DE DOORONTWIKKELING VAN DE NATIONALE BIBLIOTHEEK CATALOGUS+ VERKENNING VAN RELEVANTE (TECHNISCHE) ONTWIKKELINGEN TER VOORBEREIDING VAN DE EXPERTSESSIE OP 27 MEI 2014 T.B.V. EEN VISIE OP DE NBC+ OVER 5 JAAR
Colofon Maurits van der Graaf, Pleiade Management and Consultancy BV
[email protected], www.pleiade.nl Deze publicatie is het resultaat van een studie die/onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van SIOB. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en de ingenomen standpunten berusten bij de auteur.
© 2014 Sectorinstituut Openbare Bibliotheken, Den Haag
Netherlands Institute for Public Libraries Koninginnegracht 14 2514 AA Den Haag Postbus 16160 2500 BD Den Haag T +31 (0) 70 3090 222 | F +31 (0) 70 3090 299
[email protected] | www.siob.nl
Mits niet anders vermeld valt de inhoud van deze publicatie van het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Zie de licentievoorwaarden op: http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/nl/
2
Inhoudsopgave
MANAGEMENT SAMENVATTING
6
EXECUTIVE SUMMARY
8
1. INLEIDING EN LEESWIJZER
10
1.1 INLEIDING
10
1.2 LEESWIJZER
10
2. METHODEN
12
2.1 ONDERZOEKSVRAAG
12
2.2 GEÏNTERVIEWDEN
12
3. DE NBC+ GEÏNTRODUCEERD
13
3.1 OVERZICHT NBC+
13
3.2 DIVERSE ASPECTEN NADER BEKEKEN
14
3.3 KOPPELINGEN
15
3.4 API
16
3.5 METADATASTROMEN
17
3.6 ZICHTBAARHEID IN GOOGLE VIA INTEGRATIE NBC+ MET WAAS
18
3.7 LOKALE ERFGOEDCOLLECTIES
18
3.8 EFFICIËNTIESLAG
18
4. TRENDS EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN VOOR NBC+ VOLGENS DE GEÏNTERVIEWDEN UIT NEDERLANDSE BIBLIOTHEEKWERELD 19 4.1 TRENDS IN GEBRUIKERSGEDRAG
19
4.2 DE MOGELIJKHEDEN VAN LINKED OPEN DATA
20
4.3 NAAR OPEN METADATA
21
4.4 OVERGANG NAAR DE KB EN DE NATIONALE DIGITALE BIBLIOTHEEK
21
4.5 DE TOEKOMST VAN DE GGC EN DE NATIONALE INFRASTRUCTUUR
23
4.6 EEN EENVOUDIGER ILS OF EEN MULTITENANT ILS VOOR DE OB’S?
24
4.7 LOKAAL, NATIONAAL EN MONDIAAL
25
4.8 ONDERBRENGING IN GEBRUIKERSOMGEVINGEN
25
4.9 OVERIGE OPMERKINGEN
25
5. WIKIPEDIA EN BIBLIOTHEKEN
26
5.1 INLEIDING
26
5.2 WIKIPEDIA OP 6E PLAATS TOP WEBSITES TER WERELD
26
3
5.3 WIKIPEDIA EN BOEKEN
26
5.4 DE ‘WIKIPEDIA-STRATEGIE’ VAN NBC+ BECOMMENTARIEERD
26
5.5 LINKED OPEN DATA EN WIKIDATA
27
5.6 FACEBOOK EN WIKIPEDIA
27
5.7 WIKIPEDIA LIBRARY
27
5.8 EFFECTEN VAN BESCHIKBAARSTELLING VAN MATERIALEN IN WIKIMEDIA / WIKIPEDIA 28
6. BIBLIOTHEEKPORTALEN EN OPEN VLACC
29
6.1 LANDSCHAP OPENBARE BIBLIOTHEKEN VLAANDEREN
29
6.2 OPEN VLACC
30
6.3 BIBLIOTHEEKPORTALEN
30
6.4 MONITORING GEBRUIK BIBLIOTHEEKPORTALEN
31
6.5 DE GOOGLE-STRATEGIE VAN BIBLIOTHEEKPORTALEN
31
6.6 ETALAGEFUNCTIE VAN BIBLIOTHEEKPORTALEN
32
6.7 IAM - IDENTITY AND ACCESS MANAGEMENT
32
6.8 TOEKOMST
32
7. OPENCAT IN FRANKRIJK
34
7.1 DATA.BNF.FR 7.2 OPENCAT - GEBASEERD OP DATA.BNF.FR
34 FIGURE 4 OPENCAT SCHEMA
35
7.3 DOELSTELLINGEN: EEN CATALOGUS VOOR VERSPREIDING EN EEN CULTUREEL ECOSYSTEEM OP HET WEB
8. DE OPAC VAN DE LIBRARY OF BIRMINGHAM
36
37
8.2 NIEUW ILS
37
8.3 VERSCHILLENDE CATALOGI
37
8.4 CATALOGUS GEBRUIK
37
8.5 CATALOGISERING
37
8.6 BUSINESS, LEREN EN GEZONDHEID & WELZIJN
37
8.7 E-BOOKS EN E-AUDIOBOOKS
38
8.8 TOEKOMSTPLANNEN
38
9. ÖVK - VERBUNDKATALOG ÖFFENTLICHER BIBLIOTHEKEN 9.1 HOOFDDOELSTELLING IS IBL
39 39
9.2 SEPARAAT VAN DE CENTRALE CATALOGUS VOOR ACADEMISCHE BIBLIOTHEKEN
39
9.3 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE DIENSTEN GEBASEERD OP DE ÖVK
39
9.4 DEUTSCHE DIGITALE BIBLIOTHEK
40
9.5 OPENBARE BIBLIOTHEKEN IN DUITSLAND
40
10.DEICHMANSKE BIBLIOTEK 10.1 INLEIDING
41 41
4
10.2 OPENBARE BIBLIOTHEKEN IN NOORWEGEN
41
10.3 DE TRADITIONELE CATALOGUS VAN DE DEICHMANSKE BIBLIOTEK
41
10.4 LINKED DATA SERVICE
41
10.5 ‘BOEKAANBEVELINGEN’ EN ‘ACTIVE SHELF’
42
10.6 MIGRATIE NAAR HET KOHA ILS
42
10.7 NA DE MIGRATIE: EEN ANDERE MANIER VAN METADATA PRODUCTIE
42
10.8 GEBRUIK VAN OPEN LIBRARY EN ANDERE OPEN BRONNEN OP HET INTERNET
43
10.9 NIEUWE DIENSTEN IN HET NIEUWE GEBOUW
43
10.10
43
AANVULLENDE INFORMATIEBRONNEN
11.TROVE, FINNA EN CATALOGUS 2.0
44
11.1 AUSTRALIE: TROVE EN DE CATALOGUS VAN DE NATIONALE BIBLIOTHEEK
44
11.2 FINNA
44
11.3 CATALOGUS 2.0
45
12.SLOTSOM: MOGELIJKE ONTWIKKELRICHTINGEN VOOR DE NBC+
47
12.1 INLEIDING
47
12.2 INNOVATIE AAN DE VOORKANT
48
A.
NBC+ IN 2014 EN 2015 (REEDS GEPLANDE ONTWIKKELINGEN)
48
B.
ZICHTBAARHEID, AANTREKKINGSKRACHT EN ENGAGEMENT OP HET INTERNET
49
C.
DIENSTEN ROND DE CATALOGUS
50
D.
LOKALE OPDRACHTEN VAN DE OB’S EN DE NBC+
51
E.
AANDACHTSPUNTEN
51
12.3 EFFICIENTIE AAN DE ACHTERKANT
52
A.
NAAR ANDERE ILS’EN VOOR OB’S
52
B.
OPEN METADATA
52
C.
HARMONISATIE EN UNIFORMERING
52
12.4 ORGANISATORISCHE VERANDERINGEN
53
A.
DIGITALE BIBLIOTHEEK DOOR DE KB
53
B.
TOEKOMST VAN DE GGC
53
C.
INTERNATIONALISERING VAN DE INFRASTRUCTUUR
54
5
MANAGEMENT SAMENVATTING VERKENNENDE STUDIE De Nederlandse Bibliotheek Catalogus (NBC+) is onlangs geïmplementeerd bij de eerste Openbare Bibliotheek. De NBC+ heeft als doelstelling de analoge en digitale content van Openbare Bibliotheken aan de gebruiker te presenteren als een samenhangende collectie, ‘Collectie Nederland’. Hoe zou de NBC+ in de komende vijf jaar verder ontwikkeld moeten worden? Dit is de vraagstelling voor een expertmeeting die in mei 2014 gehouden wordt onder auspiciën van het SIOB. Deze verkennende studie – gebaseerd op een aantal interviews met gesprekspartners uit de Nederlandse bibliotheekwereld en een aantal casestudies uit het buitenland – dient als input voor deze expertmeeting.
Centrale onderzoeksvraag De centrale onderzoeksvraag voor dit verkennende onderzoek was: Identificeren en duiden van relevante (technische) ontwikkelingen die cruciaal zijn voor de verdere ontwikkelingen rond de NBC+ en bepalend zijn voor de visie op de NBC+ over 5 jaar De belangrijkste resultaten worden hieronder kort samengevat. Een uitgebreidere samenvattende bespreking wordt gepresenteerd in hoofdstuk 12 van dit rapport.
Trends in zoek- en vindgedrag Catalogi blijken steeds minder de zoekingang te vormen voor gebruikers. Bibliotheekgebruikers zijn internetgebruikers geworden en het zoeken vindt ‘webscale’ plaats. De functie van de catalogus komt minder te liggen op zoeken & vinden en identificeren, maar meer op selecteren en verkrijgen (van toegang of van de publicatie). Daarnaast wordt in de overvloed van informatie de context van de informatie steeds belangrijker voor gebruikers. Één van de manieren om dit te bereiken is de toepassing van Linked Open Data.
Trends in het digitale domein Als meest belangrijkste trend kan Open Data en Linked Open Data worden aangeduid. De NBC+ is hier in technisch opzicht voor toegerust met haar toepassing van LOD en de openstelling van haar gegevens door middel van een API. In juridisch opzicht zijn er nog belemmeringen die een volledige Open Data strategie voor de NBC+ in de weg staan.
Organisatorische ontwikkelingen die van invloed zijn op de doorontwikkeling van de NBC+ Twee organisatorische ontwikkelingen zullen van invloed zijn op de NBC+. Ten eerste de overgang van SIOB en BNL naar de KB per 1 januari 2015 en de daarmee samenhangende regierol van de KB voor de openbare bibliotheekwereld in het algemeen en de Nederlandse digitale bibliotheek in het bijzonder. Ten tweede zal door de migratie van de UKB bibliotheken naar het WorldShare platform de huidige GGC haar centrale plaats in de Nederlandse bibliotheek infrastructuur verliezen. Een mogelijke overgang naar het
6
WorldShare platform van de GGC met de dienstverlening daaromheen (IBL systemen) lijkt over enkele jaren dan ook aan de orde te komen voor de Openbare Bibliotheken.
Vergelijking met Openbare Bibliotheken in andere landen De case studies van met name OpenCat in Frankrijk, Bibliotheekportalen in Vlaanderen en de catalogus van de Deichmanske Bibliotek laten zien dat het onderwerp ‘zichtbaarheid en vindbaarheid op internet’ van de bibliotheekcatalogi in de verschillende benaderingen voorop staat, net als bij de NBC+.
Vertaling naar toekomstige ontwikkelingen NBC+ De resultaten van deze verkennende studie kunnen worden vertaald naar de volgende toekomstige ontwikkelingen van de NBC+: • Innovatie aan de voorkant: de gekozen opzet van de NBC+ maakt deze zeer geschikt om op de genoemde technische ontwikkelingen in te spelen teneinde de catalogus te verrijken, innovatieve interfaces en apps te (laten) ontwikkelen en de zichtbaarheid en vindbaarheid van de catalogus en de catalogusgegevens op Internet te vergroten en de dienstverlening rond de catalogus uit te breiden. Aandachtspunt daarbij is om ook mogelijkheden te creëren die invulling geven aan de lokale opdrachten aan de OB’s. • Efficiëntie aan de achterkant: met de ontwikkeling van de NBC+ en een aantal andere infrastructurele elementen op landelijk niveau krijgen de lokale bibliotheeksystemen (ILS’en) een andere, kleinere rol. In deze verkenning kwamen mogelijkheden om efficiëntie te bereiken door de invoering van ‘lightweight’ ILS’en of één multitenant ILS systeem in de cloud naar voren. Een ander belangrijk onderwerp aan de achterkant is de inzet van Open Data. aanbevolen wordt om huidige juridische belemmeringen daarin weg te nemen opdat de NBC+ een Open Data beleid kan inzetten en tegelijkertijd zelf gebruik maken van Open Data van andere bronnen om de catalogus te verrijken.
7
EXECUTIVE SUMMARY EXPLORATORY STUDY The Dutch National Library Catalogue (NBC+) has recently been implemented at the first public library. NBC+ aims to present the user with the physical and digital content from public libraries as a coherent collection, ‘The Netherlands Collection’. How should the NBC+ be developed in the coming five years from now? This is the focus of an expert meeting that will be held in May 2014 by the SIOB. This exploratory study - based on interviews with a number of partners from the Dutch library and a number of case studies from outside the Netherlands - will serve as input for this expert meeting.
CENTRAL RESEARCH QUESTION The central research question for this exploratory study is: Identify and interpret relevant (technical) developments that are crucial for the further developments of the NBC + and will determine the vision on the NBC+ for the coming 5 years The main results are summarized briefly below. A more detailed summary discussion is presented in Chapter 12 of this report.
TRENDS IN USER BEHAVIOUR WITH REGARD TO SEARCHING FOR INFORMATION Catalogues are less and less the first point of access for searching by end-users. Library patrons have become Internet users. For searching one uses primarily ‘web scale’ search engines. For these reasons, the function of the catalogue becomes less important in the domain of searching & finding and becomes more important in the domain of selecting and obtaining/getting access. In addition, because of the information overflow, the context of information becomes increasingly important for end-users. One of the methods to create contextual information is the application of Linked Open Data.
TRENDS IN THE DIGITAL DOMAIN Open Data and Linked Open Data can be seen as the most important trends in the digital domain that are relevant for catalogues. NBC + is technically equipped to apply Linked Open Data and can open its data through an API. In legal terms, there are still some obstacles for a full Open Data Strategy of the NBC+.
ORGANIZATIONAL DEVELOPMENTS IN RELATION TO THE DEVELOPMENT OF THE NBC + Two organizational developments might influence the development of NBC+. Firstly, because of a new law on libraries in the Netherlands, SIOB (the Netherlands Institute for Public Libraries) and BNL (the foundation that develops the digital infrastructure for Public Libraries in the Netherlands) will be incorporated in the National Library of the Netherlands from January 1, 2015 onwards. The National Library of the Netherlands will from then on have a coordinating role for the Public Libraries in the Netherlands and for a national digital library in particular.
8
Secondly, the national shared cataloguing system and union catalogue (GGC/NCC) will lose its central place in the national library infrastructure when the migration of their cataloguing activities by the Dutch University libraries to the WorldShare platform will be completed. This might lead to a migration of the cataloguing activities for the Public Libraries to WorldShare platform.
PUBLIC LIBRARIES IN OTHER COUNTRIES The case studies of in particular OpenCat in France, ‘Library Portals’ in Flanders and the catalogue of the Deichmanske Bibliotek demonstrate that all strive to maximise the visibility and findability on the Internet of their catalogues and information in the catalogues on the Internet.
THE POSSIBLE SIGNIFICANCE OF THESE RESULTS FOR THE FUTURE DEVELOPMENT OF NBC+ The results of this study might be translated into the following future development of NBC+: • Innovation at the front: the design of the NBC+ makes it possible to maximally profit from the abovementioned technical developments by enriching the catalogue metadata, by creating or having created innovative interfaces and apps to the catalogue, by increasing the visibility and findability of the catalogue and by expanding the end-user services around the catalogue. An important issue in these further developments of the NBC+ is how to fill in the local missions of public libraries. • Efficiency at the rear: with the development of the NBC + and a number of other infrastructural elements at the national level, the function for the local integrated library systems (ILS) of the public libraries is reduced. In this study, the introduction of 'lightweight' ILS's or one multitenant ILS system in the cloud was mentioned as an option to increase the efficiency for public libraries. Another important issue ‘at the rear’ is the usage of Open Data. It is recommended to remove the current legal obstacles in order to make an Open Data policy for the NBC+ possible.
9
1. INLEIDING EN LEESWIJZER 1.1
INLEIDING
In de branchestrategie voor de Openbare Bibliotheken, zoals neergelegd in de notitie “De bibliotheek levert waarde 20122016” worden drie keuzen benoemd, die elk omgezet zijn in programma’s met o.a. sleutelprojecten (zie ook textbox hiernaast). In de keuze “De bibliotheek is fysiek en digitaal informatieknooppunt” is o.a. het sleutelproject Nationale Bibliotheek Catalogus+ benoemd. Een deelproject hiervan is de NBC+ over vijf jaar, met als doelstelling het identificeren van relevante (technische) ontwikkelingen voor de NBC+ die bepalend zijn voor de visie op de NBC+. De opzet van dit deelproject is om een verkenning uit te voeren naar deze trends en deze te bespreken in een expertmeeting op 27 mei 2014. Het deelproject zal uitmonden in een serie aanbevelingen voor de doorontwikkeling van NBC+. Dit rapport beschrijft de resultaten van deze verkenning, die werd uitgevoerd door Maurits van der Graaf van Pleiade
‘De Bibliotheek levert waarde’ over de NBC: • De Nationale Bibliotheek Catalogus (NBC) vormt vanaf 2013 de ruggengraat voor de functie van informatieknooppunt. Bibliotheken zijn een aantrekkelijke partner voor uitgeverijen en andere rechthebbenden voor de ontsluiting en (door)levering van content. • De NBC+ en het bestand waarin de vier miljoen bibliotheekklanten zijn samengebracht, zijn daarvoor de basis. De NBC+ ontsluit content van openbare en andere bibliotheken, van andere publiekgefinancierde organisaties (erfgoed, omroep) en van commerciële leveranciers (kranten, uitgevers). • Via de NBC+ kan de klant lenen en kopen, streamen en downloaden, in de bibliotheek, thuis, op het werk en onderweg.
Management en Consultancy onder supervisie van Adeline van den Berg en Norma Verheijen van het SIOB.
1.2
LEESWIJZER
• In hoofdstuk 2 worden de onderzoeksvraag en de geïnterviewden gepresenteerd. • In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de NBC+ • In hoofdstuk 4 worden de visies en meningen van de gesprekspartners over de toekomstige ontwikkelingen van de NBC+ uit de Nederlandse bibliotheken geïntegreerd weergegeven. • In de hoofdstukken 5 tot en met 11 worden de casestudies gepresenteerd, die in het kader van deze verkenning zijn uitgevoerd: o
in hoofdstuk 5 de resultaten van twee interviews met Wikipedianen
o
in hoofdstuk 6 de situatie in Vlaanderen
o
in hoofdstuk 7 het OPENCAT project in Frankrijk
o
in hoofdstuk 8 de OPAC van de Library of Birmingham
o
in hoofdstuk 9 de ÖVK - een gemeenschappelijke catalogus voor openbare bibliotheken in Duitsland
o
in hoofdstuk 10 de Deichmanske Bibliotheek (de openbare bibliotheek van Oslo)
o
in hoofdstuk 11 wordt kort ingegaan op twee relevante zoekmachines in Australië en Finland en op een recent boek over catalogi
10
• In hoofdstuk 12 worden de resultaten van deze verkenning in het kader van de verdere ontwikkeling van de NBC + samenvattend gepresenteerd.
11
2. METHODEN 2.1
ONDERZOEKSVRAAG
De doelstelling van de verkenning is: Identificeren en duiden van relevante (technische) ontwikkelingen die cruciaal zijn voor de verdere ontwikkelingen rond de NBC+ en bepalend zijn voor de visie op de NBC+ over 5 jaar (toekomstscenario’s). Daarbij staan de volgende vragen centraal: • Wat zijn de huidige trends in zoek- en vindgedrag van de beoogd gebruikers van de digitale bibliotheek? • Welke trends in het digitale domein zullen van invloed zijn op de technische doorontwikkeling van de NBC+? • Welke organisatorische ontwikkelingen zullen van invloed zijn op de doorontwikkeling van de NBC+? • Op welke manier geven bibliotheken in vergelijkbare Europese landen hun catalogus online vorm?
2.2
GEÏNTERVIEWDEN
Ten behoeve van deze verkenning werden de volgende gesprekspartners geinterviewd (8 persoonlijke interviews, 6 telefonische interviews en 1 per email). Gesprekspartners Nederlandse bibliotheekwereld Frits van Latum
SIOB; BTUD
Saskia Leferink
OCLC
Enno Meijers
BNL
Johan Stapel
BNL
Brigit van Berkel
BNL
Maria Heijne
UB Amsterdam
Josje Calff
UB Vrije Universiteit
Elsbeth Kwant
Koninklijke Bibliotheek
Hans Jansen
Koninklijke Bibliotheek
Overige gesprekspartners Hay Kranen
Wikipedian in residence; KB
Martin Poulter
Jisc Wikimedia Ambassador
Jane Callear
Library of Birmingham
Johan Mijs
Bibnet.be
Agnes Simon; Marianne Clatin
Bibliothèque nationale de France
Reiner Diedrichs
Directeur VZG (GBV)
Asgeir Rekkavik
Metadata specialist
12
3. DE NBC+ GEÏNTRODUCEERD 3.1
OVERZICHT NBC+
FIGURE 1 SCHEMA NBC+ NBC+ heeft als doelstelling de analoge en digitale content van Openbare Bibliotheken aan de gebruiker presenteren als een samenhangende collectie, ‘Collectie Nederland’. In figuur 1 wordt een overzicht gegeven van de NBC. Hieronder een toelichting: Het productiesysteem dat de NBC+ voedt: • Voor wat betreft metadata van boeken en tijdschriften wordt de GGC op het CBS systeem gebruikt: de voornaamste invoer van metadata wat betreft boeken en tijdschriften gebeurt door NBD Biblion, de Plusbibliotheken en de KB (zie verderop). Daarnaast worden er nog andere metadata stromen in de GGC ingevoerd.
13
• De GGC is gekoppeld aan 169 bibliotheken met 60 ILS systemen voor de bezits- en 1
exemplaarsynchronisatie. Op de GGC ‘draait’ een algoritme dat de entiteit ‘work’ creert . Er worden circa een half miljoen ‘work’ entiteiten gecreëerd op ruim 3 miljoen titels. • Via de zgn. ‘opnamestraat’ worden er andere metadata (landelijke en lokale contentbronnen; vooral erfgoedmateriaal) toegevoegd aan de NBC. Het is de bedoeling om de metadata stromen van erfgoedmateriaal door te geleiden naar de NL aggregator, die Nederlandse data aggregeert ten behoeve van het Europeana platform. Deze koppeling is overigens nog niet geïmplementeerd. Het zoekplatform NBC+: In technische zin is de NBC+ een open zoekplatform dat (1) metadata aggregeert en indexeert (2) via slimme filters en indexen doorsnedes geeft uit de ‘Collectie Nederland’ en (3) via semantische technologie en standaarden koppelingen en inhoudelijke verbanden legt met andere platforms zoals Europeana, NLaggregator, Edurep (Kennisnet) etc. Het NBC+-platform heeft volgende karakteristieken: • De interne format van de GGC wordt geconverteerd naar een bibliografisch format in RDF structuur, dat geënt is op het in ontwikkeling zijnde BIBFRAME. Overigens wil men het niet beperken tot BIBFRAME maar ook andere ontologieën/vocabulaires gebruiken zoals FOAF, OWL, Dublin Core vocabulaire en dergelijke om zo breed mogelijk koppelingen te kunnen leggen. • De RDF structuur maakt het mogelijk om links te leggen met VIAF en via Dbpedia/ Wikidata met Wikipedia en met andere Open Linked data verzamelingen. Het is de bedoeling dat op deze manier gebruikers van Wikipedia ‘het NBC+platform ingetrokken worden’ en de collecties van Openbare Bibliotheken via deze weg beter vindbaar te maken. Het betreft Linked Data – geen Linked Open Data. De ambitie vanuit het NBC+ is overigens wel om zoveel mogelijk van de metadata als Linked Open Data te publiceren. • De API maakt het mogelijk voor derde partijen om hierop een zoekinterface te bouwen.
3.2
DIVERSE ASPECTEN NADER BEKEKEN
• Bezitsregistratie (titelsynchronisatie en exemplaarsynchronisatie): De GGC heeft als functie de bezitsregistratie van de bibliotheken. Er zijn koppelingen aangelegd tussen de lokale bibliotheeksystemen en de GGC zodat de gegevens wat betreft exemplaargegevens en holdings altijd actueel zijn. Het betreft een titelsynchronisatie en een exemplaarsynchronisatie vanuit de lokale systemen richting de GGC terwijl vanuit de GGC de PPN aan het lokale systeem wordt toegevoegd. De grote operatie van dit project ‘bezitsregistratie’ is eenmalig en bijna afgerond. Daarna fungeert het GGC als centrale bron voor titel metadata. • Opnamestraat en overige metadata: Overige metadatastromen worden via de opnamestraat rechtstreeks in het zoekplatform NBC+ ingevoerd. Het gaat in principe om metadata waaraan geen
1
Dit is de entiteit ‘work’ volgens BIBFRAME dat volgens de gesprekspartners overeen komt met de FRBR entiteit ‘expressie’.
14
holdingsgegevens van de OB’s zijn gekoppeld. Voorbeelden zijn: LexisNexis/de Krantenbank, Consumentenbond, tracks van Cd’s van de CDR en metadata van lokale erfgoedcollecties. De zogenaamde ‘opnamestraat’ is een set tools waarmee metadata van de diverse bronnen worden geaggregeerd en geconverteerd naar RDF voor het zoekplatform NBC. Het is de bedoeling om deze gegevens vanuit NBC+ door te geleiden naar de NL aggregator om zo de erfgoedmaterialen vanuit de OB’s door te sturen naar Europeana. Zoals hierboven is aangegeven is deze koppeling nog niet gerealiseerd. • De ‘get it’ knop (orkestratie): binnen het NBC+-platform wordt een zogenaamde ‘get it’ knop ontwikkeld, ook wel orkestratie genoemd.
Met Knowledgebase wordt hier de
Dit moet de gebruiker binnen de discovery-omgeving van de NBC+
terminologie gebruikt die in de
doorgeleiden naar de plaats waar hij/zij kan komen tot een
wetenschappelijke bibliotheken
transactie: dit kan een meer klassieke transactie zijn zoals een
gebruikelijk is. Daar wordt met
reservering of een IBL- of kopie-aanvraag, maar ook een toegang tot
Knowledgebase de databank met de
een nieuw boek of het luisteren van een muziektrack. De meeste van
toegangsgegevens aangeduid die onder andere de link resolver aanstuurt.
deze transacties worden afgehandeld door de lokale bibliotheeksystemen van de Openbare Bibliotheken, andere transacties door andere externe services. Toegang tot E-books vindt
plaats via een identifier die de gebruiker doorgeleid naar een E-Book-platform. Een “Knowledgebase”, zoals veel gebruikt in de wetenschappelijke (zie tekstvak), is nauwelijks relevant voor de openbare bibliotheekwereld.
3.3
KOPPELINGEN
• VIAF en Wikipedia: De Nationale auteurs thesaurus (NTA) is opgenomen in VIAF. VIAF is opgenomen via de zgn. VIAF bot in de Engelstalige Wikipedia, waardoor een gebruiker van een lemma in Wikipedia over een persoon doorgelinkt kan worden naar alle boeken van/over die persoon op het NBC+-platform. Dit is op dit moment nog niet mogelijk: er wordt gewerkt aan een verbinding tussen NBC+ en de NTA zodat de verbinding met VIAF tot stand kan komen. Ook de GND heeft haar eigen data en die van VIAF op een vergelijkbare manier ingebracht in de Duitstalige Wikipedia. Voor de Nederlandse Wikipedia is dit nog niet geregeld – zie hieronder. • DBpedia/Wikidata: Door middel van een externe ontologie die gekoppeld is aan de verwerking van metadata worden voor bepaalde categorieën automatische koppelingen gelegd tussen de NBC+ enerzijds en Dbpedia anderzijds. Er heeft recentelijk een gesprek plaatsgehad met Wikidata (de beheeromgeving van Wikipedia voor de opslag en beschikbaarstelling van feitelijke data voor de verschillende taalversies van Wikipedia). De eerste stap is om te onderzoeken hoe koppelingen te leggen tussen auteurs en monumenten in de NBC+ (en de RCE) enerzijds en Wikidata anderzijds. Het uiteindelijke doel vanuit het NBC+ gezien is om links aan te brengen in Wikipedia artikelen naar informatiebronnen, die doorlinken naar de NBC+ en zo de gebruiker kunnen bedienen om bijvoorbeeld een bepaald boek in de buurt van de gebruiker op te vragen. • NBC+ en andere koppelingen: Het is van belang op te merken dat men niet alleen met Wikipedia wil koppelen maar ook met open bronnen op het internet, bijvoorbeeld in het erfgoeddomein. Een
15
recente mogelijkheid is de AAT – de Art & Architecture thesaurus van het Getty instituut – breed gebruikt in de museumsector - die recentelijk is gepubliceerd als Linked Open Data. • NL aggregator en Delpher: NL aggregator (www.digitalecollectie.nl) wordt verzorgd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Nationaal Archief, de Koninklijke Bibliotheek en Beeld en Geluid. De NL aggregator is een zgn. ‘dark aggregator’- niet vindbaar via bijvoorbeeld Google en uitsluitend bedoeld voor de doorlevering naar Europeana. De genoemde instellingen treden op als zogeheten ‘aggregators’ voor de verschillende erfgoeddomeinen. Deze NL aggregator brengt de digitale erfgoedcollecties van Nederland op één plek samen. Deze collecties kunnen vervolgens weer gebruikt worden in diverse innovatieve toepassingen, zoals virtuele tentoonstellingen, wetenschappelijk onderzoek, digitale leermiddelen en toeristische applicaties. Tevens vergroot de NL aggregator de internationale zichtbaarheid van Nederlands erfgoed door collecties door te zetten naar Europeana. De wens is om NL aggregator te koppelen aan de NBC+ om de erfgoedcollecties van de OB’s aan de NL aggregator te kunnen leveren voor doorlevering aan Europeana. Afhankelijk van de uitkomst van de bij paragraaf 3.7genoemde inventarisatie door de KB en BNL zou NBC+ ook kunnen gaan fungeren als zoekplatform voor de objecten in Delpher (de tekstuele items van NL Aggregator), waarmee de NBC+ de zoekingang voor het brede publiek zou kunnen worden voor deze erfgoedcollectie.
3.4
API
• API: De API levert bepaalde functionaliteiten en iedereen die een front-end wil bouwen kan van deze functionaliteiten naar believen gebruik maken. Dit betekent een lange reeks van mogelijke toepassingen die ver kunnen afstaan van de traditionele bibliotheekcatalogus. De API is een ‘generiek koppelvlak’ op het platform, dat vele doorsnedes op de totale verzameling mogelijk maakt. Een voorbeeld zou kunnen zijn om een zoekinterface te bouwen voor kinderboeken van een bepaalde leeftijdscategorie. Overigens bouwt BNL zelf ook front-ends gebaseerd op de API, onder andere een front-end voor landelijk zoeken en ten behoeve van webcomponenten voor speciale selecties, zoals schatkamer, top 10 lijstjes etc. Tenslotte stellen de gesprekspartners van BNL dat er nog 2-3 jaar nodig zullen zijn voor het creëren van robuuste en ‘rijke’ API’s op de NBC+. • Toegang API: De toegang tot de data van het NBC+-platform is gekoppeld aan de API key. Met andere woorden: de gegevens van het zoekplatform zijn niet als Linked Open Data beschikbaar. Wel is het de ambitie om zoveel mogelijk data te publiceren als Linked Open Data. • Verrijkingsprogramma’s: De interne RDF-structuur van de metadata maakt het mogelijk om de hierboven beschreven functionaliteit van de API steeds verder uit te bouwen. Voorbeeld is bijvoorbeeld het zogenaamde PuppyIR-algoritme: een algoritme dat op basis van taalgebruik en dergelijke leeftijdscategorieën voor boeken aangeeft. Dit algoritme wordt door een derde partij verzorgd. Op deze wijze kan men de NBC+ semantisch verrijken, en kunnen derde partijen via de API nieuwe doorsnedes en applicaties ontwikkelen. Op basis van het PPN nummer kan een applicatie ook aangeven waar het gevonden item zich het meest in de buurt van de gebruiker bevindt. • Full Text: NBC+ is in principe een metadataplatform. Er is wel een mogelijkheid om ook zoeken op Full Text aan te bieden: dat gebeurt nu al voor LexisNexis waarbij het volledige artikel in de Krantenbank wordt geïndexeerd.
16
3.5
METADATASTROMEN
FIGURE 2 METADATASTROMEN VAN PUBLICATIES In figuur 2 is de metadatastroom weergegeven. Uitgevers leveren ruwe titeldata aan het Centraal Boekenhuis. De metadata voor de Ebooks worden rechtstreeks geïmporteerd in de GGC. De metadata van gedrukte publicaties worden via de Koninklijke Bibliotheek in de GGC geïmporteerd. NBD Biblion verrijkt de metadata en deze verrijkte metadata worden door de NBD geleverd aan de lokale bibliotheeksystemen van de OB’s samen met de plankklaar gemaakte boeken. Deze lokale bibliotheeksystemen zijn weer gekoppeld aan de GGC voor bezitsynchronisatie. De metadata inclusief de bezitsgegevens worden via de GGC doorgeleverd aan NBC+. Het CDR produceert metadata m.b.t. muziek in de GGC, die eveneens worden toegevoegd aan de NBC. NBD Biblion verkoopt overigens deze verrijkte metadata aan de Openbare Bibliotheken als onderdeel van hun dienstverlening en daarom zijn deze metadata als geheel niet als Open Data beschikbaar. NBC+ ambieert overigens wel om data als Linked Open Data ter beschikking te stellen. Een mogelijke oplossing is om de verrijkingen die NBD Biblion toevoegt hier buiten te houden en de overige ‘velden’ van het metadata record wel als Linked Open Data ter beschikking te stellen.
17
3.6
ZICHTBAARHEID IN GOOGLE VIA INTEGRATIE NBC+ MET WAAS
BNL heeft eveneens de Website as a Service (Waas) ontwikkeld en is nu bezig met WaaS 2.0. Een belangrijke vervolgstap zal de integratie met NBC+ zijn. Men wil door middel van een API op de NBC+ in het Content Management Systeem categoriepagina’s (verzamelingen van recente boeken van een bepaalde categorie, bijvoorbeeld kookboeken), titeldetailpagina’s (informatie over één boek) en auteurspagina’s creëren. Elke pagina krijgt een unieke URL, zodat deze webpagina’s ‘gecrawled’ kunnen worden door Google (en andere internetzoekmachines) en als zodanig zichtbaar worden.
3.7
LOKALE ERFGOEDCOLLECTIES
Er zijn ca. 90 lokale erfgoedcollecties, die zijn opgenomen in de huidige ‘knooppunten’ van de implementaties van de Aquabrowser. Maar er zijn waarschijnlijk nog meer erfgoedcollecties bij Openbare Bibliotheken aanwezig (mogelijk tot wel 300). Op dit moment wordt een inventarisatie uitgevoerd samen met de KB met als vraag van welke erfgoedcollecties de metadata opgenomen zouden kunnen worden in de NBC+ en van welke objecten in Delpher.
3.8
EFFICIËNTIESLAG
De NBC+ vervangt de OPAC’s. Er zijn bijvoorbeeld nu 25 verschillende implementaties van de Aquabrowser met ieder een eigen index en integratielaag circa 60 bibliotheeksystemen met vaak een eigen publiekscatalogus. Dit wordt dus nu vervangen door één API met daarachter één index en één integratielaag, die alle OB’s kan bedienen. Met andere woorden: de NBC+ betekent een belangrijke efficiëntieslag voor de OB’s in Nederland.
18
4. TRENDS EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN VOOR NBC+ VOLGENS DE GEÏNTERVIEWDEN UIT NEDERLANDSE BIBLIOTHEEKWERELD 4.1
TRENDS IN GEBRUIKERSGEDRAG
• ‘Discovery left the building’: Eindgebruikers zoeken vooral op webscale zoekmachines (lees: Google) of komen aan hun informatie via sociale media zoals Facebook. Anders gezegd, eindgebruikers zijn internetgebruikers. De bibliotheekcatalogus wordt door hen steeds minder gebruikt voor discovery. Dit verklaart ook de strategie van de NBC+ (die ook zichtbaar is bij andere catalogi in het buitenland, zie bijvoorbeeld hoofdstuk 6, 7 en 9) om verbindingen te leggen met veelgebruikte internetplatformen. De consequentie daarvan is dat enerzijds bibliotheken proberen om zoveel mogelijk zichtbaar/vindbaar te zijn in deze webscale zoekmachines en anderzijds dat men zich focust op het aanbieden van context en het verzorgen van de delivery. • Context: Contextuele informatie kan ruwweg op twee manier worden toegevoegd: o
Toepassingen van Linked Open Data kunnen de context van een boek of auteur weergeven
o
Andere vormen van contextualisering betreffen redactionele inspanningen met het doel:
(zie verder paragraaf 4.2). uitlichten en uitleggen. Voorbeelden zijn dossiers, gidsen en dergelijke. ‘Alles wat de redactie denkt dat de doelgroep leuk vindt’. • Delivery: Wat betreft delivery merkt een gesprekspartner op dat dit een veel breder begrip is geworden voor de gebruiker: direct luisteren, direct kijken of direct (digitaal) lezen naast het aloude lenen van een fysiek boek. Delivery is een belangrijke taak voor bibliotheken, waar de nadruk in toenemende mate op komt te liggen. Nu is delivery vaak nog een teveel gescheiden circuit dat beter geïntegreerd moet worden met de discovery processen van de gebruikers. In dit verband wordt overigens de in ontwikkeling zijnde ‘get it’ knop (orkestratie) van de NBC+ als zeer positief voorbeeld genoemd. • Uit elkaar groeien van gebruik en gebruikers van wetenschappelijke en Openbare Bibliotheken: Geconstateerd wordt dat gebruikers van wetenschappelijke bibliotheken steeds minder vergelijkbaar zijn met gebruikers van Openbare Bibliotheken. Anders gezegd: wetenschappelijke bibliotheken hebben de Openbare Bibliotheken nergens meer voor nodig. Andersom ligt dat anders: de OB’s zouden via de NBC+ haar gebruikers óók toegang moeten kunnen bieden tot de content die in wetenschappelijke bibliotheken te vinden is – gratis, of waar nodig betaald. Wat betreft wetenschappelijke content is deze voor een zeer belangrijk deel digitaal en wordt deze steeds meer Open Access toegankelijk. Nationale licenties op wetenschappelijke tijdschriftpakketten zouden mogelijk remmend kunnen werken op deze transitie naar Open Access. In de UK kan momenteel digitale wetenschappelijke informatie van grote pakketten worden aangeboden aan gebruikers, die zich binnen de Openbare Bibliotheken bevinden. Overigens wordt gesteld dat de Koninklijke Bibliotheek zich hard zou moeten maken om een vorm van toegang van deze digitale wetenschappelijke informatie voor OB gebruikers te bewerkstelligen.
19
4.2
DE MOGELIJKHEDEN VAN LINKED OPEN DATA
Linked Open Data zal het onderscheid tussen ‘bibliotheek-informatie” en andere informatie via internet verder doen vervagen. Dit statement - afkomstig van een van de deelnemers aan het onderzoek - wordt door meerdere gesprekspartners onderschreven. De relaties die in het kader van Linked Open Data tussen webresources worden gelegd blijven voor de gebruiker meestal onzichtbaar maar ze geven veel mogelijkheden voor vernieuwing en uitbreiding van de dienstverlening van bibliotheken. Wikipedia, overheidsdata, musea, de muziek- en filmwereld en ook bibliotheken maken steeds meer gebruik van Linked Open Data. Hieronder een aantal voorbeelden zoals naar voren gebracht door de gesprekspartners: • Het Amsterdam Museum gebruikt Linked Open Data voor haar collectie. Dit geeft mogelijkheden voor de Openbare Bibliotheek Amsterdam om links te leggen tussen deze collectie en het aanbod van de OBA. • De muziek- en filmwereld gebruiken steeds meer Linked Open Data. Dit betekent bijvoorbeeld dat een boek over Mick Jagger gelinkt kan worden aan een Wikipedia pagina over Mick Jagger maar ook aan soundtracks of optredens van hem. Voor een dergelijke contextualisering wordt Open Linked Data dan ook als de aangewezen weg gezien. Het betreft de vijfde ster van Tim Berners-Lee (zie textbox). Enkele gesprekspartners beschrijven het als een soort marketing: door middel van koppelingen kan je je gegevens zichtbaar maken via totaal andere wegen. Verder biedt het mogelijkheden om gebruikers beter te bedienen bij het zoeken (bijvoorbeeld door expansie van de zoekvraag met spellingsvarianten of synoniemen). Maak je materiaal beschikbaar op het web (in welk formaat dan ook)
★ ★★
Maak het beschikbaar ALS gestructureerde data (dus Excel i.p.v. een plaatje van een tabel)
★★★
Kies voor een niet-merkgebonden (open) format (dus csv in plaats van Excel)
★★★★ ★★★★★
Gebruik URLs om dingen te identificeren, zo dat mensen naar je materiaal kunnen verwijzen. Koppel je data aan de data van anderen om context aan te brengen.
Een specifieke trend is diepe ontsluiting van full text bestanden te creëren met behulp van Linked Open Data. Een voorbeeld is om locatiegegevens toe te voegen aan krantenartikelen. Wanneer daar een goede authority file aan verbonden wordt, kan de gebruiker bijvoorbeeld op basis van geografische coördinaten alle informatie over een bepaalde plaats in kranten opvragen. Linked Open Data in combinatie met 2
Authority files geeft dus nieuwe mogelijkheden bij het zoeken en vinden. Het NBC+-platform kan op dit moment van haar ontwikkeling voornamelijk gekarakteriseerd worden als een zoekmachine. Het platform is echter ingericht en opgezet om als semantische zoekmachine te fungeren. Onder de motorkap zijn de verbindingen tussen de verschillende bronnen en naar andere 2
Authority files: een verzamelnaam voor thesauri en identifier systemen met het doel om ‘controlled access points’ te creeeren. Zie bijv. het recente rapport Authority Files van Knowledge Exchange
20
bronnen echter op dit moment nog rudimentair. Veel activiteiten zullen erop gericht zijn om deze semantische verbanden aan te brengen met het doel dat de NBC+ als werkelijk semantische zoekmachine kan fungeren. Gebruikers kunnen dan verbanden over meerdere interne en externe bronnen heen herkennen. M.a.w.: een belangrijk deel van het toekomstperspectief van Linked Open Data voor de NBC+ ligt al besloten in de opzet en de gebruikmaking van de RDF-structuur voor de metadata. Het gaat nu vooral om een goede invulling hiervan.
4.3
NAAR OPEN METADATA
Een door meerdere gesprekspartners aangegeven knelpunt is dat - hoewel NBC+ ingericht is voor Linked Open Data - de metadata vaak afkomstig zijn van NBD Biblion, die de verkoop van metadata (in samenhang met het plankklaar leveren van fysiek materiaal) als hun verdienmodel beschouwen en daardoor nog niet zover zijn dat zij de door hen geproduceerde metadata als Linked Open Data ter beschikking willen stellen. Meerdere gesprekspartners geven echter aan dat Linked Open Data en Open Data - data zonder barrières om te gebruiken en te hergebruiken - een zeer belangrijke en onstuitbare ontwikkeling is. Een mogelijke oplossing kan waarschijnlijk gevonden worden door het
NBD Biblion is overigens een zeer belangrijke partner in de keten van toeleveranciers van Openbare Bibliotheken: voor wat betreft fysieke materialen levert NBD Biblion aanschafinformatie en verzorgt de gehele bestel- en leverketen voor OB’s. NBD heeft onder andere een netwerk van recensenten die nieuwe boeken beschrijven en beoordelen. Dit netwerk van recensenten kan als uniek aangemerkt worden. Daarnaast maakt NBD acquisitie op basis van een verfijnd collectieprofiel door Openbare Bibliotheken mogelijk. Ook is de dienst ‘plankklaar koppelen’ een interessante ontwikkeling voor Openbare Bibliotheken.
‘algemeen bibliografisch blok’ vrijelijk beschikbaar te stellen voor uitwisseling in de gehele keten van bibliotheken en bibliotheekorganisaties, terwijl de andere delen van het record dan niet open beschikbaar zouden komen. Enkele gesprekspartners menen dat de regie van deze beschikbaarstelling in handen van de bibliotheken zou moeten blijven.
4.4
OVERGANG NAAR DE KB EN DE NATIONALE DIGITALE BIBLIOTHEEK
Een gesprekspartner: ‘Veel hangt af van de mate waarin het zal lukken om SIOB- en Bibliotheek.nl echt en volwaardig te integreren in de KB en het KB-beleid. De KB moet de Digitale OB worden, als één van de twee belangrijkste pijlers van haar bestaansrecht in de toekomst. De andere pijler is de rol van de KB als beheerder en aanbieder van toegang tot gedigitaliseerd erfgoed’. Ook andere gesprekspartners noemden de toekomstige rol van de Koninklijke Bibliotheek cruciaal.
NIEUWE BIBLIOTHEEKWET De nieuwe bibliotheekwet die met ingang van 1 januari 2015 in werking zal treden, betekent dat de Koninklijke Bibliotheek een centrale en coördinerende rol in de bibliotheekwereld krijgt en dat de KB een nationale digitale bibliotheek zal opzetten. De wet regelt vooral de landelijke digitale bibliotheek. Het kabinet wil hiermee digitaal lezen bevorderen. Alle inwoners van Nederland kunnen straks gebruik maken van deze service, ongeacht of zij lid zijn van een (lokale) fysieke bibliotheek. De landelijke digitale bibliotheek wordt uitgevoerd door de Koninklijke Bibliotheek en de infrastructuur hiervoor wordt bekostigd door het ministerie van OCW. Daarnaast wordt structureel een bedrag aan het gemeentefonds onttrokken voor de bekostiging van e-conten.
21
5-KOLOMMENMODEL DENKMODEL VOOR HET OPZETTEN VAN EEN DIGITALE BIBLIOTHEEK 3
In bovenstaande figuur is het vijf-kolommen denkmodel voor digitale bibliotheken geschetst op basis van genoemde publicatie. Het model onderscheidt verschillende stadia: na creatie volgt productie van objecten en metadata en vervolgens publiceren en levering. Het digitaliseren van erfgoedcollecties past in de tweede en derde kolom. De Koninklijke Bibliotheek ziet dit als één van haar primaire taken. Delpher is in de derde kolom het publicatieplatform voor meer dan 1 miljoen gedigitaliseerde historische boeken kranten en tijdschriften van (universiteits-)bibliotheken. In de vierde kolom (diensten en licenties) kunnen onder andere de NBC+ en de full-tekst zoekomgeving van Delpher worden gepositioneerd. Men verwacht dat de meeste gebruikers van Delpher via Google of andere webscale zoekmachines toegang tot de objecten zullen verkrijgen. Vandaar dat het belangrijk is dat publicatieplatforms goede API’s beschikbaar stellen voor de webscale zoekmachines. De NBC+ wordt als een belangrijke metadata-aggregator en bijbehorende dienst richting algemeen publiek gezien, de primaire taak voor de OB’s. Het 5-lagen denkmodel speelt een belangrijke rol bij het opzetten van de nationale digitale bibliotheek door de Koninklijke Bibliotheek (zie hieronder).
Nationale Digitale Bibliotheek Volgens de nieuwe wet zal de KB vanaf 2015 de nationale digitale bibliotheek vormgegeven. Op dit moment is een consultatieronde gaande over de plannen van de nationale digitale bibliotheek. Dit doorkruist enigszins dit onderzoek. De plannen rond de nationale digitale bibliotheek konden vanwege de
3
A thinking model for digital libraries; Elsbeth Kwant; 2014; submitted
22
aan de gang zijnde consultatieronde nog niet vrijgegeven worden voor dit onderzoek. Niettemin konden de gesprekspartners enkele zaken aangeven: • De bedoeling van de nationale digitale bibliotheek is toegang te bieden tot de digitale collecties van alle publiek gefinancierde bibliotheken in Nederland. • De NBC+ wordt gezien als één van de bouwstenen van deze nationale digitale bibliotheek en vooral in de functie van een index. • Men voorziet een metadatahub op de achtergrond, die gekoppeld is aan de inkoop van licenties en bezitsregistratie van fysieke werken. • Er zijn modules die het discovery proces voor rekening nemen: zoek- en vindmodules (metadata en Full Text, mogelijk gescheiden) en context modules (zoals dossiers, gidsen en dergelijke). • De bedoeling is op uiteenlopende klantengroepen aangepaste discovery diensten aan te bieden.
4.5
DE TOEKOMST VAN DE GGC EN DE NATIONALE INFRASTRUCTUUR
De UKB bibliotheken verwachten eind 2016 de transitie van de GGC naar WorldShare voltooid te hebben. Mogelijk is deze einddatum nog wat optimistisch en het duurt het transitietraject nog langer. Wanneer deze transitie voltooid is, zullen de UKB bibliotheken voor het interbibliothecaire leenverkeer het huidige NCC/IBL systeem hebben ingewisseld voor het aan WorldShare gekoppelde IBL-systeem. Het huidige IBLsysteem van de Openbare Bibliotheken is gebaseerd op VDX, dat door middel van een gateway is verbonden met het NCC/IBL systeem. Wanneer de UB’s overgaan naar het WorldShare platform, dient er een nieuwe oplossing voor het IBL-verkeer binnen Nederland gevonden te worden. Voor de Openbare 4
Bibliotheken is dit belangrijk omdat zij netto aanvragers zijn. E.e.a. is een belangrijk aandachtspunt voor het GII consortium. De verwachting is dat de KB zich in haar nieuwe rol hard zal maken voor een Nederlands IBL-circuit en meer in het algemeen voor de connecties tussen de Nederlandse bibliotheken onderling. Deze transitie van de UKB naar het WorldShare platform betekent ook dat de rol van de GGC in de Gemeenschappelijk Informatie Infrastructuur zal gaan veranderen. Voor de overgang van de UKB worden op het WorldShare Platform overigens een paar specifieke zaken ingericht zoals een Nederlandse centrale index en het kunnen gebruiken van een aantal specifieke Nederlandse ontsluitingskenmerken. OCLC investeert veel in het WorldShare platform en in de dienstverlening rondom dit platform. Het is voorzienbaar dat het CBS systeem (dat nu de GGC huisvest) op de middellange termijn geleidelijk aan afgebouwd zal worden. Na de migratie van de UKB bibliotheken zouden de OB’s en andere bibliotheekgroepen die aangesloten zijn op de GGC eveneens kunnen migreren naar WorldShare. Dit zal ongetwijfeld veel voeten in de aarde hebben omdat hiervoor enerzijds een uniformering en aanpassingen van de werkwijze nodig zullen zijn, en anderzijds wijzigingen in de opzet van WorldShare (zie als voorbeeld de bovengenoemde aanpassingen van WorldShare aan de UKB bibliotheken). Ook komt het op VDX gebaseerde IBL-systeem dan op losse schroeven te staan. Dit VDX systeem is een voor het Nederlandse
4
Met netto aanvragers wordt bedoeld dat de OB’s meer aanvragen dan leveren t.o.v. de UB’s.
23
Openbare Bibliotheken ingericht maatwerksysteem, en wordt door een gesprekspartner gekarakteriseerd als ‘een behoorlijk zwaar opgetuigd systeem in het licht van het afnemende traditionele interbibliothecair lenen’. Ook hier zou bij een eventuele migratie naar een ander systeem een uniformering en vereenvoudiging van werkprocessen dienen plaats te vinden. ‘Het gevaar van een grote en dure 5
verlanglijst voor een nieuw IBL-systeem van OB’s ligt op de loer’ .
4.6
EEN EENVOUDIGER ILS OF EEN MULTITENANT ILS VOOR DE OB’S?
De NBC+ (centraal titelbestand) betekent samen met de ontwikkeling van de nationale lenerspas (centraal lenersbestand) dat er een aantal belangrijke functionaliteiten die tot nog toe door de lokale ILS-systemen werden verzorgd op landelijk niveau beschikbaar zijn. Binnen de discovery omgeving van de NBC+ wordt de eerder genoemde ‘Get it’-knop ontwikkeld, die de gebruiker binnen de discovery-omgeving van de NBC+ doorgeleidt naar de plaats waar hij/zij kan komen tot een transactie. De meeste van deze transacties worden afgehandeld door de lokale bibliotheeksystemen van de Openbare Bibliotheken. Over de consequenties hiervan zijn twee visies door de verschillende gesprekspartners naar voren gebracht: • Een vereenvoudiging van de lokale ILS systemen: De consequentie voor de lokale ILS systemen is dat deze vereenvoudigd kunnen worden en zich uitsluitend op transacties zouden kunnen focussen (‘light weight ILS’en’). De bezitsregistratie kan dan in de toekomst plaatsvinden door een link te leggen met de exemplaren en de bibliografische beschrijving in de NBC. M.a.w. een lokaal systeem heeft nog maar beperkte functionaliteit nodig en zou daardoor goedkoper voor de OB’s kunnen zijn. • Een multitenant ILS systeem voor alle OB’s: in een andere visie wordt gesteld dat er nu erg veel zaken op nationaal niveau worden geregeld: de nationale discovery omgeving, een nationale bibliotheekpas met een daar achterliggende nationale lenersadministratie en een identity en access management functie, het gecentraliseerde acquisitieproces van fysieke informatie door NBD BIBLION en de centraal aangekochte licenties van Ebooks door de inkoopcommissie. Het lijkt dan ook een logische stap om een nationaal, multitenant ILS systeem voor de Openbare Bibliotheken in te richten. Één bibliotheeksysteem voor alle OB’s zou veel efficiënter werken en daardoor aanzienlijk veel geld besparen. Meerdere gesprekspartners benadrukken dat de mate van efficiency die bereikt kan worden in hoge mate afhangt van de bereidheid om te komen tot standaardisering en uniformering van werkprocessen binnen de OB wereld. Genoemd worden onder andere de huidige, verschillende indelingen in lenerscategorieën, de verschillende methoden en regels ten aanzien van het reserveren van een boek en dergelijke. Er is momenteel een grote, lokale diversiteit van werkprocessen die een verdere efficiëntie in de weg staat en waarvoor op dit moment geen organisatie de regie op zich neemt om dit aan te pakken. Uniformering en standaardisering van processen geven ook de mogelijkheid om meer direct gebruik te maken van internationale infrastructuren. 5
Overigens zijn door de NBC+ bezitssynchronisatie ook veel kansen voor vereenvoudiging. Een belangrijk deel van de huidige VDX oplossing bestaat immers uit complexe programmatuur die de afzonderlijke ILS systemen bevraagt.
24
4.7
LOKAAL, NATIONAAL EN MONDIAAL
Een gesprekspartner stelt dat niet vergeten mag worden dat de Openbare Bibliotheken vooral binnen een gemeentelijke context opereren en voor de financiering voor een belangrijk deel van de gemeente afhankelijk zijn. OB’s hebben daarom een specifieke lokale opdracht, die ook digitaal ingevuld moet kunnen worden. Deze lokale component moet naadloos aan kunnen sluiten op de landelijke digitale bibliotheek voor bibliotheken. De invulling van lokale opdrachten kan te maken hebben met lokaal erfgoed, de lokale digitale gemeentelijke overheid en het lokale onderwijs. Technisch kan deze naadloze aansluiting tussen de landelijke digitale voorzieningen en de benodigde lokale componenten mogelijk gemaakt worden door te zorgen voor goede en stabiele connectoren tussen de voorzieningen. Een andere gesprekspartner vraagt zich af of het verstandig is voor Openbare Bibliotheken om veel aandacht te besteden aan een catalogus. Deze gesprekspartner denkt dat NBC+ zich het beste kan doorontwikkelen naar een bestaand, nationaal of internationaal standaardsysteem, zodat er efficiencywinst ontstaat die de Openbare Bibliotheken kunnen steken in specifieke zaken, zoals etalages bijhouden, diensten zoals literatuurplein en andere contextuele zaken. Context wordt in toenemende mate belangrijk en de OB’s dienen een spin in het web te zijn door contextuele verbanden aan te leggen met bronnen van andere partijen. Een derde gesprekspartner merkt op dat de internationale infrastructuur van toenemend belang is voor Openbare Bibliotheken. Zo zijn alle gegevens van de GGC ook opgenomen in WorldCat. Vanwege de omvang van WorldCat en de internationale positie van OCLC zijn deze gegevens ook interessant voor internationale spelers op internet zoals Google en Wikipedia en kunnen daarmee verbindingen worden gelegd tussen bibliotheekcollecties enerzijds en internetplatformen anderzijds die zowel voor bibliotheken als voor bibliotheekgebruikers en voor internetgebruikers belangrijk zijn. Cruciaal is daarbij de massa én de hoge kwaliteit van de gegevens van WorldCat.
4.8
ONDERBRENGING IN GEBRUIKERSOMGEVINGEN
Een belangrijke ontwikkeling is het onderbrengen van toegang tot de digitale bibliotheek in andere digitale werkomgevingen. Bij organisaties is dit bijvoorbeeld vaak een sharepoint omgeving, bij onderwijsinstellingen een elektronische leeromgeving. Biebsearch is een goed voorbeeld hiervan: toegang tot (een deel van) de digitale bibliotheek is ondergebracht in de elektronische leeromgeving van de school.
4.9
OVERIGE OPMERKINGEN
Één gesprekspartner toont zich bezorgd over de gegevensopslag door Google waarmee de zoekresultaten worden gepresenteerd in een volgorde die gebaseerd is op je eerdere zoekgedrag. Dit creëert een soort informatie bubble van Google en heeft onwenselijke kanten. Deze gesprekspartner signaleert een kans bibliotheken om aan te geven dat bijvoorbeeld NBC+ hier geen “last” van heeft.
25
5. WIKIPEDIA EN BIBLIOTHEKEN 5.1
INLEIDING
NBC+ heeft als expliciete strategie om via links bibliotheekcollecties
• Wikipedia - een vrije internetencyclopedie die door vrijwilligers wordt geschreven.
onder de aandacht te brengen bij de digitale informatie gebruiker, die
• Wikidata - een gezamenlijk bewerkte
vaak in Wikipedia terechtkomt. Vandaar dat het voor dit verkennende
kennisdatabase om Wikipedia te
onderzoek van belang leek om enkele Wikipedianen te interviewen. In
ondersteunen.
dit hoofdstuk worden de resultaten van deze twee interviews gepresenteerd.
• Wikimedia Commons – centraal archief voor afbeeldingen, geluid, video en andere bestanden.
5.2
WIKIPEDIA OP 6E PLAATS TOP WEBSITES TER WERELD
Wikipedia staat op de zesde plaats op de top 100 websites ter wereld. In een Nederlandse ranking staat Wikipedia op nummer vijf. De Nederlandstalige versie heeft bovendien na de Engelstalige versie de meeste artikelen.
5.3
WIKIPEDIA EN BOEKEN
In principe worden er voornamelijk Wikipedia-artikelen gecreëerd over bekende en/of controversiële boeken door Wikipedia redacteuren. Er is echter geen beleid om Wikipedia-artikelen voor alle boeken te creëren zoals bij Open Library: Wikipedia biedt voornamelijk links naar boeken als bronmateriaal.
5.4
DE ‘WIKIPEDIA-STRATEGIE’ VAN NBC+ BECOMMENTARIEERD
Één gesprekspartner uit zich positief over de strategie van de NBC+ om door middel van Linked Open Data links met Wikipedia te creëren om zo internetgebruikers aan te trekken naar de openbare bibliotheek zou kunnen werken. De gemeenschap van Wikipedianen is bereid om samen te werken met andere organisaties. Daarbij is een ‘culturele fit’ is erg belangrijk voor de Wikipedian community - in zekere zin dienen deze organisaties ‘fellow travelers’ te zijn in de zin dat de doelstelling van vrije uitwisseling van kennis gedeeld wordt. Bibliotheken en andere culturele en wetenschappelijke organisaties worden meestal als ideale partners gezien door de Wikipedianen. De andere gesprekspartner is echter kritischer: out-going links vanaf Wikipedia-pagina’s naar andere websites zijn voornamelijk links naar bronnen. Het gaat daarbij om bronnen die uniek zijn. Zo zijn er veel links naar de krantenbank vanuit Wikipedia omdat dat een unieke bron is. Maar voor andere outgoing links wordt goed nagedacht over de toegevoegde waarde ervan door de Wikipedia gemeenschap. Deze gesprekspartner stelt dat er een aversie is tegen teveel outgoing links bij deze Wikipedia gemeenschap. ‘De toegevoegde waarde moet de Wikipedia gemeenschap wel duidelijk zijn’. Hij tekent erbij aan dat er al een ISBN pagina bestaat binnen Wikipedia die doorverwijst naar een lijst van externe websites van bibliotheken en boekhandels die informatie over een specifiek boek kunnen leveren. Deze gesprekspartner ziet voor de NBC+ meer in een benadering zoals die van Open Library. Open Library heeft
26
als doel om voor elk boek dat ooit gepubliceerd is een webpagina te maken. Op de webpagina van het boek staan de metadata van het boek, een afbeelding van de omslag en een beschrijving van het boek. Op dezelfde pagina worden mogelijkheden aangeboden om het boek te lezen (wanneer het digitaal beschikbaar is), te lenen (via WorldCat) of te kopen (bijvoorbeeld via Amazon). Volgens de gesprekspartner is dit een goede strategie om internetgebruikers informatie over boeken te laten vinden. Het is dan zaak om deze webpagina’s te laten crawlen door Google en zo kan de gebruiker dus via Google op deze pagina belanden. Zijn advies voor de OB’s is om een goede website te bouwen die goed vindbaar is, die ook werkt op mobiele apparatuur, snel laadbaar is en begrijpelijk voor iedereen. Dit laatste betekent dat het goed getest moet zijn door middel van gebruikerstesten.
5.5
LINKED OPEN DATA EN WIKIDATA
Op termijn zal Wikidata alles wat structureel en feitelijk is opslaan. De meeste verbindingen tussen Wikidata en andere bronnen worden gemaakt via identifiers, zoals VIAF, ISBN of DOI of PubMed identifier. De voorkeur gaat uit naar een identifier die werkt via een link resolver. Goede voorbeelden zijn de DOI’s en de PubMed Identifier (PMID): de link resolvers van deze identifiers ontvangen veel inkomend verkeer vanuit Wikipedia. ISBN heeft geen link resolver, maar maakt gebruik van een ander mechanisme: de ISBN-pagina die per land werkt. In de Engelse Wikipedia heet deze pagina Book Sources en stelt gebruikers in staat om te zoeken naar meerdere bronnen voor het boek door middel van het ISBN-nummer. De gesprekspartner geeft echter aan dat deze Engelse pagina niet erg goed wordt onderhouden en dat er (misschien daarom) weinig gebruik van wordt gemaakt (120 keer per dag volgens recente gebruikscijfers).
5.6
FACEBOOK EN WIKIPEDIA
Wikipedianen werken veel met schuilnamen en zijn zeer gesteld op hun privacy. De gemeenschap van Wikipedianen en die van Facebook zijn dus nogal verschillend. Wikipedia heeft bijvoorbeeld geen shareknop vanwege de eerder genoemde gesteldheid op privacy. Wel zijn er veel links vanuit Facebook naar Wikipedia: Facebook wordt gebruikt voor argumenten en discussies, terwijl Wikipedia steeds meer fungeert als de eerste stap naar kennis en fact-finding. In de discussies op Facebook worden links naar Wikipedia-artikelen vaak vermeld, wat resulteert in veel verkeer van Facebook naar Wikipedia.
5.7
WIKIPEDIA LIBRARY
De Wikipedia library is een initiatief om de in de Engelse taal actieve Wikipedia editors toegang tot gelicentieerde wetenschappelijke informatiebronnen zoals JSTOR te geven. Het voordeel voor JSTOR is dat er URL's in Wikipedia artikelen naar JSTOR citaties worden vermeld dat extra verkeer naar JSTOR genereert. Wikipedia ontwikkelt op dit moment pictogrammen om aan te geven wanneer een URL
27
verwijst naar een vrije bron of naar een bron achter een betaalmuur. De gesprekspartner suggereert dat 6
de Nederlandse bibliotheken iets dergelijks voor de Nederlandse Wikipedianen zouden kunnen opzetten .
5.8 EFFECTEN VAN BESCHIKBAARSTELLING VAN MATERIALEN IN WIKIMEDIA / WIKIPEDIA Beide gesprekspartners noemen succesvolle voorbeelden waarin een organisatie (een selectie van) materialen beschikbaar heeft gesteld via Wikimedia Commons/Wikipedia en langs deze weg veel verkeer naar de eigen website genereerden: •
Grove Music Online door Oxford University Press heeft veel meer verkeer ontvangen sinds
•
Een cultureel erfgoedinstituut in Bristol publiceerde een oude kaart van Bristol via Wikimedia
Wikipedia editors uitgaande links naar hun materialen opnamen. Commons. Deze kaart wordt gebruikt in het artikel van Wikipedia van Bristol en genereerde vele bezoeken aan de rest van de collectie en de tentoonstelling van de fysieke kaart. •
Het Nationaal Archief heeft een bestand van meer dan 200.000 foto’s van een persbureau vrijgegeven. Circa 15.000 foto’s worden inmiddels gebruikt in pagina’s/artikelen op Wikipedia. Deze foto’s zijn nu al miljoenen keren geraadpleegd.
•
Het Nationaal Archief van de Verenigde Staten deelden ook hun materialen via Wikimedia Commons en hadden meer dan 1 miljard hits in 2013.
Overigens kan iedereen de gebruikscijfers inzien van materialen die via Wikimedia worden gepubliceerd door middel http://tools.wmflabs.org/glamtools/baglama.php.
6
Het project ‘Wiki loves Bieb’ is niet genoemd door deze gesprekspartners maar is een inmiddels afgerond project van Wikimedia en de openbare bibliotheken om de kwaliteit van Wikipedia te verbeteren en het gebruik ervan te bevorderen.
28
6. BIBLIOTHEEKPORTALEN EN OPEN VLACC 6.1
LANDSCHAP OPENBARE BIBLIOTHEKEN VLAANDEREN
FIGURE 3 OVERZICHT METADATASTROMEN EN SYSTEMEN OPENBARE BIBLIOTHEKEN IN VLAANDEREN Er zijn 308 Openbare Bibliotheken in Vlaanderen. • 234 Openbare Bibliotheken maken gebruik van 6 gemeenschappelijke provinciale bibliotheeksystemen: vier VUBIS systemen, 1 Aleph systeem en 1 Brocade systeem. Elk provinciaal bibliotheeksysteem telt dus circa 40-50 Openbare Bibliotheken. • Daarnaast zijn er 74 lokale bibliotheeksystemen met een eigen bibliotheeksysteem. • Bibnet verzorgt het beleid inzake de digitale bibliotheek en voert dit in samenwerking met een aantal partners uit. • Belangrijke partners zijn: o
G6: dit zijn zes grote Openbare Bibliotheken die een belangrijk deel van het catalogiseren
o
BC (onderdeel Bibnet) en Vlabin: dit zijn organisaties die bibliotheekdiensten leveren, o.a.
voor hun rekening nemen. catalogiseerdiensten.
29
o
Boekenbank: online aanbod van circa 200 Belgische boekhandels.
o
Centrale Discotheek Rotterdam: catalogiseerdienst voor muziekdragers.
6.2 OPEN VLACC Open Vlacc is de Vlaamse centrale catalogus. In Open Vlacc staan de beschrijvingen van de collecties van zes grote Vlaamse Openbare Bibliotheken: Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Hasselt en Leuven. Daarnaast worden beschrijvingen ingevoerd door VLABIN onder coördinatie van Bibnet BC. Tenslotte worden metadata van het CDR ingekocht en worden alle ISBN-records van de boekenbank ingekocht. De Vlacc beslaat ongeveer 90% tot 95% van de collecties van de Vlaamse Openbare Bibliotheken.
6.3 BIBLIOTHEEKPORTALEN Bibliotheekportalen is de zoekmachine/zoekplatform en als zodanig vergelijkbaar met de NBC+. Bibliotheekportalen verzorgt daarnaast ook een aantal backend-processen en een servicelaag. Bibliotheekportalen maakt gebruik van de AquaBrowser. Bibliotheekportalen is geFRBRizeerd, en kent van twee hiërarchische niveaus: een expressie-niveau en een manifestatie-niveau. Bibliotheekportalen bevat heel veel links, maar is niet gebaseerd op RDF. Men gebruikt het standaardformaat Marc 21 en XML. Er kan een RDF-API ontwikkeld worden maar men ziet daar op dit moment niet zoveel in. Bibliotheekportalen berust op drie componenten:
METADATA • Metadata uit Open Vlacc • Holdinggegevens vanuit de 6 provinciale bibliotheeksystemen • Er is ook een directe verbinding tussen deze zes provinciale bibliotheeksystemen en bibliotheekportalen zodat de gebruiker direct de uitleenstatus van een boek kan opvragen en kan reserveren et cetera. Het is de bedoeling om ook voor de 70 Openbare Bibliotheken die een eigen IT-systeem hebben deze verbindingen te realiseren. Op 22 april 2014 werden de eerste 6 bibliotheken zonder provinciaal bibliotheeksysteem toegevoegd aan bibliotheekportalen. De gesprekspartner geeft overigens aan dat het beheer en onderhoud van deze koppelingen met zes bibliotheeksystemen al een hele klus is.
METACONTENT ‘Metadata op zich is niet zo leuk’. Wanneer de metadata worden aangekleed met een plaatje van de omslag, een samenvatting en met een recensie wordt het geheel interessanter voor het algemene publiek. Binnen Vlaanderen is afgesproken dat er zes eurocent per inwoner wordt besteed aan de inkoop van deze ‘metacontent’. Het gaat om: •
Persmappen
•
Recensies
•
Muziekfragmenten
•
Covers
30
•
Flapteksten
•
Samenvatting
Deze metacontent wordt verzameld vanuit verschillende bronnen en wordt geïntegreerd via het XML formaat. Er moet dus in veel gevallen voor betaald worden. NBD Biblion is een belangrijke leverancier van deze metacontent. Volgens de voorwaarden van NBD Biblion kan deze informatie beschikbaar worden gesteld via bibliotheekportalen en via een ‘white list’ van websites (zoals alle bibliotheekwebsites van de Vlaamse Openbare Bibliotheken).
E-CONTENT Bibnet werkt ook aan een aanbod van e-content. Dit bestaat uit drie pijlers: • Een aanbod van Ebooks dat eind april beschikbaar komt via een android app. • De Fundelsapp van een zestigtal prentenboeken met animatie voor kinderen • Het Gopress Krantenarchief. De metadata van het krantenarchief zijn opgenomen in bibliotheek portalen, maar worden gepresenteerd als een zogenaamd ‘spotlight’, zodat de gebruiker direct ziet dat het een ander bestand betreft met een ander type materiaal.
6.4 MONITORING GEBRUIK BIBLIOTHEEKPORTALEN Google analytics is volledig geïntegreerd in bibliotheekportalen met een diepe ontsluiting. Dit betekent dat het gebruik van bibliotheekportalen zeer goed gemonitord kan worden. De geïnterviewden noemt een aantal voorbeelden: • Het aantal zoekacties dat geëindigd is op ‘no results’ met de bijbehorende zoektermen kan gebruikt worden om de retrieval van AquaBrowser te verbeteren. • Het gebruik van de ingekochte metacontent kan precies gemeten worden, evenals het gebruik van ‘outgoing’ links naar Wikipedia, Spotify et cetera. Resultaten worden onder andere gebruikt in de onderhandelingen over de ingekochte metacontent.
6.5 DE GOOGLE-STRATEGIE VAN BIBLIOTHEEKPORTALEN BIBNET onderscheidt drie soorten pagina’s binnen websites: 1. Keuzepagina’s (meerdere zaken worden gepresenteerd opdat de gebruiker kan kiezen) 2. Detailpagina’s (uitgebreide beschrijving van één product) 3. Transactionele pagina’s De Google-strategie van bibliotheekportalen is erop gericht om (1) mooi aangeklede detailpagina’s van boeken én van auteurs te maken en (2) deze in de index van Google te laten opnemen. De idee is dat gebruikers een zoekactie meestal beginnen met Google (Google.be) en dat een detailpagina van bibliotheekportalen hoog in de lijst van de zoekresultaten komt en dat de gebruiker via diverse opties (bijvoorbeeld: welke bibliotheek in mijn buurt heeft dit boek) verleid wordt tot een transactie op
31
bibliotheekportalen. De URL structuur van bibliotheek wordt daaraan aangepast. Dit laatste is technisch nauwelijks een probleem, het probleem is om de verschillende data uit de catalogus zodanig samen te voegen en te presenteren dat er goede detailpagina’s van boeken en van auteurs worden gecreëerd. Men wil ook dergelijke detailpagina’s maken per bibliotheek, zodat bijvoorbeeld in een auteurspagina alléén die boeken worden gepresenteerd die die specifieke bibliotheek in bezit heeft. Deze Google-strategie is overigens nog niet geïmplementeerd: men wil eerst de webpagina’s goed op orde hebben.
6.6 ETALAGEFUNCTIE VAN BIBLIOTHEEKPORTALEN Naast het zoeken, vinden en de delivery functie van bibliotheekportalen zijn er ook inmiddels API’s ontwikkeld om andere mogelijke toegangen tot de catalogusgegevens mogelijk te maken. Een belangrijke optie is om boeken te etaleren via een CMS op de website van een lokale bibliotheek. Het gaat bijvoorbeeld om het presenteren van de nieuwste boeken in de collectie van een specifieke bibliotheek, gerangschikt naar genre en gepresenteerd met covers. Deze functie blijkt erg aan te slaan bij gebruikers: wanneer op deze wijze gepresenteerd zijn vrijwel alle geëtaleerde boeken uitgeleend.
6.7 IAM - IDENTITY AND ACCESS MANAGEMENT Een belangrijke poot onder de ontwikkeling van de digitale bibliotheek van de Vlaamse Openbare Bibliotheken is IAM en wordt gepresenteerd onder de noemer ‘mijn bibliotheek’. Dit is een servicelaag op te bibliotheeksystemen van de Vlaamse Openbare Bibliotheken die er overal in Vlaanderen hetzelfde uitziet. Deze software is gebouwd met Open Source software. Vanaf april 2014 werkt dit voor 131 bibliotheken en zal het verder worden uitgebouwd. Op dit moment heeft men circa 100.000 gebruikers en men streeft ernaar eind dit jaar 250.000 gebruikers van mijn bibliotheek te bereiken. Dit op een totaal van 1,2 miljoen leners bij de Vlaamse Openbare Bibliotheken (dus 20%-25%). ‘Mijn bibliotheek’ omvat de opties voor van boeken verlengen, reserveren en toegang verkrijgen tot digitale boeken. Men kan ook lenerskaart koppelen, wat zeer gewenst is voor een gezin met kinderen. Online betalen zou een logische volgende uitbreiding van deze functies zijn.
6.8 TOEKOMST Voor de komende periode (2014/ 2015) werkt men aan de volgende ontwikkelingen (naast de eerdergenoemde uitrol naar alle bibliotheken van Vlaanderen): • Ontwikkelen van de detailpagina’s voor auteurs en deze koppelen aan VIAF en Wikipedia • Detailpagina’s openstellen voor de indexering door Google • Site-responsive maken: dit betekent dat het interface zich aanpast aan de resolutie van het apparaat waarmee de site benaderd wordt. M.a.w. Bibliotheekportalen geschikt maken voor het gebruik met mobiele apparatuur zoals smartphones. • De site aanpassen voor gebruikers met beperkingen (Any surfer compatibiliteit)
32
Voor de langere termijn overweegt men: • De ontwikkeling van een platform waarop mensen (én bibliotheken) lijsten kunnen maken • Uitbreiding van het ebook aanbod • Een nauwe samenwerking met de boekhandels voor het catalogiseren in Open Vlacc • Een haalbaarheidsstudie voor een traject om te komen tot een één gemaakt bibliotheeksysteem voor alle Vlaamse Openbare Bibliotheken.
33
7. OPENCAT IN FRANKRIJK 7.1
DATA.BNF.FR
La Bibliothèque nationale de France (BnF) is enkele jaren geleden gestart met het project data.bnf.fr met het doel om hun data juridisch (via een licentie die vergelijkbaar is met een CC-BY licentie) en technisch (met behulp van Linked Open Data) open ter beschikking te stellen. Daarbij maakt men gebruik van CubicWeb software (Open Source software). Momenteel zijn ongeveer 50% van data van BnF opgenomen in data.bnf.fr; men streeft naar 100% eind 2015. Data.bnf.fr zal uiteindelijk bestaan uit (1) alle metadata van de BnF catalogus (12 miljoen) (2) metadata van gedigitaliseerde collecties (Gallica, 2,5 miljoen) en (3) de archieven en manuscripten van BnF. Enkele karakteristieken van data.bnf.fr: • De metadata zijn ‘geFRBRizeerd’. Men onderscheidt twee niveaus: ‘work’ en ‘manifestatie’. • Er zijn webpagina’s voor o.a. ‘works’ en voor ‘auteurs’ • Elke webpagina heeft een persistente URL (archival resource key; ARK). • De pagina's worden 'gecrawld' door Google. • Er zijn ongeveer 70.000 unieke bezoekers per maand: ongeveer 80% van deze bezoeken zijn afkomstig van Google. Men constateert dat circa 50-70% van deze bezoekers daarna hulpmiddelen van BnF gebruikt: de catalogus of de digitale bibliotheek Gallica. Met andere woorden, de meeste bezoekers vinden de data.bnf.fr pagina's via Google maar gebruiken daarna ook andere instrumenten van de BnF.
34
7.2
OPENCAT - GEBASEERD OP DATA.BNF.FR
FIGURE 4 OPENCAT SCHEMA De doelstelling van OpenCat is om de Openbare Bibliotheken van Frankrijk in staat te stellen om gebruik te maken van de metadata van de BnF. In figuur 4 staat een schema van OpenCat weergegeven. Op dit moment is de status nog een pilotproject met de Openbare Bibliotheek van Fresnes. OpenCat komt als volgt tot stand: • De metadata van BnF worden in OpenCat geladen. • De Openbare Bibliotheek importeert zijn holdinggegevens • Vervolgens worden de metadata verrijkt met: o
recensies van jeugdliteratuur (CNLJ het schema)
o
informatie en afbeeldingen en dergelijke over/van auteurs of boeken uit andere bronnen zoals
o
de digitale documenten uit Gallica - de digitale bibliotheek van BnF
o
links naar virtuele exposities van BnF
o
links naar video-lezingen van Canal-U.
Wikipedia
Men is bezig met het toevoegen van informatie uit andere bronnen, zoals MusicBrainz (een open encyclopedie voor muziek), Freebase (een open database met gegevens over personen, plaatsen en
35
dingen), Open Library (een eerdergenoemde website die ernaar streeft een webpagina te creëren voor elk gepubliceerd boek). Ook worden er links gelegd met de website van l’Académie Française. Deze laatste links worden niet gecreëerd via Linked Open Data, maar via een algoritme. Dit is overigens niet de geprefereerde methode.
7.3 DOELSTELLINGEN: EEN CATALOGUS VOOR VERSPREIDING EN EEN CULTUREEL ECOSYSTEEM OP HET WEB De doelstelling van OpenCat is nadrukkelijk niet een centrale catalogus voor openbare bibliotheek in Frankrijk te zijn. Men ziet OpenCat als een middel om de gegevens van BnF door de Openbare Bibliotheken te laten gebruiken: een catalogus voor verspreiding (‘catalogue de diffusion’). Inmiddels nemen er naast de Openbare Bibliotheek van Fresnes meerdere Openbare Bibliotheken deel aan het project. De gesprekspartners benadrukken dat het nog een experiment is en dat de opzet nog niet is gebruikt door veel gebruikers van de Openbare Bibliotheek. De respons van de bibliotheekgebruikers is dus nog onbekend. Voor de langere termijn ziet men een ‘cultureel ecosysteem’ op het web waarbij de data van BnF de spil vormen en waar vele culturele instellingen in Frankrijk en buiten Frankrijk aan meedoen.
36
8. DE OPAC VAN DE LIBRARY OF BIRMINGHAM 8.1 LIBRARY OF BIRMINGHAM Naast het nieuwe en inmiddels beroemde gebouw in het centrum van Birmingham bestaat de bibliotheek van Birmingham uit 43 bibliotheken.
8.2 NIEUW ILS De bibliotheek van Birmingham heeft onlangs een nieuw bibliotheeksysteem (Spydus) geimplementeerd. De migratie van oude catalogusrecords naar de nieuwe catalogus zal over enekel maanden worden afgerond.
8.3 VERSCHILLENDE CATALOGI De OPAC bevat het grootste deel van de collecties van de bibliotheek van Birmingham. Daarnaast is er een catalogus voor jeugdliteratuur maar dat is een interface op de hoofdcatalogus. De archief- en erfgoedcatalogus is echter een aparte catalogus met gespecialiseerd archiefmateriaal. Er is enige overlap met de OPAC wat betreft boeken over lokale geschiedenis, maar het archiefmateriaal is niet opgenomen in de OPAC.
8.4 CATALOGUS GEBRUIK De catalogus van de bibliotheek van Birmingham wordt steeds meer gebruikt buiten het bibliotheekgebouw. De behoefte aan individuele dienstverlening neemt daardoor toe. Na de invoering van een nieuwe release van het Spydus systeem, zullen er nieuwe mogelijkheden voor gepersonaliseerde diensten beschikbaar komen voor gebruik buiten de bibliotheek, zoals een alertservice voor nieuw aangekomen boeken e.d.
8.5 CATALOGISERING De bibliotheek van Birmingham heeft een eigen catalogiseerafdeling voor de erfgoed- en archiefsectie. Voor de mainstream literatuur wordt gebruik gemaakt van Bibliografic Data Services (http://www.bibliographicdata.co.uk). Deze dienst levert de metadata en aanvullende informatie, zoals scans van boekomslagen, de flaptekst, de inhoudspagina én de eerste pagina van een boek. Deze extra gescande informatie is beschikbaar via de OPAC, maar wordt gepresenteerd via een API door de BDS database. Deze dienst is onlangs geïmplementeerd.
8.6 BUSINESS, LEREN EN GEZONDHEID & WELZIJN De bibliotheek van Birmingham biedt on-site diensten met betrekking tot business, leren, onderwijs en gezondheid en welzijn. Voor leren en business zaken zijn er onsite adviseurs beschikbaar. De catalogus ondersteunt deze onsite adviesdiensten door het bieden van zoekopties om gespecialiseerde literatuur over deze onderwerpen vinden. Met betrekking tot gezondheid en welzijn, kan een NHS arts aan de
37
patiënt een boek voorschrijven en de bibliotheek van Birmingham heeft deze NHS boeken in haar collectie (dit is een in Nederland onbekende vorm van dienstverlening) .
8.7 E-BOOKS EN E-AUDIOBOOKS Op dit moment biedt de bibliotheek van Birmingham enkele honderden e-boeken en e - audiobooks te leen aan van één leverancier (Overdrive). De gegevens van deze boeken zijn nog niet opgenomen in de catalogus, maar men zal dit op korte termijn wel gaan verzorgen. Het plan is om meer Ebooks aan te bieden en daartoe zal men volgend jaar ook van de diensten van twee andere e -book aanbieders gebruik gaan maken.
8.8 TOEKOMSTPLANNEN Er zijn een drietal ontwikkelingen gepland: • Méér Ebooks en opname daarvan in de catalogus • Meer gepersonaliseerde diensten voor bibliotheekgebruikers buiten de bibliotheek • Integratie van alle metadata in OCLC 's WorldCat.
38
9. ÖVK - VERBUNDKATALOG ÖFFENTLICHER BIBLIOTHEKEN 9.1
HOOFDDOELSTELLING IS IBL
De ÖVK – Verbundkatalog Öffentlicher Bibliotheken - is een gemeenschappelijke catalogus met holdinggegevens van de deelnemende Openbare Bibliotheken. Het voornaamste doel is om interbibliothecair leenverkeer mogelijk te maken. Er nemen ca. 130 Openbare Bibliotheken uit Sachsen-Anhalt, Thüringen en Niedersachsen deel aan deze gemeenschappelijke catalogus. In Duitsland is IBL een gratis service aan gebruikers van Openbare Bibliotheken en wordt gezien als een zeer belangrijke dienst.
9.2 SEPARAAT VAN DE CENTRALE CATALOGUS VOOR ACADEMISCHE BIBLIOTHEKEN
The ÖVK wordt geproduceerd door het Gemeinsamer Bibliotheksverbund (GBV). dit is het gemeenschappelijke bibliotheeknetwerk van zeven Duitse deelstaten en de Stiftung Preussischer KulturBesitz. De GBV is een catalogus en dienstverlenend netwerk voor wetenschappelijke en openbare bibliotheken. Het hoofdkantoor van de GBV (VZG) is verantwoordelijk voor de bibliotheek automatisering en verantwoordelijk voor de
ontwikkeling van nieuwe, innovatieve bibliothaire De ÖVK werd tien jaar geleden ingericht als een separate dienstverlening . catalogus van de gemeenschappelijke catalogus van wetenschappelijke bibliotheken. Deze scheiding werd ingegeven doordat de formaten die door Openbare Bibliotheken (video, audio et cetera ) worden gebruikt zodanig verschillen van de formaten die door universiteitsbibliotheken worden gebruikt (o.a. seriewerken), dat het beheer en ontwikkeling van een gecombineerde centrale catalogus bemoeilijkt werd.
9.3
HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE DIENSTEN GEBASEERD OP DE ÖVK
De gesprekspartner geeft het volgende overzicht van de huidige en toekomstige diensten gebaseerd op de ÖVK. • Het IBL-systeem: er is een gemeenschappelijke en geïntegreerde ‘view’ op de ÖVK en de catalogus voor de wetenschappelijke bibliotheken (GVK) zodat IBL-verkeer tussen de twee categorieën bibliotheken mogelijk is. • Vervanging van de lokale OPAC’s: door middel van een ‘view’ op de collectie van een lokale bibliotheek (en regionale views) kan de ÖVK de lokale OPAC van een openbare bibliotheek vervangen. Veel Openbare Bibliotheken hadden een OPAC die alleen toegankelijk was binnen het gebouw en niet via internet. Dit omdat gemeentelijke IT-systemen soms afgeschermd zijn van het internet vanwege veiligheidsredenen. De ÖVK is wél toegankelijk via internet en de genoemde ‘views’ op de collecties van de deelnemende bibliotheken kunnen functioneren als een OPAC. • Verrijking van de metadata: een verrijking van de metadata met afbeeldingen van de ontslagen, inhoudsopgave en dergelijke is recentelijk gerealiseerd.
39
Als toekomstige ontwikkelingen noemt de geïnterviewde: • WorldCat: Er worden momenteel gesprekken gevoerd met OCLC om de ÖVK in te zetten als een datahub om de gegevens te door te sluizen naar WorldCat. • Functionaliteit om gemeenschappelijk catalogiseren voor de deelnemende Openbare Bibliotheken mogelijk te maken. • Meer digitale content (naast eBooks ook digitaal erfgoedmateriaal) • Een IBL-systeem voor Ebooks. De geïnterviewde noemt in dit verband een project van de ETH Zürich om een dergelijke optie te ontwikkelen.
9.4
DEUTSCHE DIGITALE BIBLIOTHEK
De Duitse Digitale Bibliothek is volgens de gesprekspartner voornamelijk gericht op cultureel erfgoed en veel minder gericht op Openbare Bibliotheken. Om die reden verwacht de gesprekspartner nauwelijks of geen overlap op de korte of middellange termijn tussen de Openbare Bibliotheken enerzijds en de Deutsche Digitale Bibliothek anderzijds. De metadata die door de DDB worden gecreëerd en gebruikt zijn zijns inziens ook van een lagere kwaliteit dan wat als norm wordt gehanteerd in de bibliotheekwereld.
9.5
OPENBARE BIBLIOTHEKEN IN DUITSLAND
Er zijn ca. 1300 Openbare Bibliotheken in Duitsland. De financiering van de Openbare Bibliotheken in Duitsland is vrijwel uitsluitend beperkt tot de lokale overheden. Het is in principe niet toegestaan aan de federale overheid of aan de deelstaten om direct de (gemeentelijke ) Openbare Bibliotheken financieren. Ook ontbreekt er een overkoepelend orgaan dat op nationaal niveau de Openbare Bibliotheken in 7 Duitsland coördineert .
7
Het Deutsche Bibliotheksverband heeft wel een sectie voor Openbare Bibliotheken (met ruim 1300 leden). Deze vereniging heeft voornamelijk een lobby functie richting bestuur en pollitiek.
40
10. DEICHMANSKE BIBLIOTEK 10.1 INLEIDING De Deichmanske Bibliotek - de Openbare Bibliotheek van Oslo - gaat verhuizen naar een nieuw gebouw in 2017. Doelstelling daarbij is om in het nieuwe gebouw een bibliotheek te creëren die anders is dan de traditionele bibliotheek. Mede hierdoor heroverweegt men ook de opzet van de catalogus omdat deze een belangrijke rol zal spelen in de digitale tentoonstellingen die men wil ontwikkelen voor het nieuwe gebouw.
10.2 OPENBARE BIBLIOTHEKEN IN NOORWEGEN Er zijn 427 openbare bibliotheken in Noorwegen: elke gemeente heeft zijn eigen Openbare Bibliotheek. Alle bibliotheken zijn onafhankelijk: er zijn dus 425 catalogi en elke bibliotheek heeft zijn eigen Authority files. De Nationale Bibliotheek van Noorwegen heeft officieel een coördinerende rol voor de Openbare Bibliotheken, maar in de praktijk wordt deze rol slechts beperkt ingevuld.
10.3 DE TRADITIONELE CATALOGUS VAN DE DEICHMANSKE BIBLIOTEK De metadata voor de catalogus worden geproduceerd in NORMARC, de Noorse MARC standaard. Ongeveer de helft van de nieuwe records worden geproduceerd door Biblioteksentralen, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het leveren van materiaal en metadata aan Noorse bibliotheken. De andere helft van de metadata wordt geproduceerd door het Deichmanske Bibliotek zelf. Alle metadata worden bewerkt en gelinkt met de Authority files van de Deichmanske Bibliotek. De MARC catalogus vormt de basis voor de meeste bibliotheekdiensten, zoals de online publiekscatalogus en circulatie. Alle basisdiensten worden momenteel afgehandeld door het ILS systeem Bibliofil, een ILS dat door de meeste Noorse Openbare Bibliotheken wordt gebruikt en bij de Deichmanske bibliotheek al in gebruik is sinds 25 jaar. De OPAC maakt ook gebruik van de gegevens van de Bibliofil "spice catalogus" databank. Deze database bevat afbeeldingen van boekomslagen, flapteksten en dergelijke. De inhoud van deze database wordt geproduceerd door de Noorse bibliotheken die het Bibliofil systeem gebruiken. Echter, het eigendom van deze gegevens wordt geclaimd door de leveranciers van het bibliotheeksysteem.
10.4 LINKED DATA SERVICE Een Linked data project van enkele jaren geleden resulteerde in een conversie tool MARC2RDF dat MARCrecords omzet in RDF data. Tijdens dit project werd opgemerkt dat catalogusgegevens in het Linked Open Data format (RDF) aanzienlijk meer mogelijkheden gaf om diensten te ontwikkelen én om de data te verrijken in vergelijking met het MARC-format. Vooral de SPARQL query-taal bleek een zeer krachtig en nuttig hulpmiddel zijn bij het werken met catalogus gegevens. Een ander belangrijk voordeel zijn de mogelijkheden om FRBR te implementeren. In de presentatie van de collectie van de bibliotheek aan eindgebruikers, wordt FRBR als cruciaal gezien. Bij de door de Deichmanske Bibliotek geïmplementeerde vorm van FRBR (gebaseerd op de FaBiO ontologie) worden twee niveaus onderscheiden (‘werk’ en ‘manifestatie’). De FRBR entiteit 'expressie' kan door
41
eindgebruikers in veel gevallen worden onderscheiden via de taalcoderingen (en dus het facet ‘taal’ in de interface). De implementatie van FRBR is echter flexibel en - in het geval dat dat gewenst zou zijn - kan men gemakkelijk FRBR opnieuw implementeren met drie niveaus. Het publiceren van de metadata in Linked Open Data (dus 'buiten de OPAC') heeft geleid tot een aantal discussies met de producenten van de metadata. De problemen hierover inzake de data van de hierboven genoemde ‘spice catalogus’ van Bibliofil zijn nog niet volledig opgelost.
10.5 ‘BOEKAANBEVELINGEN’ EN ‘ACTIVE SHELF’ Op basis van de Linked data zijn twee nieuwe diensten gecreëerd: • ‘Boekaanbevelingen’ (Book Recommendations) is een dienst waarin de aanbevelingen en recensies van boeken door de Noorse bibliotheken zijn ontsloten in een gemeenschappelijke databank. Deze gegevens zijn beschreven m.b.v. metadata en gekoppeld aan de catalogusgegevens. Door middel van een API kunnen ook andere diensten gebruik maken van deze boekrecensies. De software hiervan is beschikbaar. • De ‘Active Shelf’ is een zuil met een touch-screen dat in de bibliotheek staat. Bibliotheekgebruikers kunnen een boek op de zuil leggen en door middel van RFD worden de bij het boek behorende gegevens opgezocht: zoals informatie (en boekrecensies et cetera) over het boek, informatie over de auteur en vergelijkbare boeken van andere auteurs. De software hiervan is beschikbaar.
10.6 MIGRATIE NAAR HET KOHA ILS De belangrijkste reden om te migreren naar het ILS is om meer grip te hebben over de ontwikkeling van de dienst verlening en op de eigen gegevens. Het huidige bibliotheeksysteem Bibliofil functioneert adequaat voor medewerkers binnen de bibliotheek, maar de eindgebruikersdiensten die door dit systeem worden ondersteund worden minder adequaat geacht. Ook zouden de ambitieuze plannen voor de nieuwe Deichmanske bibliotheek niet kunnen worden gerealiseerd door het huidige systeem. Koha is een Open Source systeem en de Deichmanske bibliotheek kan de ontwikkelingsrichtingen van dit systeem beïnvloeden en/of hieraan bijdragen. In het nieuwe systeem wordt de Deichmanske bibliotheek ook volledig eigenaar van de eigen gegevens. Het is niet de verwachting dat het Koha systeem het type diensten dat voor de toekomstige bibliotheek wordt voorzien zelf kan leveren, maar de open software van Koha maakt het mogelijk om deze te koppelen aan andere software (zoals de modules die met de Linked Open Data werken).
10.7 NA DE MIGRATIE: EEN ANDERE MANIER VAN METADATA PRODUCTIE De Koha catalogus is net als de huidige catalogus gebaseerd op MARC-records. Het is de bedoeling dat Koha de basisfunctionaliteit zal afhandelen zoals circulatie en lenersregistratie. Men wil echter de productie van metadata omgooien: in plaats van het produceren van MARC-records in het bibliotheeksysteem en deze vervolgens te converteren naar RDF wil men bij het catalogiseren RDF metadata produceren en deze later omzetten in MARC-records ten behoeve van het Koha systeem. Het is de bedoeling om bij de productie van de metadata zoveel mogelijk gebruik te maken van ‘copy
42
cataloguing’. In dit geval wil men een bestaande MARC record uit een andere bibliotheekcatalogus automatisch omzetten in RDF zodat de catalogiseerders van de Deichmanske bibliotheek deze RDF gegevens kunnen bewerken en verrijken. De RDF metadata zullen worden opgeslagen in een ’triple store’ die de basis zal vormen voor de dienstverlening gebaseerd op Linked Open Data. Tegelijkertijd worden de volledige RDF beschrijvingen geconverteerd naar MARC voor gebruik in het Koha systeem.
10.8 GEBRUIK VAN OPEN LIBRARY EN ANDERE OPEN BRONNEN OP HET INTERNET De Deichmanske bibliotheek gebruikt nu al een aantal open data sites als bronnen voor het verrijken van hun (RDF) metadata: Open Library (voor het harvesten URL's van afbeeldingen van boekomslagen), Goodreads, Novellist, XISBN, RDF book mashup en Bokkilden (Noorse online boekwinkel). Daarnaast ziet de gesprekspartner interessante mogelijkheden in het gebruik van links naar de ‘works’ in Open Library, en de identifiers van Goodreads en LibraryThing om hun RDF metadata te verrijken.
10.9 NIEUWE DIENSTEN IN HET NIEUWE GEBOUW Het nieuwe gebouw zal zich richten op ‘beleving’. Men voorziet digitale tentoonstellingen die gebruik maakt van een digitale collectie met alle soorten media( behalve boeken ook muziek, video, enz. ). Deze digitale tentoonstellingen zullen moeten kunnen putten uit een te ontwikkelen metadata-store (inclusief catalogus metadata ) zullen gebaseerd zijn op technologieën die gebruik maken van Linked Data.
10.10 AANVULLENDE INFORMATIEBRONNEN • Presentatie van data.deichman.no , de Linked Open Data service: http://digital.deichman.no/data.deichman.no/ • Blogpost over Book Recommendations: http://digital.deichman.no/blog/2012/10/09/book-reviews/ • Blogpost over het Active Shelf: http://digital.deichman.no/blog/2012/10/16/active-shelves/ • Video over Active Shelf: http://vimeo.com/68687814
43
11. TROVE, FINNA EN CATALOGUS 2.0 11.1 AUSTRALIE: TROVE EN DE CATALOGUS VAN DE NATIONALE BIBLIOTHEEK Trove is in 2008 gestart door de National Library of Australia om 8 oudere Discoverysystemen te vervangen. De aanvankelijke ontwikkeling kostte ongeveer 10 manjaren en werd in-house uitgevoerd. Inmiddels is Trove uitgegroeid tot een zeer populair systeem dat vooral erfgoed materiaal ontsluit. Pogingen om ook gelicentieerd digitaal (wetenschappelijke) content via Trove te ontsluiten vorderde dermate moeizaam dat men hiermee gestopt is. Een recente powerpoint presentatie onder de titel ‘Do we still need a catalogue’ van dr. Marie-Lousie Ayres behandeld het proces om te komen tot een nieuw ILS voor de nationale bibliotheek. In bijgaande PowerPoint slides wordt duidelijk dat ook Trove meer fungeert als een presentatiesysteem dan als een discoverysysteem: 75% van de bezoekers komen vanaf Google. Om deze reden twijfelt de NLA eraan of men een nieuwe catalogus nodig heeft als onderdeel van de nieuwe ILS. Voor dit onderzoek is ook de ‘engagement’ interessant: veel gebruikers van Trove helpen mee om ge ‘ocr’de teksten te corrigeren, publiek beschikbare lijsten te maken over specifieke onderwerpen (een soort virtuele tentoonstellingen) en materialen en ontsluitingkenmerken toe te voegen.
11.2 FINNA FINNA is een discovery platform dat opgezet is door de Finse nationale bibliotheek. De drie belangrijkste componenten zijn: • Het interface in VuFind (OpenSource portal software) • Een metadataindex en zoekmachine voor het Finse erfgoedmateriaal gebaseerd op Solr • Een externe index voor digitaal gelicentieerd materiaal - vooral wetenschappelijke informatie – aangekocht van ExLibris (de index van de discovery tool Primo). De doelstelling van FINNA is om zowel het portal wel als de gateway voor eindgebruikers van alle Finse bibliotheken archieven en musea te worden. De portalsoftware VuFind kan met behulp van een API worden verbonden op lokale catalogi zodat de eindgebruikers doorgesluisd kunnen worden naar het ‘back-end’systeem van zijn/haar bibliotheek om het gevonden item te reserveren en/of in te zien. De Finse nationale bibliotheek heeft naast FINNA ook Melinda ontwikkeld – een gemeenschappelijk catalogiseersysteem en gemeenschappelijke catalogus en heeft vergevorderde plannen om een nieuw, multitenant library management systeem te ontwikkelen dat in eerste instantie voor
44
universiteitsbibliotheken bedoeld is maar en in tweede instantie ook door de Openbare Bibliotheken in Finland gebruikt zal worden.
11.3 CATALOGUS 2.0 VERANDERENDE FUNCTIE VAN BIBLIOTHEEKCATALOGI De discoveryfuncties van de bibliotheekcatalogi kunnen vanuit het gezichtspunt van gebruikers worden onderverdeeld in: (1) vinden (2) identificeren (3) selecteren en (4) verkrijgen. De bibliotheekcatalogi verliezen steeds meer hun functie als discovery tool aan internet zoekmachines en discovery tools (zoals Primo, WorldCat Local, Summon of EBSCO discovery). Dit geldt met name voor de eerste twee stappen ‘vinden en identificeren’, waardoor de nadruk meer komt te liggen op te laatste twee stappen ‘selecteren en verkrijgen’. komt te liggen. In het boek ‘Catalogue 2.0, The future of the library catalogue’ worden deze ontwikkelingen uitgebreid besproken. Hieronder worden drie voor de NBC+ relevante invalshoeken nader toegelicht.
CATALOGI AANSLUITEN OP WEBSCALE Lorcan Dempsey (schrijven van een hoofdstuk in dit boek en Chief Strategist van OCLC)
8
ziet drie mogelijkheden voor catalogi om aan te sluiten op het niveau van het web (‘webscale’; ‘network level’): 1. Aanwezigheid op webscale: voorbeelden zijn WorldCat of Europeana 2. Aansluiting op webscale: het verzorgen van een directe verbinding tussen webscale platformen en bibliotheekbronnen (voorbeeld: incorporatie van de bibliotheek link resolver in Google Scholar) 3. Open benaderingen, waardoor derde partijen gebruiken maken van de bibliotheekbronnen (d.m.v. API’s of via Linked Open Data) .
SOCIAL MEDIA EN CATALOGI Lorcan Dempsey bespreekt eveneens het belang van social media in discovery van eindgebruikers. ‘social bookmarking’en ‘social reading sites’ zijn voorbeelden hiervan in de bibliotheekwereld and Niettemin geeft hij aan dat dit binnen bibliotheekcatalogi niet echt van de grond gekomen is. Meerdere catalogi hebben geëxperimenteerd met tags en reviews van gebruikers, maar – alweer volgens Lorcan Dempsey – ‘het lijkt erop dat de bibliotheekcatalogus niet die centrale plaats, schaal en persoonlijke binding voor eindgebruikers om dergelijke sociale activiteiten te genereren’.
8
Lorcan Dempsey; ‘Thirteen ways of looking at libraries, discovery and the catalogue scale, workflow, attention’, Catalogue 2.0, The future of the library catalogue; Editor S. Chamber; 2013; ISBN 978-1-55570-943-3
45
FUNCTIES VOOR METADATA BUITEN BIBLIOTHEEKCATALOGI Hoewel bibliotheekcatalogi minder gebruikt worden, krijgen metadata steeds meer functies buiten catalogi: • Gebruik van metadata voor individuele of institutionele doeleinden: leeslijsten, persoonlijke bibliografieën, institutionele bibliografieën e.d. • Extensie van de toegang tot de catalogi door het creëren van nieuwe toegangsmogelijkheden in andere omgevingen: RSS, widgets, toolbars, mobiele applicaties e.d.) • Hefboom effecten : gebruik maken van connecties/links met internetplatformen buiten de bibliotheekwereld met het doel om internetgebruikers naar de bibliotheekcatalogi aan te trekken.
46
12. SLOTSOM: MOGELIJKE ONTWIKKELRICHTINGEN VOOR DE NBC+ 12.1 INLEIDING De centrale vraagstelling van dit verkennende onderzoek was: Identificeren en duiden van relevante (technische) ontwikkelingen die cruciaal zijn voor de verdere ontwikkelingen rond de NBC+ en bepalend zijn voor de visie op de NBC+ over 5 jaar (toekomstscenario’s). Deze vraagstelling was onderverdeeld in vier deelvragen. Hieronder worden deze deelvragen herhaald met de op basis van deze verkenning opgestelde antwoorden. 1. Wat zijn de huidige trends in zoek- en vindgedrag van de beoogde gebruikers van de digitale bibliotheek? Catalogi blijken steeds minder de zoekingang te vormen voor gebruikers. Bibliotheekgebruikers zijn internetgebruikers geworden en het zoeken vindt ‘webscale’ plaats. De functie van de catalogus komt minder te liggen op zoeken & vinden en identificeren, maar meer op selecteren en verkrijgen (van toegang of van de publicatie). Daarnaast wordt in de overvloed van informatie de context van de 9 informatie steeds belangrijker voor gebruikers . Één van de manieren om dit te bereiken is de toepassing van Linked Open Data. 2. Welke trends in het digitale domein zullen van invloed zijn op de technische doorontwikkeling van de NBC+? Als meest belangrijkste trend kan Open Data en Linked Open Data worden aangeduid. De NBC+ is hier in technisch opzicht voor toegerust met haar toepassing van LOD en de openstelling van haar gegevens door middel van een API. In juridisch opzicht zijn er nog belemmeringen die een volledige Open Data strategie voor de NBC+ in de weg staan. 3. Welke organisatorische ontwikkelingen zullen van invloed zijn op de doorontwikkeling van de NBC+? Twee organisatorische ontwikkelingen zullen van invloed zijn op de NBC+. Ten eerste de overgang van SIOB en BNL naar de KB per 1 januari 2015 en de daarmee samenhangende regierol van de KB voor de openbare bibliotheekwereld in het algemeen en de Nederlandse digitale bibliotheek in het bijzonder. Ten tweede zal door de migratie van de UKB bibliotheken naar het WorldShare platform en de investeringen in innovatie en nieuwe diensten van OCLC in datzelfde platform de huidige GGC (gebaseerd op het CBS systeem) haar centrale plaats in de Nederlandse bibliotheek infrastructuur verliezen. Een mogelijke overgang naar het WorldShare platform van de GGC met de dienstverlening daaromheen (IBL systemen) zal over enkele jaren dan ook aan de orde komen voor de Openbare Bibliotheken.
9
Zie ook: Verkenning Context & Contextualisering; Ton Brandburg en Norma Verheijen; maart 2013; SIOB
47
4. Op welke manier geven bibliotheken in vergelijkbare Europese landen hun catalogus online vorm? De case studies van vooral OpenCat in Frankrijk en Bibliotheekportalen in Vlaanderen laten zien dat het onderwerp ‘zichtbaarheid en vindbaarheid op internet’ van de bibliotheekcatalogi in de verschillende benaderingen voorop staat, net als bij de NBC+. Wat kunnen deze vragen en antwoorden betekenen voor de toekomstige ontwikkelingen van NBC+? Kort samengevat: innovatie aan de voorkant en efficiëntie aan de achterkant. Hieronder worden deze mogelijke ontwikkelingen voor de NBC+ in meer detail besproken.
12.2 INNOVATIE AAN DE VOORKANT A.
NBC+ IN 2014 EN 2015 (REEDS GEPLANDE ONTWIKKELINGEN)
• Uitrol bij OB’s en andere partijen: De NBC+ is onlangs voor het eerst geïmplementeerd bij de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Dit betekent dat de prioriteit voor de komende periode ligt in het implementeren van de NBC+ bij de overige Openbare Bibliotheken. Daarnaast wordt er vanuit BNL gestimuleerd dat andere leveranciers en partijen meer applicaties, portalen en apps ontwikkeld worden op basis van de API op de NBC+. • Semantische zoekmachine: De gesprekspartners van de BNL geven daarnaast aan dat de NBC+ op dit moment beschouwd kan worden als een zoekmachine, maar dat de functionaliteit wat betreft semantische zoekmachine nog verder moet worden ontwikkeld door het aanbrengen van meer links. Deze doorontwikkeling heeft direct consequenties voor de API – men geeft aan dat een robuuste en rijke API op het NBC+ platform nog ca. 2 jaar zal duren. • Integratie met WaaS en andere onderdelen van de infrastructuur door BNL: het is de bedoeling om de NBC+ te integreren met andere onderdelen van de infrastructuur door BNL: o
Puppy-IR: wordt in de NBC+ ingezet voor automatisch toekennen van classificatie naar
o
Gesproken boek: gesproken boeken beter doorzoekbaar maken in NBC+, en aanpassingen in
leeftijd. Realisatiefase. NBC+ om vindbaarheid en presentatie van gesproken boeken te verbeteren. Functioneel ontwerp gereed. o
Ebooks: is nu apart platform, alle Ebooks moeten doorzoekbaar zijn via NBC+, en NBC+ moet ook de basis worden voor de titelbeschrijvingen van de Ebooks, dus vanuit het ebook platform wordt de NBC+ API straks aangeroepen. Eerste fase gereed (doorzoekbaar maken van Ebooks in NBC+).
o
Literatuurplein: is nu een volledig aparte applicatie, met een aparte database. Idee is om de records van literatuurplein te koppelen aan de NBC+ records: basis voor de bibliografische beschrijving in NBC+, extra info uit literatuurplein die gekoppeld is aan boeken of auteurs (links naar prijzen, recensies ed. ) opnemen in NBC+ danwel ernaar linken. Info komt dan gedeeltelijk in de NBC+, incl. een link naar het item op literatuurplein. In onderzoek.
o
Welkboek: bevat recommenders en classificaties van boeken op criteria zoals vrolijk/verdrietig, grappig/serieus, zachtaardig/gewelddadig enz. Idee is om deze
48
recommenders in de NBC toe te voegen, en boeken uit Welkboek ook via deze facetten in de NBC+ doorzoekbaar te maken. In onderzoek. o
WaaS: In het content management systeem zullen detailpagina’s over boeken, over auteurs en de zgn. categoriepaginas over categorieen boeken worden gecreëerd die in de Google index opgenomen zullen worden. In ontwikkeling.
• De ‘get it’ knop: De in ontwikkeling zijnde ‘get it’ knop (orkestratie) zal de gebruiker binnen de discovery-omgeving van de NBC+ doorgeleiden naar de plaats waar hij/zij kan komen tot een transactie: dit kan een meer klassieke transactie zijn zoals een reservering of een IBL- of kopieaanvraag, maar ook een toegang tot een nieuw boek of het luisteren van een muziektrack.
B.
ZICHTBAARHEID, AANTREKKINGSKRACHT EN ENGAGEMENT OP HET INTERNET
De case studies van OpenCat in Frankrijk en Bibliotheekportalen in Vlaanderen laten zien dat het onderwerp ‘zichtbaarheid en vindbaarheid op internet’ van de bibliotheekcatalogi in de verschillende benaderingen voorop staat, net zoals bij NBC+: • Het creëren van aantrekkelijke detailpagina’s over boeken en/of auteurs: o
Bibliotheekportalen maakt daarbij gebruik van NBD Biblion: zij kopen een plaatje van de omslag, een samenvatting en een recensie en voegen dit toe aan de detailpagina over het boek. Deze detailpagina’s worden niet alleen binnen bibliotheekportalen maar ook op de websites van de deelnemende Openbare Bibliotheken geëtaleerd. De rechten hiervoor zijn afgekocht bij NBD Biblion. De URL structuur van bibliotheekportalen wordt hiervoor aangepast ten behoeve van het crawlen door Google.
o
OpenCat maakt gebruik van Linked Open Data en algoritmes om deze detailpagina’s te verrijken met contextuele informatie, bijvoorbeeld met informatie over virtuele tentoonstellingen of videolezingen over het boek of de auteur van andere websites van culturele instellingen. Hier formuleert men een hoger doel: het creëren van een cultureel ecosysteem op het web. Elke detailpagina krijgt overigens een persistente URL – mede om crawlen door Google mogelijk te maken.
o
NBC+ volgt een vergelijkbare strategie waarbij er per boek een detailpagina en per genre boeken een zogenaamde categoriepagina zal worden gecreëerd in het CMS systeem.
• Googlestrategie: OpenCat en Bibliotheekportalen hebben een Googlestrategie: door het creëren van aantrekkelijke webpagina’s met persistente URL’s en deze open te stellen voor de crawler van Google hoopt men hoog in de resultaten van Google te komen. In hoeverre deze benadering succesvol is bij de gebruikersgroepen van Openbare Bibliotheken is (nog) niet getest. Wel rapporteert de Bibliothèque nationale de France dat het toegankelijk maken van haar nationale catalogus via deze methode een bezoekersstroom oplevert die voor 80% van Google afkomstig is en dat 50-70% van deze bezoekers vervolgens ‘converteren’ naar het gebruik van de eigen instrumenten. Overigens dient hier ook Open Library (openlibrary.org) vermeld te worden: deze website richt zich op het creëren van een (eveneens aantrekkelijk vormgegeven) webpagina voor elk boek, is geheel open en goed vindbaar via Google.
49
• Wikipedia/Linked Open Data strategie: de opzet van de NBC+ is mede opgericht om door middel van verbindingen met andere internetplatformen internetgebruikers naar de NBC+ te lokken. Wikipedia is daarbij het meest voor de hand liggende platform, want dit is gericht op kennis en kennisverspreiding en staat als zesde plaats op de wereldranglijst van meest bezochte websites (en op de vijfde plaats op de Nederlandse ranglijst). Uit de interviews met de twee Wikipedianen blijkt dat deze strategie zeker mogelijkheden heeft en dat er een aantal succesvolle voorbeelden bestaan - vooral in de hoek van erfgoed. Echter, juist wat betreft boeken lijken er een aantal beperkingen te zijn – mede door de al bestaande ISBN pagina die een directe link met NBC+ onnodig maakt. Linked Open Data geeft overigens veel mogelijkheden om met andere internetplatformen verbindingen te leggen. De meeste voorbeelden hiervan zijn wederom in de hoek van het (digitale) erfgoed. • Sociale media: Er zijn in deze verkenning weinig voorbeelden naar voren gekomen van succesvolle inzet van sociale media in bibliotheekcatalogi/bibliotheek gebruik. De beperkingen van bibliotheekcatalogi in dit opzicht lijken bevestigd te worden door de opmerkingen van Lorcan Dempsey hierover (zie paragraaf 9.3). Niettemin zijn er twee aanknopingspunten: Wikipedia meldt dat er in discussies op Facebook veel links naar Wikipedia-artikelen worden vermeld met als gevolg een forse ‘traffic’ van Facebook naar Wikipedia. Trove (zie 9.1) meldt wél een belangrijke ‘engagement’ van haar gebruikers bij het corrigeren van gedigitaliseerde teksten van historische krantenartikelen en het aanleggen van lijsten (‘virtuele tentoonstellingen’) binnen de historische collectie van Trove. Het is mogelijk dat op den duur URL’s van detailpagina’s van NBC+ over boeken genoemd zullen worden in discussies van Facebook gebruikers en/of dat verbindingen met digitale erfgoedcollecties een met Trove vergelijkbaar engagement van gebruikers kan creëren. Met betrekking tot de NBC+ kan geconcludeerd worden dat de eerste drie opties gevolgd worden en/of in ontwikkeling zijn. Overigens moet opgemerkt worden dat zowel de genoemde ‘Google’ strategie als de ‘Wikipedia’ strategie nog niet uitgetest zijn bij een OB publiek. Wat betreft de optie om via sociale media gebruik aan te trekken kan gesteld worden dat deze momenteel niet aan de orde is voor de NBC+.
C.
DIENSTEN ROND DE CATALOGUS
• Diensten voor de lener: De Library of Birmingham meldt dat steeds meer gebruikers de bibliotheekcatalogus buiten het gebouw raadplegen en daarom om nieuwe diensten vragen, zoals de mogelijkheden om te reserveren, E-books te lenen et cetera. Bij de implementatie van de IAMmodule (Identity and Access management) zal vergelijkbare functionaliteit ook voor de NBC+ beschikbaar komen en/of stapsgewijs ontwikkeld kunnen worden. in Vlaanderen wacht men dat 20% tot 25% van het totale lenersbestand gebruik zal maken van deze mogelijkheden. • Site-responsive maken: Dit staat op het ontwikkellijstje van Bibliotheekportalen en betekent dat de website zich aanpast aan de resolutie van het apparaat waarmee de site benaderd wordt. De site wordt daarmee geschikt voor raadplegen via mobiele apparatuur. Ook voor de NBC+ lijkt dit een goed idee. • Aanpassen voor gebruikers met beperkingen: Dit is eveneens een item op het ontwikkelen van Bibliotheekportalen. Ook voor de NBC+ is dit een aanbevolen ontwikkelrichting.
50
• Gebruik van metadata buiten de catalogus: Bibliotheekportalen voorziet de ontwikkeling van een platform waarop bibliotheekgebruikers (en bibliotheken) boekenlijsten kunnen maken. Met het oog op de toenemende functies van metadata buiten de catalogi (zie 9.3) wordt voor de NBC+ aanbevolen om vergelijkbare functionaliteit te creëren en dit geheel open te maken en ook de mogelijkheid aan gebruikers te bieden om metadata in eigen platformen en toepassingen te hergebruiken. • Aanbieden van toegang tot NBC+ binnen andere omgevingen: Het aanbieden van toegang tot bibliotheekcatalogi binnen andere digitale werkomgevingen zoals elektronische leeromgevingen van scholen is eveneens een belangrijke dienst rond een catalogus. Biebsearch is hiervan een bestaand voorbeeld.
D.
LOKALE OPDRACHTEN VAN DE OB’S EN DE NBC+
In dit onderzoek zijn de lokale opdrachten aan de OB’s van de gemeentebesturen nauwelijks aan de orde gekomen - mede door de keuze van de gesprekspartners. Dit lijkt een belangrijk discussiepunt te moeten worden bij de expertmeeting: in hoeverre kan de NBC+ de lokale opdrachten aan de OB’s ondersteunen? In dit onderzoek zijn er twee aanknopingspunten: • De Library of Birmingham biedt on-site adviesdiensten aan met betrekking tot leren en onderwijs, met betrekking tot het opzetten van een bedrijf, en met betrekking tot gezondheid en welzijn. De catalogus ondersteunt deze adviesdiensten door het bieden van zoekopties om gespecialiseerde literatuur over deze onderwerpen te vinden. De verhuizing van vele diensten van de rijksoverheid en provinciale overheid naar de gemeentelijke overheid zou dergelijke diensten door een OB relevant kunnen maken. • Er wordt momenteel een inventarisatie uitgevoerd door BNL en de KB naar de lokale erfgoedcollecties bij Openbare Bibliotheken. Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek zouden de metadata van deze erfgoedcollecties opgenomen kunnen worden in de NBC+ terwijl de objecten opgenomen kunnen worden in Delpher. De Linked Open Data structuur van de NBC+ maakt het vervolgens mogelijk om verbindingen te leggen met andere lokale erfgoedcollecties zodat hierdoor invulling kan worden gegeven aan een lokale opdracht.
E.
AANDACHTSPUNTEN
Voor de verdere ontwikkeling van NBC+ komen er uit deze verkennende studie twee aandachtspunten naar voren: • Derde partijen en de API: Enkele gesprekspartners vragen zich af of er voldoende derde partijen geïnteresseerd zullen zijn om gebruik te maken van de API van de NBC+ om nieuwe en originele interfaces en toepassingen te bouwen. • Erfgoed en gebruikers van de OB’s: Enkele ontwikkelrichtingen zullen de NBC+ verbinden met (digitaal) erfgoed: de mogelijkheden van Linked Open Data en de ontwikkeling van de nationale digitale bibliotheek (zie ook 10.3 A). Hoewel er zonder meer een belangrijk publiek bestaat voor het raadplegen van (digitaal) erfgoed, is het de opsteller van het rapport niet bekend in hoeverre het
51
publiek voor digitaal erfgoed overlap vertoont met de OB gebruikers. M.a.w.: de interesses en wensen van de OB gebruikers mogen niet op de achtergrond geraken door de technische mogelijkheden die digitaal erfgoed biedt voor de doorontwikkeling van de NBC+.
12.3 EFFICIENTIE AAN DE ACHTERKANT A.
NAAR ANDERE ILS’EN VOOR OB’S
Meerdere gesprekspartners gaven aan dat zij mogelijkheden zagen voor een volgende efficiëntieslag voor de Openbare Bibliotheken door een vereenvoudiging van de lokale ILS-systemen dan wel een migratie naar een multitenant ILS-systeem voor alle OB’s in Nederland. De redenering stelt dat inmiddels de meeste zaken op landelijk niveau zijn georganiseerd: NBD Biblion en de centrale inkoopcommissie verzorgen de acquisitie op landelijk niveau, met het IAM is er een centraal lenersbestand en de NBC+ vormt een centrale catalogus, die met de ‘Get it’-knop de gebruiker bijvoorbeeld doorgeleid naar het lokale ILS voor de transacties. De lokale ILS’en hebben daarom minder functionaliteit nodig: volgens enkele gesprekspartners zouden dus lokaal slechts ‘lightweight’ ILS’en nodig zijn, anderen pleiten voor een multitenant ILS voor alle OB’s. Dit laatste wordt overigens ook overwogen voor de Openbare Bibliotheken in Vlaanderen.
B.
OPEN METADATA
Open metadata – en daarmee een vrije uitwisseling van metadata door de gehele keten van bibliotheken en bibliotheekorganisaties en richting gebruikers – wordt eveneens door meerdere gesprekspartners als zeer wenselijk aangemerkt met het oog op efficiëntie en als noodzakelijk om de mogelijkheden van de NBC + door middel van Linked Open Data volledig uit te buiten. Een dergelijke ‘uitbuiting’ gaat twee kanten op: aan de ene kant van de gebruikmaken van Open Data van derden om de catalogus te verrijken en aan de andere kant kan men zelf de data open aanbieden voor gebruik door andere partijen. Voor wat betreft het eerste is het OpenCat initiatief van de Bibliothèque nationale de France illustratief (zie hoofdstuk 7), voor wat betreft het tweede is met name de casus van de Deichmanske Bibliotek interessant omdat zij reeds gebruikmaken van Open Data van een reeks van internetplatformen om hun catalogus te verrijken. Over de precieze modaliteiten van de open metadata zijn overigens wel verschillen van mening: een behoud van regie door bibliotheekorganisaties of bibliotheken aan de ene kant en een volledig Open Licentie aan de andere kant.
C.
HARMONISATIE EN UNIFORMERING
Bij de verdere ontwikkeling van de digitale infrastructuur - ofwel met betrekking tot de NBC+ of het bovengenoemde andere ILS dan wel de problematiek rond een nieuw IBL systeem wanneer de GGC zou migreren naar WorldShare – benadrukken vrijwel alle gesprekspartners het belang van harmonisatie en uniformering van de werkprocessen tussen de OB’s. Opgemerkt wordt daarbij dat op dit moment er geen speler in het bibliotheekveld lijkt te zijn die de rol van harmonisering en uniformering daadwerkelijk op zich neemt.
52
12.4 ORGANISATORISCHE VERANDERINGEN A.
DIGITALE BIBLIOTHEEK DOOR DE KB
Volgens de nieuwe bibliotheekwet zal de Koninklijke Bibliotheek verantwoordelijke worden voor het opzetten van een nationale digitale bibliotheek. De plannen hiervoor worden op dit moment ontwikkeld en kunnen nog niet publiek gemaakt worden. Enkele al bekende aspecten van deze plannen zijn: • De bedoeling van de nationale digitale bibliotheek is toegang te bieden tot de digitale collecties van alle publiek gefinancierde bibliotheken in Nederland. • De NBC+ wordt gezien als één van de bouwstenen van deze nationale digitale bibliotheek en vooral in de functie van een index. • Men voorziet een metadatahub op de achtergrond, die gekoppeld is aan de inkoop van licenties en bezitsregistratie van fysieke werken. • Er zijn modules die het discovery proces voor rekening nemen: zoek- en vindmodules (metadata en Full Text, mogelijk gescheiden) en context modules (zoals dossiers, gidsen en dergelijke). • De bedoeling is op uiteenlopende klantengroepen aangepaste discovery diensten aan te bieden. Duidelijk is dat deze nationale digitale bibliotheek consequenties zal hebben voor de doorontwikkeling van de NBC+. Uit vergelijkbare cases (FINNA, TROVE) blijkt dat de ontwikkeling van deze veelomvattende nationale systemen vele jaren duurt. Aanbevolen wordt om in de tussentijd de doorontwikkeling van NBC+ volgens de ingezette lijnen verder door te zetten: ontwikkelingen die bij de gebruikers succes hebben kunnen dan als voorbeeld dienen voor de nationale digitale bibliotheek net zoals ontwikkelingen die minder succesvol blijken te zijn.
B.
TOEKOMST VAN DE GGC
De UKB bibliotheken verwachten eind 2016 de transitie van de GGC naar WorldShare voltooid te hebben. Op dat moment zullen de UKB bibliotheken voor het interbibliothecaire leenverkeer het huidige NCC/IBL systeem hebben ingewisseld voor het aan WorldShare gekoppelde IBL systeem. Deze migratie heeft consequenties voor de huidige centrale rol van de GGC in de Nederlandse bibliotheek infrastructuur en voor het IBL systeem van de Openbare Bibliotheken (dat door middel van een gateway is verbonden met het door de UKB gebruikte NCC/IBL systeem). OCLC investeert momenteel veel in innovaties van en diensten rondom het WorldShare platform. Voorzien kan worden dat het CBS platform waarop de huidige GGC is gebaseerd op termijn uit gefaseerd zal worden. Door de migratie van de UKB bibliotheken wordt de GCC minder aantrekkelijk voor OB’s en speciale bibliotheken in Nederland. Een migratie naar het WorldShare platform ligt dan ook voor de hand, maar zal een belangrijke inspanning voor alle betrokkenen vereisen. Een haalbare en betaalbare migratie naar het WorldShare platform lijkt alleen dán te kunnen plaatsvinden wanneer de OB’s bereid zijn tot belangrijke (én ingrijpende) aanpassingen van de huidige werkprocessen.
53
C.
INTERNATIONALISERING VAN DE INFRASTRUCTUUR
De internationale bibliotheekinfrastructuur wordt steeds belangrijker: dit wordt geïllustreerd door het toenemende belang van WorldCat en door het gebruik van bibliotheeksystemen in de Cloud (zoals WorldShare, Alma of Intota) door bibliotheken uit de gehele wereld. Meerdere gesprekspartners stellen dat er een transitie is te constateren van lokale systemen via nationale infrastructuren naar internationale infrastructuur. Men karakteriseert dit echter als een lange termijn ontwikkeling: voorlopig zijn nationale infrastructuren nog volop aan de orde vanwege nationale bijzonderheden zoals taal, ontsluitingssystemen en dergelijke.
54