‘De dagelijkse dichtheid van het bestaan’ Paul Schnabel Rotary ‘s Gravenhage Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht
Iedereen aan het werk
Meer mensen
-
M. 80%
-
V. 55%
Meer jaren
-
61/62 jr. -55/64-
Meer uren
-
individueel niet (1400 uur) nationaal wel (11,5 miljard uur)
39%
Terugloop/oploop banen in 2003
• • • • • • • •
Landbouw Industrie Bouw Handel, horeca Vervoer, comm. Zak. dienstverlening Overheid Zorg, onderwijs…
- 3,5% - 3,5% - 5% - 2% - 2% - 3% +1,5% +4%
‘Modern werk’ in Nederland Meer hooggekwalificeerde banen? (1985-2002)
Wetenschappelijk niveau HBO Middelbaar Lager Elementair
1985 5% 15 40 34 7
2002 9% 22 40 23 7
Werkzame beroepsbevolking
<5 miljoen
>7 miljoen
Meer betere banen? (1974-2001)
Vuil werk Zwaar werk Repeterende handelingen Zelfontplooiing Autonomie
1974
2001
29% 21 41 68 63
18% 19 45 79 73
Meer werkdruk?
• • • • •
Hoog tempo aanhouden Hoge tijdsdruk Te veel werk Burn-out klachten Uitgeput door werk
41% 29 12 10 8
Meer flexibiliteit en mobiliteit? 1970: 80% werkgelegenheid vast, 18% zelfstandigen 2002: 76% vast, flexibel 8/9%, rest zelfstandig 75% werknemers ‘Ik ben multi-inzetbaar’ – 60% van hen nooit of vrijwel nooit 2000: 550.000 werknemers andere werkgever, 2003: 400.000 Geen transitionele arbeidsmarkt, weinig ploegenwerk, geen 24-uurseconomie
Vrouwen blijven werken •
Eerste kind steeds later (30 jaar)
•
Voorkeur voor deeltijdwerk (70%)
•
1990-2005 : 50% meer vrouwen aan het werk (15% meer mannen)
•
Aandeel vrouwen in werkzame beroepsbevolking: 42%
Betaalde en onbetaalde arbeid, in uren per week (2000)
Betaalde arbeid Onbetaalde arbeid Huishouden Zorg voor kinderen Hulp aan familie Vrijwilligerswerk
M
V
29,8 20,0 11,4 2,1 0,9 1,4
12 35,5 23,9 5,0 1,1 0,9
Arbeidspatroon na geboorte eerste kind (2003) M
V
Niet meer werken
-
10%
Minder uren werken
13%
56%
Zelfde of meer uren
87%
34%
Kinderopvang oudste kind (2003), werkzame vrouwen Partner Kinderopvang Opa/oma Kinderdagverblijf Oppas familie/vrienden Peuterspeelzaal Betaalde opvang thuis
48% 92% (19 uur per week) 47% (13 uur) 43% (18 uur) 22% (11 uur) 22% (6 uur) 10% (11 uur)
Spitsuur in het leven 30-50 jaar, middle class, paar met kinderen • • • • • •
Werk/carrière Partner/gezinsvorming Huishouden/zorg/opvoeding Huis/auto/vakantie Vrije tijd/sport/sociale contacten Vrijwilligerswerk/cultuur
Bezit (huishoudens)
• • • • • • •
Eigen huis Tweede huis Auto Twee of meer auto’s TV-radio Fietsen Mobiele telefoon
54% 5-6% 70% 18% 95-99% 200% 200%
Niet meer werken (2004) •
AOW
2.300.000 (+500.000 65-)
•
WAO
760.000
• • •
WAJONG
140.000
WW
320.000
•
Bijstand
350.000
Vergrijzing
Meer ouderen – 2004 – 14% 2020 - 18/19% Meer ouderen in zorg – 75+ Meer ouderen per werkende – 2004 – 1:3 2020 – 1:2
Pensioengerechtigde leeftijd in 2020? Nog steeds 65 jaar Hoger dan 65 jaar
28,5% 66%
Sociale Zekerheid Wordt minder Blijft op het huidige peil Zal worden uitgebreid
73% 15 3
Verschil tussen uitkeringen en loon in 2020 Groter dan nu 77% Ongeveer gelijk aan nu 18 Kleiner dan nu 4
(42%) ( 9%)
(29%) (50) (20)
Toekomstverwachtingen voor 2020, ook wenselijk? • •
Meer uren per week werken Minder uren per week werken
43% 18%
• •
Meer mensen werken in een goede werksfeer 13% Meer mensen werken in een slechte werksfeer 33%
• •
Meer mensen tevreden met loon Minder mensen tevreden
6% 47%
• •
Meer mensen ontevreden over de leiding Minder mensen ontevreden
35% 6%
Toekomstverwachtingen voor 2020, ook wenselijk • •
Gemakkelijker ontslag krijgen Moeilijker ontslag
61% (6%) 7% (73)
• •
Gemakkelijker combineren werk-zorg Moeilijker
69% (57%) 7 (11)
• •
Tijdelijk stoppen/zorg ziek familielid Zullen minder mensen doen
46% 17
‘Leuk’ Arbeidsoriëntatie werkenden 1997
Werk is alleen geld verdienen
Nederland 17%
“EU” 27%
Genoeg geld, toch blijven werken
60%
65%
Privé-leven gaat voor
69%
49%
‘Liefst ook leuk’ Individualisering – Informalisering – Intensivering Werk: Bevredigend en zinvol Beloond en belonend Autonomie en zelfontplooiing Egalitair en sociaal Afwisselend en stabiel Balans met persoon en persoonlijk leven Individu als toetssteen
Internationale vergelijking Nederland op niveau individuele werknemer • Goede arbeidsbeloning • Goede arbeidsomstandigheden • Goede arbeidsverhoudingen • Goede arbeidsvoorwaarden En toch: niet tevreden, angstig over de toekomst Nederland als geheel heeft nodig • Meer arbeidsproductiviteit • Meer arbeidsparticipatie • Meer arbeidslust
Toekomstbeelden samenleving
• • • •
Prestatiemaatschappij (4) Besloten, veilige en leefbare samenleving (3) Internationale en nationale gemeenschappelijke welzijn (2) Samenleving met gevoel voor gemeenschapszin (1)
Nederlandse samenleving in rapportcijfers 7 of meer
5 of minder
• 76% 7% • 19% 50% ---------------------------------------------------------2009 29% 46% 2020 37% 44%
Nederlandse verzorgingsstaat nieuwe stijl
-
Skandinavisch:
-
Angelsaksisch:
-
Rijnlands:
streven hoge arbeidsparticipatie (soc. democratisch) lagere en tijdelijke uitkeringen (liberaal) hoog niveau onderwijs en zorg (corporatistisch)
Vijf grote maatschappelijke trends • • • •
•
Individualisering • 7 miljoen hh.; 2,5 miljoen 1-persoon Informalisering • minder verenigingen, meer netwerken Informatisering • 2003 – 80% PC; 2004 – 74% internet Internationalisering • 12 miljoen buitenl. vakanties; 4 miljoen per vliegtuig Intensivering • Het gelijk van het gevoel; veel beleven
Tevredenheid met het eigen leven nu, 2004 (16+)
• • • • •
Buitengewoon Zeer Tevreden Tamelijk Niet zo
3% 28% 50% 14% 4%