De Europese Spaarrichtlijn Wat betekent dat voor u ?
V.: 20-01-2012
1. Wat houdt de Europese Spaarrichtlijn in? Algemeen In Europa is er vrij verkeer van kapitaal. Een goede zaak. Maar de keerzijde van de medaille is het verhoogde risico op kapitaalvlucht naar een andere EU-lidstaat om belastingen te ontduiken. De Europese spaarrichtlijn wil een halt toeroepen aan die fiscale misbruiken. De Europese spaarrichtlijn is van kracht sinds 1 juli 2005. België heeft de Europese richtlijn omgezet in nationaal recht met de wet van 17 mei 2004.
Doelstellingen van de richtlijn Om haar doelstellingen te verwezenlijken, voorziet de Spaarrichtlijn in een globale verplichting voor alle EU-lidstaten. Op hun grondgebied gevestigde uitbetalende instanties (bijv. banken) moeten op automatische wijze informatie uitwisselen over de rentebetalingen aan uiteindelijke gerechtigden (de beleggers) die in andere EU-lidstaten woonachtig zijn. Zo wordt het mogelijk rente-inkomsten te belasten volgens de nationale fiscale wetgeving van de lidstaat waar de uiteindelijke gerechtigde woont. De Europese spaarrichtlijn zorgt dus voor een Europese harmonisatie, maar uniformeert de belastingheffing op rente-inkomsten niet. Iedere lidstaat behoudt zijn nationale fiscale wetgeving. De Spaarrichtlijn maakt het voor de lidstaten wel mogelijk alle rente-inkomsten van hun inwoners te belasten, ongeacht in welk land ze die innen.
Voor België, Luxemburg en Oostenrijk gold er een overgangsperiode Voor drie lidstaten (Luxemburg, Oostenrijk en tot en met 2009 ook België) gold er een tijdelijke overgangsperiode. De drie lidstaten kregen wel informatie van andere lidstaten, maar gaven aanvankelijk zelf geen informatie door. In plaats daarvan pasten ze een minimumbronbelasting (hierna “woonstaatheffing”) toe op de inkomsten uit spaargelden die worden toegekend aan uiteindelijk gerechtigden die hun fiscale woonplaats in een andere lidstaat hebben. Die woonstaatheffing doet geen afbreuk aan de toepassing van de bestaande (nationale) systemen van bronbelasting of van bestaande (nationale) belastingregimes m.b.t. rentebetalingen in de woonplaatsstaat. Op 1 juli 2011 werd het tarief verhoogd tot 35%.
2
Sinds 1 januari 2010: naar een systeem van informatie-uitwisseling in België In België werd beslist om de hierboven beschreven overgangsperiode vervroegd te beëindigen, en over te stappen naar het systeem van informatie-uitwisseling. Concreet houdt dat in dat Centea (als uitbetalende instantie) tot en met 31 december 2009 nog woonstaatheffing moest inhouden op rentebetalingen aan inwoners van andere EU-lidstaten. Sinds 1 januari 2010 mag de uitbetalende instantie in België geen woonstaatheffing meer inhouden, maar dient ze de informatie over die rentebetalingen te rapporteren via de Belgische overheid aan de overheid van de woonstaat van die cliënten.
2. Wanneer hebt u te maken met de Europese Spaarrichtlijn? Vier voorwaarden Uw beleggingsinkomsten vallen onder het toepassingsgebied van de Europese Spaarrichtlijn, als u voldoet aan ELK van de volgende vier voorwaarden: 1. u bent een natuurlijk persoon; 2. u woont in een EU-lidstaat (of afhankelijk of geassocieerd gebied); 3. u ontvangt rente zoals bedoeld in de Spaarrichtlijn; 4. u ontvangt die rente in een andere EU-lidstaat (of derde land of geassocieerd gebied). Afhankelijk van het land waar u de rente int, wordt woonstaatheffing ingehouden of informatie uitgewisseld. We nemen de vier voorwaarden onder de loep.
Eerste voorwaarde: u bent een natuurlijk persoon De richtlijn is alleen van toepassing als de 'uiteindelijke gerechtigde' van de rentebetaling een natuurlijk persoon is. Ook onverdeeldheden bestaande uit natuurlijke personen, zijn bedoeld. Indien de rente wordt betaald aan een vennootschap of andere rechtspersoon (bijv. nv, bvba, vzw), dan valt die rentebetaling buiten het toepassingsgebied van de Spaarrichtlijn.
3
Tweede voorwaarde: u woont in een EU-lidstaat (of afhankelijk of geassocieerd gebied) De Europese Spaarrichtlijn is alleen van toepassing op inwoners van de EU-lidstaten, en op inwoners van sommige afhankelijke of geassocieerde gebieden. Inwoners van een EU-lidstaat Een inwoner van een lidstaat is ieder natuurlijk persoon die zijn 'permanente woonplaats' in die lidstaat heeft. Dat is niet noodzakelijk het land waarvan u de nationaliteit heeft. De 'permanente woonplaats' stemt overeen met de fiscale woonplaats. Een Zwitser of een Amerikaan die bijvoorbeeld permanent in België woont, is dus een inwoner van een EUlidstaat. Centea moet de woonplaats vaststellen op basis van het adres dat vermeld staat in het paspoort of op de officiële identiteitskaart. Vermelden die documenten geen adres, dan wordt de woonplaats vastgesteld aan de hand van een ander bewijskrachtig document. Wanneer de cliënt een paspoort of officiële identiteitskaart overlegt dat uitgereikt is door een andere EU-lidstaat (of afhankelijk of geassocieerd gebied), maar woont in een derde land (dus buiten de EU en buiten het afhankelijk of geassocieerd gebied), dan is hij wettelijk verplicht dat te bewijzen met een fiscale woonplaatsverklaring die afgegeven wordt door de fiscale overheid van dat derde land. Zonder zo een fiscale woonplaatsverklaring wordt hij geacht inwoner te zijn van het land dat zijn paspoort of identiteitskaart heeft uitgereikt. Momenteel bestaat de Europese Unie uit 27 lidstaten, waaronder België. Centea-cliënten die inwoners zijn van een van de volgende 26 lidstaten voldoen dus aan de tweede voorwaarde van de Spaarrichtlijn: Bulgarije, Cyprus (Grieks gedeelte), Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden. Inwoners van sommige afhankelijke of geassocieerde gebieden De Spaarrichtlijn viseert niet enkel de inwoners van de EU-lidstaten, maar ook die van sommige afhankelijke of geassocieerde gebieden. Het gaat om landen waarmee België een bilaterale overeenkomst gesloten heeft over de belastingheffing van inkomsten uit spaargelden.
4
Dat betekent concreet dat Centea de rentebetalingen aan inwoners (natuurlijke personen) van de volgende landen, ook moet onderwerpen aan de regels van de Spaarrichtlijn: de Nederlandse Antillen, Aruba, Guernsey, het eiland Man, Jersey, de Britse Maagdeneilanden en Montserrat. Onverdeeldheden Bij onverdeeldheden bestaande uit verschillende natuurlijke personen moet bij iedere deelgerechtigde worden nagegaan in welk land hij zijn fiscale woonplaats heeft. Alleen de deelgerechtigden die inwoner zijn van een EU-lidstaat (of van een afhankelijk of geassocieerd gebied), worden onderworpen aan de regels van de Europese Spaarrichtlijn. De ambtenaren van de Europese Unie, Nato, Shape, … Deze klanten dienen het permanent adres door te geven dat hun fiscale woonplaats bepaalt, evenals hun taksidentificatienummer (TIN). Centea zal de regels toepassen zoals ze voorzien zijn in de Europese Spaarrichtlijn.
Derde voorwaarde: u ontvangt rente De Europese Spaarrichtlijn viseert enkel rentebetalingen. Het begrip rente wordt in de Europese Spaarrichtlijn ruimer gedefinieerd dan in de Belgische wetgeving. Het betreft enerzijds "rechtstreekse" rente-inkomsten uit schuldvorderingen, en anderzijds "onrechtstreekse" rente-inkomsten, behaald via sommige beleggingsfondsen. Rechtstreekse rente-inkomsten uit schuldvorderingen Daarmee bedoelen we onder andere:
rente op zichtrekeningen, spaarrekeningen en termijnrekeningen; coupons van effecten zoals kasbons, obligaties, achtergestelde certificaten, notes enz.; de aangegroeide of gekapitaliseerde rente die wordt bekomen bij de verkoop, terugbetaling of aflossing van deze effecten.
Obligaties en Notes vallen enkel onder de Spaarrichtlijn als ze voorzien zijn in de terugbetaling van de kapitaalinleg. Opgelet: het spreekt vanzelf dat de opbrengst die u realiseert bij de verkoop van een obligatie niet altijd gelijk te stellen is met rente. Naast het rentegedeelte, kunt u ook een 5
meerwaarde of minderwaarde realiseren. Uitzondering: de grootvaderclausule De Spaarrichtlijn voorziet dat “gegrootvaderde” obligaties en verhandelbare schuldinstrumenten tot 31 december 2010 buiten het toepassingsgebied blijven. Het gaat om obligaties en verhandelbare schuldinstrumenten die zijn uitgegeven vóór 1 maart 2001 of waarvan de oorspronkelijke emissieprospectus vóór die datum werd goedgekeurd. Vinden er op of na 1 maart 2002 op die schuldinstrumenten vervolgemissies plaats? Dan worden, afhankelijk van de emittent, de volledige of vervolgemissies wel weer onderworpen aan de Spaarrichtlijn. Onrechtstreekse rente-inkomsten: behaald via sommige collectieve beleggingsinstellingen Welke collectieve beleggingsinstellingen zijn hier bedoeld? Beleggingsvennootschappen (bijv. beveks, sicavs) en gemeenschappelijke beleggingsfondsen (GBF) die gevestigd zijn binnen de EU en een Europees paspoort hebben; Beleggingsfondsen (bijv. beveks, sicavs) en gemeenschappelijke beleggingsfondsen (GBF) die gevestigd zijn buiten de EU; Gemeenschappelijke beleggingsfondsen (GBF) die gevestigd zijn binnen de EU en geen Europees paspoort hebben, maar die geopteerd hebben om behandeld te worden als fondsen mét Europees paspoort. Coupons van collectieve beleggingsinstellingen De coupons van de hierboven bedoelde collectieve beleggingsinstellingen (beleggingsfondsen) vallen onder de Spaarrichtlijn als tenminste 15% van het vermogen van die beleggingsfondsen rechtstreeks of onrechtstreeks belegd is in schuldvorderingen. De verkoop, terugbetaling of aflossing van aandelen van collectieve beleggingsinstellingen Als het vermogen van een hierboven bedoelde collectieve beleggingsinstelling (beleggingsfonds) voor méér dan 40% rechtstreeks of onrechtstreeks belegd is in schuldvorderingen, dan valt de meerwaarde die de belegger realiseert wanneer hij zijn aandelen verkoopt of terugbetaald krijgt, onder de Spaarrichtlijn. Het percentage van 40% werd in 2011 verlaagd tot 25%.
6
Samengevat
Vierde voorwaarde: u ontvangt rente in een andere EU-lidstaat (of in sommige andere landen) De Spaarrichtlijn is alleen van toepassing wanneer u rentebetalingen ontvangt in een andere EU-lidstaat dan waar u woont. De lidstaat waar u de rentebetalingen ontvangt zal ofwel een woonstaatheffing inhouden (Luxemburg en Oostenrijk), ofwel informatie uitwisselen. Merk op: België pastte tot en met 31 december 2009 het systeem van woonstaatheffing toe, en sinds 1 januari 2010 het systeem van informatie-uitwisseling. Meer daarover leest u in punt 3 van deze brochure. De Europese Unie wil echter ook kapitaalvlucht vermijden naar landen zoals Zwitserland, Monaco en Jersey. Daarom heeft de Europese Unie met een aantal landen akkoorden gesloten, zodat ook die landen de regels van de Spaarrichtlijn toepassen. Sommige van die landen geven informatie door, andere passen een woonstaatheffing toe.
7
Overzicht:
Enkele voorbeelden: • Een cliënt woont in België en int bij Centea rente op een zichtrekening. De vierde voorwaarde is niet vervuld. De rentebetaling valt niet binnen de Spaarrichtlijn. • Een cliënt woont in Frankrijk en int bij Centea een coupon van een kasbon die uitgegeven is in 2003. Het betreft een EU-inwoner (natuurlijk persoon) die rentebetalingen ontvangt in een andere EU-lidstaat dan de lidstaat waar hij woont. Gebeurde de rentebetaling in 2009, dan
8
werd door Centea woonstaatheffing ingehouden. Gebeurde de rentebetaling in 2010 of later, dan zal Centea informatie uitwisselen. • Een cliënt woont in België en int in Zwitserland de coupon van een kasbon die uitgegeven is in 2005. Het betreft een EU-inwoner (natuurlijk persoon) die rentebetalingen ontvangt in een derde land waarmee een overeenkomst is gesloten. De coupon is in Zwitserland onderworpen aan woonstaatheffing. • Een cliënt woont in België en int in Guernsey de coupon van een obligatie die uitgegeven is in 2006. Het betreft een EU-inwoner (natuurlijk persoon) die rentebetalingen ontvangt in een geassocieerd gebied waarmee een overeenkomst is gesloten. De coupon is in Guernsey onderworpen aan woonstaatheffing. • Een cliënt woont in België en int inkomsten uit een zerobond bij een bank gevestigd in Aruba. Het betreft een EU-inwoner (natuurlijk persoon) die rentebetalingen ontvangt in een geassocieerd gebied waarmee een overeenkomst is gesloten. De bank in Aruba zal informatie over die rentebetaling overmaken aan haar lokale overheid, die die informatie overmaakt aan de Belgische overheid. • Een cliënt woont in België, en in 2012 int hij in Liechtenstein de coupon van een achtergesteld certificaat uitgegeven in 1999. Het betreft een EU-inwoner (natuurlijk persoon) die rentebetalingen ontvangt in een land waarmee een overeenkomst is afgesloten. De Liechtensteinse bank zal echter geen woonstaatheffing inhouden omdat het achtergesteld certificaat onder de grootvaderclausule valt. • Een cliënt woont in België en int interesten op een bankrekening aangehouden bij een bank gevestigd in de VS. Het betreft een EU-inwoner (natuurlijk persoon) die rentebetalingen ontvangt in een land waarmee geen overeenkomst gesloten is. De Amerikaanse bank zal geen woonstaatheffing inhouden, noch informatie uitwisselen.
9
3. Europese Spaarrichtlijn: informatie-uitwisseling sinds 2010 Inleiding Als Centea rente (zoals bedoeld in de Spaarrichtlijn) betaalt aan een cliënt die een natuurlijk persoon is en die woont in een andere EU-lidstaat (of in een afhankelijk of geassocieerd gebied), dan moet zij de regels van de Spaarrichtlijn toepassen. In dat geval zijn de vier voorwaarden zoals beschreven in punt 2 immers vervuld. De regels van de Spaarrichtlijn betekenen het volgende:
voor rentebetalingen die gebeurden tot en met 31 december 2009 moest Centea 20% woonstaatheffing inhouden;
voor rentebetalingen die gebeuren sinds 1 januari 2010 mag Centea geen woonstaatheffing meer inhouden, maar moet zij informatie rapporteren aan de Belgische overheid, die deze informatie vervolgens zal doorgeven aan de woonstaat van de cliënt.
Welke informatie moet Centea sinds 2010 rapporteren? Voor rente (zoals bedoeld in de Spaarrichtlijn) die Centea betaalt aan cliënten die onder de Spaarrichtlijn vallen, moet zij de volgende gegevens rapporteren: • Identiteitsgegevens en woonplaats van de cliënt; • Rekeningnummer(s) van de cliënt; • Gegevens over de rentebetaling. Die gegevens verschillen naargelang van de aard van het beleggingsproduct.
Wanneer wordt er gerapporteerd? Centea moet één keer per jaar de informatie doorgeven aan de Belgische overheid. Dat moet gebeuren in het eerste kwartaal van het volgende kalenderjaar. De Belgische overheid zal die gegevens vervolgens automatisch overmaken aan de overheid van de woonstaat van de cliënt. Dat gebeurt uiterlijk op 30 juni.
10
Voorbeeld: Voor rentebetalingen die gebeuren in 2011 zal Centea de informatie uiterlijk op 31 maart 2012 overmaken aan de Belgische overheid, en zal de Belgische overheid die informatie uiterlijk op 30 juni 2012 overmaken aan de buitenlandse overheden.
Belasting in de woonstaat De Spaarrichtlijn wijzigt niets aan de verplichting die in de meeste landen bestaat om alle inkomsten (dus ook deze die geïnd werden in het buitenland) aan te geven in de belastingaangifte. Belgische inwoners die rente-inkomsten innen in het buitenland, moeten die inkomsten dus opnemen in hun aangifte personenbelasting. Wordt er in het buitenland (bijv. Luxemburg, Zwitserland) woonstaatheffing ingehouden? Dan is die inhouding niet bevrijdend. De woonstaatheffing is een voorschot dat verrekend wordt met de in België verschuldigde personenbelasting. Een eventueel overschot is terugbetaalbaar. Het aangifteformulier voorziet in een afzonderlijk vakje waar u de in het buitenland ingehouden woonstaatheffing kunt vermelden. Enkele voorbeelden: • Mevrouw Leroy woont in Frankrijk en houdt een rekening aan bij Centea in België. Op 31 december 2011 wordt er voor die rekening rente uitbetaald. Centea moet die rentebetaling rapporteren aan de Belgische overheid, die de gegevens overmaakt aan de Franse overheid. Mevrouw Leroy moet aangifte doen in haar belastingaangifte conform de Franse belastingwetgeving. • Mijnheer Janssens woont in België en int de coupon van zijn euro-obligatie in Nederland. Mijnheer Janssens krijgt de rente zonder inhouding van woonstaatheffing uitbetaald. De Nederlandse bank zal gegevens over die rentebetaling overmaken aan de Belgische overheid. Zo heeft de Belgische fiscus een controlemiddel om na te gaan of mijnheer Janssens de rente in zijn belastingaangifte opneemt. De rente is in België belastbaar tegen 21% (of 25%) in de personenbelasting, verhoogd met de gemeentelijke opcentiemen. • Mevrouw Schrevens, die in België woont, int de coupon van haar euro-obligatie in Luxemburg. Bij de rentebetaling wordt door de Luxemburgse bank woonstaatheffing ingehouden. De Luxemburgse overheid geeft geen informatie door over deze rentebetaling. Toch moet mevrouw Schrevens de inkomsten opnemen in haar belastingaangifte. De rente wordt belast tegen 21% (of 25%) personenbelasting, verhoogd met de gemeentelijke opcentiemen. De ingehouden woonstaatheffing wordt in mindering gebracht van die personenbelasting. Een eventueel overschot wordt door de Belgische fiscus terugbetaald.
11
4. In een notendop1: wanneer hebt u als cliënt van Centea te maken met de Spaarrichtlijn? Wel onder de Spaarrichtlijn
Niet onder de Spaarrichtlijn
u bent een natuurlijk persoon én u bent fiscaal inwoner van een andere EU-lidstaat (dan België) of van Aruba, Britse Maagdeneilanden, eiland Man, Guernsey, Jersey, Montserrat of de Nederlandse Antillen
Elke andere situatie
én u ontvangt van Centea een betaling die onder de Spaarrichtlijn valt Zie volgende tabel
Betalingen die onder de Spaarrichtlijn vallen
Betalingen die niet onder de Spaarrichtlijn vallen
Rente op:
zichtrekeningen,
kasbons en achtergestelde certificaten,
kapitalisatie- en groeibons,
spaarrekeningen,
termijnrekeningen. Coupons en aangegroeide rente van:
obligaties, converteerbare obligaties,
Coupons en aangegroeide rente van obligaties, notes, enz… waarvan de kapitaalinleg niet gegarndeerd is. Coupons en aangegroeide rente van effecten die onder de grootvaderclausule vallen.
nulcouponobligaties, notes (Euro Medium Term), commercial paper.
12
Coupons van beleggingsfondsen waarvan het vermogen voor meer dan 15% belegd is in schuldvorderingen, en die: ofwel gevestigd zijn buiten de EU; ofwel gevestigd zijn binnen de EU en een Europees paspoort hebben; ofwel gemeenschappelijke beleggingsfondsen (GBF) zijn die gekozen hebben voor ICBE -behandeling. Meerwaarden gerealiseerd bij de verkoop of terugbetaling van de beleggingsfondsen waarvan het vermogen voor méér dan 25% belegd is in schuldvorderingen, en die: ofwel gevestigd zijn buiten de EU; ofwel gevestigd zijn binnen de EU en een Europees paspoort hebben; ofwel gemeenschappelijke beleggingsfondsen (GBF) zijn die gekozen hebben voor ICBE -behandeling. .
Coupons van alle andere beleggingsfondsen.
Meerwaarden gerealiseerd bij de verkoop of terugbetaling van beleggingsfondsen die niet aan deze dubbele voorwaarde voldoen (bijv. zuivere aandelenfondsen). De verkoop of terugbetaling van beleggingsfondsen die wél aan die dubbele voorwaarde voldoen, maar waarbij de cliënt geen meerwaarde realiseert.
Inkomsten van: aandelen,
maatschappelijke aandelen FIDELIO, vastgoedcertificaten, verzekeringscontracten (tak 21, tak 23), afgeleide producten zoals opties, swaps, futures; pensioensparen.
1 De weergegeven tabellen zijn louter indicatief en streven geen volledigheid na.
13
Ten slotte Raadpleeg uw Centea-agent Hebt u nog vragen, richt u dan tot uw Centea-agent. Hij kan u ook precies zeggen op welke delen uit uw portefeuille de Europese Spaarrichtlijn van toepassing is. U kunt ook schrijven, faxen, mailen of surfen naar: Centea Hoofdzetel Mechelsesteenweg 180 2018 Antwerpen Tel 03 247 18 00 Fax 03 247 18 17
[email protected] www.centea.be Alle verrichtingen van Centea Bank NV zijn onderworpen aan de Algemene Bankvoorwaarden, waarvan de tekst verkrijgbaar is in alle Centea-agentschappen Zetel van de vennootschap: Centea NV – Mechelsesteenweg 180 – 2018 Antwerpen – België BTW BE 0404.477.528 – RPR Antwerpen – IBAN BE64 8502 0000 0052 – BIC SPAABE22 - CBFA 024981 A Deze brochure is louter informatief en niet bindend voor Centea.
14