/6/ De financiële gezondheid van de gemeenten (Belfius)
DE GEMEENTEFINANCIËN IN EEN MACRO-ECONOMISCHE CONTEXT Geert Gielens, Chief economist Gent, 16 oktober 2014
Agenda
Inleiding Overzicht van de gemeentefinanciën Exploitatiebudget Investeringen Schuld
Macro-economische aspecten Wat als ……
3
Inleiding Gemeenten slaan een nieuwe weg in
Omslag naar positief saldo in budget 2014 Exploitatie (ontvangsten – uitgaven) – kapitaalaflossingen = autofinancieringsmarge >= 0 Financieel draagvlak exploitatie >< Netto periodieke leninguitgaven 60
48
BUDGETTEN
38 32 32 20
40 20
In EUR / inw.
Landelijke gemeenten
0 -20
Woongemeenten
-15
Gemeenten met concentratie van economische activiteit
-40
Semistedelijke of agglomeratiegemeenten
-60
Toeristische gemeenten
-80
Centrumgemeenten
-100 2011
2012
2013
2014 BBC
Saldo verbetert voor alle groepen van gemeenten 4
Inleiding Gemeentebudgetten halen het opgelegde evenwicht
Aantal gemeenten met structureel positieve autofinancieringsmarge in 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
in EUR/Inw.
Autofinancierings -marge 5
96
103
86
70
57
284 227
2016
2017
2018
2019
2015
2016
2017
2018
2019
9
12
15
17
32
181
2014
2015
2014
13
198
negatief positief
214
190
2019 LT-evenwicht
Agenda
Inleiding Overzicht van de gemeentefinanciën Exploitatiebudget Investeringen Schuld
Macro-economische aspecten Wat als ……
6
Exploitatiebudget 2014 Structuur
Uitgaven 19,9%
Ontvangsten Werkingskosten
Personeel
6,5%
49,7%
43,5% Toegestane werkingssubsidies e.a. uitgaven
33,0%
Ontvangsten uit werking
Belastingen
Fondsen en toelagen 39,6%
Financiële uitgaven Financiële opbrengsten 4,3%
Uitgaven onder controle houden Ontvangsten groei aanhouden MJP +1,2 % / jaar MJP +1,6 % / jaar 7
Exploitatiebudget 2014 Tendens : uitgaven onder controle houden
Uitgaven 19,9%
Werkingskosten
Druk op de personeelsuitgaven (door hogere pensioenlasten) 43,5%
33,0%
Personeel
Toegestane werkingssubsidies e.a. uitgaven Financiële uitgaven
8
Druk op de toegestane subsidies (o.m. door hogere pensioenlasten bij politiezone en OCMW)
Exploitatiebudget 2014 Groei werkings- en personeelsuitgaven onder controle Gemiddelde jaarlijkse groei
Δ 20072012
Δ 20122013
Δ 20132014
Δ BBC MJPLAN
Werkingskosten
+ 4,5 %
- 0,5 %
+ 0,5%
+ 0,1 %
Personeelsuitgaven
+ 4,3 %
+ 3,6 %
+ 1,7%
+ 1,3 %
Groei van de personeelsuitgaven vertraagt in 2014-2019 • Laag inflatieniveau laatste overschrijding spilindex november 2012, volgende overschrijding verwacht in februari 2015 (Planbureau) kostenverhoging van +2 % voor budget 2015 • Aantal VTE neemt af in sommige gemeenten 30 VTE minder tijdens 1° semester 2013. Effect versterkt vanaf 2014 onder invloed van beslissingen • Impact van pensioenhervorming (vastbenoemden) gecompenseerd door kwantitatieve maatregelen 9
• sterke toename verwacht vd responsabiliseringsbijdrage (2015-2016)
Exploitatiebudget 2014 Personeelsuitgaven onder controle Personeelsuitgaven: 3,7 miljard EUR 616 EUR per inwoner
Spreiding gemeentepersoneel volgens statuut 44,1%
43,5 % van de exploitatie-uitgaven (zonder de onrechtstreekse loonkosten: OCMW, politiezone, gemeentebedrijven, ..)
55,9%
Aantal VTE : 55 754 VTE (RSZPPO – juni 2013) 1 werknemer per 100 inwoners 181 VTE gemiddeld per gemeente 44,1 % (steeds minder) vastbenoemden
10
Vastbenoemden Contractanten
Exploitatiebudget 2014 Pensioenhervorming van de lokale vastbenoemde ambtenaren Wet van 24/10/2011 Grondige hervorming van onderliggend financieringssysteem (2012 2016) : Samensmelten van de pools (1 tot 5) Verhoging van de basisbijdrage ( uniforme bijdragevoet van 41,5% in 2016 ipv 27,5% (pool5 ) of 32% (pool 1))
2011
2012*
2016
Pool 1
32%
32,5%
41,5%
Pool 2
40%
40,5%
41,5%
33% of 40,5%
41,5%
29%
41,5%
Pool 3 / 4 Pool 5
/ 27,5%
Responsabiliseringsbijdrage (= bijkomende bijdrage ter compensatie van “deficit” in de solidariteit 50% in 2012 en 55% in 2013 nieuwe ramingen van de RSZPPO) Belangrijke impact op de personeelsuitgaven + overdrachtuitgaven (personeel OCMW en politiezones) van 2012 tot 2016 11
Exploitatiebudget 2014 Wat is de impact van de pensioenhervorming ? Evolutie van aantal vastbenoemden et contractanten in VTE aan het werk in de lokale besturen (1995-2012)
Structurele verschuiving van het aantal vastbenoemden ten gunste van contractuele werknemers
Evolutie van aantal gepensioneerde vastbenoemden et contractanten in de lokale besturen (1995-2012)
Vermindering van de basisbijdrage ten opzichte vh oplopend aantal begunstigden stijging verwacht van de responsabiliseringsbijdrage
12
Bron: Rapport HRF – Nationale cijfers RSZPPO
Exploitatiebudget 2014 Toelagen aan OCMW en politiezone
Toegestane werkingssubsidies: 2,8 miljard EUR of 467 EUR per inwoner 33 % van de exploitatie-uitgaven
29,2% 40,3%
OCMW Politiezone
30,5%%
Overige toelagen * * Overige toelagen = toelage voor brandweer, kerkfabrieken, openbare ziekenhuizen, sportverenigingen, culturele verenigingen, ….
Duidelijk overwicht van toelagen aan OCMW en politiezone 13
Exploitatiebudget 2014 Groei toegestane werkingssubsidies vertraagt Gemiddelde jaarlijkse groei
Δ 20072012
Δ 20122013
Δ 20132014
Δ BBC MJPLAN
Werkingssubsidies
+ 4,3 %
+ 1,3 %
+ 4,5%
+ 1,6 %
Sociale bijstand (OCMW)
+ 4,5 %
- 0,3 %
+ 8,2%
+ 2,0 %
Politiediensten
+ 3,6 %
+ 2,7 %
+ 3,0%
+ 3,1 %
Groei van de toegestane werkingssubsidies vertraagt in 2014-2019 Sociale bijstand (OCMW) compensatie van nulgroei in 2013 = correctie technisch effect “one shot” bij overstap naar BBC MJP : groei neemt af tot 2 % per jaar • Politiediensten indirecte personeelskost vervat in werkingssubsidies MJP : groei blijft stevig met 3,1 % per jaar door impact pensioenhervorming vastbenoemden (= 95 % personeel is vastbenoemd) 14
Exploitatiebudget 2014 Tendens : ontvangstengroei aanhouden
Ontvangsten 6,5%
49,7%
Ontvangsten uit werking
Belastingen
Lichte groei aanhouden (aanslagvoet + volume-effect)
Fondsen en toelagen
Gemeentefonds behoudt groei > inflatieniveau
39,6%
4,3%
15
Financiële opbrengsten
Exploitatiebudget 2014 Belastingen
4,6 miljard EUR of 764 EUR per inwoner 49,7% vd exploitatieontvangsten (= belangrijkste financieringsbron)
Structuur van de belastingontvangsten : Personenbelasting (APB)
14,0% 2,0%
Onroerende voorheffing (OVH)
39,5% Andere aanvullende belastingen
44,5% Lokale belastingen
16
“Aanvullende” belastingen
Exploitatiebudget 2014 Belastingen
Δ 20072012
Δ 20122013
Δ 20132014
Belastingen
3,2%
4,4%
9,0%
1,5%
APB OVH Lokale belastingen
3,8% 3,6% 0,3%
3,4% 3,6% 12,0%
9,2% 7,2% 15,0%
0,9% 2,1% 0,9%
Gemiddelde jaarlijkse groei
Δ BBC MJPLAN
Groei belastingontvangsten is stevig in 2014 maar vertraagt in 2014-2019 Groei 2014 (+ 9 %) > vorige bestuursperiode (+3,2%) Groei relatief groot in een crisiscontext Technisch effect van vertraging in inkohiering (budget versus realiteit) Tweede jaar van de bestuursperiode vaak beslissing om aanslagvoet te verhogen OVH levert blijvende basisgroei voor “aanvullende” belastingen Specifieke “lokale” belastingen in 2014 opnieuw opgetrokken 17
Exploitatiebudget 2014 Belastingen
Fiscaal product = grondslag * aanslagvoet
•
18
Aanvullende belastingen
Lokale belastingen
Grondslag
= Belasting ingesteld door ander overheidsniveau APB (federaal) OVH (regionaal)
Vast te leggen door gemeenteraad
Aanslagvoet
Gemeente bepaalt
Gemeente bepaalt
Inkohiering
Federale of regionale belastingdienst doorstorting aan gemeenten (maand na ontvangst)
Gemeente int zelf
Gemeenten
Exploitatiebudget 2014 Fondsen en toelagen Middelen afkomstig van regionale overheid voor algemene financiering en activiteitsgebonden financiering van gemeenten (sectoraal) = +/- 3,7 miljard EUR of 608 EUR per inwoner = 39,6 % van de exploitatieontvangsten Gemiddelde omvang 2014 Gemeentefonds e.a.
Fondsen Toelagen
349 EUR/inw
Specifieke werkingstoelagen 207 EUR/inw Evolutie MJP Groei Fondsen (+3,4 %) > Toelagen (+0,5 %)
37% 63%
Vlaamse regeerakkoord : Jaarlijkse groeivoet Gemeentefonds 3,5 % behouden Sectorale subsidies en stedenfonds opnemen in gemeentefonds 19
Investeringsbudget 2014-2019 Investeringen: Vaste activa (balans) = 30,7 miljard EUR of 88 % van de totale activa Investeringsvolume (rekening 2012) = +/-2,8 miljard EUR of +/- 250 EUR/inw. Investeringsbudget 2014: 2,7 miljard EUR Belangrijke afwijking tussen budgetvooruitzicht (project) en effectieve realisatie BBC : verschil verkleinen jaarlijkse transactiekredieten inschrijven Belangrijkste investeringsdomeinen: wegen, stedenbouw, administratieve gebouwen, scholen, sport & cultuur Reserves aangewend voor autofinanciering De autofinancieringmarge garandeert behoud van beleidsruimte voor volgende bestuursperiode (marge minstens nul of positief)
20
Investeringsbudget 2014-2019 Evolutie van de investeringen voorzien in het meerjarenplan: 3.000
Mio EUR 2.500
Budgetten MJP BBC 2.000
1.500 1.000 500 0
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
2014 2015 2016 2017 2018 2019
Terugval van de gemeentelijke investeringen ? -19,1 % per jaar Volume over 6 jaar -5 % tov vorige periode
Inversie van de investeringscyclus ? 2014 = vroegere budgetniveau (overschat) 2018 = niveau realisatie op de rekening laatste jaar periode 2019 = nieuwe bestuursperiode 21
Investeringsbudget 2014-2019 Nuancering afnemende lijn: 2014 is overgangsjaar met overboeking van vastgelegde budgetten in vorige jaren, creëert (fictieve) piek, spreiding volgt achteraf Markt voor wegen-en rioleringsbouw krijgt minder orders in 2014 Aanpassingsvariabele, afhankelijk van voldoende financiële beleidsruimte in de loop van de periode
Blijven investeren ? Ja Voorzichtig ramen met respect voor evenwichtscriteria Projecten in de kijker zetten
22
Is de schuldenlast onder controle ? Kencijfers 2012 Gemeenteschuld : 7,6 miljard EUR / 1.293 EUR per inw. 21,8 % vh passief (balanstotaal) 91 % van de omloop is langetermijnschuld (LT) Tot 2013 leningen LT bestemd voor de financiering van investeringen (dus met een vast actief als tegenwaarde) Schuldniveau is stabiel en neemt lichtjes toe in 2012 + 1,4 % Parallel met hogere investeringsniveau aan einde van de bestuursperiode
Lagere rentevoeten en actief schuldbeheer Schuldenlast onder controle met BBC Autofinancieringsmarge laat toe investeringen zelf te financieren Alleen als financieel draagvlak voldoende is kunnen bijkomende leninglasten worden opgenomen 23
Respecteren de gemeenten de budgettaire doelstellingen van het stabiliteitspact voor de Belgische overheid ? ESR 2010-normen boekhoudig verwerkingsschema opgelegd door Eurostat (in het kader van het budgettair stabiliteitspact) Het saldo (“financieringsbehoefte/capaciteit”) maakt geen onderscheid tussen exploitatie en investeringen Investeringen = bepalende variabele om evolutie van ESR-saldo te verklaren 2.000
In miljoen EUR
1.500 1.000 500 0 -500
-1.000 -1.500 -2.000 -2.500 2010
2011
Saldo Exploitatiebudget
2012
2014
2015
2016
2017
Saldo Investeringsbudget
Totaal ESR-saldo
* Voorafspiegeling : eigen berekening zonder eventuele correcties door INR
Samenwerkingsakkoord: de HRF moet rekening houden met investeringsgedrag om budgettaire doelstellingen te bepalen 24
2018
2019
Agenda
Inleiding Overzicht van de gemeentefinanciën Exploitatiebudget Investeringen Schuld
Macro-economische aspecten Wat als ……
25
Macro-economische aspecten Inflatie en groei De realisatie van de meerjarenbegroting en het halen van de doelstellingen die de Vlaamse overheid oplegt, worden beïnvloed door de economische omstandigheden die zich de komende jaren zullen voordoen. Voornamelijk de inflatie en de groei van het Bruto Nationale Product zijn hier belangrijke factoren voor de gemeenten. Factoren en hun invloed (neg / pos) Inflatie
Groei
Rente
Andere
Uitgaven
--
+
-
-
Inkomsten
+
+
+
-
Globaal
-
+
-
-
26
Macro-economische aspecten Inflatie en groei
Voor de nabije toekomst wordt een kleine, maar stabiele groei verwacht met weinig inflatie. Er dreigt evenwel stagnatie en deflatie. Het beleid van de Europese Centrale Bank is er op gericht om de inflatie op te drijven en naar 2 % te brengen. Inflatie is de enige economische variabele die relatief goed beïnvloedbaar is door beleidsmaatregelen. Factoren & Verwachtingen
Beleid
2014
2015
Doel
Inflatie
0,8%
1,2%
2%
Groei
1,0%
1,5%
zo hoog mogelijk
Werkloosheid
8,5%
8,2%
zo laag mogelijk
Rente KT LT
0,05% 1,35%
0,05% 1,50%
Laag Laag
Andere
Stabiliteitspact Vergrijzing Pensioenlasten Demografische groei
Bezuinigingsmaatregelen
Macro-economische aspecten Economische context is globaal neutraal Geen sterk groeiverhaal Maar lage rente en inflatie
Globale saneringscontext voor de overheidsfinanciën Budgettair stabiliteitspact geldt voor alle overheidsniveaus
Demografische druk Vergrijzing van de bevolking Demografische druk (vooral in grote steden die een sterke internationale immigratie ondervinden)
Agenda
Inleiding Overzicht van de gemeentefinanciën Exploitatiebudget Investeringen Schuld
Macro-economische aspecten Wat als ……
29
Wat als…. De AFM-doelstelling moet in 2019 gehaald worden. Alle gemeenten in Vlaanderen hebben hun meerjarenbegroting zo opgesteld dat ze dit doel ook bereiken. Op 4 jaar tijd kan er echter veel gebeuren en zeker de algemene economische toestand is een oncontroleerbaar gegeven. Wat als bepaalde economische scenario’s zich realiseren ? Hoe raakt dit de AFM en hoe kan het gemeentebeleid aangepast worden om toch de doelstelling te halen ?
Wat kan er gebeuren? Lage groei en lage inflatie Lage groei en hogere inflatie Recessie en lage inflatie Deflatiescenario
Interpretatie Basisscenario / huidige situatie ECB bereikt zijn doelstelling Typische lange crisis Japans scenario
Vooral de kwalitatieve resultaten (de tendensen) zijn belangrijk in de simulatieresultaten. De pure cijferuitkomsten moeten gerelativeerd worden. 30
Wat als… Het basisscenario gaat uit van lage groei en lage inflatie volgens de huidige vooruitzichten van het Planbureau.
Inflatiepad Spilindex
Economisch scenario
2015
2016
2017
2018
2019
1,2%
1,5%
1,5%
1,5%
1,5%
2,0%
0,0%
2,0%
2,0%
2,0%
Groei
1,80%
1,60%
1,60%
1,60%
1,60%
APB-2 jaar
0,00%
1,40%
1,80%
1,60%
1,60%
OVH-1 jaar
1,50%
2,15%
2,20%
2,21%
2,20%
Vertreksituatie MJP 250 200
194
150
Meerjarenplan AFM
100
Simulatie AFM
50 0
2014 31
2015
2016
2017
2018
2019
Wat als… Het basisscenario gaat uit van lage groei en lage inflatie volgens de huidige vooruitzichten van het Planbureau.
Afgeleid beleid 2015
2016
2017
Interpretatie afgeleid beleid 2018
2019
Loonmassa
-1,7%
1,6%
-0,7%
-0,3%
-0,3%
Werking
-4,3% -1,1%
-0,9%
-0,1%
-0,3%
Werk.toelagen
-1,8%
2,3%
0,8%
0,7%
0,9%
APB
-3,7%
0,7%
0,2%
0,5%
0,5%
32
•
•
Besparingen in de eerste fase van de bestuursperiode zowel wat VTE als werkingskosten betreft. In het tweede deel van de bestuursperiode worden minder ingrepen gepland.
Wat als…de ECB slaagt Stel nu dat de ECB in zijn doelstellingen slaagt (inflatie = 2 %). De impact op de AFM vanaf 2016 is duidelijk negatief. Zonder beleidsaanpassingen wordt er in 2019 maar nipt een positieve AFM gehaald.
Inflatiepad Spilindex
Economisch scenario
2015
2016
2017
2018
2019
1,2%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
Groei
1,80%
1,60%
1,60%
1,60%
1,60%
APB-2 jaar
0,00%
1,40%
1,80%
1,60%
1,60%
AFM als ECB slaagt 250 200 150 100 50 0 -50 -100
Meerjarenplan AFM 42
2014 33
2015
2016
2017
2018
2019
Simulatie AFM
Wat als…de ECB slaagt Stel nu dat de ECB in zijn doelstellingen slaagt (inflatie = 2 %). De impact op de AFM vanaf 2016 is duidelijk negatief. Zonder beleidsaanpassingen wordt er in 2019 maar nipt een positieve AFM gehaald.
Beleid coherent met AFM-plan 2015
2016
2017
2018
2019
Loonmassa
-1,7% -0,4%
-0,7%
-0,3%
-0,3%
Werking
-4,3% -1,6%
-1,4%
-0,6%
-0,8%
Werk.toelagen
-1,8%
0,9%
0,8%
0,7%
0,9%
APB
-3,7%
0,7%
0,2%
0,5%
0,5%
34
Interpretatie beleid •
• •
Besparingseisen worden stringenter. Voornamelijk werkingskosten moeten gedurende de hele bestuursperiode dalen. Impact op loonmassa is beperkt want er is maar 1 extra overschrijding van de spilindex
Wat als…de inflatie doorstijgt Stel nu dat de ECB de inflatie niet onder controle kan houden (stijgt boven 2%). De impact op de AFM vanaf 2016 is duidelijk negatief. Zonder beleidsaanpassingen is een positieve AFM in 2019 helemaal niet zeker.
Inflatiepad
Economisch scenario
Spilindex
2015
2016
2017
2018
2019
1,2%
2,0%
2,5%
3,0%
2,5%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
Groei
1,80%
1,60%
1,60%
1,60%
1,60%
APB-2 jaar
0,00%
1,40%
1,80%
1,60%
1,60%
AFM met te veel inflatie 250 200 150 100 50 0 -50 -100
Meerjarenplan AFM 8
2014 35
2015
2016
2017
2018
2019
Simulatie AFM
Wat als…de inflatie doorstijgt Stel nu dat de ECB de inflatie niet onder controle kan houden (stijgt boven 2%). De impact op de AFM vanaf 2016 is duidelijk negatief. Zonder beleidsaanpassingen is een positieve AFM in 2019 helemaal niet zeker.
Beleid coherent met AFM-plan 2015
2016
2017
2018
2019
Loonmassa
-1,7% -0,4%
-0,7%
-0,3%
-0,3%
Werking
-4,3% -1,6%
-1,9%
-1,6%
-1,3%
Werk.toelagen
-1,8%
0,9%
0,8%
0,7%
0,9%
APB
-0,4%
0,9%
0,6%
0,8%
0,8%
Interpretatie beleid •
• •
Besparingseisen worden nog stringenter. De werkingskosten dragen gedurende de hele periode de totale extra inspanning Impact op loonmassa is beperkt want er is maar 1 extra overschrijding van de spilindex
De spelregels met de spilindex houden in dit scenario een extra impact op uitgaven tegen doordat ze het doorrekenen van de inflatie vertragen.
36
Wat als…we terug in een recessie belanden Stel dat er een lange recessie optreedt. Ook in dit geval wordt de AFMdoelstelling wat moeilijker om te behalen. De negatieve impact van de recessie laat zich immers met vertraging voelen na 1 tot 2 jaar.
Inflatiepad
Economisch scenario
Spilindex
2015
2016
2017
2018
2019
1,2%
1,5%
1,5%
1,5%
1,5%
2,0%
0,0%
2,0%
2,0%
2,0%
Groei
-0,5%
-1,0%
-1,5%
-1,0%
0,0%
APB-2 jaar
0,00%
1,40%
-0,5%
-1,0%
-1,5%
AFM met lange recessie 250 200 150
Meerjarenplan AFM
100
Simulatie AFM
50
49
0
2014 37
2015
2016
2017
2018
2019
Wat als…we terug in een recessie belanden Stel dat er een lange recessie optreedt. Ook in dit geval wordt de AFMdoelstelling wat moeilijker om te behalen. De negatieve impact van de recessie laat zich immers met vertraging voelen na 1 tot 2 jaar.
Beleid coherent met AFM-plan 2015
2016
2017
2018
2019
Loonmassa
-1,7%
1,6%
-0,7%
-0,3%
-0,3%
Werking
-4,3% -1,1%
-0,9%
-0,1%
-0,3%
Werk.toelagen
-1,8%
2,3%
0,8%
0,7%
0,9%
APB
-3,7%
0,7%
2,5%
3,1%
3,6%
Interpretatie beleid • •
De inkomsten moeten sterk opgetrokken worden Voornamelijk gedurende het tweede deel van de bestuursperiode.
Een sterke groeivertraging die zich vanaf volgend jaar doorzet, impacteert de AFM pas later in de bestuursperiode en vraagt dan ook pas tegen 2017 beleidsaanpassingen.
38
Wat als…we in deflatie belanden Stel dat er een deflatiescenario optreedt. In dit geval wordt de AFM-doelstelling wel gehaald omdat de negatieve impact van de recessie wordt overgecompenseerd door het niet-stijgen van de lonen en de daling in de werkingskosten.
Inflatiepad
Economisch scenario
Spilindex Groei APB-2 jaar
2015
2016
2017
2018
2019
0,0%
-1,0%
-1,5%
-1,0%
-1,0%
2,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
-0,5%
-1,0%
-1,5%
-1,0%
0,0%
0,0%
1,4%
-0,5%
-1,0%
-1,5%
AFM met echte deflatie 700 600 500 400 300 200 100 0
587 Meerjarenplan AFM Simulatie AFM
2014 39
2015
2016
2017
2018
2019
Wat als…we in deflatie belanden Stel dat er een deflatiescenario optreedt. In dit geval wordt de AFM-doelstelling wel gehaald omdat de negatieve impact van de recessie wordt overgecompenseerd door het niet-stijgen van de lonen en de daling in de werkingskosten
Beleid coherent met AFM-plan 2015
2016
2017
2018
2019
Loonmassa
-1,7%
1,6%
1,3%
1,7%
1,7%
Werking
-3,1%
1,4%
2,1%
2,4%
2,2%
Werk.toelagen
-1,8%
2,3%
2,1%
2,1%
2,2%
APB
-3,7%
0,7%
2,5%
3,1%
3,6%
Interpretatie beleid •
•
Als geen ingecalculeerde spilindexoverschrijdingen plaatsvinden en de werkingskosten dalen, dan creërt dit een reserve die de inkomstendaling meer dan compenseert. De kostendalingen doen zich onmiddellijk voor terwijl de lagere inkomsten met vertraging gerealiseerd worden.
Opmerking: dit scenario is op lange termijn niet stabiel aangezien het stijgingen in de werkingstoelagen impliceert. Deze zijn niet in dit scenario opgenomen.
40
Conclusie De BBC zet de lokale besturen ertoe aan de uitgavengroei sterk te controleren terwijl de inkomsten in de mate van het mogelijke verhoogd worden. Investeringen kunnen beschouwd worden als een sluitpost en zullen mogelijkerwijze dalen in vergelijking met de vorige bestuursperiode. Van de macro-economische grootheden beïnvloeden voornamelijk de inflatie en de groei van de inkomens de uitkomst van de AFM. Inflatie is de belangrijkste factor en heeft een onmiddellijke en grote impact op de uitgaven Groei beïnvloedt met vertraging de inkomsten
Voor de gemeenten in Vlaanderen kan de ECB beter niet slagen in zijn doelstelling van een hogere inflatie want het brengt de AFM doelstelling meer in gevaar. Een echte deflatie is daarentegen –in een eerste fase– niet nadelig voor de financiële situatie van de gemeenten en steden in Vlaanderen.
41