3
9 (2014)
Jaarlijkse contactdag ‘Enkhuizerkring’ De ‘Enhuizerkring’ is samengesteld uit oud-RWS medewerkers (crisismanagers/calamiteitencoördinatoren) die betrokken waren bij calamiteitenafhandeling op het water. Indertijd behoefde het toenmalig beleid ten aanzien van oppervlaktewater uitwerking en vertaling in concrete, praktische maatregelen. Om daar invulling aan te geven was binnen Rijkswaterstaat de landelijke Werkgroep Olie- en Che‘Enkhuizerkring’ verdwaald op Texel micaliënBestrijding (WOCB) bij ongevallen op het water in het leven geroepen. De WOCB maakte deel uit van Overleg Crisismanagement Rijkswaterstaat (OCM-RWS). De jarenlang betrokkenheid van de leden en het onderling opgebouwde saamhorigheidsgevoel zijn uitgangspunten om er jaarlijks gezamenlijk een hele dag op uit te trekken en bij te praten, nu op Texel. Er is een pp-verslag van gemaakt. (Gerrit van den Burg, VOR Kenniskring)
Commissie communicatie zoekt versterking De commissie communicatie bevordert de communicatie tussen bestuur en leden, tussen leden onderling en tussen de VOR en derden. Zij verzorgt de uitgave van het VORbericht en het beheer van de VORsite, www.vorrws.nl. Ook zal zij de communicatie rond de ‘Lustrumbijeenkomst VOR 10 jaar verzorgen’, wat extra menskracht vraagt. Daarnaast wil de commissie de informatie richting de leden vergroten door (nieuwe) rubrieken in het VORbericht en op de VORsite. Om deze reden is de commissie op zoek naar versterking: Heeft u belangstelling of wilt u meer informatie neem dan contact op met Henk Hoekstra,
[email protected].
‘Kanalenkoning’ en kaarten
Oude kaarten Rijkswaterstaat Gelderland op internet
CODA Apeldoorn organiseert tot 13 juli een tentoonstelling over de geschiedenis van het Apeldoorns Kanaal en over Willem I, de 'Kanalenkoning'. Het Gelders Archief leverde ingekleurde kaarten van ontwerpen van het kanaal uit het archief van Rijkswaterstaat voor de expositie. (www.coda-apeldoorn.nl)
Het Gelders Archief heeft kaarten en tekeningen van Rijkswaterstaat in Gelderland over de periode 1751-1940 gedigitaliseerd en op internet geplaatst. Het gaat om kaarten en tekeningen van rivieren, watergangen, kanalen, havens, wegen, kerken, molens, kunstwerken et cetera. Kunstwerken zijn onderdelen van de waterstaatkundige infrastructuur, zoals duikers, sluizen en bruggen. Gelderland is een waterrijke provincie met grote rivieren en voor 1932 een zeekust. De provincie kampte in het verleden vaak met overstromingen en andere waterstaatkundige problemen. Een groot project was de aanleg van het Apeldoorns Kanaal, dat in 1829 werd geopend. In de inleiding van de inventaris ('tips voor de onderzoeker') staat aangegeven hoe de relatie tussen het kaart- en tekenmateriaal en de bijbehorende dossiers en rapporten is. (www.geldersarchief.nl, 24 februari 2014)
Tot eind toe historische naam? ‘De Meetband is de personeelsvereniging van CentraleInformatievoorziening (CIV) medewerkers en gepensioneerden. De Meetband heeft als doel het verstevigen van de band tussen de leden van de vereniging via informele activiteiten. De Meetband is op 14 april 1998 opgericht. (...) Bezoekadres: Derde Werelddreef 1, 2622 HA Delft.’ Een poll over ‘Nog 15 jaar PV de Meetband?’ scoort boven de 90%. Er is een contactpersoon gepensioneerden: Adri van Kan. (www.pvdemeetband.nl)
PV van MD, AGI, DID en nu CIV
”Hoekpunt in Utrecht”, een reactie Soms kan een foto uit een grijs verleden herinneringen oproepen die al als sediment waren neergedaald op de bodem van het geheugen. Het blijkt dat er een fragment van de oude Bommelse brug weer terug is op zijn geboorteplaats in Utrecht. De foto ernaast is ook interessant en roept misschien vraagtekens op over het nut van de rijstrooksignalering, die in tegenspraak lijkt met de rijstrookindeling. In de zeventiger en tachtiger jaren was ik als opzichter Technische Dienst betrokken bij het onderhoud van de Waalbrug en de foto komt mij maar al te bekend voor. In die tijd met 40.000 mvt per etmaal was die brug al ver over zijn houdbaarheidsdatum. Omdat de middelen voor grote vervangingen in de infrastructuur grotendeels werden opgeslokt door de Deltawer-
ken heeft het nog tot 1996 geduurd voordat het knelpunt werd opgelost door de opening van de nieuwe Martinus Nijhofbrug. Het onderhouden van de oude brug was geen sinecure door frequent onderhoud als gevolg van de zware belasting en omdat er nauwelijks ruimte was, zowel in tijd als in werkruimte, om onderhoud uit te voeren. De brug is in 1933 gebouwd met twee rijstroken. In 1972 zijn daar met wat kunstgrepen twee minimale rijstroken bij geperst. Het zal niet verbazen dat het inhalen van een vrachtwagen, zonder enige vorm van middenbermbeveiliging, een hachelijke onderneming was. Het werken op de brug was dat ook en er was veel improvisatietalent nodig om dat nog enigszins veilig te kunnen doen. De techniek van de rijstrooksignalering stond nog in
de kinderschoenen en een oplossing mocht niets kosten. Bovendien waren de rijstroken veel te smal voor het plaatsen van een normale afzetting . Maar nood breekt wet. Er bestond in die tijd een levendige ruilhandel tussen wegbeheerders in overtollig materiaal en langs die weg kwam de dienstkring in het bezit van afgedankte pijl-kruisbakken waarvoor de plaatselijke smid nog wel een ophanging moest maken met een redelijke stormzekerheid. Met hulp van deze voorziening en het uitrijden van vele kilometers wegafzetting kon de rijbaan in drieën worden gedeeld om in de nachtelijke uren werkruimte te creëren voor een grote diversiteit aan werkzaamheden. Zo zie je maar, innovatie is van alle tijden. (Henk Kerssen)
Informatiecentra in de provincie (3)
Informatiecentrum A4 in Leiderdorp
Was er vorige keren aandacht voor A4-informatiecentra in Steenbergen en Schiedam, RWS kent er meer. Zo is er nog een A4-informatiecentrum in Leiderdorp. Er is een website: www.w4info.nl/informatiecentrum. De tekst daarvan: ‘In het informatiecentrum A4 vindt u actuele informatie over de wegverbreding en -verdieping van de A4 tussen knooppunt Burgerveen en Leiden. Met behulp van illustraties, teksten, interactieve panelen en bewegende beelden krijgt de bezoeker een duidelijk inzicht in de werkzaamheden die plaatsvinden aan de A4. In het centrum wordt antwoord gegeven op vele vragen. Hoe wordt bijvoorbeeld een aquaduct gebouwd? Waarom wordt de A4 gedeeltelijk verdiept aangelegd? Hoe komt de weg en de omgeving er straks uit te zien? Wat zijn gevolgen voor omwonenden en weggebruikers? Maar bezoekers kunnen bijvoorbeeld ook een stukje door de verdiepte ligging lopen of gaan zitten in een ‘ei’ en horen hoe het geluidsniveau voor en na de aanleg van de verdiepte ligging is. Kortom, een bezoek aan het informatiecentrum is een hele belevenis. Rijkswaterstaat heet bezoekers graag van harte welkom.’ Openingstijden. De openingstijden van het centrum zijn op dinsdag, woensdag en donderdag van 13.00 – 16.30 uur, en elke eerste zaterdag van de maand van 12.00 - 16.00 uur. Adresgegevens. Bospolder 11, 2353 XZ Leiderdorp, tel. 071-5424054, e-mail
[email protected] PS Wanneer het werk aan de A4 klaar is in 2014 trekt Rijkswaterstaat er uit en is de gemeente van plan er een Groene Hartcentrum van te maken. (Redactie VORbericht)
Rijkswaterstaat: beter dan Rijks Museum Stem weer voor Theepottenmuseum!
Boek uit 2010 van René Dings, €14,90 Maas ‘mist bel’... ...en ‘Direktie keet’
‘Sluis personeel’ in Amsterdam
Straatnaam RWS-CIV in Delft
Bezoekers van www.spatiegebruik.nl kunnen jaarlijks stemmen voor de verkiezing 'de onjuiste spatie van ....'. De spatie op het logo van het 'Rijks Museum' won het in 2012 met meer dan de helft van de stemmen. Niet in de naam, maar wel bij Rijkswaterstaat komt het fenomeen ook voor. Wat citaten van de site: * Of de legging nou in de mode is of niet, sommige vrouwen zou je willen verbieden om er eentje te dragen. Er zijn zelfs mannen die van hun vrouw scheiden vanwege haar legging. Wat geef je voor reden als iemand je vraagt waarom je bij je gemalin bent weggegaan? Simpel: Gemaal weg. Brug gesloten. Weg om legging... * Hoe sluis kun je zijn? Bij de Willem I-sluis in Amsterdam is het personeel blijkbaar nogal sluis. * Hoeveel werelddreven kun je in één stad hebben? Delft heeft er minimaal drie, zo doet het straatnaambordje 'Derde Werelddreef' vermoeden. Maar een eindje verderop hangt een bordje 'Derdewerelddreef' zonder die spatie... en daar is er natuurlijk maar eentje van. Hoe zit het nu precies? (Uitleg volgt op ondertaande site, maar de informele zonder spatie is taalkundig juist, redactie VORbericht.) * De bel mist helemaal niet... dat is gewoon die gele knop onder het bord! (Gezien bij de pont over de Bergsche Maas tussen Bern en Herpt.) * De bouwvakkers werken en de directie keet. Let dus maar goed op... (www.spatiegebruik.nl)
In 2013 is het Theepottenmuseum uitgeroepen tot het leukste uitje van Limburg van ANWBleden (zie VORbericht 2013-2 en 4). Nu probeert VORlid Frits Lavell een volgende prijs voor zijn museum, zeg maar ‘zijn leven na RWS’, in de wacht te slepen. Zie de VORwebsite en www. theepottenmuseum.nl. (Redactie VORbericht)
‘Verwelking’ bij RWS ‘..dat welke in plaats van die de laatste jaren een comeback lijkt te maken? Mijn taalvriendin @ JudgeJoyce – volg haar op Twitter – spreekt in dit verband van een ‘verwelking’. (...) Taalwatcher Frank van Hoorn – volg ook hem – linkte een personeelsadvertentie: “Voor Rijkswaterstaat zijn wij op zoek naar een senior communicatieadviseur welke verantwoordelijk is voor....”’ (Jan Kuitenbrouwer in: Onze Taal 2014-5)
Leo Schuitemaker onderscheiden VORlid Leo Schuitemaker is sinds 25 april Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Leo ontving deze onderscheiding vooral naar aanleiding van zijn jarenlange vrijwilligerswerk voor de Vereniging ‘De Binnenvaart’. Hij was tot aan zijn pensionering in 2012 Projectleider Vaarwegkenmerken bij RWS. (e-zine VOR 2014-4 en www.vorrws.nl) Foto van 25 april
Klaverjassen op de ‘Flevo’ Als vervolg op de twee eerdere artikelen van de "Noord Holland" (nu de “Rijkswaterstaat 1”), op verzoek nog meer jeugdsentiment. De Waterloopkundige Afdeling B van de Dienst der Zuiderzeewerken, waar ik in mei 1964 in dienst trad, had de beschikking over het meetvaartuig ‘Flevo’. De bemanning bestond uit een schipper, dekknecht, kok, machinist en een meetleider met een waarnemer. Het vaartuig werd voornamelijk ingezet bij hydrografische metingen in een strook benoorden de Afsluitdijk, die ruwweg liep tot de lijn Harlingen-Den Helder. Eenmaal in de vier jaar werden de metingen samengebracht in een overzichtskaart, waaruit de morfologische veranderingen die voortvloeiden uit de afsluiting van de Zuiderzee in 1932, konden worden afgeleid. De werkwijze was ‘conventioneel’. De positie werd bepaald door met de sextant hoeken te meten van twee bekende punten waarvan de x- en y-coördinaten bekend waren, zoals kerktorens, hoge gebouwen of de met een vlag gemarkeerde hectometerpaaltjes op de Afsluitdijk. De schipper stuurde zoveel mogelijk op uitgezette raaien, waarbij dezelfde hectometerpaaltjes werden gebruikt, of een in zee uitgezette baak, met een kerktoren als beginpunt. Bij het begin en het einde van de raai werd er een dubbele hoekmeting (dubbele Snellius) genomen voor een juiste berekening van de x- en y-coördinaten. De tussenliggende afstand werd als recht beschouwd en gemarkeerd door een enkele Snellius, die weer correspondeerde met de dieptemeting op het echolood. Na afloop van de meting werden de gegevens van de peilschalen die in het gebied stonden of geplaatst waren, opgenomen om de dieptemeting te herleiden tot NAP. Al met al een heel gedoe. Met laagwater sjouwen met bakens langs de dijk, om met hoog water de uitgezette raaien te varen. Een jaarproductie van nog geen 2400 strekkende kilometers. Nog sterk afhankelijk van de weersomstandigheden, want bij beperkt zicht kon je niet meten en moest je je tijd maar aan boord doorbrengen. In die tijd begon ik dan ook met de studie voor het diploma "Zeeland". Voor de mensen die bij Rijkswaterstaat werkten was dit een tweede kans om een technisch diploma op HBO-niveau te halen. Dit gaf dan weer promotiemogelijkheden in de technisch-ambtenarenrangen. De gelegenheid tot studeren kreeg ik in overvloed, want de vrije zaterdag had net zijn intrede gedaan en praktijk was dat je de hele week van huis was en aan boord sliep. Lang is het mij een raadsel geweest, waarom wij dan in Kornwerderzand moesten blijven, terwijl de hele bemanning in Den Oever woonde. Als meetleider werd ik naderhand door de schipper wat bijgepraat met de declaratielijst in de hand. De schipper (‘naast God’ in die dagen) bepaalde toch grotendeels de dagelijkse gang van zaken. Er was nog een strikte hiërarchie bij de bemanning en een meetleider die alleen in grote lijnen aangaf wat de bedoeling was. Tekenend was de ceremonie van het eten: de meetmensen boven in de salon, waar ze bediend werden door de kok, de bemanning in het verblijf onderdeks. Een eerste voorzichtige poging tot afbraak van deze strikte normen lag in het fenomeen klaverjassen. Met veel enthousiasme werd de machinist, Meijert Smit, ingewijd in de geheimen van het troef maken en de bijzondere positie van "de boer en de nel". Er werd verplicht ‘op z’n Amsterdams’ gespeeld. Als speeltafel werd de tafel in de salon daartoe ontheiligd en toegankelijk gemaakt voor het ‘gewone scheepsvolk’. Voor de sanitaire stop moesten wij en dus ook Meijert wel naar beneden. Een gelegenheid die door ons werd benut om alle acht klaverkaarten aan Meijert toe te delen. Bij terugkomst van Meijert en na het opnemen van zijn kaarten kon iedereen zich goed houden "Nouh, nouh, tjee", was het enige gemompel dat we gewaar werden. Niets in de gaten dus. Pas na het behalen van de tweede slag met de nel begon er iets van twijfel te rijzen. De anderen hadden al twee keer niet bekend natuurlijk. Bij het uitspelen van de klaverkaarten - er werd volgens het boekje gespeeld - kon de rest z'n gezicht echter niet meer in Meer dan klaverjassen op de ‘Flevo’ de plooi houden en barstten we in schaterlachen uit. Meijert nam z'n verlies sportief en we hebben nog heel wat jaren gespeeld. (Louis van Schaik)
Vo(o)rzorg 13: thuishulp: zorg in natura of een PGB
Als u vanwege een handicap of ziekte langdurig zorg nodig heeft, dan wordt deze zorg betaald uit de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Daarbij kunt u denken aan verzorging, verpleging, begeleiding of opname in een zorginstelling bijvoorbeeld een verpleeghuis. Op zo’n moment wordt m.b.v. een indicatiestelling bepaald hoeveel hulp u nodig heeft en waarvoor. Op basis van uw inkomen wordt een eigen bijdrage vastgesteld en daarvoor ontvangt u maandelijks een rekening. Als de behoefte aan hulp is vastgesteld heeft u twee mogelijkheden. U kiest voor hulp in natura of voor een PGB (PersoonsGebonden Budget). Wat is het verschil? Het belangrijkste verschil tussen hulp in natura en een PGB is de regie over de zorg. Bij zorg in natura maakt u afspraken met een zorgverlenende instelling voor thuishulp (zoals vroeger verenigingen als het Groene Kruis). Zij zorgen dat u de juiste vorm en hoeveelheid hulp ontvangt en houden de administratie bij. Dat betekent ook dat zij voor vervanging zorgen als een hulpverlener met vakantie gaat of ziek is. U hoeft daar zelf niets voor te doen. Bij een PGB zoekt u zelf één of meerdere hulpverlener(s) en maakt afspraken en sluit een overeenkomst. U bent dan zelf verantwoordelijk voor het regelen van de zorg, ook bij afwezigheid van uw hulp en moet zelf actie ondernemen als uw situatie verandert en daarmee ook uw behoefte aan hulp. U krijgt de kosten voor de hulp (momenteel nog) zelf gestort en u dient één of twee keer per jaar verantwoording af te leggen over het geld dat u betaald hebt aan uw hulpverleners. Uw eigen bijdrage mag niet worden betaald uit uw PGB. De geboden hulp kost u dus in beide gevallen hetzelfde. Een belangrijke valkuil bij een PGB Bij een PGB bent u te allen tijde verantwoordelijk voor het naar u gestorte geld. In de afgelopen jaren zijn allerlei nieuwe zorgbureaus (vaak kleine bureautjes) ontstaan. Zij benaderden personen met recht op zorg uit de AWBZ. Zij adviseerden hen een PGB aan te vragen met de toezegging dat zij alles, zowel de zorg als de administratie, zouden regelen. Men zou dan wel een PGB hebben (en dus niet gebonden zijn aan een instelling als de vroegere kruisverenigingen), maar ook geen last hebben van alle verplichtingen die er bij horen, zoals de beheer van het geld en de verantwoording aan het einde van elke periode. Vele van deze nieuwe ondernemingen bleken echter misbruik te maken van het PGB en niet voldoende en/of niet de juiste hulp te leveren. Als dit blijkt bij de verantwoording is er maar één persoon verantwoordelijk en dat is de cliënt, de zieke of gehandicapte op wiens naam het PGB staat. Geld wordt dan terug gevorderd terwijl de cliënt zijn geld al heeft afgestaan aan het bewuste kantoor(tje). Het feit dat het geld is gestort naar de “hulpverlener” pleit de PGB-ontvanger dan niet vrij. Het PGB heeft daardoor bij velen een slechte naam gekregen. Enkele jaren geleden is geopperd om die reden deze regeling af te schaffen. Daar kwam echter veel protest tegen, vooral uit de hoek van de Vereniging voor gebruikers van een PGB (Per Saldo). Velen konden, dankzij het feit dat zij de hulp zelf konden regelen, weer veel beter participeren in de samenleving dan toen zij nog afhankelijk waren van “zorg in natura”.
Veranderingen in de zorg In de afgelopen jaren is al veel veranderd, mede om misbruik van AWBZ-gelden te voorkomen. Anders dan in de eerste jaren wordt geld uit een PGB altijd gestort naar de betrokkene zelf en nooit naar bijvoorbeeld een rekening van persoon of bureau die/dat de administratie overgenomen heeft dan wel heeft aangeboden de hulp te regelen. Per 1 januari 2015 worden nog meer wijzigingen doorgevoerd. Enkele jaren geleden is het verzorgen van de huishoudelijke hulp voor gehandicapten en langdurig zieken al overgeheveld naar de gemeenten (met de naam WMO: Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Volgend jaar komt daar de meeste andere zorg uit de AWBZ bij, zoals persoonlijke verzorging en veel vormen van begeleiding. Men gaat er vanuit dat gemeenten beter zicht hebben op de vraag welke hulp iemand echt nodig heeft en welke werkzaamheden gedaan kunnen worden door familie en vrienden. Alleen echt medische zaken zijn uitgezonderd en worden gecoördineerd door de zorgverzekeraars. Ook na al die veranderingen blijven de twee vormen van zorg: in natura en via een PGB mogelijk. Wanneer is een PGB echt een uitkomst? Bij de eerste berichten over het opheffen van de PGB beloofde de minister dat voor iedere (oud-) PGB-er er een oplossing zou komen, die geen afbreuk zou doen aan de zelfstandigheid van de cliënt en zijn/haar mogelijkheden om te participeren in de samenleving. Per Saldo heeft heel regelmatig overleg gehad met de betrokken bewindslieden en uit die samenspraak bleek dat voor sommige personen, in hun omstandigheden, zorg in natura voor de betrokken organisaties voor thuishulp niet te regelen is. Daarbij kan worden gedacht aan gehandicapte werknemers, die regelmatig voor hun werk elders verblijven en op die plaats afspraken hadden gemaakt met particuliere hulpverleners. Medewerkers die dagelijks zorg verlenen bij vele cliënten kunnen immers niet, op onverwachte momenten, weg uit hun werk om juist die ene persoon bij te staan. Juist bij hulp die moeilijk te plannen is, bleek een goede oplossing vanuit de grotere organisaties niet mogelijk. Voor die groep blijft het PGB een belangrijk instrument om een zo normaal mogelijk leven te kunnen leiden. (Anke Vonk)
De commissie Sociaal, het warme hart van de VOR De VOR wil het welzijn van de leden bevorderen, zowel in geestelijk als in materieel opzicht. Daarvoor bestaan een aantal commissies. Eén daarvan is de commissie Sociaal. “Sociaal” onderhoudt contacten en biedt hulp bij het oplossen van maatschappelijke problemen. Ik rij over de IJsseldijk op weg naar Regitse Hoogwerff. Zij is een spil in de commissie Sociaal en weet als geen ander hoe die commissie werkt. Ik passeer bij Olst de Duursche Waarden. Daar is ruimte voor de rivier gemaakt en ik denk: ”Daar ligt een werk van Rijkswaterstaat waar we trots op zijn. We. Rijkswaterstaat laat je na je pensionering niet los.” Via een zandweg die Duursche Waarden bij Olst overgaat in asfalt bereik ik een vriendelijke vrijstaande woning in een lommerrijke omgeving. Regitse doet open, vraagt of ik koffie wil; de cake staat al op tafel. “Hoe ben je bij Rijkswaterstaat terechtgekomen?”, vraag ik. Ze vertelt over haar jeugd in Denemarken, haar rechtenstudie die ze toen niet afmaakte. Het werken en wonen in Zuid Afrika, India en Thailand. In Nederland studeert ze alsnog af in Nederlands recht. In 1990 start haar loopbaan bij Rijkswaterstaat. Ze wordt de eerste milieujurist bij de Directie Overijssel, het was pionieren. In 2004 gaat ze met vervroegd pensioen, maar Rijkswaterstaat laat haar niet los. Kort na de oprichting van de VOR in 2005 sluit ze zich aan bij de commissie Sociaal. Meer concreet: het bemensen van de hulptelefoon en later de verjaardagskaarten voor de leden regelen, themabijeenkomsten mede organiseren en de regionale ondersteuningsfunctie versterken. De commissie Sociaal heeft nu dertig leden (contactpersonen) en die wonen over het hele land verspreid. Inmiddels heeft ze het voorzitterschap aan Tjalling Dijkstra overgedragen. Zij is nu portefeuillehouder. Zij zorgt er voor dat het werk en de problemen van de commissie en de leden op de agenda van het bestuur van de VOR komen en koppelt dat terug naar de betrokkenen en de commissieleden. Zij
is ook verbindingsschakel tussen de commissie Sociaal met de overige commissies. Dat is belangrijk omdat tijdens evenementen en activiteiten in de regio veel wordt samengewerkt. De administratieve en financiële rompslomp daar omheen verzorgt ze ook. “De commissie sociaal is de voordeur van de VOR”, zegt ze. “Op de verjaardagskaart die we sturen geven we ook de naam en het adres van onze vertegenwoordiger in de regio. Daarmee nodigen we mensen uit om contact met ons op te nemen. Die voordeurfunctie komt nog onvoldoende uit de verf. Ik wil dat we meer mensen bereiken. Wellicht is een kleinschaliger, meer streekgebonden aanpak en intensievere samenwerking met regionale personeelsverenigingen een stap in de goede richting.” Het realiseren van een Rijkswaterstaatsmuseum is een diep gekoesterde wens. Er is teveel erfgoed verloren gegaan, teveel kostbaar archief vernietigd. Ook constateert ze dat veel personeelsverenigingen op vrijwilligerswerk van in hoofdzaak gepensioneerden draaien. Hier moet rekening mee gehouden worden. De facilitaire en financiële ondersteuning van de VOR wordt wat minder. Daar moeten oplossingen voor komen, liefst structureel. En last, but not least, mocht er iemand zijn die graag tuiniert, ze kan nog wel wat hulp in de tuin gebruiken… Ik rij terug over de IJsseldijk, wat in gedachten. Stop bij de Duursche Waarden en loop het Regitse Hoogwerf uiterwaard op, er is ruimte en er is rust. Bedenk hoe belangrijk vrijwilligerswerk is voor onze samenleving, hoe belangrijk Regitse’s werk is voor de VOR. Ik sprak met het warme hart van de commissie Sociaal. (Kees Alberts) NB Sinds 1 april 2014 was de nauwelijks gebruikte helpdesk (2005) gesloten en het telefoonnummer verdween dus al in de colofon van VORbericht 2014-2. Nieuw is dat leden met vragen over pensioen, VUT en andere regelingen die nu via de VOR-site kunnen stellen aan de herboren helpdesk! (redactie VORbericht).
Excursie naar de Haak om Leeuwarden ‘Leeuwarden Vrij-Baan’. Zo heet het project waarover in 1997 de eerste ideeën ontstonden. Nu is de realisatie volop in uitvoering en moet het werk in 2020 zijn voltooid. Een investering van ca. 750 miljoen euro. Doel: Fryslan en vooral haar provincie hoofdstad Leeuwarden blijvend beter bereikbaar maken. Het project is volop in uitvoering. De “Haak om Leeuwarden” is daar een onderdeel van. Dit gedeelte van het project zal ongeveer 260 miljoen euro gaan kosten. Inmiddels wordt de nieuwe rijksweg 31 zichtbaar, zijn of worden spoorviaducten vervangen, diverse aquaducten aangelegd en verkeersstromen gewijzigd. Leeuwarden en het gebied ten zuiden en ten westen van de stad staat volledig op zijn kop. Kortom: een mooi excursiedoel. Dat vond Hotze Lolkema van de VOR in Friesland ook. Daarom organiseerde hij op 23 april een excursie voor VORleden. Rond het middaguur verzamelden 45 Instappen in NBM-bus deelnemers zich in Deinum. Het was mooi weer, oude bekenden troffen elkaar en aan gespreksstof geen gebrek. In “t Holt” stond een uitgebreide lunch klaar. Die kreeg de aandacht die deze verdiende. Toen we naar buiten kwamen stond een antieke bus op ons te wachten. Nostalgie: het was ook nog eens een bus van de voormalige NBM uit Zeist. Diezelfde bussen reden tussen Amsterdam
en Utrecht langs de Amsterdamse Straatweg waar ik ooit als jochie woonde. De bus bracht ons naar de bezoekersruimte in het projectbureau van de Provincie Fryslan. Daar vertelden de projectleider, Sieds Hoitinga, en zijn collega Douwe van der Werff, over het denkwerk dat aan dit project vooraf ging, de communicatie, hoe de omvang van dit project zich niet beperkte tot de techniek maar dat de techniek deel uitmaakt van een groter geheel, de omgeving gaat compleet op de schop. Zaken zoals bijvoorbeeld verkeerscirculatie en parkeren in Leeuwarden, lang gekoesterde wensen van de in en nabij het gebied liggende dorpen worden meegenomen en gerealiseerd. Er wordt in kansen en mogelijkheden gedacht. We kregen uitleg over de samenwerkingsverbanden tussen Rijkswaterstaat, de provincie, de gemeenten, over de contractvorming, hoe de visie daarop evolueert naarmate de ervaring toeneemt, hoe optimaal en ook zo duurzaam mogelijk wordt gewerkt. UAV-gc (geïntegreerde) contracten Toelichting op project blijken steeds beter te werken. Het biedt meer ruimte voor improvisatie en innovatie. Als voorbeeld werd genoemd hoe met uitkomende grond wordt omgegaan. Meer specifiek kregen we uitleg over de realisatie van het aquaduct in het Van Harinxmakanaal dat we gingen bezoeken. Nooit geweten dat de afdichtingen van zo’n aquaduct moeten kunnen worden geïnspecteerd en vervangen en dat het daarom nodig is om de gehele aquaductbak op te kunnen vijzelen. Ik was niet de enige. Eén van de gecontracteerde aannemers wist dat ook niet. Nu wel. Terug in de bus lagen onze veiligheidsvesten en harde hoedjes klaar op de stoelen. Op naar het aquaduct. We mochten uitstappen Het is altijd weer mooi om een groot werk in uitvoering te zien, (vooral als het mooi weer is). Beelden zeggen hier meer dan woorden. Er was nog een spannend moment tijdens de terugreis toen de mensen op de achterbank van de bus tijdens het terugsteken vrijwel boven het Van Harinxmakanaal hingen. Ook dat liep goed af. We hebben een hartBouwput aquaduct Van Harinxmakanaal stikke leuke middag gehad. Fryslan bedankt! (Kees Alberts, foto’s Kees Alberts en Johan Clobus)
In het volgende nummer: - Biografie van Schermerhorn, vader van de Meetkundige Dienst - Het schieten van een hoek en ’s Heeren Loo - Aan de slag in de Van Dixhoorndriehoek
VOR-agenda (zie ook www.vorrws.nl, www.svpienm.nl en e-zine VOR Nieuwsbrief)
3 september
Regio West en Midden Nederland Mosseltocht Yerseke
12 november
Infocentrum Sluiskiltunnel en Portaal van Vlaanderen te Terneuzen
Verenigingsbulletin van de VOR Redactieraad: Commissie Communicatie Redactie: Marianne Keijzer, Anke Vonk-Overduin, Lex van Gennip, Frank de Wit en Adri den Boer (hoofdredacteur, E:
[email protected]) Lay-out:Lex van Gennip E:
[email protected] Ambtelijk secretariaat VOR: Willy Bouwmeester en Claudia van der Staaij, Antwoordnr. 10660, 2501 WB ’s-Gravenhage, E:
[email protected] (alle aangelegenheden, gezamenlijke in-box). T: 070 - 456 11 88
Meer informatie en opgave via de website, voor niet-internetters via het secretariaat.
Kopij- en verschijningsdata
Colofon
E-zine VOR Nieuwsbrief 2014-3 (Golfen verviel trouwens)
Zaterdag 24 juli wordt voor nr 2014-4 (van augustus) als kopijdatum aangehouden. Het laatst verschenen nummer van het VORbericht staat ook op www.vorrws.nl.
Rekeningnr. 1294276 t.n.v. Penningmeester VOR ’s-Gravenhage Website VOR: www.vorrws.nl