De Effecten van Lichaamsgerichte Interventies op Lichaamsbeleving, Hyperarousal, Vermijding en Herbeleving bij Mensen met een Post Traumatische Stress Stoornis.
The Effects of Body Oriented Interventions on Body Experience, Hyper-arousal, Avoidance and Intrusions in Persons with Post Traumatic Stress Disorder
Peter H. Hoekenga
Eerste begeleider: Dr. Agnes Willemse Tweede begeleider: Dr. Viviane Thewissen
Juli 2009 Faculteit Psychologie Afstudeerrichting Gezondheidspsychologie Open Universiteit Nederland
1
Inhoudsopgave
Samenvatting
4
Summary
5
1.
6
2.
3.
4.
Inleiding 1.1. Psychobiologie van de PTSS
7
1.2. Lichaamsgeheugen
8
1.3. Lichaamsbeleving
9
1.4. De behandeling van PTSS
11
1.5. Lichaamsgerichte interventies
13
1.6. Effecten van lichaamsgerichte interventies op PTSS
16
1.7. Doelstelling van dit onderzoek
18
1.8. Centrale vraagstelling en hypotheses
19
Methode
21
2.1. Onderzoeksgroep
22
2.2. Meetinstrumenten
23
2.3. Procedure
27
2.4. Analyse
29
Resultaten
30
3.1. Eigenschappen van de groepen
30
3.2. Effecten van de behandeling
32
3.3. Verschillen tussen de experimentele en controle groep
34
Discussie
36
4.1. Vergelijking met soortgelijke onderzoeken
36
4.2. Kwaliteiten en beperkingen van dit onderzoek
37
4.3. Hoe effectief zijn lichaamsgerichte interventies?
38
2
5.
4.4. Conclusie en klinische relevantie
42
4.5. Aanbevelingen voor volgend onderzoek
43
Verwijzingen
46
Bijlage I: Informatiefolder voor cliënten
56
Bijlage II: De vragenlijsten
58
Bijlage III: De rol van het lichaam binnen de behandeling van PTSS
67
Bijlage IV: Leren remmen: controletechnieken
69
3
De Effecten van Lichaamsgerichte Interventies op Lichaamsbeleving, Hyperarousal, Vermijding en Herbeleving bij Mensen met een Post Traumatische Stress Stoornis. Peter H. Hoekenga Samenvatting Achtergrond. Men spreekt van een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) als mensen na een traumatische gebeurtenis na drie maanden nog last hebben van hyperarousal, herbelevingen, en vermijding van prikkels die doen denken aan het trauma. Het lichaam reageert zeer heftig op een trauma. Daarom zijn er ook vaak stoornissen in de lichaamsbeleving. Lichaamsbeleving zou beïnvloed kunnen worden door middel van lichaamsgerichte interventies. Deze interventies zijn echter bijna niet op hun effectiviteit onderzocht. Doel. Het doel van dit onderzoek is na te gaan wat de effecten zijn van lichaamsgerichte interventies op de lichaamsbeleving, hyperarousal, vermijding en herbeleving bij mensen met een PTSS. Deelnemers, procedure en onderzoeksontwerp.Vanuit het Centrum voor Psychotrauma in Enschede participeerden 32 cliënten met een PTSS aan het onderzoek. Er was sprake van een quasiexperimenteel ontwerp met een voor- en nameting en controlegroep. De experimentele groep (n=15; gemiddelde leeftijd 39 jaar) kreeg een behandeling van 12 sessies met lichaamsgerichte interventies naast de reguliere behandeling. De controle groep (n=17; gemiddelde leeftijd 39,4 jaar) kreeg alleen een reguliere behandeling. De lichaamsbeleving en PTSS klachten werden in de experimentele groep gemeten aan het begin van de eerste sessie en aan het eind van de laatste. De controle groep werd parallel gemeten aan de experimentele groep. Meetinstrumenten. Het lichaamsbeeld en de mate van het kunnen genieten van lichamelijk contact werden gemeten met de Dresdner Fragebogen zum Körperbild (DKB-35; Pöhlmann, Mück-Weyman, Gruss & Joraschky, 2004); de lichaamswaardering werd gemeten met de Body Esteem Scale (BES; Franzoi & Shields, 1984); het lichaamsbewustzijn en lichamelijke dissociatie werden gemeten met de Scale of Body Connection (SBC; Price, 2007); de lichamelijke spanning/ hyperarousal, de mate van vermijding van prikkels die doen denken aan het trauma en mate van herbeleving van het trauma werden gemeten met de Zelfinventarisatielijst Posttraumatische Stressstoornis (ZIL; Hovens, Bramsen, & van der Ploeg, 2000); de vermijding en de herbeleving werd ook nog gemeten met de Schokverwerkingslijst (SVL; Brom & Kleber, 1985). Resultaten.De experimentele groep gaf blijk van een gezonder lichaamsbeeld dan de controle groep. Ook kon de experimentele groep meer genieten van lichamelijk contact. Op de dimensies lichaamswaardering, lichaamsbewustzijn, dissociatie, hyperarousal, herbeleving en vermijding werden geen significante verschillen gevonden met de controlegroep. Conclusie. Hoewel de algemene PTSS klachten niet verminderd zijn, lijken de lichaamsgerichte interventies wel een zinvolle aanvulling op de reguliere behandeling van mensen met een PTSS. De lichaamsgerichte interventies veroorzaakten een verbeterd lichaamsbeeld en een positievere waardering van lichamelijk contact. Dit kan de kwaliteit van leven vergroten. Vooral lichamelijk contact kan belangrijk zijn in het herstel van een PTSS door het kunnen ervaren van steun en troost op fysiek niveau. Keywords: Lichaamsgerichte interventies; PTSS; lichaamsbeleving; effectonderzoek.
4
The Effects of Body Oriented Interventions on Body Experience, Hyper-arousal, Avoidance and Intrusions in Persons with Post Traumatic Stress Disorder Peter H. Hoekenga Summary Background. Exposure to extreme stress can lead to a Post Traumatic Stress Disorder (PTSD). Three months after a traumatic experience persons still suffer from hyper-arousal, intrusions and avoidance of reminders of the memories related to the traumatic event. The body reacts intensely to a trauma. As a result a lot of PTSD clients have disturbances in body experience. Body experience may be improved by body-oriented interventions. However, until now there is only limited research on the effectiveness of body oriented interventions. Aim. The aim of this research is to investigate the effects of body-oriented interventions on body experience, hyper-arousal, intrusions and avoidance on persons with PTSD. Participants, procedure, design. Thirty two clients suffering from PTSD participated in this research at the Centre of Psycho Trauma in Enschede. It was a quasi-experimental design with pre- and post-test measurement and a control group. The experimental group (n=15, average age 39 years) received 12 sessions of body oriented interventions in combination with the usual treatment. The control group (n=17, average age 39.4 years) received only the usual treatment. Body experience and PTSD complaints were measured in both groups at the beginning of the first session and at the end of the last session. Measures. Body image and the degree of enjoyment of physical contact were measured with the Dresdner Questionnaire of Body Image (Dresdner Fragebogen zum Körperbild DKB-35; Pöhlmann, Mück-Weyman, Gruss & Joraschky, 2004). Body esteem was measured by the Body Esteem Scale (BES; Franzoi & Shields, 1984). Body awareness and body dissociation was measured with the Scale of Body Connection (SBC; Price, 2007). The amount of hyper-arousal, intrusion and avoidance were measured by the Selfrating-inventory for PTSD (Zelfinventarisatielijst Posttraumatische Stressstoornis ZIL; Hovens, Bramsen, & van der Ploeg, 2000). Avoidance and intrusion were measured by the Dutch Impact of Events Scale (Schokverwerkingslijst SVL; Brom & Kleber 1985). Results. The experimental group showed a healthier body image and enjoyed better physical contact than the control group. No significant differences were found between the experimental and the control group regarding body esteem, body awareness, body dissociation, hyper-arousal, avoidance and intrusion. Conclusion. Although general PTSD problems were not reduced, body oriented interventions seem to be a useful addition to the treatment of PTSD. By improving body image and enjoyment of physical contact as a result of body oriented interventions, sufferers from PTSD can gain an improved quality of life. Physical contact in particular can be helpful in the recovery from PTSD by the re-learned capacity to experience support and comfort on a physical level. Keywords: body oriented interventions; PTSD; body experience; evidence based.
5