De Fluistertuin Filosofie en literatuur
Flexus Fontys filosofie reeks
Charles Vergeer
DAMON
bw fluistertuin.indd 3
25-08-2008 10:39:04
Inhoud
- Als een nachtvlinder tegen het raam
7
1. De donkere dood
11
2. Blijf bij ons
33
3. De ander
57
4. Gevoelens opwekken
82
5. In het grondwater van de nacht - Hic sunt leones
bw fluistertuin.indd 5
106 115
25-08-2008 10:39:04
- Als een nachtvlinder tegen het raam
In de film en het boek De postbode zoekt de straatarme postbode van het eilandje Capri tevergeefs naar woorden. Hij is bijna analfabeet en kan maar langzaam de letters lezen en samenvoegen tot woorden die dan weer zinnen zouden moeten worden en daarna verhalen, verbeeldingen, werelden … die voor hem onbereikbaar ver weg zijn. Bijna dagelijks gaat hij met zijn fiets de berg op naar een dorpje waar niemand ooit post ontvangt, omdat niemand het toch kan lezen, alleen die buitenlandse vluchteling, Pablo Neruda, een dichter die dagelijks pakjes en brieven ontvangt. Brieven van vrouwen. Verbluft kijkt de arme kerel ernaar, donne, donne, donne, hoe krijgt die dichter dat voor elkaar. Hij vraagt aan zijn baas wat dat eigenlijk is, een dichter, en waarom die, nou ja, al die vrouwen dus? De baas bromt wat, over verering door het volk. De baas is een communist. Het volk? Prima, maar die vrouwen? Al hakkelend en haperend komt de postbode met zijn probleem bij de dichter en begint hij het een beetje te begrijpen. Niet die oude al wat gezette, vriendelijke man, maar zijn woorden, daar zijn de vrouwen verzot op. Hij praat niet zoals op het dorpsplein, waar ze doorgaans kletsen of zwijgen, wat schreeuwen of staan te fluisteren achter hun hand, hij heeft van die andere, wonderlijke woorden. Of liever, de woorden zijn hetzelfde, die kent hij ook wel, maar zoals hij die gebruikt. De zee is een golvende slang, de wind kust me en vertelt in de bladeren van de bomen over een ver verleden. Dat zijn metaforen, legt de vriendelijke oude man hem op een dag uit en die zou hij ook wel willen hebben. Hoe komt u daaraan? Vraagt hij dus op een dag. De dichter glimlacht en zegt: wandel langs het strand en kijk uit over de zee en ze komen als de meeuwen en nestelen zich in je hoofd.
7
bw fluistertuin.indd 7
25-08-2008 10:39:04
De Fluistertuin
De postbode loopt langs het strand, uren en uren, hij ziet het zand, hij ziet de golven en hij ziet ’s avonds zijn kauwende vader, maar alleen de meeuwen komen, een metafoor komt niet. Als ze weer eens samen op het strand zitten klaagt hij bij de dichter: Mijnheer Pablo, ik ben opeens zo verliefd, op Domenica het meisje van de kroeg in het dorp, maar ik heb er helemaal geen woorden voor. Ik kan het haar niet zeggen hoe mooi ik haar vind, wat ik voor haar voel. Hij kan zijn eigen gevoelens niet eens kennen omdat hij er geen woorden voor heeft. Je kunt immers pas werkelijk ervaren wat je voelt als je het onder woorden kunt brengen? De dichter glimlacht, hij kijkt uit over de zee, de golven en de wolken, dezelfde die de postbode ook elke dag weer ziet. En hij zegt zachtjes voor zich uit de regels van een van zijn canto’s. Als hij weer zwijgt voelt de postbode zich duizelig. Waarom? Omdat ik me voel als een boot die heen en weer schommelde op uw woorden over de zee en de golven. Dat is een metafoor, jongen. Waar de postbode zo lang en moeizaam naar zocht, dat valt hem opeens in: de woorden die als een blikopener de wereld voor hem wijder, weidser en betekenisvoller maken. ‘Wie de mensen vertelt dat een vlek op de muur geen vlek op de muur is maar een boom in de mist is een dichter. Wie een boom in de mist Voor een vlek op de muur houdt, Wordt opgesloten.’1 ‘De metafoor is veruit het grootste, want alleen die kan van niets anders afgenomen worden en het teken van meesterschap. Want wie goede metaforen vindt, vond de overeenkomst die zich schuil hield tussen al die zo totaal verschillende dingen.’2 De metafoor leert je met andere ogen te zien. Wat altijd maar weer hetzelfde was, werd opeens kleurrijk, betekenisvol, anders. De wereld wordt opeens zoveel weidser dan je wist. Je staat stil bij de dingen waaraan je dagelijks aan voorbij ging en merkt hoe boordevol betekenis ze zitten.
8
bw fluistertuin.indd 8
25-08-2008 10:39:04
1. De donkere dood
De dreigende dood ‘Drie dagen lang bestond er geen tijd, terwijl hij zich verbeten schrap zette tegen de zwarte zak waar een verborgen, onzichtbare kracht hem induwde. Hij vocht zoals een ter dood veroordeelde vecht tegen zijn beul, al weet hij dat er geen ontsnapping mogelijk is. Hij wist dat hij, ondanks zijn verzet, dichter en dichter kwam bij wat hem het meest beangstigde. Hij leed door die zwarte zak, dat zwarte gat, maar wat het erger maakte was dat hij er niet gewoon doorheen kon. Wat hem tegenhield was het gevoel dat hij een goed leven had geleid. Door deze zelfrechtvaardiging bleef hij steken, kon hij niet verder, en dat was zijn grootste kwelling. Opeens voelde hij een zware druk op zijn borst, aan de zijkant, die hem de adem benam. Hij gleed in het zwarte gat, raakte de bodem en zag een licht schijnen. Het leek op de ervaring wanneer je in een treinwagon zit en denkt dat hij vooruit gaat terwijl hij eigenlijk achteruit gaat, en dan opeens ontdekt hoe het zit. Dus wat ik tot nu toe heb ervaren was niet ‘het ware’. Maakt niet uit. Maar misschien kan ik er ‘het ware’ van maken. Maar wat is het dat ik wil? vroeg Iwan Iljitsj zich af en kalmeerde toen. Dit was aan het eind van de derde dag, een uur voordat hij stierf.’ De gezonde en ijzersterke Iwan Iljitsj vecht tegen een onzichtbare tegenstander, een wurgende greep van een onzichtbare kracht die hem de zwarte zak van de dood in wil duwen. Zelden zal de dood zo donker en dreigend, letterlijk benauwend zijn ervaren. Maar er komt een keer als hij zich afkeert van het leven en nog maar ergens ver de stemmen van zijn vrouw en zoon hoort en hun verdriet ziet als iets dat al voorbij is. De wurgende angst voor de dood is van hem afgevallen: ‘In plaats van de dood was er licht.’
11
bw fluistertuin.indd 11
25-08-2008 10:39:05
De Fluistertuin
Voor degenen die om hem heen stonden duurde zijn lijden nog twee uur, maar voor hem was de dood al voorbij. ‘De dood is voorbij’, zei hij bij zichzelf. ‘De dood bestaat niet meer.’ Hij zoog snel lucht naar binnen, stopte er halverwege mee, strekte zich uit en stierf.’1 Lev Nikolajevitsj Tolstoj kwam al vroeg met de dood in aanraking. Als jong infanterieofficier, vechtend in de Kaukasus, bracht hij zijn dagen in de kroeg en de nachten bij de zigeunermeisjes in het bordeel door, onafscheidelijk van zijn vriend Ilja. Overdag hadden ze gekaart met als inzet het meisje dat ze in bed deelden. De winnaar mocht die nacht bij haar slapen en de ander alleen of naast een andere vrouw slapen. Die ochtend, het was een prachtige herfstdag, schrijft Tolstoj met zijn gebruikelijke aandacht voor de hem overweldigende natuur, - ‘een wolkenloze lucht. De platanen bewogen in de wind.’ – word hij geroepen om te komen helpen bij een transport. Enkele zwaar verminkte lijken van officieren tussen de lichamen van gewone manschappen. Daartussen zijn vriend Ilja, het gezicht ongehavend – ‘zelfs liefelijk’, zegt Tolstoj -, zijn kleren en lichaam bloederig door de kogel die door zijn keel was gegaan. Tolstoj tilt hem van de kar en draagt het lichaam naar het lijkenhuisje. Zijn jasje, doordrenkt van het bloed van zijn vriend, gooit hij in het vuur en lang staart hij peinzend in de vlammen. Waarom was dit hem overkomen, en was hij nog in leven? Die avond ging hij weer naar het zigeunermeisje, sliep bij haar en zweeg over het lot van hun beider vriend. Wat ik voelde, schrijft hij, door dat sterven, was de felle gloed van het leven, van de lust.2 De dood begeleidt ook Anna Karenina, vanaf het begin van het verhaal als ze in Moskou aankomt, tot het einde. Na het kortaffe briefje waarmee Wronski een kil einde maakt aan hun gepassioneerde liefde, vlucht ze zonder te weten waarheen. Door de aankomst van een goederentrein en het trillen van het perron herinnert zij zich opeens de man die onder de trein was verpletterd op de dag dat zij voor het eerst Wronski had ontmoet in Moskou. En ze weet wat haar te doen staat. ‘Daar, zei zij tegen zichzelf en keek naar de schaduw van de wagon op het met kolengruis vermengde zand tussen de rails,
12
bw fluistertuin.indd 12
25-08-2008 10:39:05