KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek Een empirisch vergelijk van drie metingen van het vertrouwen van Vlamingen in de overheid Vijfde Rapport “Burgergericht Besturen: Kwaliteit en Vertrouwen in de Overheid"
Dr. Jarl K. Kampen Steven Van de Walle Prof. dr. Geert Bouckaert Prof dr. Bart Maddens Juni 2003 FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN DEPARTEMENT POLITIEKE WETENSCHAPPEN E. VAN EVENSTRAAT 2 A - B-3000 LEUVEN - BELGIE
TEL: 0032 16 32 32 70 FAX: 0032 16 32 32 67 E-mail:
[email protected]
Inhoudsopgave 1 Inleiding
5
2 De burgersurvey Werken Aan De Overheid
7
2.1
Eerste methode: WADO per interviewer . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
2.1.1
Werkwijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
2.1.2
Respons en non-respons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
2.1.3
Controle mechanismen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10
Tweede methode: WADO per post . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11
2.2.1
Strategie
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11
2.2.2
Redenen voor non-response . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12
2.3
Kostprijs en methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
14
2.4
Overlap met de jaarlijkse APS survey . . . . . . . . . . . . . . . . . .
15
2.2
3 Socio-demografie in drie surveys
17
3.1
Algemeen verloop van het veldwerk in drie surveys . . . . . . . . . . .
17
3.2
Selectie en opbouw van de gemeentes . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
18
3.3
Geslacht, leeftijd en opleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
18
3.3.1
Mannen en vrouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
18
3.3.2
Leeftijd in tien categorie¨en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
18
3.3.3
Opleiding in zes categorie¨en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
21
Het wegen van data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
21
3.4
4 Het operationaliseren van het context, methode en tijdseffect
23
4.1
Dummy variabelen in multipele lineaire regressie . . . . . . . . . . . .
23
4.2
De conceptualisering van het tijdseffect . . . . . . . . . . . . . . . . . .
24
4.2.1
Gebeurtenissen in het jaar 2002 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
24
4.2.2
Het duiden van trends en media events in de tijd . . . . . . . .
26
4.2.3
Het modelleren van pieken en dalen . . . . . . . . . . . . . . .
27
Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28
4.3
1
2 5 Regering, democratie en beleid 5.1
5.2
5.3
29
De metingen van vertrouwen in de overheid . . . . . . . . . . . . . . .
29
5.1.1
Vraagstelling en item non-response . . . . . . . . . . . . . . . .
29
5.1.2
Vertrouwen in de Belgische regering . . . . . . . . . . . . . . .
30
5.1.3
Vertrouwen in de Vlaamse regering . . . . . . . . . . . . . . . .
31
5.1.4
Vertrouwen in de overheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
31
5.1.5
Controle van de overheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
33
Tevredenheid met de werking van de democratie . . . . . . . . . . . .
35
5.2.1
In Belgi¨e . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
35
5.2.2
In Vlaanderen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
35
Tevredenheid met beleidsdomeinen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
36
5.3.1
Justitie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
36
5.3.2
Pensioenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
36
5.3.3
Veiligheid en Ordehandhaving . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
38
5.3.4
Tewerkstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
39
5.3.5
Verkeersveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
39
5.3.6
Onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
39
5.3.7
Milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
40
5.3.8
Ziekteverzekering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
40
6 Overheidsdiensten en administraties
43
6.1
Tevredenheid met de werking van overheidsdiensten . . . . . . . . . .
43
6.2
Vertrouwen in de Vlaamse administratie . . . . . . . . . . . . . . . . .
44
6.3
Vertrouwen in de gemeentelijke administratie . . . . . . . . . . . . . .
44
6.4
Vertrouwen in en tevredenheid met de politie . . . . . . . . . . . . . .
45
6.5
Vertrouwen in en tevredenheid met het onderwijs . . . . . . . . . . . .
47
6.6
Vertrouwen in en tevredenheid met De Post . . . . . . . . . . . . . . .
47
6.7
Vertrouwen in en tevredenheid met de vuilnisophaaldienst . . . . . . .
50
6.8
Vertrouwen in en tevredenheid met De Lijn . . . . . . . . . . . . . . .
50
6.9
Vertrouwen in de NMBS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
50
7 Multivariate analyse van vertrouwensitems
53
7.1
Cluster analyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
53
7.2
Discriminant analyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
56
7.3
Principale componenten analyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
58
7.4
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
61
8 Besluit
63
8.1
Het effect van de methode van afname van een survey . . . . . . . . .
63
8.2
Het effect van de context van afname van een survey . . . . . . . . . .
64
8.3
Het effect van het tijdstip van afname van een survey . . . . . . . . . .
64
Inhoudsopgave
3
8.4
Het effect van de locatie van afname van een survey . . . . . . . . . .
65
8.5
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
66
Appendix A — Gemeenten in de surveys Appendix B — Gebeurtenissen in 2002 Appendix C — Brieven en bijlagen bij WADO
4
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Hoofdstuk 1
Inleiding Dit rapport behelst een vergelijk van de uitkomsten van drie surveys die in 2002 in Vlaanderen werden afgenomen in opdracht van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De doelstelling van het vergelijk is om uitspraken te kunnen doen over de invloed die survey methodologie heeft op de resultaten van de bevraging. Er wordt beschikt over twee typen surveys: de jaarlijkse APS survey “Sociaal Culturele Verschuivingen bij Vlamingen” en de burgersurvey “Werken Aan De Overheid” (WADOF) welke door interviewers werden afgenomen, en een postsurvey (WADOP) die in feite een doorsnede vormt van WADOF. We bespreken in Hoofdstuk 2 de wijze van afname van de WADO enquˆetes in groot detail. In alle gevallen gaat het om surveys die betrekking hebben op 1250 of meer Vlamingen die middels een gestratificeerde tweetrapssteekproef (gemeentes, respondenten) uit het Rijksregister werden geselecteerd. De selectie van gemeentes in WADOF en WADOP is identiek terwijl een overlap van 30 gemeentes bestaat met de gemeentes in APS (zie Hoofdstuk 3). De survey effecten hebben betrekking op drie grote categorie¨en: context, tijdstip en methode. De context van de survey betreft de doelstelling van de bevraging, de volgorde van vragen, vraagformulering, enz. Het tijdstip van bevraging heeft betrekking enerzijds op de periode van bevraging (voor APS en WADOF tussen april en juli 2002) en anderzijds op het longitudinale karakter van de studie (WADOP werd in golven van ca. 150 enquˆetes met tussenpozes van twee weken gedurende april-december 2002 afgenomen). En de methode heeft uiteraard betrekking op de wijze van afname: post of face-to-face. Dit rapport is tamelijk technisch van aard. Ondanks het feit dat is getracht om het rapport voor een zo groot mogelijk publiek toegankelijk te houden is niet te vermijden dat bepaalde operationaliseringen, modellen en statistische toetsen een gevorderde kennis van methodologie vereisen. De wiskundige insteek is ondergebracht in ´e´en 5
6
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
apart hoofdstuk (het vierde), en kan in principe zonder verlies van begrip van de zaken waar het in feite om draait, namelijk de invloed van context en methode op survey resultaten, worden overgeslagen. Dat het begrip van die invloed van essentieel belang is behoeft geen betoog. Immers, wanneer als gevolg van een verschillende context of methode van een bevraging verschillen gaan ontstaan in steekproefverdelingen van antwoorden op items en bv. gemiddelden van variabelen, dan kan de adequaatheid van het survey instrument in zijn geheel in vraag worden gesteld. Zeker wanneer de bevraging gaat over de tevredenheid met een dienstverlening of het vertrouwen in een bepaalde overheidsinstelling en de betrokken administraties aan de hand van benchmarks hun beleid willen bepalen. In het bestek van dit rapport is het onmogelijk gebleken om rekening te houden met alle factoren die van invloed kunnen zijn op de tevredenheids- en vertrouwensniveaus. We zouden dan aan elk item een hoofdstuk kunnen wijden, omdat bv. rekening moet worden gehouden met lokale fluctuaties, fluctuaties die enkel in bepaalde beroepsgroepen of sociale klassen (geslacht, onderwijsniveau) plaatsvinden, fluctuaties die samenhangen met partijvoorkeur, economische conjunctuur, enz. In deze comperatieve studie willen we drie belangrijke zaken nagaan. Op de eerste plaats, in hoeverre stemmen de distributies van identieke variabelen tussen de verschillende surveys overeen. Op de tweede plaats moet de vraag worden beantwoord of de associatiestructuur van variabelen in de drie surveys al dan niet verschilt. En op de derde plaats willen we nagaan of trends en kortstondige pieken en dalen als gevolg van zgn. media events van attitudes in de tijd kunnen worden geoperationaliseerd op grond van de beschikbare data. In Hoofdstukken 5, 6 en 7 worden deze zaken nagegaan voor een aantal attitudeschalen. In het besluit volgt een discussie van de voornaamste resultaten, en als dat mogelijk is worden aanwijzingen gegeven hoe de invloed van context of methode effecten kan worden beperkt.
Hoofdstuk 2
De burgersurvey Werken Aan De Overheid 2.1 2.1.1
Eerste methode: WADO per interviewer Werkwijze
De interviewers waren afkomstig uit het interviewernetwerk van het Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek (ISPO) van de K.U. Leuven. Al deze interviewers hebben een algemene training in interviewtechnieken ontvangen en hebben in de meeste gevallen ook interviewervaring. Specifiek voor dit onderzoek kregen alle interviewers een speciale training over de procedure van dataverzameling en de inhoud van het onderzoek. Deze trainingssessies hadden plaats in Gent, Kortrijk, Leuven en Antwerpen in de derde week van maart (2002, week 12). De vragenlijst werd vooraf getest. Vijf interviewers namen elk 3 pilootinterviews af die op band werden opgenomen. Het eigenlijke veldwerk ging eind maart van start, en de vooropgestelde deadline werd vastgesteld op 28 juni. Deze werd echter niet in alle gevallen gehaald omdat het moeilijk bleek voldoende interviewers te vinden in een aantal regio’s (o.a. Rumst, Bornem, Roeselare). Bovendien haakten een aantal interviewers tijdens hun opdracht af (Antwerpen, Rumst, Bornem, Lanaken, Diksmuide, Kapelle-op-den-Bos, Wielsbeke). In de meeste gevallen werd hun taak overgenomen door andere interviewers. Een aantal van de vooropgestelde 1284 interviews kon echter niet worden gerealiseerd. Op enkele uitzonderingen na ging het telkens om gemeenten in de provincie Antwerpen. In totaal werden 94 verschillende interviewers ingezet, die werden opgevolgd en gecontroleerd door vier supervisoren die elk ´e´en of twee provincies voor hun rekening namen (Limburg en Vlaams-Brabant werden samengevoegd). Interviewers werden ge¨ınstrueerd minstens drie maal langs te gaan op elk adres om zo de kans te verhogen de respondent thuis te vinden. Een vervangadres werd pas gegeven nadat 7
8
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 2.1 − Redenen voor non-response in WADOF
op voldoende wijze was aangetoond dat er inderdaad sprake kon zijn van non-respons. De vragen werden voorgelezen door de interviewers, die ook de antwoorden invulden op de vragenlijst. Voor de respondent waren antwoordkaarten voorzien om het antwoorden makkelijker te maken. Op de training van de interviewers werd duidelijk aangegeven op welke manier meer uitleg kon worden gegeven bij voor de respondent (en/of interviewer) onduidelijke vragen.
2.1.2
Respons en non-respons
Wanneer een respondent niet te contacteren was of niet mee wenste te werken, dan werd deze vervangen door een respondent uit de eerste reservelijst. Non-respons in de eerste reservelijst leidde tot vervanging door een respondent uit de tweede reservelijst enz. De verdeling van de definitieve respondenten over de gebruikte adressenlijsten ziet er als volgt uit: n
%
Basislijst
824
66,03
Eerste reservelijst
260
20,83
Tweede reservelijst
105
8,41
Derde reservelijst
34
2,72
Andere reserve
25
2,00
1248
100,00
Van de 1284 vooropgestelde interviews werden er uiteindelijk 1248 gerealiseerd. In totaal werden 1989 adressen bezocht door onze interviewers, wat resulteerde in 1248 interviews. De totale respons bedraagt dus 62,8%, of een non-respons van 37,3%. De contactbladen, dit zijn bladen die door de interviewers worden ingevuld bij elk contact of poging tot contact, leren ons hoe deze non-respons kan worden opgedeeld; zie Figuur 2.1. De non-respons bestaat voor een deel uit zgn. “non-eligibles”, dit
De burgersurvey Werken Aan De Overheid
9
Figuur 2.2 − Geslacht en leeftijd in WADOF
Figuur 2.3 − Response en leeftijdverdeling (Vlaams Gewest en WADOF)
zijn personen die niet konden worden ge¨ınterviewd omwille van overlijden, ziekte, handicap, verhuis, taalbarri`ere of fouten in de adressenlijst. Wanneer we deze nonrespons (158 gevallen, 21,3% van de totale non-respons) buiten beschouwing laten, dan komen we op een respons van 68,2%. Als we de niet te contacteren respondenten ook nog uit de non-respons halen (niet thuis, of voor langere periode op vakantie), dan verhoogt de respons tot 73,0%. Opvallende elementen in de non-respons zijn onder andere het hoge aantal niet-Nederlandstaligen in Kraainem, wat de dataverzameling aldaar erg bemoeilijkt heeft. De procedure van vervanging van non-respons en reservelijsten moest daar dan ook na twee maand worden verlaten door uitputting van de initi¨ele steekproef. In een aantal gevallen werd per ongeluk de verkeerde persoon ge¨ınterviewd. Vraag R.8, waar de interviewer eigen bijkomende opmerkingen bij het interview kon vermelden, resulteerde in een aantal opmerkingen over de vaagheid van de vragen, en de wens iets uitgebreider in te gaan op een aantal specifieke ervaringen. Ook op de
10
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Tabel 2.1 − Response en non-response per provincie
Provincie
gepland
gerealiseerd
non-respons
respons-ratio
Antwerpen
348
314
209
60,0%
Vlaams-Brabant
216
215
148
59,2%
West-Vlaanderen
264
263
160
62,2%
Oost-Vlaanderen
288
288
139
67,5%
Limburg
168
168
85
66,4%
Totaal
1284
1248
741
62,8%
controlekaartjes waren heel wat opmerkingen geschreven die verband hielden met de ongenuanceerdheid van vragen, de algemeenheid, en de onmogelijkheid om in detail in te gaan op bepaalde gebeurtenissen of ervaringen. Alle contactbladen die betrekking hadden op non-respons werden ingegeven in een data-bestand. Door dit te koppelen aan het adressenbestand uit de steekproef, kon dit bestand verder worden aangevuld met het geboortejaar en geslacht van de respondent, en met de postcode van de verblijfplaats (zie Tabel 2.1 en Figuur 2.2-4). We kunnen echter moeilijk uitsluitsel geven over geografische tendensen in de non-respons, omdat de interviewers elk in een bepaalde regio werken en ook interviewerkenmerken mogelijk aanleiding geven tot meer of minder respons. Wanneer we de leeftijdsverdeling van onze gerealiseerde steekproef naast de re¨ele verdeling van de bevolking van het Vlaams Gewest leggen, dan krijgen we het beeld als in Figuur 2.3.
2.1.3
Controle mechanismen
Om na te gaan of wel degelijk de juiste respondenten werden ge¨ınterviewd werd aan de supervisoren een lijst meegegeven met de geboortedata van de respondenten (ook afkomstig uit het Rijksregister) wat hen toeliet deze te vergelijken met de datum ingevuld op de ingeleverde vragenlijsten. Ten minste twee respondenten per interviewer ontvingen na afname van het interview een controlekaartje dat ze dan (port betaald door bestemmeling) terug dienden te sturen. Van de 202 verstuurde kaartjes werden er 128 aan ons terug bezorgd. Deze kaartjes laten toe na te gaan of de juiste interviewer is langsgegaan, of de interviewer daadwerkelijk een interview heeft afgenomen
De burgersurvey Werken Aan De Overheid
11
en hoe lang het interview heeft geduurd. Deze controlekaartjes gaven geen reden tot bezorgdheid. Analyse van de respons en non-respons leverde een vertekening op in de respons, waarvan echter niet geweten is of deze een effect heeft op de resultaten. De adressenlijsten die door de interviewers werden gebruikt bevatten telkens 12 adressen, gerangschikt naar leeftijd (oudste respondent bovenaan). Nu blijkt, en dat is niet echt verwonderlijk, dat hoe later we komen in de veldwerkperiode, hoe jonger de respondenten worden. Het ingeven van data gebeurde door jobstudenten. Om de kwaliteit van de data-invoer te verhogen werden alle ingegeven vragenlijsten gecontroleerd door een tweede jobstudent. Dit gebeurde in de maanden juni, juli en augustus.
2.2 2.2.1
Tweede methode: WADO per post Strategie
Post- en face-to-face-enquˆete zijn gebaseerd op dezelfde algemene steekproef, en de dataverzameling gebeurde dan ook in dezelfde dorpen en steden. Het face-to-face luik van de survey had uitgewezen dat het aantal Franstaligen in Kraainem heel hoog ligt. Het afnemen van het vereiste aantal interviews vergde hierdoor een vrij hoge investering. Kraainem werd dan ook niet opgenomen in de steekproef voor de postenquˆete. De enquˆete verloopt in 14 ‘golven’. Om de twee weken worden 250 enquˆetes verstuurd. Bedoeling hiervan is de invloed van media events en gebeurtenissen te kunnen opvolgen. In totaal worden dus 3500 vragenlijsten verstuurd. De verzending en het klaarmaken van de enveloppen gebeurde door de verzendingsdienst van de K.U. Leuven. We benutten een gereduceerde Dillman methode1 . De dataverzameling gebeurde als volgt (zie ook de documenten in Appendix C): • dag 1 - respondent ontvangt aankondigingsbrief • dag 5 - respondent ontvangt vragenlijst • dag 13 - respondent ontvangt bedanking annex herinnering. De vragenlijst kon worden teruggestuurd (port betaald door bestemmeling) in een genummerde enveloppe, wat toelaat het veldwerk op te volgen. Bedoeling van de nummering was toe te laten eventueel verdere herinneringen te versturen bij lage respons. Dit is niet nodig gebleken. Alle respondenten kregen ook een bedankings- annex herinneringsbrief met bijgevoegd een kaartje voor aanvraag van een nieuw exemplaar van de vragenlijst voor het geval men deze verloren was. Van deze mogelijkheid werd niet vaak gebruik gemaakt (1 a` 2 gevallen per golf). Voor wat betreft de eerste golven werd de herinnering reeds op dag 11 verstuurd, maar dit bleek te snel, onder andere omdat 1 zie
pag. 10 in Kampen, J. K., B. Maddens, G. Bouckaert & S. Van de Walle (2002). Meten
en operationaliseren van de concepten tevredenheid met en vertrouwen in de overheid binnen de context van survey onderzoek. Leuven: Instituut voor de Overheid.
12
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
in bepaalde gevallen (vooral in golf C) de herinnering bij de respondenten toekwam voor zij de vragenlijst hadden ontvangen, wat een aantal telefonische reacties ontlokte. Zowel aankondigingsbrief als de vragenlijst zelf kondigden aan dat er boeken- en CDbonnen van 25 euro konden worden gewonnen. Er werd rekening gehouden met een respons van 1/3. De werkelijke respons ligt echter veel hoger. De laatste golf werd begin december verstuurd, en de laatste exemplaren werden eind januari teruggestuurd. De steekproef was onderhevig aan veroudering, wat bleek uit het feit dat respondenten soms reeds waren verhuisd. We hebben slechts een beperkt zicht op de omvang van dit fenomeen. De gemiddelde respons over alle golven heen is 61,9%, wat neerkomt op een totaal van 2166 ingevulde enquˆetes. Wanneer we de non-eligibles buiten beschouwing laten (verhuisd, dement, taalproblemen) dan stijgt de respons naar 63,5%. Zie de tabel hieronder voor detail; cijfers tussen haakjes zijn de response zonder non-eligibles. Golf
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
Week
23
25
27
29
31
33
35
37
39
41
43
45
47
49
Respons
63
58
60
64
62
64
62
62
64
60
60
63
62
61
(64
60
61
65
64
66
63
65
66
61
61
65
65
64)
Het blijkt dus wel degelijk mogelijk een hoge respons te behalen door middel van een postenquˆete, hoewel het onduidelijk blijft wat de succesfactoren zijn (aantrekkelijk thema, herinneringsbrieven, universiteit als uitvoerder, verloting cd-bonnen).
2.2.2
Redenen voor non-response
De gegevens met betrekking tot response en non-response in de postenqˆ uete staan in Figuur 2.4 en 2.5. Een postenquˆete geeft minder dan een face-to-face onderzoek zicht op de redenen voor non-respons of uitval. Een aantal respondenten stuurden de vragenlijst oningevuld terug met opgave van een reden hiervoor: te oud, slecht zicht, weinig of geen ervaring met overheidsdiensten (vanwege buitenlander, kloosterling), men voelde zich bevooroordeeld vanwege werkzaam bij de overheid, enz. De belangrijkste redenen waren:
n Adres verkeerd of verhuisd
45
Overleden
15
Mentaal gehandicapt, te oud, ziek, dement
19
Verblijf buitenland
3
Taalprobleem
5
Technische problemen
5
Weigering
3
De burgersurvey Werken Aan De Overheid
13
Figuur 2.4 − Geslacht en leeftijd in WADOP
Figuur 2.5 − Response en leeftijdverdeling (Vlaams Gewest en WADOP)
Bij de herinneringsbrief (zie paragraaf 2.2.1) was een kaartje gevoegd om een nieuw exemplaar aan de vragenlijst aan te vragen mocht deze reeds zijn weggegooid of nooit aangekomen. We ontvingen 28 van deze kaartjes, of ongeveer twee per golf. Dit resulteert in een lichte toename van de respons (0,8%), maar moet in relatie tot de kostprijs worden gezien. De tekst op de kaartjes dient wel aangepast om de psychologische drempel te verlagen2. De herinneringsbrief wordt soms onvoldoende aandachtig gelezen, waardoor de passage “Indien U deze vragenlijst reeds heeft teruggestuurd, dan danken wij U reeds van harte. U hoeft deze brief niet verder te lezen” niet altijd werd opgemerkt. Een aantal respondenten belden op om dit te melden of noteerden dit op de kaart i.v.m. de nazending van een vragenlijst. De passage dient duidelijker op de brief te staan, of de herinnering dient later verstuurd te worden wanneer de teruggestuurde vragenlijsten reeds zijn ge¨ıdentificeerd. In de praktijk is deze laatste oplossing moeilijk omdat de termijn tussen het ontvangen van de vragenlijst en de 2 De
tekst luidt nu: “Ik vind de vragenlijst niet meer terug, gelieve mij een nieuw exemplaar op
te sturen”. Dit legt de ‘schuld’ bij de respondent. Beter zou zijn “Ik vind de vragenlijst niet meer terug of heb ze niet ontvangen”.
14
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 2.6 − Geslacht en leeftijd in APS
Figuur 2.7 − Response en leeftijdverdeling (Vlaams Gewest en APS)
herinnering dan te lang wordt.
2.3
Kostprijs en methode
E´en van de voornaamste redenen om te besluiten tot afname van een postenquˆete in plaats van een interview is de vermeende lagere kostprijs van die methode. E´en van de problemen die wordt geassocieerd met postenquˆetes is de hoge non-response. Een deel van dit verlies is item non-response: om het aantal teruggestuurde vragenlijsten op te drijven kan men er, zoals in ons geval, voor kiezen de vragenlijst in te korten (uitgangspunt was dat het invullen hooguit vijfentwintig minuten zou duren). Garanties biedt inkorten overigens niet: de Copernicus enquˆete was twee A4tjes lang (ter vergelijk, WADOP beslaat er achttien) terwijl de (totale) respons 10% was. Maar om de kostprijs van WADOP en WADOF onderling te vergelijken moet rekening worden gehouden met de lengte ervan. E´en manier om hiervoor te corrigeren is door het totaal aantal beantwoordde items (Q) in rekening te brengen naast het totaal aantal
De burgersurvey Werken Aan De Overheid
15
ge¨ınterviewden (N ). Bijgegeven kostprijs (P ) kunnen we dan de prijs per item (p) en per survey (i) berekenen: pi =
Pi . Ni Qi
We vinden dan een prijs per item gelijk aan 0,17 euro in WADOF en 0,05 euro in WADOP. Hierbij gaan we er vanuit dat alle ge¨ınterviewden alle vragen hebben ingevuld en dat alle vragen een gelijk belang hebben. En verder beschouwen we het bestede fte door co¨ ordinerend personeel als constant voor de twee typen surveys en worden deze kosten niet in de berekening meegenomen. Voor de items die gaan over het vertrouwen van Vlamingen in overheidsinstituten (zie Hoofdstuk 4) zullen we tevens nagaan of er verschillen in item non-response bestaan tussen de drie surveys.
2.4
Overlap met de jaarlijkse APS survey
In samenspraak met de Administratie Planning en Statistiek van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd in 2002 een overlap in vraagstelling gewaarborgd tussen de jaarlijkse APS survey en de WADO surveys (zie Figuur 2.6 en 2.7 voor informatie over de verdeling van geslacht en de response in de APS survey). Omdat de survey “Werken Aan De Overheid” kadert in een langlopend onderzoek over het vertrouwen van Vlaamse burgers in hun overheid in het bijzonder en administraties en diensten in het bijzonder, werd een lange batterij die naar het vertrouwen in een lijst overheidsinstellingen bevraagt in alle drie de vragenlijsten opgenomen. Deze instellingen zijn de politie, het onderwijs, de Vlaamse administratie, de gemeentelijke administratie, het gerecht, het Vlaamse pers, de Vlaamse regering, de Vlaamse politieke partijen, de Kerk, de patroons en werkgevers, het Vlaams parlement, de vakbonden, de Koning, het Belgisch parlement, de Europese Commissie, de Belgische regering, de Waalse politieke partijen, en het leger. In WADO werden aan die lijst toegevoegd: De Lijn, de VDAB, huisvuilophaling, De Post, de NMBS, de VRT, en tenslotte, Guy Verhofstadt en Patrick Dewael3 . In alle surveys werd bovendien bevraagd naar de mate waarin men tevreden is met de werking van de overheidsdiensten, de werking van de democratie in Belgi¨e en in Vlaanderen, alsmede de mate waarin men het ermee eens is met de stelling dat de overheid meer gecontroleerd moet te worden.
3 zie
Van de Walle, S., J. K. Kampen, G. Bouckaert & B. Maddens (2003). Een staalkaart van
het vertrouwen. Het beeld van de ambtenaar bij de Vlaamse burger en tevredenheid met overheidsdienstverlening. Leuven: Instituut voor de Overheid
16
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Hoofdstuk 3
Socio-demografie in drie surveys 3.1
Algemeen verloop van het veldwerk in drie surveys
Het veldwerk van APS en WADOF kwam ongeveer gelijktijdig op gang om eveneens gelijktijdig te eindigen. De interviews vonden plaats tussen week 12 en week 28. In totaal werden voor WADO 1248 enquˆetes afgenomen, waarvan 617 mannen en 631 vrouwen, met tijdsverdeling zoals gegeven in Figuur 3.1. Het interviewen komt traag op gang, doordat er in week 12 en 13 nog een aantal interviewers werd getraind, en omdat de paasvakantie in week 14 en 15 viel. Een deel van de interviewers was midden mei reeds klaar met de opdracht, terwijl een aantal andere interviewers nog aan de opdracht moest beginnen, en tegelijkertijd een aantal nieuwe mensen werd ingezet. De vooropgestelde deadline werd niet gehaald omwille van de hierboven aangehaalde redenen. De laatste interviews werden eind juli afgenomen. De postenquˆete kwam in week 23 op gang en het golvend verloop als gevolg van de tweewekelijkse verzendingen wordt gereflecteerd in de frequentieverdeling rechts in Figuur 3.1. In de praktijk kan de procedure van het verzenden en ontvangen van de postenquˆetes worden verdeeld in vijf actie momenten: 1. Wij versturen 2. De respondent ontvangt 3. De respondent vult in 4. De respondent verstuurt 17
18
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek 5. Wij ontvangen
De tijdspanne tussen moment 1 en moment 5 noemen we de returntijd. De gemiddelde returntijd van de postenquˆetes bedraagt 1,54 weken wat inhoudt dat het grootste deel der enquˆetes binnen anderhalve week werd teruggestuurd. Slechts in uitzonderlijke gevallen duurt het ontvangen van een teruggestuurde enquˆete langer dan vier weken.
3.2
Selectie en opbouw van de gemeentes
Voor WADO (F en P) werden gemeentes geselecteerd in de vijf provincies van Vlaanderen, terwijl in APS ook het Brussels hoofdstedelijk Gewest in de beschouwing werd meegenomen. In Figuur 3.2 staan de gemeentes die werden geselecteerd in APS en WADO afgebeeld op de landkaart van Vlaanderen; zie Appendix A voor een uitputtende lijst van onderzochte gemeenten. Er werd in beide surveys gewerkt met een gestratificeerde tweetrapssteekproef. Voor het samenstellen van de WADO steekproef werden 107 clusters van 12 eenheden toegewezen aan de Vlaamse gemeenten waarbij elke gemeente gerelateerd werd aan zijn bevolking. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd niet in de steekproef opgenomen omwille van praktische overwegingen (cf. identificatie Vlaamse respondenten). In totaal dienden 1284 respondenten in 76 gemeenten ge¨ınterviewd te worden. In sommige gemeenten werden dus meer dan 12 respondenten ge¨ınterviewd (bv. 96 in Antwerpen, 84 in Gent, 36 in Kontich enz.). De 76 gemeenten liggen verspreid over het hele grondgebied van het Vlaams Gewest, zoals Figuur 3.2 duidelijk toont.
3.3 3.3.1
Geslacht, leeftijd en opleiding Mannen en vrouwen
Er is geen reden om aan te nemen dat ten aanzien van het geslacht van de respondenten verschil bestaat tussen de verschillende surveys (zie Tabel 3.1). De Pearson chiquadraat die op onafhankelijkheid toetst is duidelijk insignificant. In alle surveys is het aandeel vrouwen wat groter dan het aandeel mannen, maar dit is ook zo in de Vlaamse populatie en is dus geen grond voor zorgen.
3.3.2
Leeftijd in tien categorie¨ en
Ten aanzien van de leeftijd van de respondenten kunnen evenmin verschillen tussen de surveys worden aangetoond. Voor de variabele leeftijd werd een verdeling in tien categorie¨en gehanteerd die ook in de Vlaamse bevolkingsstatistieken wordt gebruikt. De chi-quadraat is opnieuw insignificant.
Socio-demografie in drie surveys
Figuur 3.1 − Percentage afgenomen interviews per survey in functie van week (links) en de returntijd van de postenquˆetes (rechts)
Figuur 3.2 − De selectie van gemeentes: vereniging en overlap
19
20
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Tabel 3.1 − Socio-demografie
Geslacht
WADOF
WADOP
APS
mannen
617
1062
718
vrouwen
631
1104
759
2
GFX =0,19; df =2; p=.911 Leeftijd
18−19
36
41
34
20−24
99
166
115
25−29
88
154
105
30−34
88
193
120
35−39
141
219
149
40−44
125
211
155
45−49
113
215
150
50−54
116
202
137
55−59
113
184
109
60+
329
580
403
2
GFX =12,3; df =18; p=.833 Onderwijs
Geen, lager onderwijs
229
413
224
Secundair lager ond.
243
264
303
Secundair hoger ond.
381
578
400
Niet univ. kort ond.
218
336
219
Niet univ. lang ond.
61
85
52
Universitair
105
168
89
GFX2 =15,5; df =10; p=.114
Socio-demografie in drie surveys
3.3.3
21
Opleiding in zes categorie¨ en
Het onderwijsniveau werd in WADO gemeten door respondenten ´e´en van de volgende categorie¨en te doen aankruisen: 1. geen 2. lager onderwijs 3. algemeen vormend lager secundair onderwijs 4. technisch lager secundair onderwijs (A3) 5. lager secundair beroepsonderwijs (A4) 6. algemeen vormend hoger secundair onderwijs 7. technisch hoger secundair onderwijs (A2) 8. hoger secundair beroepsonderwijs (A3) 9. hoger onderwijs basisopleiding ´e´en cyclus (3 studiejaren) 10. hoger onderwijs basisopleiding twee cycli (4 of 5 studiejaren) 11. universitair onderwijs 12. andere of bij twijfel Er werden op basis van deze gegevens vijf onderwijs niveaus samengesteld. De eerste categorie omvat respondenten met geen of lager onderwijs (1+2), de tweede omvat het lager secundair onderwijs (3+4+5), de derde het hoger secundair onderwijs (6+7+8), de vierde het niet universitair korte onderwijs (9), de vijfde het niet universitair lange onderwijs (10) en het zesde het universitair onderwijs (11). De verdeling staat in Tabel 3.1. Opnieuw is er geen reden om aan te nemen dat er belangrijke verschillen zijn tussen de verschillende surveys met betrekking tot deze demografische variabele.
3.4
Het wegen van data
Op grond van de vaststelling dat ten aanzien van de socio-demografische variabelen geen verschillen bestaan tussen de drie hier onderzochte surveys kunnen we de vraag of de data moeten worden gewogen om het vergelijk van de surveys onderling betrouwbaar te maken kort en bondig beantwoorden met neen.
22
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Hoofdstuk 4
Het operationaliseren van het context, methode en tijdseffect 4.1
Dummy variabelen in multipele lineaire regressie
Voor het operationaliseren van context en methode worden twee dummy variabelen ingezet. De variabele context neemt waarde −1 aan voor WADO (post en F2F) en waarde 1 voor APS, de variabele methode neemt waarde −1 voor face-to-face en waarde 1 voor post. Dat betekent dat het intercept in lineaire regressies kan worden ge¨ınterpreteerd als het overall gemiddelde over alle surveys (eventueel gecorrigeerd voor andere covariaten), of, als gelijkwaardige interpretatie, dat effecten van variabelen kunnen worden begrepen als afwijkingen van het overall gemiddelde (µ). Het lineaire regressie model dat we opstellen voor elke vertrouwensindicator (V ) is Vmct = µ + Am + Bc +
K
D k tk
(4.1)
k=1
waar voor de methode indicator geldt m=(−1,1), voor de context indicator geldt c=(−1,1), en verder t=(12, ..., 51). Het effect van methode (A) en van context (B) bedraagt bij de gekozen dummy codering twee keer de geschatte parameter, d.w.z. dat het methode effect gelijk is aan 2A en het context effect is gelijk aan 2B. Om na te gaan of een context effect niet in feite een verschil is dat wordt bepaald door de geografische spreiding van de APS en WADO surveys wordt ook telkens een variabele P met p=(−1,1) in rekening gebracht die aangeeft of een respondent uit de doorsnede van de Vlaamse gemeenten komt of niet (zie paragraaf 3.2). De variabele tijd t wordt geoperationaliseerd door de week van afname, terwijl even23
24
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
tuele non-lineaire verbanden in de tijd worden gemodelleerd middels een kde orde Taylor-benadering, d.w.z. dat zolang zij hun significantie behouden, achtereenvolgens hogere machten van tijd in de regressie worden opgenomen1 . In de praktijk volstaat meestal om enkel de effecten van de eerste en tweede macht van t in het model te bepalen. Eventuele pieken en dalen in het tijdsverloop kunnen worden opgespoord door de Taylor benadering te differenti¨eren en nul te stellen. Deze methode spoort overigens enkel trends in de tijd op die een langdurig verloop kennen (meerdere weken). Voor het opsporen van kortstondige pieken (ca ´e´en week) is de methode minder geschikt (zie volgende paragraaf). Naast deze lineaire benadering is het ook van belang om te gaan zien naar de spreiding van antwoorden in functie van methode, context en tijd. De spreiding van de antwoorden vertelt ons iets over de eensgezindheid van de Vlamingen. Hierbij beperken we ons tot een grafische methode.
4.2 4.2.1
De conceptualisering van het tijdseffect Gebeurtenissen in het jaar 2002
Het spreekwoord zegt dat de tijd alle wonden heelt, maar de waarheid is dat de tijd op zich natuurlijk helemaal niets doet. Het zijn de gebeurtenissen in de tijd die effecten kunnen hebben op responsvariabelen. Het zal duidelijk zijn dat met betrekking tot de attitudes die we in de komende paragrafen willen onderzoeken, a priori niet goed geweten is welke gebeurtenissen invloed zullen uitoefenen op welke attitudes. Bovendien bewijst de constatering dat een piek of dal in bv. het vertrouwen in een overheidsinstelling samenvalt met een specifieke gebeurtenis (week) niet dat er een daadwerkelijk oorzakelijk verband is tussen de twee. Zo’n verband kan men hooguit aannemelijk maken op grond van empirie. Ook moeten we erop wijzen dat er ten aanzien van de postenquˆete een time-lag plaatsvindt: de genoteerde weektijd betreft het tijdstip van binnenkomst en kan dus een daling of stijging van vertrouwen weergeven die in feite ´e´en tot vier weken eerder plaatsvond (waarschijnlijk anderhalf a twee weken; zie paragraaf 3.1). Bij de interpretatie van tijdseffecten moet met dat ` verschijnsel rekening worden gehouden. Tijdens de afname van de WADO survey werd getracht om de belangrijke gebeurtenissen, d.w.z. gebeurtenissen die minstens de landelijke pers haalden, zoveel mogelijk te registreren (zie Appendix B). Het jaar 2002 was (opnieuw) een gewelddadig jaar. Zo 1 Een
bespreking van deze techniek, van minder naar meer abstract vindt u in 1) Kampen, J. K.
(2001). The adequacy and interpretation of models for ordinal association. Dissertatie: KUBrussel. 2) Azzalini, A. (1996). Statistical Inference Based on the Likelihood. New York: Chapman & Hall. 3) Leithold, (1968). Calculus with Analytical Geometry. London: Harper-Row.
Het operationaliseren van het context, methode en tijdseffect
25
werd in week 12 een adviseur van de Italiaanse premier Berlusconi vermoord, werden in week 13 gemeenteraadsleden in het Franse Nanterre neergeschoten, werd in week 14 het hoofdkwartier van de Palestijnse leider Arafat belegerd en uiteindelijk door Isra¨elische bommen vernield, werd in week 19 de populaire Nederlandse politicus Fortuyn doodgeschoten, werd de Afghaanse vice-premier vermoord (week 27) en werd een aanslag gepleegd op Chirac (week 28). In week 41 vond een bloedige aanslag op het Indonesische Bali plaats op toeristen, er volgde in week 43 een gijzeling in een Moskous theater die aan 128 gijzelaars het leven kostte, en Washington werd wekenlang door een sluipschutter geteisterd totdat deze in week 43 werd opgepakt. Op politiek gebied vonden een aantal aardbevingen plaats, met name in Frankrijk waar de extreem-rechtse Le Pen tot presidentskandidaat werd verkozen (week 16) om uiteindelijk te worden verslagen door Chirac (week 18), in Nederland valt het kabinet Kok (week 16) en komt vervolgens het Kabinet Balkenende na 87 dagen te vallen ¨ eveneens te (week 29-42), in Oostenrijk kwam de regering door een crisis in de FPO vallen (week 37), in Turkije werden de verkiezingen gewonnen door de islamitische partij AKP (week 44) die in ´e´en klap een meerderheidspartij werd, en de Isra¨elische premier Sharon schreef vervroegde verkiezingen uit (week 45). In week 38 wint het kabinet van bondskanselier Schr¨ oder nipt de verkiezingen, ondermeer op grond van anti-oorlogsrethoriek. De wereld komt immers langzaam maar zeker in de ban van de oorlog tegen Irak, dat in week 36 door de VS en het VK wordt gebombardeerd, terwijl in week 45 de ultieme resolutie 1441 unaniem door VN wordt goedgekeurd en de VS in week 51 verklaart het dossier van de wapeninspecteurs onvolledig te vinden. Moeder Natuur zorgde voor de nodige overstromingen (Oost-Europa, week 33) en aardbevingen (Itali¨e, week 44; Belgi¨e, week 30), en moest tevens de nodige aanvallen verduren; met name in Antarctica waar met verbijsterende snelheid ijsplaten afbrokkelen (week 10), en in Spanje waar een olieramp plaatsvindt door het breken van de tanker Prestige (week 47). Ook op binnenlands niveau vinden de nodige gebeurtenissen plaats. Zo is er een crisis rond wapenleveringen aan Nepal die uiteindelijk minister Aelvoet doet besluiten op te stappen (week 35), is er commotie rond de nieuwe kieswet die uiteindelijk toch wordt aangenomen (week 39), roert de islamitische gemeenschap zich in Antwerpen onder leiding van de politiek activist Jahjah door het instellen van burgerpatrouilles (week 44-49), zijn er gevallen van boekhoudfraude bij het MVG (week 35) en het Milieu en Natuurfonds (week 37), vindt bij de NMBS een bestuurscrisis plaats die uitmondt in de benoeming van Vinck (week 24), worden monsterboetes voor verkeersovertredingen voorgesteld (week 40) en zouden de Vlaamse ambtenaren een loonsverhoging krijgen van rond de 10% (week 30). Beurtelings is de VLD de grootste in de peilingen (week 38) en dan de CD&V (week 44). Vlaanderen wordt door de VN aangewezen als de meest welvarende regio ter wereld (week 41), maar moet ook constateren dat het de
26
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Kyoto normen niet kan halen (eveneens week 41) terwijl het van de OESO krijgt te horen dat er te vroeg op pensioen wordt gegaan (week 44) en het loonmatigingen moet invoeren (week 48). Week 47 en 48 staan in het teken van de discussie over de nachtvluchten vanuit Zaventem. In week 49 wordt aangekondigd dat Philips zijn vestiging in Hasselt zal sluiten, en week 50 is er ´e´en van sociale onrust bij vissers, ambtenaren, zorgverstrekkers en Philips werknemers. Er worden in 2002 een groot aantal wetten gestemd, bijvoorbeeld de kieswet (week 39; de eerste stemming hierover, in week 37, mislukte door een defect aan de stemmachine), uitzondering tabakswet i.v.m. Francorchamps (week 47), homohuwelijk (week 48), anti-dicriminatiewet (week 50), ecotaks (week 50), en een nieuwe verkeerswet (week 51).
4.2.2
Het duiden van trends en media events in de tijd
Naast een lineaire (of exponenti¨ele) toename of afname van het vertrouwen kunnen schandalen of media events ervoor zorgen dat bepaalde pieken of dalen zichtbaar zijn in het gemeten vertrouwen. We dienen ons hierbij af te vragen of een gebeurtenis een permanente invloed heeft op het niveau van vertrouwen, dan wel of deze invloed van voorbijgaande aard is. Ook moet worden bekeken hoe korte termijnevoluties zich tot de algemene trends verhouden. De grafieken in Figuur 4.1 geven een zestal mogelijke evoluties weer, die hieronder worden opgesomd. (I) Een gebeurtenis be¨ınvloedt het niveau van vertrouwen, maar de impact is van voorbijgaande aard.
Het vertrouwen herstelt zich op een vroeger (stabiel)
niveau. (II) Een gebeurtenis zorgt voor een blijvende daling van het basisniveau van vertrouwen. (III) We observeren een gebeurtenis met een negatieve impact, maar deze situeert zich binnen een stijgende tendens. (IV) We observeren een gebeurtenis met een negatieve impact, en deze situeert zich binnen een dalend tendens. (V) De gemeten gebeurtenis situeert zich binnen een grillig patroon van schommelingen, zodat moeilijk vast te stellen is hoe de momentopnamen (kader) zich verhoudt tot de algemene evolutie van het vertrouwen. (VI) Schommelingen in het vertrouwen komen op regelmatige tijdstippen terug. Deze kunnen eventueel samenhangen met de progressie in de legislatuur of met seizoensschommelingen. In de huidige opzet van modelleren kunnen evoluties (I), (II), (III) en (IV) in kaart worden gebracht. Situatie (V) is een chaotische toestand. En voor seizoensgebonden fluctuaties is een geprolongeerde studie nodig.
Het operationaliseren van het context, methode en tijdseffect
27
Figuur 4.1 − Typologie van effecten in de tijd
4.2.3
Het modelleren van pieken en dalen
Kortstondige schommelingen van het vertrouwen in de tijd kunnen worden opgespoord door voor elke afnameweek een dummy variabele aan te maken (in dit geval, een totaal van 39 dummy variabelen corresponderend met week 12−51), deze in de lineaire regressie in te brengen en de significante effecten per week op te tekenen. Deze methode is echter even onelegant als hij ineffectief is: het onderscheidingsvermogen van een dergelijke toetsing is laag door het groot aantal parameters dat in de regressie moet worden geschat. Bovendien houdt de methode geen rekening met het time-lag effect dat het gevolg is van de onregelmatige terugzending van de postenquˆetes. Een gebeurtenis in week 20 heeft in de postenquˆete immers het grootste effect in week 21, terwijl het effect langzaam uitdooft in de loop van week 22 en 23. Het beste is om het effect van een gebeurtenis te modelleren door een venster vast te stellen. In deze studie hanteren we de volgende variabelen om schommelingen in de tijd te operationaliseren: 1. Voor week 12−51 een Taylor benadering als in formule 4.1 om langdurige trends op te sporen. 2. Voor week 12−51 door een dummy variabele Ut waarvoor geldt us = 1 voor s ≤ t en us = −1 voor s > t om abrupte niveau wijzigingen vanaf week t op te sporen (grafiek type II). 3. Voor week 12−28 door een dummy variabele Xt met waarden xt =(0, 1) om pieken en dalen in APS en WADOF corresponderend met week t op te sporen 4. Voor week 22−51 door een variabele Wt waarvoor geldt: • Wt =10 als week van terugsturen gelijk is aan t • Wt =50 als week van terugsturen gelijk is aan t + 1
28
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek • Wt =30 als week van terugsturen gelijk is aan t + 2 • Wt =10 als week van terugsturen gelijk is aan t + 3 om pieken en dalen in WADOP op te sporen.
Het venster beslaat derhalve vier weken, en de getalswaarden voor Wt zijn gekozen op grond van het verloop van de returntijd in Figuur 3.2. In woorden wil de operationalisering zeggen dat we verwachten dat met betrekking tot de postenquˆetes het grootste effect van een gebeurtenis in week t wordt verwacht in week t + 1, er nog een behoorlijk effect wordt verwacht in week t + 2 en een uitdoving in week t + 3.
4.3
Procedure
De lineaire regressies noodzakelijk om de context, methode en tijdseffecten te schatten zullen worden uitgevoerd op een bestand waarin de data van de drie verschillende surveys zijn samengevoegd. De analyses worden uitgevoerd in SPSS voor Windows 11.0. In formulevorm ziet het multipele regressie model er zo uit: Vmct = µ + Am + Bc + Hp +
K k=1
D k tk +
51
Gt ut +
t=12
28 t=12
Et xt +
51
Ft wt
(4.2)
t=22
waar G abrupte niveau wijzingen en E en F de amplitudes van de pieken en dalen modelleren; H meet de significantie van de locatie van afname van de survey. In de uiteindelijke procedure om de regressie modellen te schatten maken we gebruik van een zgn. stepwise analyse, wat inhoudt dat enkel de sterkste effecten worden gemodelleerd. De analyse wordt daarmee zuiver exploratief, in diervoege dat we geen vooraf vastgestelde tijdseffecten veronderstellen. We hanteren voor de te behouden variabelen in het model een significantie niveau van 5%. We wijzen er met nadruk op dat deze keuze van het niveau van significantie ertoe kan leiden dat een aantal (om precies te zijn: ´e´en op twintig of vijf procent) van de gerapporteerde tijdseffecten die worden gevonden in de komende analyses in feite onbestaande waren: binnen de statistiek is dat gekend als een fout van de eerste soort. In een confirmatieve analyse, daar waar van bepaalde beleidsmaatregelen of gebeurtenissen a priori is geweten (of wordt verwacht) dat zij invloed zullen hebben op de uitkomst variabele, is de keuze van een stringenter significantie niveau aangewezen.
Hoofdstuk 5
Regering, democratie en beleid 5.1 5.1.1
De metingen van vertrouwen in de overheid Vraagstelling en item non-response
APS, WADOP en WADOF bevatten alle drie een vragenbatterij die betrekking had op de mate dat een respondent vertrouwen heeft in een rij van een ruime twintig overheidsinstituten. Deze vragenbatterij werd voor het eerst in de huidige vorm binnen APS gesteld in 1997, terwijl de lijst in WADO nog werd uitgebreid met een tiental andere instituten met behoud van vraagvolgorde. Tabel 5.1 geeft de respons weer op deze items in 2002 in termen van gemiddelde, spreiding, en non-respons in procenten. Meest opvallende is misschien wel de hoge non-respons bij de items Europese Commissie en Waalse politieke partijen in de interviews (WADOF en APS) terwijl non-response op deze items in de postenquˆete gewone waarden (rond de 3%) aanneemt. Er geldt in het algemeen dat scores in WADOF het hoogst en in WADOP het laagst zijn. Markante verschillen tussen APS en WADOF zijn dat respondenten in APS eerder wantrouwend en respondenten in WADOF eerder vertrouwend staan tegenover de Vlaamse regering en parlement, en dat respondenten in WADOF veel negatiever staan tegenover de Koning en leger. Verder is het opvallend dat de eensgezindheid van de vertrouwensoordelen (gemeten door de standaarddeviatie sd) in WADOF het hoogste is en in APS het laagste. De meeste spreiding bestaat er ten aanzien van de Koning, gevolgd door het leger en het gerecht; terwijl de grootste eensgezindheid kan worden genoteerd voor het onderwijs, dat in alle enquˆetes ook het hoogste vertrouwensoordeel krijgt. We beschouwen in de volgende paragrafen de Belgische en Vlaamse regering in groter detail. Een aantal andere overheidsinstellingen worden in Hoofdstuk 6 besproken. 29
30
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Tabel 5.1 − Observaties van vertrouwensitems
WADOF
WADOP
APS
µ
sd
%
µ
sd
%
µ
sd
%
politie
3.4
.82
3.7
3.1
.88
1.6
3.3
.91
0.6
onderwijs
3.8
.65
1.2
3.7
.68
3.0
3.8
.72
1.4
Vlaamse administratie
3.3
.70
2.8
3.1
.69
2.8
3.2
.82
6.2
gemeentelijke administratie
3.4
.76
1.3
3.2
.81
2.0
3.3
.84
2.0
gerecht
3.0
.92
2.7
2.5
.96
3.0
2.7
.98
3.2
Vlaamse regering
3.2
.73
2.7
3.0
.79
2.7
2.9
.86
2.5
Vlaamse politieke partijen
2.9
.75
3.3
2.7
.82
2.8
2.7
.85
2.8
Vlaams parlement
3.2
.70
4.0
3.0
.78
3.6
3.0
.80
5.1
Koning
3.1
1.1
2.0
3.0
1.1
2.3
3.2
1.0
2.8
Belgisch parlement
3.1
.73
3.8
2.9
.81
2.8
3.0
.82
3.7
Europese Commissie
3.0
.87
8.1
2.8
.90
2.9
2.9
.86
9.5
Belgische regering
3.1
.77
2.6
2.9
.85
2.7
2.9
.85
2.8
Waalse politieke partijen
2.5
.78
15.0
2.3
.85
3.4
2.4
.87
9.7
leger
2.9
.92
5.8
2.8
.94
2.8
3.0
.94
4.5
Getabelleerd staan het gemiddelde (µ), de standaardafwijking (sd), en het percentage item nonresponse.
5.1.2
Vertrouwen in de Belgische regering
Als eerste zullen we gaan kijken naar het vertrouwen in de Belgische regering. De geschatte parameters volgens het in paragraaf 4.3 beschreven model staan in Tabel 5.2. Het is echter verhelderender om Figuur 5.1 te beschouwen. Hier worden de waargenomen gemiddelde niveaus van vertrouwen afgebeeld als functie van week en voor de drie surveys apart. De geschatte vertrouwensniveaus volgens bovenstaand model staan afgebeeld aan de rechterzijde van die figuur, en laten zien dat de methode en context effecten bestaan: de laagste vertrouwensniveaus worden opgetekend in de postenquˆete, wat het methode effect verklaart: mensen in de postenquˆete scoren gemiddeld 0,21 punten lager dan mensen die werden ge¨ınterviewd. Echter, ook de context bepaalt in hoge mate de uitkomst: mensen in WADO scoren gemiddeld 0,19 punten hoger dan in APS. Er is geen langdurige trend in de data waarneembaar, maar wel een abrupte stijging van het vertrouwen in week 25 en een abrupte daling
Regering, democratie en beleid
31
in week 49 die te maken kan hebben met economische problematiek ten aanzien van de werkgelegenheid of onenigheid met betrekking tot de wetten die in die tijd werden aangenomen (zie paragraaf 4.2.1). Als we vervolgens gaan onderzoeken hoe het staat met de spreiding van de antwoorden in de tijd (zie Figuur 5.3), dan valt op dat de standaarddeviatie van de antwoorden binnen WADOF gemiddeld lager is dan binnen APS en WADOP. Met andere woorden, respondenten in WADOF zijn eensgezinder dan respondenten in de andere surveys. De opleving sinds week 25 zou te maken kunnen hebben met een opleving van het gevoel van Belgische nationaliteit als gevolg van het WK voetbal ’02 dat werd gespeeld in week 24-25 met redelijke resultaten voor het Belgisch elftal, en de prestaties van de tennisters Henin en Klijsters die in dit seizoen niet onverdienstelijk speelden. Het is geweten dat Vlamingen die zich eerder Belg voelen dan Vlaming meer vertrouwen hebben in de federale regering1 . Een opleving van de gevoelens van nationale identiteit wordt na week 24 inderdaad opgetekend in WADOF, maar in WADOP ontbreekt een meting zodat we deze hypothese niet verder kunnen uitwerken. We willen er hier wel op wijzen dat dit soort hypothesen enkel in longitudinale datasets kunnen worden getoetst.
5.1.3
Vertrouwen in de Vlaamse regering
We herhalen de bovenstaande oefening voor het vertrouwen in de Vlaamse regering (zie Figuur 5.2). Ook hier zijn duidelijke verschillen tussen de drie surveys waar te nemen: WADOF is overwegend vertrouwender dan APS en WADOP. Dat blijkt ook uit het lineaire model (Tabel 5.2). Uit de grafische weergave van dat model blijkt dat de APS respondenten gemiddeld het laagste niveau van vertrouwen rapporteren, maar het verschil tussen deze enquˆete en de postenquˆete blijkt ´en voor het vertrouwen in de Belgische regering (Figuur 5.1) ´en voor het vertrouwen in de Vlaamse regering niet bijzonder groot te zijn. Er lijkt ten aanzien van de Vlaamse regering evenwel geen effect van tijd te bestaan: een lineaire trend geeft althans geen significant resultaat. In week 16 wordt wel een kleine inzinking in het vertrouwen opgetekend. Ook ten aanzien van de eensgezindheid geldt dat dit, net als voor de Belgische regering, het laagste is in APS en het hoogste in WADOF (zie Figuur 5.3).
5.1.4
Vertrouwen in de overheid
Enkel in de WADO enquˆete werd de uiterst algemene vraag gesteld: in hoeverre heeft u vertrouwen in de overheid. Uit een empirische studie blijkt dat het begrip “de 1 Kampen,
J. K. & G. Molenberghs (2002). Vertrouwen in de regering en tevredenheid met het
gevoerde beleid. In: Billiet, J. & M. Swyngedouw (Eds.). De kiezer heeft zijn redenen. Leuven: ACCO.
32
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 5.1 − Vertrouwen in de Belgische regering (links: geobserveerd; rechts: lineair geschat met context, methode en tijdseffect)
Figuur 5.2 − Vertrouwen in de Vlaamse regering (links: geobserveerd; rechts: lineair geschat met context, methode en tijdseffect)
Figuur 5.3 − Standaarddeviatie van het vertrouwen in de Belgische regering (links) en de Vlaamse regering (rechts)
Regering, democratie en beleid
33
Tabel 5.2 − Multipele regressie (vertrouwen en controle)
Belgische
Vlaamse
Controle van
regering
regering
De overheid
Constante
2,93
2,98
2,67
4,07
Methode
−0,105
−0,128
−0,091
0,099
Context
−0,095
−0,104
x
0,114
E12
-
-
-
−0,502
E16
-
−0,109
-
-
G18
-
-
-
0,048
G25
−0,055
-
-
-
G46
-
-
-
0,062
F49
−0,075
-
-
-
G50
-
-
0,112
-
F51
-
-
-
de overheid
−0,014
E: dal of piek − F : dal of piek met time-lag − G: niveauverandering
overheid” samenhang vertoont met politieke instellingen en met overheidsdiensten en administraties2 . In Figuur 5.4 staat de evolutie grafisch afgebeeld. Het vertrouwen in de overheid blijkt betrekkelijk stabiel te zijn, maar kent vanaf week 50 een daling van het peil tot onder het middelpunt van de schaal. Uit de lijst gebeurtenissen die werden opgetekend (Appendix B) blijkt dat de overheid in deze periode veelvuldig en in verschillende hoedanigheden in het nieuws is gekomen (goedkeuring van diverse wetten, massa-ontslagen, arrestatie Abou Jahjah, enz.). Deze hebben hun effect op het vertrouwen in de overheid blijkbaar niet gemist.
5.1.5
Controle van de overheid
Er is een bekend gezegde van Lenin (en auditoren) welke luidt: “Vertrouwen is goed maar controle is beter.” De onderzoekers van het project Burgergericht Bestuur hebben besloten om naast metingen van het vertrouwen in de overheid(sinstellingen), 2 Kampen,
J. K. & Van de Walle (2003). Het vertrouwen van de Vlaming in de overheid opgesplitst
naar dimensies en indicatoren, Vlaanderen Gepeild 2003: 177-197.
34
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 5.4 − Vertrouwen in de overheid (links: geobserveerd; rechts: lineair geschat met methode en tijdseffect)
Figuur 5.5 − Controle van de overheid (links: geobserveerd; rechts: lineair geschat met context, methode en tijdseffect)
nog de volgende vraag te stellen: In hoeverre bent U het ermee eens dat de overheid meer gecontroleerd moet worden.
De meting geschiedde in APS en WADO op identieke vijfpuntsschalen: 1=‘Helemaal oneens’, 2=‘Oneens’, 3=‘Niet eens, niet oneens’, 4=‘Eens’ en 5=‘Helemaal eens’. Het gemiddelde op deze schaal staat in functie van tijdstip van afname in Figuur 5.5; modelparameters vindt u in Tabel 5.2. Meest opvallend is dat met betrekking tot dit item, in alle drie de surveys men deze stelling in hoge mate onderschrijft. Opvallend is ook dat in WADOF de meest gematigde antwoorden worden gegeven terwijl het verschil tussen APS en WADOP in feite minimaal is (maar statistisch significant). Een langdurige daling is zichtbaar vanaf week 18. Verder is opvallend dat de noodzaak voor meer controle minder groot wordt geacht vanaf ongeveer week 46 en
Regering, democratie en beleid
35
in week 51 zelfs een gevoelig dieptepunt kent; de neerwaartse trend is sterk significant. Een verklarende hypothese luidt dat in antwoord op de de kwestie rond de etnisch ge¨ınspireerde burgermilities in Antwerpen die tot taak hadden de politie in haar werkzaamheden te controleren, een verschijnsel dat sedert week 44 de media begon te domineren, het merendeel der Vlamingen een afwijzende houding ten opzichte van de idee van controle van de overheid heeft aangenomen.
5.2
Tevredenheid met de werking van de democratie
In de drie enquˆetes werden vragen gesteld naar de mate waarin men tevreden is met de werking van de democratie op lokaal, regionaal en nationaal niveau. De overlap tussen APS en WADO bestond in de vraag naar de werking van de democratie in Belgi¨e en de werking van de democratie in Vlaanderen. In WADO werd de vraag beantwoord op een vijfpuntsschaal: 1=‘Heel ontevreden’, 2=‘Ontevreden’, 3=‘Niet tevreden, niet ontevreden’, 4=‘Tevreden’, 5=‘Heel tevreden’. In APS heeft men gekozen voor antwoordcategorie¨en 1=‘Helemaal niet tevreden’, 2=‘Eerder niet tevreden’, 3=‘Eerder tevreden’ en 4=‘Zeer tevreden’. In APS werden respondenten met andere woorden gedwongen te polariseren met betrekking tot deze items. Om een onderling vergelijk van de items te faciliteren werd besloten om de twee hoogste categorie¨en in APS te hercoderen (3=4, 4=5) zodat de range van de variabelen gelijk werd en bij 50−50% verdeling van Vlamingen over deze questie het gemiddelde gelijk is aan 2,5.
5.2.1
In Belgi¨ e
Met betrekking tot de tevredenheid met de werking van de democratie in Belgi¨e kan men vaststellen dat de Vlaming overwegend tevreden is (zie Figuur 5.6 en Tabel 5.3). De tevredenheid kent een inzinking in week 34 die mogelijk samenhangt met de politieke commotie in verband met de wapenleveringen aan Nepal (week 34-35) en die leidde tot het ontslag van Magda Aelvoet als minister van Gezondheidszorg (maar als gevolg van haar verantwoordelijkheid als vice-premier van Agalev). Een lichte opleving vindt plaats in week 26.
5.2.2
In Vlaanderen
In Figuur 5.7 staan de geobserveerde en gemodelleerde tevredenheidsniveaus met de werking van de democratie in Vlaanderen afgebeeld; in Tabel 6.3 staan de modelparameters opgetekend. Opnieuw geldt dat de Vlaming overwegend tevreden is. Er worden twee oplevingen genoteerd: een kleine in week 26 en een grotere in week 30.
36
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Tabel 5.3 − Multipele regressie op tevredenheidsitems (werking democratie)
Belgische
Vlaamse
democratie
democratie
Constante
3,27
3,19
Methode
−0,145
−0,152
Context
0,059
−0,058
E26
0,118
0,142
F30
-
3,92E−03
F34
−3,54E−03
-
E: dal of piek − F : dal of piek met time-lag − G: niveauverandering
5.3
Tevredenheid met beleidsdomeinen
Uit een multivariate studie (Kampen & Van de Walle, 2003) blijkt dat de tevredenheid met vier specifieke beleidsdomeinen invloed uitoefent op het vertrouwen in politieke instituten, namelijk Justitie, Pensioenen, Veiligheid en Ordehandhaving, en Tewerkstelling. Tevredenheidsniveaus met betrekking tot deze beleidsdomeinen werden (enkel) opgetekend in de WADOF en WADOP. Naast deze vier beleidsdomeinen werden nog vier andere tevens in WADO bevraagd: Verkeersveiligheid, Onderwijs, Milieu en Ziekteverzekering. Zie Tabel 5.4 en Figuur 5.8−15. Met betrekking tot deze beleidsdomeinen wordt vastgesteld dat respondenten in de postenquˆete overwegend ontevredener zijn dan respondenten die werden ge¨ınterviewd. Er is enige dynamiek in de tijd te bespeuren met betrekking tot de tevredenheidsniveaus.
5.3.1
Justitie
Zie Figuur 5.8. Wat betreft het justitiebeleid geldt dat een abrupte niveaustijging plaatsvindt in week 21. Een verklaring hiervoor op grond van een gebeurtenis in dit beleidsdomein zoals opgetekend in Appendix B kan niet worden gegeven.
5.3.2
Pensioenen
Dit beleidsveld kent geen methode effect. Bij Pensioenen wordt in week 22 een opleving genoteerd, terwijl vanaf week 36 een langdurige daling wordt geregistreerd; zie
Regering, democratie en beleid
37
Tabel 5.4 − Multipele regressie op beleidsitems
Justitie
Pensioenen
Veiligheid en
Tewerkstelling
ordehandhaving Constante
2,67
2,99
3,06
3,13
Methode
−0,227
-
−0,118
D2
-
-
-
−0,051 −9,1E−05
G14
-
-
0,083
-
E18
-
-
-
−0,212
G21
−0,069
-
-
-
E22
-
0,308
-
-
-
4,68E−03
-
F30
-
F35
-
-
-
4,04E−03
G35
-
0,058
-
-
F51
-
-
0,013
-
Verkeersveiligheid
Onderwijs
Milieu
Ziekteverzekering
Constante
2,80
3,60
2,85
3,38
Methode
−0,043
-
−0,061
−0,060
Locatie
-
-
-
0,087
F30
5,71E−03
-
-
-
F33
-
-
−4,62E−03
G35
-
-
-
−0,075
G37
-
-
-
0,146
F40
-
-
-
5,74E−03
F42
-
−5,08E−03
-
-
F49
-
−5,16E−03
-
-
G49
-
-
0,086
-
E: dal of piek − F : dal of piek met time-lag − G: niveauverandering
38
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 5.6 − Tevredenheid met de democratie in Belgi¨e (links: geobserveerd; rechts: lineair geschat met context, methode en tijdseffect)
Figuur 5.7 − Tevredenheid met de democratie in Vlaanderen (links: geobserveerd; rechts: lineair geschat met context, methode en tijdseffect)
Figuur 5.9. Er is in dit domein tamelijk weinig nieuws: Agalev, SPA en Spirit stellen in week 23 voor dat gemeentes een ouderenbeleidsplan moeten opstellen. In week 44 stelt de OECD dat in Belgi¨e (nog steeds) te vroeg op pensioen wordt gegaan.
5.3.3
Veiligheid en Ordehandhaving
De evolutie staat in Figuur 5.10. De tevredenheid ten aanzien van het beleid met betrekking tot de Veiligheid en Ordehandhaving kent twee oplevingen: een kleine in week 30, en een grote in week 49 die volgt op de arrestatie van Abou Jahjah die werd beschuldigd van het oprichten van burgermilities (zie paragraaf 4.2.1). Het kan niet worden uitgesloten dat het ´e´en verband houdt met het ander.
Regering, democratie en beleid
5.3.4
39
Tewerkstelling
Tewerkstelling is het eerste item waar de betrekkelijk complexe methode om trends in de tijd op te sporen effect sorteert; zie Figuur 5.11. De tweede orde Taylor benadering is significant, en de negatieve parameter D2 houdt in dat de tevredenheid met dit beleidsdomein in de tijd volgens een bergparabool verloopt. De empirische resultaten laten geen twijfel dat de Vlaming zich in toenemende mate bezorgd maakt over dit beleidsdomein. Na week 35 wordt een kortstondige opleving geregistreerd (type IV; zie paragraaf 4.2.2), maar de trend is met name in de laatste weken van 2002, wanneer o.a. Philips in Hasselt de deuren sluit, dalend. De pers geeft op verschillende tijdstippen berichtgeving over het Tewerkstellingsbeleid. In week 13 wordt aangekondigd dat uitzendarbeid voor het eerst in dertig jaar wordt toegelaten in bouwsector. In dezelfde week bereikt minister van Werkgelegenheid Onkelinx (PS) een ontwerpakkoord met de sociale partners. In week 16 wordt het decreet goedgekeurd: cao’s kunnen voortaan op Vlaams niveau worden afgesloten. Tezelfdertijd protesteren onthaalmoeders tegen hun nepstatuut vastgesteld door minister van Sociale Zaken Vandenbroucke (SPA). Het ontslag van 350 werknemers van de autostoelenfabriek Johnson Controls in Anderlecht wordt gemeld in week 24. De arbeidsministers Landuyt en Onkelinx stellen in week 36 dan weer dat cao’s voortaan een federale ´en een regionale handtekening vereisen.
5.3.5
Verkeersveiligheid
Zie Figuur 5.12. De tevredenheid met dit beleidsdomein kent een lichte opleving in week 30. Steve Steveart en Isabelle Durant kwamen verschillende malen in het nieuws en in amusementsprogramma’s om de flitscamera’s te verdedigen. Opvallend is verder de berichtgeving rond ongelukken in de weekeinden en een aantal aanrijdingen met dodelijke afloop waarbij kinderen waren betrokken.
5.3.6
Onderwijs
Voor het domein Onderwijs geldt evenals voor Pensioenen dat een methode effect ontbreekt; zie Figuur 5.13. De tevredenheid kent twee inzinkingen: ´e´en in week 42 (wanneer er discussie is over de oprichting van moslimscholen) en ´e´en in week 49. Het Onderwijs komt een paar keer in het nieuws, o.a. in verband met de fusies van verschillende Hogescholen (Brussel) en universiteiten (Antwerpen). Het departement Onderwijs meldt in week 13 dat ´e´en op drie leerlingen in het secundair onderwijs een achterstand heeft. En minister-president Dewael zegt in week 21 60 miljoen euro extra in het wetenschappelijk onderzoek te willen investeren. We vinden geen weerslag van deze gebeurtenissen in de data.
40
5.3.7
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Milieu
In week 33 is een inzinking in de tevredenheid met het beleidsdomein milieu zichtbaar (Figuur 5.14), en na week 49 daalt de tevredenheid gevoelig. De laatste daling in de tevredenheid met het milieubeleid volgt met wat vertraging op het breken van de Prestige voor de kust van Spanje in week 47, een ramp die nog weken de gemoederen bezighield. Het milieubeleid komt enige malen in het nieuws, onder andere door het door Magda Aelvoet gewenste windmolenpark voor de kust van Knokke (week 26), en de melding van de Vlaamse Milieumaatschappij dat de riolen niet goed werken (week 14). Bovendien kan Belgi¨e de Kyoto normen niet halen (week 41). De Vlaamse regering keurt in week 26 een klimaatplan goed: er komen subsidies voor energiesparen.
5.3.8
Ziekteverzekering
Dit beleidsdomein kent naast een methode ook een locatie effect (Figuur 5.15). De evolutie van de tevredenheid verloopt met schokken: er is een opleving gedurende week 35-36 die wordt gevolgd door een daling die de rest van het jaar aanhoudt in week 37; in week 40 wordt een opleving gevonden. Ook het beleid ten aanzien van de Ziekteverzekering komt meermaals in het nieuws. In week 16 worden de voorstellen met betrekking tot euthanasie en palliatieve zorg door de Kamer goedgekeurd. Protest tegen Vogels door gehandicapten plus begeleiders Brussel vindt plaats in week 17. In week 23 eist minister Vogels 150 miljoen euro extra voor de gezondheidszorg. In week 24 wordt gesteld dat kinesisten in 70 % van de gevallen remgeld moeten eisen. In week 35 wordt voorgesteld mensen te laten betalen voor het gebruik van de spoedafdelingen van ziekenhuizen. In week 36 zijn de ziekenhuizen duurder geworden. In week 38 is er discussie over de afschaffing van de zorgpremie. In week 40 is er het eerste gebruik van de euthanasiewet. In week 41 worden financi¨ele problemen gemeld bij gehandicaptenzorg en probleemjongeren. In week 44 wil Vandelanotte een stijging van de ziekteverzekering. In week 51 zijn er tariefverhogingen bij artsen ziekenfondsen. Er is kortom, veel te doen over dit thema in 2002.
Regering, democratie en beleid
Figuur 5.8 − Tevredenheid met beleid: Justitie
Figuur 5.9 − Tevredenheid met beleid: Pensioenen
Figuur 5.10 − Tevredenheid met beleid: Veiligheid en ordehandhaving
Figuur 5.11 − Tevredenheid met beleid: Tewerkstelling
41
42
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 5.12 − Tevredenheid met beleid: Verkeersveiligheid
Figuur 5.13 − Tevredenheid met beleid: Onderwijs
Figuur 5.14 − Tevredenheid met beleid: Milieu
Figuur 5.15 − Tevredenheid met beleid: Ziekteverzekering
Hoofdstuk 6
Overheidsdiensten en administraties In dit hoofdstuk bekijken we de vertrouwens- en tevredenheidsniveau’s met betrekking tot een aantal specifieke overheidsdiensten, te weten de politie, De Post, het onderwijs, de vuilnisophaal, De Lijn en de NMBS. Vertrouwensniveau’s voor de politie en het onderwijs werden opgetekend in APS en in WADO; de overige diensten werden enkel in WADO bevraagd. We geven de evoluties weer in de tijd en geven telkens een lijstje van momenten waarop de dienst direct of indirect in de aandacht kwam, zonder evenwel de pretentie te hebben een (sluitend) verklarend kader voor eventuele schommelingen in de tijd aan te reiken.
6.1
Tevredenheid met de werking van overheidsdiensten
Als allereerste kijken we naar een algemene vraag over de mate waarin men tevreden is met de werking van de overheidsdiensten; zie Figuur 6.1. Deze kent een negatief methode effect: de respondenten in de postenquˆete zijn ontevredener dan de ge¨ınterviewden. Maar let op: dit is het eerste item waar g´e´en context effect blijkt te bestaan. Met andere woorden, tussen APS en WADO bestaat, gecorrigeerd voor het methode effect, geen verschil! We blijven in het ongewisse waarom niet. W´el blijkt er een verschil te bestaan tussen de gemeenten die enkel in APS of in WADO werden bevraagd enerzijds en de gemeenten die in beide surveys waren opgenomen. Door dit effect bibbert de modelcurve enigszins; daar de verdeling van de twee clusters gemeentes ongeveer constant is gedurende het survey verloop worden geen grote sprongen van de vertrouwensniveaus waargenomen. We constateren verder een korte opleving van de tevredenheid in week 20 en een inzinking in week 39 die we voor43
44
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 6.1 − Tevredenheid met de werking van de overheidsdiensten (links: geobserveerd; rechts: lineair geschat met methode, locatie en tijdseffect)
alsnog niet kunnen verklaren. Misschien dat inzicht in een aantal specifieke diensten hierover uitsluitsel kan geven. De meeste details kunnen enkel uit de WADO enquˆetes worden opgemaakt. Maar het vertrouwen in de Vlaamse administratie en de gemeentelijke administratie, en ook de politie en het onderwijs werden in WADO ´en in APS bepaald.
6.2
Vertrouwen in de Vlaamse administratie
De Vlaamse administratie stond twee keer in meer of mindere mate in de schijnwerpers van de pers: ten eerste, door de aangekondigde loonsverhogingen in week 30, en ten tweede door het geval van boekhoudfraude in week 35. In Figuur 6.2 staan de waargenomen en gemodelleerde niveau’s van vertrouwen in de Vlaamse administratie opgetekend. We zien opnieuw het methode en context effect optreden, waarbij in WADOF de hoogste en in WADOP de laagste vertrouwensniveaus worden gemeten. Een duidelijke trend in de tijd kan niet worden gevonden. W´el is er een duidelijke dip te onderscheiden in week 32, die gepaard gaat aan een hogere eensgezindheid van de Vlamingen in hun oordeel (Figuur 6.4). Ook voor dit item geldt dat APS de laagste mate van eensgezindheid aantreft bij de respondenten.
6.3
Vertrouwen in de gemeentelijke administratie
In 2002 kwamen verschillende gemeenten in verschillende mate in het nieuws. Het meest naar voor komt misschien Antwerpen i.v.m. de geschiedenis rond de burgermilities, de opkomst van de AEL, Abou Jahjah en zijn lijfwachten. In de data is echter geen effect in de tijd te ontdekken (Figuur 6.3). Wel worden opnieuw grote
Overheidsdiensten en administraties
45
Tabel 6.1 − Multipele regressie (tevredenheid diensten en vertrouwen administraties)
Overheids-
Vlaamse
Gemeentelijke
diensten
administratie
administratie
Constante
3,20
3,15
3,27
Methode
−0,79
−0,085
−0,095
Context
-
−0,048
−0,062
Locatie
−0,054
-
0,098
E13
-
−0,109
-
E20
0,107
-
-
E26
-
-
0,102
F32
-
0,040
-
F39
−3,13E−03
-
-
E: dal of piek − F : dal of piek met time-lag − G: niveauverandering
context en methode effecten opgetekend, en bovendien constateren we een verschil tussen de gemeenten die in alle surveys werden bevraagd tegenover de andere gemeenten, d.w.z. de locatie van de bevraging (zie paragraaf 4.1). De periode week 28−35 kenmerkt zich door een lage eensgezindheid van de Vlamingen (Figuur 6.4). Een verklaring hiervoor moet nog worden gevonden.
6.4
Vertrouwen in en tevredenheid met de politie
Voor het vertrouwen in de politie geldt een methode en een context effect; zie Tabel 6.2. In Figuur 6.5 staan de cijfers in grafiek. Respondenten in de post enquˆete zijn overwegend wantrouwender. Het vertrouwen in de politie kent twee inzinkingen; ´e´en in week 21 en ´e´en in week 33. De tevredenheid met de dienstverlening van de politie is gekelderd in de loop van het jaar 2002 (Figuur 6.10 en Tabel 6.3). Trapsgewijs daalt de tevredenheid in week 40, 47 en 49, terwijl scherpe tijdelijke dalen optreden in week 15, 22 en 26. De media berichtten over de werking van de politie in verband met enerzijds de politiehervormingen, waarover in week 23 door het kernkabinet een akkoord wordt bereikt, en ander-
46
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 6.2 − Vertrouwen in de Vlaamse administratie (links: geobserveerd; rechts: lineair geschat met context, methode en tijdseffect)
Figuur 6.3 − Vertrouwen in de gemeentelijke administratie (links: geobserveerd; rechts: lineair geschat met context, methode en locatie effect)
Figuur 6.4 − Standaarddeviatie van het vertrouwen in de Vlaamse administratie (links) en de gemeentelijke administratie (rechts)
Overheidsdiensten en administraties
47
zijds de onbemande flitscamera’s waarvoor de Vlaamse Steden en Gemeenten in week 14 meer federaal geld vragen terwijl in week 37 wordt vastgesteld dat de helft van 450 onbemande camera’s geen goedkeuringscertificaat heeft en dus eigenlijk niet mag worden gebruikt. Merkwaardig genoeg geldt voor de politie dat respondenten in de postenquˆete overwegend positiever zijn dan in de interviews!
6.5
Vertrouwen in en tevredenheid met het onderwijs
Het vertrouwen in het onderwijs is constant in 2002 en op een hoog niveau, hoewel mensen die per post werden benaderd ietwat wantrouwender zijn. Er is geen context effect. De vraag over de tevredenheid had specifiek betrekking op het lager onderwijs. Zie Tabel 6.3 en Figuur 6.11. Voor de inzinking van de tevredenheid met het lager onderwijs na week 26 kan mogelijk de verklaring worden gevonden in het feit dat in de hieropvolgende week de grote vakantie is begonnen zodat ouders die werken andere oplossingen moeten vinden voor kinderopvang. De opleving vanaf week 42 moet nog worden verklaard.
6.6
Vertrouwen in en tevredenheid met De Post
Met betrekking tot het vertrouwen in De Post (Figuur 6.6) geldt dat een significant negatief methode effect bestaat. Ook bestaat er een geografisch verschil tussen de gemeentes die in de overlap van APS en WADO vallen en gemeentes daarbuiten. Dat verschil be¨ınvloedt de geaggregeerde resultaten niet erg sterk, getuige de zwak schommelende trend. Er worden verder inzinkingen in het vertrouwen gemeten in week 24 en in week 49, terwijl er oplevingen zijn in week 26 en 43. Het effect van locatie vinden we bij de tevredenheidspeilingen niet meer terug (Figuur 6.12). Wel vinden we, evenals bij het vertrouwen, een significante daling van de tevredenheid in week 24. Uit ons jaaroverzicht kunnen we deze dalingen niet verklaren, en aanvullende gegevens zijn derhalve nodig. De Post komt een aantal keren in het nieuws in de loop van 2002. Met name in week 14, wanneer het bestuur aankondigt dat duizenden kleine kantoren in plaats van te worden gesloten zullen worden omgebouwd tot zgn. service points met beperkte openingsuren, en in week 28 wanneer ze tariefverhogingen aankondigen voor postzegels.
48
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 6.5 − Vertrouwen in dienst: Politie
Figuur 6.6 − Vertrouwen in dienst: De Post
Figuur 6.7 − Vertrouwen in dienst: Vuilnisophaal
Figuur 6.8 − Vertrouwen in dienst: De Lijn
Figuur 6.9 − Vertrouwen in dienst: NMBS
Overheidsdiensten en administraties
Figuur 6.10 − Tevredenheid met dienst: Politie
Figuur 6.11 − Tevredenheid met dienst: Lager onderwijs
Figuur 6.12 − Tevredenheid met dienst: De Post
Figuur 6.13 − Tevredenheid met dienst: Vuilnisophaal
Figuur 6.14 − Tevredenheid met dienst: De Lijn
49
50
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
6.7
Vertrouwen in en tevredenheid met de vuilnisophaaldienst
De huisvuilophaling wordt, net als de andere diensten, negatiever beoordeeld in de postsurvey dan in de interviews. Ook voor het vertrouwen in de huisvuilophaling wordt een effect van locatie gevonden; zie Figuur 6.7. Er wordt een opleving in het vertrouwen gemeten in week 25 die onmiddelijk wordt gevolgd door een lichte niveaudaling van het vertrouwen. Het effect van locatie vinden bij de tevredenheidsmeting ook terug (Figuur 6.13). In week 29 is men tijdelijk ontevredener en vanaf week 49 daalt de tevredenheid ook. De vuilnisophaal komt zeker ´e´en keer in het nieuws, in week 12 met de be¨eindiging van een staking bij de intercommunale Ivago (Gent).
6.8
Vertrouwen in en tevredenheid met De Lijn
Het vertrouwen in de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn kent een dal in week 23; zie Figuur 6.8. Er wordt een significant methode effect geregistreerd, en ook een verschil tussen de selectie gemeentes die in APS ´en WADO voorkomen tegenover de gemeentes die enkel in WADO of enkel in APS werden opgenomen: het effect is positief zodat moet worden geconstateerd dat de gemeentes in de overlap wat vertrouwender zijn. Het effect van locatie wordt ook ten aanzien van de tevredenheid met De Lijn gevonden (Figuur 6.14). Er is vrij veel dynamiek in de tevredenheid. Na week 19 volgt een opleving die wekenlang aanhoudt totdat een klap wordt geregistreerd in week 23 waarna de tevredenheid permanent daalt. Een tijdelijke inzinking wordt gevonden in week 39. De Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn kondigt in week 11 aan dat zij ruim 10% meer reizigers heeft vervoerd in 2001. Indirect komt De Lijn in het nieuws door het beleid van minister van Mobiliteit Stevaert, die vanaf week 23 aan mensen die de nummerplaat van hun auto inleveren gratis jaarabbonnementen verstrekt.
6.9
Vertrouwen in de NMBS
Met betrekking tot de andere vervoersmaatschappij, de spoorwegmaatschappij NMBS, geldt dat we enkel beschikken over metingen van het vertrouwen (Figuur 6.9). Net als De Lijn kent de NMBS een negatief methode effect en een positief geografisch effect.
Overheidsdiensten en administraties
51
Tabel 6.2 − Multipele regressie op vertrouwensitems (diensten)
Politie
De Post
Onderw.
Vuiln. d.
De Lijn
NMBS
Const.
3,22
3,52
3,77
3,68
3,45
3,27
Meth.
−0,155
−0,076
−0,069
−0,059
−0,065
−0,110
Context
-
x
-
x
x
x
Locatie
-
0,062
-
-
0,065
0,075
E18
-
-
-
-
-
−0,187
E21
−0,169
-
-
-
-
-
-
−3,03E−03
-
F23
-
-
-
E24
-
−0,133
-
-
-
-
G25
-
-
-
0,087
-
-
E26
-
0,144
-
-
-
3,67E−03
F26
-
-
-
-
-
G26
-
-
-
−0,067
-
-
F32
-
-
-
-
-
4,75E−03
F33
−3,76E−03
-
-
-
-
-
-
3,77E−03
-
-
-
-
-
−3,63E−03
-
-
-
-
F43 F49
E: dal of piek − F : dal of piek met time-lag − G: niveauverandering
Verder is er een inzinking van het vertrouwen in week 18 en zijn er twee oplevingen in week 26 en 32. De NMBS komt in de loop van 2002 herhaaldelijk in het nieuws. In de periode mei-juni is er een bestuurscrisis en in verband daarmee komt minister Durant zwaar onder vuur te liggen (week 18). Financieel verlies wordt door de NMBS gemeld in week 26. In week 30 zegt Vandelanotte de trein goedkoper te willen maken. In week 39 worden echter tariefverhogingen aangekondigd.
52
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Tabel 6.3 − Multipele regressie op tevredenheidsitems (diensten)
Politie
De Post
Lag. ond.
Vuiln. d.
De Lijn
Const.
3,51
3,60
3,86
3,79
3,45
Meth.
0,149
−0,059
−0,044
-
-
Locatie
-
-
-
−0,085
0,096
E15
−0,246
-
-
-
-
G19
-
-
-
-
−0,075
F22
−4,07E−03
-
-
-
-
G23
-
-
-
-
0,093
E24
-
−0,156
-
-
-
E25
-
-
-
-
−0,257
E26
−0,214
-
-
-
-
G26
-
-
0,050
-
-
F29
-
-
-
−5,66E−03
-
F39
-
-
-
-
−4,33E−03
G40
0,066
-
-
-
-
G42
-
-
−0,048
-
-
G47
0,071
-
-
-
-
G49
0,098
-
-
0,069
-
E: dal of piek − F : dal of piek met time-lag − G: niveauverandering
Hoofdstuk 7
Multivariate analyse van vertrouwensitems 7.1
Cluster analyse
Kampen & Van de Walle (2003) maakten in een studie van de dimensies en indicatoren van het vertrouwen in de overheid gebruik van een cluster analyse1 . Zoals bij zoveel statistische modellen draait cluster analyse om afstanden. Vaak, zoals in regressie analyse, probeert men de afstanden tussen geschatte waarden en werkelijke waarden zo klein mogelijk te maken. Bij factor analyse is de idee om de gemiddelde afstand tussen een gewogen som van een groep variabelen enerzijds en anderzijds de variabelen elk apart te minimaliseren. Bij cluster analyse wordt gekeken naar de afstand tussen scores op een groep variabelen. Er zijn twee typen van clusteren. Bij het eerste is de vooropgezette idee om verwantschap te ontdekken tussen individuen (respondenten) met betrekking tot een groep variabelen, en gaat het derhalve om afstanden tussen scores van individuen. Bij de tweede is de vooropgezette idee om verwantschap te ontdekken tussen de variabelen onderling, en gaat het om de (gemiddelde) afstand tussen scores op steeds twee variabelen. De discussie in deze paragraaf heeft betrekking op het tweede type. Kort en bondig verwachten we van de cluster analyse het volgende, namelijk dat zij de instituten die veel vertrouwen genieten scheidt van de instituten die weinig vertrouwen genieten. We beschouwen drie instituten, bv. A, B, en C. Als A en B veel vertrouwen genieten en C weinig, dan zal de cluster AB eerder worden gevormd dan BC en ABC. De cluster AB zal des te sneller worden gevormd wanneer A en B steeds dezelfde waarde krijgen (gemiddelde afstand nul) of zeer dicht bij elkaar liggen 1 Kampen
& Van de Walle (2003). Het vertrouwen van de Vlaming in de overheid opgesplitst naar
dimensies en indicatoren, Vlaanderen Gepeild 2003: 177-197.
53
54
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 7.1 − Dendrogram van gehercodeerde vertrouwensitems in WADOF
Figuur 7.2 − Dendrogram van gehercodeerde vertrouwensitems in WADOP
Figuur 7.3 − Dendrogram van gehercodeerde vertrouwensitems in APS
Figuur 7.4 − Dendrogram van gehercodeerde vertrouwensitems (samen)
Multivariate analyse van vertrouwensitems
55
qua vertrouwensoordeel (gemiddelde afstand naderend aan nul; men spreekt soms van correlatie). De grootst mogelijk afstand tussen twee items (A en C) is die waarbij het ene item (A) steeds de meest positieve waarde en het andere item (C) steeds de meest negatieve waarde krijgt; de correlatie tussen de twee items bedraagt dan −1. In zo’n (uitzonderlijk) geval heeft A gemiddeld het hoogste vertrouwen en C gemiddeld het laagste, en worden zij als laatste geclusterd; het causale verband tussen scores op A en B zal in de cluster analyse niet zichtbaar worden. Met andere woorden, de snelheid waarmee clusters worden gevormd vertelt ons iets over hun onderlinge afstand, en ook een beetje over de grootte van hun associatie; maar niet over de richting (teken) van de associatie. Daarvoor moet dus een andere techniek worden aangewend, en factor analyse is de methode om groepen geassocieerde variabelen op te sporen. Omdat het hier steeds overheidsinstellingen betreft (en niet bijvoorbeeld ook nog ruimtevaarders, straatvegers, ouden van dagen, beenhouwers, enz.) mag men verwachten dat een positief verband, d.w.z. de teneur om telkens hetzelfde niveau van vertrouwen aan twee of meer instituten toe te kennen, eerder zal worden gevonden binnen een cluster van instellingen dan tussen twee clusters van instellingen. Toch kan niet worden uitgesloten bij de gegeven methode van clusteren dat tussen twee verafgelegen instellingen een associatie (positief en negatief) kan bestaan. In zo’n geval kan een exploratieve principale componenten analyse geschat doorheen alle items uitkomst bieden om onopgespoorde verbanden bloot te leggen; meer daarover in de volgende paragraaf. Omdat de cluster analyse afstanden tussen scores betreft is de methode gevoelig voor uitbijters. Om deze reden werden in de genoemde studie en ook hier de laagste twee en de hoogste twee categorie¨en samengenomen. Dat is een simpele overweging omwille van de robuustheid van de resultaten. Voor het overige laten we gewoon de data hun werk doen, en krijgen we de resultaten in de drie afzonderlijk surveys als afgebeeld in Figuren 7.1 (WADOF), 7.2 (WADOP) en 7.3 (APS). Inspectie van de figuren doet vermoeden dat enkel de groep politieke instellingen gevormd door de Europese Commissie, de Belgische regering en het Belgisch parlement, de Vlaamse regering en het Vlaams parlement, en tenslotte, de Vlaamse politieke partijen, op een door de drie surveys heen redelijk consistente manier worden geclusterd. In Figuur 7.4 staat het grafisch resultaat van de cluster analyse uitgevoerd doorheen alledrie de surveys2 . Het beeld is dan dat naast de eerder genoemde politieke cluster, er een tweede (veel zwakkere) cluster is die bestaat uit de politie, de gemeentelijke administratie, de Vlaamse administratie en het onderwijs. We zien die cluster overigens 2 Let
op: omdat de cluster analyses afstanden tussen variabelen op respondent niveau betreffen
hoeven we geen rekening te houden met verschillen in het overall gemiddelde tussen de drie surveys (context en/of methode effecten).
56
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
ook verschijnen in WADOF en APS, en enkel WADOP vormt hier een uitzondering: dit kan te maken hebben met het afwijkende patroon van item non-response (zie paragraaf 5.1.1). De andere onderdelen van de overheid, met name het leger, het gerecht, de Koning en de Waalse politieke partijen vallen tussen beide clusters in doch worden steeds eerder met de politiek geassocieerd dan met de administraties en diensten.
7.2
Discriminant analyse
Aangezien alle vergelijk telkens een overlap van items betreft, te weten die rond vertrouwen, is een snelle methode om na te gaan of verschillen tussen deze variabelen bestaan de discriminant analyse3 . Alle hier genoemde analyse technieken zijn overigens verwant. De groepsvariabele in de discriminant analyse is de specifieke survey (APS, WADOF en WADOP) waarvan we lidmaatschap willen voorspellen op grond van de gezamenlijke groep variabelen. Als dat lidmaatschap voorspellen goed gaat, dan zijn er duidelijk verschillen tussen de drie methodes. In de discriminant analyse worden twee functies geschat4 . In Tabel 7.1 staan de correlaties tussen de discriminerende items en de gestandaardiseerde canonische discriminant functies, waarbij de modellen stapsgewijs werden geschat (significantie 5%). Deze co¨effici¨enten zijn een maat voor het relatief gewicht van een variabele in de classificatie. Zoals uit de tabel is af te leiden hebben gelden de grootste verschillende tussen de drie surveys voor de politie, het lager onderwijs, het gerecht, het leger, de Koning, de Vlaamse regering en de Vlaamse politieke partijen. De andere items leggen relatief geen gewicht in de schaal. Op basis van de opgenomen items worden 43,3% van de respondenten bij de correcte survey ingedeeld; belangrijk meer dan de 33% die op grond van kans wordt verwacht maar in feite toch een tamelijk magere score. Met andere woorden, de verschillen tussen de antwoordtendenzen in de drie surveys is weliswaar significant, maar zeker niet allesbepalend. Nu, omdat we weten dat er verschillen bestaan in gemiddelden op een aantal van de betrokken variabelen (methode en context effecten) en er bovendien evoluties zijn in de tijd kan de analyse worden gezuiverd van deze verschillen, en we benutten daarom de zgn. residuen van de vertrouwensitems gezuiverd voor context, methode en eventuele tijdseffecten in een tweede analyse. De (initi¨ele) resultaten staan in Tabel 7.2. De enig logische conclusie luidt dat gezuiverd voor de verschillen in gemiddelden en de tijdseffecten, op basis van de gegeven items geen classificatie naar survey kan worden gedaan. En dat betekent, dat er buiten de verschillen van het basisniveau 3 zie
Stevens, J. (1992).
Applied multivariate statistics for the social sciences. New Jersey:
Hillsdale. 4 De twee functies bepalen of iemand in groep 1 (WADOF) zit of niet en in groep 2 (WADOP) zit of niet; een derde functie is overbodig daar men, wanneer men niet in groep 1 of groep 2 wordt toegewezen, automatisch aan groep 3 (APS) wordt toegewezen.
Multivariate analyse van vertrouwensitems
57
Tabel 7.1 − Discriminant analyse (ruwe items)
Functie 1
2
het gerecht
.852
−.182
de politie
.629
.117
het onderwijs
.457
.292
de Vlaamse regering
.247
−.653
de Vlaamse politieke partijen
.483
−.530
het leger
.336
.427
de koning
.108
.195
De gegeven co¨effici¨enten zijn correlaties tussen de items enerzijds en de gestandaardiseerde canonische discriminant functies anderzijds.
Tabel 7.2 − Discriminant analyse (residuen)
Sig. van F
Wilks’ Lambda
Residu politie
.819
1.000
Residu onderwijs
.662
1.000
Residu Vlaamse administratie
.863
1.000
Residu gemeentelijke administratie
.706
1.000
Residu gerecht
.918
1.000
Residu Vlaamse regering
.623
1.000
Residu Vlaamse politieke partijen
.976
1.000
Residu Vlaams parlement
.967
1.000
Residu Koning
.408
1.000
Residu Belgisch parlement
.678
1.000
Residu EU
.828
1.000
Residu Belgische regering
.531
1.000
Residu Waalse politieke partijen
.753
1.000
Residu leger
.693
1.000
58
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Tabel 7.3 − Principale componenten analyse
WADOF P1
P2
politie
.477
onderwijs
WADOP
APS
Samen
P1
P2
P1
P2
P1
P2
.537
.493
.348
.457
.484
.489
.476
.337
.547
.389
.421
.390
.514
.387
.499
Vlaamse admin.
.630
.372
.649
.495
.607
.498
.635
.450
gemeentelijke admin.
.487
.511
.490
.580
.562
.469
.518
.530
gerecht
.600
.195
.557
.180
.568
.259
.582
.236
Vlaamse regering
.739
-.230
.744
.067
.794
-.161
.758
-.128
Vlaamse pol. partijen
.720
-.149
.682
-.052
.759
-.177
.719
-.153
Vlaams parlement
.735
-.198
.763
.018
.809
-.152
.773
-.131
Koning
.459
.080
.463
-.273
.516
.015
.473
-.046
Belgisch parlement
.809
-.218
.806
-.303
.826
-.293
.813
-.283
Europese commissie
.635
-.348
.656
-.328
.760
-.257
.683
-.298
Belgische regering
.808
-.269
.797
-.296
.846
-.260
.814
-.296
Waalse pol. partijen
.598
-.191
.605
-.305
.660
-.267
.624
-.254
leger
.409
.184
.421
-.151
.441
.174
.426
.091
%
38,5
10,4
38,9
10,0
43,6
10,3
40,5
10,0
De parameters in de tabel zijn de elementen van de component matrix.
van vertrouwen in de drie verschillende surveys, geen andere belangrijke verschillen bestaan die betrekking hebben op de centrummaten van de vertrouwensitems.
7.3
Principale componenten analyse
Het doel van een principale componenten analyse is om gemeenschappelijke determinanten van vertrouwen naar voren te brengen. Ook deze analyse voeren we uit in elk van de surveys apart en nog eens in de geaggregeerde dataset. In Tabel 7.3 geven we de factor structuur matrix weer voor de vier zo¨even genoemde analyses. Het blijkt steeds dat er drie componenten met eigenwaarden hoger dan 1,0 worden gevonden. Enkel de eerste twee componenten verklaren een substanti¨ele hoeveelheid variantie:
Multivariate analyse van vertrouwensitems
59
Figuur 7.5 − Principale component P1 (alle vertrouwensitems)
Figuur 7.6 − Principale component P2 (alle vertrouwensitems)
ongeveer 40 en 10%. De eerste factor (P1 ) komt overeen met het zgn. maatschappelijk vertrouwen5: hogere scores op deze factor corresponderen met hogere niveaus van vertrouwen in de overheidsinstituten. Zie Figuur 7.5. In een multivariate regressie van het type die we steeds hebben toegepast worden naast een context en methode effect, een inzinking gevonden in week 32, en oplevingen in week 14 en week 22. De tweede principale component (P2 ) lijkt de politieke instituten te contrasteren met de diensten en administraties. Zie Figuur 7.6 en Tabel 7.4. Er wordt geen context effect gevonden maar de factor is wel gevoelig voor de locatie van afname van de surveys. Ook is het verloop in de tijd tamelijk grillig, met twee inzinkingen in week 28 en week 31, en twee oplevingen in week 20 en week 24. De bronnen van deze dalen 5 Elchardus,
Press.
M. & W. Smits (2002). Oorzaken en anatomie van het wantrouwen. Brussel: VUB-
60
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Figuur 7.7 − Principale component V1 (vertrouwensitems: diensten en administraties)
Figuur 7.8 − Principale component V2 (vertrouwensitems: politiek)
en pieken kunnen politiek zijn, maar de diensten en adminstraties kunnen er ook aan ten grondslag liggen. Het is daarom de moeite waard om een hoofdcomponent V1 geschat doorheen de diensten en instellingen (politie, onderwijs, leger, gerecht, Vlaamse en gemeentelijke administratie) te vergelijken met een hoofdcomponent V2 geschat doorheen de politieke instellingen (EU, Belgische regering en Belgisch parlement, Vlaamse regering en Vlaams parlement en de Vlaamse politieke partijen). De resultaten staan in Figuur 7.7 en en 7.8. Als we die gegevens globaal beschouwen, dan merken we op dat een belangrijke inzinking zich situeert in de periode week 28 − week 33, en een opleving plaatsvindt rond week 24 − week 26. Deze schommelingen vinden plaats in alle principale componenten, en er kunnen verschillende bronnen aan ten grondslag liggen. Wat de diensten en administraties betreft, lijkt de belangrijkste inzinking (week 32) veroorzaakt te worden door een inzinking van het
Multivariate analyse van vertrouwensitems
61
Tabel 7.4 − Multipele regressie op principale componenten
P1
P2
V1
V2
Constante
−0,066
0,037
−0,046
−0,076
Methode
−0,170
−0,104
−0,205
−0,199
Context
−0,126
-
−0,064
−0,151
Locatie
-
−0,092
-
-
E14
0,191
-
-
-
E20
-
0,143
-
-
E22
0,218
-
-
0,190
F24
-
−3,30E−03
-
-
G25
-
-
-
−0,063
E26
-
-
0,172
-
-
−5,34E−03
-
-
F31
-
−5,86E−03
-
-
F32
−5,01E−03
-
−4,96E−03
-
-
−4,10E−03
F28
F33
-
-
E: dal of piek − F : dal of piek met time-lag − G: niveauverandering
vertrouwen in ´e´en van de betrokken administraties, namelijk de Vlaamse; zie paragraaf 6.2. Nu blijkt, en dat mag natuurlijk worden verwacht, dat als de principale componenten analyse wordt uitgevoerd op de gecorrigeerde data (de zgn. residuen; zie vorige paragraaf), er g´e´en methode effect en g´e´en tijdseffecten meer worden gevonden. De relevantie uitkomst van zo’n analyse (die overigens weer drie factoren oplevert) lijkt echter marginaal. Immers, het zijn juist de evoluties in de tijd die we proberen naar voren te brengen.
7.4
Conclusie
Op basis van de multivariate analyses uitgevoerd in dit hoofdstuk constateren we enerzijds een aantal verschillen in de uitkomsten tussen de drie surveys, maar anderzijds ook dat deze verschillen tamelijk klein zijn. Bovendien geldt dat de meeste verschillen kunnen worden herleid op het methode, context of tijdseffect, en dat dus buiten de verschillen in basisniveaus van vertrouwen geen andere belangrijke verschillen bestaan
62
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
tussen de drie surveys als het aankomt op het bepalen van associaties. Dat is een geruststellende bevinding die de validiteit van het survey instrument uiteraard ten goede komt.
Hoofdstuk 8
Besluit Het survey onderzoek is en blijft mensenwerk, zowel van de kant van de uitvoerders als uiteraard, van de kant van de respondenten. We hebben in de voorgaande hoofdstukken bijna voortdurend moeten constateren dat ten aanzien van de centrum-, spreidings- en associatiematen grote verschillen bestaan tussen de drie hier onderzochte surveys. We geven een summier overzicht van de waargenomen effecten in de komenden vier paragrafen.
8.1
Het effect van de methode van afname van een survey
Het meest markante feit is waarschijnlijk dat in de postenquˆete ten aanzien van de tevredenheids- en vertrouwensoordelen vrijwel altijd lager wordt gescoord dan in de face-to-face enquˆetes. We kunnen dit eenvoudig afleiden uit de grafische presentaties die in de vorige hoofdstukken werden gegeven. Van de 26 attitude metingen die in het kader van dit rapport nader werden beschouwd vormen enkel het vertrouwen in de Vlaamse regering, de mate waarin men vindt dat de overheid meer moet worden gecontroleerd, de tevredenheid met het onderwijsbeleid, de tevredenheid met de dienstverlening van de politie en de tevredenheid met de vuilnisophaaldienst een uitzondering. Dat wil zeggen dat in meer dan 80% van de gevallen de twee face-to-face enquˆetes (WADOF en APS) meetbaar positievere resultaten halen. Binnen de groep uitzonderingen valt het afwijkende patroon van de politie het meest op. Immers, voor de overige vier attitude-metingen geldt dat de postenquˆete altijd hetzij gelijk, hetzij negatiever uitvalt dan de interview-editie van WADO − er worden enkel door APS nu en dan negatievere effecten gesorteerd. We constateren verder, op grond van de statistische analyses, dat met ´e´en uitzondering het geschatte methode effect, zoals geoperationaliseerd in Hoofdstuk 4, negatief is. Er rest dan de taak om voor het negatieve methode effect een verklaring te geven. Het meest voor de hand ligt 63
64
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
een redenering die uitgaat van sociale wenselijkheid: in interactie met de interviewer inhibeert een respondent wellicht de neiging om extreem negatieve uitspraken te doen. Simpeler gezegd: respondenten willen bij een interviewer niet overkomen als een zeurpiet. Dat principe geldt echter blijkbaar niet voor de politie.
8.2
Het effect van de context van afname van een survey
Een tweede effect dat we voortdurend vaststelden bestond tussen WADO enerzijds en APS anderzijds. Over het algemeen hebben respondenten in WADO een positievere attitude − waarbij we in het geval van de postenquˆete wel voor het negatief methode effect moeten corrigeren. Er blijkt met andere woorden dat de interviews die uitgingen van de Katholieke Universiteit Leuven positievere oordelen over de overheid eliciteerden dan de interviews die (rechtstreeks) uitgingen van de Vlaamse overheid. Misschien spreekt de titel van de WADO enquˆete − werken aan de overheid − tot de verbeelding. Maar we vonden drie uitzonderingen op de regel. In het geval van het vertrouwen in de politie en de tevredenheid met de werking van de overheidsdiensten geldt dat er g´e´en context effect is. En de stelling dat de overheid meer gecontroleerd moet worden vindt de grootste aanhang onder APS respondenten. Met betrekking tot de laatste vraagstelling moet worden opgemerkt dat een hogere score in feite een negatievere attitude impliceert, zodat dit item als uitzondering kan komen te vervallen. Maar voor de andere twee items kunnen we slechts gissen. Een statistische verklaring luidt eenvoudig dat het context effect wel degelijk bestaat maar niet werd gemeten: een fout van de tweede soort dus. Een andere mogelijkheid is dat het hier effecten van de vraagvolgorde betreft. De inhoud en opbouw van de WADO en APS enquˆetes verschillen enorm, en het is geweten dat zulke verschillen effecten kunnen hebben op de antwoorden, bijvoorbeeld omdat respondenten informatie in voorgaande vragen gebruiken om andere vragen te beantwoorden. Het is echter heel moeilijk om dergelijke effecten te operationaliseren; daartoe moeten zgn. split ballots worden toegepast, waarbij in ´e´en groep respondenten de ene en in een andere groep een andere vraagvolgorde wordt aangehouden. In de huidige onderzoeksopzet kunnen we vraagvolgorde effecten niet toetsen.
8.3
Het effect van het tijdstip van afname van een survey
We zagen verschillende effecten optreden in de tijd. Het meest voorkomende beeld is dat van een horizontale lijn (flatline) met hier en daar een deuk of hobbel. Toch zijn er ook permanente veranderingen in de vertrouwens- en tevredenheidsniveaus op te
Besluit
65
merken. Slechts ´e´en keer zagen we een duidelijke dalende trend die gedurende de hele onderzoeksduur doorzette. Daar waar in een dergelijke tamelijk korte tijdsspanne (39 weken) een significante dalende trend wordt gevonden dienen alarmbellen te gaan rinkelen: specifiek met betrekking tot de tevredenheid met het werkgelegenheidsbeleid dus. Maar ook de dienstverlening van de politie laat blijkbaar te wensen over, gegeven de gestage daling van de tevredenheid hiermee. We hebben die ontevredenheid in verband gebracht met flitscamera’s, maar er zijn mogelijk ook andere oorzaken aan te wijzen. Voor de meeste andere beleidsvelden en overheidsinstellingen vonden we dat kortstondige schommelingen werden opgevangen in het systeem en werden gevolgd door een terugkeer naar een gemiddeld niveau. Het is duidelijk dat een dienst of instelling die in een periode van kortstondige schommelingen een tevredenheidspeiling doet een onbetrouwbaar resultaat behaalt dat een serieuze bedreiging vormt voor de bruikbaarheid van een daarop gebaseerde benchmark.
8.4
Het effect van de locatie van afname van een survey
In zeven gevallen hebben we moeten constateren dat tussen de gemeentes die ´en in de WADO ´en in de APS steekproef waren opgenomen een ander niveau van vertrouwen werd gemeten dan in de gemeentes die enkel in WADO of enkel in APS waren opgenomen. In vijf gevallen gingen het om diensten die op de ´e´en of andere wijze een sterk territorium afhankelijke functionaliteit kennen: het ging immers om de vertrouwensniveaus in de gemeentelijke administratie, de vuilnisophaal, De Post, en de twee vervoersmaatschappijen De Lijn en de NMBS. In het zesde geval ging het over de tevredenheid met de werking van overheidsdiensten in het algemeen, en in het zevende geval werd het effect geconstateerd met betrekking tot de tevredenheid met het beleid ten aanzien van de ziekteverzekering. Het is denkbaar dat de hier gemeten verschillen in feite verschillen betreffen tussen stedelijke en landelijke regio’s. In de tweetrapssteekproef werd immers gestratificeerd, en de kans dat grote steden als bv. Antwerpen, Gent, Leuven, Kortrijk en Hasselt in beide steekproeven (APS en WADO) voorkomen is veel groter dan kleine gemeentes als Erps-Kwerps of Oostkamp. Over de precieze oorsprong van de variaties tussen clusters gemeentes moet nog verdere studie worden gedaan. Maar het is belangrijk om op te merken dat geografische fluctuaties in de steekproef belangrijke invloed kunnen hebben op de resultaten van een survey.
66
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
8.5
Conclusie
Op grond van deze gegevens kan het volgende beleidsadvies worden uitgesproken: benchmarken van prestaties, waarbij het prestatieniveau wordt afgelezen aan de tevredenheid met de dienstverlening en/of het vertrouwen in de instelling, is slechts mogelijk bij constant gehouden methode en constant gehouden context van de bevraging, en bovendien kan niet worden volstaan met een puntmeting maar moet de inspanning over een langere periode worden geleverd. De postenquˆete met de gereduceerde Dillman-methode zoals uiteengezet in paragraaf 2.2.1 lijkt een betrouwbare en betaalbare manier om een vertrouwensbarometer te realiseren, zeker wanneer meerdere instellingen in een omnibusbevraging worden gecombineerd.
Appendix A — Gemeenten in de surveys
68
De effecten van context en methode op de uitkomsten van survey onderzoek
Appendix B — Gebeurtenissen in 2002
dag maan event
week
13
3 Filip De Winter kondigt oprichting Leefbaar Antwerpen aan
11
14
3 De Lijn vervoert meer passagiers dan ooit: plus 10,2 %
11
15
3 Staking NMBS Wallonië
11
15
3 Onderzoek zaak Dutroux zou zijn afgerond
11
17
3 Van der Biest pleegt zelfmoord
11
20
3 Kijk en luistergeld afgeschaft door Vlaams parl
12
21
3 Veroordeleing Dutroux tot 3 jr
12
23
3 Liberaal Appèl opgericht
12
26
3 Uitzendarbeid is toegelaten in bouwsector (voor het sedert 30 jr)
13
26
3 Ombudsdiensten starten
13
27
3 BSE Henegouwen
13
27
3 Dept Onderwijs: één op drie leerling sec. onderw. heeft vertraging
13
28
3 Stemrecht migranten verworpen door senaat
13
28
3 min. Werkgelegenheid Onkelinx bereikt ontwerpakkoord met sociale partners
13
28
3 Vlaamse begroting af
13
30
3 Aantal asielzoekers sterk gedaald
13
1
4 Vlaamse Milieumaatschappij: riolen werken niet goed
14
2
4 Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) willen meer federaal geld voor flitscamera's
14
4
4 Conflict Dewael - Vera Dua over "kwetsbare landbouwgebieden"
14
6
4 De Post: kleine kantoren worden niet gesloten doch omgevormd tot service points met beperkte openingsuren
14
7
4 pro-Palestijnse betoging in Brussel met rellen
14
13
4 begrafenis Sabena piloot die suicide pleegde
15
16
4 Marc Eyskens zegt te stoppen
16
17
4 voostellen euthenasie en palliatieve zorg door Kamer goedgekeurd
16
19
4 Decreet min. Tewerkstelling goedgekeurd: cao's kunnen op Vlaams niveau worden afgesloten
16
20
4 NV-A stelt nieuw bestuur samen
16
20
4 Baas gezocht voor NMBS
16
21
4 Onthaalmoeders protesteren tegen nepstatuut Sociale Zaken min. Vandenbroucke
16
25
4 Protest tegen Vogels door gehandicapten plus begeleiders Brussel
17
15
17 3
5 Artsen mogen oude dure tarieven blijven hanteren
18
4
5 Bourgois tot voorzitter NV-A gekozen
18
5
5 Durant onder vuur wegens NMBS
18
6
5 moord Pim Fortuyn
Le Pen verslagen in 2e ronde franse presidentsverkiezingen
18 19
NMBS: Heinzmann saga
19
verkiezingen Nederland
20
euthanasiewet gestemd staking cipiers
20 20
22
5 Stevaert (min. Mobiliteit) wil spoorwegen regionaliseren
21
25
5 songfestival
21
25
5 Spirit partijraad: "geen allianties met andere partijen"
21
staking cipiers
21
Dewael wil 60 milj euro in wetenschappelijk onderz investeren
21
30
5 sluiting ISVAG oven
22
30
5 prinselijke dotatie Laurent
22
30
5 caritas wil extra laten betalen voor gebruik spoedgevallendienst
22 22
3
6 Agalev, spa en spirit stellen voor dat gemeentes een ouderenbeleidsplan opstellen
23
7
6 Staking havenarbeiders
23
7
6 Spirit voorstel goedgekeurd: jongeren vanaf 16 jr mogen in 2006 lokaal stemmen
23
7
6 Kernkabinet heeft principe akkoord over meerkost politiehervormingen
23
7
6 Volgels eist 150 milj euro extra voor Gezondheidszorg
23
8
6 Stevaert: mensen die nummerplaat inleveren krijgen jaar gratis De Lijn abonnement
23
6 overlijden prinses Liliane
23
10
9
6 franse parlementsverkiezingen
24
10
6 Kinesisten moeten in 70 % van de gevallen remgeld eisen
24
12
6 BSE in Minderhout
24
13
6 Ontslag 350 autostoelenfabriek Johson Controls Anderlecht
24
14
6 België wint tegen verwachting in toch voetbal
24
14
6 Opvolger NMBS is Vinck
24
16
6 Vinck genoemd als topman spoorwegen
24
17
6 match België-Brazilië
25
20
6 VRT tv nieuws: criminaliteit en migranten: criminele migranten op vliegtuig naar huis gezet
25
21
6 NMBS rapporteert 173 milj verlies in 2001
25
25
6 Magda Aelvoet wil windmolenpark Knokke
26
27
6 Joodse gemeenschap krijgt 46 milj schadevergoeding WOII
26
28
6 Vlaamse regering keurt klimaatplan goed: subsidies voor energiesparen
26
29
6 Restant Spirit kondigt officieel kartel aan
26
7 Anxiaux (Spirit) dient ontslag in als min. V. Cultuur, Sport, Brusselse Aangel. En Ontwikkelingssamenwerking
27
1
27 12
7 De Post kondigt tariefverhoging aan
28
20
7 Kamer stelt stemming kieswet uit
29
22
7 kleine aardbeving
30
23
7 treinongeval Lede
30
24
7 Dewael dient klacht in tegen menzo en Frank Verstraeten (Zillion) ivm roddels frequentietoewijzing 4FM
30
25
7 meer en meer depressies bij mensen
30
25
7 Vande Lanottte wil trein goedkoper maken
30
25
7 er werken 4-6000 mensen te veel bij financiën
30
27
7 Vlaamse ambtenaren krijgen loonsverhoging van gemiddeld 10 %
30
27
7 telefoon wordt duurder (doorschakelkosten belgacom-telenet)
30
1
8 Dewinter kondigt aan dat Haider binnenkort Antwerpen zal bezoeken
31
1
8 Nieuwe COREPER voor België
31
1
8 kabinetten ondanks belofte nog steeds niet afgeschaft
31
3
8 EC heeft vragen bij privacy NIS enquête
31
4
8 50000 nemen deel stadsbarbecue Antwerpen (org Stevaert)
31
8 2 doden na schietpartij op scoutsfuif
31
29
4
7 nieuw businessplan sobelair
31
30
7 Raad van state heeft kritiek op kieswet
31
30
7 Bourlet wordt aanklager in zaak dutroux
31
30
7 groot aantal politieagenten wordt nog steeds niet volgens nieuw statuut uitbetaald, dreigen met staking
31
31
7 wettigheid duo-benoeming VRT Mary & Von Wackerbarth betwist
31
31
7 grootschalige oplichting in time-share verkoop Spanje
31
nieuwe baas voor VRT
31
7 ondanks herstel is werkloosheid bij migranten nog steeds enorm
31
7 Aelvoet verbiedt fluor voedingssupplementen
31
8 dienen banken aansprakelijk te zijn voor gedupeerde beleggers die geld verloren op beurs,
31
5
8 agalev wil heffing op speculatie grond-en woningmarkt
32
5
8 Schouppe benoemd tot gedelegeerd bestuurder ABX
32
6
8 FAVV laat kaassoort uit de handel nemen
32
6
8 centrum gelijkheid kansen dient geen klacht in tegen pygmeeëntentoonstelling Yvoir
32
7
8 vrachtwagens betrokken in kettingbotsing hadden slechte remmen.
32
7
8 VLD'er van Campenhout wil verplichte cursus defensief rijden voor jonge bestuurders
32
8
8 BBTK-algemeen secretaris Brussel-Halle-Vilvoorde vecht zijn ontslag aan bij rechtbank
32
8
8 Vlaanderen heeft 847 hectare natuurgebied bijgekregen
32
8
8 Unizo dient klacht in tegen Banksys
32
9
8 gewestplanwijziging Doel geschorst door RVS, maar werken gaan door agv eerder goedgekeurd nooddecreet
32
9
8 uitstel verplichte controle op stookolietanks
32
8 kim Gevaert wint 2 zilveren medailles op EK outdoor atletiek
32
12
8 Duitstalige gemeenschap wil meer autonomie
32
8 Er komen geen windmolens voor de haan en Bredene
33
12
8 Vande Lanotte uit kritiek op slechte administratieve afhandeling investeringsdossiers door MVG
33
13
8 schorsing Mohammed Mourhit vanwege dopinggebruik
33
13
8 gratis treinen voor jongeren in gent
33
13
8 comité bio-ethiek vindt dat patiënten te snel naar huis worden gestuurd vanuit ziekenhuis
33
14
8 fraude bij reclame streep op Gentse trams
33
15
8 animo protesteert tegen sms dienst die radarcontroles verkeer aankondigt
33
15
8 Marktrock
33
16
8 RWDM houdt op te bestaand
33
16
8 werkgroep radicalisering kondigt aan alternatieve meeting te organiseren op ijzerbedevaart
33
16
8 Jean stengers overleden
33
17
8 dioxinenorm overschreden bij Indaver in A'pen
33
17
8 voorstel tot invoering 70 km/h als maximumsnelheid
33
19
8 studie over stadsvlucht: tweeverdieners verlaten stad?
34
19
8 taalexamen ambtenaren wordt toegankelijker
34
21
8 interview Abou Jahjah in Knack
34
21
8 kinderopvang in Limburg in weekends en 's avonds
34
21
8 Zeeland wil geen windmolenpark voor Knokke
34
22
8 Abou Jahjah onder vuur
34
22
8 crisis bij Val St. Lambert
34
22
8 ontslagen bij Brepols
34
24
8 wateroverlast
34
24
8 pukkelpop
34
25
8 ijzerbedevaart
34
8 aankondiging dat Nero ermee stopt
34
8 wapenleveringen Nepal
34
1
9 de gordel
35
1
9 Stefan Everts wint 6e wereldtitel
35
1
9 rechter beslist dat bezetter Lappersfortbos dienen te verlaten
35
26
8 ontslag Aelvoet
35
27
8 Johnny Thijs stelt dat er 12000 mensen teveel werken bij de post, maar slikt dit daarna terug in
35
27
8 slechts weinig kinderen met de fiets naar school
35
28
8 minder asielaanvragen
35
29
8 twijfel over feit of er een aanslag was gepland op kleine Brogel
35
29
8 waterschade waarschijnlijk erkend als ramp
35
29
8 meer controle op bewakingsagenten
35
29
8 Boekhoudster MVG aangehouden ivm fraude
35
29
8 autoverzekering binnenkort duurder
35
29
8 Boekhoudfraude MVG
35
29
8 Aankondiging dat autoverzekering duurder wordt
35
30
8 vereenvoudiging banenplannen
35
30
8 Faust definitief ontslagen bij BBTK
35
31
8 scheepslift Strépy-Thieu geopend
35
31
8 Scheepslift Wallonië geopend
35
8 voorstel mensen te laten betalen voor gebruik spoedafdeling ziekenhuizen
35
2
9 gratis onderwijs in gent (eerste schooldag)
36
2
9 ACV dreigt met staking haven Antwerpen
36
2
9 brandje op p&o ferry
36
2
9 eind pedofilieproces sainte-ode
36
3
9 ziekenhuizen zijn duurder geworden
36
3
9 CAO's dienen nu ook door regio's ondertekend te worden
36
3
9 Arbeidsministers Onkelinx en Landuyt: cao's zijn voortaan internationale verdragen die federale en regionale handtekening vereisen
36
4
9 Verwilghen kondigt voetbalcompetitie tussen gedetineerden aan
36
4
9 Voorstelling boek Dehaene. Kondigt aan niet op te zullen komen voor de verkiezingen
36
4
9 Volgens VAB bestaat grote interesse voor intelligente snelheidsbegrenzer
36
4
9 Turkije vraagt uitlevering Fehriye Erdal
36
5
9 post begint met nieuw< evaluatiesysteem kwaliteit levering
36
5
9 Staf Nimmegeers komt op voor SPA
36
5
9 schorsing Rudy Borremans opgeheven
36
5
9 tekort aan godsdienstleerkrachten
36
7
9 aantal parlementsleden dient klacht in tegen regering vanwege kernwapens op kleine brogel
36
7
9 België verliest van Bulgarije in voorronde EK 2004 voetbal
36
8
9 PS wil nauwer samenwerken met ECOLO
36
8
9 open monumentendag
36
9 Duquesne wil politie zwaarder bewapenen
36
9 Vanderpoorten stelt boek voor en wil hervorming lerarenopleiding
36
9
9 start Vlaams blok congres
37
9
9 discussie over geslachtskeuze kinderen
37
9
9 Dejemeppe voorgedragen als raadsheer bij hof van cassatie
37
10
9 sociaal stroomtarief ingevoerd?
37
10
9 helft onbemande camera's heeft nog geen goedkeuringscertificaat gekregen
37
10
9 Helft van 450 flitscamera's heeft geen goedkeuringscertificaat en mag eigenlijk niet worden gebruikt
37
11
9 personeel Sobelair gat akkoord met inlevering loon
37
11
9 herdenking 11 september
37
11
9 anoniem lid regering geeft toe dat er kernwapens zijn op kleinen brogel
37
11
9 tweede geval boekhoudfraude bij milieu en natuurfonds. Dienst onder toezicht geplaatst
37
12
9 60000 ambtenaren moeten computertest doen
37
12
9 fraude met bankkaarten
37
12
9 Johan Van Hecke stapt op uit EVP en gaat naar liberale fractie EP
37
12
9 Antwerpse procureur gaat strenger optreden tegen wegblokkades
37
13
9 stemming kieswet mislukt door defect stemmachine
37
13
9 VLD'ers willen strenger asielbeleid ivm gezinshereniging
37
13
9 Groep Seghers failliet
37
13
9 invoering dodehoekspiegel vervroegd
37
15
9 Waalse feesten. Van Cau zegt alle nieuwe Vlaamse eisen te verwerpen
37
9 Luc Martens wil dat onderwijsgeld rechtstreeks nar scholen gaat ipv naar koepels
37
16
9 begrotingsakkoord Vlaanderen
38
16
9 opineipeiling in Le Soir: SP en VLD winnen
38
16
9 4 op 10 auto's hebben nog geen nieuwe nummerplaat
38
17
9 onderzoeksresultaten pesten op het werk vrijgegeven
38
17
9 Georgische juwelier schiet overvaller dood
38
18
9 aantal jonge delinquenten vrij vanwege geen plaats in Everberg
38
18
9 Daems wil belastingvoordelen voor horeca
38
18
9 actie voor meer betaalbare sociale woningen
38
19
9 opnieuw overleg over Lappersfortbos
38
19
9 Georges Forrest ondervraagd door onderzoekscommissie grote meren
38
19
9 Leuven, 3000 betogen voor meer geld rusthuizen
38
19
9 Geen oplossing Lappersfortbos
38
20
9 discussie of Nihoul al dan niet naar assisen, moet
38
21
9 cd&v congres, thema menselijke verbondenheid
38
22
9 verkiezingen Duitsland
38
22
9 autoloze zondag
38
22
9 Aimé Desimpel overleden
38
9 begrotingsopmaak Vlaanderen
38
9 discussie over afschaffing zorgpremie jonge criminelen in Wallonië vrijgelaten agv gebrek opvangplaatsen Everberg
38 38
24
9 Marokkaanse verenigingen zeggen dat integratiebeleid heeft gefaald
39
24
9 Federatie van Marokkaanse Democratische Organisaties (FMDO) zeggen dat antidicriminatie en integratiebeleid van de afgelopen jaren heeft gefaald
39
25
9 investeringen Antwerpen oa museum aan de stroom
39
25
9 discussies over alimentatiefonds
39
25
9 septemberverklaring Dewael
39
26
9 toch minder geknipt in cultuurbudget
39
27
9 criminaliteit daalt volgens cijfers BIZA in de morgen
39
27
9 Aankondiging NMBS treintickets 2% duurder in 2003
39
28
9 PS en ecolo stelen gezamenlijk agendapunten op
39
29
9 SP kopstukken per trein door Vlaanderen
39
29
9 Peiling Lbre Bel: SPA en VLD groei, CD&V houdt stand
39
9 nieuwe kieswet goedgekeurd in de kamer
39
9 Raad van europa keurt Nabholz-Haidegger resolutie goed
39
1
10 meer werklozen
40
1
10 Blair roept op verwijdering Hoessein
40
1
10 Benoeming koen dassen bij staatsveiligheid onwettig volgens cd&v, cf taalpariteit.
40
1
10 VHM wil klokkenluidster ontslaan
40
2
10 nieuw decreet lokale radio's
40
2
10 vogels wil integratiebeleid laten evalueren
40
2
10 Miss België zal niet deelnemen aan miss World in Nigeria
40
3
10 nieuwe onthullingen sabenacommissie
40
3
10 Verhofstadt blijft achter monsterboetes verkeer staand
40
3
10 Pierre Chevalier niet langer vervolgd door Zwitsers gerecht
40
4
10 zoektocht rechtvaardige rechters draait op niets uit
40
4
10 prinses Astrid zwanger
40
5
10 Staten-Generaal van de cultuur
40
5
10 bomspotting aan kleine brogel
40
6
10 discussie wapenleveringen Nepal agv ontslag regering Nepal
40
6
10 open bedrijvendag
40
6
10 demonstratie gent tegen congres Vlaams blok
40
30
9 eerste gebruik van euthanasiewet
40
7
10 begrotingsakkoord federaal
41
8
10 ABX maak verlies
41
9
10 nieuwe afspraken over wapenexport
41
9
10 enquête in faciliteitengemeenten over rondzendbrief Peeters
41
9
10 Dua wil lappersforstbos kopen
41
9
10 België zal Kyoto norm niet halen
41
9
10 instellingen gehandicaptenzorg en probleemjongeren hebben financiële problemen
41
10
10 compromis over alimentatiefonds
41
10
10 Dejemeppe benoemd als raadsheer hof van cassatie
41
11
10 Vlaanderen welvarendste regio ter wereld volgens UN, België 4e plaats
41
11
10 kinderen prinses Lilian spannen proces aan tegen staat voor verbouwingen paleis
41
11
10 hogescholen dreigen met stakingen
41
11
10 premie voor rundveehouders die stoppen met bedrijf
41
11
10 staking RTBF personeel tegen hervormingen
41
11
10 huisartsen Borgerhout en Deurne krijgen 's nachts huisarts met chauffeur
41
10 Vankrunkelsven protesteert tegen orde van geneesheren
41
10 ongeval tijdens studentendopen
41
14
10 CD&V stelt veiligheidsplan voor
42
15
10 debat/discussie ivm inburgeringdecreet
42
15
10 acties door magistraten voor meer loon
42
15
10 aankondiging tariefstijging NMBS
42
16
10 CD&V wil homohuwelijk steunen
42
16
10 ontslag ABVV alg secr Brussel ivm fraude
42
16
10 buitenvervolgingstelling de Stercke (Bende van Nijvel
42
16
10 publicatie enquête solidariteit Elchardus in Knack
42
17
10 open brief Verhofstadt aan andersglobalisten
42
17
10 antidiscriminatiewet goedgekeurd
42
17
10 actie justitiehuizen voor meer personeel
42
19
10 kleuter uitgewezen naar Kongo
42
19
10 betoging 800 personen (a'pen) tegen besparingen sociale sector, w.o. afschaffing sociaal impulsfonds Antwerpen
42
20
10 ?? Betoging ivm Lappersfortbos Brugge
42
10 meer conflicten ivm wapenleveringen, oa naar Filippijnen
42
10 discussie over oprichting moslimscholen
42
val kabinet balkenende
42
21
10 hoog loodgehalte bij omwonenden Umicore Hoboken
43
22
10 explosie bij cockerill sambre
43
23
10 Verhofstadt is discussies over wapenleveringen Nepal beu
43
23
10 senaatscommissie keurt homohuwelijk goed
43
24
10 Dutroux laat zich vallen bij vervoer naar rechtszaal
43
24
10 scholengemeenschappen worden mogelijk
43
10 George Forrest in opspraak ivm plundering Kongo
43
Iers referendum EU
43
wapenleveringen Filippijnen
43
spa en spirit kondigen officieel hun kartel aan
43
1
11 De Winne in ruimtestation
44
2
11 Belgen te vroeg op pensioen volgens OESO
44
2
11 protest tegen nieuwe autosnelweg in Zwijndrecht
44
2
11 politieke opiniepeiling toont CD&v als grootste partij
44
3
11 verkeersongeval Verhofstadt
44
30
10 VandeLanotte wil stijging ziekstverzekering
44
30
10 Ecolo verzet zich toch tegen uitzondering tabakswet
44
30
10 AEL patrouilles mogen geen camera's gebruiken voor filmen politie
44
31
10 Advocaat dutroux wil geen proces voor volksjury
44
31
10 Vlamingen hebben positief beeld leraars volgens onderzoek
44
31
10 binnenkort betalen met betaalkaart voor aankoop tickets op trein
44
storm
44
4
11 Van Grembergen wil spelling wijzigen
45
5
11 staking MIVB (geen metro's)
45
5
11 meer geld voor schuldbegeleiding OCMW klanten
45
5
11 wachtlijsten gehandicaptenzorg worden langer
45
5
11 Van den Wyngaert neemt ontslag bij KV mechelen
45
6
11 nieuw geval BSE
45
6
11 Vanderpoorten wil polyvalente eerste graad op scholen
45
6
11 meer geld politie Brussels Gewest
45
6
11 FIA beslist niet meer te rijden in Francorchamps
45
7
11 verschillende ondervragingen door sabenacommissie
45
7
11 Agent moet schadevergoeding betalen voor neerschieten persoon
45
7
11 minderjarige asielzoekster op school opgepakt door politie
45
8
11 onduidelijkheid ivm Rwandese asielzoekster Bonita
45
8
11 Doorlichting toont slechte toestand NMBS financiën
45
8
11 John Goossens Belgacom overlijdt
45
11 failliet Delsey Airlines
45
11 kwart belgen ontevreden over gezondheid
45
11
11 Clijsters wint finale WTA masters kampioenschap
46
12
11 Vanderpoorten wil meer autonomie scholen en vermindering aantal lesuren
46
12
11 betaalstaking bij MIVB
46
13
11 B-plus dient klacht in tegen NVA ivm uitdelen speelgoedauto's
46
13
11 senaatscommissie stelt dat tabaksverbod mag worden uitgesteld tot 2006
46
13
11 huiszoeking bij Pierre Chevalier
46
14
11 RTBFjournaliste slaagt erin interview af te nemen van Trabelsi.
46
14
11 Guy Bouten ontslagen bij VRT
46
14
11 veehandelaars Ciney vrijgesproken
46
15
11 juwelier Tyberghien veroordeeld tot straf met opschoting
46
16
11 Dutroux ontkent betrokkenheid bij ontvoeringen
46
17
11 VLD congres, oa sterke confederale stroming
46
17
11 Schouppe ontslagen als baas ABX; Vinck vraagt meer geld voor NMBS
46
Belgie speelt slecht in voetbal
46
Kim Clijsters wint
46
19
11 luchtkwaliteit is verbeterd
47
20
11 tweede ronde Vlaams Blok proces
47
20
11 Verhofstadt vindt burgerpatrouilles AEL onaanvaardbaar
47
20
11 heisa over drugswet
47
20
11 Radio Mango stopt ermee
47
21
11 Wilmots krijgt trofee sportverdienste
47
21
11 bromfietsers moeten valhelm dragen
47
21
11 gemeente en OCMW ambtenaren betogen voor nieuwe cao
47
21
11 senaat keurt uitzondering tabaksreclame goed
47
22
11 apothekers betogen tegen besparingen
47
23
11 SP-A leden keuren alliantie Spirit goed
47
23
11 uitreiking gouden spikes (atletiek)
47
24
11 Vlaanderen wil dat federale regering akkoord nachtvluchten herziet
47
24
11 UMICORE moet terrein saneren
47
24
11 Tyberghien niet in beroep tegen uitspraak
47
11 Langlois beschuldigd van opzetten mediacampagne om Nihoul vrij te pleiten
47
11 OESO roept België op tot loonmatiging en voorspelt lage economische groei
47
27
11 heisa over manipulatie misdaadcijfers
48
27
11 rellen in antwerpen na moord (Abou Jahjah)
48
27
11 civiele bescherming staakt voor meer personeel, paniek gecreëerd
48
28
11 senaat keurt homohuwelijk goed
48
28
11 meer alcoholcontroles aangekondigd
48
28
11 Abou Jahjah aangehouden
48
29
11 discussie over wapenwet
48
29
11 loonoverleg mislukt
48
29
11 er komt geen verbod op nachtvluchten
48
29
11 Slangen in opspraak vanwege aanbesteding
48
29
11 nieuwe Miss Belgium
48
29
11 akkoord besparing ts Vandenbroecke en apothekers
48
30
11 agalev wil dat overheid gaat praten met migrantenverenigingen
48
11 Bourlet trekt zich tijdelijk terug uit onderzoek Dutroux
48
2
12 loonoverleg zit vast
49
2
12 raad voor de journalistiek gaat van start
49
3
12 Philips Hasselt gaat sluiten
49
3
12 nieuwe subsidiëring culturele centra
49
4
12 akkoord pensioenregeling NMBS
49
4
12 akkoord ecobonus/ecobelasting
49
4
12 Wilmots stapt in politiek
49
5
12 Slangen moet voor strafrechter verschijnen
49
5
12 goedkeuring embryowet (klonen)
49
5
12 afbouw kernenergie goedgekeurd
49
6
12 civiele bescherming wil niet helpen tijdens overstroming
49
7
12 VLD wil confederatie
49
7
12 KV Mechelen in vereffening
49
7
12 Musseeuw wint kristallen fiets
49
8
12 discussie over sanctie allochtonen die geen nederlands willen leren
49
12 nieuwe chef defensie
49
12 Abou Jahjah vrij, Verhofstadt spreekt zich sterk uit tegen AEL
49
12 discussie over verplicht aanwerven allochtonen door bedrijven
49
9
12 president Kagame op bezoek
50
9
12 weinig vrouwen bij leidende ambtenaren in MVG
50
9
12 lijwacht Abou Jahjah blijkt voortvluchtig misdadiger te zijn
50
10
12 Francorchampswet verworpen
50
10
12 FAVV meldt BSE geval
50
11
12 uitdoofscenario illegale weekendhuisjes
50
11
12 goedkeuring hervorming bedrijfsbelasting goedgekeurd
50
12
12 ijzel, openbaar vervoer in Brussel plat
50
12
12 Bourlet opnieuw aan de slag
50
12
12 anti-discriminatiewetsontwerp goedgekeurd
50
12
12 eerste vrouwelijke kolonel in Belgisch leger
50
12
12 ferrylijn Oostende-Dover opgedoekt
50
14
12 wet op milieuheffingen (ecoboni etc)
50
15
12 nieuwe dienstregeling NMBS
50
16
12 nachtvluchten
50
12 week van sociale onrust: vissers, ambtenaren, Philips, zorgverstrekkers betogen
50
12 discussie of Turkije lid mag worden van EU
50
12 milde straf voor chauffuer Gasmeterlaan
51
17
12 loon leerkracht moet bepaald worden door competentie
51
17
12 vaste boekenprijs goedgekeurd in senaatscommissie
51
19
12 nieuwe verkeerswet
51
20
12 tariefverhogingen artsen en ziekenfondsen
51
20
12 kortingsbonnen trein voor houders abonnement
51
20
12 verkiezing sportman en vrouw
51
12 Lionel Vandenberghe gaat naar spirit
51
12 huwelijksaankondiging Laurent
51
23
12 kortgeding bewoners tegen nachtvluchten
52
23
12 senator Q maakt naam moordenaar Lahaut bekend
52
23
12 nieuwe consul generaal in Casablanca na fraude vorige
52
23
12 Flanders Language Valley failliet verklaard
52
25
12 Herteleer spreekt zich uit tegen inzet leger in irak
52
27
12 Pastoor Verstraeten in rand wordt vervangen
52
28
12 Schouppe lijstduwer CD&V
52
28
12 weduwe Van Noppen wint Castar prijs
52
2
1 tijdskrediet is een succes
1
3
1 Michel boos op groenen vanwege standpunt Irak
1
3
1 drukkerij Brepols failliet
1
4
1 heibel in VLD: Goovaerts beschuldigt Verhofstadt
1
5 31
1 botsing tanker op tricolore 12 klokkenluidster bij VHM mag blijven
1 1
1 overstromingen
1
1 discussie over deelname oorlog Irak
1
Appendix C — Brieven en bijlagen bij WADO