LOKETCRITERIA VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN
4.
ERFAFSCHEIDINGEN
Datum: 21 oktober 2003 In werking getreden: 22 april 2004
Inleiding: De Nederlander is over het algemeen gehecht aan privacy in de woning en in de onmiddellijke woonomgeving. Dit manifesteert zich door het plaatsen van relatief hoge afscheidingen rondom de tuin vaak aan de achterzijde van de woning. Bij een verkavelingsopzet met tuinen grenzend aan een openbare straat hebben deze afscheidingen grote invloed op de sfeer en beleving van het openbaar gebied. Afscheidingen aan de voorzijde van de woning zijn vaak meer bedoeld om identiteit aan het eigen erf te geven. De meeste afscheidingen zijn bouwkundig van aard en uiteenlopend van vorm. Algemene uitgangspunten: De te stellen eisen richten zich in beginsel op erfafscheidingen, die direct vanaf het openbaar gebied waarneembaar zijn en dus invloed hebben op de sfeer en beleving van de openbare ruimte. Het verdient de voorkeur om erfafscheidingen onderdeel te laten vormen van de architectuur van de woning of het gebouw of het bijbehorende complex.. Uitgangspunt is dan ook om bij nieuwbouw de erfafscheidingen integraal in zowel het ontwerp als in de uitvoering mee te nemen. In de bestaande situaties wordt het beleid gehanteerd om erfafscheidingen zoveel mogelijk aan het oog te onttrekken dan wel ondergeschikt te laten zijn aan de gebouwde omgeving.
Definitie: Onder een erfafscheiding wordt verstaan een gebouwde voorziening van enig materiaal bedoeld om een tuin of erf af te scheiden. Een rasterwerk waarlangs beplanting groeit past in deze definitie; een gegroeide haagbeuk niet.
erfafscheiding onderdeel van de architectuur
De standaarderfafscheidingen
Het welstandsregime
Bij de ontwikkeling van nieuwe woningbouwprojecten zal als randvoorwaarde gelden, dat door de architect een standaardmodel wordt mee ontworpen. Deze kunnen na goedkeuring door de gemeente ter beschikking worden gesteld aan de eigenaren. De gemeente zal deze ontwerpen bij de beoordeling van bouwaanvragen als standaard hanteren, wat betekent, dat zij als verplicht zijn voorgeschreven en afwijkingen daarvan niet zullen worden toegestaan.
Een erfafscheiding voldoet in ieder geval aan redelijke eisen van welstand als deze identiek is aan de door burgemeester en wethouders voor dat type woning of woningcomplex vastgestelde model Indien geen sprake is van een standaardafscheiding voldoet een erfafscheiding aan redelijke eisen van welstand als wordt voldaan aan onderstaande loketcriteria voor erfafscheidingen.. Blijkt uit de sneltoets, dat niet wordt voldaan aan de loketcriteria of is er sprake van een bijzondere situatie, waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van deze criteria dan wordt het plan voorgelegd aan de welstands- en monumentencommissie. Deze commissie zal het plan dan toetsen aan de van toepassing zijnde gebiedsgerichte, objectgerichte en algemene welstandscriteria.
Voor projecten waar geen standaarderfafscheiding is vastgesteld en voor alle overige (vaak individueel vormgegeven) woningen gelden de loketcriteria.
Voor erfafscheidingen aan de achterzijde niet grenzend aan de openbare straat of het openbare plantsoen en tussen privé-tuinen onderling zijn geen loketcriteria geformuleerd, omdat in die gevallen sprake is van vergunningvrij bouwen, indien de hoogte van de afscheiding niet meer bedraagt dan 2.00 m1 gemeten vanaf het aansluitend terrein. Erfafscheidingen hoger dan 2.00 m1 worden niet toegestaan
Loketcriteria: • •
•
•
rasterwerk met beplanting, een mooie oplossing
Erfafscheidingen, die zich bevinden vóór de voorgevel(lijn) mogen niet hoger zijn dan 1,00 m1. Erfafscheidingen, die de begrenzing vormen van zijtuinen met de (semi) openbare weg, mogen een hoogte hebben van maximaal 1,80 m, mits zij boven de hoogte van 1,00 m een open karakter hebben (niet meer dan 15% dicht). De toe te passen materialen en kleuren van erfafscheidingen moeten gelijk zijn aan het gevelmateriaal van de bijbehorende woning dan wel bestaan uit (duurzaam behandeld) hout of staal. Erfafscheidingen, die op zich een open karakter hebben, maar met gebruikmaking van plantengroei een dichte haag vormen ontmoeten geen bezwaar.
• N.B. Alle maten worden gemeten vanaf het aansluitend terrein.
Toepassingsgebied/-bereik: De loketcriteria zijn van toepassing op alle (licht)bouwvergunningplichtige bouwwerken, waarop de basiskwaliteit van toepassing is. Raadpleeg hiervoor de gebiedsbeschrijvingen en welstandskwaliteitskaarten van de Nota Architectuur & Welstand 2004. De loketcriteria zijn niet van toepassing op: o de gebieden Binnenstad, Kethel Dorp en Sveaparken (hiervoor wordt verwezen naar de criteria in de welstandsparagrafen voor die gebieden); o de woningen, die in de Nota Architectuur & Welstand 2004 als welstandskwaliteitsniveau 1 of 2 zijn aangemerkt; o monumenten In sommige gevallen is een dakkapel of dakraam vergunningvrij. Raadpleeg hiervoor het overzicht “vergunningvrije bouwwerken” (dit is niet van toepassing op monumenten en in het beschermd stadsgezicht).