstrijd in 1979-1980 werd al vlug een tweestrijd tussen KSVO en KFC Herentals. Vooral de uitmatch op Herentals is er eentje om in te kaderen. Een zelden gezien massale volksverhuizing vanuit Oudenaarde, richting Kempen: 10 propvolle autobussen en een sliert gewone auto‟s reden toeterend doorheen de Kennedytunnel. Het regende pijpenstelen, maar we troepten allen samen op de niet overdekte staantribune. Er werd niet alleen gespeeld in Apocalyptische weersomstandigheden, de duivel was er ook nog eens mee gemoeid, want niemand minder dan Van Volcem himself, onze Public Enemy nr 1, was scheidsrechter. En volgens de traditie liet hij zich weer in negatieve zin opmerken. In een evenwichtige en gesloten 1ste helft snoepte Ampe plots de bal af van een verdediger en werd foutief afgestopt binnen de zestienmeter. Onze brave scheidsrechter legde de bal er netjes… buiten. Gans KSVO protesteerde, één man bleef er superkalm bij. Stanny De Potter concentreerde zich tijdens dat tumult en schilderde de vrije trap overheerlijk in de kruising. Freddy Moerman werd nog ongestraft met een beenbreuk van het veld geschopt. Hij zou nooit zijn oude niveau nog terughalen. Vijf minuten voor het einde gingen de poppetjes echt aan het dansen. Luc Sanders bokste een hoekschop weg, maar werd dan vastgehouden door een Herentalsspeler. Luc kon op die manier onmogelijk bij de rebound en Van Volcem keurde de gelijkmaker goed. Gans KSVO, Philippe Siau op kop, belaagde de Bruggeling die plots een gele kaart trok voor Philippe, maar die had er helaas al eentje achter zijn naam staan. Philippe trok woedend naar de kleedkamer en werd onderweg getroost door broer Johan die alles rustig van op afstand aanschouwde. Groot was onze verbazing en vooral onze opluchting, toen Van Volcem naar de tweeling stapte en het nummer van Johan in zijn boekje noteerde. Philippe mocht op zijn stappen terugkeren en de wedstrijd vol maken. KSVO zou zijn voorsprong in de stand niet meer prijsgeven en op de laatste speeldag tegen SK Roeselare konden de champagnekurken in het rond vliegen. Een dag om in te kaderen Zondag, 27 april 1980 zou een dag worden om nooit te vergeten. Dankzij een doelpunt van Stanny De Potter, had KSVO de week ervoor moeizaam de drie punten meegebracht uit het verre Marchienne. Onze geelzwarten hadden na de match op Herentals een dip gekend en verloren op enkele weken tijd drie van hun sterkhouders. Onze ijzersterke middenvelders Roger Sackx, Freddy Moerman en Rudy Tempère, moesten voor de laatste en beslissende matchen wegens verschillende kwetsuren vervangen worden. Ignace Beirlaen, Patrick van Steenbrugge en marathonman John Vercammen waren in die slotfase hun vervangers. KSVO had op karakter een 8 op 8 gepakt en op de slotdag had het genoeg aan een gelijkspel tegen SK
Roeselare, dat werd getraind door oude bekende Lucien Massijn. Toch waren we er niet gerust in en de spanning was die zondag dan ook te snijden. Ons moeder probeerde ons wat te kalmeren, maar er was geen houden aan. Eten konden we nauwelijks en als losgelaten jonge honden trokken we naar het Thienpontstadion. Half twee waren we al ter plaatse en we waren daar bijlange niet alleen. Iedere geelzwarte supporter wou die historische dag van dichtbij meemaken. Enkele sluwe vossen onder ons hadden een voorraad drank weggestoken in de haag aan de staantribune, waar we onder het bord “Spionkop KSVO” onze vaste stek hadden. Het Jazzorkestje van Willy Aelvoet bracht er meteen de ambiance in en enkele flessen werden al ontkurkt. Lichtjes aangeschonken, maar vooral prettig gestoord, telden we af naar 15h00! Onze harten en wellicht die van de 5000 andere aanwezigen, bonkten zwaar in onze kelen toen onze ploeg met kapitein Patrick De Clercq voorop, het terrein opliep. Onder immens lawaai van toeters, krekels en een massa wapperende geelzwarte vlaggen, werd afgetrapt. Onze zenuwachtigheid maakte al vlug plaats voor euforie, want na nauwelijks 10 minuten had Jaak Ampe al twee keer gescoord. Het kon niet meer stuk. Ik weet niet of de spelers tijdens de rust al aan de champagne hadden gezeten, maar in het begin van de tweede helft was het even beven, toen Van Syngel een poging van de lijn keerde en de rebound tegen de lat belandde. Maar nauwelijks een zucht van opluchting later, scoorde Ampe zijn derde van de namiddag. Toen Johan Siau even later vanop afstand de bal binnenpoeierde waren we niet meer te houden. In massa en in no-time stonden we allemaal op de atletiekpiste te dansen, te zingen en te springen en in onze euforie zagen we zelfs het vijfde doelpunt van René De Ridder niet eens. Roeselare scoorde nog een late eerredder, maar we waren het delirium nabij en als een bende kleine, losgelaten kinderen bestormden we massaal het veld, richting spelers. De jacht op truitjes, broekjes en andere geelzwarte gadgets was begonnen. René De Ridder werd door iedereen gekust en John Vercammen werd tot op zijn onderbroek gestroopt. Voorzitter Jan Broeckaert werd op de handen gedragen. Na de ererondes, vertokken we richting „t stad. We hokten samen aan supporterslokaal “Het Centrum”, bij Michel in “De Croone” en trokken zingend via het college, waar op dat moment de Collegefeesten bezig waren, over het Tacambaroplein naar het clublokaal in café “Stad Gent”, waar de spelers op het balkon verschenen en massaal werden toegejuicht. Dan ging het terug naar de Grote Markt, waar Pier Darragas, ook al lichtjes aangeschonken, met zijn trompet een ode bracht aan Hanske De Krijger op het stadhuis. De valse noten namen we er lachend bij. Het werd een van de langste feestnachten ooit uit de geschiedenis van KSVO. De maandagmorgenkater werd er met plezier bij genomen.
Onze helden (4) Patrick De Clercq, (5) Johan Siau, (2) Marnix Van Syngel, (12) John Vercammen, (11) René De Ridder, half weggestoken achter René zien we nog Ignace Beirlaen, (3) Philippe Siau, (10) Stanny De Potter, (1) Luc Sanders, (6) Patrick Van Steenbrugge en (9) Jaak Ampe betreden het veld, KSVO speelde kampioen en behaalde in het toenmalige tweepuntensysteem 45 punten op 60. Het won 18 wedstrijden, speelde 9 keer gelijk en verloor slechts 3 maal.
1980 – 1983: Het “Lelijke Eendje” uit Tweede Klasse Vele “kenners” beweerden toen dat KSVO als nieuwkomer in Tweede Klasse een ticketje heen-en terug zou krijgen en het lelijke eendje zou worden in de op een na hoogste reeks. Niets was minder waar! De kern bleef nagenoeg intact, enkel stoere Marnix moest wegens te veel blessurelast stoppen met voetballen. De spelersgroep werd aangevuld met Patrick Notteboom (Cercle Brugge), Bibi Hinderyckx (Club, AA Gent), Thijs Wijngaarde (KVO) en last but not least: de Braziliaanse aanwinst Ari De Azevedo! Ari was een groot voetbaltalent, maar miste karakter en liep wat “verloren” in Oudenaarde. Zijn verblijf bij KSVO ging niet onopgemerkt voorbij, want zijn eerste competitiedoelpunt ooit scoorde hij in de thuismatch tegen Seraing… tegen zijn eigen ploeg. Tegen Sint-Truiden zag hij voor de eerste keer in zijn leven sneeuw, maar speelde toen misschien zijn beste match ooit voor KSVO. Maar we zullen hem hier altijd blijven herinneren omwille van het Costantin-incident. Voor aanvang van het tweede seizoen in Tweede Klasse nam KSVO deel aan de Beker van Vlaanderen, met onder andere Lokeren, Beveren en AA Gent. KSVO speelde tegen de Buffalo‟s een ijzersterke match en leek op weg naar een bemoedigend gelijkspel. Maar Alphonse uit Luik vond het nodig om diep in blessuretijd na een ingebeelde fout enkele meters buiten de zestienmeter de bal op de stip te leggen. Gans KSVO was woedend. Na heel wat discussie verdween de strafschop dan toch tegen de touwen, maar Alphonse-de-halve-Siciliaan vond het nodig om toch nog te laten aftrappen. Hij legde de bal op de middenstip, liet twee spelers waaronder Ari aan de bal komen en blies onmiddellijk af. Ari trapte woedend en vanuit stilstand de bal perfect op het hoofd van de referee die waggelend neerging. Enkele supporters liepen op het veld en Costantin werd onder politiebegeleiding “halfdood” naar het ziekenhuis gebracht. Groot was onze verbazing toen nauwelijks drie dagen later Monsieur Alphonse springlevend als lijnrechter kwistig met zijn vlagje stond te zwaaien tijdens de finale van de Belgische Supercupmatch. Kennelijk sprak zijn ziektebriefje bij de KBVB maar voor twee dagen. Het shownummertje van de man uit de vurige stede, kostte Ari wel één jaar schorsing, later terug gebracht tot een half jaar.
KSVO verloor in 1980 zijn bekermatch in eigen huis tegen Cercle Brugge met 1-2. Beheydt kopt de 0-2 binnen. Op de foto zien we, behalve veel volk, ook nog Philippe Siau, Thys Wijngaarde en Roger Sackx
Na een wat aarzelend begin in zijn eerste seizoen Tweede Klasse, eindigde KSVO bijzonder sterk en had zelfs tot de laatste competitiematch uitzicht op deelname aan de eindronde voor promotie. Een dubieuze scheidsrechterlijke beslissing in de slotminuut op Eendracht Aalst besliste er toen anders over. Ploegen als KV en Racing Mechelen, Sint-Truiden, Sporting Charleroi, SK Sint-Niklaas, RC Harelbeke, KFC Boom, Racing Jet, Seraing, La Louvière, Beerschot en het onvermijdelijke Eendracht Aalst kwamen met een bang hartje naar het Thienpontstadion afgezakt. Het was voor ons, jonge snaken, een belevenis om gans België te mogen rondtrekken om onze ploeg aan te moedigen. We trokken met volle moed en volle bussen – KSVO kende toen immers 5 supporterslokalen – richting Seraing waar we in de gietende regen onze ploeg 5-0 zagen achterstaan bij de rust. We bleven zingen en werden gefeliciteerd door de Seraing-entourage. We mochten op het oefenveld van Racing Mechelen een kwartier voor aanvang van de match zelfs een “pienantietje” trappen tegen reservedoelman Luc De Jaeger. Danny Galba zaliger trapte in de grond en
“Lukie” had het balletje maar voor het oprapen. Ondergetekende wou het beter doen en de bal keihard in de kruising plaatsen. Naar het schijnt zijn ze in Mechelen na ruim 30 jaar in dat grote appartementenblok achter één van de doelen nog steeds op zoek naar die bal. Onvergetelijke prettige momenten en dingen die je nu voor onmogelijk waant.
KSVO behaalde zijn eerste puntje in Tweede Klasse op het veld van Racing Harelbeke (0-0), dat op die dag zijn gloednieuwe Forestierstadion inhuldigde. Luc Sanders keepte die dag een reuzematch en hield de nul op het scorebord.
Ook in zijn tweede seizoen kende Oudenaarde een aarzelende start, maar kwam nooit in de problemen en eindigde rustig in de middenmoot. We herinneren ons allemaal nog de wedstrijd tegen KFC Diest met gesloten deuren na dat beruchte “Costantin-incident”, een wedstrijd waarin meer doelpunten vielen dan er toeschouwers waren, maar vooral de wedstrijd waarin Luc Sanders zijn doelwachterfakkel definitief doorgaf aan Luc De Jaeger. Ook onze eerste wedstrijd ooit onder het eigen kunstlicht werd in dat seizoen afgehaspeld. Het was onder leiding van toenmalig internationaal topscheidsrechter Alexis Ponnet, dat deze wedstrijd werd afgewerkt. Het derde seizoen werd helaas het jaartje teveel. KSVO diende de tering naast de nering te zetten en had het dat seizoen heel moeilijk. Het kende heel wat tegenslagen en blessures en ondanks veel inzet en goede wil, geraakte het onderaan nooit weg. Ook scheidsrechter Van Volcem liet weer van zich spreken door in de slotminuut van de levensbelangrijke match op Eendracht Aalst een vederlichte penalty te geven aan de thuisploeg. Na het traditionele tumult en op weg naar de kleedkamer, stak de jonge speler Danny De Smet in de spelerstunnel zijn broek af voor de neus van de altijd gecontesteerde scheidsrechter. Die kon er niet mee lachen en stelde een zwaar rapport op. Arme Danny werd tot het einde van het seizoen geschorst. Op de voorlaatste speeldag verloor KSVO op het veld van promovendus KV Mechelen en kon de degradatie niet meer ontlopen. Het sprookje van Tweede Klasse eindigde in 1983. Enkele pogingen om terug te keren naar Tweede Klasse liepen slecht af en er volgden interne strubbelingen in bestuurskring. KSVO zou de kelk tot op de bodem moeten ledigen en zakte op twee seizoenen tijd terug naar Eerste Provinciaal. Kon het nog slechter? Ja! Want in het seizoen 1996-1997 zakte KSVO zelfs naar Tweede Provinciale. Met een propere lei en een volledig nieuwe bestuursploeg nam KSVO in minder dan 10 jaar tijd zijn zo begeerde plaats in Derde Klasse opnieuw in. Dank aan Philippe Siau voor het fotomateriaal Pink Panthers, voor de historiek op hun website, die mij toeliet om het mij allemaal nog eens te laten herbeleven, Wijlen Luc Vercruysse voor het bijhouden van diverse wedstrijdverslagen, vooral uit de periode 1979-1982 Alle spelers en bestuursmensen uit die periode, bekende en minder bekende, Alle KSVO medewerkers uit die periode, En natuurlijk alle supporters waarmee ik samen vreugde en verdriet heb gedeeld en al die jaren mee hebben gefigureerd bij de mooiste voetbalclub van de Vlaamse Ardennen (Tiger: 25/01/2012)