De dienst Radiologie
De verpleegeenheid van Radiologie als stageplaats voor studenten.
Inhoud
HR/medewerkerswijzer/2013-01
1
Over de dienst Radiologie 1.1 Welkom 1.2 Situering & organogram 1.4 Patiëntenpopulatie 1.5. Overzicht onderzoeken
36 36 36 36 37
2
Verloop zorgverlening 2.1 Zorgverloop dag 2.2 Zorgverloop nacht
39 39 39
3
Aandachtspunten
40
35
1
OVER DE DIENST RADIOLOGIE
1.1
Welkom
Beste student Wij heten je van harte welkom op de dienst Radiologie. Met deze brochure willen we het reilen en zeilen op onze afdeling verduidelijken. Mocht je echter, op welk moment ook, vragen hebben, aarzel niet om ze te stellen. Met het hele team staan we klaar om je op te vangen en te begeleiden. Wij kijken uit naar een aangename samenwerking en hopen dat je je snel thuis voelt op onze dienst. Stefan Swartenbroeck Hoofdverpleegkundige Radiologie
1.2
Situering & organogram
De dienst Radiologie bevindt zich in Campus Mariëndal in het hoofdgebouw, op het gelijkvloers rechts van de hoofdingang. Er is ook een eenheid in Campus St.-Jan, en in het Medisch Centrum Aarschot (dagziekenhuis). De meest actuele versie van het organogram van het departement Verpleegkundige & Paramedische diensten, met de namen van diensthoofden, hoofdverpleegkundigen en/of coördinatoren, kun je tijdens je stage bekijken op het intranet. Organogram van de dienst:
•
Medisch afdelingshoofd:
dr. Bart Boomgaert
•
Hoofdverpleegkundige:
Stefan Swartenbroeck
•
Adjunct-hoofdverpleegk.:
Stephan Boogaerts
•
Verpl. coördinator MRI:
Stefan Swartenbroeck
•
Artsen:
dr. Bart Boomgaert - dr. Paul Mortelmans - dr. Benjamin Peersman dr. Jan Van Ballaer - dr. Rik Verhille - dr. Sofie Laermans – dr. Katrien Van Den Bergh - dr. Maurits Blom - dr. Frank Deridder Medisch Centrum Aarschot: dr. Hans Timmerman - dr Guido Luyckx
•
Verpleegkundigen:
taken & verantwoordelijkheden cf. functie- en competentiekaart
•
Zorgkundigen:
taken & verantwoordelijkheden cf. functie- en competentiekaart
•
Afdelingsmedewerker:
taken & verantwoordelijkheden cf. functie- en competentiekaart
•
Stagementoren:
Christine Agotha - Stefaan Antheunis
De stagementor is je steun en toeverlaat op de afdeling. Hij of zij bereidt ook samen met jou de tussentijdse en eindevaluaties voor, op basis van je stagedoelstellingen.
1.3
Patiëntenpopulatie
De radiologische activiteiten worden uitgevoerd op onze drie campussen.
•
Campus Mariëndal: interne & externe verwijzingen, gehospitaliseerde & one day patiënten, urgenties en 24u-permanentie. De afdeling op deze campus beschikt ook over een MRI-eenheid.
•
Campus St.-Jan: de gehospitaliseerde patiënten van de campus, interne verwijzingen orthopedie.
•
Medisch Centrum Aarschot: interne & externe verwijzingen, one day patiënten.
HR/medewerkerswijzer/2013-01
36
1.4
Overzicht onderzoeken
De dienst Radiologie is volledig gedigitaliseerd, de administratie en verwerking van radiologische onderzoeken verloopt dus digitaal. Hierbij een overzicht van de onderzoeken die op de dienst plaatsvinden. Deze opsomming is niet limitatief.
Conventionele radiologie
•
Gewrichten en skelet Skelet Myelografie Arthrografie
•
Urogenitaal IVP Cystografie – mictiecystografie Hysterografie Permictionele opnamen Retrograde uretherografie
•
Gastrointenstinaal Abdomen Slokdarm – maag – duodenum Slikfunctie Transit Colononderzoek Defaecografie Colpocystodefaecografie (CCD) Afstelling van LAP-band Endoscopische retrograde cholangio pancreatografie (ERCP)
•
Thorax
•
Schedel Sinussen – Maxillofaciaal massief
•
Mammae Galactografie Mammografie met of zonder echografie Punctie of biopsie onder echografie Reperage van de borst Screening mammografie Stereotactische biopsie
Echografie
•
Abdomen boven en onderbuik – duplexonderzoeken – hals – ledematen en gewrichten – schedel (bij kinderen) – scrotum – transrectale echo van de prostaat – punctie biopsie onder geleiding van echografie – urogenitale echografie
Computertomografie (CT)
•
Hersenen Orbita – sinussen – binnen en middenoor – fossa posterior – hypofyse
•
Abdomen Boven en onderbuik
•
Thorax
•
Angiografie Carotiden – circulus van Willis
HR/medewerkerswijzer/2013-01
37
Aortaboog Thoracale en abdominale aorta Renale arteries Onderste ledematen Bovenste ledematen
•
Wervelzuil CWZ – DWZ – LWZ, met of zonder myelografie
•
Bekken, sacro-iliacale gewrichten
•
Hals Parotis – mondbodem – pharynx – larynx – temporo mandibulaire gewrichten (TMG)
•
Ledematen en gewrichten Pols – schouder – knie – enkel, met of zonder arthrografie
Magnetic Resonance Imaging (MRI)
•
Musculoskeletaal (bot en weke delen) Bekken – heupen – knie – enkel – voet – schouder – elleboog – bovenste ledematen – onderste ledematen, met of zonder arthrografie
•
Neurologie Hersenen – hypofyse – fossa posterior – rotsbeenderen – craniale zenuwen – orbitae – sinussen – TMG –
•
Hals Parotis – mondbodem – pharynx – larynx
•
Abdomen Lever – milt – pancreas – galwegen ( MRCP ) – nieren – bijnieren – klein bekken – rectum
•
Angio Circulus van Willes – carotiden – aortaboog – thoracale en abdominale aorta – renale arteries – onderste ledematen – bovenste ledematen
•
Wervelzuil Cwz – dwz – lwz – sacrum – plexus cervicobrachialis– plexus lumbosacralis
•
Mammae Mammae Borstprothesen
HR/medewerkerswijzer/2013-01
38
2
VERLOOP ZORGVERLENING
2.1
Zorgverloop dag
07.00 u.
• De verpleegkundige met de ochtendshift start op conventionele radiologie. Hij neemt de dienst over van de nachtverpleegkundige en neemt de RX-thorax op intensieve zorgen. Hij verdeelt de aanvraagformulieren voor onderzoek over de verschillende zalen.
• De verpleegkundige met de ochtendshift neemt de radiografieonderzoeken van de dienst Spoedgevallen.
• Om 07.00 uur start ook de verpleegkundige van MRI, het eerste onderzoek start om 07.10 u. 08.00 u.
• De collega’s van de conventionele radiologie starten, de artsen starten met de echografieën. • Op CT start het eerste onderzoek
12.30 u
• Start van de verpleegkundige met de avondshift op CT. • Na het beëindigen van de activiteit op CT neemt hij de permanentie waar tot 21.45 uur.
13.15 u
Start van de verpleegkundige met avondshift op de conventionele radiografie.
17.00 u
Op conventionele radiologie worden de laatste onderzoeken afgewerkt. Nadien neemt 1 verpleegkundige de verwijzingen van de spoedgevallendienst over. De collega werkt door op CT.
20.00 u
Op MRI stopt de verpleegkundige met de onderzoeken en schakelt het toestel uit.
2.2
Zorgverloop nacht
21.45 - 07.00 u.
Taak van de nachtverpleegkundige
• Onderzoeken van de patiënten via de dienst Spoedgevallen • Dringende onderzoeken van gehospitaliseerde patiënten • Orde in de zalen van de dienst Radiologie • De nodige materialen aanvullen en de bedrijfsklaar maken voor de dag nadien. • Cd’s branden • Hulp bieden op de verpleegafdelingen indien nodig.
HR/medewerkerswijzer/2013-01
39
3
AANDACHTSPUNTEN •
Kom voorbereid op stage: kijk voor de stage de anatomie, de fysiologie en de reeds geleerde pathologieën en technieken na.
•
Ben je eerstejaarstudent, dan loop je stage op de conventionele radiologie, en word je opgeleid in de hoger vermelde conventionele onderzoeken.
•
Tweedejaarsstudenten leiden we op in de CT-onderzoeken.
•
Derdejaarstudenten lopen stage op de MRI-eenheid. Je verwerft ook inzicht in de specifieke veiligheidsprocedures bij MRI.
•
Zorg steeds voor de nodige radioprotectie, draag altijd een loden schort bij de opname van een onderzoek.
•
Controleer altijd de identiteit van de patiënt en de verwijsbrief alvorens een onderzoek te starten. Spreek de patiënt aan met de familienaam en ga na of deze overeen stemt met de verwijsbrief.
•
Doe steeds navraag of een patiënte zwanger is of kan zijn, doe dit uiterst discreet.
•
Geef de nodige uitleg - in eenvoudige terminologie - over het onderzoek dat volgt.
•
We verwachten samen met je school een grote inzet en leergierigheid, patiëntgerichtheid en vriendelijkheid. Een empathische ingesteldheid en zin voor initiatief stellen we zeer op prijs.
•
Informeer je over afdelingsprocedures, zoals bv. rond reanimatie.
•
Naast de verpleegkundige zorg krijg je ook administratieve en afdelingsgerichte opdrachten toegewezen.
•
Een vlotte integratie in het team, en een positieve samenwerking met alle medewerkers vinden we vanzelfsprekend.
•
Geef bij het begin van je stageperiode je doelstellingen door aan de stagebegeleidster en aan de stagementoren.
•
Wens je bepaalde zorghandelingen te oefenen of specifieke onderzoeken bij te wonen, vraag dit dan gerust zelf aan de hoofdverpleegkundige of je stagementor. Wacht dus niet tot men je een voorstel doet hieromtrent.
•
Indien je een techniek voor de eerste maal zal uitvoeren, meld dit dan aan de begeleidende verpleegkundige vóór de aanvang van het onderzoek.
•
Tracht problemen steeds op de afdeling zelf op te lossen, in samenspraak met de stagebegeleider van de school, je stagementor of de hoofdverpleegkundige van de afdeling.
•
Breng steeds de informatie die je ontvangt van de patiënt of van een familielid over aan de verpleegkundige waarmee je samenwerkt.
HR/medewerkerswijzer/2013-01
40