DE GELDSLAG Financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
MAART 2002
Aan deze uitgave werkten mee: Redactie Bianca Tomasetig (Chiro), Els Meerschaert (KLJ), Jos Meers (VFJ), Karen Van Holle (VVKSM) Kor Van Hoof (Chiro), Liesbeth Buyl (JGM), Lieven Monserez (Chiro) Marc Ipermans (VVJ), Pat Rooseleers (KJR), Peter Pollefoort (KSJ-KSA-VKSJ).
Hoofdredactie Pat Rooseleers
Eindredactie Rik Gadeyne
Cartoons Steven Deschoolmeester
maart 2002 Locomotief Arenbergstraat 1 D 1000 Brussel Tel. (02) 551 13 79 Fax (02) 551 13 85 E-mail:
[email protected] Website: www.locomotief.be ►2
De Geldslag
INHOUDSOPGAVE INLEIDING
4
1. SUBSIDIËRING EN ONDERSTEUNING DOOR DE OVERHEID
6
1.1. gemeentelijke overheid 1.2. andere overheden
2. ACTIES EN OPBRENGSTEN VANUIT EIGEN GROEPSWERKING
6 14
22
2.1. kostenbesparing
22
2.2. een budgettering opstellen
22
2.3. aandachtspunten
24
2.4. enkele concrete ideetjes
24
3. ONDERSTEUNING VANUIT DE ONMIDDELLIJKE GROEPSOMGEVING
26
3.1. ondersteuning door ouders, oud-leiding,…
26
3.2. ondersteuning door de parochie of parochiale vzw’s
26
3.3. samenwerking met bevriende organisaties
27
3.4. giften
28
3.5. een obligatielening
31
3.6. het lotingsysteem
32
4. SAMENWERKING MET INSTANTIES EN ORGANISATIES
34
4.1. bouworde vzw
34
4.2. CJT – centrum voor jeugdtoerisme
34
4.3. beroepsopleidingen, beroepsscholen, vdab-opleidingen
35
4.4. KBS – de koning boudewijn stichting
36
4.5. PWA – plaatselijke werkgelegenheidsagentschap
37
4.6. sociale huisvestingsmaatschappijen
37
4.7. centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding
38
5. COMMERCIËLE EN FINANCIËLE OVEREENKOMSTEN
39
5.1. leningen
39
5.2. sponsoring
40
LOCOMOTIEF BROCHURES
42
PARTNERS LOCOMOTIEF
43
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
3◄
INLEIDING
Jullie zijn van plan om te bouwen of verbouwen. In je wildste dromen speel je elke nacht verstoppertje in je nieuw droomlokaal. Overdag beland je met beide voeten op de grond: “zulk een lokaal kunnen we nooit betalen”. Wat je dus eigenlijk dringend nodig hebt is een suikertante, een vet spaarvarken, een poenschepper of een ezeltje dat … jammer, maar Locomotief heeft geen van allen in de aanbieding staan. Maar dat is echter nog geen reden om “bij de stenen te blijven zitten”. Er zijn weliswaar geen 2002 manieren om aan geld te geraken, maar Locomotief reikt jullie toch enkele handen vol ideeën aan. We delen geen kant en klare cheques uit, maar strooien wel kwistig met mogelijkheden die jullie kunnen aftasten en verkennen. Je zal vooral zelf moeten op zoek gaan naar de benodigde fondsen. Dat hoeft nog niet te betekenen dat je wekelijks of maandelijks de bedeltoer op moet. Veel zal immers afhangen van het beleid van jouw gemeente, de bereidwilligheid van organisaties en mensen uit jouw omgeving. We hebben alle mogelijkheden en ideeën geordend in 5 verschillende hoofdstukken. Voor een toereikend budget zal je wellicht wat van al deze walletjes moeten smullen. • In hoofdstuk 1 geven we een opsomming van allerhande beleidsmaatregelen die de verschillende overheden in stelling kunnen brengen. Sommige vormen van ondersteuning zijn voor iedereen toegankelijk, andere zijn sterk afhankelijk van de plaatselijke of regionale beleidskeuze. • In hoofdstuk 2 reiken we wat ideeëngoed aan als je zelf aan de slag wil om geld in het lokalenbakje te krijgen. Dit deel hebben we bewust beperkt gehouden omdat we er van uitgaan dat jullie over de nodige creativiteit beschikken om jullie actie op maat op te zetten. • In hoofdstuk 3 werpen we het spotlicht op alle mensen en organisaties uit de onmiddellijke groepsomgeving. Ze kunnen de handen uit de mouwen steken, hun ervaring ter beschikking stellen of zelfs een duit in het zakje doen via een schenking of gift. • In hoofdstuk 4 stellen we jullie kort een aantal organisaties voor waarmee je een of andere concrete samenwerking kan opzetten. Die samenwerking kan heel uiteenlopend van aard zijn. • In hoofdstuk 5 hebben we het over overeenkomsten met financiële en commerciële organisaties, en voornamelijk over leningen en sponsoring.
►4
De Geldslag
Deze brochure heeft ook haar beperkingen. Ze somt immers aparte, losstaande ideeën op. In de praktijk komen er nog wel andere taken om het hoekje loeren: • concretiseren van bouwplannen en bijhorende kostenraming • het beheer van de fondsen, het opstellen van een begroting, het bijhouden van de boekhouding • het aanstellen van financiële verantwoordelijken Maar, dat is misschien voer voor één van de volgende brochures van Locomotief. Dus, werk aan de winkel, zowel voor ons als voor jullie. Succes met de euroklopjacht!
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
5◄
1. SUBSIDIËRING EN ONDERSTEUNING DOOR DE OVERHEID 1.1. GEMEENTELIJKE OVERHEID Elk zichzelf respecterend gemeentebestuur stippelt een degelijk jeugdinfrastructuurbeleid uit en maakt daarvoor de nodige middelen vrij. Kijk in het jeugdwerkbeleidsplan en eventueel jeugdruimteplan van jouw gemeente om te zien op welke ondersteuning voor bouwen, verbouwen, verfraaien, herstellen, … van jeugdlokalen je kan rekenen… Meer informatie vind je ook in: • de brochures ‘De fundering’ en ‘Het seinhuisje’, bestelbaar bij Locomotief, • de brochure Tandem, samenwerking van vereniging en gemeente, uitgegeven door de Koning Boudewijnstichting (gratis te bestellen op 070/23.37.28). Gemeentebesturen in stedelijke gebieden kunnen in het kader van het ‘grond- en pandenbeleid’ van de Vlaamse Gemeenschap ook subsidies krijgen voor het aankopen van gronden of oude gebouwen met de bedoeling er o.a. kindvriendelijke projecten (bv. een speelterrein of jeugdlokaal) op te realiseren die een meerwaarde voor de buurt betekenen. Altijd handig om weten als je bij het gemeentebestuur gaat aankloppen en men je zegt dat men geen terrein meer vrij heeft en ook geen geld om er bij te kopen! Los van het jeugdwerkbeleid kun je in een aantal gemeenten – zeker als je lokaal in een eerder achtergestelde buurt ligt – belangrijke premies krijgen als je een oud gebouw renoveert. Dit zijn dan premies die in eerste instantie bedoeld zijn voor de particulier die zijn huis opknapt, maar in een aantal gevallen sluit men ook verenigingen niet uit. Er bestaan zowel premies voor algemene renovatie als bv. specifiek voor het verbeteren van de isolatie of de hygiëne. Informeer je hierover op het gemeentehuis.
VOORAF: EVEN WETTELIJK WEZEN De subsidies die het gemeentebestuur aan jouw vereniging uitbetaalt, komen van belastinggeld. Daarom mag een gemeente niet zomaar subsidies geven, maar is voor het toekennen van subsidies gebonden aan een heleboel wetten en regels. We sommen de voornaamste even op:
►6
De Geldslag
HET CULTUURPACT
Het Cultuurpact is een wet uit 1973 die discriminatie omwille van politieke of ideologische overtuiging moet verhinderen. Het Cultuurpact zegt o.a.: − Het gemeentebestuur moet jeugdverenigingen inspraak geven bij het jeugdwerkbeleid van de gemeente; − Een soortgelijke vraag naar ondersteuning moet naar een soortgelijk antwoord leiden. Dit betekent bv. dat als het gemeentebestuur een lokaal ter beschikking stelt aan een jeugdhuis, een ander jeugdhuis ook het recht heeft om een lokaal te vragen en dat de gemeente dan ofwel zelf een lokaal ter beschikking moet stellen, ofwel bv. subsidies moet geven zodat het tweede jeugdhuis zelf een lokaal kan bouwen of huren. − De ondersteuning van het verenigingsleven moet ofwel geregeld worden in een door de gemeenteraad goedgekeurd reglement of moet op naam van de begunstigde in de begroting ingeschreven staan (zodat het voor iedereen duidelijk is hoeveel die bepaalde vereniging krijgt). WET OP DE CONTROLE VAN TOELAGEN
De Wet op de controle van toelagen verplicht het gemeentebestuur om na te gaan of een subsidie wel gebruikt werd waarvoor ze werd toegekend. Met andere woorden: als je vereniging een toelage voor het bouwen van een lokaal krijgt, moet er nadien ook een lokaal staan. De gemeente moet in elke beslissing tot subsidie de aard en omvang van de subsidie vermelden en ook de voorwaarden waaraan moet voldaan worden om ze te krijgen (vandaar dat veel gemeentebesturen eerst facturen willen zien vooraleer ze de subsidie uitbetalen). Het gemeentebestuur heeft volgens deze wet ook steeds het recht om ter plaatse het gebruik van de subsidie te laten vaststellen door een gemachtigde ambtenaar. WET OP DE OVERHEIDSOPDRACHTEN
Sommige gemeenten vragen in hun subsidiereglement voor bouwwerken dat offertes van verschillende aannemers worden voorgelegd. Zij interpreteren de wet op de overheidsopdrachten zeer strikt. Deze wet is van toepassing op de gemeentebesturen en OCMW’s, maar ook op paragemeentelijke vzw’s en zelfs particuliere verenigingen die een specifieke toelage krijgen (zoals bv. voor het bouwen van een lokaal). De achtergrond hiervan is weer de wet op de controle van toelagen: door te eisen dat er verschillende offertes worden gevraagd heeft het gemeentebestuur meer garantie dat de subsidie zo efficient mogelijk wordt gebruikt. Deze bepaling uit de wet op de overheidsopdrachten wordt zeer verschillend geïnterpreteerd. Veel gemeenten vinden dit zelf overdreven en spreken hier niet over in hun reglement, andere interpreteren dit zeer strikt.
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
7◄
BEGROTING
Voor de opmaak en uitvoering van de gemeentelijke begroting zijn heel specifieke, ingewikkelde regels vastgelegd. Zonder in detail te treden toch wel enkele punten die hun weerslag kunnen hebben op het uitbetalen van gemeentelijke subsidies: − Er kunnen pas subsidies worden uitbetaald vanaf het moment dat de begroting volledig is goedgekeurd, ook door de hogere overheid. In sommige gemeenten kan dit soms erg lang blijven aanslepen. − Er kunnen maar subsidies worden uitbetaald voor zover er nog krediet overblijft op het voor deze subsidies voorziene begrotingsartikel. Als er in een bepaald jaar veel subsidieaanvragen zijn, kan het daarom gebeuren dat er toch minder subsidie kan uitbetaald worden dan in het reglement voorzien is. − Elke begroting wordt telkens voor één jaar opgemaakt. Als er een overschot is in het voorgaande jaar, betekent dit niet dat dit bij het voorziene krediet in het nieuwe begrotingsjaar wordt bijgeteld.
FINANCIËLE ONDERSTEUNING DOOR DE GEMEENTE Het aantal verschillende types van ondersteuning is eindeloos. Elke gemeente kan, uiteraard in samenspraak met het jeugdwerk waarvoor het bedoeld is, zelf een goede mix maken van diverse soorten subsidies en andere vormen van ondersteuning. Het is aangewezen om hiervoor geschikte reglementen uit te werken. SUBSIDIES VOOR GROTE INVESTERINGEN
Binnen de perken van de goedgekeurde kredieten op de (buitengewone) begroting kan een gemeente de kosten subsidiëren voor de aankoop van gronden, voor de uitvoering van grote bouwwerken, duurzame onderhouds- en verbeteringswerken, aanleg van speelterreinen. Soms worden de materiaalkosten vergoed, meestal wordt een bepaald percentage van de kosten betaald, mits voorleggen van betalingsbewijzen en tot een vooraf bepaald plafond. Wanneer de globale subsidiekosten te hoog oplopen, is het soms beter te kiezen voor een jaarlijkse beurtrol. In functie van de grootte van de gemeente en van de omvang van het aanwezige jeugdwerk, zal men dan slechts jaarlijks één of meerdere groepen kunnen ondersteunen, maar dan met een bedrag dat werkelijk de moeite loont en tegemoet komt aan de gemaakte kosten.
►8
De Geldslag
SUBSIDIES VOOR HERSTELLINGEN OF VERFRAAIING
Bescheiden ingrepen aan de lokalen kunnen opgenomen worden in de gewone begroting, via een apart subsidiereglement. Hierbij is het belangrijk dat de aanvraagprocedure eenvoudig en begrijpelijk gehouden wordt. Het moet duidelijk zijn wat in aanmerking komt voor subsidiëring en wie op welke termijn beslist over de toekenning van de middelen. FINANCIËLE TUSSENKOMST IN DE ENERGIEKOSTEN
Energiekost kan vlug oplopen. De gemeente kan zelf de aansluiting vragen bij de elektriciteitsmaatschappij. Dit kan zelfs als het lokaal particulier eigendom is van de jeugdvereniging. Omdat de meeste gemeenten deel uitmaken van een intercommunale voor de energietoelevering en distributie, betalen zij hun energierekening tegen een gunsttarief. FINANCIËLE TUSSENKOMST IN DE HUURKOSTEN
Sommige jeugdverenigingen huren een infrastructuur. De gemeente kan tussenkomen in de huurkosten, forfaitair of procentueel. Dit kan via een apart reglement of door het opnemen van een ‘huurcriterium’ in de berekening van de werkingssubsidie.
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
9◄
Huurders nemen best volgende tips in acht: • stel jezelf veilig en overweeg eventueel het oprichten van een vzw die het huurcontract kan ondertekenen. Anders blijf je in principe hoofdelijk aansprakelijk als verantwoordelijke begeleider. Laat je adviseren door iemand met een juridische opleiding, of steek eens je licht op bij jouw landelijk secretariaat; • opteer steeds voor een schriftelijke huurovereenkomst; • laat hierin duidelijk aanpassingen van de huurprijs, betalingsmodaliteiten, en mogelijke bijkomende kosten opnemen; • bepleit duidelijke afspraken over herstellingen, onderhouds- en aanpassingswerken en neem deze mee op in het contract; • laat niet na een degelijke brandverzekering met voldoende dekking af te sluiten, tenzij de verhuurder degelijk verzekerd is èn schriftelijk afstand doet van verhaal. TOEKENNEN VAN EEN RENTE-ARME OF RENTELOZE LENING OF BORGSTELLING
De gemeente kan ook een financiële tussenkomst leveren door aan de groep of werking een lening toe te staan. Via een overeenkomst wordt dan afgesproken dat de groep binnen x jaar de lening terugbetaalt. Boven op de terugbetaling van het geleende (kapitaalaflossingen) moet de groep ofwel slechts een deel van ofwel helemaal geen intrestlasten betalen. De gemeente kan zich eventueel ook borg stellen voor een lening van een jeugdvereniging bij een bankinstelling. RESERVEFONDS VOOR INFRASTRUCTUUR
Een reservefonds is een buitenbeentje in deze opsomming. Het is immers geen welbepaald jaarlijks begrotingskrediet dat via een subsidiereglement wordt verdeeld aan het jeugdwerk. Met het instellen van een dergelijk fonds kan de gemeente een specifieke spaarpot aanleggen. Het geld dat in het fonds terechtkomt, moet dus niet in één jaar opgebruikt worden, maar kan opgepot worden over verschillende jaren. Er moet wel duidelijk omschreven worden waarvoor de middelen zullen gebruikt worden en over welke termijn het loopt. Een reservefonds kan in een infrastructuurbeleid gebruikt worden wanneer uit de behoeften blijkt dat in de toekomst nogal wat investeringen nodig zijn en men derhalve al een voldoende grote pot wil opbouwen voor deze toekomstige uitgaven. Zo kan men vermijden dat het gemeentebestuur, op het moment dat de uitgaven moeten gebeuren, moet afzien van de plannen wegens onverwachte begrotingsperikelen.
► 10
De Geldslag
OPRICHTING VAN EEN VZW JEUGDINFRASTRUCTUUR
Binnen de normale begrotingsregels dient het gemeentebestuur binnen haar eigen begroting en volgens de normale tijdrovende beslissingskanalen, de kredieten vrij te maken voor jeugdwerkinfrastructuur. In een aantal gemeenten opteert men daarom voor de oprichting van een vzw, een apart gemeentelijk fonds voor jeugd(werk)infrastructuur. Via een jaarlijkse subsidie voor deze vzw in de gemeentelijke begroting worden voldoende middelen voorzien. Voordelen van deze procedure zijn: • dit fonds heeft een aparte begroting, los van de gemeentelijke begroting; • bij de besteding van de middelen zijn er in principe meer garanties voor overleg tussen gemeentebestuurders en jeugdwerkers. Bij de samenstelling van de gemengde beheerraad van deze vzw regelt men statutair de inspraak van jongeren en jeugdwerkers via vertegenwoordiging van de plaatselijke jeugdraad; • een vzw kan als een erkende juridische instantie zelf het budget beheren en ook uitgeven; • niet gebruikte kredieten kunnen worden opgespaard als reserve voor het volgende jaar.
DE GEMEENTE STELT INFRASTRUCTUUR TER BESCHIKKING DE GEMEENTE BOUWT, KOOPT OF HUURT
Het kosteloos ter beschikking stellen van infrastructuur aan jeugdorganisaties is wel het meest duidelijke voorbeeld van dienstverlening. Soms wordt door de gemeente alleen de bouwgrond ter beschikking gesteld. De gemeente kan ook een nieuwbouw realiseren, een pand aankopen en renoveren of een gebouw afhuren voor het jeugdwerk. Er bestaan verschillende systemen om een overeenkomst af te sluiten tussen de gemeente en een plaatselijke jeugdvereniging waardoor de groep een stuk grond of gebouw ter beschikking krijgt. Dat kan bv. via erfpacht, recht van opstal, een huurcontract met een vastgelegde huurprijs of gewone terbeschikkingstelling.
Scouts krijgen eindelijk nieuwe lokalen Waasmunster Maandag starten de bouwwerken van de nieuwe scoutslokalen aan de Riveier- en Kouterstraat. De gemeente trekt daar 250.000 euro (10 miljoen frank) voor uit. “Ook de andere jeugdbewegingen gebruiken gemeentelijke lokalen. De houten chalets van de scouts zijn tot op de draad versleten en bovendien onveilig” zegt schepen van jeugd Danny De Schepper (VLD). … “Scouting trok destijds zelf de houten chalets op. Die zijn nu versleten. Wij wilden het de jeugdbeweging niet aandoen om zelf veilige en degelijke lokalen te
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
bouwen. Daarom nam de gemeente het initiatief. Oorspronkelijk dachten wij aan een kostprijs van zowat 150.000 euro (6 miljoen frank). De architect tekende evenwel een duurder plan uit met vier ruime lokalen, een polyvalente ruimte, een keuken, sanitair blok en bergplaats.”, vertelt schepen De Schepper. De gemeenteraad volgde zijn visie. In het vooruitzicht van de bouwwerken werden enkele bestaande lokalen afgebroken. Op termijn verdwijnen alle oude scoutsgebouwen. … Hugo De Looze 23/02/2002 Het Laatste Nieuws
11 ◄
Een overzichtje: • Erfpacht. Je krijgt de vrije beschikking over een stuk grond. Mits de betaling van een jaarlijkse pacht aan de eigenaar van de grond kan je er een lokaal opzetten. De erfpacht wordt bij akte vastgelegd en ingeschreven. Een erfpacht wordt voor minimaal 27 en maximaal 99 jaar afgesloten. In de overeenkomst wordt ook een regeling getroffen in verband met wat er met de gebouwen zal gebeuren na afloop van de erfpacht. Deze regeling kan zowel het afbreken van de gebouwen zijn, als de al dan niet kosteloze overdracht van de lokalen aan de eigenaar van de grond. Uiteraard kan de eigenaar ook zijn terrein verkopen aan de erfpachter. • Recht van opstal. Geeft recht om tijdelijk gebouwen, werken of beplantingen op de grond van iemand anders te hebben. Na het beëindigen van het recht kan je een vergoeding vragen voor de uitgevoerde werken. De maximum tijdsduur bedraagt 50 jaar; vernieuwing is mogelijk. Bij het einde van de overeenkomst dient de opstalgever de actuele waarde van de gebouwen te betalen. De opstalgever kan de opstalhouder niet verplichten de gebouwen af te breken. • Huur: Een huurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de verhuurder (in dit geval de gemeente als eigenaar) zich ertoe verbindt om tegen betaling van een bepaald bedrag het tijdelijk genot van een zaak te verlenen aan de huurder. De huurprijs kan eventueel symbolisch zijn (bv. de ‘symbolische frank’). De huurovereenkomst wordt in principe onderhandeld en afgesloten tussen de 2 betrokken partijen: huurder en verhuurder. Op huurovereenkomsten is de huurwetgeving van toepassing die redelijk gedetailleerd de rechten en plichten van huurder en verhuurder beschrijft. • Gebruiks- of retributiereglement: De gemeente kan een lokaal ook gewoon ter beschikking stellen zonder huurovereenkomst. In dit geval worden de gebruiksvoorwaarden vastgelegd in een gebruiksreglement dat door de gemeenteraad goedgekeurd is na inspraak van de jeugdraad en eventuele andere gebruikers. Indien er een huurprijs (retributie) wordt gevraagd spreekt men van een retributiereglement. Accommodatie ter beschikking stellen op deze manier is eigenlijk enkel aan te bevelen als het geen permanent, maar slechts sporadisch gebruik betreft (vergaderlokaal, sporthal, fuifzaal,…), aangezien er voor de huurder heel wat bescherming wegvalt die voorzien is in de huurwetgeving. DE GEMEENTE STELT MATERIAAL EN KENNIS TER BESCHIKKING
De gemeente kan ook de zelfbouw van lokalen stimuleren en financieel ondersteunen door in te staan voor de aankoop van de benodigde bouwmaterialen of het ter beschikking stellen van benodigd zwaar materieel, zoals een betonmolen e.d.m. Binnen een gemeentebestuur werken verscheidene mensen (ingenieurs, architecten, diverse stielmannen,…) met een uitgesproken deskundigheid in verband met bouwen of verbouwen. Hun tips en adviezen kunnen vereni► 12
De Geldslag
gingen met bouw- of verbouwingsplannen veel geld en tijd doen besparen, zeker wanneer de vereniging de werken in eigen beheer uitvoert. Denk bv. aan advies i.v.m. het aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning, het opmaken van een kostenraming, materiaalkeuze en technische installaties, beoordeling van offertes, beoordeling van het door een aannemer afgeleverde werk, enz. Op het vlak van de brandveiligheid en diefstalpreventie kunnen respectievelijk brandweer en politie waardevolle tips geven die niet zo heel veel moeten kosten maar misschien heel veel kosten kunnen uitsparen. DE GEMEENTE OPENT EEN JEUGDCENTRUM OF JONGERENONTMOETINGSCENTRUM
Een gemeentelijk jeugdcentrum of jeugdontmoetingscentrum is een gebouw in eigendom van het gemeentebestuur en specifiek ter beschikking gesteld van het jeugdbeleid. Deze accommodatie is geschikt voor het vervullen van een aantal functies binnen het gemeentelijk jeugdbeleid. Minimaal gaat het over dienstverlening, de gemeentelijke jeugddienst, ontmoeting, opvang en vrijetijdsprogramma’s. Het is een huis waar vele diensten een thuis kunnen vinden: de jeugddienst, de uitleendienst, de buitenschoolse kinderopvang, de speel-o-theek,... Daarnaast kan er ook specifieke infrastructuur worden uitgebouwd naar jongeren: enkele repetitieruimtes voor jeugdtoneel of muziekgroepjes, een instuifruimte, enkele vergaderzalen,… Een jeugdcentrum kan dus een belangrijk middel zijn voor de uitvoering van het gemeentelijk jeugdbeleid. De lokalen die in het jeugdcentrum worden opengesteld vervangen echter niet het eigen lokaal. Wel kan die bijkomende accommodatie mogelijkheden bieden aan jeugdorganisaties om activiteiten op te zetten die in de eigen infrastructuur niet kunnen (bv. ruimtelijk, specifieke apparatuur).
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
13 ◄
1.2. ANDERE OVERHEDEN INTERCOMMUNALES In het kader van het stimuleren van rationeel energieverbruik zijn er heel wat tegemoetkomingen te verkrijgen als je bij je bouw- of verbouwwerkzaamheden bepaalde energiezuinige investeringen doet. Een overzichtje: • Je kan bij je elektriciteitsverdeler een aanvraag indienen om een ‘energieaudit’ te laten uitvoeren. Zo’n audit geeft je een antwoord op de vragen waar, hoeveel en op welke manier energie in je lokaal kan worden bespaard. Je betaalt hiervoor 25 euro, de rest van de kosten neemt de intercommunale voor haar rekening. • De meeste aardgasintercommunales kennen onder bepaalde voorwaarden een premie toe van 125 euro bij de installatie van een hoogrendementsketel met HR-toplabel. • Sommige elektriciteitsverdelers geven een subsidie om de installatie van warmtepompen te stimuleren. Warmtepompen zijn een milieuvriendelijk alternatief voor de klassieke verwarmingsinstallatie. Om voor de premie in aanmerking te komen moet de warmtepomp worden gebruikt voor hoofdverwarming van het volledige lokaal en mag zij niet bedoeld zijn voor airconditioning. Bovendien moet het compressorvermogen kleiner zijn dan 10 kVA. De warmtepomp moet geplaatst worden door een erkende installateur. De subsidie is afhankelijk van het geïnstalleerde vermogen, met een maximum 2.112,07 euro. • Om de installatie van zonneboilers te bevorderen geven de elektriciteitsverdelers onder bepaalde voorwaarden een toelage. De premie bedraagt tussen 75 en 150 euro per m² collectoroppervlakte (afhankelijk van de intercommunale) met een minimum van 625 en een maximum van 3.750 euro. • Om de installatie van warmtepompboilers te stimuleren kennen een aantal intercommunales een premie van 625 euro toe. • Bij de opwekking van elektriciteit met netgekoppelde fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen kleiner dan 3 kWp kan het overschot aan elektriciteit worden teruggeleverd aan het net. Dit betekent in praktijk dat de opgewekt elektriciteit wordt vergoed tegen dagtarief (± 0,15 euro per kWh). Als je geïnteresseerd bent in één of meer van deze premies vraag je best even bij de energie-intercommunale van jouw gemeente na in hoeverre deze premies door deze intercommunale worden verstrekt. Algemene informatie over rationeel energieverbruik en de mogelijke maatregelen die je kan nemen vind je o.a. in de brochures ‘Ideeën voor energiezui► 14
De Geldslag
nig bouwen en verbouwen’ en 'Energie besparen bij u thuis en in uw bedrijf' van het VIREG. Ook op www.emis.vito.be vind je heel wat nuttige informatie. EMIS staat voor het Energie en Milieu InformatieSysteem voor het Vlaamse Gewest Info: VIREG: de Vlaamse Instelling voor het Rationeel Energiegebruik Koning Albert II-laan 7 1210 Brussel tel. 02/553.46.00 fax 02 553.46.01 e-mail:
[email protected] website: www.vireg.be
PROVINCIEBESTUREN In het kader van de afstemming van de taken van de verschillende overheidsniveaus geven provinciebesturen in principe geen subsidies voor het bouwen of verbouwen van lokale jeugdinfrastructuur, omdat men dat als de taak van het gemeentebestuur beschouwt. Zijdelings zijn er wel mogelijkheden, bv. als je lokaal gebruikt kan worden als bivakhuis of als repetitieruimte voor muziekgroepjes. Ook de provinciebesturen hebben een jeugdwerkbeleidsplan waarin je alle ondersteuningsmaatregelen voor het (provinciale) jeugdwerk terugvindt. PROVINCIE VLAAMS-BRABANT
Om jeugdlokalen aan te passen zodat ze gebruikt kunnen worden als repetitieruimte voor jongeren kunnen vzw’s 50% subsidie krijgen met een maximum van 12.394,68 euro (~ 500.000 BEF). Info: Provinciale jeugddienst, Filip Libin Diestsesteenweg 52-54 3010 Leuven tel. 016/26.76.86 e-mail:
[email protected] website: www.vl-brabant.be > dienstverlening > jeugd
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
15 ◄
PROVINCIE ANTWERPEN
In de provincie Antwerpen kunnen jeugdverblijfscentra die volgens hun aard, uitrusting en inrichting beantwoorden aan de criteria en basisvereisten inzake veiligheid en hygiëne voor opname in het Repertorium van de Vlaamse Kampeercentra van de Vlaamse Gemeenschap subsidies krijgen. Dit zijn echter werkingssubsidies, geen subsidies voor de investeringen zelf, met een maximum van 4.957,87 euro (~ 200.000 BEF) per jaar. In je financiële langetermijnplanning kan deze subsidiemogelijkheid misschien een rol spelen om te bepalen of je al dan niet in je nieuw te bouwen lokaal een bivakmogelijkheid inbouwt. Info: Provinciale jeugddienst Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen tel. 03/240.55.18 e-mail:
[email protected] website: www.provant.be/jeugd PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
Het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen geeft subsidies voor het toegankelijk maken van bivakhuizen voor personen met een handicap en aan het inbouwen van vormingsfaciliteiten in een bivakhuis. Ten hoogste 30% van de kosten wordt gesubsidieerd. Het provinciebestuur geeft ook subsidies aan lokale speelpleinwerkingen om de kwaliteit te bevorderen. Hiervoor komen o.a. investeringen in aanmerking die de speelkansen verhogen zoals bv. niveauverschillen, water, toestellen, sport, zand / gras / asfalt, vuurplaats, bouwplaats, rustplaats, speelgroen, binnenspeelruimte, dieren, functielokalen zoals knutselhoek / kookhoek / kleuterruimte. Info: Provinciale jeugddienst W. Wilsonplein 2, 6de verdieping 9000 Gent tel. 09/267.75.94 e-mail:
[email protected] website: www.oost-vlaanderen.be/jeugd PROVINCIE LIMBURG
Jeugdlokalen die erkend zijn als bivakhuis en opgenomen in het Repertorium kampeercentra kunnen een investeringssubsidie krijgen om hun accommodatie te verbeteren op vlak van veiligheid, hygiëne, sanitair, toegan► 16
De Geldslag
kelijkheid en milieu. De tussenkomst bedraagt 75% van de kosten met een maximum van 7.436,81 euro (~ 300.000 BEF). Info: Provinciale jeugddienst Universiteitslaan 1 3500 Hasselt tel. 011/23.72.70 e-mail:
[email protected] website: www.limburg.be/jeugd
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
17 ◄
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN
In de provincie West-Vlaanderen kan je subsidies krijgen voor het kopen, bouwen of renoveren van een bivakhuis. De toelage bedraagt 20% van de kosten met een maximum van 49.578,70 euro (~ 2.000.000 BEF). Voor investeringen die te maken hebben met energie- en waterbesparende maatregelen of die de toegankelijkheid van het bivakhuis voor mensen met een handicap verhogen kan 60% van de kosten gesubsidieerd worden met een maximum van 24.789,35 euro (~ 1.000.000 BEF). Info: Provinciale jeugddienst Koning Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries, (Brugge) tel: 050/40.32.95 e-mail:
[email protected] website: www.west-vlaanderen.be > diensten > Welzijn - jeugdwerk en -bijstand, arbeid en vorming
VLAAMSE GEMEENSCHAP Via het Fonds voor Culturele Infrastructuur verleent de Vlaamse Gemeenschap investeringssubsidies voor het bouwen, uitbreiden, verbouwen of aankomen van culturele infrastructuur met bovenlokaal belang. Ook infrastructuur voor jongerencultuur komt uitdrukkelijk in aanmerking. De voornaamste voorwaarden zijn: • De infrastructuur moet een multifunctioneel karakter en een regionale uitstraling hebben. Dit moet uitvoerig worden aangetoond en gemotiveerd. • De minimuminbreng van de totale projectkost aan andere dan overheidsmiddelen moet minstens 20% bedragen; • Beschikkingsmacht over de infrastructuur als eigenaar. Indien de organisatie huurder, erfpachter of gebruiker is van de infrastructuur, beschikkingsmacht voor een minimum van 20 jaar indien het project onroerende werken betreft, en voor een minimum van 3 jaar indien het project roerende goederen betreft. Indien de organisatie huurder, erfpachter of gebruiker is van de infrastructuur van een private eigenaar, kan de minimumduur van de beschikkingsmacht worden herleid a rato van 1 jaar per 2% inbreng van de eigenaar in de totale kostprijs van de onroerende werken, begrepen in het project. • Verbintenis van de betoelaagde i.v.m. de terugbetaling van de subsidie bij vervreemding van de infrastructuur of bij bestemmingswijziging ervan, zonder het akkoord van de subsidiënt. Het bedrag van de terugbetaling ► 18
De Geldslag
wordt berekend, rekening houdend met een jaarlijkse afschrijving van 5% indien het project onroerende werken betreft en met een jaarlijkse afschrijving van 33% indien het project roerende goederen betreft. • Om de terugbetaling te waarborgen kan de Vlaamse Gemeenschap een zakelijke zekerheid vragen. Info en aanvragen: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap p/a Administratie Cultuur – Fonds voor culturele infrastructuur (Jos Van Rillaer) Parochiaansstraat 15 1000 Brussel contactpersoon: Bruno Claesen tel. 02/553.68.55 fax 02/553.68.59 e-mail:
[email protected]
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BRUSSEL Brusselse Nederlandstalige jeugdverenigingen kunnen voor ondersteuning van hun jeugdlokalen terecht bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Al deze ondersteuningsmaatregelen vind je in het jeugdwerkbeleidsplan van de VGC. De VGC heeft 3 types van infrastructuurtoelagen: − subsidies voor kleine herstellingen aan lokalen (technische kosten), − subsidies voor grote herstellingen van lokalen, − investeringstoelagen voor jeugdinfrastructuur. Het onderscheid in budget wordt bepaald door de aard van de werken. Technische kosten worden gebruikt voor kleine, dringende herstellingen of opfrissingwerken. Subsidies voor herstellingen worden gegeven voor grotere onderhouds- of herstellingswerken. Investeringsbijdragen worden verleend aan vernieuwbouw, aankoop of bouw van lokalen. Info: Jeugddienst Het Vertoog Leopold II-laan 178 1080 Brussel tel. 02/413.04.50 fax 02/413.04.31 e-mail:
[email protected]
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
19 ◄
Net zoals in Vlaamse gemeenten zijn er bovendien een aantal Brusselse gemeenten die subsidies geven voor het bouwen of verbouwen van lokale jeugdinfrastructuur of, in het algemeen, bv. voor het renoveren van oude huizen of het reinigen van gevels. Anders dan in Vlaamse gemeenten hebben de Brusselse gemeenten echter geen jeugdwerkbeleidsplan waar de verschillende subsidie- en andere ondersteuningsmaatregelen voor het jeugdwerk in zijn samengebracht. Vraag het zelf na op het gemeentehuis van je gemeente.
EUROPA De Europese Unie heeft ontzettend veel subsidiëringprogramma’s lopen voor zeer uiteenlopende zaken. Subsidiemogelijkheden voor lokale jeugdinfrastructuur zitten daar echter zelden tussen. Probleem is dat deze subsidieprogramma’s op heel specifieke regio’s gericht zijn en dat men dan aan een hele reeks voorwaarden moet voldoen en een hele procedure moet doorlopen om een project goedgekeurd te krijgen. Voor zover wij konden nagaan (we kunnen hierover helaas geen zekerheid bieden) is het Limburgse Haspengouw de enige Vlaamse regio waar lokale jeugdwerkinfrastructuur Europees kan ondersteund worden. In deze streek kunnen duurzame investeringen zoals aangepaste vergader- en ontmoetingsinfrastructuur gesubsidieerd worden in het kader van dorpsvernieuwing en stimulansen om de leefbaarheid van de plattelandskernen te verhogen. Binnen het EFRO-programma in Haspengouw kunnen private jeugdwerkorganisaties niet zelf projecten indienen, wel de gemeentebesturen. De subsidiëring bedraagt maximaal 50% van de uitgaven voor advisering en promotie, 25% voor kosten op het gebied van externe ontsluiting, 50% infrastructuurkosten waar geen inkomsten tegenover staan en 35 % voor infrastructuurkosten indien er wel inkomsten tegenover staan. Gemeentebesturen die een project wensen in te dienen voor ondersteuning worden gevraagd om eerst contact op te nemen met de programmaverantwoordelijken. Indien uit dit gesprek blijkt dat het projectvoorstel in aanmerking kan genomen worden, wordt aan de promotor gevraagd een dossier op te maken en dit op basis van gestandaardiseerde aanvraagformulieren. Ook het arrondissement Turnhout is een regio die erkend is in het kader van het EFRO, maar voor zover we konden nagaan zijn in de programma’s voor deze regio geen mogelijkheden tot subsidiëring voor lokale jeugdinfrastructuur te vinden. Ook in het kader van de verschillende Interregprogramma’s waar het grootste deel van Vlaanderen onder valt hebben we niet onmiddellijk mogelijkheden voor subsidiëring van lokale jeugdinfrastructuur ontdekt.
► 20
De Geldslag
Info: Programmasecretariaat doelstelling 2 Limburg 2000-2006, t.a.v. Vera Boesmans, coordinator p/a provincie Limburg, 4de directie Universiteitslaan 1 3500 Hasselt tel. 011/23.74.12 fax: 011/23.74.10 website: www.limburg.be/europesesteun
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
21 ◄
2. ACTIES EN OPBRENGSTEN VANUIT EIGEN GROEPSWERKING Zelden of nooit zullen de financieringsmogelijkheden van derden volstaan om het volledige bouwproject te realiseren. Je zal als vereniging in meer of mindere mate zelf de nodige fondsen moeten verzamelen. Het bedenken van originele geldacties is een mogelijkheid. Dit is niet altijd even eenvoudig omdat je vaak al één en ander op poten stelt om de gewone werking te financieren en je kan mensen hun vrijgevigheid niet blijven beproeven. Toch is het vaak noodzakelijk. Hieronder enkele suggesties en overwegingen.
2.1. KOSTENBESPARING Een van de belangrijkste manieren om het budget rond te krijgen is er voor te zorgen dat de kosten zo laag mogelijk gehouden worden. Waar mogelijk kunnen jullie zelf een deel van de werken uitvoeren of beroep doen op deskundige mensen uit de groepsomgeving die een handje willen toesteken. Ook op de materiaalkosten kan er bespaard worden. Soms kan je tweedehands of afgedankt materiaal krijgen of goedkoop op de kop tikken. Er bestaan speciale tweedehands bouwzaken. Sommige aannemers laten ‘bekenden’ toe om net voor de afbraak nog bruikbare elementen te verwijderen (valse zoldering,…). Let wel op de veiligheid van dit soort materiaal (elektriciteit, gastoestellen,…) en zorg steeds dat je correct verzekerd bent vooraleer je met je groep iets gaat afbreken. Ook nieuwe materialen kan je soms voor een prikje te pakken krijgen. Kwalitatief goede materialen kosten na een faillissement heel wat minder. Voor grote aankopen moet je zeker proberen een korting af te dingen. Neem ook te tijd om te vergelijken; spreek verschillende personen aan om een zo goedkoop mogelijke prijs te bedingen. Hou bij dit alles ook de kwaliteit en de duurzaamheid in het oog. Snel spullen moeten herstellen, is niet alleen frustrerend maar kost vaak meer dan meteen iets meer investeren in stevig materiaal. Concrete ideeën en materiaalvergelijkingen vind je terug in een andere brochure van Locomotief: ‘De Steenworp’.
2.2. EEN BUDGETTERING OPSTELLEN Vooraleer geldacties te organiseren is het belangrijk een budgettering op te stellen. Budgetteren betekent weten wat de kosten zijn, prijzen van materialen kennen, controleren, prioriteiten durven stellen, durven schrappen. ► 22
De Geldslag
− Bestaat de mogelijkheid om een deel van de jaarlijkse opbrengsten te versluizen naar de lokalenbouw? − Hebben we dan nog genoeg geld over voor de gewone werking? − En zijn er dan nog extra geldacties nodig? Ook het beantwoorden van deze vragen draagt bij tot een overzichtelijke budgettering. Een groot voordeel van het werken met een budgettering is dat het vertrouwen schept naar de ouders, schenkers, sympathisanten die jouw actie steunen.
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
23 ◄
2.3. AANDACHTSPUNTEN VOORSTELLING VAN BOUWPROJECT Als je fondsen wenst te verzamelen is het belangrijk om je bouwproject netjes te presenteren. Het is immers de bedoeling dat mensen je steunen, dus hebben ze recht op informatie. Je kan bijvoorbeeld een maquette maken van het te bouwen lokaal, je kan een mooi plan uithangen vergezeld van een budgettering, enz.
DOELGROEP Wanneer je een actie opzet, is het belangrijk deze actie af te stemmen op de doelgroep die je wil bereiken. Een activiteit naar ouders toe ziet er immers anders uit dan een fuif voor de plaatselijke jeugd.
CONCURRENTIE? Hou bij je acties rekening met concurrentie. Als je bijvoorbeeld een carwash organiseert, zorg er dan voor dat je prijs niet tienmaal hoger ligt dan het plaatselijke carwashbedrijf. Ook mag het niet veel lager liggen, want dan kan je beticht worden van oneerlijke concurrentie.
PLAATS EN TIJDSTIP Plaats en tijdstip zijn twee elementen die je niet uit het oog mag verliezen. Een ouderbal geef je niet in de donkere kelder van het jeugdhuis en paaseieren verkoop je niet in november.
2.4. ENKELE CONCRETE IDEETJES GELDACTIES Creatief nadenken over originele acties is hier aan de orde. Je kan een etentje organiseren gekoppeld aan een deel van de bouw, balpennen met een opschrift verkopen, op de gebruikelijke activiteiten zoals een jaarlijks eetfestijn een maquette met een gleuf erin plaatsen, knutselwerken van de leden per opbod verkopen, een ontbijt-op-bedactie organiseren, een amusementsavond aansluitend op een actueel thema of programma opzetten,…
► 24
De Geldslag
Chiro Landegem wil onder één dak … Koop een steentje Toch mag de fundraising volgens voorzitster van de vzw, Mia Pynaert, geen bedeltocht worden. De chiro gaat uit van het principe ‘voor wat, hoort wat’. De volgende activiteiten staan alvast op hun lijstje: 9 2 juli: frieten - met stoverij - souper 9 17 september op landegem kermis het schilderachtige ‘Schijt-je-rijk’ evenement, waarin een
koe en dan meer bepaald haar stoelgang bepaalt wie met de te winnen prijs huiswaarts mag keren. 9 21 september: druppelkot op de jaarmarkt 9 vanaf 23 juli gaat de chiro symbolische steentjes verkopen, gekoppeld aan een tombola. Naar het voorbeeld van de scouts denken ze ook aan een private renteloze lening. – P.D.D. 13/06/2000 Het Volk
VERHUUR VAN HET LOKAAL Een andere mogelijkheid om achteraf geld te recupereren is een deel van je lokaal te verhuren voor allerlei activiteiten. Mits een kleine investering kan je vaak het lokaal ‘verhuurklaar’ maken voor andere groepen. Door een regelmatige verhuur kan je heel wat uitgaven terug binnenkrijgen. Je kan ook je lokaal verhuren als kamp- of weekendplaats. Je moet je echter wel afvragen of de ligging van jullie lokalen hiervoor voldoende aantrekkelijk is (zou je er zelf op kamp of op weekend willen gaan). Informeer je ook bij de gemeente of er geen specifieke ‘politiereglementen’ zijn die bepaalde voorwaarden opleggen qua veiligheid of andere verplichtingen. Indien je meer informatie wil over de vereisten die gesteld worden aan een overnachtingplaats voor jeugdgroepen, neem je best contact op met het Steunpunt Jeugd. Info: Steunpunt Jeugd t.a.v. Wim Erkelbout Arenbergstraat 1-D 1000 Brussel Tel. 02/551.13.66 Fax: 02/551.13.85 e-mail:
[email protected] website: www.steunpuntjeugd.be
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
25 ◄
3. ONDERSTEUNING VANUIT DE ONMIDDELLIJKE GROEPSOMGEVING 3.1. ONDERSTEUNING DOOR OUDERS, OUD-LEIDING,… Betrek ouders en oud-leiding bij de bouw of verbouwing. Voor hen is het belangrijk dat hun kinderen in een goed lokaal terechtkunnen. Oud-leiding komt vaak uit plezier een paar dagen ‘terug’ meewerken. Soms zitten er tussen die ouders, ex-leden en andere connecties specialisten die jullie met raad en daad kunnen bijstaan (architecten, notarissen, metselaars, loodgieters,…). Van deze mensen krijg je misschien wel een vriendenprijsje om bepaalde klusjes op te knappen. Probeer om met een aantal van die mensen een werkgroep op te richten die zich specifiek met de bouwperikelen bezig houdt. Zo valt van jullie als leiding alvast een serieuze last van de schouders. Zorg er wel voor dat je bij het plannen maken en bij de werken zelf betrokken blijft. Bijvoorbeeld door op zijn minst één persoon actief aan de werkgroep te laten deelnemen. Het blijft immers jullie lokaal. Vergeet echter niet om mensen die een handje komen mee helpen correct te verzekeren. Informeer je vooraf bij je nationaal secretariaat.
3.2. ONDERSTEUNING DOOR DE PAROCHIE OF PAROCHIALE VZW’S Heel wat jeugdverenigingen zijn nog gehuisvest in parochiale gebouwen. Bij verbouwingsplannen moet je dus wel onderhandelen met de eigenaar. Ten eerste om de toestemming te krijgen, maar ook om af te spreken wie voor de kosten instaat. Als je daarbij zelf investeert is het heel belangrijk om de schriftelijke garantie te hebben dat je de lokalen nog verscheidene jaren kan gebruiken. Er zijn ook bredere samenwerkingsverbanden mogelijk tussen de parochie, de gemeente en jullie vereniging. Voor nieuwbouw kan je ook nagaan of de parochie of kerkfabriek eventueel een bouwgrond ter beschikking kan en wil stellen. Ook dan heb je een sluitende overeenkomst nodig (vb. recht van opstal of erfpacht). Soms (nogal regionaal afhankelijk) is het mogelijk om vanuit het decanaat of het bisdom financiële ondersteuning te krijgen. Ook voor renteloze leningen of borgstellingen kunnen jeugdverenigingen soms aankloppen bij hun parochie. Veel zal echter afhangen van de kwaliteit van de relatie, de financiële mogelijkheden en de prioriteiten van de plaatselijke of regionale parochiale instanties.
► 26
De Geldslag
Nieuwbouw haalt Elverseelse Chiro Pripo uit lokalennood Elversele …. Dat die zolang aansleepten, heeft alles te maken met het feit dat de nieuwbouw opgetrokken werd door leden van het oudercomité, ouders, jongeren en sympathisanten. “Als je zo’n project van de eerste tot de laatste steen met eigen mensen realiseert, vergt dat tijd. We gebruikten zelfs gerecycleerde materialen om de kostprijs nog verder te drukken. Zo gingen we in Mechelen een huis afbreken en daarvan recupereerden we onder andere de keuken en de binnentrap”. Vertelt Van Damme.
Door de inzet van vrijwilligers, de subsidie van de gemeente, de opbrengst van Brueghelavonden, barbecues en Paletrock slaagde Chiro Pripo erin om na afloop van het nieuwbouwproject toch schuldenvrij te zijn. “Dat hadden we nooit durven hopen. Nieuwe inkomsten zullen besteed worden aan de modernisering van de speeluitrusting en aan de inrichting van de tien lokalen in de nieuwbouw. Die telt twee verdiepingen en beantwoordt aan alle veiligheidsvoorschriften van de brandweer”. verzekert Aloïs Van Damme. Yves Vrebos 24/09/2001 Gazet Van Antwerpen
3.3. SAMENWERKING MET BEVRIENDE ORGANISATIES Als er nog jeugdverenigingen (of andere verenigingen) met bouwplannen rondlopen, kan je overwegen om samen een project uit te werken. Zulke samenwerking kan de kostprijs drukken omdat je een aantal gezamenlijke voorzieningen kan delen (vb. bouwgrond, ruwbouwwerken, sanitair, polyvalente ruimte,…). Bijzonder belangrijk is echter dat er goede en sluitende afspraken en overeenkomsten gemaakt worden. Wellicht is het ook aangewezen om een gezamenlijk bouwcomité of vzw op te richten. Sommige verenigingen zijn gehuisvest in een gebouwencomplex dat gebruikt wordt door verschillende organisaties. Als dit complex beheerd wordt door een vzw met een ‘uitbating’ (vb. drankgelegenheid) is deze BTW-plichtig en heeft een BTW-nummer (tenzij ze ervan vrijgesteld is natuurlijk). In dat geval is het interessant om die vzw als bouwheer te laten optreden en officieel alle investeringen te laten doen. Zo kan de betaalde BTW gerecupereerd worden. Natuurlijk moet je in dat geval onderling heel goede afspraken maken.
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
27 ◄
3.4. GIFTEN ALGEMENE BEPALINGEN: − Het moet de bedoeling zijn om te bevoordelen. − De schenker moet gezond zijn van geest. − De schenker moet bekwaam zijn (meerderjarig,…). − De schenker moet geldig vertegenwoordigd zijn indien het gaat om een organisatie met rechtspersoonlijkheid, zoals een vzw. − De ontvangende partij moet rechtspersoonlijkheid hebben (voor een jeugdvereniging is dat dus een vzw). Kom je in deze situatie, vraag dan best het advies van een notaris. Hij/zij verleent immers vaak gratis advies in deze zaken. Hij/zij kan je ook informatie geven die geënt is op jullie concrete situatie. EEN NOTARIËLE SCHENKING
Een schenking is een kostenloze overdracht van goederen onder levenden. Men maakt een onderscheid tussen notariële schenkingen (dat zijn schenkingen bij notariële akte) en handgiften (schenking door eenvoudige overhandiging). Voor onroerende goederen (gebouw, grond) is men verplicht om dit via een notariële akte te doen, met als gevolg dat er vrij hoge registratierechten moeten betaald worden. Informeer je vooraf bij de notaris. Sommige giften worden verpakt in een verkoop van een onroerend goed aan een te lage prijs: de vermomde gift. Deze handelswijze is sterk af te raden, want één en ander kan leiden tot een fikse fiscale boete, wanneer de bevoegde administratie lont ruikt. EEN HANDGIFT
Een onrechtstreekse schenking (of verdoken schenking) is een schenking waarvoor geen formele akte vereist is. Dat kan een handgift zijn. We spreken van een handgift wanneer ‘het voorwerp van de schenking van hand tot hand overhandigd wordt’. Het moet dus gaan om ‘lichamelijk roerende goederen’: goederen die je kunt vastnemen en verplaatsen (ook bankbriefjes horen hierbij). Indien hierbij de juiste techniek toegepast wordt, moeten er geen rechten op betaald worden. Indien de schenker binnen de drie jaar overlijdt, moeten er echter successierechten betaald worden. Bij giften vanuit een andere vzw informeer je best vooraf bij een deskundige, zodat de meest aangewezen techniek kan toegepast worden. Dit is van belang om mogelijk hoog oplopende kosten te vermijden.
► 28
De Geldslag
EEN LEGAAT
Een legaat, beter bekend als een beschikking in een testament, is een akte waarbij een persoon, erflater genoemd, voor de tijd dat hij niet meer in leven zal zijn, het geheel of een gedeelte van zijn goederen aan anderen overlaat. De erflater kan zijn testament steeds herroepen. Er zijn drie soorten legaten: − Het algemeen legaat waarbij één of meerdere personen de volledige nalatenschap erven. − Het legaat ten algemene titel waarbij de erflater een gedeelte van zijn goederen vermaakt, bv. een derde van al zijn goederen, alle roerende of alle onroerende goederen, de helft van de onroerende goederen enz. − Het bijzonder legaat waarbij de erfgenaam een som geld krijgt, een bepaald goed of een bepaalde categorie van goederen krijgt zoals bv. een antieke kast of alle boeken van de overledene. Hou er rekening mee dat hierop successierechten moeten betaald worden. Bij een nalatenschap aan een vzw zijn die echter beperkt tot 8,8%. Ga echter ook na of er eventueel schulden verbonden zijn aan de nalatenschap, want hiervoor moet men verhoudingsgewijs mee betalen (behalve bij het bijzonder legaat).
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
29 ◄
ONTVANGST DOOR EEN VZW
Een vzw mag slechts bepaalde schenkingen of legaten ontvangen, namelijk: − schenkingen of legaten van roerend goed (dus geen huizen,…) met een waarde van minder dan 100.000 euro; − geringe handgiften; dat zijn giften van geldsommen die, gelet op het fortuin en de toestand van de gever, van gering belang zijn; − anonieme giften; − lidgelden; − overheidstoelagen; − schenkingen tussen vzw’s onderling waarvan de activiteit gelijksoortig is. Voor andere schenkingen is een bijzondere machtiging, bekomen bij Koninklijk Besluit, vereist is. Het verwerven van een eventuele machtiging hangt af van het feit of men als vzw aan alle wettelijke verplichtingen voldoet. FISCALE AFTREKBAARHEID
Jeugdhuis Nijdrop zoekt miljoenen in privé-sector … “De gemeente Opwijk heeft ons al bouwgrond gegeven en we hebben een subsidiedossier ingediend bij minister Anciaux. We hopen dat dat positief onthaald zal worden”, aldus secretaris Francis Crombé. … Daarom heeft het jeugdhuis een fondsenwerver aangezocht om creatieve oplossingen te zoeken. “De Koning Boudewijnstichting heeft ons erkend, waardoor we fiscaal aftrekbare giften kunnen vragen aan sponsors”, legt Crombé uit. “We hebben een sponsordossier opgesteld en daarmee gaan we naar bedrijven stappen. … Wie voor eind december een storting doet krijgt niet alleen een fiscaal attest maar ook een leuke cartoon van de hand van de Opwijkse tekenaar Junius. (WE) 07/12/2001 De Morgen
► 30
Vooral interessant voor jeugdverenigingen is het systeem van fiscaal aftrekbare giften. Belangrijk hierbij is te weten dat bijdragen slechts vanaf 30 euro fiscaal aftrekbaar zijn. Om gebruik te kunnen maken van dit systeem heb je als vzw een speciale erkenning nodig van het Ministerie van Financiën. Deze erkenning is nodig om fiscaal aftrekbare attesten te mogen uitreiken. Men moet immers − een vzw zijn; − nationaal werkzaam in bepaalde domeinen (cultuur, jeugdbeleid, opvoeding, taal, vrije tijd); − rechtspersoonlijkheid hebben; − de belofte doen om ontvangstbewijzen uit te reiken en controle te aanvaarden. Als plaatselijke vereniging kom je hiervoor dus niet rechtstreeks in aanmerking. Er kan echter gewerkt worden via een organisatie die wel erkend is. Erkend zijn ondermeer: VVKSM, Chiro, KSJ-KSA-VKSJ. Nieuwe erkenningen zijn niet meer zo gemakkelijk te krijgen.
De Geldslag
Informeer je dus over de werkwijze bij jouw Nationaal Secretariaat. Als zij niet over dergelijke erkenning beschikken, kan je informeren of dergelijke regeling voor jullie organisatie ook mogelijk is via de Koning Boudewijn Stichting (voor meer info zie hoofdstuk 4).
3.5. EEN OBLIGATIELENING Als eigen middelen of middelen uit giften niet volstaan om het project te financieren, kan je vereniging op zoek gaan naar vreemd vermogen (zie ook hoofdstuk 5, commerciële en financiële overeenkomsten). Bij een obligatielening wordt de som die de vereniging bij haar geldschieters wil lenen in kleinere stukken gesplitst. Zo krijgen sympathisanten de kans te investeren in delen van dit project. Je krijgt dus te maken met een relatief grote groep geldeisers. Aan dit systeem zijn wel enkele voorwaarden verbonden. Zo moet je onder meer een vzw zijn en moet de mogelijkheid om een obligatielening uit te schrijven in de statuten vermeld worden. De geldschieters krijgen een uitgifteblad waarop vermeld moet worden: − Naam van de vzw. − Vermelding “Vereniging zonder Winstoogmerk” − Statuten verschenen in het Belgisch Staatsblad van … onder het nummer … − Maatschappelijke zetel: (adres) − Bankrekeningnummer − Vermelding “Deze uitgifte van obligaties is niet onderworpen aan artikel 84 van de Vennootschapswet, noch aan hoofdstuk 11 van K.B. nr. 185 dat het toezicht door de Commissie op het bank- en spaarwezen en de rechten der obligatiehouders regelt.” − Uitgifte van € … - (jaartal) − Lot van € … Nominale waarde, terugbetaalbaar … − Nr. … Datum van verwerving: … − Naam van de inschrijver. Voornamen. Hoedanigheid. Woonplaats. Handtekening. − Deze obligatie vernietigt het voorlopige ontvangstbewijs in het bezit van de inschrijver. − (De ondertekening van de obligatie door het vereiste aantal leden van de raad van beheer.) − Uittreksel uit de statuten
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
31 ◄
Weet dat je een krediet aanboort; dat je dus in het krijt staat bij heel wat mensen. Je legt dus een hypotheek op de werking voor vele jaren!
3.6. HET LOTINGSYSTEEM Een mooie en haalbare toepassing van de obligatielening is een ‘lotingsysteem’. De intekenaars betalen een bepaald bedrag per lot. Hiervoor krijgen ze een bewijs (een soort van aandelenbriefje). Elk jaar worden er telkens mensen uitgeloot die hun bedrag terugkrijgen; op het einde van de afgesproken periode (vb. 10 jaar) heeft iedereen zijn geld terug. Bovendien zijn er soms sympathisanten die, althans als het kleinere loten betreft, afzien van terugbetaling. Op het lot moet één en ander vermeld worden. Wil je een lotingsysteem toepassen, dan kan je best vooraf inlichtingen inwinnen bij een deskundige ter zake of bij mensen met de nodige ervaring. Ook bij een lotingsysteem ga je dus een krediet aan. Voorbeeld: VZW JEUGDLOKALEN
Lotenlening 2002-2011, aandeel van € 100. Naam Intekenaar: ......................................... •
Rente: dit aandeel heeft als begindatum 1 december 2002. Er wordt geen rente uitbetaald.
•
Aflossing: de aandelen zijn aflosbaar van 1 juli 2003 tot 1 juli 2011 door middel van uitlotingen overeenkomstig het trekkingsplan en de aflossingstabel. Trekkingsplan 15 loten van € 100 17 loten van € 100 17 loten van € 100 17 loten van € 100 17 loten van € 100 17 loten van € 100 17 loten van € 100 17 loten van € 100 16 loten van € 100
•
1 juli 2003 1 juli 2004 1 juli 2005 1 juli 2006 1 juli 2007 1 juli 2008 1 juli 2009 1 juli 2010 1 juli 2011
Omloop € 15.000 € 13.500 € 11.800 € 10.100 € 8.400 € 6.700 € 5.000 € 3.300 € 1.600
Aflossing € 1.500 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.600
Financiële dienst: − De Raad van Bestuur van de vzw Jeugdlokalen staat in voor de jaarlijkse uitloting en terugbetaling van het nominaal. − De uitloting en terugbetaling zullen gebeuren volgens de op verso vermelde voorwaarden en procedures.
Voor de vzw Jeugdlokalen de voorzitter,
► 32
de ondervoorzitter,
de penningmeester
De Geldslag
ALGEMENE VOORWAARDEN EN PROCEDURES:
•
De aandelen van € 100 elk, zijn genummerd van 1 tot 150.
•
De aandelen zijn op naam maar kunnen overgedragen worden. Bij overdracht dient de oorspronkelijke bezitter de vzw Jeugdlokalen op de hoogte te brengen van de naam en het adres van de nieuwe bezitter.
•
Elk jaar zal in de maand voor de vervaldag een algemene vergadering van de vzw Jeugdlokalen plaatshebben. Op deze bijeenkomst zal worden overgegaan tot de uitloting, door een onschuldige hand, van de aandelen.
•
De lijst met uitgelote nummers zal na de uitloting aan ieder lid van de vzw Jeugdlokalen worden toegestuurd. Deze lijst is eveneens te raadplegen bij alle leden van de Raad van Bestuur.
•
De algemene vergadering van de vzw Jeugdlokalen is bevoegd te beslissen over aanpassingen aan de aflossingstabel en het trekkingsplan. Eventuele aanpassingen mogen echter alleen betrekking hebben op een versnelde aflossing en terugbetaling. De eindvervaldag van de lening blijft hoe dan ook 1 juli 2011.
•
Vervroegde terugbetaling op vraag van de bezitter van het aandeel is slechts mogelijk wegens specifieke familiale of sociale omstandigheden. Het is aan de Raad van Bestuur om over elke aanvraag tot vervroegde terugbetaling op discrete wijze te oordelen. De Raad van Bestuur neemt wel de taak op zich te bemiddelen met het oog op de overname van het aandeel door een ander persoon.
•
In geval van verlies of diefstal is het mogelijk bij de Raad van Bestuur verzet aan te tekenen op de uitbetaling van de ontvreemde aandelen.
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
33 ◄
4. SAMENWERKING MET INSTANTIES EN ORGANISATIES
4.1. BOUWORDE VZW Een vrijwilligersorganisatie die jongeren de kans biedt om daadwerkelijk de handen uit de mouwen te steken voor kansarme en arme mensen in de samenleving. Zij richt zich vooral op de verbetering van de woonomstandigheden. Is jouw jongerenwerking ook gericht naar armen en/of kansarmen (gehandicapten, migranten, laaggeschoolden,…) kan je bij Bouworde aankloppen voor hulp bij het leefbaar(der) maken van jullie lokalen. Dat kan op twee manieren: − vrijwilligers komen ter plaatse helpen bij het verwezenlijken van de werken, − architecten kan je aanspreken voor schetsen, ontwerpen en plannen. Info: Bouworde Tiensesteenweg 157 3010 Kessel-Lo tel. 016/25.91.44 e-mail:
[email protected] website: www.bouworde.be
4.2. CJT – CENTRUM VOOR JEUGDTOERISME Bij het CJT loopt er een ‘project jeugdlokalen’. Daarmee willen ze een dubbele doelstelling dienen: enerzijds mee inspelen op de behoefte aan betere jeugdlokalen en anderzijds het aanbod van eenvoudige bivakhuizen uitbreiden. Concreet investeren ze tot 12.395 euro in een bouw- of verbouwproject voor een jeugdlokaal dat z’n deuren in de toekomst ook voor minstens 75 dagen openstelt voor overnachtingen en kampen. Als tegenprestatie wordt jullie infrastructuur een aantal jaren (afhankelijk van het bedrag en maximaal voor 9 jaar) opgenomen in de boekingscentrale van CJT. Zij ontvangen de huur en betalen slechts een gedeelte van de opbrengsten aan jullie door (oplopend van 25 naar 75%). Eigenlijk is het dus een soort van voorfinanciering die het CJT geheel of gedeeltelijk recupereert.
► 34
De Geldslag
Voor meer details over deze mogelijkheid kan je best met hen contact opnemen. Info: Centrum voor Jeugdtoerisme Bergstraat 16 9820 Merelbeke tel. 09/231.86.76 fax 09/210.57.80 e-mail:
[email protected] website: www.cjt.be
4.3. BEROEPSOPLEIDINGEN, BEROEPSSCHOLEN, VDAB-OPLEIDINGEN Er zijn ook verschillende jeugdverenigingen die voor hun bouwproject samenwerkten met dergelijke beroepsopleidingen. Voor deze organisaties is het een mooie kans om in hun opleiding realistische praktijkervaring in te bouwen zonder extra materiaalkosten. Voor de jeugdvereniging is het een mogelijkheid om bepaalde werken en plaatsingen degelijk en gratis te laten uitvoeren. Ook hier zal je zelf moeten nagaan of er in jouw buurt zulke organisaties zijn en of die geïnteresseerd zijn in een dergelijke samenwerking.
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
35 ◄
4.4. KBS – DE KONING BOUDEWIJN STICHTING De KBS heeft voortdurend projecten lopen waarop individuen, verenigingen en samenwerkingsverbanden kunnen intekenen. De mogelijkheden die ze aanbieden zijn wisselend: sommige projecten zijn eenmalig, anderen worden verschillende jaren herhaald. Ze zijn bovendien gekoppeld aan welbepaalde doelstellingen en voorwaarden. Meestal zijn ze gericht op buurtontwikkeling en samenwerking met andere mensen en instanties uit de onmiddellijke omgeving. Er zal dus ook steeds een aanvraagdossier moeten ingediend worden, dat gewikt en gewogen wordt. Het is niet mogelijk om in deze brochure een actuele stand van zaken te geven, gezien deze wisselingen en de respectieve indieningtermijnen. Je neemt hiervoor best contact op met de organisatie zelf of surft naar hun website om de lopende projecten in te kijken. Info: Koning Boudewijnstichting Brederodestraat 21 1000 Brussel tel. 02/511.18.40 fax 02/511.52.21 e-mail:
[email protected] website: www.kbs-frb.be
KSA heem Westouter in de maak Jongeren werken voor jongeren Begin dit schooljaar zijn de werken gestart aan het jeugdlokaal in Westouter. Nu 4 maanden verder krijgt het gebouw, opgetrokken op de plaats van de vroegere voetbalkleedkamers, langzaam maar zeker vaste vorm. De bouw van het KSA lokaal is één van de vele projecten binnen de actie Buitengewone Buurt Heuvelland. In dit project komt de samenwerking tussen de gemeente Heuvelland, de plaatselijke ondernemers en de technische scholen van Ieper en Poperinge heel goed tot zijn recht.
► 36
Het idee om de bouw van het KSA-heem in Westouter te realiseren met de leerlingen van VTI Ieper en VTI Poperinge groeide na het opmaken van de plannen van een nieuwe Westouterse ontmoetingsplaats in de schaduw van de kerk. Met volle overgave zijn de leerlingen van het 6e beroepsjaar bouw, klas b. 16u per week bezig met het optrekken van een lokaal voor de jeugd van Westouter. … (M.D.N.) 18/02/2000 Wekelijks nieuws
De Geldslag
4.5. PWA – PLAATSELIJKE WERKGELEGENHEIDSAGENTSCHAP In het PWA kunnen bepaalde categorieën van werklozen verschillende uren per maand aan de slag om bepaalde taken uit te voeren voor individuen, instanties, vzw’s,… Daarvoor krijgen ze een bepaalde vergoeding per uur bovenop de werkloosheidsuitkering. De gebruiker van deze diensten betaalt met een systeem van PWA-cheques. Er zijn voorbeelden van jeugdverenigingen die hierop een beroep deden voor bepaalde onderhoudstaken en verfraaiings- en verbouwingswerken (bv. installatie sanitair, buiteninrichting,…). Wat wel of niet in aanmerking komt wordt bepaald door de plaatselijke beheerders van elk PWA. Wat concreet kan uitgevoerd worden is eveneens afhankelijk van de plaatselijke mogelijkheden. Voor meer informatie klop je dus best aan bij de plaatselijke PWA-beambten. Hou er alvast rekening mee dat je toch nog ongeveer 6,50 euro per uur zal moeten neertellen en dat het in de praktijk lang niet overal mogelijk is om voldoende kandidaten te vinden.
Chiro Pako heeft bouwplannen De Nijlense Chiro Pako heeft de plannen klaar voor een nieuw huis aan de Zandlaan. “Het wordt een degelijk gebouw dat we als bivakplaats kunnen verhuren want daardoor komt er geld binnen. Voor het overige kunnen we de kostprijs beperkt houden door een samenwerking met de VDAB en natuurlijk veel vrijwilligers”, zegt Emile Daems van het bouwcomité.
als bivakplaats. We hebben gelukkig goede contacten met de VDAB. Het ligt in de bedoeling dat wij het materiaal betalen en dat mensen van de VDAB de ruwbouw zetten. Het Gemeentelijk Instituut voor Technisch Onderwijs maakt de ramen en dan zijn er nog de vrijwilligers. Hierdoor moeten we het met een kostprijs van 6 miljoen kunnen stellen” gaat Daems verder.
…
…
“In het oude gebouw komt volledig nieuw sanitair dat eveneens aangepast moet zijn
Bob Theeuws 16/10/2001 Nieuwsblad
4.6. SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN Een sociale huisvestingsmaatschappij heeft als taak om te voorzien in goede, degelijke en betaalbare huisvesting voor de minderbedeelden in onze maatschappij, op een manier die voor alle betrokkenen een meerwaarde betekent. Deze betrokkenen zijn de bewoners van sociale huisvestingsprojecten zelf; evenals de directe omgeving ervan (gemeente, parochie, sociale verenigingen, openbare diensten,…) waarin het project wordt geïntegreerd. Een voorbeeld van zulke meerwaarde voor alle partijen is het integreren van een gemeenschapsvoorziening (zoals een bibliotheek, kinderopvang, sportgelegenheid of … een plaatselijke jeugdwerking). Educatief gezien leren jongeren zo op een natuurlijke, ongedwongen manier wat een sociale woonwijk is (de ideale kans om negatieve vooroordelen de kop in te drukken over mensen financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
37 ◄
die geen woning hebben gevonden op de private markt). En voor de bewoners is het de bevestiging, dat ze voor waardig aanzien worden; een verhoging van hun eigenbeeld. Door de ervaring van (en het geloof in) een aantal uiterst geslaagde realisaties, stimuleert de Vlaamse Overheid (AROHM Woonbeleid) en de Vlaamse HuisvestingsMaatschappij (VHM) deze geïntegreerde aanpak. Bijkomend voordeel is dat een jeugdige ploeg jongeren via dergelijke samenwerking kan terugvallen op de deskundigheid van de technische dienst van die huisvestingsmaatschappij. Voor adressen van sociale huisvestingsmaatschappijen bij jou in de buurt, kan je surfen naar www.vhm.be. Ook de gemeente kan mee helpen zoeken naar een geschikte locatie voor een dergelijk project en beschikken vaak over de nodige contacten en belangen bij de sociale huisvestingssector.
4.7. CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN RACISMEBESTRIJDING Het Federaal Impulsfonds voor het Migrantenbeleid financiert een aantal projecten op basis van een (vrij uitgebreid) financieringsdossier. Eén van hun drie prioritaire actieterreinen waarvoor ze middelen ter beschikking stellen is “investeringsuitgaven voor infrastructuur ten behoeve van jongeren van vreemde nationaliteit of herkomst van 6 tot 25 jaar.” Deze subsidies zijn dan ook voornamelijk voorbehouden voor verenigingen die binnen hun ledenbestand een vrij omvangrijke doelgroep van achtergestelde en/of allochtone jongeren tellen. Jaarlijks kunnen deze groepen een aanvraag doen bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding dat het beheer doet van dit impulsfonds. Info: Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding Wetstraat 155 1040 Brussel tel. 02/233.06.11- groen nummer: 0800/17364 fax 02/233.07.04
► 38
De Geldslag
5. COMMERCIËLE EN FINANCIËLE OVEREENKOMSTEN 5.1. LENINGEN Door een lening af te sluiten kan je op een gemakkelijke manier relatief veel geld samenbrengen. Maar een lening legt natuurlijk wel een hypotheek op de toekomst van jouw vereniging. Zeker wanneer je bovenop de afbetaling van de lening nog intresten moet betalen, kan de maandelijkse aflossing een zware dobber zijn. Weeg daarom goed af of dit afbetalingsschema een haalbare kaart is. Voor het afsluiten van een lening moet je niet in eerste instantie naar een bank toestappen. Je kan best eerst in jullie omgeving kijken of er geen manieren bestaan om een renteloze of rentearme lening aan te gaan. Ga na wat de mogelijkheden zijn bij gemeente, parochie, bisdom, bevriende organisatie of bij particulieren. Of overweeg de uitgifte van een obligatielening met lotensysteem. Voor gedetailleerde informatie over deze opties ga je best eens neuzen in de hoofdstukken 1 en 3. Als feitelijke vereniging is het sowieso af te raden om een lening aan te gaan. Dan heeft je organisatie immers geen rechtspersoonlijkheid en kunnen de ondertekenaars persoonlijk aangesproken worden bij problemen. Ook als vzw moet je nagaan of er volgens de statuten mag geleend worden, wie er de beslissingen mag nemen en het contract mag afsluiten. DE ONDERHANDSE LENING
Een onderhandse of persoonlijke lening is in feite de eenvoudigste vorm van een lening. Er wordt een contract opgesteld tussen twee partijen, kredietverstrekker en kredietnemer. Daarin staan alle modaliteiten en voorwaarden vermeld. Het bedrag van dergelijke leningen is meestal beperkt. Een onderhandse lening kan bij een privé-persoon, bij een bevriende vereniging of organisatie. Het is nodig om een leningsovereenkomst op te maken. In deze overeenkomst worden de formaliteiten besproken en formuleer je ondermeer antwoorden op de volgende vragen: − Over welk bedrag gaat het? − Wanneer en onder welke voorwaarden kan dit bedrag worden opgenomen? − Wanneer moeten we terugbetalen? − Wat moeten we terugbetalen? − Krijgen we uitstel van kapitaalsdelgingen? − Hoe gebeurt de terugbetaling in kapitaal? financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
39 ◄
− Hoeveel intrest zijn we verschuldigd? − Hoe wordt de rente berekend? − Kan de rente veranderen? − Kunnen we een aflossingstabel opmaken? − Dienen we eventueel waarborgen te vestigen? − Wat zijn de sancties bij het niet vervullen van de verplichtingen? EEN LENING BIJ DE BANK (HYPOTHECAIRE LENING)
Het is bijlange niet vanzelfsprekend om als vzw een lening te verkrijgen bij een bankinstelling. Een bank kijkt bij het toekennen van een lening immers naar de beschikbare terugbetalingcapaciteit. Je zal hen dus moeten overtuigen dat je zulke lening kan afbetalen. De bank zal daarvoor harde waarborgen eisen en vragen dat iemand zich ‘hoofdelijk’ borg stelt voor de af te sluiten lening. Dat is echter niet zonder gevaar. Als het verhaal van de vzw slecht afloopt kan de ondertekenaar immers nog jaren opdraaien voor de openstaande schuld. Zulk risico moet echt wel maximaal gemeden worden. Informeer je of er eventueel geen andere instanties of organisaties zijn die zich borg willen stellen voor de lening (gemeente, parochie,…). De voorwaarden voor de lening zullen opgelegd worden door de bank. Die zal ook bepalen hoeveel rente er moet betaald worden. Ze zal je een overeenkomst voorleggen. Hierin worden nagenoeg dezelfde vragen beantwoord als in de opsomming bij ‘de onderhandse lening’. Bij een hypothecaire lening moet er een leenakte opgesteld worden. Die moet getekend (verleden) worden voor een notaris. De leenakte wordt ook geregistreerd in een zogenaamd registratiekantoor. De kredietverstrekker neemt daarnaast hypotheek op een onroerend goed, meestal de woning van de kredietnemer. Dit biedt een bijkomende zekerheid voor de kredietverstrekker, die in bepaalde gevallen beslag kan leggen op het gehypothekeerd onroerend goed.
5.2. SPONSORING Je krijgt financiële, materiële of logistieke steun in ruil voor een tegenprestatie. Die steun kan bestaan uit: • een som geld, een waardebon,… • gratis (bouw)materiaal, een betekenisvolle korting,… • een gratis plaatsing of levering, expertise,… De tegenprestatie bestaat meestal uit één of andere vorm van naamsvermelding.
► 40
De Geldslag
Voor jeugdbewegingen is hier wel een soort gedragscode rond. Die kan wat variëren van organisatie tot organisatie, maar komt vaak neer op het volgende principe: • een groep doet geen beroep op sponsoring voor de algemene, wekelijkse werking; • voor een project of initiatief kan er van sponsoring gebruik gemaakt worden onder twee voorwaarden: − als je alle andere financieringslijnen uitgeput hebt, − als de verantwoordelijke vergadering hiermee instemt.
Spreek goed af tot hoever jullie willen gaan in het leveren van tegenprestaties. Vraag jullie ook af met welke organisatie jullie al dan niet willen geassocieerd worden.
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
41 ◄
NOG ENKELE LOCOMOTIEF-BROCHURES Den Deal een overzicht van ‘infrastructuur’-overeenkomsten
€ 2.50
Een contract ondertekenen doe je niet zo maar. Het is een verbintenis die gevolgen kan hebben. In deze brochure krijg je een overzicht van verschillende overeenkomsten: koopcontract, huurovereenkomst, convenant, gebruiksovereenkomst, recht van opstal, recht van erfpacht, vruchtgebruik,...
De Steenworp Materiaalsuggesties bij het bouwen van een jeugdlokaal.
€ 2.00
We overlopen in de brochure het volledige gebouw, van de ruwbouw, over de technieken, tot de afwerking. Binnen elk van deze 3 delen worden er aparte toepassingsgebieden belicht (vb. vloeren, dak, wanden, verwarming, enz.). Per toepassing geven we een aantal materialen aan, die we toetsen aan enkele belangrijke criteria: de onderhoudsvriendelijkheid en slijtagebestendigheid, het comfort en de functionaliteit, de kostprijs, de hanteerbaarheid en de milieuvriendelijkheid. De uiteindelijke materiaalkeuze is een verstandshuwelijk tussen een aantal voor- en nadelen m.b.t. deze criteria.
Het Schietlood
€ 0.85
Dit is een meetinstrument voor jeugdhuisinfrastructuur; een handig boekje waarmee je zo objectief mogelijk kan vaststellen of jouw jeugdhuisgebouw voldoet aan de locomotief-normen.
De Waterpas
€ 0.85
Ook deze brochure is een meetinstrument, maar dan voor lokalen van jeugd- en jongerenbewegingen; met behulp van een puntensysteem kan je de verschillende aspecten quoteren.
Het Spoor
€ 0.70
Dit is een leidraad voor het onderdeel jeugdlokalen in het gemeentelijk jeugdruimteplan. Er wordt bondig weergegeven welke verschillend stappen er moeten gezet worden om tot een degelijk en effectief jeugdlokalenbeleid te komen.
Het Seinhuisje
€ 0.60
Deze publicatie kijkt kort en bondig terug op het onderzoeksrapport "De Fundering". Op basis van de vaststellingen en pijnpunten worden er vervolgens tips en aanbevelingen geformuleerd voor meer en beter gemeentelijk jeugdlokalenbeleid.
De Fundering
€ 1.50
Dit onderzoeksrapport bekijkt twee aspecten van de gemeentelijke ondersteuning voor particuliere jeugdwerkinfrastructuur: enerzijds wordt de spreiding van de diverse ondersteuningsvormen in de Vlaamse gemeenten bekeken, en anderzijds wordt de kwaliteit en effectiviteit van de gemeentelijke subsidiereglementen voor infrastructuurwerken onder de loep genomen. Deze brochures kun je bestellen bij locomotief (
[email protected]); alle hoger vermelde prijzen zijn exclusief verzendkosten. ► 42
De Geldslag
IS EEN SAMENWERKINGSVERBAND VAN VOLGENDE ORGANISATIES: Chirojeugd Vlaanderen Kipdorp 30 2000 Antwerpen Tel. 03/231.07.95 Fax 03/232.51.62 E-mail :
[email protected] Website : www.chiro.be
Kristelijke ArbeidersJongeren Paleizenstraat 90 1030 Brussel Tel. 02/216.64.32 Fax 02/247.07.99 E-mail:
[email protected] Website : www.kaj.be
Federatie voor Open Scoutisme Kortrijksesteenweg 639 9000 Gent Tel. 09/245.45.86 Fax 09/245.45.88 E-mail :
[email protected] Website : www.fos.be
KSJ-KSA-VKSJ Vooruitgangstraat 225 1030 Brussel Tel. 02/201.15.10 Fax 02/201.04.74 E-mail :
[email protected] Website : www.ksj.org
JeF Missiestraat 11, 9255 Buggenhout Tel. 052/33.57.01
Vlaamse Federatie van Jeugdhuizen en Jongerencentra Ommeganckstraat 85 2018 Antwerpen Tel. 03/226.40.83 Fax 03/226.40.85 E-mail :
[email protected] Website : www.vfj.be
E-mail :
[email protected] Website : www.jef.webb.be Jongerengemeenschappen Kipdorp 30 2000 Antwerpen Tel. 03/231.90.17 Fax 03/232.51.62 E-mail :
[email protected] Website : www.jgm.be
Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en Jeugdconsulenten Vijverlaan 53 2610 Wilrijk Tel. 03/821.06.06 Fax 03/821.06.09 E-mail :
[email protected]
Katholieke Landelijke Jeugd Waversebaan 99 3050 Oud-Heverlee Tel. 016/47.99.99 Fax 016/47.99.95 E-mail :
[email protected] Website : www.klj.be
VVKSM scouts en gidsen Lange Kievitstraat 74 2018 Antwerpen Tel. 03/231.16.20 Fax 03/232.63.92 E-mail :
[email protected] Website : www.vvksm.be
Steunpunt Jeugd Arenbergstraat 1-D 1000 Brussel Tel. 02/551.13.50 Fax 02/551.13.85 E-mail :
[email protected] Website : www.steunpuntjeugd.be
financiële mogelijkheden bij het (ver)bouwen van een jeugdlokaal
Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap
43 ◄
Locomotief p/a Steunpunt Jeugd Arenbergstraat 1 D 1000 Brussel Tel. 02/551 13 79 Fax 02/551 13 85 E-mail:
[email protected] Website: www.locomotief.be ► 44
De Geldslag