DE EUROPESE UNIE IN HET KORT
Milieu
Een gezond en duurzaam milieu voor toekomstige generaties „Bus ines s as us ual ” is geen o p t ie
INHOUD Het waarom van een milieubeleid . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
DE EUROPESE UNIE IN HET KORT Deze publicatie maakt deel uit van een reeks brochures waarin wordt uitgelegd wat de EU doet op verschillende beleidsterreinen, waarom de EU daar een rol speelt, en wat de resultaten zijn.
Hoe de EU haar milieubeleid opstelt . . . . . . . . . . . . 5 Wat de EU doet . . . . . . . . . . . . . . . 8 De toekomst . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Lees verder . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
U kunt deze publicaties, voor zover beschikbaar, online vinden en downloaden:
http://europa.eu/pol/index_nl.htm
Hoe de EU werkt Europa 2020: Europa’s groeistrategie De grondleggers van de EU Begroting Belastingen Buitenlands en veiligheidsbeleid Concurrentie Consumenten Cultuur en audiovisuele media De Economische en Monetaire Unie en de euro Digitale agenda Douane Energie Fraudebestrijding Grenzen en veiligheid Handel Humanitaire hulp Interne markt Justitie, burgerschap en grondrechten Klimaatbescherming Landbouw Migratie en asiel Milieu Ondernemingen Onderwijs, opleiding, jeugd en sport Onderzoek en innovatie Ontwikkeling en samenwerking Regionaal beleid Uitbreiding Vervoer Visserij en maritieme zaken Voedselveiligheid Volksgezondheid Werkgelegenheid en sociale zaken
De Europese Unie in het kort — Milieu Europese Commissie Directoraat-generaal Communicatie Publicaties 1049 Brussel BELGIË Manuscript voltooid in januari 2013 Omslagfoto: © Jupiter Images 16 blz. — 21 × 29,7 cm ISBN 978-92-79-23960-1 doi:10.2775/51506 Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2013 © Europese Unie, 2013 Reproductie toegestaan. Voor gebruik of reproductie van de foto’s heeft u de toestemming van de rechthebbenden nodig.
3
M I L I E U
Het waarom van een milieubeleid De natuur houdt zich niet aan grenzen, niet aan politieke, niet aan juridische en niet aan andere door de mens gestelde grenzen. Daarom moeten de EU-landen met elkaar en met de rest van de wereld samenwerken om gemeenschappelijke problemen aan te pakken. Die problemen variëren van droogten en overstromingen tot milieuvervuiling en de aantasting van Europa’s natuur lijke rijkdommen en biodiversiteit. Het milieubeleid van de EU is gericht op het in stand houden van natuurlijke rijkdom, efficiënter gebruik van energie en grondstoffen, en bescherming van de volksgezondheid. Een gecoördineerde aanpak in de hele EU biedt extra voordelen en is goed voor de samenhang. Omdat milieuvoorschriften grote gevolgen kunnen hebben voor het bedrijfsleven, is het belangrijk dat overal dezelfde regels gelden.
De effecten van onze activiteiten op het milieu bepalen voor een groot deel hoe de wereld er voor toekomstige generaties zal uitzien.
Veel mensen hebben een grenzeloos vertrouwen in de veerkracht van de aarde, maar de druk op het milieu en de grondstoffen wordt steeds groter. Als we zo doorgaan, dreigen toekomstige generaties niet meer te krijgen wat hun toekomt. Om dat te voorkomen, moeten de EU, de nationale, regionale en lokale overheden, het bedrijfsleven, ngo’s en gewone burgers de handen ineenslaan. Maar we mogen vooral de samenwerking met onze internationale partners niet vergeten om tot een wereldwijde aanpak te komen. Deze brochure legt in het kort uit hoe het EU-milieu beleid tot stand is gekomen, hoe het nu in elkaar zit en hoe het zich in de toekomst zou kunnen ontwikkelen.
De druk van een groeiende vraag Ons gedrag stelt onze planeet zwaar op de proef. In de loop van de twintigste eeuw is het gebruik van fossiele brandstoffen wereldwijd met een factor 12 toegenomen en worden er 34 keer zoveel andere grond stoffen ontgonnen. De vraag naar voedsel, diervoeder en vezels zal tegen 2050 met zo’n 70 % zijn gestegen. Als we zo doorgaan, zullen we meer dan twee planeten nodig hebben om in onze behoeften te voorzien.
© iStockphoto.com/eva serrabassa
Een beleid in ontwikkeling De milieuproblemen waar Europa mee te maken heeft, zijn niet meer hetzelfde als in de begindagen van het Europees milieubeleid. In de jaren zeventig en tachtig lag de nadruk op traditionele onderwerpen zoals de bescherming van de soorten en de beperking van vervui lende emissies. Nu wordt uitgegaan van een meer systematische benadering, waarbij rekening wordt gehouden met onderlinge verbanden en de wereldwijde dimensie. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom moet nu ook op andere beleidsterreinen, zoals landbouw, energie, vervoer, visserij, regionale ontwikke ling, onderzoek, innovatie en buitenlandse hulp systematisch rekening worden gehouden met de milieueffecten van beleids- en financieringsbesluiten.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
Zo’n benadering vergroot de samenhang en het effect van de aanpak van milieuproblemen. Doordat de EU al meer dan veertig jaar een milieubeleid voert, wordt een groot deel van ons milieu beschermd door Europese wetgeving, maar de uitvoering van dat beleid blijft voor problemen zorgen. Die problemen moeten worden opgelost zodat iedereen de vruchten van die wetgeving kan plukken. Het nieuwe milieuactie programma van de EU moet hier een oplossing voor bieden (zie onder „De toekomst”).
Milieu en economie bijten elkaar niet Milieubescherming en economische ontwikkeling kunnen elkaar aanvullen. Door de economie milieuvriendelijker te maken, gaan de milieukosten omlaag omdat er zuiniger met grondstoffen wordt omgesprongen. Groene technologie zorgt tegelijkertijd voor nieuwe banen, economische ontwikkeling en meer concurrentie vermogen. Een van de hoofddoelstellingen van de groeistrategie van de Europese Unie voor het komende decennium (Europa 2020) is het efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Het milieubeleid gaat daarin ook een rol spelen. Het moet helpen Europa om te vormen in een kennisgebaseerde economie die spaarzaam omgaat met grondstoffen. Het moet bijvoorbeeld de veerkracht vergroten van onze ecosystemen, die voor voedsel, drinkwater, grondstoffen en andere voorzieningen zorgen. Daarnaast moet het de productiviteit en kwaliteit van het leven verhogen, en de gezondheidszorg minder duur maken.
Milieubescherming en economische ontwikkeling kunnen elkaar aanvullen.
© iStockphoto.com/Robert Churchill
4
K O R T
Over de grenzen heen Het milieu stopt niet aan de rand van de EU. De lucht, het water, de zee en de wilde flora en fauna hebben geen weet van grenzen. Als de EU erin slaagt ook naburige landen — en in het ideale geval zelfs de hele wereld — ervan te overtuigen om strenge normen te hanteren, is dat dus ook goed voor haar eigen milieu. Zij ziet er daarom ook op toe dat landen die willen toetreden tot de EU, hun wetgeving aan de EU-normen aanpassen. De EU werkt samen met haar buurlanden om die ervan te overtuigen dat ook te doen en zij speelt een actieve rol bij internationale besprekingen over duurzame ontwikkeling, biodiversiteit en klimaatverandering. Duurzame ontwikkeling is een langeretermijndoelstelling van de EU en ook een van de millenniumontwikkelings doelstellingen van de VN.
Steun vanuit de samenleving Er is brede steun vanuit de bevolking voor wat de EU allemaal doet voor het milieu. Bij een enquête in heel Europa bleek medio 2011 dat het milieu meer dan 90 % van de ondervraagden na aan het hart ligt. Negen op de tien ondervraagden sprak zich uit voor EUsubsidies voor milieuvriendelijke activiteiten en acht op de tien zijn het ermee eens dat EU-wetgeving nodig is om het milieu in eigen land te beschermen. De meeste zorgen maken mensen zich over waterverontreiniging, het opraken van de grondstoffen en de groeiende afvalberg.
5
M I L I E U
Hoe de EU haar milieubeleid opstelt Sommigen denken misschien dat milieu in het beleid geen rol van betekenis speelt, maar niets is minder waar. Wanneer een land het EU-Verdrag ondertekent, moet het zich inzetten voor „een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu” (artikel 3, lid 3), want de architecten van de Europese Unie beseften al hoe belangrijk een schoon en gezond milieu is. Dat is ook iets waarvoor de EU zich in internationaal verband hard wil maken, omdat zij streeft naar duurzame economische, sociale en eco logische ontwikkeling van de ontwikkelingslanden om een einde te maken aan armoede.
Democratische besluitvorming De EU-wetgeving komt op democratische wijze tot stand. Voordat de Europese Commissie met een wetsvoorstel komt, vindt er uitvoerig overleg plaats, waarbij nationale overheden, niet-gouvernementele organisaties, milieudeskundigen en het brede publiek de kans krijgen hun mening te geven. Dat draagt bij tot een breed draagvlak voor het wetsvoorstel en tot een solide onderbouwing ervan met wetenschappelijk verantwoorde gegevens. Tegelijkertijd schept dit meer duidelijkheid over de problematiek en zorgt het ervoor dat de betrokkenen zich medeverantwoordelijk voelen voor het uiteindelijke beleid. Daarna kan het wetsvoorstel nog gewijzigd worden, hetzij namens de nationale regeringen door de ministers die erover vergaderen in de Raad, hetzij via het Europees Parlement op aandrang van burgers. Het Parlement en de Raad moeten het eens worden over de precieze inhoud van het wetsvoorstel voordat het kan worden goedgekeurd. Andere instanties, zoals het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité, brengen er nog advies over uit, net zoals het bedrijfsleven, ngo’s, wetenschappers en individuele burgers. Soms blijkt uit al dit overleg dat er helemaal geen wetgeving nodig is en dat niet-bindende richtsnoeren of een uitwisseling van goede praktijken volstaan.
Vertrouwen op de feiten Het beleid moet berusten op feitelijke gegevens die inzicht verschaffen in de oorzaken en effecten van veranderingen in het milieu, zodat de juiste aanpak en strategie kunnen worden bepaald. Veel van die gegevens zijn afkomstig van nationale instanties. Ze worden geanalyseerd door het Europees Milieuagent schap, dat de gegevens levert voor het EU-milieubeleid. De EU heeft verschillende programma’s ontwikkeld om te stimuleren dat betrouwbare en nauwkeurige gegevens worden verzameld die op grote schaal kunnen worden uitgewisseld. Zo combineert Copernicus gegevens van waarnemingsstations op het land, op zee en in de lucht met gegevens van aardobservatiesatellieten. Het doel is om allerlei gegevensverzamelingen samen te stellen die nuttig kunnen zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid.
Het Europees Milieuagentschap Het Europees Milieuagentschap (EMA) in Kopenhagen verzamelt de gegevens van de EU-landen om Europese gegevensverzame lingen samen te stellen. Sinds 1994 houdt het indicatoren bij en brengt het verslag uit over de toestand van het milieu. Het EMA heeft de taak de EU en haar lidstaten te helpen om op basis van objectieve gegevens beslissingen te nemen over de verbetering van het milieu en over de milieuaspecten van het economisch beleid met de bedoeling dit beleid duur zaam te maken. Daarnaast moet het EMA het Europees milieu-informatie en -observatienetwerk coördineren.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
Van beleid naar praktijk Sinds de jaren zeventig heeft de EU meer dan 200 wetsteksten aangenomen ter bescherming van het milieu. Maar wetgeving alleen is niet genoeg. Zonder een goede toepassing en handhaving ervan haalt het allemaal weinig uit. Daarom is alles er nu op gericht om te garanderen dat de afspraken worden nagekomen. Dat is geen eenvoudige zaak omdat er allerlei instanties bij de uitvoering zijn betrokken: van nationale inspecteurs en rechtbanken tot ngo’s en burgers die gebruikmaken van hun inspraakrecht. Maar als het niet gebeurt, zijn er allerlei negatieve gevolgen. Het kan de basisdoelstellingen van het milieubeleid ondermijnen, een gevaar voor de volks gezondheid vormen en tot rechtsonzekerheid voor de industrie leiden omdat de normen niet overal in de EU op dezelfde manier worden toegepast. Een goede handhaving kan juist financiële voordelen opleveren. Als de EUvoorschriften voor afval geheel correct worden toegepast, levert dat 400 000 banen op en een kostenbesparing van 72 miljard €. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de EU-milieuwetgeving. De Europese Commissie kan via het Hof van Justitie van de Europese Unie juridische stappen zetten tegen een EU-land dat de wetgeving niet correct toepast. Dergelijke procedures zetten zo’n land onder druk om alsnog naar een oplossing te zoeken. Blijft het land herhaaldelijk in gebreke, dan kan het tot een boete komen.
© iStockphoto.com/Henrik Jonsson
6
K O R T
Maar een juridische procedure is een laatste redmiddel. De Europese Commissie vindt het belangrijker om de EU-landen te helpen de regels goed uit te voeren. Zij biedt daarom niet alleen hulp bij capaciteitsopbouw en finan ciële steun, maar ook kennis over de toestand van het milieu en informatie over de manier waarop EU-landen hun EU-verplichtingen in de praktijk nakomen. Zij heeft de lidstaten aangeraden om een onafhankelijke nationale instantie, bijvoorbeeld een ombudsman, met de behandeling van milieuklachten van het publiek te belasten.
Marktwerking Bij de ontwikkeling van het EU-milieubeleid wordt veel zorg besteed aan kostenefficiënte manieren om het milieu te beschermen of te verbeteren, en om de druk op schaarse voorraden te verlichten. Dat betekent dat bestaande economische instrumenten worden gebruikt om het milieu door middel van financiële prikkels te bescher men. Als de marktkrachten het laten afweten, worden doelstellingen vastgesteld en kan met „cap-and-trade”regelingen een productprijs worden bepaald die de werkelijke milieukosten weerspiegelt. Belastingen en subsidies kunnen ook worden gebruikt als drijfveer of afschrikmiddel om bedrijven en consumenten te bewegen milieuvriendelijker keuzen te maken. Dat gebeurt nu al op grote schaal, bijvoorbeeld voor het kappen van bomen of het storten van afval. De Europese Commissie zou graag zien dat maatregelen die verkeerd uitpakken en het gebruik van verontreinigende of energieverslindende producten of processen juist aanmoedigen, worden afgebouwd.
Belastingen en subsidies kunnen dienen als drijfveer of afschrikmiddel om bedrijven en consumenten te bewegen milieuvriendelijker keuzen te maken.
7
M I L I E U
Eco-innovatie
Milieusubsidies
Eco-innovatie is gericht op of resulteert in significante en aantoonbare vooruitgang in de richting van duurzame ontwikkeling door de milieuschade te beperken, de weerstand tegen milieudruk te verhogen, of energie en grondstoffen efficiënter en verantwoordelijker te gebruiken.
Financiële steun voor het realiseren van milieudoel stellingen is een belangrijke post op de EU-begroting. Door ook op andere beleidsterreinen rekening te houden met milieudoelstellingen kan in de EU-begroting zo’n 10 tot 12 miljard € extra voor milieu worden gevonden, bijvoorbeeld in de vorm van milieuvriendelijke maatregelen in de landbouw, steun voor het cohesiebeleid, en onderzoek en innovatie.
Dit soort innovatie en de industrie die er gebruik van maakt, spelen nu al een grote rol in de EU-economie. Maar behalve in de sector duurzame energie, is eco-innovatie nog onvoldoende doorgedrongen op de markten. Een knelpunt is dat de milieukos ten en -voordelen onvoldoende tot uitdrukking komen in de marktprijzen en dat verspillende praktijken en starre economische structuren nog te vaak worden gestimuleerd en gesubsidieerd. Via de EU-programma’s kan financiële steun worden verleend voor onderzoek, voor innovatie en aan eco-innovatieve bedrijven. Om groene technologie op grotere schaal ingang te laten vinden, stimuleert de EU „groene” overheids opdrachten, productkostenberekeningen over de totale levenscyclus en milieuetikettering.
Het belangrijkste instrument voor EU-steun voor het milieubeleid is het financieringsprogramma LIFE, dat in 1992 van start is gegaan. De naam is afgeleid van de programmanaam in het Frans (L’Instrument financier pour l’environnement, oftewel financieel instrument voor het milieu). In de loop der jaren is de nadruk komen te liggen op natuurbehoud en milieubescherming. Het budget wordt nu gebruikt voor de ondersteuning van beleid dat problemen aanpakt zoals het verlies aan biodiversiteit, de aantasting van habitats, de verspilling van energie en grondstoffen, en de klimaatverandering. Bij LIFE-projecten ligt de nadruk op praktijkinitiatieven, innovatie en het verspreiden van goede praktijken op lokaal niveau. Ze hebben de opvattingen en het gedrag van beleidsmakers, de betrokkenen en het publiek ten aanzien van het milieu helpen veranderen.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
8
K O R T
Wat de EU doet Het milieubeleid probeert onze behoefte om de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet te gebruiken, in evenwicht te brengen met onze verplichting om voor een gezond milieu voor ons nageslacht te zorgen. Dat betekent dat het milieubeleid constant naar duurzaamheid moet streven. Sectoren zoals de landbouw, visserij, industrie, vervoer, energie en ruimtelijke ordening hebben grote gevolgen voor het milieu, maar zijn zelf ook afhankelijk van gezonde ecosystemen. Duurzaamheid betekent dat deze sectoren de diensten kunnen blijven leveren die we nodig hebben, zonder de gezondheid van de natuur, waar we allemaal van afhankelijk zijn, in gevaar te brengen. Milieubescherming is essentieel voor onze toekomstige welvaart. Om ook in de toekomst aangenaam te kunnen leven, moeten we de natuur goed beschermen, zodat zij de gelegenheid krijgt zich te herstellen en we kunnen blijven rekenen op dingen waarvan we afhankelijk zijn, zoals schone lucht en schoon water.
© J. Toland
Recycling vermindert de druk op de grondstoffenvoorraden.
Efficiënt gebruik van energie en grondstoffen Onze economie en ons milieu zijn afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. Maar de tijden van onuitput telijke voorraden van goedkope grondstoffen, die in de afgelopen tweehonderd jaar zo’n grote rol hebben gespeeld in de economische vooruitgang, zijn voorbij. Door de groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart is de vraag gestegen. Dat heeft geleid tot hogere prijzen en schaarste van grondstoffen waarvan we afhankelijk zijn, zoals metalen, mineralen en voedingsmiddelen. Vóór het einde van het volgende decennium komen er in de opkomende economieën twee miljard mensen bij met een middenklasseinkomen die een levensstijl wensen die vergelijkbaar is met de levensstijl die wij er nu op na houden. Daarom is efficiënt gebruik van energie en grondstoffen nu een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de Europese Commissie. Dat betekent dat we op een
9
© European Union
M I L I E U
Het Natura 2000-netwerk bestrijkt bijna 18 % van de oppervlakte van de EU en beschermt soorten en hun natuurlijke habitats.
duurzame manier en met minder grondstoffen producten met een hogere waarde kunnen maken en die efficiënter kunnen beheren gedurende hun hele levenscyclus. Daarvoor is innovatie nodig, moeten productie- en consumptiepatronen op de helling en moeten de juiste signalen worden gegeven via subsidies en prijzen. Eind 2011 hebben de EU-regeringen het stappenplan voor een efficiënt hulpbronnengebruik in Europa goed gekeurd. Het wijst op de noodzaak van een omwenteling in het economisch, politiek en persoonlijk gedrag. Het definieert mijlpalen voor verschillende beleidsterreinen die binnen veertig jaar moeten leiden tot een Europese economie die een hoge levensstandaard met een veel geringere impact op het milieu combineert. Onze hulpbronnen zijn niet onuitputtelijk en daarom moet er bij alle EU-beleid op worden gelet dat er efficiënter gebruik wordt gemaakt van die hulpbronnen. Om dat te stimuleren, heeft de Commissie een panel benoemd van nationale, Europese en internationale beleidsmakers, industriële ondernemers en deskundigen op economisch en milieugebied. http://ec.europa.eu/environment/resource_efficiency/ re_platform/index_en.htm
Efficiënt gebruik van energie en grondstoffen Door efficiënter om te gaan met hulp bronnen proberen we economische groei te bereiken zonder dat er meer grondstoffen nodig zijn. De economie wordt gestimuleerd om meer te doen met minder. Zij moet dus met minder middelen producten met een hogere waarde produceren en grondstoffen op duurzame wijze gebruiken met zo min mogelijk gevolgen voor het milieu.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
Biodiversiteit Een van de hoofddoelstellingen van het Europese milieubeleid is de bescherming van de levensvormen om ons heen. In de hele wereld wordt de natuur op allerlei manieren bedreigd en de biodiversiteit, de rijkdom van alle planten- en diersoorten en de genetische variatie in de natuur gaan overal achteruit. Om het tij te kern, wil de EU dat het verlies aan biodiversiteit en ecosystemen uiterlijk in 2020 tot staan wordt gebracht. Op zichzelf is deze biodiversiteit natuurlijk al van groot belang, maar daarnaast staat zij ook in voor essentiële zaken zoals voedsel, vezels, brandstoffen en medicijnen, en voor onmisbare functies zoals klimaatregeling, overstromingspreventie, waterzuivering, bestuiving van planten en bodemvorming. Dat zijn belangrijke ingre diënten voor onze economische welvaart, veiligheid, gezondheid en levenskwaliteit. De EU heeft in 2006 een actieplan voor biodiversiteit vastgesteld. In 2011 heeft zij dit aangepast aan de ambitieuze wereldwijde agenda die enkele maanden eerder in de Japanse stad Nagoya was afgesproken. Waar het allemaal om draait, is dat het verlies aan biodiversiteit en de aantasting van ecosysteemdiensten in de EU in 2020 moeten zijn gestopt door deze zo veel mogelijk te herstellen en de Europese bijdrage aan de preventie van biodiversiteitsverlies op te voeren.
Beschermde gebieden Omdat zij inziet dat de natuur zich niet aan nationale grenzen houdt, heeft de EU een strenge natuurbeschermingswetgeving
© Albrecht Föhl, of LIFE07 NAT/D/000236 LIFE Streuobstwiese Albvorland
Gezonde ecosystemen zijn onmisbaar voor de biodiversiteit in Europa.
10 ontwikkeld. In het begin ging het vooral om de bescherming van in het wild levende vogels, maar later ook om bedreigde plantenen diersoorten en hun leefomgeving. Maar uiteindelijk leidde het tot de oprichting van Natura 2000, een heel Europa beslaand netwerk van gebieden waarin bepaalde soorten en hun natuurlijke omgeving worden beschermd. Dit netwerk van meer dan 26 000 locaties is het grootste ter wereld in zijn soort. Het is nu bijna compleet en beslaat bijna 18 % van het totale grondgebied van de EU, ofwel een gebied zo groot als Duitsland, Polen en Tsjechië samen. Natura 2000 erkent dat de mens deel uitmaakt van de natuur en dat beide het best in een partnerschap functioneren. Het is niet de bedoeling economische acti viteiten te verbieden, maar wel om er grenzen aan te stellen zodat waardevolle soorten en habitats beschermd worden. Vanuit verschillende beleidsterreinen wordt aan het netwerk meebetaald. Het belang rijkste daarvan is landbouw, en dan met name de plattelandsontwikkeling met haar gecombineerde landbouw-, milieu- en bosbouwmaatregelen. Het EU-cohesiebeleid (gericht op economische groei in de EU-landen en hun regio’s) speelt een grote rol in de financiering van investeringen, vooral in de nieuwe lidstaten. Het Natura 2000-programma koestert gezonde ecosystemen die onmisbaar zijn voor de drinkwatervoorziening, de afvang van kooldioxide en de bescherming tegen overstromingen en kusterosie. De waarde van deze diensten samen wordt op 200 tot 300 miljard € per jaar geschat en dat is aanzienlijk meer dan de 6 miljard € die elk jaar nodig zijn voor het beheer van het netwerk.
11
M I L I E U
Bewustmaking De Europese Commissie probeert op allerlei manieren mensen bewust te maken van het belang van een gezond milieu. Een jaarlijks terugkerend hoogtepunt is de Groene Week in Brussel, waarop duizenden deel nemers over een belangrijke milieukwestie spreken, zoals biodiversiteit of water. Een ander belangrijk middel zijn wedstrijden. De EU-prijs voor groene steden is een erkenning van de zorgzaamheid en inventiviteit op milieugebied die Europese steden aan de dag leggen. Andere prijzen zijn een blijk van waardering voor de bijdrage tot een gezond milieu van bedrijven, overheden en gewone burgers.
Groene steden Om de titel Groene Hoofdstad te krijgen, moet een stad strenge milieunormen naleven, duurzame ontwikkelingsdoelstellin gen onderschrijven en een rolmodel voor anderen vormen. Winnaars: 2010: Stockholm 2011: Hamburg 2012: Vitoria-Gasteiz 2013: Nantes 2014: Kopenhagen http://www.europeangreencapital.eu
© iStockphoto.com/Steve Debenport
De EU-economie gebruikt per persoon en per jaar 16 ton materiaal, waarvan zes ton als afval overschiet.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
EU-milieukeur De EU-milieukeur wordt gebruikt voor producten en diensten met een lage impact op het milieu, gemeten over de hele levenscyclus, vanaf de winning van grondstoffen via de productie en het gebruik tot en met de verwijdering. De vrijwillige milieukeur, die in heel Europa erkend wordt, promoot de milieuvriendelijk heid van producten op basis van criteria die door wetenschappers, ngo’s en betrokkenen zijn ontwikkeld. Meer dan 1 300 bedrijven, goed voor meer dan 18 000 producten, doen mee. De klanten kunnen vertrouwen op het logo, omdat elk product door onafhankelijke deskundigen wordt gecontroleerd.
12
van Europa’s belangrijkste industrieën te stimuleren, beschikt de EU over de meest geavanceerde wetgeving ter wereld onder de naam Reach (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals). Alle chemische stoffen die in de EU worden geproduceerd of ingevoerd, moeten worden geregistreerd door het Europees Agentschap voor chemische stoffen in Helsinki. In 2018 moeten alle chemische stoffen die in de EU worden gebruikt, aan deze wetgeving voldoen. Anders mogen zij niet in de EU worden verkocht. Voor de allergevaarlijkste stoffen gelden uiterst strenge eisen. De bedrijven zijn verantwoordelijk voor het beoordelen en beheersen van de risico’s van de chemische stoffen die zij in de EU gebruiken of verkopen. Zij moeten hun klanten ook de nodige veiligheidsinstructies geven zodat zij weten hoe zij met de producten moeten omgaan. AFVAL De EU-economie gebruikt per persoon en per jaar 16 ton materiaal. Uiteindelijk blijft er zes ton afval, over, waarvan de helft op het stort belandt. Omdat afval niet helemaal te vermijden valt, streeft de Europese Commissie ernaar dit zo veel mogelijk te hergebruiken, recyclen of terug te winnen als bruikbare grondstof. Stortingsheffingen en gedifferentieerde tarieven voor afval kunnen daarbij helpen. Sommige EU-landen recyclen al meer dan 80 % van hun afval, waardoor storten praktisch niet meer nodig is. Anderen hebben nog een lange weg voor de boeg. Er bestaat al wetgeving door specifiek afval zoals afgedankte elektrische en elektronische apparaten, batterijen en accu’s, verpakkingen en afgedankte auto’s. Dat leidt tot een efficiënter gebruik van grondstoffen.
Andere belangrijke EU-resultaten De EU zet zich niet alleen in voor het efficiënt gebruik van hulpbronnen en de bescherming van de biodiversiteit — uiterst belangrijke beleidsterreinen —, maar ook voor andere specifieke milieukwesties. CHEMISCHE STOFFEN Chemische stoffen spelen een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Maar soms zijn zij ook erg schadelijk voor de gezondheid of gevaarlijk wanneer zij niet op de juiste manier worden gebruikt. Om te zorgen dat chemische stoffen veilig zijn, om het milieu te beschermen en om het concurrentievermogen van een
LUCHT In de afgelopen twintig jaar is de EU erin geslaagd de luchtvervuiling door een aantal stoffen te verlagen. De emissie van lood is bijvoorbeeld met ongeveer 90 % gedaald. Ondanks deze vooruitgang blijf de luchtvervuiling een groot milieuprobleem in Europa, waaraan veel mensen te vroeg overlijden. De EU heeft nog een lange weg te gaan om de luchtvervuiling terug te brengen tot niveaus die geen merkbare schadelijke effecten of risico’s hebben voor de volksgezondheid of het milieu. De Europese Commissie is bezig met een grote herziening van het EU-luchtkwaliteitsbeleid. Zij zal daarbij rekening houden met de jongste wetenschap pelijke inzichten en kostenefficiënte maatregelen. De voorstellen worden nog voor eind 2013 gepresenteerd. WATER In de afgelopen decennia heeft de EU een omvangrijk beleid ontwikkeld om de waterkwaliteit in Europa te garanderen. In het begin gebeurde dat vooral
13
M I L I E U
om de gezondheid te beschermen. Daarna kwamen er ook maatregelen om iets te doen tegen de effecten op het milieu van grote waterverbruikers zoals de land bouw, de industrie en de huishoudens. Het belangrijkste onderdeel van die wetgeving, de kaderrichtlijn water, eist dat alle rivieren, meren, kust wateren en grondwaterbronnen tegen 2015 schoon zijn. De EU-landen moeten de toestand van het water in hun land controleren en schoonmaakplannen daarvoor opstellen. Een ander onderdeel van de Europese wetgeving is de kaderrichtlijn mariene strategie, waarin een gecoör dineerde aanpak is vastgelegd voor het beheer van activiteiten van de mens die het mariene milieu aantasten. Deze richtlijn bepaalt dat de EU-landen vanaf 2015 met nationale maatregelen moeten voorkomen dat het kust- en zeemilieu aangetast worden door zwerfvuil op zee en ze beoogt een goede ecologische toestand van de zeewateren tegen 2020 te bereiken. Een plan van de Europese Commissie om de Europese wateren tot 2020 en daarna te beschermen, moet de EU helpen haar doelstellingen te bereiken. Dat plan dient als een soort gereedschapskist voor een beter watermanagement zodat hier ook op andere beleidsterreinen rekening mee wordt gehouden.
Zwemwater Het jaarlijkse verslag over het zwemwater in Europa geeft een actueel beeld van de toestand op meer dan 22 000 zwemloca ties, aan de kust en in rivieren en meren in Europa en enkele buurlanden. Het verslag bevestigt dat de kwaliteit van het zwemwater in de EU sinds 1990 over het geheel genomen aanmerkelijk is verbeterd. In dat jaar voldeed 9,2 % van de badplaatsen aan de kust en 11,9 % van die in het binnenland niet aan de eisen van de EU-wetgeving. In 2011 zijn die cijfers gedaald tot respectievelijk 1,5 % en 2,4 %. Iedereen kan nu eenvoudig nagaan hoe het staat met de waterkwaliteit op de plek waar hij of zij wil gaan zwemmen. De rubriek zwemwater van het Waterinformatiesysteem voor Europa (WISE) kan worden geraadpleegd op de EER-website voor het zwemwater. Met de applicatie „Eye on Earth — Water Watch” kun je inzoomen op een deel van de kust of van een rivieroever of meer, hetzij vanaf straatniveau of van bovenaf gezien. http://www.eea.europa.eu/themes/water/ status-and-monitoring/state-of-bathing-water
© iStockphoto.com/Christian Martínez Kempin
Het verslag bevestigt dat de kwaliteit van het zwemwater in de EU sinds 1990 over het geheel genomen aanmerkelijk is verbeterd.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
14
K O R T
LAWAAI Lawaaihinder wordt in verband gebracht met allerlei gezondheidsproblemen. Lawaai kan ook schadelijk zijn voor de natuur. De EU heeft grenzen gesteld aan de lawaaihinder van verschillende bronnen, zoals autoverkeer, treinen en buitenshuis gebruikte apparatuur. Volgens de in 2002 ingevoerde EU-richtlijn omgevingslawaai moeten de EU-landen de lawaainiveaus in de grotere steden en rond hoofdwegen, spoorverbindingen en luchthavens in kaart brengen. Ook moeten zij plannen opstellen voor de aanpak van het probleem. BOSSEN Over de hele wereld worden de bossen in een alarmerend tempo gekapt. De EU heeft een oproep gedaan om de ontbossing wereldwijd uiterlijk in 2020 te halveren en uiterlijk in 2030 tot staan te brengen. Zij werkt samen met diverse houtexporterende landen om het beheer van de bossen te verbeteren. De EUwetgeving reduceert het risico dat in de EU illegaal gekapt hout wordt verkocht, al tot een minimum.
Samenwerking met EU-buurlanden Vervuiling afkomstig uit buurlanden heeft directe gevolgen voor de EU en omgekeerd. Bovendien zijn natuurlijke hulpbronnen zoals water, lucht en bodem, en de biodiversiteit nauw met elkaar verweven via het complexe ecosysteem van een hele regio. Door deze onderlinge afhankelijkheid moeten milieubescherming en -herstel op regionale schaal worden aangepakt. Daarom vindt de EU samenwerking met buurlanden op milieugebied erg belangrijk. Naar het zuiden toe gaat het om buurlanden in Noord-Afrika en het MiddenOosten, naar het oosten toe om de landen in OostEuropa en de Zuidelijke Kaukasus.
Internationale samenwerking
BODEM Er is geen specifieke EU-wetgeving voor de bodem, maar allerlei bodemproblemen vallen onder de maatregelen die specifiek op water, afval, chemische stoffen, industriële verontreiniging, natuurbescherming en bestrijdingsmiddelen zijn afgestemd. De EU heeft wel een strategie ontwikkeld die specifiek is gericht op de verschillende bedreigingen voor de bodemkwaliteit, met name in de landbouw en de industrie. In 2012 heeft de Europese Commissie richtsnoeren opgesteld die wijzen op het gevaar van de bedekking van de bodem met ondoorlatende materialen zoals beton, en zij heeft ook duurzame alternatieven aangereikt.
De Europese Unie profileert zich sterk bij internationale onderhandelingen over het milieu, of het nu gaat om de bescherming van de biodiversiteit, de bevordering van duurzame ontwikkeling of de aanpak van de klimaat verandering.
Samenwerking met toekomstige EU-lidstaten
De EU speelde een belangrijke rol op de biodiversiteits top in Nagoya in 2010. Op die top is een akkoord bereikt over een ambitieuze wereldwijde strategie tegen het verlies aan biodiversiteit en over maatregelen om ervoor te zorgen dat de ecosystemen van de aarde het welzijn van de mens ook in de toekomst mogelijk blijven maken. Op de Rio+20-conferentie in Brazilië in 2012 over duurzame ontwikkeling is erop gewezen dat gezamenlijke actie nodig is om de wereldwijde milieuproblemen aan te pakken. De EU zal helpen de afspraken van Rio om te zetten in concrete acties, zowel binnen als buiten de EU.
Elk land dat een aanvraag indient om lid van de EU te worden, moet zijn milieuwetgeving op hetzelfde peil brengen als die van de EU. Zo kan de uitbreiding van de EU helpen de milieunormen op het hele continent op een hoger plan te tillen. De onderhandelingen over het EU-lidmaatschap zijn streng en gedetailleerd. De aanpassing van bestaande nationale voorschriften aan de EU-regels is ingewikkeld, omdat de milieubevoegdheden soms verdeeld zijn over allerlei agentschappen, afdelingen en organisaties. De Europese Commissie helpt zo’n kandidaat-lidstaat wel met technische expertise en biedt ook financiële hulp.
De EU benadrukt het belang van duurzaam beheer van grondstoffen en natuurlijke rijkdommen, vooral in de ontwikkelingslanden, omdat die van cruciale betekenis zijn voor de armoedebestrijding. Die ontwikkelings landen worden ook als eerste het slachtoffer van milieuproblemen, omdat overstromingen, droogten en andere natuurrampen hun economische en sociale ontwikkeling weer snel teniet kunnen doen.
M I L I E U
15
De toekomst Het milieu kan niet meer los van de economie worden beschouwd. Doordat de vraag naar de beperkte hulp bronnen van de wereld stijgt, gaan ook de prijzen ervan omhoog. De Europese economie moet op de helling om met minder materiaal producten van hogere waarde te maken, en ook de consumptiepatronen moeten veranderen. Een beleid dat onderzoek stimuleert, eco-innovatie naar de markt brengt en de consument milieubewuster maakt, kan een bijdrage leveren aan zo’n hervorming. De EU beschikt al over ongeëvenaarde informatiebronnen en technologieën, heeft de principes van voorzorg, preventie en de-vervuiler-betaalt hoog in het vaandel staan en kent ook een lange traditie van schadeherstel aan de bron. Een betere handhaving van milieuwetgeving en -beleid op nationaal en lokaal niveau kan het bedrijfsleven meer rechtszekerheid bieden. Het nieuwe door de Commissie voorgestelde milieuactie programma stippelt een milieustrategie voor de langere termijn uit, die flexibel genoeg is om in te spelen op de talrijke problemen die nog in het verschiet liggen. Het gaat
om een totaalaanpak voor het milieu, die de koers uitzet voor een milieuvriendelijke en concurrerende economie die onze natuurlijke hulpbronnen en gezondheid nu en in de toekomst kan beschermen. De nadruk ligt op een beperkt aantal prioriteiten die gericht zijn op de bescher ming van Europa’s natuurlijke rijkdommen en ecosystemen, en op een efficiënter gebruik van de hulpbronnen van onze economie. Betere handhaving van de milieuwetge ving op nationaal en lokaal niveau is ook een prioriteit. Dat alles moet ervoor zorgen dat de inwoners van de EU in een veilige en gezonde natuurlijke omgeving kunnen leven die beheerd wordt met respect voor de veerkracht van het milieu. Het is overduidelijk dat Europa en het milieu in Europa voor grote wereldwijde uitdagingen staan. Denk bijvoor beeld aan de toenemende wereldbevolking, de groeiende middenklasse met haar hoger consumptiepeil, de snelle economische groei in opkomende economieën, de steeds grotere vraag naar energie en de steeds grotere run op grondstoffen. Op de meeste zaken hebben wij niet direct grip, maar de EU kan wel andere landen helpen naar een meer duurzame ontwikkeling te evolueren door wereldwijd een beter milieubeheer te promoten.
De vraag naar voedsel, diervoeder en vezels zal tegen 2050 met zo’n 70 % zijn gestegen. Als we zo doorgaan, zullen we meer dan twee planeten nodig hebben om in onze behoeften te voorzien.
© R. Scholtz
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
NA-70-12-017-NL-C
D E
K O R T
Lees verder XX Voor een overzicht van het EU-milieubeleid: http://ec.europa.eu/environment/index_nl.htm XX Voor informatie over het Europees Milieuagentschap: www.eea.europa.eu XX Specifieke informatie over de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach): http://echa.europa.eu XX Vragen over de Europese Unie? Europe Direct kan u helpen: 00 800 6 7 8 9 10 11 http://europedirect.europa.eu
ISBN 978-92-79-23960-1 doi:10.2775/51506