Ard Sprinkhuizen
Veel gemeenten zijn al sinds jaar en dag op zoek naar handvatten om de sociale
gegeven. Welke voorzieningen zijn er om sociale samenhang, integratie, sociale stabiliteit en de weerbaarheid van wijken en buurten te versterken. Hoe kan de sociale infrastructuur worden ingezet om kwetsbare burgers te ondersteunen om hun leven op e pakken?
Samen met de gemeente Goes heeft MOVISIE een staalkaart opgesteld van normen, kengetallen en checklists die er landelijk zijn voor de inrichting van de (sociale) voorzieningenstructuur. De staalkaart is gerangschikt langs de negen prestatievelden van de Wmo. Deze staalkaart biedt tevens een model om voorzieningen en de inrichting van de sociale infrastructuur te vertalen naar wijk, -buurt of dorpsniveau.
Deze publicatie is belangrijk voor alle bestuurders, beleidsmedewerkers en andere betrokkene bij de vormgeving van het Wmo-beleid die zich geplaatst zien voor een herordening van de voorzieningenstructuur als gevolg van de Wmo. De publicatie bevat
Naar een Goese Norm voor de Sociale Infrastructuur
infrastructuur vorm te geven. De Wmo heeft naar deze speurtocht nieuwe impulsen
De Contouren, niet het Gebouw
Auteur en samenstelling:
heel veel basisingrediënten om inzicht te krijgen in de lokale sociale infrastructuur en om deze te vernieuwen.
MOVISIE * Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 www.movisie.nl *
[email protected]
De Contouren, niet het Gebouw Naar een Goese Norm voor de Sociale Infrastructuur
MOVISIE
De Contouren, niet het Gebouw Naar een Goese norm voor de sociale infrastructuur
Auteur en samenstelling: Ard Sprinkhuizen MOVISIE, Trends en Onderzoek Oktober 2008
Inhoudsopgave Woord vooraf
5
Deel één: Context 1. Inleiding 2. Goes
9 10
Deel twee: Handleiding Werken met de Contouren
19
Deel drie: Kengetallen en de Wmo-prestatievelden
23
1. Prestatieveld Leefbaarheid Participatie, ontmoeting: a. Opbouwwerk en Sociaal-cultureel Werk b. (Multifunctionele) accommodatie c. Internetcafé d. Wijk- en dorpsraad e. Verenigingsleven f. Groen in de wijk Cultuur: g. Bibliotheekvoorziening h. Muziekschool, Dansschool, Kunstzinnige vorming i. Podia j. Musea k. Bioscoop, filmhuis Sport: l. Sporthal m. Gymzaal n. Leisurecentra o. Buitensportterreinen p. Zwembaden Veiligheid q. Veilig Wonen r. Sociale veiligheid s. Coffeeshops t. Kindlint u. Verkeersveiligheid Bedrijvigheid v. Winkelstrips/buurtsuper plus w. Weekmarkten x. Cafés en restaurants y. Woon-werkpanden z. CWI 2. Prestatieveld Preventieve voorzieningen voor de jeugd Onderwijs: a. Basisonderwijs b. Voortgezet onderwijs c. Vervolgonderwijs/ROC d. Speciaal onderwijs e. HBO/WO Voor- en naschools: f. Kinderopvang g. Peuterspeelzaalwerk h. Buitenschoolse opvang Algemeen preventief jeugdbeleid: i. Speelplekken j. Cruyff-courts, Krajicek-playgrounds k. Jeugd- en jongerencentra De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 42 43 44 46 47 48 49 50 51 52 54 55 56 57 58 59 60 61 63 64 66 67 68 2
l. Jongerenwerk m. JOP’s n. Foyer de Jeunesse o. HALT-bureau Jeugdzorg p. Bureau jeugdzorg en aanpalende voorzieningen q. Time-out en reboundvoorzieningen r. Consultatiebureaus 0-4 jaar s. Jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar t. Centra voor Jeugd en Gezin Clusterregie: u. Brede School en Dorpsschool
69 70 71 72 73 74 75 76 77 78
3. Prestatieveld Voorzieningen voor informatie, advies en cliëntondersteuning Formele sociale infrastructuur: a. Wmo-loket (accommodatie) b. Wmo-loket (fte) c. Wmo-platform Informele sociale infrastructuur: d. Cliëntenplatforms e. Zorgmakelaar f. Nuldelijns-opvang bewoners onderling/schakelfunctie
79
4. Prestatieveld Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Welzijn: a. Vrijwilligerscentrales (formele infrastructuur) b. Vrijwillige thuiszorg (informele infrastructuur) Zorg: c. Steunpunten mantelzorg (formele infrastructuur) d. Georganiseerde religieuze betrokkenheid (informele infrastructuur)
87
80 81 82 83 84 85
88 89 90 91
5. Prestatieveld Bevorderen van participatie en zelfstandig functioneren van mensen met een beperking 93 Welzijn: a. Ouderenwerk (accommodatie) 95 b. Ouderenwerk (fte’s) 96 c. Dienstencentra en sozen voor mensen met een beperking 97 d. Hangplekken ouderen 98 e. Mentorprojecten 99 Maatschappelijke ondersteuning: f. Algemeen Maatschappelijk Werk (accommodaties) 100 g. Algemeen Maatschappelijk Werk (fte’s) 101 h. Sociale werkvoorziening 102 Wonen met ondersteuning: Beschermd wonen: i. Verpleeghuiszorg 103 j. Verzorgingshuis 104 k. Instellingen gehandicapten 105 l. Beschermd wonen in de wijk 106 Verzorgd wonen: m. Verzorgd wonen in de wijk 108 Geschikt wonen: n. Service-appartementen voor ouderen (bovenwijks) 110 o. Levensloopbestendige woningen 111 p. Nultredenwoningen 113 Eerstelijnszorg: q. Zorgcentrum/zorgknooppunt 115 r. Zorgposten 116 Openbare ruimte: s. Woonservicekeurmerk 117 Clusterregie: t. Woonservicezone 118 De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
3
6. Het verlenen van individuele voorzieningen voor kwetsbare burgers Voorzieningen a. Wmo-Wvg-voorzieningen Zorg b. Thuiszorg: fte Dienstverlening c. Sociaal-medische alarmering d. Personenalarmering e. Maaltijdservice f. Mobiliteit g. Dienstenabonnement h. Dagactiviteiten
121 122 123 124 125 126 127 128 129
7. Prestatieveld Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, adviespunten huiselijk en seksueel geweld 131 Steunpunten a. Advies- en steunpunt huiselijk geweld 132 b. Meldpunt kindermishandeling 133 Opvang c. Crisisopvang 134 d. Dagopvang daklozen 135 e. Nachtopvang daklozen 136 f. Vrouwenopvang 137 8. a. b. c.
Prestatieveld Openbare Geestelijke Gezondheidszorg OGGZ-platform Ketenregie gemeente Sociaal pension
139 140 141 142
9. a. b. c.
Ambulante verslavingszorg Preventie en voorlichtingsactiviteiten (Poli)klinische verslavingszorg Ambulante verslavingszorg
143 144 145 146
10. a. b. c. d. e. f.
Voorzieningen buiten de Wmo-prestatievelden Ziekenhuis Huisarts Apotheek Tandarts Fysiotherapeut GGD
147 148 149 150 151 152 153
Deel vier: Reflectie
155
Bijlagen: Bronnenmateriaal en literatuur Deelnemers werksessies Begeleidingscommissie
161 162 163 164
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
4
Woord vooraf Regelmatig worden medewerkers van de afdeling Trends en Onderzoek van MOVISIE benaderd met de vraag: kunt u zeggen of er normeringen zijn voor voorzieningen en diensten die een plaats hebben in de sociale infrastructuur, zoals multifunctionele accommodaties, bibliotheken, buurthuizen of speeltuinen, voor het aantal jongerenwerkers of opbouwwerkers? Ons antwoord was steeds: er zijn delen en stukjes in kaart gebracht, maar systematisch en uitputtend is dat nooit verzameld. We hebben ons vaak voorgenomen het zelf uit gaan zoeken, maar we deden het nooit. Te ingewikkeld. Tot de gemeente Goes ons uitdaagde om het samen met hen op te pakken. De aanleiding was de Wmo. Die dwong Goes zich te bezinnen op de sociale infrastructuur in de bestaande wijken, maar ook van een wijk die nog op de tekentafel lag. Welke voorzieningen en diensten moesten daar nu komen? En waren daar normeringen voor? De vraag van de gemeente Goes heeft geresulteerd in De Contouren, niet het gebouw. De titel bevat de kernboodschap van deze publicatie: op het sociale domein hebben normeringen het karakter van globale richtsnoeren of contouren. Dat geldt zelfs voor de richtsnoeren die in getallen zijn uitgedrukt. Bijvoorbeeld in het geval van het aantal huisartsen per zoveel bewoners, of het aantal zorgwoningen, verpleeghuisplaatsen en aanleunwoningen per 1000 inwoners. Deze normeringen worden dan ook niet blind en automatisch toegepast. Er zijn altijd overwegingen om ervan af te wijken. Want pas in een lokaal politiek afwegingsproces krijgen globale richtlijnen hun scherpte. Als de norm is dat elke buurt of elk dorp een ontmoetingsplaats dient te bezitten, dan is het aan de lokale politiek te bepalen of met een dorpskroeg volstaan kan worden of dat een multifunctionele accommodatie nodig is. In dit rapport treft u meer dan 100 voorzieningen met bijhorende normeringen aan. De meeste zullen u bekend zijn, maar een aantal nog niet. Wat te denken van een Kindlint, een Foyer de Jeunesse. een Leisure-centrum, een Hangplek voor ouderen of een Mentorproject? Het rapport fungeert ook als een catalogus waar u in uw gemeente uit kunt putten. Doel van deze publicatie is immers: u in uw gemeente aan het denken zetten over de bestaande sociale infrastructuur. Moet die niet gemoderniseerd worden? Welke voorzieningen zijn er anno 2008 en de komende jaren echt nodig? Op basis van welke normen plan je die dan in? Om u te helpen bij dergelijke afwegingen zijn meer dan 100 voorzieningen geordend langs de prestatievelden van de WMO Tot slot een woord van dank aan allen die aan dit waagstuk hun bijdrage hebben geleverd. In het bijzonder aan René Boone, projectleider Wmo van de gemeente Goes, die ons telkens weer heeft uitgedaagd om dit project tot een goed einde te brengen. De inbreng en ondersteuning van Peter Meulenberg en Arnold Bakker van de gemeente Goes zijn ook van onschatbare waarde geweest. De leden van de begeleidingscommissie in Goes zijn wij heel erg erkentelijk voor hun zeer deskundige inbreng, zowel bij de inbreng van de ‘couleur locale’ als bij de deskundige vulling van de catalogus. Voor dit laatste willen we ook de vele inhoudelijke medewerkers van MOVISIE, Vilance en het Nederlands Jeugd Instituut die ons hebben geholpen bij het in kaart brengen van dit onoverzichtelijk gebied. Het vervolg is aan u. Geef de contouren in een lokaal afwegingsproces scherpte en vertaal ze in voorzieningen, diensten en gebouwen. Deze publicatie is uitdrukkelijk bedoeld als werkdocument. Dus: vul aan, pas toe, leg uit! Radboud Engbersen Hoofd afdeling Trends en Onderzoek van MOVISIE
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
5
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
6
Deel één: Context
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
7
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
8
1. Inleiding Net als veel andere gemeenten is Goes op zoek naar handvatten om de sociale infrastructuur vorm te geven. Sinds enige tijd is er weer meer aandacht voor het samen leven van burgers, de problemen die dit soms met zich meebrengt en de instrumenten die er zijn om sociale samenhang, integratie, sociale stabiliteit en de weerbaarheid te versterken. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) kan als katalysator een belangrijke rol spelen in dit proces. MOVISIE heeft in samenwerking met de gemeente Goes voor een groot aantal sociale domeinen een inventarisatie gemaakt van normen, kengetallen en checklists die er landelijk zijn voor de inrichting van de (sociale) voorzieningenstructuur. Dit heeft geresulteerd in een ‘voorzieningencatalogus’, die praktische handreikingen biedt voor de (her)inrichting van de sociale infrastructuur in de 443 Nederlandse gemeenten. In deze rapportage maken we een vertaling van die richtsnoeren naar de Goese situatie. Dat doen we door de kengetallen te rangschikken naar de negen prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). De prestatievelden zijn hier gehanteerd als ordeningsprincipe. Telkens behandelen we een korte introductie op de voorziening, een presentatie van het kengetal, de norm of de checklist, een discussie over de betekenis en robuustheid van de norm, en een vertaling van de norm naar de Goese situatie. Daarvoor presenteren we eerst enkele basisgegevens voor de gemeente Goes en haar kernen en reiken we een “gebruiksaanwijzing” aan voor het werken met de kengetallen die in deze notitie zijn opgenomen. Het vertrekpunt bij het gebruik van deze “catalogus voor de sociale infrastructuur” voor Goes is: Pas toe of leg uit!
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
9
2.1. Goes in het kort De gemeente Goes is één van de grootste gemeenten in Zeeland en telt 36.714 inwoners (1 januari 2008). De gemeente Goes bestaat uit de stad Goes en zes dorpse kernen: ‘s-Heer Arendskerke (inclusief Eindewege), ’s-Heer Hendrikskinderen, Kattendijke, Kloetinge, Wilhelminadorp en Wolphaartsdijk (inclusief Oud Sabbinge). De kernen variëren in grootte van circa 200 tot ruim 2.100 inwoners. De stad Goes zelf telt ongeveer 27.000 inwoners. Het inwonertal van Goes nam in de negentiger jaren fors toe, de gemeente behoorde zelfs tot één van de snelst groeiende in Nederland. Rondom het historische hart van de stad liggen de twintigste-eeuwse uitbreidingswijken. Door de sterke groei werd er een aantal jaren in snel tempo gebouwd. De wijken Overzuid, Ouverture en Nieuwwest zijn de nieuwbouwwijken van de afgelopen 10 jaar. De meest recente nieuwbouw is Ouverture en is vijf jaar oud. Sinds 2005 vlakt de snelle groei weer wat af, om in 2006 zelfs om te slaan in een lichte daling. Vanaf 2007 lijkt zich echter weer een kentering voor te doen en groeit Goes weer. De voorziene wijken en bouwlocaties (Aria in Goes Zuid, Mannee bij Noordhoek, Riethoek bij Kloetinge en Goese Schans, gelegen tussen Goese Meer en de binnenstad (i.e. de transformatie van het havenindustrieterrein ten noorden van de binnenstad) zullen naar verwachting weer tot een sterke groei leiden. In de periode tussen 2007 en 2015 wordt een nettoproductie voorzien van circa 2650 woningen, tegenover een geraamde behoefte van circa 1450 woningen. De gemiddelde WOZ-waarde in Goes is €181.000 (in Zeeland €160.000, landelijk €202.000 (peildatum 2005). De stad Goes heeft niet alleen een functie in termen van voorzieningen voor de omliggende kernen, maar vervult een regionale functie voor de Bevelanden, zowel wat betreft de zorg en onderwijs, als toeristisch. De niet-commerciële dienstverlening neemt een relatief groot percentage van de bedrijvigheid in beslag (21% tegenover 17% in Zeeland en 16% landelijk). 50% van de werkgelegenheid in Goes is zelfs te vinden in deze sector (tegenover 34% in Zeeland en landelijk). Goes is ook één van de meest verstedelijkte gebieden in Zeeland, wat onder andere tot uitdrukking komt in het relatief lage gebruik van de oppervlakte als landbouwgrond (11% tegenover 20% in Zeeland). 2.2 Goes in cijfers: referentiegegevens Demografische kengetallen De kengetallen in deze paragraaf brengen een beperkt aantal basisgegevens in kaart, namelijk inwonertal, leeftijdsverdeling, etniciteit, gezinssituatie en sociaal-economische status. We hebben met opzet voor een grove matrix gekozen om de vertaling van de kengetallen naar de normering van voorzieningen hanteerbaar te houden. Verfijning is bijvoorbeeld mogelijk op basis van leefstijlkenmerken of een verdere onderverdeling in leeftijdsklassen. Deze verfijningen kunnen indien noodzakelijk worden aangebracht op het moment dat deze rapportage onderwerp gaat vormen van de implementatie van de normering van de voorzieningenstructuur. De demografische gegevens in tabel 1, tabel 2 en tabel 3 (uitsluitend het percentage niet-westerse allochtonen) zijn gebaseerd op de GBA-gegevens (gemeentelijke basisadministratie) per 1 januari 2007. De overige gegevens zijn verzameld uit CBS-statistieken, die de in Goes gehanteerde wijkindeling niet gebruiken. We hebben ervoor gekozen om de gegevens in dit rapport toch te presenteren, omdat zij een indicatie geven van de spreiding van de sociale structuur in de gemeente Goes.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
10
Tabel 1: Aantal inwoners en leeftijdscategorieën Wijk of kern
Aantal inwoners
1
Leeftijdscategorieën 0-14 (in %)
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
8 14 10 26 21 18 15 29 35 * * * *
15-24 (in %) 14 9 10 10 13 13 12 9 8 * * * *
25-44 (in %) 33 22 23 29 28 19 14 28 41 * * * *
Wilhelminadorp 812 20 8 28 Kloetinge 1290 16 9 23 Oostmolenpark 1383 21 9 28 (Kloetinge) Kattendijke 536 18 10 27 ‘s-Heer Arendskerke en 1572 18 10 23 Eindewege ’s-Heer 1298 21 10 25 Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud 2236 14 22 19 Sabbinge Totaal/gemiddeld 36714 18 11 27 Bron: GBA Goes *: gegevens niet beschikbaar (locaties in ontwikkeling)
45-64 (in %) 26 24 26 21 27 39 44 28 15 * * * *
>65 (in %)
29 30 35
15 22 7
34 31
12 19
31
14
17
29
27
17
19 31 31 13 10 11 15 6 2 * * * *
Uit de hierboven gepresenteerde cijfers blijkt dat er grote verschillen in leeftijdsverdeling zijn tussen de wijken en de kernen. Met name Oost en Zuid zijn sterk vergrijsd (mede door de concentratie van voorzieningen in deze wijken). Kloetinge en Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge hebben ook een relatief hoog aandeel ouderen. West, Overzuid en met name Ouverture zijn daarentegen jonge wijken, evenals de kern Kloetinge. In een aantal kernen is de leeftijdscategorie 45-64 wel oververtegenwoordigd, zodat daar een snellere verschuiving naar de “seniorencategorie” zal plaatsvinden. Overigens is de zogenaamde grijze druk (het percentage 65 jaar en ouder ten opzichte van de 15-64-jarigen) in Goes zeer hoog: 29.6%, tegenover 28.5% in Zeeland en 22.8% in Nederland. Met name voor de jongeren en ouderen is de hierboven gepresenteerde leeftijdsindeling voor voorzieningen die op deze leeftijdscategorieën zijn gericht meestal te grofmazig. Daarom is er voor deze twee groepen een meer fijnmazige indeling gemaakt. Voor jeugdigen is een nadere onderverdeling gemaakt in de leeftijdscategorieën 0-3 jaar, 4-12 jaar, 13-18 jaar en 19-24 jaar. Voor de ouderen is een nadere onderverdeling gemaakt in de leeftijdscategorieën 65-74 jaar en 75 jaar en ouder. Deze fijnmaziger indeling is terug te vinden in tabel 2.
N
Cijfers per 1 januari 2007
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
11
Tabel 2: Jong en oud in Goes: percentages Wijk of kern Aantal inwoners
Leeftijdscategorieën
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
0-3 (in %) 1 4 2 4 5 3 2 5 8 * * * *
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal/gemiddeld
812 1290 1383 536 1572
5 5 4 5 3
1298 2236 36714
4-12 (in %) 3 9 6 8 13 10 10 22 24 * * * *
13-18 (in %) 2 6 5 5 10 11 12 10 10 * * * *
9 6 6 6 7 6 4 5 3 * * * *
7 12 14 6 6 9 13 6 2 * * * *
>75 (in %) 7 22 17 6 4 2 4 2 1 * * * *
13 12 14 10 7
6 10 8 8 6
4 4 5 4 4
10 15 5 8 5
4 13 2 3 9
5 2
11 6
5 3
4 2
9 3
4 2
3
10
7
5
8
9
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
19-24 (in %)
65-74 (in %)
12
Tabel 3: Jong en oud in Goes: aantallen Wijk of kern Aantal inwoners
Leeftijdscategorieën 0-3 (N)
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
30 225 102 152 325 49 15 52 60 * * * *
4-12 (N) 91 507 248 310 880 147 101 228 180 * * * *
13-18 (N) 61 351 208 177 673 164 126 101 71 * * * *
19-24 (N) 242 328 251 213 456 98 38 49 19 * * * *
65-74 (N) 174 665 581 249 377 140 137 65 14 * * * *
>75 (N) 182 1234 731 215 293 34 37 22 4 * * * *
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal
812 1290 1383 536 1572
43 62 61 24 63
104 157 196 55 138
45 126 103 45 109
32 55 71 22 74
79 199 73 44 101
33 164 31 18 180
1298 2236
63 43
199 104
105 45
71 32
119 79
68 33
36714
1369
3645
2510
2051
3096
3279
Voor een beoordeling van het benodigde voorzieningenniveau is het ook belangrijk om andere factoren in ogenschouw te nemen dan de “kale” demografische gegevens in termen van bevolkingsaantallen en leeftijdscategorieën. Belangrijke indicatoren zijn de huishoudenssamenstelling (gezinsvorming met kinderen of juist zonder kinderen, eenpersoonshuishoudens) en het aantal nietwesterse allochtonen. Deze gegevens zijn opgenomen in tabellen 4 en 5. De gegevens uit deze tabellen laten in de eerste plaats zien dat er een duidelijk onderscheid te maken is tussen de (meeste) kernen in het landelijk gebied en de stad Goes. De niet-westerse allochtonen in Goes wonen bijna allemaal in het stedelijk gebied, met een duidelijke uitschieter voor de Goese Polder. Voor bijna alle kernen in het landelijk gebied geldt, dat het aantal eenpersoonshuishoudens duidelijk minder in aantal is. Een aantal wijken en kernen heeft daarnaast meer gezinnen met kinderen binnnen de grenzen: Overzuid en Goese Meer in de stad Goes en ‘s-Heer Hendrikskinderen en in mindere mate Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge in het landelijk gebied.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
13
Tabel 4: Huishoudensamenstelling Wijk of kern Huishoudensamenstelling Gemiddelde Eenpersoons grootte (in %) Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
1.5 2.0 1.8 2.1 2.7 2,7 2.7 3.1 * ** ** ** **
Wilhelminadorp 2.4 Kloetinge 2.4 Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke 2.3 ‘s-Heer Arendskerke en 2.4 Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 2.6 Wolphaartsdijk en Oud 2.4 Sabbinge Gemiddeld 2.2 Bron: GBA Goes, CBS Statline *: gegevens niet beschikbaar Tabel 5: Etniciteit Wijk of kern
59 42 46 40 14 11 9 7 6 ** ** ** **
Zonder kinderen (in %) 28 31 34 29 43 40 47 26 * ** ** ** **
Met kinderen (in %) 12 26 33 31 43 46 44 66 * ** ** ** **
23 24
41 37
36 39
27 28
37 34
36 39
16 27
39 34
45 40
34 33 **: Wijk in ontwikkeling
% Niet-Westerse 2 allochtonen
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Gemiddeld Bron: GBA Goes *: Wijk in ontwikkeling O
34
8 6 1 8 19 3 4 3 5 * * * * 2 5 3 4 3 2 2 7
Gegevens per 1 januari 2007
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
14
Statusscores en voorzieningenindex In tegenstelling tot de demografische gegevens zijn gegevens over de sociaal-economische status en de voorzieningenindex niet direct toegankelijk op het niveau van de gemeente (GBA). Hierover zijn wel gegevens beschikbaar die onder andere door het CBS en het SCP worden verzameld en bewerkt. Ook het Zeeuwse Scoop verwerkt deze in de sociale atlas voor Zeeland. Ofschoon de wijkindelingen niet volledig parallel lopen met de hiervoor gehanteerde indeling, geven zij toch een redelijke indicatie van enkele contextfactoren bij de Goese wijken en kernen. In het onderstaande schema is de verhouding tussen de oude en de nieuw gehanteerde wijkindeling weergegeven. Tabel 6: Relatie tussen de wijkindelingen Wijkindeling CBS/SCP (postcodegebied) Noord (4465) Zuid (4462)
West (4461)
Noordwest (4463) Noordoost (4464) Wilhelminadorp Kloetinge Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
Gehanteerde wijkindeling Goese Meer Goes-Zuid Ouverture Overzuid Goes-West Goes-Oost Centrum Goese Polder Gedeelte Goes-West Noordhoek Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
Sociaal-economische status Het SCP registreert op basis van sociaal-economische factoren (werkloosheid, inkomen, opleiding) welke sociaal-economische status de wijken in Nederland hebben. Op basis van een statistische techniek worden de wijken vervolgens geschaald, waarbij 0 het gemiddelde aanduidt. Vervolgens worden op- en aflopende scores toegekend aan de postcodegebieden. Hoe hoger de score, hoe groter de achterstand. In tabel 7 zijn deze statusscores voor Goes opgenomen.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
15
Tabel 7: Sociaal-economische Status Wijk of kern Gehanteerde (CBS-indeling) wijkindeling Noord Zuid
West
Noordwest
Noordoost Wilhelminadorp Kloetinge
Goese Meer Goes-Zuid Ouverture Overzuid Goes-West Goes-Oost Centrum Goese Polder Gedeelte GoesWest Noordhoek
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark Kattendijke Kattendijke ‘s-Heer ‘s-Heer Arendskerke en Arendskerke en Eindewege Eindewege ’s-Heer ’s-Heer Hendrikskinderen Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Wolphaartsdijk Oud Sabbinge en Oud Sabbinge Bron: SCP, Scoop, 2006
Statusscore
Landelijke 3 ranglijst
Zeeuwse 4 Ranglijst
-3.12 0.59
6 3028
1 119
0.33
2682
95
0,87
3310
137
-1.47
200
6
-0.68 -0.80
836 665
17 14
-0.74 0.32
753 2665
16 94
-1.02
464
10
0.06
2220
68
Uit deze statusscores blijkt dat Goes-Noord (i.e. Goese Meer) op basis van deze statusscores tot de betere wijken van Nederland behoort. Datzelfde geldt voor Noordoost. Noordwest en in mindere mate Goes Zuid zijn uitschieters in negatieve zin. De kernen in het landelijk gebied van Goes scoren ook positief, met uitzondering van ’s-Heer Arendskerke en Wolphaartsdijk, die wat kwetsbaarder lijken qua sociaal-economische status. Voorzieningenniveau Uit de scores op de Voorzieningenindex blijkt dat alle wijken in de stedelijke kern van Goes een ruim voorzieningenniveau herbergen. Alleen Noordoost in de Goese kern scoort wat lager. De score van 4 op de voorzieningenindex voor Goese Meer doet wat merkwaardig aan. Waarschijnlijk is hier een fout in de indexering gemaakt. Kloetinge en Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge springen er goed uit op het niveau van de kernen. In Wilhelminadorp is het voorzieningenniveau relatief karig. In het kader is terug te lezen hoe de voorzieningenindex is samengesteld
P Q
Voor heel Nederland worden 3913 wijken onderscheiden. Voor heel Zeeland worden 152 wijken onderscheiden
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
16
Tabel 8: Voorzieningenindex (voor toelichting: zie kader) Wijk of kern
Gehanteerde wijkindeling
Noord Zuid
Goese Meer Goes-Zuid Ouverture Overzuid Goes-West Goes-Oost Centrum Goese Polder Gedeelte Goes-West Noordhoek
West
Noordwest Noordoost Wilhelminadorp Kloetinge Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Bron: SCP, 2006
Score voorzieningenindex
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
04 01
01
01 02 03 01 02 02
02 01
. Kader: De voorzieningenindex van het SCP Het SCP schrijft over deze voorzieningenindex het volgende: In de in januari 2006 verschenen SCP-studie "Thuis op het platteland" is een hoofdstuk over voorzieningen opgenomen. Hierin is een zgn. voorzieningenindex gepresenteerd. De index is gebruikt om postcodegebieden te beschrijven, dat wil zeggen dat postcodegebieden een score op de index kunnen krijgen. Het uitgangspunt daarbij is dat een behoorlijk voorzieningenniveau aanwezig is, als er een compleet pakket aan basisvoorzieningen is. Basisvoorzieningen zijn: winkels voor dagelijkse levensbehoeften (supermarkten), basisscholen en huisartsen. Die voorzieningen kunnen echter wel of niet gecombineerd met andere veel gebruikte voorzieningen (sportvelden, sporthallen, bibliotheken, sociaal-culturele centra) voorkomen. Ook kunnen in een postcodegebied niet alle basisvoorzieningen, weer al dan niet gecombineerd met de andere voorzieningen aanwezig zijn. Tenslotte zijn er gebieden waar de genoemde voorzieningen helemaal niet zijn. De combinaties leiden tot verschillende voorzieningenniveaus. In "Thuis op het platteland" zijn de volgende niveaus onderscheiden: Niveau 1: Alle (veel gebruikte) voorzieningen zijn aanwezig. Behalve tenminste een winkel, een huisarts en een basisschool (de basisvoorzieningen) zijn in het postcodegebied ook tenminste een bibliotheekvestiging, gecombineerd met een of meerdere sociaal-culturele centra sporthallen en sportvelden. Niveau 2: Naast een of meerdere winkels voor dagelijkse levensbehoeften, basisscholen, en huisartsen, zijn er een of meer (maar niet alle) overige voorzieningen aanwezig. Niveau 3: Er zijn één of twee basisvoorzieningen aanwezig, en één of meer van de overige voorzieningen.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
17
Niveau 4: Er is één van de basisvoorzieningen, of geen basisvoorziening en alleen één of meer van de overige voorzieningen in het postcodegebied. Niveau 5: Er zijn geen voorzieningen in het postcodegebied. Omdat er nauwelijks gebieden in Nederland voorkomen waar de bevolking alle -veel gebruiktevoorzieningen in het eigen postcodegebied heeft, zijn de eerste twee categorieën (niveau 1 en niveau 2) samengevoegd. De Voorzieningenindex omspant dus de schaalscores van 1-4.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
18
Deel twee: Handleiding Werken met de Contouren
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
19
Voorzichtigheid geboden! De sociale infrastructuur is niet gezegend met eenduidige normen voor de inrichting ervan. Waar voor de woningbouw letterlijk de plafondhoogte vaststaat en het puntensysteem de bekostiging reguleert, is de sociale infrastructuur hoogstens op historische gronden en op basis van rationele willekeur te normeren (Research voor Beleid, 2002 ). Gemeenten die kengetallen opstellen voor de realisering van de sociale infrastructuur formaliseren over het algemeen, soms met een generieke korting, de bestaande structuren. Suggesties, geen voorschriften In deze notitie zijn suggesties opgenomen voor normen die gesteld kunnen worden aan de inrichting van de sociale infrastructuur. De normen zijn weliswaar voor een belangrijk deel gebaseerd op 5 landelijk geaccepteerde voorbeeldnormen, maar zijn geenszins bedoeld als rigide richtlijnen . Veel landelijke kengetallen zijn gebaseerd op wijken van 10.000 inwoners, en daarmee impliciet gericht op de situatie zoals die zich in grote steden voordoet. Voor de meeste middelgrote en kleinere steden is deze schaalgrootte echter te hoog. Daarom redeneren we waar mogelijk de cijfers terug naar een wijk met 5.000 inwoners. Het gaat daarbij puur om een rekenkundig referentiepunt, zonder inhoudelijke aanwijzing. Over de kleinere schaalgrootte van dorpen en kernen zijn, indien van toepassing, aparte referenties opgenomen. Bij al deze suggesties geldt echter wel het vertrekpunt: Pas toe of Leg uit! Robuust De meeste kengetallen in deze catalogus (want dat is het in feite) zijn gebaseerd op lokale ervaringen. Soms zijn de kengetallen gebaseerd op grootheden die breder reiken dan enkele lokale ervaringen. Dat geldt bijvoorbeeld bij kengetallen die gebaseerd zijn op het verwerven van een noodzakelijk inkomen (huisartsen) of kengetallen die refereren naar landelijk overeengekomen normeringen (zorgstelsel, onderwijs). Deze normen noemen we robuust. Format De voorzieningen zijn gerangschikt op basis van de prestatievelden van de Wmo. Voor elke voorziening is vervolgens een factsheet samengesteld. Elk factsheet bevat een korte omschrijving van de voorziening, een aanduiding van de norm of het kengetal, kanttekeningen bij het hanteren van het kengetal en een vertaling hiervan naar de Goese situatie. Het compacte karakter van de factsheets noopt tot beperking. Over elk van de hier gepresenteerde voorzieningen is bijna altijd veel meer te zeggen en zijn meer nuances aan te brengen dan de informatie die in de factsheets is opgenomen. We hebben in dit document echter de compacte vorm laten prevaleren boven volledigheid. De nuance kan gezocht worden in het werken met de in deze rapportage opgenomen Contouren, in de discussies die gevoerd zullen moeten worden bij de implementatie van de hier aangereikte gegevens in de Goese wijken, buurten en dorpen. Rangschikking De rangschikking langs de lijnen van de Wmo-prestatievelden van de voorzieningen en diensten is enerzijds gebaseerd op dwingende logica van de Wmo zelf. Veel van de voorzieningen zijn logisch onder te brengen binnen één van de prestatievelden. Anderzijds is er een aantal voorzieningen en diensten die binnen verschillende prestatievelden ondergebracht kan worden. Voorzieningen die zich in een grijs gebied bevinden of expliciet in meerdere prestatievelden een rol spelen. Wij hebben ervoor gekozen om voorzieningen die zich in een grijs gebied bevinden te positioneren in één van de prestatievelden. Voorzieningen die expliciet een rol spelen in meer prestatievelden zijn terug te vinden in de afzonderlijke prestatievelden, maar met een ander inhoudelijk accent.
R Zo geeft Kluwer op Cd-rom een regelmatig ververste versie van de zogenaamde “Planologische kengetallen” uit, waarin ook gegevens over (delen van) het voorzieningenaanbod zijn opgenomen.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
20
Bronnen Voor de normering is uit diverse bronnen geput. We noemen hier enkele. • Diverse SCP-publicaties (o.a. de Rapportage Sport 2006) • Sociale Infrastructuur in Breda (Breda, 2002) (tot stand gekomen i.s.m. NIZW) • Normen voor Voorzieningen (Provincie Noord Brabant, 2005) • De Sociale Verbouwing (NIZW, 2004) • Politiekeurmerk Veilig Wonen • Spelen met Ruimte • Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen en Zorg(KCWZ)-publicaties over Wonen, Zorg en Welzijn en planologische kengetallen wonen en zorg. • De sociale checklist van cmo Spectrum en de Provincie Gelderland (www.socialechecklist.nl) • Woonvisie Goes, Gerrichhauzen en Partners, augustus 2007
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
21
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
22
Deel drie: Kengetallen en de Wmo-prestatievelden
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
23
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
24
1. Prestatieveld Leefbaarheid Het prestatieveld Leefbaarheid en sociale samenhang in dorpen wijken en buurten is een cruciaal onderdeel van de Wmo. De essentie van de Wmo is dat het hier om een wet gaat die een activerend perspectief biedt. Er wordt daarom wel gesproken van een participatiewet, waarbij uitdrukkelijk een beroep wordt gedaan op betrokkenheid en verantwoordelijkheid van bewoners bij hun eigen leefomgeving en andere (kwetsbare) bewoners. Deze betrokkenheid komt met name in het eerste prestatieveld terug. Hierin zijn voorzieningen opgenomen, die dit participatieve perspectief accommoderen. De andere acht prestatievelden hebben dit collectieve activerend perspectief in mindere mate, of zijn toegesneden op individuele zorg en ondersteuning. Onder het prestatieveld Leefbaarheid rangschikken we de volgende voorzieningen: Participatie, ontmoeting: o Opbouwwerk en Sociaal-cultureel Werk o Multifunctionele accommodatie o Internetcafé o Wijk- en dorpsraad o Verenigingsleven o Groen in de wijk Cultuur: o Bibliotheekvoorziening o Muziekschool, Dansschool, Kunstzinnige vorming o Amateurkunst en hobbyverenigingen o Podia o Bioscoop o Musea Sport: o Sporthal/topsport o Gymzaal o Buitensportterreinen o Zwembaden Veiligheid o Veilig Wonen o Sociale veiligheid o Coffeeshops o Kindlint o Verkeersveiligheid Bedrijvigheid o Winkelstrips/buurtsuper plus o Weekmarkten o Cafés en restaurants o Woon-werkpanden o CWI In de volgende factsheets worden deze voorzieningen verder uitgewerkt.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
25
Opbouwwerk en Sociaal-cultureel Werk De voorziening Opbouwwerk en sociaal-cultureel werk hebben als inzet bewoners te ondersteunen om de leefbaarheid en participatie te bevorderen. Daarbij hebben zij extra aandacht voor het activeren van kwetsbare en moeilijk bereikbare groepen. De norm, het kengetal of checklist Er bestaat een richtnorm voor de inzet van agogisch werk, namelijk circa 0,8-1,0 fte per 2000 inwoners. Kanttekeningen De inzet van agogisch werk is mede afhankelijk van de kwetsbaarheid van een gebied en de groepen bewoners in het gebied. Andersom geldt dit echter ook: een kern of wijk waar een sterk sociaal weefsel aanwezig is, zal weer minder behoefte hebben aan agogische ondersteuning om het sociaal weefsel te versterken. De agogische functie hoeft overigens niet per definitie door een opbouwwerker of sociaal-cultureelwerker te worden verricht. Ook bijvoorbeeld de corporatie, de wijkagent of een kerk kan hiervoor zorgen. Zo is in de onderstaande feitelijke situatie het sportbuurtwerk niet meegenomen in het aantal fte’s. Kengetal 0,8-1,0 fte per 2000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners Centrum Oost Zuid West Goese Polder
2680 5566 4303 3866 6852
Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
1525 1026 1038 739 * * * *
Kengetal per aantal inwoners 1,2 fte 2,5 fte 1,9 fte 1,7 fte 3,5 fte 0,8 fte 0,5 fte 0,8 fte 0,3 fte
Wilhelminadorp 812 0,3 fte Kloetinge 1290 0,7 fte Oostmolenpark (Kloetinge) 1383 0,7 fte Kattendijke 536 0,2 fte ‘s-Heer Arendskerke en 1572 1,0 fte Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 1298 0,3 fte Wolphaartsdijk en Oud 2236 1,5 fte Sabbinge Totaal Goes 36714 16,8 fte *: gegevens niet beschikbaar **: Betreft de door de gemeente gesubsidieerde inzet via de SMWO Welzijn
S
Feitelijke situatie
6
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen 3,36 fte**
Vooralsnog is er geen inzicht in de inzet op wijk- of kernniveau; zie totaal
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
26
Multifunctionele accommodatie De voorziening Een Multifunctionele accommodatie is een gebouw, waarin verschillende functies en voorzieningen fysiek worden gecombineerd. Er zijn twee varianten: verschillende functies onderbrengen in een bestaande accommodatie (dorpshuis, school, woonzorg-centrum) of het samenvoegen van verschillende voorzieningen in een nieuwe accommodatie. Multifunctionele accommodaties kunnen ook een rol spelen in Woonservicezones (zie prestatieveld 6). De norm, het kengetal of checklist 1 Accommodatie op circa 5000 inwoners. Kanttekeningen De norm leidt ertoe dat zeker in de kleine kernen onvoldoende voedingsgebied zou zijn voor een accommodatie. Een fysieke ruimte die de mogelijkheid biedt voor ontmoeting en organisatie is voor de leefbaarheid, sociale samenhang en de vrijwillige inzet van een wijk echter van cruciaal belang. Daarom wordt deze norm bijgesteld naar een minimum van één per wijk of kern. Daarnaast kan naast deze centrale accommodatie nog gekeken worden of het noodzakelijk is om op het niveau van buurten meerdere decentrale accommodaties aan te bieden (bijvoorbeeld in bestaande panden (kerk, school). Op het niveau van een dorp kan het dorpshuis, maar ook een horecagelegenheid de functie van Mfa vervullen Kengetal 1 op 5000 inwoners, met een minimum van één per wijk of kern. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 (De Mythe) 1 (Jan Lichthart) 1 (de Pit) 1 (Evertsenstraat) 1 (de Spinne) 0 0 0 1 (Symfonie) Gepland Gepland Gepland 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge *: gegevens niet beschikbaar
812 1290 1383 536 1572
1 1 1 1 1
1 (Wilhelminahuis) 1 (Amicitia)
1298 2236
1 1
1 (Heer Hendrikhuis) 1 (Griffioen)
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1 (’t Blokhuis) 1 (Arendshuis)
27
Internetcafé De voorziening Waar tot voor enkele jaren een internetcafé een fysieke voorziening was, is het tegenwoordig eerder een functie die binnen diverse voorzieningen geboden kan worden: de bibliotheek, de horeca, het buurthuis. Het is een openbaar toegankelijke voorziening of dienst waar gebruik gemaakt kan worden van internet via pc’s, en/of waar mobiel internet toegankelijk is voor gebruik met een laptop. De norm, het kengetal of checklist Openbaar toegankelijke voorzieningen met een informatie- of ontmoetingsfunctie moeten de mogelijkheid bieden internet te bereiken. Kanttekeningen De voorziening kan geboden worden in elke openbaar toegankelijke accommodatie. De gemeente heeft een faciliterende rol, maar geen rol als financier. Kengetal Minstens 1 toegankelijke internetcafé-functie per wijk en kern. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum
2680
1
Oost Zuid West Goese Polder
5566 4303 3866 6852
1 1 1 1
Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1
3x (Bibliotheek, High life, Zuidwester) 0 0 Ter Valcke 9 computers in openbare ruimte 0 0 0 0 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
812 1290 1383 536 1572
1 1 1 1 1
0 0 0 0 0
1298 2236
1 1
0 0
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
28
Wijk- en dorpsraad De voorziening Een wijk- of dorpsraad vervult een tweeledige functie: als intermediair tussen gemeente en de wijk- of dorpsbewoners en als initiator, aanjager, facilitator van activiteiten door bewoners die de leefbaarheid en sociale samenhang ten goede komen. De samenstelling is liefst evenwichtig van aard en weerspiegelt de bevolkingssamenstelling. In principe is de raad géén vertegenwoordigend orgaan. De norm, het kengetal of checklist Minstens één wijkraad of dorpsraad per wijk of kern. Kanttekeningen De norm is niet gebaseerd op een voedingsgebied, maar op een algemeen onderkende wenselijkheid enerzijds en op het belang van participatie in de leefbaarheid van de woonomgeving anderzijds. De aanwezigheid van een dorpsraad of de wijkraad moet er niet toe leiden, dat andere methoden om de participatie te versterken of te communiceren met de wijk of dorp door de gemeente en maatschappelijke organisaties wordt veronachtzaamd. Een voorbeeld van dergelijke initiatieven is het pilot-project ‘Local Board’ in Goes-west, waarin een wisselende groep bewoners activiteiten onderneemt om de leefbaarheid in de wijk te vergroten. Daarnaast kent Goes een overkoepelend wijkenplatform en een dorpenplatform. Andere voorbeelden zijn actief betrokken bewoners langs andere organisatorische lijnen (seniorenraad, platform voor mensen met een functiebeperking en de vrouwenadviescommissie). Kengetal 1 wijkraad of dorpsraad per wijk of kern. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739
1 1 1 1 1 1 1 1 1
* * * *
1 1 1 1
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge)
812 1290 1383
1 1 1
Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
536 1572
1 1
1 1 1 (samen met Kloetinge) 1 1
1298 2236
1 1
1 1
Aria Mannee Goese Schans Riethoek
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1 1 1 1 1 1 1 1 1 (samen met Overzuid) 0 0 0 0
29
Verenigingsleven De voorziening Het verenigingsleven is geen specifieke voorziening, maar een onderdeel van de civil society. Het beslaat een breed spectrum aan georganiseerde activiteiten die door bewoners zelf (kunnen) worden geïnitieerd: sport, kunst en cultuur, hobby’s, buurtverenigingen, serviceverenigingen (Vrijmetselaars, Rotary) etcetera. Verenigingsleven is in een stad vaak niet wijkgebonden, maar thema- of doelgroepgericht. In dorpen heeft het verenigingsleven vaak wel een territoriale component. Verenigingen zijn van groot belang voor de vitaliteit van een wijk of dorp en voor de onderlinge verbondenheid van bewoners. De norm, het kengetal of checklist Voor verenigingen is geen norm of kengetal te benoemen. De gemeente doet er wel goed aan om te zorgen dat het verenigingsleven voldoende wordt geaccommodeerd: adequate ondersteuning (vrijwilligerscentrale) en een locatie waar de activiteit kan worden uitgevoerd. Kanttekeningen Met name in dorpen is het verenigingsleven vaak de kurk waarop de lokale gemeenschap drijft. Tegelijkertijd onttrekt de diversiteit en vitaliteit van het lokale verenigingsleven zich vaak aan het zicht van de gemeente omdat er niet of nauwelijks subsidie-relaties mee bestaan. In het gemeentelijk beleid moet liefst lichte ondersteuning op afstand worden geboden (via de vrijwilligerscentrale, via impulsbudgetten) Kengetal Adequate accommodatie (fysiek en ondersteuning): 1=in voorzien Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners 7
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge *: Voorziening is ingepland
812 1290 1383 536 1572
1 1 1 1 1
1 1 0 1 1
1298 2236
1 1
1 1
T
Voor heel Goes is een vrijwilligerscentrale actief
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
30
Groen in de wijk De voorziening Openbaar groen in de wijk vervult een belangrijke functie in het ongedwongen recreëren en geeft bewoners de mogelijkheid zelf invulling te geven aan het gebruik van de openbare ruimte van hun buurt of dorp. Groen is bijzonder belangrijk voor de leefbaarheid en de kwaliteit van de leefomgeving. De norm, het kengetal of checklist Er bestaat geen landelijke norm. Wel is er een richtsnoer dat pleit voor 75 vierkante meter groen per woning. Dit richtsnoer is uitgewerkt in het Balansboek rood-groen (Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum, 2003) en wordt ondersteund door de ministeries van LNV, VROM en de VNG. Kanttekeningen Het richtsnoer is gebaseerd op een richtgetal in de Nota Ruimte (2004), waarin wordt gesteld dat deze oppervlakte nodig is voor bewoners om voldoende te kunnen recreëren. Overigens vergt het plannen van voldoende groen tegelijkertijd ook een goed beheerplan (mogelijk samen met bewoners) en afstemming met de verhardingen (wegen, trottoirs, pleintjes etc.). In Goes is een beheerplan uitgewerkt in de zogenaamde nota IBORG (Integraal Beheer Openbare Ruimte Goes) uit 2005. Kengetal 75 vierkante meter per woning Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal woningen Centrum 1160 Oost 2830 Zuid 2185 West 1485 Goese Polder 2700 Noordhoek * Goese Meer 395 Overzuid 470 Ouverture ** Aria ** Mannee ** Goese Schans ** Riethoek Goes Stad 12319 Wilhelminadorp 304 Kloetinge 1213 Oostmolenpark (Kloetinge) * Kattendijke 238 ‘s-Heer Arendskerke en 527 Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 503 Wolphaartsdijk en Oud 871 Sabbinge *: gegevens niet beschikbaar **: wijk in ontwikkeling
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
87000 m2 212250 m2 163875 m2 111375 m2 202500 m2 * 29625 m2 35250 m2 * * * *
104990 m2 171314 m2 267886 m2 128841 m2 567172 m2 223704 m2 597446 m2 107508 m2
1126425 m2 22800 m2 129875 m2 * 17850 m2 39525 m2
2168861 m2 24505 m2 187042 m2 34729 m2 15032 m2 91568 m2
37725 m2 65325 m2
34475 m2 123116 m2
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
31
Bibliotheekvoorziening De voorziening De bibliotheek heeft verschillende functies: natuurlijk het uitlenen van boeken en muziekdragers, maar daarnaast heeft zij ook een rol als informatiepunt, als internetcafé, en als plek voor ontmoeting en recreatie. De vijf voornaamste functies van de bibliotheek zijn kennis en informatie, ontwikkeling en educatie, kunst en cultuur, lezen en literatuur en ontmoeting en debat. De bibliotheek kan daarnaast bijvoorbeeld een rol spelen in opvoedingsondersteuning of het voorkomen van sociaal isolement bij ouderen. De bibliotheek laat zich goed combineren met andere functies op het gebied van persoonlijke dienstverlening en Mfa’s. De norm, het kengetal of checklist 1 vestiging/basisbibliotheek in de stad Goes. Halteplaatsen van de bibliobus (bij de school) in de kernen. Kanttekeningen De norm is niet gebaseerd op objectieve maatstaven. De Vereniging van Openbare Bibliotheken hanteert ook geen landelijke norm meer. In het proces van bibliotheekvernieuwing en de herstructurering van de infrastructuur van de bibliotheken wordt ingezet op modernisering waardoor voor de voedingsgebieden in ieder geval een basisbibliotheekvoorziening beschikbaar blijft. Het landelijk beeld is, dat in de meeste kleine kernen in het land geen bibliotheekvestiging of dependance aanwezig is. Moderne ict-technieken en combinatiefuncties in kleine kernen maken het wel mogelijk een uitleenpunt in te richten. In sommige kernen is er een halteplaats voor een bibliobus, meestal bij een school. Naast de bibliobus is ook de zogenaamde biblioservicebus ontwikkeld. Daarin worden tal van diensten, naast het uitlenen van boeken, aangeboden zoals een pinautomaat, een postagentschap, gemeentelijke informatiediensten en informatie door het bedrijfsleven. De biblioservicebus is specifiek bedoeld om voorzieningen op het platteland bereikbaar te houden. Kengetal 1 Centrale vestiging in Goes stad. Halteplaats bibliobus in twee of meer kernen. Mogelijke inzet van een biblioservicebus. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens:
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 -
1 -
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge *: Wijk in ontwikkeling
812 1290 1383 536 1572
1 (bibliobus) 1 (bibliobus) 1 (bibliobus) 1 (bibliobus)
1 1
1298 2236
1 (bibliobus) 1 (bibliobus)
0 1
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
32
Muziekschool, Dansschool, Kunstzinnige Vorming De voorziening Het gaat hier om voorzieningen op het gebied van culturele vorming, die door de gemeente worden ondersteund dan wel op commerciële basis worden geëxploiteerd. Er wordt een accommodatie aangeboden, waarin muziek, dans, drama en andere kunsten worden onderwezen door deskundige docenten. Het aanbod is deels gericht op jeugd en jongeren, maar de doelgroep kan breder zijn. De gemeente kan ervoor kiezen de deelname aan culturele vorming te stimuleren door bijvoorbeeld de kosten per deelnemer te subsidiëren, door doelgroepen te stimuleren in een algemeen beleid (bijvoorbeeld door het aanbod op te nemen in een gemeentelijke kortingspas voor burgers met een uitkering), of door persoonsgebonden budgetten te verstrekken aan bijvoorbeeld jongeren tot een bepaalde leeftijd en 65-plus. De norm, het kengetal of checklist Vanwege de regionale functie van Goes behoort Goes op stedelijk niveau één door de gemeente ondersteunde voorziening voor culturele vorming te hebben. Kanttekeningen Dit kengetal is enerzijds gebaseerd op een beleidskeuze die bestuurlijk moet worden gemaakt. De vraag daarbij is wel, of dit aanbod ook niet particulier kan worden gerealiseerd. Anderzijds is het zo, dat culturele verscheidenheid en aantrekkingskracht ook direct en indirect de lokale samenleving versterkt. Uit de Atlas voor Gemeenten blijkt bijvoorbeeld dat een divers cultureel aanbod een positief effect heeft op de lokale economie en op de uitstraling van de stad. Vanuit het oogpunt van (toeristische) aantrekkelijkheid niet onbelangrijk. Vanuit de centrale accommodatie kan ook het aanbod aan culturele vorming in de kernen worden ondersteund. Dit aanbod kan, afhankelijk van de vraag, ook deels worden aangeboden in of via de dorpscentra. Kengetal 1 Centrale voorziening voor culturele vorming op stedelijk niveau Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie*
1 Voorziening in Goes-stad beschikbaar, in de kernen faciliterend aanwezig
3 (Jeugdtheaterhuis het Beest, Muziekschool de Bevelanden, dansschool Janvier) *: Dansscholen worden via particulier initiatief meer aangeboden dan hier wordt vermeld.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
33
Podia De voorziening Podia zijn voorzieningen waar met een professionele organisatie voorstellingen op het gebied van muziek, ballet en toneel kunnen worden geprogrammeerd. Dat kunnen poppodia zijn, schouwburgen, theaters en concertzalen. Het gaat om voorzieningen die door de gemeente worden ondersteund, maar ook deels een privaat karakter kunnen hebben. De norm, het kengetal of checklist Podia kunnen worden ingericht op stedelijk niveau met een regionale betekenis. Er is geen landelijk bekende norm gedefinieerd. Afhankelijk van de vraag en het aanbod zal er op een regio van circa 100.000 inwoners een voedingsgebied zijn voor een multifunctionele schouwburg voor toneel, dans en concerten. Daarnaast is er ruimte voor circa twee podia voor moderne muziek (pop, jazz etc.). Kanttekeningen De norm is afhankelijk van bestuurlijke keuzes omtrent het ondersteunen van podia met subsidies. Het kan zijn dat het bestuur meent dat podia bedrijfsmatig geëxploiteerd moeten kunnen worden. Ook hier geldt, dat culturele diversiteit en een actief cultuurbeleid een stimulans kunnen vormen voor een sterke economie, lokale profilering en demografische diversiteit in termen van het behoud van middengroepen en het “cultureel kapitaal”. Verder zijn podia afhankelijk van vraag en aanbod. Zeker in een toeristische regio kunnen bijvoorbeeld specifieke festivals het draagvlak voor een podium versterken. Kengetal 1 multifunctioneel Podium voor toneel, dans en concerten op stedelijk niveau met een voedingsgebied van 100.000 inwoners. Twee kleinere podia voor moderne muziek en alternatieve kunstbeoefening op stedelijk niveau. Alle podia hebben regionale betekenis. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern 1 Multifunctioneel podium op een vedingsgebied van 100.000 inwoners, 2 kleinere podia
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie 2 in Centrum (de Mythe en het Beest) 1 in Zuid (Zeelandhallen)
34
Musea De voorziening Een museum is een voorziening waar voorwerpen van culturele waarde worden uitgestald en bezoekers actief worden betrokken om cultuur te beleven. De invulling hiervan kan sterk regionaal worden bepaald. Het verwerven en tentoonstellen van collecties zal in principe ontstaan vanuit het particulier initiatief. De gemeente kan de keuze maken om dit te faciliteren en te accommoderen. Ook hiervoor geldt dat musea de cultuurhistorische profilering van de stad of streek kunnen verrijken en daarmee van economische en sociaalverbindende waarde kunnen zijn. De norm, het kengetal of checklist Facilitering van musea vanuit het perspectief van cultuurhistorische profilering van stad of streek. Musea met een landelijke voedingsgebied moeten zichzelf kunnen bedruipen. Voor lokale musea kunnen impulssubsidies beschikbaar worden gesteld, onder voorwaarde dat er voldoende draagvlak (naast de kwaliteit van de collectie) voor het beheer aanwezig is. Kanttekeningen Musea kunnen een grote verscheidenheid aan verschijningsvormen aannemen. Grootschalig en gesubsidieerd door de overheid, kleinschalig en een hobby van een verzamelaar. De gemeente heeft hierin een faciliterende functie. Er kan geen norm aan worden verbonden, de zwaarte van de inzet is afhankelijk van bestuurlijke keuzes. Voor profilering van de stad en landelijke kernen kunnen musea echter van grote waarde zijn. In dat kader moet een gemeente alert zijn op de betekenis die een museum kan hebben voor de regio. Kengetal Minstens 1 betekenisvol museum in de stad. In een kern afhankelijk van cultuurhistorie en particulier initiatief. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Goes
Referentiegegevens: Regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern Minstens 1 museum
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie 1
35
Bioscoop en filmhuis De voorziening Een bioscoop is een voorziening waarin, in meerdere zalen, films worden vertoond. Een Filmhuis is een voorziening waar over het algemeen films worden aangeboden met een hogere culturele waarde (en een kleiner bereik). Een filmhuis kan zich eventueel beperken tot het vertonen van films in één zaal. De norm, het kengetal of checklist Gegeven de regionale functie van Goes is er minstens plaats voor 1 bioscoop in de stedelijke kern met meerdere zalen en één filmhuis. Kanttekeningen Voor profilering van de stad heeft een bioscoop grote waarde. Het voedingsgebied van Goes is voldoende voor 1 grotere bioscoop. Kengetal Minstens 1 bioscoop met meerdere zalen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens Goes
Regiofunctie voor de Bvelanden
Kengetal per wijk of kern 1 Bioscoop, 1 filmhuis
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie 1 bioscoop in Zeelandhallen (Zuid) 1 Filmhuis in ’t Beest (Centrum)
36
Sporthal De voorziening Een sporthal is een voorziening voor binnensport, waarvan de omvang van de wedstrijdruimte minimaal 24 bij 44 meter bedraagt, en de obstakelvrije hoogte 7 meter is. Sporthallen zijn niet alleen bij uitstek accommodatie voor binnensportverenigingen, maar lenen zich ook voor incidentele binnensportevenementen die gericht zijn op het versterken van sociale samenhang (zaalvoetbaltoernooien, panna-toernooien). De norm, het kengetal of checklist Het NOC/NSF hanteert een norm van één sporthal voor een behoefte van 1.400 sporturen per jaar op basis van 40 uur over 35 weken per jaar. Hiervoor moet de sportbehoefte in kaart zijn gebracht. Een andere norm gaat uit van één sporthal per 25.000 inwoners van 2.400 m2. Kanttekeningen Sporthallen kunnen een spilfunctie vervullen in de ontmoetingsfunctie op wijk- en stedelijk niveau. Bij een goede inrichting kunnen ze ook een multifunctionele betekenis krijgen en bijvoorbeeld amateuristische kunstverenigingen accommoderen. Kengetal Minimaal 1 Sporthal per 25.000 inwoners stedelijk, eventueel opgeplust met extra sportbehoefte. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern Minimaal 1 op stedelijk niveau
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie Sportpunt Zeeland (3 hallen: 2 van 44m bij 28m en 1 van 62m bij 36m, mogelijk in 2009 uitbreiding met nog 1 hal)
37
Gymzaal De voorziening Gymzalen zijn meer dan een sporthal gekoppeld aan het regulier gebruik door het onderwijs. Soms inpandig, soms als zelfstandige voorziening. De minimale grootte is 13 bij 22 meter. De obstakelvrije hoogte is minimaal 5,5 meter. Voor elke school geldt, dat er binnen een straal van twee kilometer een gymzaal aanwezig moet zijn. Ook voor deze voorziening geldt dat een combinatiescenario met onderwijsvoorzieningen voor de hand ligt. De norm, het kengetal of checklist Elke basisschool moet de beschikking hebben over een gymzaal in een straal van circa 1 kilometer. In de praktijk betekent dit dat scholen gymzalen moeten kunnen delen. Kanttekeningen Een gymzaal kan dienst doen als multifunctionele (ontmoetings)ruimte. In dat kader kan de gemeente of exploitant kijken naar een meervoudig gebruik van de accommodatie (zie ook multifunctionele accommodaties). Op het niveau van de kernen speelt hier de vraag van bereikbaarheid (gegeven de straal van twee kilometer). Kengetal Minimaal 1 gymzaal per wijk of kern, afhankelijk van de aanwezigheid van (basis)onderwijs. Eventueel gekoppeld met een Multifunctionele accommodatie of Sportzaal Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Inwonertal
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost
2680 5566
1 1
Zuid
4303
1
West
3866
1
Goese Polder
6852
1
Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1
1 8 (4 x Ostrea Lyceum, 4 x Goese lyceum) 3 (1 x de Vliedberg, 2 x Ostrea Lyceum) 4 (2 x de Tweern, 1 x de Deltaschool, 1 x de Kring) 5 (3 x Calvijn College, 2 zelfstandige gymzalen) 0 0 0 1 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
812 1290 1383 536 1572
1 1 1 1 1
1 1 0 0 1
1298 2236
1 1
1 1
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
38
Leisurecentra De voorziening Een leisurecentrum is een aanduiding voor een multifunctionele sport- en vrijetijdsaccommodatie. In een leisurecentrum kan een breed scala aan vrijetijdsactiviteiten worden gecombineerd: sportscholen, een zwembad, sauna, een klimmuur, maar ook bijvoorbeeld automatenhallen. Het gaat meestal om een betrekkelijk grootschalige voorziening, die voor een belangrijk deel commercieel wordt geëxploiteerd. De norm, het kengetal of checklist Voor een leisurecentrum bestaat geen norm. Voor een grootschalige, multifunctionele voorziening is in Goes ruimte voor één leisurecentrum, gegeven de regionale betekenis van Goes. Kanttekeningen Een leisurecentrum in de grootschalige betekenis heeft stedelijke allure en moet op een locatie worden gepland waar voldoende parkeergelegenheid kan worden gecreëerd, en waar de aan- en afvoerwegen voldoende capaciteit hebben. Kengetal Maximaal één grootschalig multifunctioneel sport- en vrijetijdscentrum. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners + voedingsgebied Goes 36714 en regiofunctie voor de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie
1 in Noordhoek (Sportpunt Zeeland)
39
Buitensportterreinen De voorziening Buitensportterreinen hebben per soort sport (voetbal, hockey, rugby, handbal, tennis, golf etc.) een verschillend karakter. De behoefte aan buitensportterreinen is mede afhankelijk van de vraag van en het aanbod aan sportverenigingen. Sportverenigingen vormen vaak een bindend element in de lokale samenleving. Het is belangrijk om deze te accommoderen. Buitensportterreinen kunnen goed een multifunctioneel karakter krijgen en worden gecombineerd met Brede scholen, buitenschoolse opvang of dienen als buurtsportvoorziening. De norm, het kengetal of checklist Er is geen landelijk bekende norm voor buitensportterreinen. Op basis van lokale ervaring is een norm van 1.5 buitensportterrein, inclusief accommodatie, per 10.000 inwoners te destilleren. Per kern van minstens 1200 inwoners kan er ook een buitensportterrein worden gerealiseerd, op basis van de vraag van en aanwezigheid van sportverenigingen. De omvang van een buitensportterrein is niet goed aan te duiden, omdat deze sterk kan verschillen per soort sport. Landelijk is er een gemiddelde van 0,8% van de openbare ruimte in stedelijk gebied gereserveerd voor sportterreinen. Kanttekeningen De robuustheid van de norm voor buitensportterreinen is zwak. Inhoudelijk is er echter veel voor te zeggen de vraag naar buitensportterreinen zoveel mogelijk te accommoderen. Het gaat hier bij uitstek om een domein waar dragers en schragers van leefbaarheid en sociale samenhang, zoals gezinnen met kinderen en vitale ouderen, intensief betrokken zijn of betrokken kunnen worden. Daarbij is het overigens wel zaak om op stedelijk niveau rekening te houden met de locatie van de terreinen. De verbanning van grote sportterreinen naar de periferie van de stad kan negatieve effecten hebben van de sportvereniging als bindend element. Kengetal 1.5 sportterrein per 10.000 inwoners op stedelijk niveau. 1 sportterrein per kern van minstens 1200 inwoners. 0.8% van openbare ruimte. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek Goes: aantal inwoners Goes: openbare ruimte Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * * 36714 0.8% van 5.000 ha.**
Kengetal per wijk of kern
1
0 1 (De Weitjes) 1 (Schaatsbaan) 0 122412 m2 0 0 0 0 0 0 0 0 7 buitensportterreinen 286.544 m2 0 100228 m2 0 0 26738 m2
0 1
13560 m2 23606 m2
5 buitensportterreinen 400.000 m2.
812 1290 1383 536 1572 1298 2236
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie***
1 0
40
*: Geen gegevens bekend/Wijk in ontwikkeling **: De totale oppervlakte van de gemeente Goes bedraagt 10.204 ha (CBS-opgave). Normaal is grofweg 50% bestemt als openbare ruimte en 50% voor woningbouw, bedrijventerreinen etc. ***: Goes kent een relatief groot oppervlak aan openbare ruimte ten opzichte van de generieke norm die op stedelijk gebied is gebaseerd.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
41
Zwembaden De voorziening Zwembaden kunnen verschillende verschijningsvormen aannemen. Het kan gaan om een aangekleed subtropisch zwemparadijs of om een simpel wedstrijdbad. Zwembaden kunnen particulier worden geëxploiteerd of met subsidie van de gemeente worden aangeboden. Het voedingsgebied voor een behoorlijk zwembad met meerdere baden en voorzieningen is over het algemeen regionaal en beweegt zich op het niveau van circa 80.000 inwoners. De norm, het kengetal of checklist 1 Zwembad met regionale functie per 80.000 inwoners. Kanttekeningen De norm is niet hard. Dit heeft vooral te maken met het voedingsgebied voor recreatief zwemmen, met het gebruik van het zwembad door scholen en sportverenigingen en met de kwaliteit en uitstraling van het zwembad. Aangezien Goes een regionale functie heeft voor circa 100.000 bewoners van de Bevelanden en een toeristische functie heeft in de zomermaanden kan Goes in ieder geval 1 multifunctioneel zwembad herbergen. Kengetal 1 door de gemeente gefinancierd multifunctioneel zwembad per 80.000 inwoners (voedingsgebied) Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners + voedingsgebied Goes 36714
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie
1
42
Veilig Wonen De voorziening Een veilige leefomgeving is een cruciale factor als het gaat om leefbaarheid en sociale samenhang. Bij veiligheidszorg is een integrale benadering een belangrijke voorwaarde om tot een daadwerkelijk veilige leefomgeving te komen. Daarvoor is aandacht nodig voor het voorkomen van criminaliteit, sociale veiligheid, verkeersveiligheid, milieu, brandpreventie. Maar bijvoorbeeld ook voor een ketenaanpak in de veiligheidsketen en voor een evenwicht tussen preventie en repressie (inclusief de afdoeningen). Een deel van de normering op dit terrein is direct terug te vinden in het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). Dit stelt eisen aan de woning, het wooncomplex en aan de omgeving. Met name voor de omgeving draagt de gemeente direct verantwoordelijkheid. In het PKVW worden systematische eisen gesteld aan het beheer van de woonomgeving, de openbare verlichting, parkeren, achterpaden (de basiseisen) en de routes voor langzaam verkeer, tunnels en onderdoorgangen, parkeergarages, het stallen van fietsen, haltes voor het openbaar vervoer, speelplaatsen voor jongeren en straatmeubilair, publiektrekkende voorzieningen en graffiti. Voor het PKVW kan een certificaat worden aangevraagd. Natuurlijk garandeert het Keurmerk niet dat de woninginbraken, overlast en andere vormen van ‘buurtdreiging’ in de woonomgeving ophouden te bestaan. Maar de kans op dergelijke vormen van criminaliteit kan wel behoorlijk worden verkleind. Het PKVW maakt onderscheid tussen nieuwbouw en bestaande bouw. In nieuwbouwgebieden is nog alles mogelijk. Ingrepen in woning of omgeving zijn eenvoudig te realiseren. Sinds 2002 wordt standaard bij bouwprojecten als randvoorwaarde opgenomen: 'De gemeente streeft er naar woonwijken en woningen te ontwikkelen volgens het concept van integrale veiligheid en te bouwen overeenkomstig het Politiekeurmerk Veilig Wonen®'. Daarnaast wordt - indien van toepassing - in de exploitatie- en/of koopovereenkomst bouwgrond uitdrukkelijk het volgende voorschrift opgenomen: 'De te bouwen woningen moeten ontworpen en gerealiseerd worden conform de richtlijnen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen®'. Bij bestaande bouw is ingrijpen in de woning of omgeving lastig. De gemeente heeft hierop veel minder invloed. Ingrepen zijn kostbaar en de zeggenschap over de verantwoordelijkheid voor woning, complex, beheer en omgeving is versnipperd. De gemeente kan stimuleren om maatregelen te nemen, maar niet afdwingen. De norm, het kengetal of checklist Elke wijk en elke kern is gecertificeerd volgens het PKVW (www.politiekeurmerk.nl). Voor bestaande wijken geldt het Keurmerk bestaande bouw, voor nieuwe wijken het Keurmerk nieuwbouw. Kanttekeningen Het PKVW focust sterk op beheersmatige aspecten van de fysieke omgeving. Veiligheid is echter voor een deel afhankelijk van de sociale samenhang, de verloedering van een buurt en de mate waarin bewoners elkaar kunnen en durven aan te spreken op ongewenst en gewenst gedrag. Investeren in veiligheid vergt dan ook tegelijkertijd investeren in het sociaal weefsel van een buurt of kern. Daaraan dragen veel andere voorzieningen binnen dit prestatieveld ook aan bij. Op het niveau van wijken en buurten is het Politiekeurmerk nog niet ingevoerd. Wel zijn veel afzonderlijke woningen voorzien van het certificaat ‘veilige woning’. Bij nieuwbouwwijken legt de gemeente de bewoners wel op voor certificering zorg te dragen. Kengetal Certificering van alle buurten en kernen volgens het PKVW op het niveau van de woonomgeving. Certificering op het niveau van woning en complex is de verantwoordelijkheid van eigenaar/bewoners, (ver)huurders en beheerders.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
43
Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek Wilhelminadorp
Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
Feitelijke situatie: Woning
1 1 1 1 1 1 1 1 1
Feitelijke situatie: Woonomgeving 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 1
1 1 1 1
1 0 1 1
812
1
1
0
1290 1383
1 1
1 1
0 0
Nieuwbouw Schan se II 23 certifi caten ** **
536 1572
1 1
1 1
0 0
** **
1298
1
1
0
**
2236
1
1
0
**
Referentiegegevens: Niet van toepassing 2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739
Kengetal per wijk of kern: woonomgeving 1 1 1 1 1 1 1 1 1
* * * *
Kengetal per wijk of kern: woning
** ** ** ** ** ** ** ** Nieuwbouw > 145 certifi caten 100 ** ** **
*: Wijk in ontwikkeling **: Keurmerk voor veilige woning soms aanwezig
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
44
Sociale Veiligheid De voorziening Met sociale veiligheid gaat een veelheid van voorzieningen en diensten gepaard. Hier gaat het om sociale veiligheid zoals die door bewoners onderling kan worden gewaarborgd. Het gaat dan bijvoorbeeld om buurtpreventieteams, vroegsignalering van onveiligheid door bewoners of andere vormen van bewonersbetrokkenheid bij de sociale veiligheid in hun woonomgeving. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm. De gemeente kan er beleidsmatig voor kiezen om vroegsignalering en buurtpreventie in het kader van het veiligheidsbeleid in buurten en dorpen te ondersteunen. Kanttekeningen Vroegsignalering door bewoners en buurtpreventie hebben alleen zin als er nauwe samenwerking is tussen vrijwillige burgerverbanden en professionele inzet (met name van politie en wooncorporaties). Dat loopt via het opbouwen van dossiers tot afspraken over directe actie bij meldingen van overlast en criminaliteit. De regie hierin zal altijd moeten liggen bij de gemeente (veiligheidscoördinator).
Kengetal Ondersteuning en facilitering van vroegsignalering en buurtpreventie door bewoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Niet van toepassing
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
812 1290 1383 536 1572
1 1 1 1 1
0 0 0 0 0
1298 2236
1 1
0 0
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
45
Coffeeshops De voorziening Een Coffeeshop is een voorziening waar op semi-legale basis softdrugs kunnen worden gebruikt en verhandeld (met een maximum van 5 gram per klant). De norm, het kengetal of checklist Voor Coffeeshops zijn geen echte landelijke normen beschikbaar. Voor het verhandelen van softdrugs geldt een gedoognorm van 5 gram. In het kader van het prestatieveld Leefbaarheid is de norm over de lokatie van Coffeeshops ten opzichte van onderwijsaccomodaties relevant. In de nabijheid van scholen (in een straal van 500 meter) mogen geen Coffeeshops aanwezig zijn. Kanttekeningen Coffeeshops zorgen voor regulering van een potentieel illegale markt, waarin veel criminele activiteiten plaatsvinden. Beheer en toezicht door de branche én door de politie is een cruciale factor om Coffeeshops een positieve plek te kunnen geven in het leefbaarheidsbeleid.
Kengetal Minstens 1 Coffeeshop in een stedelijk gebied Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Niet van toepassing Goes
Kengetal per wijk of kern
36714
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 2
46
Kindlint De voorziening Kinderen spelen steeds minder buiten. Open plekken in de stad worden steeds vaker bebouwd of gebruikt als parkeerplaats. Het gevolg is dat er steeds meer ‘binnenkinderen’ komen. Om deze trend te keren is het Kindlint ontwikkeld: een netwerk van verkeersveilige, speelvriendelijke en sociaal veilige routes waarlangs kinderen zelfstandig naar opvang-, onderwijs-, en vrijetijdsvoorzieningen kunnen lopen of fietsen. Het Kindlint minimaliseert conflictsituaties met andere weggebruikers. Daardoor ontstaan veilige verbindingen tussen huis, school, speelplek en vrijetijdsvoorziening. Het Kindlint verschaft niet alleen zelfstandigheid en bewegingsvrijheid, maar vergroot bovendien de actieradius van kinderen in de eigen buurt. Het Kindlint wordt gerealiseerd met behulp van afrasteringen, bestrating, borden, speeltoestellen, water en groen en obstakels (tegen snelverkeer). Het Kindlint kan goed gecombineerd worden met de inrichting van obstakelvrije openbare ruimte in het kader van een Woonservicezone (zie prestatieveld 6). De norm, het kengetal of checklist Kindlint in kinderrijke buurten en kernen, op basis van een analyse van looproutes en behoefte van bewoners. Kanttekeningen Het aanleggen of voorbereiden van een kindlint is een goede en gerichte manier om met bewoners en voorzieningen in een buurt of kern in gesprek te komen. Overigens is een kindlint goed in te passen in een breder beleid voor de inrichting van de woonomgeving dat bijvoorbeeld samen met een Brede school of woon-servicezone kan worden ontwikkeld. Kengetal Kindlinten in kinderrijke buurten en kernen (voorziening) in overleg met bewoners en voorzieningen (proces) Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aandeel kinderen < 14 in % (en N) Centrum 8 (214) Oost 14 (779) Zuid 10 (430) West 26 (1005) Goese Polder 21 (1439) Noordhoek 18 ( 275) Goese Meer 15 (154) Overzuid 29 (301) Ouverture 35 (259) Aria * Mannee * Goese Schans * Riethoek *
Kengetal per wijk of kern**
Wilhelminadorp 20 (162) Kloetinge 24 (310) Oostmolenpark (Kloetinge) 21 (290) Kattendijke 18 (97) ‘s-Heer Arendskerke en 18 (353) Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 21 (191) Wolphaartsdijk en Oud 14 (483) Sabbinge *: gegevens niet beschikbaar **: er is een ondergrens gehanteerd van 20% kinderen < 14 jaar
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
0 0 0 1 1 0 0 1 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1 1 1 0 0
0 0 0 0 0
1 0
0 0
47
Verkeersveiligheid De voorziening Als het om veiligheid gaat, dan speelt verkeer een belangrijke rol. De vereniging Veilig Verkeer Nederland (VVN) bijvoorbeeld, voert campagne onder het motto ‘Dertig maakt je buurt weer prettig’ om de verkeersveiligheid in buurten te verhogen. Met de campagne roept VVN burgers op om zich in te zetten voor een verkeersleefbare omgeving, door samen met de gemeente publieksacties te organiseren. Naast snelheidsremmende maatregelen (drempels, uitritconstructies, rotondes en ‘punaises’) wordt ook aandacht besteed aan verbetering van de verblijfskwaliteit door verkeerscirculatiemaatregelen (met behulp van paaltjes, borden of afrastering). Met name voor kinderen is een verkeersveilige woonomgeving zeer belangrijk. Daarnaast is de verkeersveiligheid op het niveau van de kernen vaak een belangrijke component in de veiligheidsbeleving. De norm, het kengetal of checklist Verkeerscirculatieplan, inclusief snelheidsremmende maatregelen, voor elke wijk en kern is samenspraak met bewoners. Hiervoor kan voor een deel teruggevallen worden op het PKVW en op informatie die bij VVN verkrijgbaar is (www.Veiligverkeernederland.nl). Om te komen tot verkeersveilige en daarvan afhankelijke leefbare situaties zijn een lage feitelijke snelheid van het autoverkeer en een niet te hoge verkeersintensiteit belangrijke voorwaarden. Voor de snelheid geldt dat deze in woonstraten maximaal op circa 30 km/uur mag liggen. Kanttekeningen Het gaat hier niet zozeer om een norm, als wel om een checklist, de beschikbaarheid van het verkeerscirculatieplan en het overleg met bewoners hierover. Het feit dat samen met bewoners aan het probleem van de verkeersveiligheid aandacht wordt besteed is, naast de directe effecten op de veiligheid, ook belangrijk voor de sociale samenhang en leefbaarheid. De gemeente Goes heeft in het GVVP normen opgenomen op basis van diverse leebaarheidsindicatoren (zie: ), waardoor Goes aan de landelijke richtsnoeren meer dan voldoet. Kengetal Per wijk en per kern een verkeerscirculatieplan, inclusief snelheidsremmende maatregelen en een norm voor verkeersintensiteit, opgesteld in samenspraak met bewoners. In woonstraten een maximum snelheid van 30 km/uur. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern
Referentiegegevens: Aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
812 1290 1383 536 1572 1298 2236
1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
48
Winkelstrips en winkels voor dagelijkse levensbehoeften/buurtsuper plus De voorziening De aanwezigheid van (kleine) winkelstrips op het niveau van de buurt en een winkel voor dagelijkse levensbehoeften op het niveau van een dorp zijn vanuit het perspectief van werkgelegenheid geen aansprekende banenmachine. Vanuit het perspectief van sociale samenhang en leefbaarheid zijn dergelijke voorzieningen echter wel van groot belang. Als dergelijke bedrijven vitaal aanwezig zijn in een buurt of kern kunnen zij betekenisvol zijn voor weinig mobiele groepen (ouderen), als ontmoetingsplek en als radar voor (sociale) problematiek in een buurt of kern. De norm, het kengetal of checklist 1 Winkelstrip of winkel voor dagelijkse levensbehoeften per wijk of kern (minimumnorm). Kanttekeningen Deze norm is niet gebaseerd op het benodigde economische draagvlak. Uitgaande van een minimaal benodigde oppervlakte van 250 m2, een omzet van €27.500, - per week en een marktaandeel van 30%, zijn er 2500 inwoners nodig om een supermarkt draaiende te houden. Deze norm kan worden teruggebracht door bijvoorbeeld te werken met de buurtsuper-plusformule, waar de winkel voor een deel wordt geëxploiteerd in samenwerking met een zorginstelling (dagbesteding voor licht verstandelijk gehandicapten). Ook kan voor de kleine kernen gekeken worden of er combinatiescenario’s mogelijk zijn met horeca, dorpshuis, school of kerk. Kengetal 1 Winkelstrip of winkel voor dagelijkse levensbehoefte per wijk of kern. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig 0 0 0 0 0 Gepland Gepland -
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
812 1290 1383 536 1572
1 1 1 1 1
0 Aanwezig 0 0 Aanwezig
1298 2236
1 1
0 Aanwezig
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
49
Weekmarkt (kleinschalig) De voorziening Een weekmarkt verhoogt de levendigheid van een stad, wijk of buurt en trekt burgers aan uit een breder gebied. Het is mogelijk de weekmarkten zodanig in te richten dat zij ook betekenis hebben voor de ontwikkeling van kleinschalige bedrijvigheid (en dus werkgelegenheid) voor de onderkant van de arbeidsmarkt en voor het stimuleren van kleinschalig ondernemerschap. Op het niveau van de kernen kunnen weekmarkten een impuls hebben voor de toeristische industrie. De norm, het kengetal of checklist Afhankelijk van het seizoen en de beschikbare ruimte 2 weekmarkten verspreid over de stad Goes. Weekmarkten in de kernen seizoensafhankelijk. Kanttekeningen De norm is niet robuust, maar afhankelijk van beleidskeuzes. Kengetal 2 kleinschalige weekmarkten gespreid over Goes. Weekmarkt in kernen afhankelijk van voedingsgebied en toeristische functie (zomer) Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners + voedingsgebied Goes 36714 en regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
2
Feitelijke situatie
2
50
Cafés en restaurants De voorziening Cafés en restaurants zijn commerciële horecavoorzieningen, die bij goede exploitatie voor levendigheid en vitaliteit van een wijk of dorp kunnen zorgen. Zij kunnen ook de toeristische aantrekkelijkheid van een dorp of stad vergroten. In sommige gevallen kan een horecagelegenheid ook als ontmoetingsplaats in een wijk of dorp functioneren of accommodatie bieden aan het verenigingsleven. Met name in dorpen kan een horecagelegenheid een spilfunctie vormen in de dorpsgemeenschap. Daarnaast kunnen restaurants en café’s bijvoorbeeld een rol spelen in de maaltijdvoorziening in woonservicezones (zie ook prestatieveld 6) of als “sociaal restaurant”een functie hebben in werkgelegenheidsprojecten of bij een zinvolle dagbesteding van mensen met een beperking. De norm, het kengetal of checklist Voor deze voorziening is geen norm gegeven. Wel kan een gemeente ervoor kiezen een stimuleringsbeleid te voeren om horecagelegenheden te spreiden over de stad en de dorpen of om ze juist te concentreren in het centrum. Kanttekeningen Gegeven de opbouw van de gemeente Goes en haar dorpenstructuur ligt het voor de hand om een zekere spreiding van horecagelegenheden over de stad en de dorpen te bevorderen. Bij vestiging van horecagelegenheden in wijken en dorpen moet altijd nauwkeurig aandacht worden geschonken aan parkeergelegenheid, voldoende aanrijmogelijkheden en de sociale veiligheid. Indien nodig moeten met exploitanten afspraken worden gemaakt over inperking van mogelijke overlast en sociaal beheer, eventueel gekoppeld aan het vergunningenstelsel. Kengetal Geen kengetal. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Niet van toepassing
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West
2680 5566 4303 3866
Aanwezig Niet aanwezig Aanwezig Aanwezig (Ter Valcke) Aanwezig Aanwezig Niet Aanwezig Niet Aanwezig Niet Aanwezig
Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek Goes
6852 1525 1026 1038 739 * * * *
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
812 1290 1383 536 1572
Aanwezig Aanwezig Niet Aanwezig Aanwezig Aanwezig
1298 2236
Aanwezig Aanwezig
Stimuleren en controleren (vergunningenbeleid). Aanwezigheid in de kernen en buurten
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
51
Woon-werkpanden / woonwerkwoningen De voorziening Kleinschalig ondernemerschap zorgt voor vitaliteit in een buurt. Vaak gaat het om dienstverlenende bedrijfjes aan huis. Met de huidige monofunctionele woonbuurten is er echter nauwelijks ruimte om de wijkeconomie op te laten bloeien. De meeste woonpanden bieden niet de ruimte om dergelijke activiteiten te ontplooien. Daarom is het belangrijk om bij nieuwbouw een aantal panden in te plannen die deze mogelijkheid wel bieden en soepel om te gaan met eventuele bestemmingswijzigingen. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen woon-werkpanden (woningen die bij het eigen bedrijf worden gebouwd, bijvoorbeeld op een bedrijventerrein) en woon-werkwoningen (inpandige functiemenging wonen en werken in een woonwijk) De norm, het kengetal of checklist Voor deze voorziening is geen kengetal te geven. Bij nieuwbouw kunnen woon-werkpanden / woonwerkwoningen worden ingepland. Bij bestaande bouw kan ruimte worden gegeven voor mogelijke bestemmingswijzigingen. Kanttekeningen Bij bestaande bouw moet ruimte gegeven worden voor bestemmingswijzigingen. Daarbij moet echter wel nadrukkelijk rekening worden gehouden met de inpasbaarheid in de buurt. Meestal zijn bedrijfjes die gericht zijn op persoonlijke dienstverlening inpasbaar (fysiotherapie, logopedie, (dieren)arts, accountant etc.), maar onderhoudsbedrijven (garages e.d.) niet. Kleine aannemersbedrijven of klussenbedrijven met opslagcapaciteit in een wijk zijn onder voorwaarden wel in een wijk toe te staan. Factoren waarmee altijd rekening moet worden gehouden zijn onder andere de fysieke druk op de woonomgeving, de flexibiliteit van de inrichting en het gebruik van de panden, betaalbare grondprijzen en niet te grote aantallen van eenzelfde soort bedrijven in één wijk.
Kengetal Geen kengetal. Inplannen bij nieuwbouw. Ruimte geven bij bestemmingswijziging. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Niet van toepassing Centrum
2680
Oost
5566
Zuid
4303
West
3866
Goese Polder
6852
Noordhoek
1525
Goese Meer
1026
Overzuid
1038
Ouverture
739
Kengetal per wijk of kern Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie Aanwezig
0
0
Aanwezig
0
0
0
Aanwezig
Aanwezig
52
Aria
*
Mannee
*
Goese Schans
*
Riethoek
*
Wilhelminadorp
812
Kloetinge
1290
Oostmolenpark (Kloetinge)
1383
Kattendijke
536
‘s-Heer Arendskerke en Eindewege
1572
’s-Heer Hendrikskinderen
1298
Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
2236
inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen Aanwezigheid inplannen en bevorderen
Ingepland
Ingepland
Ingepland
Ingepland
0
Aanwezig
0
0
0
0
0
*: Wijk in ontwikkeling/gegevens niet beschikbaar
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
53
Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) De voorziening Een Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) moet goed toegankelijk en bereikbaar zijn. Koppeling aan de gemeente ligt voor de hand. De norm, het kengetal of checklist Eén CWI op circa 150.000 bewoners. In de gemeente Goes moet, gegeven de regiofunctie, minstens één loket aanwezig zijn. Kanttekeningen De norm is landelijk gegeven. Goes moet minstens één loket hebben. De informatie over het CWI en de mogelijkheden om van de diensten gebruik te maken moet in de wijken en kernen breed toegankelijk zijn, bijvoorbeeld via bibliotheekvoorzieningen, welzijnsaccommodaties en het maatschappelijk werk. Via het CWI kunnen overigens een breed scala aan activeringstrajecten worden aangeboden (die echter eerder onder prestatieveld 5 zijn te scharen).
Kengetal 1 CWI per 150.000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners + voedingsgebied Goes 36714 en regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie
1 in Centrum
54
2. Preventieve voorzieningen voor de jeugd Onder de preventieve voorzieningen voor jeugd worden veelal de voorzieningen voor O&O (opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering) geschaard. Voor de Goese Norm trekken we dit prestatieveld breder. Ook de schoolse activiteiten komen binnen dit domein aan de orde, evenals de algemene voorzieningen voor jongeren (JOPs, speelplekkenbeleid, kinderdagverblijven). Omdat het belang van programmatische clustering en ketensamenwerking juist bij preventieve jeugdzorg cruciaal is, benoemen we in dit prestatieveld ook de voorzieningen voor jeugdzorg. Onder het prestatieveld “Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden” scharen we dan de volgende voorzieningen:
Onderwijs: o Basisonderwijs o Voortgezet onderwijs o Vervolgonderwijs/ROC o Speciaal onderwijs o HBO/WO Voor- en naschools: o Kinderopvang o Peuterspeelzaalwerk o Buitenschoolse opvang Algemeen preventief jeugdbeleid: o Speelplekken o Cruyff-courts, Krajicek-playgrounds o Jeugd- en jongerencentra o Jongerenwerk o JOP’s o Foyer de Jeunesse o HALT-bureau Jeugdzorg: o Bureau jeugdzorg en aanpalende voorzieningen o Time-out en reboundvoorzieningen o Jeugdgezondheidszorg: Consultatiebureaus (0-4 jaar) o Jeugdgezondheidszorg/GGD (4-19 jaar) o Centra voor jeugd en gezin Clusterregie: o Brede School en Dorpsschool
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
55
Basisonderwijs De voorziening Het Ministerie van OC&W heeft voor elke gemeente een minimaal aantal leerlingen per basisschool vastgesteld. Deze zogenaamde opheffingsnorm is gerelateerd aan de leerlingdichtheid van de gemeente en is voor elke gemeente anders. Voor het stichten van een school zijn meer leerlingen nodig, namelijk 10/6 van de opheffingsnorm, met een minimum van 200 leerlingen. De norm, het kengetal of checklist De stichtingsnorm voor Goes is 200. De opheffingsnorm voor Goes is 88 leerlingen. Kanttekeningen De norm is door het Ministerie van OC&W vastgesteld en is vanuit dat oogpunt robuust. De vertaling in de onderstaande matrix betreft telkens het aantal scholen met 8 groepen (dus een school die bestaat uit één klas voor elke groep 1-8). Complicerende factor is de spreiding van de basisscholen over de verschillende denominaties.
Kengetal Stichtingsnorm 1 School per circa 200 kinderen in de basisschoolleeftijd (1 groeps). De opheffingsnorm in Goes bedraagt 88 leerlingen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: kinderen 4-12 (N)
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
91 507 248 310 880 147 101 228 180 * * * *
1 3 1 1 4 1 1 1 1 Nader vast te stellen Nader vast te stellen Nader vast te stellen Nader vast te stellen
0 4 1 1 3 1 0 0 2 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal *: Kengetallen nog nader te bepalen
104 157 196 55 138
1 1 1 0 1
1 1 0 1 1
104 199
1 1
1 3
3970
20
20
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
56
Voortgezet onderwijs De voorziening Het voortgezet onderwijs omvat alle schooltypes van VMBO tot en met Gymnasium. Het onderwijs is over het algemeen geclusterd in brede en grootschalige onderwijsvoorzieningen. De norm, het kengetal of checklist De landelijke norm is 1 school met een omvang van 1268 leerlingen op stedelijk niveau met een breed spectrum aan onderwijsniveaus. Kanttekeningen Deze norm is voor Goes moeilijk in te vullen op basis van de demografische kengetallen, omdat Goes een regionale functie heeft die uitstijgt boven Goes en haar kernen. De huidige vier scholen voor voortgezet onderwijs worden als norm benoemd. De ontwikkeling van de invulling van het voortgezet onderwijs als brede school is gaande. Dat wil zeggen dat de scholen een maatschappelijke functie vervullen voor de wijk of de stad door hun expertise aan te wenden in de zorg, veiligheid, sport, bijvoorbeeld door middel van maatschappelijke stages. De scholen in Goes nemen dergelijke acties op dit moment op eigen initiatief. Hieraan is door de gemeente in Goes nog geen concrete invulling gegeven. Kengetal 1 School per 1268 leerlingen op stedelijk niveau. Het huidige aantal leerlingen in het VO in Goes is op dit moment 6725 Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal leerlingen voortgezet onderwijs (13-18 jaar)* Goes 6725
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
4
5: Ostrea Bergweg, Pontes (Oost); Ostrea, Groencollege (Zuid); Calvijncollege (West)
*: Inclusief regionale functie voor de Bevelanden
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
57
Vervolgonderwijs/ROC De voorziening Het vervolgonderwijs heeft op minstens drie manieren betekenis binnen de Wmo. In de eerste plaats is het vervolgonderwijs bij uitstek een locatie waar signalering en opvang van jongeren met problemen plaats kan vinden. Hiertoe kan worden samengewerkt met bijvoorbeeld het Bureau Jeugdzorg en het maatschappelijk werk. In de tweede plaats kan het (voortgezet) vervolgonderwijs ook als Brede School functioneren, bijvoorbeeld door een koppeling te maken tussen beroepsopleidingen en maatschappelijke stages in en voor de samenleving (ondersteuning bij sportverenigingen, veiligheidszorg en zorg voor ouderen). Tenslotte is het vervolgonderwijs cruciaal voor het behalen van startkwalificaties voor de arbeidsmarkt voor grote groepen jongeren, zodat zij volwaardig kunnen participeren aan de samenleving. De norm, het kengetal of checklist Geen norm. Kanttekeningen Voor deze voorziening is geen kengetal te benoemen. Omdat Goes een regionale functie heeft, zal zij minstens een uitgebreid ROC moeten vestigen. Dat is ook daadwerkelijk het geval (ROC Zeeland). Daarnaast zijn er het Groen College en het Hoornbeeck college (een voorziening voor vervolgonderwijs op reformatorische grondslag) gevestigd. Kengetal Geen kengetal. Is afhankelijk van de regionale, of zelfs landelijke, positie van de gemeente Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Soort Onderwijs Goes
MBO (reformatorisch) MBO (regulier) MBO (sportopleiding) MBO (groen onderwijs)
Feitelijke situatie Hoornbeeck college ROC-Zeeland CIOS Groen College
Aantal leerlingen n.n.b. 2332 1122 n.n.b.
* gegevens niet beschikbaar
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
58
Speciaal onderwijs De voorziening Speciaal onderwijs is een onderwijsvorm die voorziet in onderwijs aan kinderen die het regulier onderwijs niet kunnen volgen vanwege een handicap of vanwege ernstige gedragsproblemen (zeer moeilijk opvoedbare of lerende kinderen (zmok/zmlk). Er zijn scholen voor speciaal basisonderwijs (sbao) en voor voortgezet speciaal onderwijs (svo). De laatste jaren wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk kinderen in het reguliere onderwijs te plaatsen of voor het reguliere onderwijs te behouden. Zij krijgen daartoe wel extra faciliteiten (het zogenaamde rugzakje). Instroom van leerlingen in het speciaal onderwijs gebeurt op basis van een indicatiestelling door het zogenaamde Regionaal Expertisecentrum (rec). De norm, het kengetal of checklist In principe moeten leerlingen die geïndiceerd zijn voor het speciaal onderwijs daar ook geplaatst kunnen worden. Het aantal geïndiceerde leerlingen bepaalt dus het aantal leerling-plaatsen. Kanttekeningen Het speciaal onderwijs kampt met wachtlijstproblematiek, die echter een dalende tendens lijkt te vertonen. Voor een deel komt dit ook door veranderde definities bij de indicatiestelling, voor een deel door het Weer Samen Naar School-traject, waarbij zorgleerlingen zoveel mogelijk in het reguliere onderwijs worden geplaatst. Het voedingsgebied voor het speciaal onderwijs is regionaal en provinciaal.
Kengetal Aantal geïndiceerde leerlingen Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Soort onderwijs Centrum Oost Zuid
West
Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Waterstad Riethoek Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ’s-Heer Arendskerke ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal
Leerlingen SO
Leerlingen BO
Leerlingen VO
Regulier onderwijs De Vliedberg (38) De Wissel (63 Regulier onderwijs De Tweern Deltaschool De Kring Regulier onderwijs Regulier onderwijs De Sprienke Regulier Onderwijs -
0 0 38 63 0 118 23 7 0 0 0 16 0 0 0 0 0
0 17 0 0 4 0 0 0 18 5 0 0 9 0 0 0 0
0 13 0 0 7 0 0 0 9 0 0 0 0 0 0 0 0
Regulier onderwijs Regulier onderwijs Ithaka Regulier onderwijs Regulier onderwijs Regulier onderwijs Regulier onderwijs
0 0 42 0 0 0 0
6 5 0 1 3 1 6
0 0 0 0 0 0 0
307
75
29
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
59
HBO/WO De voorziening Hoger Beroepsonderwijs en Wetenschappelijk Onderwijs wordt aangeboden via respectievelijk Hoge Scholen en Universiteiten. De voorzieningen zijn niet stedelijk gebonden, maar hebben een regionale, provinciale of landelijke betekenis. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm. Op provinciaal niveau is het wenselijk dat er enkele Hogescholen aanwezig zijn met een breed aanbod. Kanttekeningen Bij Hogescholen bestaat de tendens om via fusie en concentratie grote en centrale vestigingen te creëren. Voor Goes zou kunnen worden onderzocht of er (weer) een dependance van de Hogeschool Zeeland gevestigd kan worden. Gegeven de regionale functie en profilering van de gemeente Goes is het wenselijk een (thematisch gerichte) dependance van de Hogeschool te vestigen.
Kengetal Geen kengetal. Aanwezigheid gewenst van een breed aanbod aan leergangen via het Hoger Beroeps Onderwijs op provinciaal niveau. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Niet van toepassing/ voedingsgebied Goes
Kengetal per wijk of kern 1 dependance van de Hogeschool Zeeland
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
0
60
Kinderopvang De voorziening Kinderopvang is een opvangvoorziening voor kinderen van 0-4 (tot en met 4 jaar). Kinderopvang is over het algemeen een voorziening die geen wijk- of kerngebonden karakter heeft, maar op stedelijk niveau wordt aangeboden. De voorziening is er mede op gericht om arbeidsparticipatie van ouders mogelijk te maken. Kinderopvang laat zich in principe goed combineren met andere voorzieningen als basisonderwijs en speeltuinwerk en welzijnswerk. De norm, het kengetal of checklist De norm is gebaseerd op een landelijk ontwikkeld model, dat toegesneden is op een aantal gemeentekenmerken als het aantal kinderen van 0-4, de bevolkingsdichtheid, het percentage huishoudens met kinderen, het percentage hoger opgeleiden en tweeverdieners, het percentage huishoudens met een laag inkomen. Via www.scp.nl/onderzoek/kinderopvang is de norm exact te berekenen. Voor Goes komt men met dit gewogen model uit op circa 22 plaatsen per 100 kinderen van 0-4. Kanttekeningen Er is een tendens om ook kinderopvang meer wijk- of buurtgebonden plaats te laten vinden. Daarnaast wordt er meer aandacht besteed aan de kwaliteit van het pedagogisch klimaat in de kinderopvang. Er zijn verschillende certificeringmogelijkheden om kwaliteitsnormering in de kinderopvang tot stand te brengen (bijvoorbeeld de HKZ-certificatie). In een aantal gemeenten wordt kinderopvang gecombineerd met de locatie van een verzorgings- of verpleeghuis in het kader van intergenerationeel beleid.
Kengetal Via ramingsmodel www.scp.nl/onderzoek/kinderopvang. 22 plaatsen per 100 kinderen van 0-4 Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal kinderen van 0-4 Centrum 30 Oost 225 Zuid 102
Kengetal per wijk of kern 6,6 plaatsen 49,5 plaatsen 22,4 plaatsen
Feitelijke situatie
West Goese Polder
152 325
33,4 plaatsen 71,5 plaatsen
Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
49 15 52 60 * * * *
10,8 plaatsen 3,3 plaatsen 11,4 plaatsen 13,2 plaatsen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen
0 16 (sneeuwwitje) 16 (ini-mini) 16 (Hasselbraam) 0 32 (pippeloentje) 14 (polderrakkertjes)* 0 0 0 62 (Jip en Janneke) 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud
43 62 61 24 63
9,5 plaatsen 13,6 plaatsen 13,4 plaatsen 5,3 plaatsen 13,9 plaatsen
0 52 (Ibbeltje) 0 0 18 (Tante Maps)
43 63
9,5 plaatsen 13,9 plaatsen
0 14 (Tjoekjes)**
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
61
Sabbinge Totaal *: Wijk in ontwikkeling **: 2-4 jaar
1369
301,2 plaatsen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
240 plaatsen
62
Peuterspeelzaalwerk De voorziening Peuterspeelzaalwerk is een voorziening die minder expliciet gericht is op de opvang van kinderen van werkende ouders en meer gericht is op het samen laten spelen van kinderen. Er zit meestal een opvoedkundige component in het werk. De norm, het kengetal of checklist 33 plaatsen per 100 0-4 jarigen Kanttekeningen De norm is gebaseerd op ervaringsgegevens van de gemeenten Breda en Utrecht. Het peuterspeelzaalwerk heeft zich ontwikkeld van een voorziening die vooral gebaseerd is op vrijwillige inzet van ouders tot een voorziening die met name opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering tot kerntaak heeft. Vanuit dit perspectief heeft de gemeente met name in de stad Goes een belangrijke taak om te zorgen dat het peuterspeelzaalwerk in combinatie met het regieconcept van de Brede School dekkend wordt aangeboden. Kengetal 33 plaatsen per 100 0-4 jarigen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal kinderen van 0-4 Centrum 30 Oost 225 Zuid 102 West 152 Goese Polder 325 Noordhoek 49 Goese Meer 15 Overzuid 52 Ouverture 60 Aria * Mannee * Goese Schans * Riethoek * Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal *: Wijk in ontwikkeling
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
11 74 34 50 107 16 5 17 20
66 33 90 66
43 62 61 24 63
14 21 20 8 21
16,5 57,75 16,5 16,5
43 63
14 21
24,75 37,5
1369
453
424,5
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
63
Buitenschoolse opvang (BSO) en Tussenschoolse opvang (TSO) De voorziening Buitenschoolse opvang is een voorziening die gericht is op kinderen in basisschoolleeftijd en een veilige en stimulerende opvang biedt vóór en na schooltijd en eventueel ook tussenschools. Met ingang van het schooljaar 2007/2008 zijn scholen verplicht deze voorziening aan te bieden als ouders aangeven daar behoefte aan te hebben. Deze buitenschoolse opvang moet dan in principe beschikbaar zijn van 07.00 uur tot 19.00 uur. Buitenschoolse opvang vindt meestal plaats buiten de school (maar dat hoeft niet), tussenschoolse opvang meestal op school. De norm, het kengetal of checklist Buitenschoolse opvang is een sterk vraaggestuurde vorm van kinderopvang. Er is geen landelijke norm voor beschikbaar. Doordat sinds 1 augustus 2007 scholen verplicht zijn deze vorm van opvang aan te bieden, kan als norm worden gesteld, dat elke basisschoollocatie BSO en TSO moet aanbieden voor alle kinderen en ouders die daaraan behoefte hebben. Vervolgens geldt voor 4-9 jarigen een leidster-kindratio van 1 op 10 en voor 8-12 jarigen een ratio van 1 op 15. Ingeval de opvang op school wordt aangeboden is de benodigde ruimte een gegeven. Kanttekeningen Buitenschoolse opvang kan goed op scholen worden aangeboden, maar soms gaat de voorkeur ernaar uit om dit op een locatie aan te bieden die juist geen schools karakter heeft. In het kader van de Brede School of een Netwerkschool biedt buitenschoolse opvang goede mogelijkheden voor combinaties met bijvoorbeeld sportverenigingen, scouting en speeltuinwerk. Veel scholen kopen BSO en TSO in bij professionele kinderopvanginstellingen. Ook is het mogelijk om BSO en TSO te organiseren met hulp van ouders of vrijwilligers. Kengetal BSO en TSO is beschikbaar bij elke basisschoollocatie (zie factsheet basisschool). Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens:Aanwezigheid basisschool per wijk of kern
Kengetal per wijk of kern
Centrum Oost
0 4
4
Zuid West Goese Polder
1 1 3
1 1 3
Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
1 0 0 2 0 0 0 0
1 0 0 2 0 0 0 0
Wilhelminadorp
1
1
Kloetinge
1
1
Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer
0
0
1 1
1 1
1
1
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
4 BSO (Ibbeltje, Sneeuwwitje, Kohnstammschool, Pr. Ireneschool) 1 BSO (Pardoes) 0 1 BSO (de Stampertjes) 0 0 0 1 BSO (Minoes) 0 0 0 0 1 BSO (Stamperius) 1 BSO (Torenkamertje) 0 0 1 BSO (Tante Maps) 0 64
Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
3
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
3
1 BSO (de Tjoekjes)
65
Speelplekken De voorziening Speelplekken kunnen een grote verscheidenheid aan vormen aannemen. Er zijn geformaliseerde speelplekken in de vorm van (beheerde) speeltuinen, maar ook kleinschalige en ongeplande speelplekken op het niveau van de straat. Veel voorzieningen bieden ook door meervoudig ruimtegebruik plaats voor speelruimte (denk aan de schoolpleinen, kerkpleinen, sportvelden). De norm, het kengetal of checklist Elke buurt en kern behoort voldoende speelplekken te hebben. Voor 0-6 jarigen moet er een speelplek zijn binnen een straal van 100 meter (blokniveau), voor 6-12 jarigen binnen een straal van circa 400 meter (buurtniveau), voor oudere kinderen is een hangplek en speelplek op wijkniveau voorhanden. Kanttekeningen De norm voor speelplekken is betrekkelijk robuust en gebaseerd op gedrag en actieradius van kinderen en jongeren. Op basis van de geschetste normering kunnen cirkels worden getrokken in de stad Goes en de kernen waarbinnen minimale voorzieningen voor jeugdigen voorhanden moeten zijn. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met de demografische gegevens. In kinderrijke buurten zal meer ruimte voor speelplekken moeten worden gerealiseerd. Kengetal Kleine speelplekken binnen een straal van 100 meter, grotere speelplekken binnen een straal van 400 meter. Per wijk en kern een gelegenheid voor oudere jeugd. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens (leeftijdscategorie 0-14 jaar in %) Centrum 8 Oost 14 Zuid 10 West 26 Goese Polder 21 Noordhoek 18 Goese Meer 20 Overzuid 31 Ouverture 35 Aria * Mannee * Goese Schans * Riethoek *
Kengetal per wijk of kern** -++ + + + ++ ++
Feitelijke situatie
Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen
Wilhelminadorp 20 0 Nader te bepalen Kloetinge 24 + Nader te bepalen Oostmolenpark (Kloetinge) 21 + Nader te bepalen Kattendijke 18 0 Nader te bepalen ‘s-Heer Arendskerke en 18 0 Nader te bepalen Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 21 + Nader te bepalen Wolphaartsdijk en Oud 14 Nader te bepalen Sabbinge *: gegevens niet beschikbaar **: Het exacte aantal (geformaliseerde) speelplekken en de lokatie moet op basis van demografische gegevens worden vastgesteld. Twee minnen geven aan dat er relatief weinig ruimte hoeft te zijn voor formele en informele spelpleken. Twee plussen geven aan dat er relatief veel ruimte moet zijn voor speelpleken. Een 0 geeft het gemiddelde aan.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
66
Cruyff-courts, Krajicek-playgrounds De voorziening De Courts en Playgrounds zijn door de respectieve landelijke stichtingen gesponsorde spel- en sportplekken in de wijk, die met name bedoeld zijn om kinderen in achterstandssituaties in de openbare ruimte samen te laten sporten. De Cruyff-courts worden gerealiseerd in samenwerking met de KNVB of een lokale sportvereniging en hebben een kunstgrasondergrond. De bijdrage is €50.000,uit de Cruyff-foundation. De Krajicek-playgrounds dienen globaal hetzelfde doel, maar hebben een andere opzet. Playgrounds moeten een sociaal veilige omgeving bieden voor de sportende kinderen. Deze veiligheid moet bestaan uit een bescherming tegen bijvoorbeeld het verkeer door hekwerk, maar ook uit een bescherming van waarden en normen t.o.v. andere kinderen. Een duidelijke begeleiding is aanwezig voor het welslagen van deze sociale veiligheid. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm voor de aanleg en beheer van deze voorzieningen. De verschillende “Foundations” hanteren wel duidelijke criteria voor het leveren van een financiële bijdrage (zie daarvoor de respectieve websites). Kanttekeningen De aanvraag voor een bijdrage moet gebaseerd zijn op een serieuze achterstandssituatie en een gebrek aan sportruimte in de wijk. Voor Goes kan gekeken worden of er een court of playground gerealiseerd kan worden in buurten met een relatief duidelijke achterstand. Daarbij gaat het volgens de statusscores met name om Goese.Polder en Zuid. In de kernen zijn met name ’s-Heer Arendskerke en Wolphaartsdijk relatief kwetsbaar. Kengetal Mogelijk 1 playground of court in enkele als achterstandsbuurt gekenmerkte buurten in stad Goes. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: statusscore
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
0,33 0,33 0.59 0.33 0,87 -1,47 -3,12 0,59 0,59 * * * *
0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge *: wijk in ontwikkeling
-0.68 -0.80 -0.74 0.32
0 0 0 0 1
0 0 0 0 0
-1.02 0.06
0 1
0 0
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
67
Jeugd- en jongerencentra De voorziening Een jongerencentrum is een voorziening waar jongeren gelegenheid wordt geboden voor ontmoeting, ontspanning en ontplooiing. Het is tegelijkertijd ook een vindplaats voor jongeren die potentieel in de problemen zouden kunnen komen. De jongerenwerker draagt er zorg voor dat het centrum als een veilige plek wordt ervaren, waar duidelijke regels gelden en het toezicht goed is geregeld. In een jongerencentrum worden activiteiten aangeboden voor verschillende leeftijdscategorieën. De norm, het kengetal of checklist Het Instituut Jeugd en Welzijn hanteert een norm van 1 grootschalig jongerencentrum op 100.000 inwoners en 1 kleinschaliger (buurtgericht) jongerencentrum op 10.000-15.000 jongeren. Kanttekeningen De norm is deels gebaseerd op ervaringsgegevens. Door het regionale voedingsgebied van Goes is er plaats voor 1 grootschalig jongerencentrum en 2 kleinschalige centra in de stad Goes. Mogelijk is er ruimte voor een kleinschalig jongerencentrum in één van de kernen.
Kengetal 1 Grootschalig jongerencentrum per 100.000 inwoners; 1 kleinschalig jongerencentrum per 10.00015.000 inwoners. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners + voedingsgebied Goes 36714 en regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern 1 grootschalig jongerencentrum; 2 kleinschalige jongerensozen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
3 kleinschalige jongerencentra: het Beest (Centrum), Brede School Goese Polder en Solid Ground (Goese Polder)
68
Jongerenwerk De voorziening Het jongerenwerk is een agogische werksoort, die gericht is op het bieden van en ondersteunen van jongeren op het terrein van ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en opvang. Het karakter van het jongerenwerk verschilt voor de verschillende leeftijdscategorieën en naar het type doelgroep. Naar leeftijdscategorieën kan er onderscheid worden gemaakt tussen 12-14-jarigen, 14-16-jarigen en 16+. Het type doelgroep kan leiden tot onderscheid in bijvoorbeeld meidenwerk, sportopbouwwerk, ambulant jongerenwerk, accommodatiegebonden jongerenwerk, jongerenwerk dat gericht is op voorlichting en advies en jongerenwerk, gericht op criminaliteitspreventie. De norm, het kengetal of checklist Op basis van het gemiddelde in acht middelgrote gemeenten zou er 1 fte aan jongerenwerk moeten zijn op 578 jongeren van 13-18 jaar. Voor Goes komt dit neer op circa 4,3 fte. Kanttekeningen In principe hoeft geen onderscheid gemaakt te worden tussen verschillende agogische werksoorten (jongerenwerk, sociaal-cultureel werk, opbouwwerk etc.). Jongerenwerk is echter wel een aparte discipline die kennis van de leefwereld van jongeren vergt, presentie op straat, en specifieke kennis van bijvoorbeeld radicalisering. Bij de zwaardere vormen van jongerenwerk, bijvoorbeeld gericht op probleemjongeren, is goede samenwerking met de wijkagent en zorgnetwerken, gericht op jeugdigen, onontbeerlijk Kengetal 1 fte per 578 jongeren van 13-18 jaar. De vorm van het jongerenwerk moet doelgroepgericht worden bepaald en ingezet. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal jongeren 1318 jaar* Centrum 61 Oost 351 Zuid 208 West 177 Goese Polder 673 Noordhoek 164 Goese Meer 126 Overzuid 101 Ouverture 71 Aria * Mannee * Goese Schans * Riethoek *
Kengetal per wijk of kern (fte)
Wilhelminadorp 45 Kloetinge 126 Oostmolenpark (Kloetinge) 103 Kattendijke 45 ‘s-Heer Arendskerke en 57 Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 45 Wolphaartsdijk en Oud 105 Sabbinge Totaal 2458* *: Wijk in ontwikkeling **: Vooralsnog is er geen inzicht in de inzet op wijk- of kernniveau
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
4,3 fte
Feitelijke situatie**
1.88 fte
69
JOP’s De voorziening Een Jongeren Ontmoetings Plek is een informele voorziening of plek waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten. Een JOP onderscheidt zich van een gewone informele ontmoetingsplek, doordat zij op enigerlei wijze (variërend van licht beheer tot het plaatsen van een accommodatie) door de gemeente wordt ondersteund en enige vorm van beschutting moet bieden. De norm, het kengetal of checklist Het instituut voor Jeugd en Welzijn hanteert een norm van 1:5.000 inwoners. Kanttekeningen In feite gaat het bij JOP’s om bijna onplanbare voorzieningen. Het is raadzaam om de JOP’s zo bescheiden mogelijk uit te voeren, in samenwerking met de jongeren, en in ieder geval goed te investeren in het beheer. Dat kan gebeuren door een jongerenwerker, maar ook bijvoorbeeld door de wijkagent, door de corporatie, door de reinigingsinspecteur of door een combinatie. In de stad Goes is ruimte voor 5 JOP’s op basis van deze norm, in de kernen is plaats voor twee JOP’s. Afhankelijk van het aantal jongeren zou er in de grotere kernen, indien het initiatief al niet door de jongeren of bewoners zelf is genomen boven deze norm een JOP kunnen worden gerealiseerd. Cruciaal bij het realiseren van een JOP is niet zozeer het plaatsen van de fysieke voorziening, maar vooral het goed regelen van het beheer. Overigens is een JOP géén wijkgebonden voorziening, omdat de actieradius van de gebruikers meestal het niveau van de wijk overstijgt. Kengetal 1 JOP op 5.000 inwoners. JOP’s in de kernen indien behoefte en beheerd. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum 2680 Oost 5566 1 Zuid 4303 West 3866 Goese Polder 6852 1 Noordhoek 1525 Goese Meer 1026 Overzuid 1038 Ouverture 739 Aria * Mannee * Goese Schans * Riethoek * Goes Stad totaal 27595 5** Wilhelminadorp 812 1*** Kloetinge 1290 1*** Oostmolenpark (Kloetinge) 1383 1*** Kattendijke 536 1*** ‘s-Heer Arendskerke en 1572 1*** Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 1298 1*** Wolphaartsdijk en Oud 2236 1*** Sabbinge *: Wijk in ontwikkeling **: Verspreid over de wijken. Een JOP is niet per definitie een wijkgebonden voorziening ***: Optioneel; zie toelichting
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 1
70
Foyer de Jeunesse De voorziening Een Foyer de Jeunesse (of: Kamers met Kansen) is een vorm van jongerenhuisvesting waar de bewoners een steuntje in de rug krijgen bij het realiseren van een zelfstandig bestaan. De gecombineerde aandacht voor wonen, werken en opleiding is het sterke punt van het Foyerconcept. Een Foyer de Jeunesse biedt aan een gevarieerde groep jongeren tussen 17 en 23 jaar de mogelijkheid tot begeleid wonen. Zij kunnen er maximaal 2 jaar terecht. Indien gewenst krijgen zij begeleiding van een coach bij het voeren van hun eigen administratie, beheer van hun financiën en het zoeken naar werk of opleiding. De doelgroep wordt gevormd door startende jongeren op de woningmarkt, jongeren die op zoek zijn naar tijdelijke huisvesting vanwege studie of stage, jonge vluchtelingen die een vervolgtraject nodig hebben en startende jongeren op de arbeidsmarkt (bron: SEV). De norm, het kengetal of checklist Gegeven de regio-functie van Goes zou zij minstens 1 Foyer moeten inrichten. Kanttekeningen Bij een Foyer is goede begeleiding en beheer van groot belang. Ook moet goed gekeken worden naar de plek in de stad, waar een dergelijke Foyer wordt ingericht. Vaak gaat het voor een deel om jongeren die geen goed imago hebben. Kengetal Minstens 1 Foyer de Jeunesse Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners + voedingsgebied Goes 36714 en regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie
0
71
HALT bureau De voorziening Een HALT bureau is een voorziening die zorg draagt voor de uitvoering van alternatieve en taakstraffen bij jongeren en preventieve taken heeft in termen van voorlichting en publiciteit. De norm, het kengetal of checklist Gegeven de regio-functie van Goes zou zij minstens 1 HALT-bureau moeten huisvesten. Per politieregio moet er één Halt voorziening zijn. De uitvoering van Halt-afdoeningen vindt plaats over de regio, met behulp van kantoren en spreekkantoren. Kanttekeningen Een Halt-bureau is gebaat bij goede samenwerking met enerzijds de politie, maar anderzijds ook met bijvoorbeeld het verenigingsleven en het bedrijfsleven. In het kader van de Wmo kan het HALT bureau zoeken naar taakstraffen die bijdragen aan de zorg van bewoners onderling of ondersteuning van het verenigingsleven. Kengetal Minstens 1 Haltbureau Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Voedingsgebied en regiofunctie Goes 36714 en de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie
1 in Centrum
72
Jeugdzorg (bureaus) en aanpalende voorzieningen De voorziening Jeugdzorg is een stedelijke of zelfs regionale voorziening die onder de regie van de provincie valt. Het Bureau Jeugdzorg richt zich op jongeren met ernstige opvoedings- en opgroeiproblemen. Het is de toegangspoort tot de jeugdzorg en jeugdhulpverlening (indicatiestelling) en voert het meldpunt kindermishandeling uit, evenals jeugdbeschermingsmaatregelen (voogdij) en jeugdreclassering. Hulpverlening wordt bijvoorbeeld verstrekt via centra voor dagbehandeling, behandelcentra voor geestelijke gezondheidszorg en jeugdpsychiatrie. De norm, het kengetal of checklist Voor Jeugdzorg zijn geen kengetallen beschikbaar. Het bureau Jeugdzorg in Zeeland is gevestigd in Middelburg. Goes behoort in ieder geval, gegeven haar regionale functie, een loketfunctie voor het bureau jeugdzorg te hebben. Daarnaast horen er in Goes afdoende ambulante voorzieningen voor jeugdhulpverlening te zijn en enkele centra voor dagbehandeling. Residentiële inrichtingen zijn niet locatiegebonden. Kanttekeningen De provincie is verantwoordelijk voor de inrichting van de Jeugdzorg en het aanbod. De organisatie van het aanbod zal dus in overleg met provincie, Bureau Jeugdzorg en de hierbij behorende instellingen moeten worden geregeld.
Kengetal Loket Bureau Jeugdzorg Centrum voor dagbehandeling Ambulante jeugdhulpverlening Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Niet van toepassing+ voedingsgebied Goes 36714 en de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
Aanwezig: 1-loketfunctie Centrum voor dagbehandeling Ambulante jeugdhulpverlening
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
Geen loket Bureau Jeugdzorg Diverse voorzieningen Emergis (poli, klinisch, residentieel)
73
Time-out en reboundvoorzieningen De voorziening Time-out of reboundvoorzieningen zijn voorzieningen die erop zijn gericht om probleemleerlingen (en de school) in geval van onhoudbaar geworden situaties stoom af te laten blazen, en om te voorkomen dat probleemleerlingen die leerplichtig zijn op straat komen te staan. De voorzieningen proberen door intensieve begeleiding de gedrags- en leerproblemen zodanig te minimaliseren, dat de probleemleerlingen weer het regulier onderwijs in kunnen stromen. Soms krijgen scholen voor speciaal onderwijs deze functie toebedeeld. Soms worden ook speciale voorzieningen hiervoor in het leven geroepen. Een time-outvoorziening vangt een leerling voor een beperkte periode (circa 6 weken-3 maanden) op, waarin hij naast begeleiding en een re-integratietraject ook het regulier onderwijs volgt. De norm, het kengetal of checklist Op stedelijk niveau hoort minimaal 1 time-out voorziening te zijn, met een capaciteit van 10 leerlingen per onderwijslocatie voor middelbaar en voortgezet onderwijs aan leerlingen in de leerplichtige of partieel leerplichtige leeftijd. Deze indicator is indicatief en ook afhankelijk van de schoolgrootte. De time-outvoorziening kan worden gekoppeld aan het speciaal onderwijs of worden ondergebracht in een voorziening voor jeugdzorg. Kanttekeningen Time-out en reboundvoorzieningen zijn een relatief kostbare investering en kosten al snel circa 10.000 euro per kwartaal per opvangplaats. In de G-25 gemeenten is deze voorziening inmiddels gemeengoed. De discussie woedt of de noodzaak van en het stijgende beroep op timeoutvoorzieningen niet vooral wordt veroorzaakt door de grootschaligheid in het middelbaar onderwijs en met name in het vmbo-systeem. Kengetal 10 leerlingplaatsen per school voor middelbaar of voortgezet onderwijs aan leerlingen in de leerplichtige of partieel leerplichtige leeftijd. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: (Aantal leerlingen en) locaties voortgezet onderwijs Goes 5 lokaties
Kengetal per wijk of kern
Circa 50 timeoutplaatsen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
15 (Centrum)
74
Jeugdgezondheidszorg/Consultatiebureaus (0-4 jaar) De voorziening Een consultatiebureau volgt baby’s, peuters en kleuters in hun ontwikkeling en begeleidt ouders. De norm, het kengetal of checklist De norm is 1 bureau op 500 geboorten, met een maximum reisafstand van twee kilometer. Het aantal geboorten in Goes ligt met gemiddeld 350 geboorten onder deze norm. Gegeven het belang van deze voorziening en de regionale functie van Goes behoort er in Goes in ieder geval 1 consultatiebureau gevestigd te zijn. Kanttekeningen De reisafstand van maximaal twee kilometer maakt het voor de dorpen moeilijk om aan deze norm te voldoen. Te denken valt aan spreekuren op locaties in de kernen of het inzetten van een mobiel consultatiebureau. De voorziening consultatiebureau lijkt een verlengde (uitbreiding leeftijdscategorieën) en verbrede (meer dan lichamelijke gezondheid en opgroeien, ook aandacht voor opvoeding) functie te gaan krijgen door verbinding met de Centra voor Jeugd en Gezin en de daarmee gepaard gaande aandacht voor vormen van bemoeizorg. Kengetal 1 Consultatiebureau per 500 geboorten; Reisafstand maximaal twee kilometer. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal geboorten Centrum
350
Kengetal per wijk of kern 1 Mobiele functie wenselijk voor de kernen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie 2 (Zuid en Goese Polder) 2 in de kernen (‘sHeer Arendskerke en Eindewege en Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
75
Jeugdgezondheidszorg/GGD (4 – 19 jaar) De voorziening De jeugdgezondheidszorg behoort in principe tot het beleidsterrein van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). De jeugdgezondheidszorg is echter nauw met de Wmo verweven, omdat van hieruit wordt geïnvesteerd in maatregelen in de preventieve sociale gezondheidszorg voor jeugdigen: preventie van alcohol- en drugsgebruik, bestrijding van overgewicht, bevorderen van een gezonde levensstijl. In het uniforme deel van de jeugdgezondheidszorg (basistakenpakket) zijn taken opgenomen die elke gemeente (via de GGD) aanbiedt aan alle jeugdigen (4-19 jaar), zoals vaccinaties en het monitoren van groei en ontwikkeling (via de schoolartsendienst). In het maatwerkdeel van de jeugdgezondheidszorg maakt de gemeente afspraken over op de lokale situatie toegesneden programma’s op het gebied van: • voorlichting, advies, instructie en begeleiding; • het beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen; • de samenwerking rond zorgsystemen, netwerken en overleg en • het vaststellen van de zorgbehoefte in brede zin. De norm, het kengetal of checklist Inrichting van de JGZ-structuur in de gemeentelijke organisatie (neergelegd in het takenpakket van de GGD) en koppelen aan de Wmo. Kanttekeningen De JGZ-structuur heeft overduidelijke dwarsverbanden met twee prestatievelden in de Wmo: prestatieveld 2 (opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsproblemen bij en van jeugdigen) en prestatieveld 8 (OGGZ). Ook met andere prestatievelden (leefbaarheid en sociale samenhang, ambulante verslavingszorg) zijn duidelijke verbindingen aanwezig. De invoering van de Wmo biedt de uitdaging om de WCPV en de JGZ-structuur te koppelen aan en in te zetten bij de implementatie van de Wmo. Kengetal Inrichting van de JGZ-structuur en koppeling aan de Wmo-prestatievelden (met name de prestatievelden 2 (Preventieve voorzieningen voor jeugdigen) en 8 (OGGZ). Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Kengetal per wijk of kern
Niet van toepassing
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 1
76
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) De voorziening Een Centrum voor Jeugd en Gezin is een laagdrempelige voorziening, waar kinderen, ouders en opvoeders terecht kunnen met vragen over opgroeien en opvoeden. De herkenbaarheid en toegankelijkheid van het CJG voor de doelgroep (ouders en kinderen) moet groot zijn. Het CJG heeft ook tot doel om vroegtijdig te signaleren als er zich problemen voordoen bij bepaalde groepen of rond bepaalde thema’s (overgewicht, alcohol- en drugsgebruik, opvoedingsvraagstukken). Het CJG heeft een 1-loketfunctie voor opvoedings- en opgroeivraagstukken en is daarmee een voorpost voor backofficevoorzieningen. De norm, het kengetal of checklist Het CJG is een nieuwe voorziening waarvan de vorm zich nog zal moeten uitkristalliseren, maar die vergelijkbaar zal kunnen zijn met de positie die het consultatiebureau heeft. Maar dan voor een bredere doelgroep. In ieder geval zal er 1 CJG op stedelijk niveau moeten zijn, met een gewaarborgde toegankelijkheid en bereikbaarheid in de dorpen. Kanttekeningen Het zal een uitdaging worden om een CJG laagdrempelig in te richten. Te denken valt aan een verlengd en verbreed consultatiebureau, met vestigingen of spreekuren (ambulante functie) in laagdrempelige voorzieningen als scholen en multifunctionele accommodaties. De opbouw van de netwerkfunctie (frontoffice-backoffice) zal een belangrijke uitdaging worden.
Kengetal: 1 CJG op stedelijk niveau met gewaarborgde toegankelijkheid en bereikbaarheid voor de dorpen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Niet van toepassing
Kengetal per wijk of kern
Centrum
Feitelijke situatie*
1 + CJG-functie in de dorpen *: Voor 2009 zijn er twee CJG’s ingepland: één in de Goese Polder en éen in Ouverture.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
0
77
Brede School of Dorpsschool De voorziening Een Brede School is een voorziening waarin en waar vanuit diverse functies voor jeugdigen, hun ouders en eventueel de buurt worden gecombineerd. Het gaat dan om de verscheidenheid aan functies die eerder binnen dit prestatieveld zijn gepasseerd, maar wel inclusief bijvoorbeeld het schoolmaatschappelijk werk. De Brede School kan zowel fysiek een aantal van deze functies combineren in één accommodatie, maar ook functioneren als netwerkconstructie. Het concept van de Brede School is bij uitstek geschikt om de centrale regie te voeren of het centrale coördinatiepunt te zijn voor het cluster voorzieningen dat zich op de jeugd richt. De Dorpsschool in zijn traditionele vorm is een Brede School avant la lettre, waarin aan bewoners een ontmoetingsplek wordt geboden en waarin de accommodatie een meervoudig gebruik kent. De norm, het kengetal of checklist Op basis van beleidskeuzes, en het belang van het voeren van een goede ketenregie, kan een norm van 1 Brede School per wijk en per kern worden gesteld. Kanttekeningen De Brede School is, naast een mogelijke fysieke accommodatie ook vooral een regieconcept. De norm is niet gebaseerd op een noodzakelijke logica, maar het gevolg van beleidskeuzes. De Dorpsschool moet, indien zij dit van nature al niet heeft, ook gestimuleerd worden om een brede betekenis te hebben voor het dorp, die de uitsluitende onderwijskundige betekenis overstijgt.
Kengetal 1 Brede School, netwerkschool of dorpsschool (met een Brede School-functie) per wijk of kern, met een drempelwaarde van 500 inwoners per kern. 1 fte coördinatie, mede afhankelijk van de schoolgrootte. Bij kleine (dorps)scholen kan de coördinatie worden verkleind en worden samengevoegd. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aanwezigheid van minstens 1 onderwijslocatie Centrum 0 Oost 4 Zuid 1 West 1 Goese Polder 3 Noordhoek 1 Goese Meer 0 Overzuid 0 Ouverture 2 Aria 0 Mannee 0 Goese Schans 0 Riethoek 0 Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie: Brede School
Feitelijke situatie: Coördinatie
0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 1 (Goese Polder) 0 0 0 1 (de Symfonie) 0 0 1 (gepland) 0
0 0 0 0 1 fte 0 0 0 0 0 0 0 0
1 1 0 1 1
1 1 0 1 1
0 1 (Kloetinge) 1 0 0
0 0 0 0 0
1 3
1 1
0 1 (gepland)
0 0
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
78
3. Voorzieningen voor informatie, advies en cliëntondersteuning Dit prestatieveld heeft vooral betrekking op de toegankelijkheid en transparantie van het functioneren van de Wmo (levering van diensten voor zorg en welzijn, maar ook bij onderlinge ondersteuning van burgers. Onder het prestatieveld “Voorzieningen voor informatie, advies en cliëntondersteuning”scharen we de volgende voorzieningen:
Formele sociale infrastructuur: o Wmo-loket o Wmo-loket (fte) o Wmo-platform o Zorgmakelaar Informele sociale infrastructuur: o Cliëntenplatforms o Nuldelijns-opvang bewoners onderling/schakelfunctie
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
79
Wmo-loket De voorziening Het Wmo-loket is de front-office voor alle vragen die burgers in het kader van de Wmo kunnen stellen en diensten die zij willen afnemen. Het Wmo-loket bestaat uit een fysiek loket, gevestigd in het stadhuis met eventuele dependances in publiek toegankelijke locaties in de dorpen, uit een telefonisch loket en uit een digitaal loket. Het Wmo-loket heeft een zogenaamde 1-loketfunctie en verdeelt de vragen, voor zover die niet direct zelf te beantwoorden zijn, over de back-office: de verschillende betrokken gemeentelijke afdelingen en vakdiensten en de betrokken maatschappelijke organisaties. Het Wmo-loket herbergt de functies van informatie en advies voor alle doelgroepen van de Wmo. Daarnaast heeft het Wmo-loket ook een taak in de cliëntondersteuning. De norm, het kengetal of checklist 1 Wmo-loket Kanttekeningen Gemeenten zijn onder het regime van de Wmo verplicht een loket in te richten. Veel gemeenten neigen ertoe deze functie alleen zodanig in te richten dat zij beschikbaar en aantrekkelijk is voor de benoemde kwetsbare doelgroepen (ouderen, mensen met een beperking), de oude WVG-groep. Het is goed denkbaar dat het Wmo-loket zich breder profileert en bijvoorbeeld ook het prestatieveld Leefbaarheid en sociale samenhang tot haar taakgebieden gaat rekenen, en van daaruit meerdere groepen burgers ook actief benadert en van advies en informatie voorziet (postbus 51-functie). Het Wmo-loket zal ook de verschillende cliëntenorganisaties moeten ondersteunen en van informatie en advies moeten voorzien.
Kengetal 1 Wmo-loket op stedelijk niveau, eventueel dependances in publieke voorzieningen in de dorpen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Kengetal per wijk of kern
Niet van toepassing
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 1 in Centrum
80
Wmo-loket (fte) De voorziening Om het Wmo-loket te laten functioneren zijn professionals nodig die de vragen kunnen beoordelen en door kunnen leiden naar het back office. De norm, het kengetal of checklist Het Brabants Ondersteuningsinstituut Zorg hanteert een norm van 1,7 fte op 7500 inwoners en is ingesteld op de informatie- en adviesfunctie. Kanttekeningen De norm is nog in ontwikkeling en is afhankelijk van de functies die aangeboden worden in het loket. Het staat gemeenten vrij om het niveau van diensten dat wordt aangeboden via het loket zelf in te vullen. Er kan bijvoorbeeld worden volstaan met een uitsluitende ‘receptiefunctie’, in welk geval het aantal fte’s lager uit zal komen. Er kan echter ook een volledige front-officefunctie worden ingericht, waarin een deel van de advies- en ondersteuningstaken van het back-office worden overgenomen (zie ook Wmo-loket als voorziening).
Kengetal 1.7 fte op 7500 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners Goes
Kengetal per wijk of kern
36714
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
8,3 fte
Feitelijke situatie 6,7 fte
81
Wmo-platform De voorziening Het Wmo-platform is een voorziening die wordt ingesteld door de gemeente en waarin vertegenwoordigers van gebruikergroepen van de Wmo de gemeente gevraagd en ongevraagd adviseren over de invoering en uitvoering van de Wmo. De norm, het kengetal of checklist 1 Wmo-platform met een brede vertegenwoordiging van gebruikers van de Wmo. De gemeente coördineert en faciliteert het Wmo-Platform. Kanttekeningen Een Wmo-platform lijkt een geschikte manier om het (verplichte) overleg met gebruikers te structureren. Daarmee lijkt de logica van de norm gegeven. Er moet wel rekening worden gehouden met voldoende (ambtelijke of in te huren) capaciteit om het Platform te ondersteunen. De exacte vorm voor een Wmo-platform moet zich nog uitkristalliseren. Het is niet voorgeschreven hoeveel leden het platform telt en of zij zonder of juist met last en ruggespraak aan het platform deelnemen. Ook is het nog onderwerp van discussie of zij alle prestatievelden van de Wmo dient te bestrijken. Veel gemeenten hebben de neiging om uitsluitend de klassieke cliëntenraden vertegenwoordigd te laten zijn. Echter: ook bijvoorbeeld dorpsraden kunnen bijvoorbeeld participeren aan het platform
Kengetal 1 Wmo-platform met een brede vertegenwoordiging over alle prestatievelden van de Wmo. Het platform wordt adequaat ondersteund met voldoende middelen (financieel, menskracht). Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Kengetal per wijk of kern
Niet van toepassing
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 1
82
Cliëntenplatforms De voorziening Het gaat hier om platforms voor en door cliënten van organisaties voor mensen met beperkingen, die gevraagd en ongevraagd advies geven aan overheden en maatschappelijke organisaties vanuit het belang van de cliënten. Zij verzorgen vaak ook een advies- en informatiefunctie voor de cliënten of de doelgroep. De norm, het kengetal of checklist De voorziening in termen van cliëntenvertegenwoordigers dient in het kader van de Wmo aanwezig te zijn en dragen bij aan het formuleren van de kwaliteit van de participatieve samenleving. Kanttekeningen Voor cliëntenplatforms geldt dat deze reeds georganiseerd zijn.MEE ondersteunt mensen met een beperking en heeft onder andere als functie om de cliëntenondersteuning en –participatie te organiseren. Dit is vaak lokaal, provinciaal of landelijk het geval. De provincie Zeeland ondersteunt de collectieve belangenbehartiging. Kengetal Minimaal aanwezigheid van één of meerdere cliëntenplatforms die het spectrum aan doelgroepen van mensen met een beperking en kwetsbare bewoners afdekt. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Niet van toepassing
Kengetal per wijk of kern Aanwezigheid cliëntenplatforms
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie Het Klaverblad, MEE, specifieke cliëntenorganisaties (Seniorenraad, Platform voor mensen met een functiebeperking (PMF), cliëntenraad voor bijstand en minima)
83
Zorgmakelaar De voorziening Zorgmakelaars zijn functionarissen die bemiddelen tussen vraag en aanbod in de zorgdienstverlening. Zij kunnen bijvoorbeeld een functie vervullen bij het invullen van het persoonsgebonden budget (pgb). Ook kunnen zij zorgen dat vraag en aanbod van zorg in natura goed op elkaar zijn afgestemd. Dat doen zij door de zorgvraag in samenspraak met de zorgvrager in kaart te brengen en deze adequaat te vertalen naar het aanbod (én mogelijke informele zorg). Zorgmakelaars zijn hier dus niet begrepen als de functie die bemiddelt tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm beschikbaar voor deze voorziening. Een gemeente kan (in samenspraak met zorgaanbieders) deze functie inrichten. De zorgmakelaar kan gekoppeld worden aan een zorgknooppunt In dat geval moet er per zorgknooppunt minstens één zorgmakelaar aanwezig zijn. Kanttekeningen Een zorgmakelaar moet niet alleen gericht zijn op het afstemmen van de zorgvraag en het professionele aanbod, maar moet ook kijken of er in de naaste omgeving van de zorgvrager mogelijkheden zijn om de informele zorg en buurtzorg te mobiliseren. In Friesland zijn in it Skewiel (Woonservicezone in Trynwalden) zeer goede ervaringen opgedaan met de functie van zorgmakelaar (daar heet hij of zij “Omtinker”).
Kengetal Geen norm. Aanwezigheid van deze functie is gewenst op stedelij niveau en beschikbaar voor de Wmo-doelgroepen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Niet van toepassing
Kengetal per wijk of kern Aanwezigheid Zorgmakelaars
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie 2 (Woonzorgcentrum Erasmusflat, Ter Valcke)
84
Nuldelijnsvoorziening bewoners onderling/schakelfunctie De voorziening Het gaat hier om een voorziening voor en van bewoners, in de civil society. Zij bestaat uit een aantal sleutelpersonen uit de lokale gemeenschap (buurt of dorp) die goed zicht hebben op de kracht en zwaktes in de civil society en bewoners met problemen kunnen verwijzen naar opvang en ondersteuning in het verenigingsleven, het religieuze leven of mantelzorg. De voorziening zorgt ook dat afzonderlijke initiatieven in de civil society met elkaar in contact worden gebracht. De voorziening wordt ook geacht signalen over dreigende hiaten in de onderlinge steun te versturen aan de gemeente en maatschappelijke organisaties. De norm, het kengetal of checklist Per buurt of dorp 1 nuldelijnsvoorziening. Kanttekeningen Voor eerste opvang en advies binnen de civil society kan alleen worden gesteld dat die gewenst is. Op het niveau van de kernen kan een dergelijke functie waarschijnlijk makkelijker worden georganiseerd dan in de Goese wijken. De gemeente kan deze voorzieningen wel actief ondersteunen, door bijvoorbeeld een ‘checklist sociale verbondenheid’ ter beschikking te stellen en een ambtelijk coördinator aan te stellen die deze functie ondersteunt. Deze digitale checklist en de structuur (organisatie en proces) is beschikbaar uit de Wmo-pilot Zuidwest Friesland (te downloaden via de websites van Partoer en MOVISIE vanaf eind 2007)
Kengetal Minimaal aanwezigheid van één nuldelijnsvoorziening per wijk en dorp Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
812 1290 1383 536 1572
1 1 1 1 1
0 0 0 0 0
1298 2236
1 1
0 0
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
85
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
86
4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers is een uniek prestatieveld, omdat voor het eerst is vastgelegd dat dit een expliciete taak is voor gemeenten. Voor een belangrijk deel wordt deze ondersteuning verzorgd door twee voorzieningen in de formele sociale infrastructuur: de Vrijwilligerscentrales en de Steunpunten Mantelzorg. In de informele sociale infrastructuur zijn echter ook nog andere steunpunten te vinden, zoals het kerkelijk leven en wijk- en dorpsverenigingen. Deze zijn al eerder benoemd onder het eerste prestatieveld (Leefbaarheid), maar worden hier ook nog expliciet onder dit prestatieveld gezet. Onder het prestatieveld “Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers” scharen we de volgende voorzieningen:
Welzijn: o Vrijwilligerscentrales (formele infrastructuur) o Vrijwillige thuiszorg (informele infrastructuur) Zorg: o Steunpunten mantelzorg (formele infrastructuur) o Georganiseerde religieuze betrokkenheid (informele infrastructuur)
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
87
Vrijwilligerscentrale De voorziening Een vrijwilligerscentrale ondersteunt vrijwilligersorganisaties en coördineert vraag en aanbod. Zij bemiddelen tussen vrijwilligersorganisaties en het aanbod aan vrijwilligers. Daartoe beschikken zij over vrijwilligersvacaturebanken. De centrales kunnen ook een rol spelen bij sociale activeringstrajecten. Ook bieden ze cursussen om de kwaliteit van vrijwilligers te versterken. De norm, het kengetal of checklist MOVISIE hanteert een norm van 1 centrale op 80.000 inwoners. Kanttekeningen Gegeven de regionale functie van Goes dient in Goes 1 vrijwilligerscentrale aanwezig te zijn.
Kengetal 1 Vrijwilligerscentrale op 80.000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners + voedingsgebied Goes 36714 en regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie
1 in Oost
88
Vrijwillige thuiszorg De voorziening Vrijwillige thuiszorg is een vorm van vrijwillige inzet die mantelzorg-achtige diensten biedt aan mensen met beperkingen of mensen die tijdelijke zorg nodig hebben. De zorg wordt aangeboden door vrijwilligers en niet door naasten in de directe omgeving. Vrijwillige thuiszorg wordt soms ondersteund via Vrijwilligerscentrales of Steunpunten Mantelzorg. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm beschikbaar.Vrijwillige thuiszorg moet zijn opgenomen in het ondersteunings- en bemiddelingsaanbod van Vrijwilligerscentrales en Steunpunten Mantelzorg. Kanttekeningen Vrijwillige thuiszorg kan voor een deel rusten op de onderlinge steun van vitale ouderen en hulpbehoevende ouderen. Het gaat dan om het mobiliseren van de “Zilveren kracht” die in wijken en dorpen aanwezig is (zie www.zilverenkracht.nl) Kengetal Ondersteuning en bevordering Vrijwillige thuiszorg via Vrijwilligerscentrales en Steunpunten Mantelzorg Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners + voedingsgebied Goes 36714 en regiofunctie de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie
1 (Oost)
89
Steunpunten Mantelzorg De voorziening Een Steunpunt Mantelzorg is een fysieke voorziening die mantelzorgers ondersteunt bij de zorg van hun naasten. Het Steunpunt geeft informatie en advies en coördineert bijvoorbeeld respijtzorg. In het kader van de Wmo is dit een cruciale voorziening. De norm, het kengetal of checklist De gemeente moet een passende structuur aanbieden voor ondersteuning van mantelzorg. Dat betekent dat er minimaal 1 Steunpunt Mantelzorg in de gemeente aanwezig is. Kanttekeningen Om de mantelzorg adequaat te kunnen ondersteunen is een Steunpunt Mantelzorg een noodzakelijke voorziening. Zij dient wel afdoende bemenst te zijn en hoort toegang te hebben tot de juiste professionele en informele netwerken.
Kengetal 1 Steunpunt Mantelzorg Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Kengetal per wijk of kern
36714
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 1 (Oost)
90
Georganiseerde religieuze betrokkenheid De voorziening Het gaat hierbij om religieuze organisaties die, al dan niet vanuit een accommodatie (kerk, moskee), de vrijwillige inzet van leden van de organisaties coördineren. Het is een voorziening die tot de civil society behoort. De voorziening kan ook een belangrijke rol spelen in het bevorderen van de leefbaarheid in wijken, buurten en dorpen als zij territoriaal georganiseerd is (prestatieveld 1). De norm, het kengetal of checklist Voor deze voorziening is geen norm vast te stellen. Wel kan worden gesteld, dat de gemeente deze organisaties, indien nodig en gewenst, in het kader van de Wmo kan faciliteren. Hiertoe dient minimaal overleg tussen gemeente en religieuze organisaties plaats te vinden. Kanttekeningen Opvallend is, dat er weer toenemende aandacht en waardering lijkt te komen voor dit deel van de civil society. Het is een voorziening waarbij de nadruk minder ligt op het belang van het individu, en meer op de verantwoordelijkheid van het collectief. Daarmee past zij ook goed bij de geest van de Wmo.
Kengetal Geen norm. Overleg tussen gemeente en religieuze organisaties bij ondersteuning van kwetsbare bewoners en inzet voor sociale verbondenheid is wenselijk. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: (religieus karakter wijk of kern) Goes Niet van toepassing
Kengetal per wijk of kern Overleg tussen religieuze organisaties en gemeente is wenselijk
Feitelijke situatie
Overleg en afstemming*
*: Afspraken met het Platform Arme Kant Goes (PAK)
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
91
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
92
5. Bevorderen van participatie en zelfstandig functioneren van mensen met een beperking In dit prestatieveld gaat het om maatregelen die bedoeld zijn om bewoners met een beperking op fysiek of psychosociaal gebied voluit te laten deelnemen aan de samenleving. Het kan gaan om maatregelen in de openbare ruimte en om aanpasbaar bouwen (bijvoorbeeld om burgers die gebruik maken van een rolstoel toegang te verschaffen tot openbare voorzieningen of vervoer). Maar ook maatregelen die bedoeld zijn om ontmoetings-, sportieve of recreatieve activiteiten toegankelijk te maken behoren binnen dit prestatieveld. Verder behoren hiertoe ook algemene maatregelen en voorzieningen die gericht zijn op individuele activering en het stimuleren van volwaardige deelname aan de samenleving. Ook woonvoorzieningen voor kwetsbare burgers of ouderen scharen we onde dit prestatieveld. In tegenstelling tot veel van de andere normeringen in deze catalogus zijn de normeringen voor de voorzieningen onder de noemers “Verzorgd wonen”, “Beschermd wonen” en “Geschikt wonen” niet gebaseerd op de huidige behoefte, maar op de geprognosticeerde behoefteontwikkeling tot 2015. Een gedetailleerde uitwerking van deze voorzieningenplanning is terug te vinden in de Woonvisie die door 8 Gerrichhauzen en Partners is opgesteld . De geprognosticeerde behoefte is gebaseerd op de volgende gegevens: Voor intramurale woonvormen op een behoefteraming voor Goes van het Zorgkantoor Zeeland Voor extramurale woonvormen op de generieke normen van het Kenniscentrum Wonen9 Zorg , bijgesteld voor de lokale situatie op basis van de raming van het percentage 7510 plussers van het Zorgkantoor Zeeland. Onder dit prestatieveld scharen we de volgende voorzieningen: •
•
•
Welzijn: o Ouderenwerk (accommodatie) o Ouderenwerk (fte’s) o Dienstencentra en sozen voor mensen met een beperking o Hangplekken ouderen o Mentorprojecten Maatschappelijke ondersteuning: o Algemeen Maatschappelijk Werk (accommodaties) o Algemeen Maatschappelijk Werk (fte’s) o Sociale werkvoorziening Wonen met ondersteuning o Beschermd wonen Verpleeghuiszorg Verzorgingshuis Instellingen gehandicapten Beschermd wonen in de wijk o Verzorgd wonen Verzorgd wonen in de wijk o Geschikt wonen Service-appartementen voor ouderen (bovenwijks) Levensloopbestendige woningen Nultredenwoningen
U
Pieter van Haeften, Angela van Velden, Woonvisie Goes, Gerrichhauzen en Partners, Dordrecht, 2007 J.P.J. Singelenberg, Toekomstscenario’s en planologische kengetallen Wonen en Zorg, Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen-Zorg, Utrecht, mei 2004 NM In bijlage 4 is een vergelijkingstabel opgenomen, waarin het verzorgingsniveau in de Woonvisie en de Goese Norm naast elkaar zijn gelegd.
V
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
93
•
• •
Eerstelijns zorg o Zorgcentrum/zorgknooppunt o Zorgposten Openbare ruimte: o Woonservicestempel Clusterregie o Woonservicezone
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
94
Ouderenwerk (accommodatie) De voorziening Een voorziening waar ouderen elkaar kunnen ontmoeten en aan recreatieve dagbesteding kunnen doen. De norm, het kengetal of checklist De voorziening kan gekoppeld zijn aan een verzorgingshuis, onderdeel uitmaken van een extramuraal ouderencomplex of deel zijn van een multifunctionele (welzijns)accommodatie. Er is geen norm beschikbaar voor een afzonderlijke accommodatie. Aanwezigheid is wel vereist in buurten of dorpen met relatief veel ouderen. Kanttekeningen De voorziening is van groot belang binnen de woon-zorg-welzijn-infrastructuur en vervult daarin een sterk preventieve functie en kan voor een deel voorkomen dat er voortijdig een beroep wordt gedaan op zwaardere zorgvoorzieningen. Kengetal Geen. Aanwezigheid vereist in enige vorm in een woon-zorg-welzijns-infrastructuur. Aanwezigheid vereist in buurten met relatief veel ouderen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens (% ouderen 65+)
Kengetal per wijk of kern*
Centrum Oost
19 31
0 1
Zuid West
31 13
1 0
Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
10 11 15 6 2 * * * *
0 0 0 0 0 Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen Nader te bepalen
Wilhelminadorp
15
0
Kloetinge
30
1
7
0
Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege
12 19
0 0
’s-Heer Hendrikskinderen
14
0
Wolphaartsdijk en Oud 29 Sabbinge Goes totaal/gemiddeld 17 *: Er wordt uitgegaan van een ondergrens van 25%
1
Oostmolenpark (Kloetinge)
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie Legerdiek Seniorensoos GoesOost Ter Valcke De Pit Seniorensoos de Westkant Biljartvereniging Bejaardensocieteit Wilhelminadorp Bejaardenvereniging Wilhelminadorp Seniorensoos Kloetinge Seniorensoos Kloetinge Seniorensoos ‘sHeer Arendskerke en Eindewege Ouderensoos de Maelstede Meuleweie De Griffioen
95
Ouderenwerk (fte’s) De voorziening Ouderenwerk is een onderdeel van het bredere welzijnswerk of agogisch werk. De werksoort richt zich op maatschappelijke participatie van ouderen door middel van ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en opvang. De norm, het kengetal of checklist De norm is afgezet tegen het aantal 65+. In Noord Brabant wordt een ervaringsnorm gehanteerd van 1 fte op 1600 ouderen (Normen voor voorzieningen, Provincie Noord Brabant, 2005). Kanttekeningen Binnen het agogisch werk wordt weinig onderscheid gemaakt tussen de verschillende werksoorten. Het ouderenwerk kan worden ingezet vanuit een breed aanbod aan welzijnswerk of agogisch werk.
Kengetal 1 fte op 1600 ouderen Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal ouderen Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
Kengetal per wijk of kern
509 1726 1334 503 685 168 154 62 15 * * * *
Feitelijke situatie***
0,3 fte 1,1 fte 0,8 fte 0,3 fte 0,4 fte 0,1 fte 0,1 fte -
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
Wilhelminadorp 122 0,1 fte Kloetinge 387 0,2 fte Oostmolenpark (Kloetinge) 97 0,1 fte Kattendijke 64 ‘s-Heer Arendskerke en 373 0,2 fte Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 127 0,1 fte Wolphaartsdijk en Oud 1001 0,6 fte Sabbinge Totaal 6450 4.0 fte *: gegevens niet beschikbaar/wijk in ontwikkeling **: Betreft de door de gemeente gesubsidieerde inzet via SMWO-Welzijn ***: Vooralsnog is er geen inzicht in de inzet op wijk- of kernniveau
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Nog vast te stellen Nog vast te stellen 0,8 fte**
96
Dienstencentra en sozen voor mensen met een beperking De voorziening Dienstencentra en sozen voor mensen met een beperking zijn voorzieningen die (sociaal-culturele, vormende, activerende) activiteiten aanbieden voor mensen die een (lichte) lichamelijke of geestelijke beperking hebben. De centra en sozen kunnen goed ondergebracht zijn binnen een woonservicezone of in een algemene voorziening. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm voor deze voorziening. In ieder geval dient de voorziening binnen elke woonservicezone aanwezig te zijn. Kanttekeningen In het kader van de Wmo is het de bedoeling dat voorzieningen voor mensen met een beperking zoveel mogelijk worden geïntegreerd in algemene voorzieningen en dat zij toegankelijk zijn voor alle bewoners.
Kengetal Aanwezigheid van een soos voor mensen met een beperking in Woonservicezone. Toegankelijke algemene voorzieningen voor mensen met een beperking. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: mensen met een beperking Goes Niet beschikbaar
Kengetal per wijk of kern Specifieke voorziening aanwezig in Woonservicezone. Toegankelijke algemene voorzieningen voor mensen met een beperking.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
Aanwezigheid van diverse algemeen toegankelijke voorzieningen. Geen specifieke voorzieningen in Woonservicezone
97
Hangplekken ouderen De voorziening Een hangplek voor ouderen is een voorziening waar ouderen in de openbare ruimte elkaar kunnen ontmoeten. Deze ontmoeting wordt op informele wijze ontlokt door strategische plaatsing van bankjes in de nabijheid van bijvoorbeeld zorgvoorzieningen en aantrekkelijke winkelvoorzieningen. Als het even kan heeft de hangplek ook een zekere historische aantrekkingskracht voor de doelgroep. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm. In meer vergrijsde buurten zou minstens één hangplek op een loopafstand van 500 meter moeten worden ingericht. In overige buurten en het Centrum moet 1 hangplek aanwezig zijn. Kanttekeningen De hangplekken kunnen goed worden gecombineerd met en beheerd door voorzieningen in de directe omgeving (zorgknooppunten of dienstenwinkels, mkb, welzijnsvoorzieningen, scholen). Kengetal Minimaal 1 Hangplek per wijk of kern. Vergelijk speelplekkenbeleid voor afstandscriteria in meer vergrijsde buurten. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: % 65+ per wijk/kern Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
19 31 31 13 10 11 15 6 2 * * * *
1 1+** 1+** 1 1 1 1 1 1
1 0 0 0 0 0 0 0 0
Wilhelminadorp 15 Kloetinge 30 Oostmolenpark (Kloetinge) 7 Kattendijke 12 ‘s-Heer Arendskerke en 19 Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 14 Wolphaartsdijk en Oud 29 Sabbinge *: gegevens niet beschikbaar/wijk in ontwikkeling **: hogere inzet vanwege relatief hoog aantal ouderen
1 1+** 1 1 1
0 0 0 0 0
1 1+**
0 0
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
98
Mentorprojecten De voorziening Mentorprojecten zijn strikt genomen geen voorzieningen, maar één-op-één begeleidingstrajecten tussen kwetsbare burgers die om de een of andere reden problemen hebben om zich te redden in de samenleving en burgers die capaciteiten en competenties hebben om die kwetsbare burgers te ondersteunen. Termen die ook wel worden gebruikt zijn maatjes-projecten en buddy-projecten. De ondersteuning kan plaatsvinden op tal van terreinen: sociaal-psychisch, economische zelfstandigheid, opvoedingsondersteuning, sportbegeleiding, voorkomen sociaal isolement. Over het algemeen zijn het kansrijke systemen om potentieel kwetsbare burgers te laten participeren in de samenleving. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm. Mentorprojecten kunnen via vrijwilligerscentrales worden gecoördineerd of via gespecialiseerde bureaus. Per gemeente moet in ieder geval één coördinerende instelling aanwezig zijn om mentorprojecten te stimuleren, faciliteren en coördineren. Kanttekeningen Mentorprojecten worden voor een deel geïnitieerd vanuit particulieren. Zij kunnen echter wel veel baat hebben bij ondersteuning vanuit een (semi)professionele organisatie, die makkelijk toegankelijk is. Deze functie kan worden ondergebracht bij bijvoorbeeld een welzijnsinstelling of een vrijwilligerscentrale. Het Wmo-loket kan deze functie toegankelijk maken. Eventueel kan deze functie ook op het niveau van de wijken en kernen worden gefaciliteerd door gerichte communicatiestrategieën.
Kengetal Minimaal 1 instelling die mentorprojecten stimuleert, faciliteert en coördineert. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Inwoneraantal Goes
36714
Kengetal per wijk of kern 1 faciliterende instelling
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie 0
99
Algemeen Maatschappelijk Werk (accommodatie) De voorziening Het Maatschappelijk Werk richt zich op ondersteuning, begeleiding en activering van bewoners met sociaal-psychische of materiële problemen. De accommodatie vanuit waar zij deze ondersteuning verleent, kan zelfstandig zijn, maar ook ondergebracht zijn in bijvoorbeeld een gezondheidscentrum. De norm, het kengetal of checklist 1 Bereikbaarheidspunt per 14.000 inwoners (Trimbos Instituut) Kanttekeningen Bij de keuze van de locatie van de accommodatie moet goed gekeken worden naar de toegankelijkheid en bereikbaarheid voor kwetsbare en weinig mobiele bewoners. In het bijzonder voor de beschikbaarheid van het AMW in de kernen is dit een aandachtspunt.
Kengetal 1 Bereikbaarheidspunt per 14.000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners (gemeente) Goes 36714
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
3
Feitelijke situatie
3 (Oost, Zuid, Goese Polder)
100
Algemeen Maatschappelijk Werk (fte’s) De voorziening Het AMW richt zich op personen met psychosociale of materiële problemen. Bij het AMW komen relatief veel bewoners uit de lagere sociaal-economische klasse. De norm, het kengetal of checklist Gebruikelijk is een norm te hanteren van 1 fte per 6000 inwoners. Kanttekeningen De norm heeft betrekking op een landelijk streefgetal. Het streefgetal is gebaseerd op registratiegegevens van het AMW en de daarop gebaseerde behoefte aan ondersteuning van burgers door het AMW. Een gemeente kan meer of minder kwetsbare groepen herbergen, waardoor de norm naar boven of beneden bijgesteld kan worden. Het AMW is in principe een stedelijke voorziening, maar kan deels ook gebiedsgericht worden aangeboden, bijvoorbeeld gekoppeld aan een zorgknooppunt of een zorgcentrum, waarin eerstelijnszorgvoorzieningen zijn gebundeld (huisarts, apotheek, fysiotherapeut). Een vertaling in fte’s naar wijken, buurten en dorpen heeft dus geen betrekking op de fysieke beschikbaarheid, maar wel op de potentiële inzet van het AMW op dit gebiedsniveau.
Kengetal 1 fte per 6000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
0,5 fte 0,9 fte 0,7 fte 0,6 fte 1,1 fte 0,3 fte 0,2 fte 0,2 fte 0,1 fte -
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal *: gegevens niet beschikbaar/wijk in ontwikkeling
812 1290 1383 536 1572
0,1 fte 0,2 fte 0,2 fte 0,1 fte 0,3 fte
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
1298 2236
0,2 fte 0,6 fte
Nog vast te stellen Nog vast te stellen
36714
6,3
6,3
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
101
Sociale werkvoorziening De voorziening Sociale werkvoorziening is bedoeld voor burgers met een zodanige arbeidshandicap dat zij in op de reguliere arbeidsmarkt niet aan de slag kunnen komen. De voorziening heeft in die zin een activerend karakter, dat zij altijd in eerste instantie zal trachten de werknemer op de reguliere arbeidsmarkt onder te brengen. De voorziening is gefundeerd op de Wsw (Wet sociale werkvoorziening). De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is er voor mensen die om verschillende redenen alleen in aangepaste omstandigheden kunnen werken. Bijvoorbeeld als een lichamelijke of verstandelijke handicap hindert bij het werk, of als er sprake is van een psychische stoornis. De kwaliteiten en zelfstandigheid als Wsw-werknemer staan voorop. De werkgever houdt daarbij rekening met hun beperkingen. Wswbanen zijn gesubsidieerd. Dat betekent dat de gemeente (het grootste deel van) het salaris betaalt of dat een werkgever loonkostensubsidie krijgt. Soms kan een Wsw-baan een opstapje zijn naar een ongesubsidieerde baan. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm voor deze voorziening. In ieder geval dient de voorziening binnen de gemeente aanwezig te zijn. Kanttekeningen De voorziening moet bereikbaar en toegankelijk zijn voor alle inwoners van Goes, zowel in Goes stad als in de kernen. Dat betekent dat er minstens voor adequate (openbare) vervoersmogelijkheden gezorgd moet worden.
Kengetal Aanwezigheid van een voorziening voor burgers met een arbeidshandicap die zorg draagt voor reïntegratie op de reguliere arbeidsmarkt of zorgt voor passende arbeid en een zinvolle dagbesteding. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: voedingsgebied en egionale functie Goes 36714 en regiofunctie voor de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern Aanwezigheid Sociale werkvoorziening
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
1 (de Betho)
102
Beschermd wonen: Verpleeghuiszorg (bovenwijks/stedelijk/regionaal) De voorziening Verpleeghuizen zijn intramurale voorzieningen waar een breed pakket aan zorg wordt geboden aan bewoners die lichamelijk en/of geestelijk al dan niet tijdelijk niet meer in staat zijn voor zichzelf te zorgen. Verpleeghuiszorg is een bovenwijkse voorziening. De norm wordt dus niet toegerekend naar de afzonderlijke wijken en kernen. De norm, het kengetal of checklist In de planologische kengetallen van het Kenniscentrum Wonen-Zorg worden twee scenario’s aangehouden voor de planning van voorzieningen binnen het woon-zorg-welzijndomein: het andantescenario en het presto-scenario. Het laatste scenario gaat uit van een versnelde extramuralisering. Volgens het andante-scenario is er voor 0.47% van de bevolking bovenwijkse verpleeghuiszorg geïndiceerd, volgens het presto-scenario is dat 0.23%. Gemiddeld komt dat neer op een norm van 0.35% van de bevolking en omgerekend 1 plaats per 285 bewoners. Het Zorgkantoor Zeeland raamt met een geprognosticeerde behoefte van 4,2% psychogeriatrische zorg en 2,5% somatische intramurale zorg voor 75+ in 2015. Beide kengetallen zijn in deze factsheet opgenomen. Kanttekeningen De norm is gebaseerd op een landelijk gemiddelde. Verpleeghuiszorg betreft met name degenen die onder de categorie “dubbele vergrijzing” vallen, oftewel de 80-plussers. Bij het aanbieden van intramurale verpleeghuiszorg zal de cliënt over het algemeen de zorg moeten volgen. Dat is, vooral voor bewoners van de kernen, niet altijd een goede optie, omdat zij daarmee ontworteld raken. Het is dan ook verstandig om ook in te zetten op een goede extramurale zorginfrastructuur, inclusief onplanbare 24-uurszorg, waarmee ook de kernen bereikt kunnen worden. Door de extramuralisering wordt er overigens in bepaalde scenario’s van het Kenniscentrum Wonen-Zorg ook voorzien in een stijging van de plaatsen in de verpleeghuiszorg (met 33%). Deels heeft dit te maken met een voorziene vertraging van de extramuralisering in de verpleeghuiszorg. Deels heeft dit ook te maken met uitstel van plaatsing in verzorgingshuizen, waardoor dit stadium wordt overgeslagen en ouderen dus eerder onvermijdelijk in de verpleeghuiszorg terecht komen. Kengetal 1: Planologische kengetallen wonen-zorg 1 Plaats per 285 inwoners bovenwijks/intramuraal. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners in 2015 Goes 39.500
Kengetal per wijk of kern 139 Verpleeghuisplaatsen (Intramuraal)
Feitelijke situatie 335 (in 2005)**
Kengetal 2: Normering op basis van ramingen van Zorgkantoor Zeeland 6,7% van 75+ (2015), waarvan 4,2% psycho-geriatrisch en 2,5% somatisch Indicatie norm op basis gegevens Zorgkantoor Zeeland Wijk of kern Referentiegegevens: Kengetal per wijk of Aantal 75+ in 2015 kern Goes
3079
206* Verpleeghuisplaatsen (Intramuraal)
Feitelijke situatie 335 (in 2005)**
*: Bron: Woonvisie Goes **: Geplande capaciteit in 2015 is 332 plaatsen voor intramurale psychogeriatrische en somatische verpleeghuiszorg. Dit is inclusief bijzondere zorg voor de regio.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
103
Beschermd wonen: Verzorgingshuis (bovenwijks/stedelijk/regionaal) De voorziening Een verzorgingshuis is een (semi)intramurale voorziening, waar bewoners zorg op afroep krijgen en direct 24-uurs onplanbare zorg beschikbaar is. Verzorgingshuiszorg is een bovenwijkse voorziening. De norm wordt dus niet toegerekend naar de afzonderlijke wijken en kernen De norm, het kengetal of checklist In de planologische kengetallen van het Kenniscentrum Wonen-Zorg worden twee scenario’s aangehouden voor de planning van voorzieningen binnen het woon-zorg-welzijndomein: het andantescenario en het presto-scenario. Het laatste scenario gaat uit van een versnelde extramuralisering. Volgens het andante-scenario is er voor 0.69% van de bevolking bovenwijkse verzorgingshuiszorg geïndiceerd, volgens het presto-scenario is dat 0.43%. Gemiddeld komt dat neer op een norm van 0.56% van de bevolking Omgerekend komt dit neer op 1 plaats per 178 bewoners. Het Zorgkantoor Zeeland raamt met een geprognosticeerde behoefte van 5,4% voor 75+ in 2015. Beide kengetallen zijn in deze factsheet opgenomen Kanttekeningen Verzorgingshuizen zijn in toenemende mate extramuraal georganiseerde voorzieningen. In tegenstelling tot verpleeghuiszorg kan de zorg die in verzorgingshuizen wordt geboden over het algemeen ook extramuraal worden georganiseerd. De zorg die op deze manier wordt aangeboden kan dan tot de spil in woonservicezones worden gemaakt, waarbij diensten ook uitgebreider (aan meerdere doelgroepen) kan worden geboden.
Kengetal 1: Planologische kengetallen wonen-zorg 1 Plaats op 178 inwoners bovenwijks/intramuraal Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners in 2015 Goes 39.500
Kengetal per wijk of kern
221 Verzorgingshuisplaatsen (intramuraal)
Feitelijke situatie 356 (in 2005)**
. Kengetal 2: Normering op basis van ramingen van Zorgkantoor Zeeland 5,4% van 75+ (2015) Indicatie norm op basis gegevens Zorgkantoor Zeeland Wijk of kern Referentiegegevens: Kengetal per wijk of Aantal 75+ in 2015 kern Goes
3079
166* Verzorgingshuisplaatsen (Intramuraal)
Feitelijke situatie 356 (in 2005)**
*: Bron: Woonvisie Goes **: Geplande capaciteit in 2015 is 154 plaatsen voor reguliere verzorgingshuiszorg.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
104
Beschermd wonen: Instellingen gehandicapten (bovenwijks/stedelijk/regionaal) De voorziening Een instelling voor gehandicapten is een bovenwijkse (semi)intramurale voorziening, waar bewoners 24-uurszorg krijgen. De norm wordt niet toegerekend naar de afzonderlijke wijken en kernen De norm, het kengetal of checklist In de planologische kengetallen van het Kennis Centrum Wonen-Zorg worden twee scenario’s aangehouden voor de planning van voorzieningen binnen het woon-zorg-welzijndomein: het andantescenario en het presto-scenario. Het laatste scenario gaat uit van een versnelde extramuralisering. Volgens het andante-scenario is er voor 0.13% van de bevolking bovenwijkse zorg voor beschermd wonen voor gehandicapten geïndiceerd, volgens het presto-scenario is dat 0.07%. Gemiddeld komt dat neer op een norm van 0.1% van de bevolking. Omgerekend dus 1 plaats per 1000 bewoners. Kanttekeningen Instellingen voor gehandicapten zijn in toenemende mate extramuraal georganiseerde voorzieningen. Er is echter discussie of de voorziening bij voorkeur extramuraal moet worden aangeboden. Afhankelijk van de handicap, de sociale vaardigheden van de bewoner en de mogelijkheid om (intensieve) begeleiding aan te bieden moet een keuze worden gemaakt of de gehandicapte intra- dan wel extramurale voorzieningen moet worden geboden.
Kengetal 1 Plaats op 1000 inwoners bovenwijks Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners in 2015 Goes 39.500
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
40 plaatsen voor 644 plaatsen** gehandicapten bovenwijks* *: Gebaseerd op de generieke norm en een bevolkingsomvang van circa 39.500 inwoners in 2015. **: Door de aanwezigheid van Stichting Arduin, Stichting het Gors en stichting Zuidwester en de regiofunctie van Goes zijn er veel woonzorgvoorzieningen voor bijzondere doelgroepen. Het hier genoemde aantal betreft zowel bovenwijkse voorzieningen als voorzieningen in de wijk.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
105
Beschermd wonen: wijkniveau De voorziening Beschermd wonen omvat woonvormen waar permanente en intensieve zorg, bescherming en toezicht mogelijk is. Het gaat om woon- en verblijfsvormen met 24-uurs nabije zorg. Het gaat hierbij om een voorziening op wijkniveau. De functie verblijf via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en plaatsen korter dan 1 jaar op basis van de Zorgverzekering worden ook onder beschermd wonen gerekend. Soms kan deze functie ook op wijkniveau worden ingevuld. De bovenwijkse behoefte aan beschermd wonen (verpleeghuiszorg) is in het factsheet voor verpleeghuiszorg uitgewerkt. Beschermd wonen kent twee vormen. In de verpleeghuiszorg gaat het om kleinschalig groepswonen met gemeenschappelijke voorzieningen en 24-uurszorg. In de gehandicaptenzorg en ggz gaat het om groepswoningen met meer of minder structurele begeleiding. Verwacht wordt dat de intramurale opvangcapaciteit de komende jaren aanmerkelijk zal krimpen met 50-75% (verzorgingshuizen). Voor de verpleeghuiszorg is het scenario minder stabiel. Er wordt in een krimp van 33%, maar ook in een stijging van 33% voorzien, afhankelijk van de ontwikkelingen in de zorgzwaarte. De vraag naar kleinschalige opvang en gelokaliseerd in de wijk zal volgens het STAGGscenario in ieder geval toenemen. De norm, het kengetal of checklist 11 Volgens het Andante-scenario is een capaciteit voor 20 person en per 10.000 inwoners voorzien in 2015, in het Presto scenario zijn dit 50 personen. Gemiddeld 35 personen per 10.000 inwoners. Voor beschermd wonen in de wijk geldt dan een norm van 17.5 plaatsen per 5000 inwoners. Kanttekeningen Deze voorziening betreft niet alleen de fysieke woningen, maar ook de zorginfrastructuur die hieraan gekoppeld is. Deze woningen kunnen zowel kleinschalig in de Goese wijken als in de kernen worden gerealiseerd. Voor de kernen zullen de normen voor wat betreft de bereikbaarheid (afstand tot het zorgknooppunt) moeten worden aangepast. Voor beschermd wonen geldt dat de aangeboden zorg (ook de 24-uurs onplanbare zorg) direct gekoppeld is aan of beschikbaar is bij de woonvoorziening. In het onderzoek van Gerrichhauzen (Woonvisie Goes) wordt voor de kwantitatieve opgave voor beschermd wonen intramuraal niet in extra capaciteit voorzien. Extramurale vormen van beschermd wonen zijn niet in de behoefteplanning meegenomen. Kengetal Beschermd wonen: 17.5 plaatsen extramuraal in de wijk per 5000 inwoners
Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern*
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 + + + +
9 20 15 14 24 5 4 4 3
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
Wilhelminadorp
812
3
Nog vast te stellen
NN
In de scenario’s die in de planologische kengetallen zijn opgemomen wordt de behoefte aan verschillende woonvormen ook omgezet naar het aantal benodigde woningen. Dit is echter sterk afhankelijk van de huishoudensstructuur. Eventueel kan gemiddeld worden met een factor 1.8 per huishouden.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
106
Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal
1290 1383 536 1572
5 5 2 6
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
1298 2236
5 8
Nog vast te stellen Nog vast te stellen
36714
138 extramurale woonvoorzieningen voor beschermd wonen op wijkniveau**
Nog vast te stellen
*: Gebaseerd op de huidige bevolkingsaantallen **: Gebaseerd op de generieke norm en een bevolkingsomvang van circa 39.500 inwoners in 2015 +: Wijk in ontwikkeling. Voor prognoses: zie Woonvisie
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
107
Verzorgd wonen: wijkniveau De voorziening Onder verzorgd wonen vallen zelfstandige woningen met de mogelijkheid tot het op afroep verkrijgen van extramurale verzorging, verpleging en begeleiding. In de woning is extra ruimte voor verzorging (bijvoorbeeld in de natte ruimten). Zorgdiensten bevinden zich in de directe nabijheid, maar hoeven niet direct aan de wooneenheid gekoppeld te zijn. Voorbeelden van verzorgd wonen zijn aanleunwoningen en woonzorgcomplexen, maar ook moderne verzorgingshuizen met zelfstandige appartementen. De norm, het kengetal of checklist Volgens het Andante-scenario is een capaciteit voor 110 personen per 10.000 inwoners voorzien in 2015, in het Presto scenario zijn dit 130 personen. Gemiddeld 120 personen per 10.000 inwoners. Voor verzorgd wonen in de wijk geldt dan een norm van 60 plaatsen per 5000 inwoners. Kanttekeningen In het beleid wordt een kanteling aangebracht tussen het beschermd wonen en het verzorgd wonen. Daardoor wordt de verwachte kwantitatieve opgave voor het beschermd wonen geringer en wordt de druk op verzorgd wonen opgevoerd. Hierdoor moet niet alleen de capaciteit aan woningen worden aangepast, maar dient ook de voorzieningenstructuur en de openbare ruimte te worden herzien (zie Woonservice-zones). De 60 plaatsen per 5000 inwoners zijn gebaseerd op een generieke norm. Voor elke gemeente dient de generieke norm lokaal specifiek te worden gemaakt op basis van demografische gegevens en bevolkingsprognoses. Bij verzorgd wonen geldt ook, in tegenstelling tot beschermd wonen, dat er een vertaling plaats moet vinden van personen naar huishoudens. Hierdoor kunnen er per wijk en kern in de praktijk verschillen optreden in de werkelijke behoefteraming. In de Woonvisie van Gerrichhauzen wordt de behoefte voor verzorgd wonen in 2015 geprognosticeerd op 514 wooneenheden. Momenteel zijn er volgens deze woonvisie 50 wooneenheden beschikbaar en wordt voorzien in 321 wooneenheden in de geplande capaciteit voor 2015. Er rest dus een opgave van 193 woningen voor verzorgd wonen. De spreiding van deze totale opgave over buurten en dorpen is niet direct gegeven, maar dient wel in samenhang te worden ontwikkeld met woonservice-gebieden en de voorzieningenkwaliteit in de dorpen. Kengetal Verzorgd wonen: 60 plaatsen per 5000 inwoners in de wijk of kern Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern*
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 + + + +
32 67 52 46 82 18 12 13 9
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud
812 1290 1383 536 1572
10 16 17 6 19
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
1298 2236
16 27
Nog vast te stellen Nog vast te stellen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
108
Sabbinge Totaal
36714
514 woningen voor verzorgd wonen**
50
*: Gebaseerd op de huidige bevolkingsaantallen en **: Gebaseerd op de gegevens van het Zorgkantoor (5,4% van 75+ in 2015). Op basis van de generieke norm wordt in 474 plaatsen voorzien. +: Wijk in ontwikkeling. Voor prognoses: zie Woonvisie
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
109
Geschikt wonen: Serviceappartementen voor ouderen (bovenwijks) De voorziening Serviceappartementen zijn zelfstandige en levensloopbestendige woningen, over het algemeen in de vrije sector, waar een hoog niveau aan dienstverlening wordt geboden en eventueel ook (particuliere) 24-uurszorg aanwezig is. De flats beschikken doorgaans over een conciërgefunctie. De service is aan het appartementencomplex gebonden en kan bijvoorbeeld sociale- of personenalarmering en domotica omvatten, maar ook gemaksdiensten als maaltijdservice, klussendienst, en een wasseretteservice. De norm, het kengetal of checklist In de planologische kengetallen van het KCWZ worden twee scenario’s aangehouden voor de planning van voorzieningen binnen het woon-zorg-welzijndomein: het andante-scenario en het prestoscenario. In beide scenario’s wordt een bovenwijkse behoefte verondersteld van 0.21% aan bovenwijkse (luxe) serviceflats. Omgerekend gaat het dan om 1 plaats per 476 bewoners. Kanttekeningen Luxe serviceflats zullen, gegeven de sterk verbeterende inkomenspositie van ouderen in de komende jaren, waarschijnlijk een sterker deel van de markt gaan innemen dan nu in de scenario’s is voorzien. Deels zal dit ook een gevolg kunnen zijn van de ontwikkelingen aan de aanbodzijde. Daarbij speelt ook dat het concept van de serviceflats niet alleen voor (financieel sterke) ouderen aantrekkelijk kan zijn, maar ook voor jonge tweeverdieners en jonge dubbelmodale inkomens. Voor projectontwikkelaars (en wooncorporaties) kan deze gemengde markt aantrekkelijk zijn om wooncomplexen, gecombineerd met voorzieningen te ontwikkelen. Kengetal 1 Plaats op 476 inwoners bovenwijks Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners in 2015 Goes 39.500
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
83 woningen in serviceflats Nog na te gaan bovenwijks* *: Gebaseerd op de generieke norm en een bevolkingsomvang van circa 39.500 inwoners in 2015.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
110
Geschikt wonen: levensloopbestendige woningen De voorziening Geschikt wonen bestaat uit levensloopbestendige woningen en zogenaamde nultredenwoningen. Het Kenniscentrum Woon-Zorg (KCWZ) spreekt hier over “Gewoon Wonen”. Een woning die als levensloopbestendig wordt aangemerkt, kan zodanig worden aangepast, dat er speciale voorzieningen kunnen worden aangebracht als er door de leeftijd bepaalde functies wegvallen of moeizamer kunnen worden uitgeoefend. Het gaat dan bijvoorbeeld om trapliften, aanpassingen in douche en toilet, de breedte van de deuren, domotica etcetera. Geschikt wonen omvat alle woningen die geschikt zijn voor bewoning door ouderen of mensen met een beperking. Het is van belang dat deze woningen liggen in een wijk of dorp met een goed voorzieningenniveau en is ingericht op mensen met een mobiliteitsbeperking (zie de factsheets over ouderenwerk, zorgknooppunten, zorgposten, dienstverlening en woonservicezone). De norm, het kengetal of checklist Door het KCWZ wordt uitgegaan van circa 250 verspreid zelfstandige levensloopbestendige woningen per 5000 inwoners (op basis van 2250 woningen). Kanttekeningen Het aantal woningen dat met deze norm gegeven is, is een stedelijk gemiddelde. Binnen en tussen de wijken en kernen moet differentiatie worden aangebracht op basis van demografie, vraag, woonmilieus en woonwensen. In het onderzoek van Gerrichhausen wordt het totaal aan woningen voor geschikt wonen (nultrede- én levensloopbestendige woningen) geschat op 4.567. De opgave voor 2015 kan echter niet worden gespecificeerd door het ontbreken van inzicht in het huidige aantal geschikte woningen in de gemeente. Doordat veel van de woningvoorraad in Goes bestaat uit eengezinswoningen zijn waarschijnlijk veel woningaanpassingen noodzakelijk.
Kengetal 250 Levensloopbestendige woningen per 5000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 + + + +
Kengetal per wijk of kern (in aantal levensloopbestendige woningen)* 134 278 215 193 343 76 51 52 37 -
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
812 1290 1383 536 1572
41 65 69 27 79
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
1298 2236
65 111
Nog vast te stellen Nog vast te stellen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
111
Totaal
36714 (prognose 2015: 39.500)
Circa 1903 woningen voor levensloopbestendig wonen, verspreid over de wijken en dorpen, geprognosticeerd voor 2015**
Nog vast te stellen
*: Gebaseerd op de huidige bevolkingsaantallen **: Gebaseerd op de bevolkingsprognose van het Zorgkantoor voor 2015 +: Wijk in ontwikkeling. Voor prognoses: zie Woonvisie
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
112
Geschikt wonen: nultredewoningen De voorziening Geschikt wonen bestaat uit levensloopbestendige woningen en zogenaamde nultredenwoningen. Het Kenniscentrum Woon-Zorg (KCWZ) spreekt hier over “Gewoon Wonen”. Een nultredewoning is een woning waar alle primaire ruimten (woonkamer, keuken, sanitair, en minimaal één slaapkamer) zich gelijkvloers bevinden. De voordeur is zonder trap te bereiken. Drempels zijn laag of ontbreken (ook bij de voordeur). Geschikt wonen omvat alle woningen die geschikt zijn voor bewoning door ouderen of mensen met een beperking. Het is van belang dat deze woningen liggen in een wijk of dorp met een goed voorzieningenniveau en is ingericht op mensen met een mobiliteitsbeperking (zie de factsheets over ouderenwerk, zorgknooppunten, zorgposten, dienstverlening en woonservicezone). De norm, het kengetal of checklist Door het KCWZ wordt uitgegaan van circa 350 verspreide nultredewoningen per 5000 inwoners (op basis van 2250 woningen)..Het gaat hier om een geprognosticeerd aantal in 2015. Kanttekeningen Het aantal woningen dat met deze norm gegeven is, is een stedelijk gemiddelde. Binnen en tussen de wijken en kernen moet differentiatie worden aangebracht op basis van demografie, vraag, woonmilieus en woonwensen. In het onderzoek van Gerrichhausen wordt het totaal aan woningen voor geschikt wonen (nultrede- én levensloopbestendige woningen) geschat op circa 4.500. De opgave voor 2015 kan echter niet worden gespecificeerd door het ontbreken van inzicht in het huidige aantal geschikte woningen in de gemeente. Doordat veel van de woningvoorraad in Goes bestaat uit eengezinswoningen zijn waarschijnlijk veel woningaanpassingen noodzakelijk.
Kengetal 350 nultredewoningen per 5000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 + + + +
Kengetal per wijk of kern(in aantal nultredewoningen)* 188 390 301 271 480 107 72 73 52 -
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal
812 1290 1383 536 1572
57 90 97 38 110
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
1298 2236
91 157
Nog vast te stellen Nog vast te stellen
36714 (Prognose 2015: 39.500)
Circa 2664 nultredewoningen, verspreid over de
Nog vast te stellen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
113
wijken en dorpen, geprognosticeerd voor 2015** *: Gebaseerd op de huidige bevolkingsaantallen **: Gebaseerd op de bevolkingsprognose van het Zorgkantoor voor 2015 +: Wijk in ontwikkeling. Voor prognoses: zie Woonvisie
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
114
Eerstelijns zorgcentrum/zorgknooppunt De voorziening Een zorgcentrum, -kruispunt of knooppunt is een (fysieke) locatie, waar vanuit thuiszorg en eerste lijnsgezondheidszorg (zoals huisarts, fysiotherapie, apotheek) wordt aangeboden en geregeld. Zorgknoopunten vormen de spil van het zorgaanbod in woonservicezones. De norm, het kengetal of checklist Er wordt een norm voorgesteld door Aedes-Arcares van één zorgknooppunt per 10.000 inwoners. Kanttekeningen Het inrichten van zorgknooppunten met een breed aanbod in een gebied met landelijke kernen is problematisch vanwege de te overbruggen afstanden. Er zal in het bijzonder geïnvesteerd moeten worden in de bereikbaarheid en eventueel kleinschalige dependances (bijvoorbeeld in de vorm van zorgposten).
Kengetal 1 Zorgknooppunt per 10.000 inwoners, gelokaliseerd in gebieden met relatief veel ouderen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners en percentage ouderen Centrum 19 Oost 31 Zuid 31 West 13 Goese Polder 10 Noordhoek 11 Goese Meer 15 Overzuid 6 Ouverture 2 Aria * Mannee * Goese Schans * Riethoek * Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
0 1 1 0 0 0 0 0
1 (de Pijlers) 0 0 0 0 0 0 0
15 30 7 12 19
0 1 0 0 0
0 0 0 0 0
14 29
0 1
0 0
17
4
1
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
115
Zorgpost De voorziening Een zorgpost is een kleinschalige en minder uitgebreide variant van een zorgknooppunt, die strategisch kan worden gelokaliseerd in bijvoorbeeld buurten of kernen waar de vraag naar zorg onevenredig groot is. Een zorgpost kan ingericht worden als dependance van een zorgknooppunt. In een zorgpost wordt niet permanent voorzien in eerstelijns medische zorg (huisarts, fysiotherapeut), maar kan bijvoorbeeld wel een wijkverpleegkundige een plek vinden of een apotheekservice zijn ondergebracht. De zorgpost is in ieder geval een uitval- en signaleringslocatie voor planbare en onplanbare zorg. De norm, het kengetal of checklist Voor zorgposten is geen landelijke norm beschikbaar. Zorgposten kunnen worden ingericht op buurtof kernniveau, waar de behoefte aan planbare en/of onplanbare zorg aantoonbaar hoger is dan gemiddeld. Kanttekeningen Kleinschalige zorgposten kunnen de behoefte aan zorg in de kernen mogelijk accommoderen als het niet mogelijk is om eerstelijnsgezondheidszorg en thuiszorg integraal in de nabijheid aan te bieden. Het ligt voor hand zorgposten in te richten als dependance van een zorgknooppunt.
Kengetal Geen norm. Beleidskeuze, gebaseerd op zorgbehoefte (afgeleid uit aantal ouderen) en de maximaal gewenste afstand tot een zorgknooppunt voor de doelgroep. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal ouderen Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge *: gegevens niet bekend/wijk in ontwikkeling
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
509 1726 1334 503 685 168 154 62 15 * * * *
Ntb 0 0 Ntb Ntb Ntb Ntb 0 0 * * * *
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen * * * *
122 387 97 64 373
Ntb 0 Ntb Ntb Ntb
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
127 1001
Ntb 0
Nog vast te stellen Nog vast te stellen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
116
Woonservicekeurmerk woonomgeving, WoonKeur De voorziening Het Woonservicestempel is een concept, waarmee de toegankelijkheid, aantrekkelijkheid en veiligheid van de woonomgeving wordt beoordeeld door consumententeams. Er zijn uitgebreide normen voor de woonomgeving beschikbaar. Een overzicht hiervan is te vinden op www.design-for-all.nl. Een vergelijkbaar concept is het zogenaamde WoonKeur, waarin nieuwe woningen en de woonomgeving een kwaliteitsstempel kunnen krijgen als er aan meer is voldaan dan de wettelijke normen. In het WoonKeur-basispakket staan: - het onderdeel woningen van het Handboek voor Toegankelijkheid; - een groot deel van de eisen voor woning en woongebouw uit de VAC (Vrouwen Advies Commissies)-kwaliteitswijzer; - praktisch alle eisen van het (inmiddels als zelfstandig keurmerk opgeheven) Seniorenlabel; - de basiseisen ('100% eisen') van het Politiekeurmerk Veilig Wonen; - alle overige eisen van het Politiekeurmerk staan in het facultatieve pluspakket Veiligheid. Dit pluspakket vormt samen met het basispakket het gehele Politiekeurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw. Het Woonservicekeurmerk heeft ook directe relaties met prestatieveld 1 (Leefbaarheid) en prestatieveld 6 (Voorzieningen voor mensen met een beperking). De norm, het kengetal of checklist Elke wijk of kern heeft een Kwaliteitskeurmerk voor een toegankelijke, aantrekkelijke en veilige woonomgeving. Kanttekeningen Alle wijken en kernen, met prioriteit daar waar veel ouderen wonen, worden beoordeeld op de toegankelijkheid en kwaliteit van de woonomgeving op basis van een samen te stellen checklist door cliënten- cq. bewonersteams. Wijken en kernen die aan de eisen in de checklist voldoen krijgen een keurmerk. Het afgeven van een keurmerk of het aanvragen daarvan kan goed onder de regie van bijvoorbeeld het Wmo-platform worden uitgevoerd. Het is wel zo, dat bij gebleken tekorten in de woonomgeving, door de verantwoordelijke organisaties en/of bewoners actie zal moeten worden ondernomen. Indien besloten wordt tot het instellen van een dergelijk keurmerk, moet duidelijk zijn dat het geen vrijblijvende exercitie is. Kengetal Elke wijk of kern heeft een Kwaliteitskeurmerk. Prioriteit ligt bij wijken en kernen met relatief veel ouderen of kwetsbare groepen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: % ouderen
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
19 31 31 13 10 11 15 6 2 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke
15 30 7 12
1 1 1 1
0 0 0 0
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
117
‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge *: gegevens niet beschikbaar
19
1
0
14 29
1 1
0 0
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
118
Woonservicezone De voorziening Een Woonservicezone is een buurt, wijk of dorp, waarin optimale condities zijn geschapen voor wonen met zorg en welzijn, tot en met niet-planbare 24-uurszorg. Er zijn drie kenmerken te benoemen: • Een gewoon woongebied waarin zorg beslist niet domineert • Een integrale zorg- en dienstverlening, georganiseerd vanuit zorgsteunpunten. • Levensloopbestendige woningen en een woonomgeving met een goed voorzieningenniveau In een woonservicewijk ligt het accent op levensloopbestendig wonen met een goed georganiseerde dienstverlening, tot en met thuiszorg en welzijnsdiensten. Binnen de woonservicezone vinden we ook kleinschalige gebieden waar vormen van beschermd wonen aanwezig zijn. In een woonservicewijk (met een grootte van circa 10.000 inwoners) komt een groot aantal van de hiervoor genoemde voorzieningen samen. Binnen het domein wonen is een bovengemiddeld percentage van de woningvoorraad levensloopbestendig (voor nieuwbouw: tweederde deel van de voorraad). Er is minstens een eerstelijnszorgcentrum met een wijkfunctie. Binnen een straal van 200 meter zal voor de bewoners een zorgkruispunt of een zorgpost aanwezig moeten zijn. De woonomgeving is zodanig aangepast dat iedere woning is aangesloten op een netwerk van looproutes die verbonden zijn met het zorgknooppunt, de primaire winkels en de haltes van het openbaar ervoer. De looproutes zijn barrièrevrij en sociaal veilig. Ook de verblijfskwaliteit van de woonomgeving is hoog. De norm, het kengetal of checklist De normen en checklists voor de woonservicezone zijn uitgebreid beschreven door het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen en Zorg. Kanttekeningen De woonservicezone is bij uitstek geschikt als regie- en visieconcept voor de prestatievelden 5 en 6 (en in enige mate voor prestatieveld 1). Als het gaat om herinrichting van de voorzieningenstructuur is het de vraag in welk tempo de oude voorzieningenstructuur kan transformeren naar de idealen zoals die in de woonservicezonescenario’s zijn neergelegd.
Kengetal Volledig gerealiseerde woonservicezones in daartoe geschikte wijken en kernen in 2015-2020. Prioriteit bij wijken en kernen met hoog aandeel ouderen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
Referentiegegevens: aandeel ouderen
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
19 31 31 13 10 11 15 6 2 * * * * 15 30 7 12 19
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
14 29
1 1
0 0
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
119
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
120
6. Het verlenen van individuele voorzieningen voor kwetsbare burgers Dit prestatieveld omvat de voorzieningen die gericht zijn op het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer, maar (in tegenstelling tot het vorige prestatieveld) zijn toegesneden op de individuele behoeften en noden van kwetsbare burgers, die los staan van de woonbehoefte. Het gaat hier om een breed scala aan voorzieningen. Veel van de hier benoemde voorzieningen vallen niet strikt onder het regime van de Wmo, maar zijn veelal ook (vooralsnog) te scharen onder AWBZregimes. Onder dit prestatieveld scharen we de volgende voorzieningen: Voorzieningen o ‘Wvg-Wmo’-voorzieningen Zorg o Thuiszorg Dienstverlening o Sociaal-medische alarmering o Personenalarmering o Maaltijdservice o Mobiliteit o Dienstenabonnement o Dagactiviteiten
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
121
Voorzieningen: Transformatie Wvg-Wmo De voorziening De Wet Voorzieningen Gehandicapten (Wvg) is sinds 1 januari 2007 onderdeel van de Wmo. De gemeente is verplicht om bewoners met een beperking die voorzieningen te bieden, waardoor zij aan de samenleving kunnen meedoen en zolang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Op basis van de Wmo-voorzieningen kunnen burgers een beroep doen op ongespecificeerde voorzieningen als rollators, trapliften en woningaanpassingen. De (voorlichting over) de mogelijke voorzieningen moet adequaat aangeboden worden via het Wmo-loket. De norm, het kengetal of checklist Aanbod van voorzieningen om burgers te laten participeren aan de samenleving. Het aanbod is vraagafhankelijk, niet aanbodgestuurd, maar wel onderhevig aan beoordeling van de individuele situatie van de aanvrager door de gemeente. Kanttekeningen De gemeente is gehouden via het uitgangspunt van de Wmo om de gevraagde voorziening te toetsen op doelmatigheid en doeltreffendheid. Hierbij speelt ook eventuele inzet van de civil society en de draagkracht van de aanvrager een rol.
Kengetal Indicering individuele voorzieningen via Wmo-loket Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Kengetal per wijk of kern
36714
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
aanwezig
Feitelijke situatie aanwezig
122
Thuiszorg: fte De voorziening Thuiszorg is een voorziening die het brede pakket van zorg aan huis verricht, van de voormalige enkelvoudige huishoudelijke hulp (AWBZ) tot aan complexe verpleging, met als doel om de bewoner zelfstandig thuis te laten wonen. De voormalige enkelvoudige huishoudelijke verzorging valt binnen de contouren van de Wmo. Daarnaast blijft de AWBZ-geïndiceerde zorg bestaan. De norm, het kengetal of checklist Er is een landelijke norm van circa 10 fte per 5000 bewoners. Dit geldt voor de Wmo- én de AWBZgeïndiceerde zorg gezamenlijk. Kanttekeningen De norm is een landelijk gemiddelde. Door de ontwikkelingen rond de Wmo is het moeilijk hier een vaste maatstaf te hanteren. Enerzijds is de vraag naar thuiszorg afhankelijk van indicatiestelling. Anderzijds is het aanbod deels afhankelijk van de aanbestedingsprocedures die worden gevolgd. Kengetal 10 fte aan thuiszorg per 5000 inwoners. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners Goes
Kengetal per wijk of kern
36714
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
76 fte
Feitelijke situatie Niet bekend
123
Sociaal-medische alarmering De voorziening Een voorziening waarbij bewoners die kwetsbaar zijn 24 uur per dag óf direct in de gaten worden gehouden óf zelf de mogelijkheid hebben om “aan de bel te trekken” als er iets op sociaal-medisch terrein verkeerd dreigt te gaan of gaat. De alarmering is voor een belangrijk deel geautomatiseerd. Dat wil zeggen dat als een persoon die aangesloten is op de sociaal-medische alarmering bijvoorbeeld valt er automatisch een signaal uitgaat naar een zorgpost. In principe gaat het hier om onplanbare 24-uurszorg. Deze alarmering is bijvoorkeur gekoppeld aan een zorgknooppunt. De norm, het kengetal of checklist Voor deze voorziening is geen norm. Het is echter wel een cruciale voorziening bij extramuralisering en zelfstandig wonen. Zij moet dan ook worden ondergebracht bij een zorgknooppunt Kanttekeningen Er is een provinciale voorziening voor sociaal-medische alarmering waar iedere Zeeuw zich op kan aansluiten. Voor iedere Goese burger is deze beschikbaar. In deze factsheet wordt ingegaan op de alarmering vanuit een zorgpunt. Er is in Goes nog geen dekkend netwerk van zorgknooppunten in het kader van Woonservice-zones beschikbaar. Kengetal Beschikbaar via zorgknooppunt. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 (het Gasthuis) Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen 1 (Erasmusflat) Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge *: gegevens niet beschikbaar/wijk in ontwikkeling
812 1290 1383 536 1572
1 1 1 1 1
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
1298 2236
1 1
Nog vast te stellen Nog vast te stellen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
124
Personenalarmering De voorziening Een voorziening waarbij bewoners die op sociaal terrein kwetsbaar (sociaal isolement) zijn in de gaten worden gehouden óf zelf de mogelijkheid hebben om “aan de bel te trekken” als er iets op sociaal terrein verkeerd dreigt te gaan of gaat. Voor een deel is personenalarmering gekoppeld aan bijvoorbeeld een Stichting Welzijn Ouderen. Deels kan het ook gaan om een initiatief vanuit de civil society dat door bewoners (ouderen) of bijvoorbeeld door het kerkelijk leven opgezet en onderhouden wordt. Personenalarmering moet een onderdeel zijn van de ketenaanpak binnen een Woonservicezone. De norm, het kengetal of checklist Voor deze voorziening is geen norm. Het is echter wel een cruciale voorziening bij extramuralisering en zelfstandig wonen. Zij moet dan ook worden ondergebracht bij en/of gefaciliteerd worden via het ouderenwerk. Kanttekeningen Op het niveau van kernen en buurten kan de personenalarmering goed worden georganiseerd vanuit de civil society. Het agogisch werk heeft hierin een aanjagende en begeleidende rol. Kengetal Beschikbaar via of gefaciliteerd door ouderenwerk of het agogisch werk (opbouwwerk, sociaalcultureel werk)) Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge *: gegevens niet beschikbaar/wijk in ontwikkeling
812 1290 1383 536 1572
1 1 1 1 1
Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen Nog vast te stellen
1298 2236
1 1
Nog vast te stellen Nog vast te stellen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
125
Maaltijdservice De voorziening Maaltijdservice is in principe een voorziening voor ouderen die niet meer in staat zijn voor zichzelf een (warme) maaltijd te bereiden. De maaltijd wordt aan huis bezorgd en kan daar eventueel worden opgewarmd. Doordat de voorziening met name de kwetsbare groepen ouderen zal bereiken is de signaleringsfunctie (gezondheid, sociaal isolement) een belangrijke component. Bij voorkeur wordt dus niet volstaan met een “pizza-koerier”-achtige dienstverlening. De norm, het kengetal of checklist Maaltijdvoorziening beschikbaar in elke buurt en kern. Kanttekeningen Alle ouderen die niet meer in staat zijn zelf voor een reguliere dagelijkse (warme) maaltijd te zorgen moeten kunnen worden bereikt. De voorziening kan centraal worden geregeld of decentraal (per buurt of kern), maar moet wel in alle buurten en kernen beschikbaar zijn. Onderlinge sociale steun en/of vrijwillige inzet kunnen bij het aanbod van deze voorziening een belangrijke rol spelen. In de kernen kan de lokale horeca eventueel een rol spelen. De signaleringsfunctie moet centraal worden gecoördineerd (zorgknooppunt, SMWO). Overigens kan de enkelvoudige “maaltijdcomponent” ook aan andere doelgroepen dan alleen aan ouderen worden aangeboden.
Kengetal Beschikbaar via zorgknooppunt of gefaciliteerd door ouderenwerk Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aantal ouderen Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
509 1726 1334 503 685 168 154 62 15 * * * *
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
122 387 97 64 373
1 1 1 1 1
1 1 1 1 1
127 1001
1 1
1 1
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
126
Mobiliteit De voorziening Een cruciale “voorziening” is de garantie voor kwetsbare burgers om zich te kunnen verplaatsen naar voorzieningen, diensten en andere bewoners. Zeker in het landelijk gebied garandeert dit de toegankelijkheid en bereikbaarheid van voorzieningen. Het gaat hier zowel om individueel vervoer op korte afstanden, als om vormen van (semi-) openbaar vervoer in huis-tot-huis bewegingen. De norm, het kengetal of checklist Elke kwetsbare burger cq. oudere of gehandicapte moet zich kunnen verplaatsen naar een voorziening, activiteit of andere bewoners en aan het maatschappelijk leven kunnen deelnemen. De gemeente faciliteert dit vervoer, zowel op individueel niveau, als in semi-collectieve vormen. Kanttekeningen Er kan een beroep worden gedaan op de sociale omgeving van de kwetsbare bewoners en op de eigen inspanning van de bewoners om de beschikbare middelen zelf aan te schaffen. De gemeente dient in ieder geval de beschikbaarheid van (semi)openbaar vervoer op loopafstand (straal van 100 meter) te garanderen als er sprake is van de inrichting van een Woonservicezone.. Kengetal Mobiliteit voor deelname aan het maatschappelijk verkeer gegarandeerd voor kwetsbare bewoners.(1=beschikbaar). Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aandeel ouderen in de wijk Centrum 19 Oost 31 Zuid 31 West 13 Goese Polder 10 Noordhoek 11 Goese Meer 15 Overzuid 6 Ouverture 2 Aria * Mannee * Goese Schans * Riethoek * Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge *: gegevens niet beschikbaar/wijk in ontwikkeling
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
15 30 7 12 19
1 1 1 1 1
1 1 1 1 1
14 29
1 1
1 1
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
127
Dienstenabonnement De voorziening Dienstenabonnementen geven de mogelijkheid persoonlijke services af te nemen tegen een redelijk tarief. Het kan gaan om een breed scala aan voorzieningen als een maaltijdservice, klussendiensten, begeleiding bij uitstapjes, boodschappenservice, wasserij etcetera. Een dienstenabonnement kan worden aangeboden in het kader van een woonservicezone. De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm te stellen. Het is een voorziening die deels afhankelijk is van vraag en aanbod. Voor kwetsbare bewoners (met name ouderen) moet zij in ieder geval wel aanwezig zijn. Kanttekeningen De voorziening kan deels commercieel worden geëxploiteerd. Het is echter wel gewenst dat zij aanwezig is. Op het niveau van de kernen kan zij gekoppeld worden aan een zorgpost of bijvoorbeeld een winkel voor dagelijkse levensbehoeften, of een postagentschap. Het afnemen van diensten hoeft zich overigens niet te beperken tot de groep ouderen. Ook andere doelgroepen kunnen bij een dergelijk aanbod baat hebben. In de 24-uursamenleving past deze voorziening bijvoorbeeld ook in dagindelingsarrangementen voor werkende ouders. De voorziening kan dan ook worden ondergebracht in een Brede School.
Kengetal Geen norm. Aanwezigheid gewenst Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aandeel ouderen (%) Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
Kengetal per wijk of kern
19 31 31 13 10 11 15 6 2 * * * *
Feitelijke situatie**
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Wilhelminadorp 15 1 Kloetinge 30 1 Oostmolenpark (Kloetinge) 7 1 Kattendijke 12 1 ‘s-Heer Arendskerke en 19 1 Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 14 1 Wolphaartsdijk en Oud 29 1 Sabbinge *: Geen gegevens beschikbaar/wijk in ontwikkeling **: Via diverse organisaties (o.a. Steunpunt Mantelzorg, RWS) zijn deze zogenaamde gemaksdiensten wel leverbaar, echter niet structureel en samengebracht onder één pakket.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
128
Dagactiviteiten De voorziening Voor ouderen of andere mensen met een beperking die geestelijk of lichamelijk niet volledig zelfstandig functioneren moet een voorziening aanwezig zijn waar zij overdag hun tijd zinvol of ontspannen kunnen besteden en andere mensen kunnen ontmoeten onder deskundige begeleiding. Deze voorziening heeft voor een deel ook een therapeutische functie, deels vormt zij ook een onderdeel van de respijtzorg voor mantelzorgers. De norm, het kengetal of checklist Geen norm. Aanwezigheid wel vereist, bijvoorbeeld binnen een brede welzijnsaccommodatie (lichte vorm) of gekoppeld aan een verpleeg- of verzorgingshuis. Kanttekeningen Deze voorziening moet ook goed bereikbaar zijn vanuit de kernen. Omdat het hier over het algemeen gaat om niet-mobiele bewoners, moet er tevens worden geïnvesteerd in het vervoer. Lichte vormen van dagbesteding kunnen eventueel ook worden aangeboden in een centrale accommodatie in een kern. Kengetal Geen norm. Aanwezigheid gewenst. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aandeel ouderen
Kengetal per wijk of kern
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek
19 31 31 13 10 11
1 1 1 1 1 1
Goese Meer Overzuid
15 6
1 1
Ouverture
2
1
Aria
*
1
Mannee
*
1
Goese Schans Riethoek
* *
1 1
Wilhelminadorp 15 1 Kloetinge 30 1 Oostmolenpark (Kloetinge) 7 1 Kattendijke 12 1 ‘s-Heer Arendskerke en 19 1 Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen 14 1 Wolphaartsdijk en Oud 29 1 Sabbinge * Wijk in ontwikkeling; aanwezig verzorginghuis, verpleeghuizen en ouderensozen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig Niet Aanwezig (zie Mannee) Niet Aanwezig Niet Aanwezig (zie Aria) Aanwezig + zie Aria Gepland (ook voor Overzuid) Gepland (ook voor Noordhoek) Gepland Zie Aria Aanwezig Aanwezig Zie Aria Aanwezig Aanwezig Aanwezig Aanwezig
129
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
130
7. Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, adviespunten huiselijk en seksueel geweld Dit prestatieveld behelst voorzieningen die tijdelijk opvang en ondersteuning bieden voor personen die hun huissituatie hebben moeten ontvluchten of dak- of thuisloos zijn. Binnen het prestatieveld vallen ook de advies-, meld en steunpunten voor huiselijk en seksueel geweld. Onder dit prestatieveld scharen we: o
o
Steunpunten o Advies- en steunpunt huiselijk en/of seksueel geweld o Meldpunt kindermishandeling Opvang o Crisisopvang o Dagopvang daklozen o Nachtopvang daklozen o Vrouwenopvang
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
131
Advies- en steunpunt huiselijk en/of seksueel geweld De voorziening Een advies- en steunpunt huiselijk geweld is een voorziening, waar personen die hiermee in aanraking komen advies kunnen vragen, bemiddeling kunnen krijgen en steun kunnen vinden. De adviespunten geven zelf ook actief voorlichting. De voorziening levert daarnaast ook telefonisch en via internet (website en e-mail) advies en ondersteuning. De norm, het kengetal of checklist Per regio 1 steunpunt. Kanttekeningen In Zeeland is een centraal meldpunt aanwezig (in Vlissingen). In de meeste andere provincies is de spreiding van de meldpunten fijnmaziger (zie www.huiselijkgeweld.nl/organisaties/steunpunten)
Kengetal 1 Bereikbaar en toegankelijk meldpunt. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Regio Goes
Regio de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern 1 meldpunt, toegankelijk en bereikbaar (niet per sé aanwezig)
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie 1 (steunpunt huiselijk geweld) in Centrum
132
Meldpunt Kindermishandeling De voorziening De Meldpunten Kindermishandeling zijn de centrale instanties voor advies over het tegengaan van kindermishandeling en het melden ervan. De norm, het kengetal of checklist Er is minstens 1 toegankelijk en bereikbaar Meldpunt per regio of provincie. Het meldpunt voor Zeeland is gevestigd in Middelburg. Kanttekeningen Net als bij het Steunpunt Huiselijk Geweld gaat het bij het Meldpunt Kindermishandeling vooral om de toegankelijkheid en bereikbaarheid, en niet om de aanwezigheid.
Kengetal 1 Bereikbaar en toegankelijk Meldpunt Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegeven: Regio en provincie Goes
Kengetal per wijk of kern
Regio de Bevelanden en provincie Zeeland
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 1 in Centrum
133
Crisisopvang De voorziening Crisisopvang is een kortdurende opvangvoorziening voor mensen die in acute (psychische) nood verkeren of bedreigd worden. De voorziening moet voorzien in professionele crisisopvangmedewerkers. De norm, het kengetal of checklist Er is geen landelijke norm bekend. Kanttekeningen De voorziening richt zich met name op ex-psychiatrische patiënten, drugsverslaafden en dak- en thuislozen die door extramuralisering en onvoldoende dagelijkse opvang en zorg (opnieuw) in de problemen komen. Voorzieningen die met extramuralisering hebben te maken dienen extra alert te zijn op preventieve interventies om opname in crisisopvang te voorkomen. De feitelijke situatie betreft hier de gemeente Goes. Crisisopvang heeft echter een regionaal karakter, waardoor er ook zicht moet zijn op crisisopvang in de regio. Overigens dient crisisopvang ook als facetbeleid binnen andere prestatievelden, en binnen bijvoorbeeld de vrouwenopvang geregeld te zijn.
Kengetal Geen norm. Uitgangspunt moet spreiding over regio’s en provincie zijn. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Regio en provincie Goes
Regio de Bevelanden en provincie Zeeland
Kengetal per wijk of kern 1 voorziening
Feitelijke situatie 4 bedden (crisisopvang leger des heils) in Centrum
* Gegevens niet bekend
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
134
Dagopvang Daklozen De voorziening Dagopvang voor daklozen is een voorziening die daklozen de gelegenheid geeft overdag beschutting te zoeken, te eten en zich te verschonen én is tevens bedoeld om de overlast van daklozen te beperken. Het gaat vaak om regionale of provinciale voorzieningen die worden gerealiseerd in centrumgemeenten. De norm, het kengetal of checklist Er is geen landelijke norm bekend. Kanttekeningen Het realiseren van dagopvang gaat vaak gepaard met spanningen bij omwonenden. Het is een voorziening waar de gemeente zelf zeer strak regie op moet voeren om haar te kunnen realiseren.
Kengetal Geen norm. Uitgangspunt moet zijn spreiding over regio’s en provincie. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal thuis- en daklozen voedingsgebied Goes* Goes gegevens niet bekend
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie
0
135
Nachtopvang daklozen De voorziening Een zogenaamde Bed-Bad-Brood-voorziening, waar daklozen tegen een geringe vergoeding kunnen overnachten. Het zijn geen voorzieningen die als permanent verblijf gebruikt kunnen worden. De norm, het kengetal of checklist Er is geen landelijke norm bekend. Kanttekeningen Het realiseren van nachtopvang gaat vaak gepaard met spanningen bij omwonenden. Het is een voorziening waar de gemeente zelf zeer strak regie op moet voeren om haar te kunnen realiseren.
Kengetal Geen norm. Uitgangspunt moet spreiding over regio’s en provincie zijn. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal thuis- en daklozen voedingsgebied Goes Goes Gegevens niet bekend
Kengetal per wijk of kern
1 voorziening
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
0
136
Vrouwenopvang De voorziening Een voorziening waar vrouwen tijdelijk onderdak kunnen vinden als zij door huiselijk of seksueel geweld tijdelijk geen huis meer hebben. Het gaat hierbij ook om crisisopvang (acute opvang in noodsituaties). De norm, het kengetal of checklist Voor deze voorziening zijn geen normen aanwezig. Kanttekeningen Het gaat hier om een voorziening met een regionaal, provinciaal of zelfs landelijk karakter. De discussie op dit moment kantelt naar het terugdringen van plaatsen voor Vrouwenopvang en het uit huis plaatsen via wettelijke maatregelen van de daders van huiselijk geweld. De Vrouwenopvang zelf blijft een geconcentreerde voorziening. In het kader van de opvang van daders van huiselijk geweld is het mogelijk dat er binnen de regio afspraken moeten worden gemaakt óf en hoeveel plaatsen voor opvang binnen de gemeente Goes worden aangeboden. Kengetal Geen norm. Wellicht regiofunctie Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Niet bekend
Kengetal per wijk of kern
Goes
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 0
137
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
138
8. Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Het prestatieveld OGGZ is een aanvulling in de Wmo op de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid. In dit prestatieveld gaat het om het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de geestelijke volksgezondheid en het bereiken en begeleiden van kwetsbare groepen en risicogroepen. Meer dan een voorzieningenveld, gaat het hier om een beleidsoriëntatie en een regie- en samenwerkingsintentie, ook in de eerste lijn. Onder dit prestatieveld scharen we: o o o
OGGZ-platform Ketenregie gemeente Sociaal pension
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
139
OGGZ-platform De voorziening Een OGGZ-platform is een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties die met de geestelijke gezondheidszorg in de frontlinie te maken hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om ambulante verslavingszorg, psychiatrische verpleeghuizen, de politie, de GGD, het Meld- en Actiepunt Bemoeizorg (MAB), de wooncorporatie. In dit platform worden preventieve en curatieve acties besproken en afgestemd op basis van casuïstiek. De norm, het kengetal of checklist Er dient in ieder geval een OGGZ-platform op regionaal niveau aanwezig te zijn. Kanttekeningen Het OGGZ-platform heeft zowel een functie in de regie en beleidsvorming op het gebied van de OGGZ, als in de coördinatie op uitvoerend niveau.
Kengetal 1 OGGZ-platform. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners + voedingsgebied Goes 36714 en de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie
0
140
Ketenregie Gemeente De voorziening Bij de OGGZ is niet zozeer een voorziening, maar vooral een manier om het veld te structureren en af te stemmen. Sleutelbegrip daarbij is het voeren van een afdoende ketenregie, zodat de interventies van de verschillende partners adequaat op elkaar zijn afgestemd om de kwetsbare burgers (verslaafden, psychiatrische patiënten) op te vangen, te begeleiden en zo mogelijk te re-integreren. De norm, het kengetal of checklist De gemeente voert ketenregie binnen de OGGZ. Kanttekeningen De norm is in feite vastgelegd in de Wmo
Kengetal Het voeren van ketenregie. Regiofunctie? Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Kengetal per wijk of kern
Niet van toepassing
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie In planning via Zeeuws kompas
141
Sociaal pension De voorziening Een sociaal pension is een voorziening waar kwetsbare burgers (verslaafden, ex-psychiatrische patiënten) op semi-permanente basis onderdak vinden en begeleiding krijgen. Sociale pensions kunnen worden geëxploiteerd door bijvoorbeeld wooncorporaties, maar ook door particulieren. Sociale pensions zijn te beschouwen als tussenvoorziening (tussen intramuraal en zelfstandig wonen). De norm, het kengetal of checklist Er is geen norm. De aanwezigheid van één of meerdere sociale pensions is wenselijk. Kanttekeningen Bij het inrichten van sociale pensions moet goed worden gekeken naar de draagkracht van de buurt waarin een sociaal pension wordt gevestigd. Ook moet de begeleiding in het pension goed zijn gegarandeerd (door professionele krachten of via een contract met een GGZ-instelling). Dit is met name een punt van aandacht als een particuliere exploitant een (vorm van een) sociaal pension wil inrichten. De gemeente dient hier uitdrukkelijk regie op te voeren.
Kengetal Minstens één sociaal pension op stedelijk niveau Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Kengetal per wijk of kern
Niet van toepassing
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 1 (Oost)
142
9. Ambulante verslavingszorg Ambulante verslavingszorg heeft betrekking op ambulante hulpverlening ter voorkoming en bestrijding van verslaving en op bestrijding van overlast die door verslaafden wordt veroorzaakt. Onder dit prestatieveld scharen we: o o o
Preventie en voorlichtingsactiviteiten (Poli)klinische opvang verslaafden Ambulante zorg
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
143
Preventie en voorlichtingsactiviteiten De voorziening Het verzorgen van voorlichting aan kwetsbare groepen en voorkomen dat (jeugdige) burgers met verslaving in aanraking komen. De norm, het kengetal of checklist De gemeente draagt zorg voor en initieert voorlichtings- en preventieactiviteiten Kanttekeningen Bij deze voorziening is inbedding in (keten)netwerken en samenwerking met bijvoorbeeld brede scholen (basis en voortgezet) noodzakelijk.
Kengetal Zorg dragen voor preventie en voorlichting onder de verschillende doelgroepen. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Aanta inwoners Goes
Kengetal per wijk of kern
36714
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 2 (Emergis en GGD)
144
(Poli)klinische verslavingszorg De voorziening De voorziening wordt aangeboden in bijvoorbeeld psychiatrische ziekenhuizen of gespecialiseerde klinieken. De norm, het kengetal of checklist Er is geen landelijke norm. Gegeven de regiofunctie van Goes is het wenselijk dat zij deze voorzieningen wel binnen de gemeentegrenzen herbergt. Kanttekeningen In het kader van het eerste prestatieveld (leefbaarheid en sociale samenhang) dient bij deze voorziening aandacht te worden besteed aan bemoeizorg.
Kengetal Aanwezigheid van minstens 1 voorziening voor (poli)klinische verslavingszorg Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Regio Goes
Kengetal per wijk of kern
Regio de Bevelanden
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 1 (in Oostmolenpark)
145
Ambulante verslavingszorg De voorziening Ambulante verslavingszorg verzorgt individuele en groepsbehandelingen voor verslaving van allerlei aard. Voorzieningen die dit aanbieden zijn bijvoorbeeld de RIAGG’s. De norm, het kengetal of checklist Er is geen landelijke norm. Gegeven de regiofunctie van Goes is het wenselijk dat zij deze voorziening binnen haar gemeentegrenzen aanbiedt. Kanttekeningen Deze voorziening is belangrijk als zij gekoppeld wordt aan het eerste prestatieveld. De ambulante begeleiding zal dan in de meeste gevallen het karakter van bemoeizorg moeten hebben en bijvoorbeeld in driehoekscontracten met woningcorporaties te worden vastgelegd.
Kengetal Minstens 1 voorziening voor ambulante verslavingszorg. Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: regio Goes
Kengetal per wijk of kern
Regio de Bevelanden
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie RIAGG (Emergis)
146
10. Voorzieningen buiten de Wmo-prestatievelden Niet alle voorzieningen vinden een logische plek binnen één van de prestatievelden van de Wmo. Of omdat ze binnen meerdere prestatievelden een duidelijke rol vervullen, of omdat ze niet in deze indeling onder te brengen zijn. In deze sectie behandelen we in ieder geval de voorzieningen die onder de (eerste lijns)gezondheidszorg vallen. Hieronder scharen we: o o o o o o
Ziekenhuis Huisarts Apotheek Tandarts Fysiotherapeut GGD
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
147
Ziekenhuis De voorziening Een ziekenhuis heeft zowel in de eerste- als in de tweedelijnsgezondheidszorg een belangrijke functie. Gegeven het grote voedingsgebied van de gemeente Goes zal een ziekenhuis de meeste disciplines moeten herbergen. De norm, het kengetal of checklist De norm ligt op 14 bedden per 5.000 inwoners Kanttekeningen De norm is landelijk vastgelegd. Kengetal 14 bedden per 5.000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners en voedingsgebied Goes 36714 en regio de Bevelanden
Kengetal per wijk of kern 103 bedden (gebaseerd op het aantal inwoners van Goes, niet op het voedingsgebied)
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
Feitelijke situatie
364 bedden (cijfers 2004)
148
Huisarts De voorziening De huisarts is een vrije vestiger, en is niet onderworpen aan mogelijke regie die de gemeente zou willen voeren op spreiding of vestiging in een gezondheidscentrum. Mocht de gemeente hierop invloed uit willen oefenen, dan zal zij met bijvoorbeeld accommodatieplanning of andere incentives moeten werken. De norm, het kengetal of checklist Circa 5 huisartsen per 10.000 inwoners Kanttekeningen De norm is niet gebaseerd op gewenste kwaliteit van de gezondheidszorg, maar op het minimum inkomen dat een huisarts moet kunnen vergaren. De bereikbaarheid van de huisarts (met name in de kernen) als sleutelfiguur in de gezondheidszorg is iets wat de gemeente zal moeten bewaken.
Kengetal 5 huisartsen per 10.000 inwoners (1 per 2000 inwoners) Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1,3 2,8 2,2 1,9 3,4 0,8 0,5 0,5 0,4 -
3 0 4 0 2 0 0 1 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal
812 1290 1383 536 1572
0,4 0,7 0,7 0,3 1,0
0 3 0 0 1
1298 2236
0,5 1,7
0 1
36714
19,0
15
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
149
Apotheek De voorziening Een apotheek is een voorziening waar medicijnen worden verstrekt. Daarnaast heeft een apotheek een functie in informatie en advies op het gebied van preventie en gezondheidsvoorlichting. In het landelijk gebied wil het ook voorkomen, dat er apotheekhoudende huisartsen zijn. Medicijnen komen overigens ook steeds makkelijker beschikbaar via internet. De norm, het kengetal of checklist Circa 1 apotheek per 5.000 inwoners Kanttekeningen De norm is gebaseerd op het te verwerven inkomen van apothekers. De gemeente heeft verantwoordelijkheid voor de bereikbaarheid van de apotheek vanuit de kleine kernen. Medicijnen kunnen echter over het algemeen goed aan huis worden bezorgd. Soms zijn er in kernen nog apotheekhoudende huisartsen aanwezig.
Kengetal 1 Apotheek per 5.000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1 0 1 0 1 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal
812 1290 1383 536 1572
0 0 0 0 0
1298 2236
0 0
36714
8 apotheken, evenwichtig gespreid over de wijken en kernen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
3
150
Tandarts De voorziening De tandarts heeft een zelfstandige praktijk of groepspraktijk, soms samen met een orthodontist of een gezondheidscentrum. Een tandarts is een vrij gevestigd beroep. De norm, het kengetal of checklist 2 Tandartsen per 5000 inwoners Kanttekeningen De norm is gebaseerd op het te verwerven inkomen.
Kengetal 2 Tandartsen per 5000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens
Kengetal per wijk of kern
Feitelijke situatie
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
1,0 2,2 1,7 1,6 2,7 0,6 0,4 0,4 0,3 -
2 3 2 0 2 0 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal
812 1290 1383 536 1572
0,3 0,5 0,6 0,2 0,8
0 0 0 0 1
1298 2236
0,4 1,4
0 0
36714
15 tandartsen, evenredig gespreid over de wijken en kernen
10
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
151
Fysiotherapeut De voorziening Fysiotherapeuten behandelen klachten aan het bewegingsapparaat van het lichaam en helpen bij preventie van klachten hieraan, het verhelpen van klachten of het verzachten van de klachten. De norm, het kengetal of checklist 1,5 Fysiotherapeuten per 5.000 inwoners Kanttekeningen Fysiotherapeuten hebben en belangrijke functie in de begeleiding en revalidatie van met name oudere bewoners. Zij zullen daarom ook in bijvoorbeeld de woonservicezones een rol vervullen. In relatief vergrijsde gemeenten zullen meer fysiotherapeuten nodig zijn dan de generieke norm aangeeft.
Kengetal 1.5 Fysiotherapeut per 5.000 inwoners Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: aantal inwoners
Kengetal per wijk of kern (fte)
Feitelijke situatie (absoluut)
Centrum Oost Zuid West Goese Polder Noordhoek Goese Meer Overzuid Ouverture Aria Mannee Goese Schans Riethoek
2680 5566 4303 3866 6852 1525 1026 1038 739 * * * *
0,8 1,7 1,3 1,2 2,1 0,5 0,3 0,3 0,2 -
1 3 1 1 2 1 0 0 0
Wilhelminadorp Kloetinge Oostmolenpark (Kloetinge) Kattendijke ‘s-Heer Arendskerke en Eindewege ’s-Heer Hendrikskinderen Wolphaartsdijk en Oud Sabbinge Totaal
812 1290 1383 536 1572
0,2 0,4 0,4 0,2 0,6
1 3 0 0 1
1298 2236
0,3 1,0
2 1
36714
11 fysiotherapeuten, evenredig gespreid over de wijken en kernen
18
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
152
GGD De voorziening Alle gemeenten in Nederland hebben de taak de gezondheid van hun bewoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. De gemeenten hebben voor het uitvoeren van deze taak een GGD, de Gemeentelijke Gezondheidsdienst. De 443 gemeenten in Nederland zijn verantwoordelijk voor 33 GGD’en. Dit betekent dat vaak meerdere gemeenten samen één GGD aansturen. De taken van de GGD’en zijn niet overal hetzelfde, want iedere GGD voert voor zijn gemeente specifieke opdrachten uit. Deze opdrachten staan beschreven in de gemeentelijke nota’s over het lokale beleid volksgezondheid. Toch hebben alle GGD’en in Nederland een aantal uniforme taken. Deze basistaken staan omschreven in de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv). Iedere GGD voert minimaal de taken uit die in deze wet omschreven staan: · jeugdgezondheidszorg · medische milieukunde · sociaal-medische advisering · technische hygiënezorg · medische opvang asielzoekers · bevolkingsonderzoeken · epidemiologie · gezondheidsvoorlichting · openbare geestelijke gezondheidszorg · infectieziektebestrijding · geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen De norm, het kengetal of checklist De gemeente voert minimaal de basistaken van de GGD uit. Kanttekeningen In het kader van de Wmo heeft de GGD een divers en prominent takenpakket. Zowel in de preventieve (jeugd) gezondheidszorg als in het epidemiologisch onderzoek is zij een belangrijke partner om de gemeente te ondersteunen in de implementatie van de Wmo. Het is daarom raadzaam de lokale GGD intensief te betrekken bij voorbereiding, gegevensverzameling en implementatie van de Wmo-breed.
Kengetal 1 GGD op gemeentelijk niveau Indicatie norm op basis richtsnoer Wijk of kern Referentiegegevens: Goes
Kengetal per wijk of kern
Niet van toepassing
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
1
Feitelijke situatie 1 (in Centrum)
153
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
154
Deel 4: Reflectie
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
155
De Goese Norm: tussen droom en daad Haasje over Al decennia lang wordt er gezocht naar een dwingende logica om voorzieningen in de sociale infrastructuur een plaats te geven in de wijken, buurten en dorpen van Nederland. Heel vaak werd er op basis van ad-hoc argumenten weer een nieuw deel aan de sociale infrastructuur toegevoegd, zowel in gebouwelijke zin als in diensten en functies. Zelden waren de gemaakte keuzen gebaseerd op een samenhangende visie op de gewenste kwaliteit en kwantiteit van de sociale infrastructuur. Hier is het laatste decennium langzaamaan verandering in aan het komen. Mede geïnspireerd door het nieuwe multifunctionele bouwen wordt er een beroep gedaan op verschillende disciplines in de sociale sector om het voorzieningenaanbod in samenhang te bezien. Daarnaast speelt ook de, grootschalige én kleinschalige, stedelijke vernieuwing een rol van betekenis. Doordat delen van wijken letterlijk op de schop gaan ontstaan er nieuwe mogelijkheden om óók de voorzieningenstructuur een nieuw aanzien te geven. Die mogelijkheden ontstaan bijvoorbeeld omdat er een binnenstedelijke “herverkaveling” plaatsvindt waar ook terreinen van scholen en sportterreinen bij zijn betrokken. Er is niet alleen gelegenheid om het stedelijk raster anders in te delen, er komt door de grondopbrengsten, ook kapitaal vrij dat voor een deel in een vernieuwde sociale infrastructuur wordt gestoken. Op de schaal van het landelijk gebied speelt een andere kwestie. Door de toenemende mobiliteit van kapitaalkrachtige bewoners, door schaalvergroting, door andere leefstijlen dreigt het voorzieningenniveau in de dorpen in ieder geval in kwantiteit in te boeten. Doordat het steeds duidelijker wordt dat dit ongewenst is, ook voor de sociale vitaliteit van de dorpen, is er een tegenbeweging op gang gekomen om ook op kleine schaal een vitale sociale infrastructuur te behouden. Dat alles leidt in toenemende mate tot de vraag: wat moet dan de kwaliteit en kwantiteit zijn van de vernieuwingsopgave voor die infrastructuur? De laatste jaren heeft zich bij deze vernieuwingsimpulsen nog de Wmo gevoegd die feitelijk een nieuw soort ordeningskader aanreikt voor de sociale infrastructuur. In dit document is teruggegrepen op deze vier bewegingen: het multifunctionele bouwen, de impulsen vanuit de stedelijke vernieuwing, de hernieuwde aandacht voor de betekenis van de sociale infrastructuur van de dorpen en de Wmo als nieuw ordeningsprincipe. Dat betekent niet dat hier een geheel nieuwe staalkaart wordt gepresenteerd van kengetallen, normeringen en checklists. Voor sommige voorzieningen en diensten geldt dat wel, voor veel andere geldt dat dit document de weerslag is van een soort “haasje over”. Op sommige plekken werden en worden gegevens verzameld en op een rij gezet, die teruggrijpen op eerdere documenten en bronnen. Deze worden vervolgens aangepast en gereproduceerd door andere instituten, organisaties en overheden. Al doende is de laatste jaren een soort “body of knowledge” ontstaan over de mogelijke en gewenste inrichting van de sociale infrastructuur. Vaak op deelgebieden, soms ook in een meer samenhangend geheel. Voorbeelden hiervan zijn Sociaal Breda in Beeld (gemeente Breda, 2002), de Sociale Verbouwing (NIZW, 2004), De Sociale Checklist (Cmo Spectrum, Provincie Gelderland, 2004) en Normen voor Voorzieningen (Provincie Noord Brabant, 2005). In deze slotbeschouwing willen we nog een aantal laatste zaken de revue laten passeren die in de loop van dit project tot discussies leidden of de aandacht vroegen. Het gaat dan om: Schaalniveaus: o de verhouding tussen de stedelijke kern en de dorpen o de regionale functie van Goes en de implicaties voor de infrastructuur Het ambitieniveau: o Het gebruik van de kengetallen en de implementatie van de Wmo Samenhang o De relatie tussen het (schijnbaar) fragmentarische karakter van de factsheets en de mogelijkheid van gebundelde regie in de sociale infrastructuur o De relatie met andere sectoren De verhouding tussen de stedelijke kern en de dorpen Eén van de problemen die zich aandient bij het uitwerken van een adequate of zelfs optimale sociale infrastructuur is die van de relatie tussen stedelijke kern van de stad Goes en de omliggende dorpen. Dat probleem kent twee kanten. In de eerste plaats is de situatie in de Goese wijken een andere dan die in de dorpen. Dat betekent dus, dat er met twee verschillende perspectieven moet worden gewerkt. Om een voorbeeld te noemen: het ontbreken van een basisschool in een wijk hoeft geen probleem te zijn, omdat de aangrenzende wijk, bij wijze van spreke op de wijkgrens, weldegelijk een basisschool heeft. Eenzelfde gemis leidt in een dorp tot heel andere problemen, zowel wat betreft mobiliteit en vervoer als wat betreft de sociale samenhang en vitaliteit in het dorp. Dat betekent dus, De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
156
dat de normering van de sociale infrastructuur in een situatie waarin de verhouding tussen stad en ommeland een rol speelt niet alleen rekening moet houden met het lokaal specifieke karakter van de gemeente (Culemborg vraagt een andere accentuering van de infrastructuur dan Goes), maar dat die lokale specificering zich ook door moet vertalen naar het wijk- en dorpsniveau. In de tweede plaats levert het vraagstuk van stad en ommeland ook problemen op met de zuigende functie van de stedelijke kern: de meeste voorzieningen zullen de neiging hebben om zich, onder druk van bijvoorbeeld een proces als schaalvergroting, te vestigen in de stedelijke kern. Dat geldt niet alleen voor voorzieningen die door economische voedingsgebieden worden aangestuurd, maar ook voor bijvoorbeeld zorgcentra, consultatiebureaus etcetera. Hierdoor wordt het vraagstuk van “het minimaal benodigde voorzieningenniveau” actueel: welke voorzieningen zijn minimaal nodig om een dorp vitaal te houden, gegeven de leefstijlen en demografische kenmerken in en van het dorp. Het is de vraag of in een gemeente als Goes dit vraagstuk niet zelfs een draai kan krijgen. Gaat het om een “minimaal” voorzieningenniveau, of moet er worden gestreefd naar een “adequaat” of zelfs “optimaal” voorzieningenniveau. Door de relatie tussen stad en ommeland te kantelen, is het mogelijk ook deze twee laatste opties in ogenschouw te nemen. Om een voorbeeld te noemen: de meeste verzorgingshuisplaatsen concentreren zich nu in Goes-stad. Het zou zo maar kunnen, dat de extramuralisering van de zorg zich niet beperkt tot de stad Goes, maar dat er een focus komt in één of meer dorpen, waardoor het sociaal en economisch draagvlak in die dorpen voor een uitgebreid voorzieningenniveau ineens wordt behouden of zelfs wordt gecreëerd. Het is een discussie die op basis van de in dit document aangereikte handvatten kan worden gevoerd. De regionale functie van Goes en de implicaties voor de sociale infrastructuur Een ander punt betreft het gebruik van de hier aangereikte kengetallen, normeringen en checklists in een situatie waarin het eigenlijke voedingsgebied voor de voorzieningen feitelijk de gemeentegrenzen overstijgt. De vertaling van de kengetallen in een dergelijke situatie leidt niet altijd tot een goede invulling van de benodigde voorziening. Het gaat dan met name over de invulling van diensten en voorzieningen met een regionale functie, zoals scholen voor voortgezet onderwijs, voor ziekenhuizen, voor verpleeghuiszorg, voor verslavingszorg. Echter: een concentratie van dergelijke voorzieningen in de stedelijke kern leidt ook tot een aanzuigende werking van bezoekers van buiten de gemeentegrenzen die wel degelijk een beroep doen op de voorzieningen die in dit document zijn afgetekend. Te denken valt aan voorzieningen rond veiligheid en openbare ruimte, winkelvoorzieningen, diensten voor informatie en advies e.d. Dat betekent dat bij de planningsgronden voor voorzieningen rekening moet worden gehouden met dergelijke “exogene factoren”, die zich niet laten vangen in contextvariabelen die direct aan de (demografische) eigenschappen van de gemeente kunnen worden ontleend. Een extra complicerende factor in dit verband is de toeristische aantrekkingskracht van de provincie Zeeland in de vakantieperiodes en zomermaanden. Hierdoor neemt de bevolking tijdelijk exponentieel toe, waardoor de druk op het gebruik van voorzieningen ook sterk oploopt. Het is de uitdaging om voorzieningen waar dit het geval is een functie te geven buiten het toeristisch seizoen (vakantieparken, horeca), of omgekeerd: voorzieningen die buiten het toeristisch seizoen hun eigen functie hebben in dat seizoen te transformeren (winkelstrips in toeristische marktfuncties, veiligheidszorg). Het gebruik van kengetallen voor de sociale infrastructuur en de implementatie van de Wmo De “longlist” aan voorzieningen die binnen de Wmo-prestatievelden kunnen worden aangeboden lijkt bijna onafzienbaar. De Wmo lijkt daarmee een wet te worden die zo ongeveer de hele samenleving en het samenleven omvat. Het ambitieniveau van de Wmo lijkt daarmee ook van ontzagwekkende grote. Maar: het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze verzameling aan kengetallen, normeringen, checklists en referentiegetallen de voorzieningen en diensten in een soort wurggreep van cijferfetisjisme dwingen en de schijn wekken een onontwarbare kluwen te vormen. De sociale infrastructuur hoort dicht bij bewoners en burgers te staan én vanuit dat perspectief overzichtelijk en toegankelijk te zijn. De implementatie van de Wmo, waarbij dit een ondersteunend instrument bedoeld te zijn, is gebaat bij actie in de frontlinie en niet bij eindeloze beleidsexercities. Het gebruik van kengetallen is dus in principe een handreiking aan frontliniewerkers om hún werk, hún diensten vanuit een goede infrastructuur aan te kunnen bieden. De mogelijkheden van gebundelde regie De sociale infrastructuur beslaat een wirwar aan kleinere en grote voorzieningen, waar onderling de samenhang niet altijd groot is. Bij “de sociale kwestie” is het moeilijk een probleemeigenaar te vinden. Een oplossing hiervoor is te kijken naar een bundeling of clustering van voorzieningen rond een samenhangende thematiek of doelgroep. Dit heeft in ieder geval tot voordeel, dat er met een “hoofdaannemer” gewerkt kan worden bij de visie-ontwikkeling op de inrichting van de sociale De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
157
infrastructuur. Voor de woonzorgzone kan dit bijvoorbeeld de zorgaanbieder zijn, bij de brede school het bestuur van een onderwijsinstelling, bij de multifunctionele accommodatie de beheerstichting. Clustering van voorzieningen rond een bepaalde vraag kan vervolgens ook leiden tot (onverwachte) combinaties, waardoor draagvlak voor voorzieningen wordt versterkt en ruimte slim kan worden gebruikt. Zo zijn er voorbeelden van combinaties van sportaccommodaties en naschoolse opvang, of van gezondheidscentra en dienstenknooppunten voor ouderen. De relatie met andere sectoren De draagkracht van een steunbalk of fundering in een huis is heel exact te berekenen. De sociale draagkracht van een wijk is dat niet. Het materiaal voor die fundering is te halen in de bouwmarkt. Het materiaal voor die sociale draagkracht is daar niet aanwezig. Maar: Investeren in sociale voorzieningen levert meerwaarde. Meerwaarde omdat het woonplezier van bewoners toeneemt. Meerwaarde omdat je de aantrekkingskracht en marktpositie van de buurt of het dorp versterkt. Meerwaarde omdat de verhuismobiliteit afneemt. Dus ook letterlijk meerwaarde, omdat de marktwaarde van de woningen hoger wordt. En we benadrukken, dat je “in gelul” juist wel kan wonen. De sleutel voor een succesvolle vulling van de sociale infrastructuur zit in de samenspraak met de bewoners. In het zoeken van draagvlak voor die school, voor die winkel, voor die zorgvoorziening, voor die speeltuin, voor dat bankje in het park. En hen zonodig confronteren met het gebrek aan draagvlak daarvoor. De sleutel voor succes zit ‘m ook in het communiceren tussen de partners in de fysieke, economische en sociale sector. De rode draad in het samenstellen van investering in de sociale infrastructuur benadrukt het behoud van de vervlechting tussen de fysiekruimtelijke, de economische en de sociale pijler en de sociale consequenties die elk van de afzonderlijke ingrepen met zich meedraagt. In het volgende schema pakken we deze gedachtelijn nog eens samen:
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
158
sociaal
Bewoners in hun omgeving fysiek
economisch
Dit document schetst, kortom, de contouren van een vitale sociale infrastructuur, reikt de ingrediënten aan. U vindt hier de contouren, niet het gebouw. Wellicht dat dit document u kan helpen met het bouwen: Pas de contouren toe of leg uit waarom u voor andere contouren kiest. Daarmee is duidelijkheid en transparantie hoe dan ook troef. En daar is het om te doen.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
159
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
160
Bijlagen
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
161
Bronnenmateriaal en literatuur H. Bouwmeester, Spelen met ruimte : handboek gemeentelijk speelruimtebeleid; Jantje Beton (Nationaal Jeugd Fonds), Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), NUSO, 2006 Radboud Engbersen en Dick Meesterberends (red.), Gezichten van Multifunctionaliteit op het platteland, NIZW, LCO, 2004 Gemeente Breda, Sociale infrastructuur in Breda, Gemeente Breda, 2002 Gerrichhauzen en Partners, Woonvisie Goes, Dordrecht, 2007 Astrid van der Kooij, Bouwen aan samenwerking in multifunctionee accommodaties, MOVISIE, 2007 Astrid van der Kooij, Combineren op kleine schaal, SZW/NIZW, 2004 Astrid van der Kooij, Rust, ruimte en hectiek, SZW/NIZW, 2003 Astrid van der Kooij, En nu de gympen aan, Stappen naar een modern voorzieningenniveau in de gemeente Olst-Wijhe, NIZW, 2003 KVLO, Normen voor gymnastieklokalen en sportzalen/delen van sporthallen met schoolgebruik, KVLO, 2005 Politiekeurmerk Veilig Wonen-Nieuwbouw Politiekeurmerk Veilig Wonen-Bestaande bouw Provincie Gelderland, Ruimte voor sociale voorzieningen, Sociale Checklist, Provincie Gelderland, 2004 Provincie Noord Brabant, Normen voor voorzieningen, Provincie Noord Brabant, 2005 SCOOP, Sociaal Rapport Zeeland, SCOOP, 2004, 2005 SCOOP, Zorgmonitor Zeeland, Middelburg, 2006 SCP, Thuis op het platteland, Den Haag, 2006 SCP, Rapportage sport 2006, Den Haag, 2007 SCP, Maten voor gemeenten, Den Haag, 2007 J.P.J. Singelenberg, Toekomstscenario’s en planologische kengetallen Wonen en Zorg, AedesArcares Kenniscentrum Wonen-Zorg, Utrecht, mei 2004 Ard Sprinkhuizen e.a., De sociale verbouwing, een programma van eisen voor herstructueringsgebieden, Ministeries van VROM en VWS, 2004 Ard Sprinkhuizen, Radboud Engbersen, Sjoerd Ydema, Checklist sociale verbondenheid, MOVISIE, Partoer, 2007 STIPO, Van mensen naar meters, Amsterdam, 2005
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
162
Deelnemers werksessies Functie Naam René Boone Peter Meulenberg Judith van Biemen Dirk Verburg
Arnold Bakker Lou de Wit René Saat
Voorzitter Wmo gemeente Goes Secretaris Wmo gemeente Goes Afdeling samenleving gemeente Goes Afdeling Sociale Zaken gemeente Goes Afdeling Stadsontwikkeling gemeente Goes Wmo-platform/seniorenraad
Tako Wispelweij
Rmo/Platform voor mensen met een functiebeperking Dorpenplatform
Jos Bekker
Dorpenplatform/SMWO-Welzijn
Annet de Bruyne
Provincie Zeeland
Mark Inja
SMWO-Welzijn
Adrie de Klerk
Rien Heijboer
Gemeente Goes Programmaleider Zorg Zorginstelling SVRZ
Piet Hannewijk Catrien van Reekum Adrie van Oosten Maarten Sas
Goese sportraad Cultuur Dorpenplatform Goes RWS woningbouwcorporatie
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
163
Leden begeleidingscommissie
René Boone Peter Meulenberg Judith van Biemen, Elia ter Wisscha Dirk Verburg
Arnold Bakker Lou de Wit René Saat
Voorzitter Wmo gemeente Goes Secretaris Wmo gemeente Goes Afdeling samenleving gemeente Goes Afdeling Sociale Zaken gemeente Goes Afdeling Stadsontwikkeling gemeente Goes Wmo-platform/seniorenraad
Tako Wispelweij
Rmo/Platform voor mensen met een functiebeperking Dorpenplatform
Jos Bekker
Dorpenplatform/SMWO-Welzijn
Annet de Bruyne
Provincie Zeeland
Mark Inja
SMWO-Welzijn
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
164
MOVISIE Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema's centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet. We investeren in de kracht en de onderlinge verbinding van burgers. We doen dit door maatschappelijke organisaties, overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en burgerinitiatieven te ondersteunen, te adviseren én met hen samen te werken. Lokaal of landelijk, toegesneden op het vraagstuk en de organisatie. Zo kunnen deze organisaties en hun professionals hun werk voor de samenleving zo goed mogelijk doen. Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl.
COLOFON Auteur(s): Ard Sprinkhuizen Projectnummer: P1405 Datum: oktober 2008 © MOVISIE Bestellen: www.movisie.nl Dit rapport is mede tot stand gekomen met subsidie van de gemeente Goes.
De Contouren, niet het Gebouw: Naar een Goese Norm voor de sociale infrastructuur
165
Ard Sprinkhuizen
Veel gemeenten zijn al sinds jaar en dag op zoek naar handvatten om de sociale
gegeven. Welke voorzieningen zijn er om sociale samenhang, integratie, sociale stabiliteit en de weerbaarheid van wijken en buurten te versterken. Hoe kan de sociale infrastructuur worden ingezet om kwetsbare burgers te ondersteunen om hun leven op e pakken?
Samen met de gemeente Goes heeft MOVISIE een staalkaart opgesteld van normen, kengetallen en checklists die er landelijk zijn voor de inrichting van de (sociale) voorzieningenstructuur. De staalkaart is gerangschikt langs de negen prestatievelden van de Wmo. Deze staalkaart biedt tevens een model om voorzieningen en de inrichting van de sociale infrastructuur te vertalen naar wijk, -buurt of dorpsniveau.
Deze publicatie is belangrijk voor alle bestuurders, beleidsmedewerkers en andere betrokkene bij de vormgeving van het Wmo-beleid die zich geplaatst zien voor een herordening van de voorzieningenstructuur als gevolg van de Wmo. De publicatie bevat
Naar een Goese Norm voor de Sociale Infrastructuur
infrastructuur vorm te geven. De Wmo heeft naar deze speurtocht nieuwe impulsen
De Contouren, niet het Gebouw
Auteur en samenstelling:
heel veel basisingrediënten om inzicht te krijgen in de lokale sociale infrastructuur en om deze te vernieuwen.
MOVISIE * Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 www.movisie.nl *
[email protected]
De Contouren, niet het Gebouw Naar een Goese Norm voor de Sociale Infrastructuur
MOVISIE