De coördinatie van tijdelijke of mobiele bouwprojecten
De coördinatie van tijdelijke of mobiele bouwprojecten – Vereenvoudigd regime voor kleinere bouwwerken De totstandkoming van de reglementering “Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen heeft een langdurig en moeilijk verloop gekend. De eerste aanzet tot regelgeving werd genomen op Europees vlak en dateert reeds van begin jaren negentig, namelijk de Richtlijn van 24 juni 1992 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Deze sociale richtlijn werd in België omgezet in de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en vermits het een kaderwet betrof, waren verdere uitvoeringsbesluiten nodig. Het eerste koninklijk besluit van 3 mei 1999 werd door de Raad van State nietig verklaard. Een tweede besluit kwam tot stand op 25 januari 2001. Onlangs, namelijk op 27 januari 2005 verscheen in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit van 19 januari 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, en dit ondanks het negatief advies van de Raad van State. Op voorstel van de Minister van het Werk werd ondertussen een wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk opgesteld. De wijziging van de wet op het welzijn moet het mogelijk maken een onderscheid te maken tussen veiligheidscoördinatie op bouwplaatsen met een oppervlakte van meer en minder dan 500m². De bouwwerken worden dus opgedeeld in twee categoriëen: deze met een totale oppervlakte kleiner dan 500m² en deze met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500m².
AM/24/02/2005 © NAVB-CNAC
1
De coördinatie van tijdelijke of mobiele bouwprojecten Ondanks het vernieuwd en versoepeld regime, moet de veiligheid gecoördineerd worden op alle bouwplaatsen waar ten minste twee aannemers gelijktijdig of achtereenvolgens zullen tussenkomen. De veiligheidscoördinatie wordt dus niet afgeschaft voor de particuliere woningbouw, en dit in tegenstelling met wat in verschillende media verkondigd werd.
1. De notie “aannemer” Aannemers zijn niet alleen de personen die traditioneel in de bouw als aannemer beschouwd worden, maar eveneens om het even welke werkgever of zelfstandige die tijdens de uitvoering van het bouwwerk werkzaamheden uitvoert. Zo worden de nutsbedrijven, die op een bepaald ogenblik water-, gas-, of electriciteitsleidingen plaatsen, meegerekend als aannemers. De zelfbouwer daarentegen wordt evenwel niet als aannemer beschouwd.
2. De notie “kleinere bouwwerken” (- 500m²) Tot deze categorie behoren quasi alle bouwwerken die uitgevoerd worden voor rekening van een particulier die een woning laat bouwen of verbouwen. Zij omvat tevens alle bouwwerken met professionele, commerciële of winstgevende doeleinden en bijgevolg ook alle bouwwerken uitgevoerd in opdracht van werkgevers en overheden, op voorwaarde dat de totale oppervlakte minder dan 500m² bedraagt.
3. De notie “totale oppervlakte” van een bouwwerk Voor het bepalen van de totale oppervlakte wordt de oppervlakte van alle niveaus en van de bijhorende constructies samengeteld (terrassen, veranda’s, tuinhuisjes,…). Bij renovatie- of verbouwingswerken aan een gedeelte van een bestaand bouwwerk, moet slechts rekening gehouden worden met de oppervlakte die verbouwd of gerenoveerd wordt.
AM/24/02/2005 © NAVB-CNAC
2
De coördinatie van tijdelijke of mobiele bouwprojecten Het bouwen en het afbreken van volgende bouwwerken wordt, ongeacht de totale oppervlakte van het bouwwerk, gelijkgesteld met bouwplaatsen met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500m²: bruggen, tunnels, viaducten, aquaducten, watertorens, torens, pylonen, fabriekschouwen.
4. De aanstelling van de veiligheidscoördinator Voor kleinere bouwwerken gebeurt de aanstelling van de veiligheidscoördinator door de architect. Indien er geen architect is, duidt de aannemer de veiligheidscoördinator aan. Voor bouwwerken gelijk aan of groter dan 500m² gebeurt de aanstelling van de veiligheidscoördinator door de opdrachtgever.
5. De veiligheidscoördinator op bouwplaatsen van – 500m² Voor bouwwerken waarvoor een architect vereist is, mag de functie van coördinator-ontwerp uitgeoefend worden door: • •
Een architect; Een externe coördinator-ontwerp of een externe coördinatorverwezenlijking met een continue praktische beroepservaring in deze functie van minstens drie jaar.
Voor bouwwerken waarvoor een architect vereist is, mag de functie van coördinator-verwezenlijking uitgeoefend worden door: • •
Een architect; Een externe coördinator-verwezenlijking of een bouwdirectie belast met de uitvoering. Deze laatste is meestal de aannemer die voor rekening van de opdrachtgever het bouwwerk verwezenlijkt en aan soepele voorwaarden de veiligheidscoördinatie zal mogen vervullen.
Voor bouwwerken waarvoor geen architect vereist is, mag de functie én van coördinator-ontwerp én van coördinator-verwezenlijking uitgeoefend worden door de aannemer. Ook in dit geval mag een externe coördinator de veiligheidscoördinatie op zich nemen.
AM/24/02/2005 © NAVB-CNAC
3
De coördinatie van tijdelijke of mobiele bouwprojecten
6. Het profiel van de aannemer als veiligheidscoördinator op kleinere bouwplaatsen Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen bouwplaatsen met een verhoogd risico (werken op een hoogte van méér dan 5m; uitgravingen van méér dan 1,20m,…) of van een bepaalde omvang (werkzaamheden waarvan de vermoedelijke duur méér bedraagt dan 30 werkdagen en waar méér dan 20 werknemers tegelijkertijd aan het werk zijn; werkzaamheden waarvan het werkvolume méér bedraagt dan 500 mandagen) en bouwplaatsen zonder verhoogd risico of van een kleinere omvang. Op bouwplaatsen met verhoogd risico of van grotere omvang mag de aannemer de functie van veiligheidscoördinator uitoefenen, indien hij, op eigen verzoek, door de administratie op een publieke lijst geplaatst is, nadat de administratie onderzocht heeft dat hij aan de hierna volgende voorwaarden voldoet: • • • •
Ten minste 10 jaar praktische beroepservaring in het soort werken dat hij coördineert; Gedurende ten minste 5 jaar een bouwonderneming geleid hebben; Gedurende de laatste 5 jaar geen inbreuken gepleegd hebben op de welzijnsreglementering; Een beperkte opleiding van ten minste 24 uur gevolgd hebben, inzake de coördinatie en de veiligheid en de gezondheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
Op bouwplaatsen zonder verhoogd risico of van een kleinere omvang zal de aannemer-veiligheidscoördinator slechts aan één voorwaarde moeten voldoen, zijnde het volgen van een opleiding van ten minste 12 uur inzake de coördinatie en de veiligheid en de gezondheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
7. De coördinatiedocumenten voor kleinere bouwwerken In de vernieuwde regelgeving worden de coördinatieinstrumenten voor de kleine bouwwerken vereenvoudigd en in bepaalde gevallen afgeschaft (bijvoorbeeld het coördinatiedagboek).
AM/24/02/2005 © NAVB-CNAC
4
De coördinatie van tijdelijke of mobiele bouwprojecten
8. Enkele wijzigingen voor de bouwwerken gelijk aan of groter dan 500m² De voornaamste wijzigingen zijn de volgende: • •
De opdrachtgever stelt in alle gevallen de veiligheidscoördinator aan en is bijgevolg verantwoordelijk voor de organisatie en de tenuitvoerlegging van de coördinatie; De externe veiligheidscoördinatoren moeten zich tegen 31 december 2007 laten certificeren.(NBN EN ISO 17024)
9. Nieuwe bepalingen voor beide categorieën van bouwwerken Via de Programmawet van 27 december 2004 wordt in de Welzijnswet de mogelijkheid ingebouwd om veiligheidscoördinatoren die hun opdrachten uitoefenen in strijd met de regelgeving of deze opdrachten niet uitoefenen strafrechterlijk te sanctioneren. Hier worden niet alleen de externe veiligheidscoördinatoren geviseerd, maar elkeen die de functie van veiligheidscoördinator mag waarnemen, dus ook de aannemers op bouwplaatsen van minder dan 500m².
10. Inwerkingtreding De vernieuwde regelgeving trad in werking op 27 januari 2005.
AM/24/02/2005 © NAVB-CNAC
5