De competente AIM-student periodewijzer VI1 september 2005
De competente AIM-student periodewijzer VI1 september 2005
samenwerken in een groep
ICT basiskennis efficiënt en effectief gebruiken
leren en ontwikkelen de competente AIM-student
systematisch betrouwbare informatie opsporen
De competente AIM-student
een database ontwerpen en bouwen
2
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ...............................................................................................................................................3 1. INLEIDING......................................................................................................................................................4 HET ONDERWIJSCONCEPT................................................................................................................................. 4 INLEIDING OP DE PERIODEWIJZER ...................................................................................................................... 5 2. COMPETENTIES...........................................................................................................................................6 3. PROFTAKEN: WEBSITE EN DATABASE ................................................................................................7 PROFTAAK 1 ..................................................................................................................................................... 7 PROFTAAK 2 ..................................................................................................................................................... 8 4. INDIVIDUELE PRAKTIJKREFLECTIE (IPR) ............................................................................................10 INLEIDING EN DE DRIE STAPPEN ....................................................................................................................... 10 IPR VERSLAGEN ............................................................................................................................................. 11 5. ONDERSTEUNEND ONDERWIJS ............................................................................................................16 INLEIDING ........................................................................................................................................................ 16 STUDIELOOPBAANBEGELEIDER (SLB’ER) .......................................................................................................... 16 SLB-OVERLEG ................................................................................................................................................ 18 TRAININGEN .................................................................................................................................................... 18 HET RAADPLEGEN VAN EEN EXPERT ................................................................................................................ 20 KNIPKAART ..................................................................................................................................................... 20 6. MIDDELEN EN FACILITEITEN ..................................................................................................................21 LEERMIDDELEN ............................................................................................................................................... 21 ONDERWIJSLOCATIES ..................................................................................................................................... 21 BLACKBOARD: BB.AVANS.NL ............................................................................................................................ 21 VIRTUEEL PROJECTKANTOOR VAN DE GROEP................................................................................................... 22 7. BEOORDELING ..........................................................................................................................................23 INLEIDING ........................................................................................................................................................ 23 OVERZICHT TOETSING EN AFRONDING PERIODE 1 ............................................................................................ 24 TOETSINGSONDERDELEN NADER TOEGELICHT ................................................................................................. 25 BIJLAGE 1: COMPETENTIES UITGEWERKT ................................................................................................33 BIJLAGE 2: OVERZICHT COLLEGES EN TRAININGEN ..............................................................................34 BIJLAGE 3: SPOORBOEKJE............................................................................................................................35 BIJLAGE 4: OVERZICHT INLEVERDATA EN TOETSEN ..............................................................................37 PERIODE 1 ...................................................................................................................................................... 37
De competente AIM-student
3
1. Inleiding
Dit is de wegwijzer voor de eerste onderwijsperiode van de propedeuse van de Academie voor ICT en Media (AIM). Een periode duurt bij AIM tien onderwijsweken en het totale onderwijs van zo'n periode heet een onderwijseenheid. In deze periodewijzer staat de belangrijkste informatie die je nodig hebt om te weten wat er van je wordt verwacht. We gaan eerst kort in op ons onderwijsconcept:: dat is de manier waarop wij het onderwijs bij AIM vormgeven. Daarna volgt een korte inleiding op de inhoud van de periodewijzer.
Het onderwijsconcept De competenties zijn het startpunt voor het onderwijsleerproces dat jij doorloopt. Met de competenties wordt aangegeven wat je moet leren. Een competentie is daarbij het samenhangende geheel van kennis, vaardigheden en houding dat vereist is om een taak tot een goed einde te kunnen brengen. De proftaken en de individuele praktijkreflectie (IPR) zijn de twee rode draden in een onderwijseenheid. De proftaak (een groepsopdracht) en de IPR zijn zo gemaakt, dat door deze te realiseren je de beoogde competenties voor deze onderwijseenheid kunt eigen maken. In deze periode maken we al meteen een uitzondering op de regel van één proftaak en één IPR. In deze periode worden 2 proftaken, met enkele deelopdrachten en 6 IPR’s uitgevoerd. Hiervoor is gekozen omdat je in dit eerste kwartaal nog niet gewend bent aan het werken aan grote opdrachten die wel 8 weken in beslag nemen. Ondersteunend aan de proftaak en de individuele praktijkreflectie worden colleges en trainingen aangeboden en geoefend. Het leerproces van jou, als student, wordt begeleid door je studieloopbaanbegeleider (slb). De onderwijseenheid wordt afgesloten met een portfoliogesprek met je studieloopbaanbegeleider. Het onderwijs op het HBO vraagt van jou veel meer zelfstandigheid dan op de middelbare school en / of op het MBO. Om nieuwe studenten nu niet helemaal voor de leeuwen te werpen is voor de eerste periode een spoorboekje ontworpen waar de belangrijkste werkzaamheden bijna per dag in opgesomd staan (zie bijlage 3). Het schema van het onderwijsconcept staat hieronder. In deze figuur staan de belangrijkste elementen van een onderwijsperiode samengevat.
De competente AIM-student
4
studieloopbaanbegeleiding proftaak
instructie
expert
knipkaart
individuele praktijkreflectie
Portfolio gesprekges
competenties
training
portfolio Inleiding op de periodewijzer Na de inleiding op het onderwijsconcept in dit eerste hoofdstuk worden in hoofdstuk 2 de competenties van deze onderwijseenheid toegelicht. In bijlage 1 vind je ze nog eens op een rijtje. De proftaken worden in hoofdstuk 3 beschreven en de criteria waaraan de proftaken moeten voldoen, worden weergegeven in de beoordelingswijzer in hoofdstuk 7. Hoofdstuk 4 is gewijd aan de Individuele PraktijkReflecties (IPR’s). De IPR’s zijn individuele opdrachten en de aanpak daarvan wordt stapsgewijs toegelicht. De criteria vind je terug in de beoordelingswijzer in hoofdstuk 7. Welke trainingen, practica e.d. er gegeven worden ter ondersteuning bij de uitvoering van de proftaken en de IPR’s wordt in hoofdstuk 5 uiteengezet. In bijlage 2 staan ze schematisch op een rijtje met de planning over de verschillende weken. Hoofdstuk 6 is geheel gewijd aan de middelen en faciliteiten van AIM zoals je virtuele projectkantoor en je virtuele persoonlijke kantoor op Blackboard. Tenslotte staat in hoofdstuk 7 alles over de beoordeling van deze onderwijseenheid. De precieze data waarop je producten moet inleveren en de weken waarin toetsen staan gepland vind je in bijlage 4.
Tip: Deze periodewijzer bevat alle belangrijke informatie voor het onderwijs in de eerste 10 weken. Lees hem zorgvuldig door en zorg dat je hem altijd bij je hebt.
De competente AIM-student
5
2. Competenties Het onderwijs binnen AIM is competentiegericht. In iedere onderwijseenheid staat een set van competenties centraal, waarmee de kennis, vaardigheden en houding worden beschreven binnen de context waarin ze worden uitgevoerd. De competenties zijn afgeleid van de latere beroepspraktijk van de competente AIM-student. Met de competente AIM-student bedoelen we een student die weet: • wat er te halen valt bij AIM (wat kun je er allemaal studeren), • wat hij kan verwachten van de Academie en wat de Academie verwacht van de student (hoe studeer je binnen AIM) en het belangrijkste, • of hij past binnen AIM. In het onderstaande figuur zijn de vijf competenties weergegeven:
samenwerken in een groep
ICT basiskennis efficiënt en effectief gebruiken
leren en ontwikkelen de competente AIM-student een database ontwerpen en bouwen
systematisch betrouwbare informatie opsporen
Voor een deel gaat het hierbij om vakinhoudelijke competenties en voor een ander deel om niet-vakinhoudelijke competenties. Niet-vakinhoudelijke competenties zijn competenties die breed van toepassing zijn: breder dan een bepaald vak of beroep. Het is de bedoeling dat je gedurende de hele studie deze competenties ontwikkelt. In de propedeuse wordt hieraan extra aandacht besteed in het ondersteunend onderwijs. Het gaat daarbij om competenties die horen bij: • samenwerken in een groep • leren (en) ontwikkelen.
De competente AIM-student
6
3. Proftaken: Website en database
De proftaak is een opdracht die je samen met je profgroep (van meestal 6 studenten) uitvoert en die leidt tot een product. Dit kan van alles zijn: een programma, een advies aan een organisatie, een ontwerp, enzovoort. Hieronder worden de opdrachten voor de profgroep voor periode 1 toegelicht. Proftaak 1 Website (GP4-1) De opdracht De Academie voor ICT en Media (AIM) is een faculteit van de Avans Hogeschool. De academie biedt een breed scala aan opleidingsmogelijkheden. Daarnaast is het onderwijs op een bijzondere manier vorm gegeven. Binnen AIM is de werkgroep PR&V (public relations en voorlichting) verantwoordelijk voor het volledig informeren van geïnteresseerde scholieren. Dit gebeurt op verschillende manieren, bijvoorbeeld door het organiseren van open dagen en meeloopdagen en het maken van brochures. De werkgroep PR&V van AIM geeft de profgroep de opdracht om een website te maken voor scholieren van havo, vwo en mbo. Op deze website moeten scholieren informatie kunnen vinden over wat ze binnen AIM kunnen studeren en hoe er wordt gestudeerd. Voor de scholieren, die zich oriënteren op een vervolgstudie is het heel belangrijk om een goed beeld te krijgen van de opleidingsmogelijkheden binnen AIM en om te weten of ze zich prettig voelen bij de manier van studeren binnen AIM. Gezien het verschil in startniveau van de verschillende studenten op het gebied van bouwen van websites (zie training webdesign) geldt in het bijzonder bij dit onderdeel van VI-1: leer veel van elkaar en leer elkaar veel. Laat niet de student die toevallig al veel weet van websites bouwen al het werk doen, maar zet juist de student die nog veel moet leren aan het werk. Externe presentatie (GP4-2) Feedback van de doelgroep Om er zeker van te zijn dat je proftaak op de doelgroep(en) is afgestemd, ga je met je profgroep een presentatie verzorgen van de door jullie ontworpen website voor leerlingen die nog niet bij AIM zijn ingeschreven. Je zou kunnen kiezen voor je middelbare school of MBO, zodat de leerlingen van die school jullie feedback geven op je product. Op basis van de feedback stel je het product bij. Verwerk de vragen en reacties van de leerlingen in een schriftelijk verslag dat je tegelijkertijd met de definitieve versie van de website ter beoordeling inlevert. Tip: Regel deze presentatie zo spoedig mogelijk aan het begin van de onderwijsperiode, want op basis van de reacties van de leerlingen heb je waarschijnlijk nog wel tijd nodig om een aantal bijstellingen door te voeren.
De competente AIM-student
7
Proftaak 2 Ontwikkeling van een databaseapplicatie (GP1, GP-2, GP-3) Binnen alle opleidingen van AIM staat informatie centraal. Informatie wordt verkregen uit gegevens die in veel gevallen worden bewaard in databases. Enkele voorbeelden waar je ze tegen komt? Google baseert zich op een enorme database van webpagina’s. Winkels willen weten of een product op voorraad is. Enzovoort. Daarom zijn databases in de AIM vaak onderwerp van studie. Het maken van een database is echter niet één-twee-drie gebeurd. Eerst moet een model gemaakt worden (Entiteit-Relatie Diagram), dat aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. Zo’n model vereist een interactieve en intensieve communicatie met de toekomstige gebruikers van de database. Vervolgens moet dan de structuur van de database bepaald worden (ontwerpen en normaliseren), en moeten er ook gegevens in de database gezet worden (bijvoorbeeld via SQL-commando’s). En als die gegevens informatie willen opleveren moeten ze ook weer op een gebruiksvriendelijke manier uit de database gehaald kunnen worden, bijvoorbeeld met een database applicatie (die alweer gebruik maakt van, andere, SQL-commando’s). En tenslotte moet zo’n database ook netjes beheerd worden door een Data(Base)Administrator, die waakt over zaken als recovery, integrity, concurrency, optimization, security. Het meeste van het bovenstaande technische jargon wordt in de colleges/trainingen Databases en SQL behandeld. Later komt het onderwerp vaak terug. Bij TI’ers is dat vooral van de technische kant: Hoe zijn de gegevens op een harde schijf opgeslagen? I’ers ontwerpen databases of zorgen er voor dat gebruikers antwoord krijgen op allerlei verschillende vragen naar informatie. BI’ers helpen gebruikers bij het maken van een keuze voor een databasemanagementsysteem of verdiepen zich in de gegevens die opgeslagen moeten worden. IDM’ers houden zich tenslotte bezig met het zoeken naar soms diep verborgen informatie op allerlei plaatsen in allerlei vormen en dus ook in databases. Dit alles is aanleiding geweest om als gezamenlijk onderwerp voor het 1ste kwartaal voor het onderwerp “Databases” te kiezen. Casus: CWI De organisatie waarvoor een databaseapplicatie ontwikkeld wordt is het CWI: het Centrum voor Werk en Inkomen. CWI is het eerste trefpunt voor werkzoekenden en werkgevers. Werkgevers kunnen bij CWI terecht voor personeelsbemiddeling en informatie over de arbeidsmarkt. Werkzoekenden kunnen bij CWI terecht voor het vinden van werk of het aanvragen van een WW- of bijstandsuitkering. Daarnaast verleent CWI ontslagvergunningen en tewerkstellingsvergunningen, èn geeft zij arbeidsrechtelijke informatie.
De competente AIM-student
8
CWI heeft onder andere twee belangrijke taken: • CWI ondersteunt mensen maximaal in het vinden van een baan, voordat een uitkering ter sprake komt, • CWI houdt in de gaten of personen recht (blijven) hebben op een uitkering. CWI controleert of personen zich aan alle plichten houden die het recht op uitkering met zich meebrengt. Bijvoorbeeld: verschijnen op een afspraak of regelmatig solliciteren. De databaseapplicatie richt zich voornamelijk op de bovengenoemde 1ste taak. Casus: Opdrachten Voor het CWI dienen een drietal opdrachten uitgevoerd te worden: 1. Maak een Entiteit-RelatieDiagram voor één van de kerntaken van het CWI: het registreren van gegevens over werkzoekenden, bedrijven en vacatures. Toets: ERD (GP1) 2. Ontwerp een genormaliseerde database voor het CWI.Toets: GP2 3. Bouw een (PHP)applicatie als toegang tot de database. Toets: GP3 Overigens: zowel de casus als de (bovenstaande) opdrachten worden in een aparte leerwijzer CWI (op BlackBoard) nader toegelicht.
De competente AIM-student
9
4. Individuele praktijkreflectie (IPR) Inleiding en de drie stappen Met de uitvoering van de individuele praktijkreflectie verwerf je, samen met de uitvoering van de proftaak, de competenties die in deze onderwijseenheid centraal staan. Deze periode gaat over studeren bij AIM, waarbij je enerzijds kijkt naar ‘wat kun je studeren bij AIM en past dat bij mij?’ en anderzijds naar ‘hoe studeer je bij AIM?’ Eerder is al gemeld dat de proftaken in deze periode bij alle opleidingen een rol spelen, maar omdat zij voor de Informaticaopleiding heel specifiek zijn, kun je aan de hand van de proftaken een goed beeld krijgen van deze I-opleiding. Voor de andere opleidingen is dat in mindere mate het geval, daarom zijn er behalve drie algemene IPR’s nog drie opleidingsspecifieke IPR’s. De zes IPR’s worden verder in dit hoofdstuk uitgelegd. De individuele praktijkreflectie is een opdracht die je individueel uitvoert (stap 1), je helpt elkaar door feedback te geven op elkaars producten (stap 2 - Best Practicing) en op basis van de feedback verbeter je je onderzoeksopdracht (stap 3 - de Lessons Learned). Hieronder lichten we deze stappen, die ook in andere onderwijseenheden terugkomen, kort toe. Stap 1: de onderzoeksopdracht voer je per IPR uit (weken 1 t/m 7) De IPR bestaat in deze onderwijseenheid uit 6 onderdelen: 1. de gevonden vacatures; 2. het interview; 3. de TI opdracht, de PC-poster; 4. de BI opdracht, bedrijfsprocessenposter; 5. de IDM opdracht, een verslag van de informatiezoektocht; 6. een reflectie op het onderwijsconcept. Iedereen maakt op basis van zelfstandig verzamelde informatie een verslag van deze onderdelen (zie voor de criteria hoofdstuk 7). Stap 2: Best Practicing (begin week 6) De volgende stap is Best Practicing. Bij deze stap ga je binnen de profgroep elkaars IPR-verslagen 1,3,4,5 en 6 vergelijken, beoordelen en elkaar van feedback voorzien. Wees kritisch naar elkaars producten. Kijk daarbij met de ogen van de uiteindelijke beoordelaar. Je bent er zelf als profgroep verantwoordelijk voor om deze stap uit te voeren. Je studieloopbaanbegeleider zal je hierbij ondersteunen en samen met jullie de bespreekdatum vaststellen. Natuurlijk kun je er als groep voor kiezen om elkaar meer keren feedback te geven. Ook hier is het initiatief aan jullie zelf. Plan de feedback-rondes wel tijdig in zodat je nog voldoende tijd hebt om de laatste stap, de Lessons Learned, uit te voeren.
De competente AIM-student
10
Stap 3: Lessons learned (week 7) Op basis van de ontvangen feedback maak je dan je volgende stap: de Lessons Learned. Tijdens deze stap ga je aan de slag met de gekregen feedback. Je gaat nu je IPRverslag verder perfectioneren, de vormgeving is natuurlijk van belang, maar minstens zo belangrijk is de inhoud! Aan het einde van week 7 lever je een apart verslag “best practicing en lessons learned” in bij je studieloopbaanbegeleider. Bovendien neem je op welke verbeteringen je hebt aangebracht naar aanleiding van stap 2: Best Practicing.
IPR verslagen De onderdelen worden hieronder verder toegelicht. De vacatures (IPR1) Ten behoeve van de database van het CWI te Hoofddijk is een groot aantal vacatures nodig. Elke student neemt een deel van de inhoudelijke invulling van de database voor zijn rekening door 20 ICT vacatures te zoeken. Van deze vacatures hebben er tenminste 8 betrekking op de opleiding van zijn voorkeur, tenminste 4 vacatures komen uit het profiel van zijn voorkeur en tenminste 4 vacatures hebben betrekking op een profiel dat de student (in eerste instantie) zeker niet zou kiezen. De activiteiten voor deze IPR starten in week 1. In het SLB-overleg wordt de opdracht besproken. Onder andere komt daarbij aan bod: • welke profielen verdienen de voorkeur en welke profielen worden afgewezen • welke aspecten dienen in de vacature beschreven te staan • welke criteria zijn van belang voor een goede vacatureselectie. Hiermee wordt bedoeld: wat verwacht je dat in een vacature is opgenomen. Om deze opdracht uit te kunnen voeren is kennis van de opleidingen en uitstroomprofielen van AIM uitermate belangrijk. Over alle opleidingen verzamel je daarom informatie in de bibliotheek en op Internet. Deze informatie is natuurlijk ook heel bruikbaar voor de website van de proftaak! Van iedere opleiding met de daarbij behorende uitstroomprofielen maak je een kort eigen verslag waarbij je aangeeft: • Hoe is het “vakgebied” in het werkveld terug te vinden? • Welke functies horen in de praktijk bij deze opleiding en de uitstroomprofielen? • Enz. (eigen creativiteit gebruiken) Dit is een eerst kennismaking met de opleidingen, het werkveld en de database (proftaak). Zorg dus dat deze opdracht heel zorgvuldig wordt uitgevoerd.
Tip 1: Noteer bij het verzamelen van de informatie direct alle gegevens die je moet opnemen in de literatuurlijst en noteer de bladzijdennummers van de stukken en de volledige URL’s van sites die je gebruikt.
De competente AIM-student
11
Je moet bij ieder stuk tekst (of afbeelding) dat je citeert of op een andere manier gebruikt naar de informatiebron(nen) verwijzen. Voor het vinden van nuttige bronnen op Internet en voor efficiënt zoeken hierin gebruik je Internetresearch. Voor het maken van het verslag met bijbehorende literatuurlijst raadpleeg je het boek Rapportagetechniek (zie Leermiddelen). Zie IPR 5.
Tip 2: Enkele bronnen die je niet mag missen: (maar er zijn er meer!!) • Bachelor of ICT: een competentiegerichte profielbeschrijving. HBO-I stichting, 2004. • AIMweb: via de inlogcode: aimgast en welkom krijg je toegang tot de beschrijvingen van alle AIM-profielen. In de loop van het studiejaar zal alle informatie ook op Blackboard opgenomen worden.
Het interview (IPR2) Om nader kennis te maken met de praktijk ga je zelf een persoon in een bedrijf interviewen die een beroep uitoefent dat jij later ook zou willen uitoefenen. Interview dan wel iemand die een functie op hbo-niveau vervult, want jij hebt tenslotte gekozen voor een opleiding op dat niveau. In de IPR neem je een verslag van het interview op dat zo geschreven is dat een medestudent en je studieloopbaanbegeleider na lezing van jouw verslag een correct beeld hebben van de werkzaamheden van de door jou geïnterviewde persoon. Je vermeldt daarbij de naam van de persoon, het bedrijf, het adres, het telefoonnummer van de geïnterviewde en de datum van het interview. Geef in het onderzoeksverslag ook je reflectie op het interview. Suggesties voor aspecten van deze reflectie zijn: • In hoeverre zou je dezelfde baan willen hebben als de geïnterviewde • Welke werkzaamheden spreken je aan en welke niet. • Wat maakt deze baan tot een baan op hbo-niveau. Besef goed dat deze reflectie bedoeld is om er voor je zelf achter te komen wat je later wilt gaan doen. Tip 1: begin al in week 1 met iemand te benaderen voor een interview, medewerkers op dit vakgebied hebben soms zeer volle agenda's. Spreek binnen je profgroep af wie welk bedrijf belt zodat je bedrijven niet onnodig vaak benadert.
Tip 2: Ga met z'n tweeën naar een interview, degene in de rol van toeschouwer kan dan aantekeningen (mee) maken en later feedback geven. En in een tweede interview kunnen de rollen dan omgedraaid worden
De competente AIM-student
12
De opleidingsspecifieke IPR opdrachten De drie opleidingsspecifieke opdrachten bestaan uit het maken van een poster met elk een eigen invulling. Wees hierbij creatief, maar verlies de inhoud zeker niet uit het oog. De criteria waaraan een poster moet voldoen vind je in hoofdstuk 7. Een training over het maken van een bedrijfsposter wordt in week 3 verzorgd. De TI- opdracht (IPR3) Het systeem zal uiteindelijk worden ingevoerd bij alle CWI’s, meer dan 400 werkstations zijn er dan bij betrokken. • Maak een poster met de eisen die aan een dergelijk werkstation worden gesteld. Het CWI werkt nu nog met Windows-NT, maar binnen afzienbare tijd zal worden overgegaan op UNIX. • Het tweede deel van de opdracht omvat een uitleg over het verschil tussen Windows-NT en UNIX. De opdracht mag op dezelfde poster worden gepresenteerd. Betrek in je beschrijving de technologische aspecten, de beveiliging en de impact voor de medewerkers die met het systeem moeten gaan werken. De BI- opdracht ( IPR4) De werkzaamheden bij het CWI kunnen door een vergaande automatisering natuurlijk behoorlijk veranderen. Om welke werkzaamheden gaat het dan eigenlijk. De poster voor de BI opdracht omvat een schema met de bedrijfsprocessen die bij CWI worden uitgevoerd, hun onderlinge samenhang en de mate waarin een geautomatiseerd systeem deze processen kan ondersteunen. In elk bedrijf vinden activiteiten plaats, bijvoorbeeld het verkopen van spullen, het maken (produceren) van spullen etc. De activiteiten die bij elkaar horen kun je vaak samenvoegen in processen. In deze IPR is het de bedoeling dat je de processen die plaatsvinden binnen het CWI noemt en kort beschrijft. Hierbij geef je ook aan wie het proces uitvoert en welke gegevens nodig zijn om het proces uit te kunnen voeren. Je mag de beschrijving helemaal volgens je eigen fantasie maken, maar je mag ook gebruik maken van bijvoorbeeld schematechnieken die je al bij een vooropleiding hebt geleerd. Een summier voorbeeld voor een supermarkt • verkopen o vakken vullen, vakkenvuller, welke producten zijn op (welke schappen zijn leeg), waar haal ik nieuwe producten vandaan (magazijn?) o producten verzamelen, klant, boodschappenlijstje o afrekenen, klant en kassier, welke producten (met barcodelezer) en wat kosten deze (komt uit de computer) • inkopen o bestellijst maken (komt uit de computer), filiaalchef, van welke artikelen is er een tekort, welke artikelen zijn in de reclame etc. o bestellen, filiaalchef (per tel.,fax of E-commerce), bij welke leverancier moet ik bestellen.
De competente AIM-student
13
•
•
o goederen ontvangen, medewerkers… personeelsmanagement, filiaalchef o personeel aannemen o personeel inplannen o personeel ontslaan etc
De IDM opdracht (IPR5) Bij IPR1 is al duidelijk geworden hoe belangrijk het is om aan te geven uit welke bronnen de verschillende gegevens zijn geput. Voor deze IPR maak je een poster waaruit duidelijk wordt welke bronnen in aanmerking zijn gekomen en welke je uiteindelijk gebruikt hebt. Per bron geef je aan welke soort bron het is, tijdschrift, dagblad, vakblad, internet, bedrijfsbericht etc. Daarnaast geef je aan hoe je aan de bron gekomen bent: waar (in welke catalogus, document of site) en hoe (met welke combinatie van zoekwoorden of via rubrieken) je hebt gezocht. Tenslotte geef je aan hoe betrouwbaar de informatiebron is (wie is de auteur of organisatie). Dit alles bij elkaar zijn veel gegevens voor een poster. Werk daarom van slechts 3 (heel) verschillende informatiebronnen bovenstaande items volledig uit. De reflectie opdracht (IPR6) De reflectie opdracht bestaat uit twee onderdelen: Praktijkreflectie en reflectie op het onderwijsconcept 6.1 Praktijkreflectie Van alle opleidingen bedenk je wat jij van die “vakgebieden” vindt. • Ben ik voor die opleiding en dat domein geschikt? • Wat moet ik nog leren of verder ontwikkelen om in dit profiel succesvol te kunnen werken? • Naar welk(e) uitstroomprofiel(en)gaat mijn eerste voorkeur uit? • Naar welk(e) uitstroomprofiel (en) gaat mijn belangstelling absoluut niet uit? • Zou ik in het vakgebied kunnen en willen werken? Daarnaast kun je je nog afvragen: ‘vind ik een profiel niet zo leuk of interessant, omdat ik denk dat ik dat niet kan (leren) en is dat terecht?’ of ‘vind ik dit vakgebied zo leuk omdat ik er goed in ben, maar zijn er nog meer leuke en uitdagende vakgebieden?’. Let op: motiveer je antwoorden op de vragen! Bij het beantwoorden van deze en andere vragen gebruik je niet alleen de informatie uit theorie en praktijk(o.a. IPR2), maar ook je eigen ervaringen bij het uitvoeren van de proftaak of je ervaringen buiten AIM. Je merkt bijvoorbeeld dat je graag de technische problemen van de website oplost en (of) dat je graag de rapportages schrijft. Zulke ervaringen kun je in deze praktijkreflectie gebruiken.
De competente AIM-student
14
6.2 Reflectie op het onderwijsconcept Voor je proftaak en de IPR heb je je verdiept in het onderwijsconcept van AIM. Bovendien heb je al een aantal weken ervaring opgedaan met de manier waarop het onderwijs binnen de academie is georganiseerd. Geef in een verslag in eigen woorden weer wat voor jou de kenmerken zijn van het studeren binnen AIM: • wat is dat competentiegerichte onderwijsmodel nu eigenlijk? • wat merk je daarvan? Enz. Daarnaast vraag je je, op basis van deze informatie en ervaring, af: • Hoe studeer ik? Wat heb ik geleerd over mijn eigen leerproces? • Past mijn manier van studeren bij onderwijsconcept van AIM? • Vind ik het leuk om zo te studeren? • Wat zou ik moeten veranderen aan mijn manier van studeren / waar zou ik op moeten letten? • Wat moet ik nog leren of verder ontwikkelen om binnen dit onderwijsconcept succesvol te kunnen studeren?
De competente AIM-student
15
5. Ondersteunend onderwijs
Inleiding Zoals je in het plaatje van het onderwijsconcept in het eerste hoofdstuk hebt gezien, zijn er verschillende onderdelen die we aanbieden om je te ondersteunen in het uitvoeren van je proftaken en de individuele praktijkreflecties en dus bij het verwerven van de competenties van deze periode. We onderscheiden daarbij trainingen, colleges, het raadplegen van een expert en het gebruik van de knipkaart. Een belangrijke rol is daarnaast weggelegd voor je studieloopbaanbegeleider. Als eerste gaan we dieper in op de rol van de studieloopbaanbegeleider. Studieloopbaanbegeleider (slb’er) Gedurende het eerste semester word je individueel en in de profgroep begeleid door dezelfde docent. Je kunt deze docent zien als een ‘studieloopbaanbegeleider’ die jouw leerproces zal begeleiden. Je bent er zelf, met behulp van je studieloopbaanbegeleider, verantwoordelijk voor om dat leerproces in gang te houden door voor jezelf duidelijk te krijgen: • Hoe maak ik een planning zo, dat hij enerzijds is afgestemd op de competenties die ik moet verwerven en anderzijds op mijn eigen manier van werken? • Hoe zorg ik dat ik me aan die planning houd? • Hoe functioneer ik in een groep? • Hoe werk ik samen met de andere profgroepleden? • Laat ik mijzelf genoeg horen of neem ik te veel ruimte in? • Welke mechanismen spelen er precies een rol en wat zou ik kunnen veranderen zodat het anders gaat lopen? • Hoe komen wij als groep tot het beste resultaat en hoe kom ik als individu tot mijn recht? De studieloopbaanbegeleider zal, in de profgroep, ook een vervolg geven aan trainingen die je zijn aangeboden door een trainer professionele- en ontwikkelvaardigheden. Voorbeelden van zulke trainingen zijn gespreksvaardigheden en vergaderen. Je gaat de ervaringen en de inzichten die je in de training hebt opgedaan, met behulp van je medestudenten en je studieloopbaanbegeleider, verder uitbreiden. Ontwikkelprocessen hebben langere tijd nodig: de studieloopbaanbegeleider zal die ontwikkelingen bij jou volgen en je feedback geven. Jij gaat dan weer nieuwe ervaringen opdoen, waarop je vervolgens met behulp van je studieloopbaanbegeleider gaat reflecteren: wat ging goed en moet ik daarom behouden, wat ging minder en moet ik daarom anders gaan doen. Je studieloopbaanbegeleider voert aan het einde van iedere periode een portfoliogesprek met jou. Hierin staan jouw studievoortgang en je ontwikkeling centraal.
De competente AIM-student
16
Leren (en) ontwikkelen Inleiding We hebben de afgelopen jaren gemerkt dat de meeste studenten in de propedeuse nog veel moeite hebben met zelfstandig studeren. Daarom helpt je studieloopbaanbegeleider je greep te krijgen op de studie. Daarvoor hebben we een hulpmiddel ontwikkeld: De P&OC-map. P&OC-map De afkorting staat voor Professionele- en Ontwikkelcompetenties (P&OC’s). Op de opleidingenpagina van VI-1 op Blackboard vind je informatie over de P&OC’s: wat betekenen de verschillende competenties en hoe ondersteunen we je in het verwerven ervan. Naast trainingen maak je een aantal opdrachten: • plannen van alle onderwijsactiviteiten • afspraken vastleggen • afspraken maken met je profgroep • opdrachten behorend bij de P&OC trainingen • enz. Al deze activiteiten kun je gebruiken om je P&OC-map in te vullen. Deze map neem je mee naar je portfoliogesprek. Aan het einde van de propedeuse moet je de volgende P&OC’s op niveau 1 beheersen: • communiceren • leren en ontwikkelen • analyseren en oordeelvorming • omgevingsbewust denken en handelen. Wat dat precies aan concreet gedrag veronderstelt vind je op de opleidingenpagina. In deze periode richt je je vooral op samenwerken, communiceren en leren en ontwikkelen. Mentoraat Een andere taak van de studieloopbaanbegeleider is het mentoraat; als er zaken niet helemaal lekker lopen, binnen of buiten school, is je studieloopbaanbegeleider je eerste aanspreekpunt. Met vragen als ‘Kunt u mij database uitleggen?’ of ‘Hoe maak ik een bewegend plaatje in een website?’ kun je niet bij je studieloopbaanbegeleider terecht. Hij zal je verwijzen naar de expert (docent) of door het stellen van kritische vragen je op weg helpen zelf het antwoord te vinden.
De competente AIM-student
17
SLB-overleg Eenmaal per week heb je een overleg met de profgroep onder begeleiding van je slb’er. Tijdens dit overleg worden de resultaten van de uitgevoerde opdrachten (zowel groepsopdrachten als individuele opdrachten) besproken en aan elkaar uitgelegd en worden afspraken gemaakt over de uit te voeren opdrachten van de komende week. In het begin van de eerste week worden afspraken gemaakt over de werkwijze en wordt voor de hele periode afgesproken wie per week voorzitter en wie notulist is. Een handige formule is bijvoorbeeld de notulist van de vorige week is voorzitter van deze week. Trainingen 1 Webdesign In de democolleges en trainingen webdesign wordt dieper ingegaan op de verschillende aspecten van het bouwen van een website. In deze colleges krijg je niet een kant-en-klaar recept voor de uitvoering. Wacht niet op de colleges om de verschillende facetten van het bouwen van een website te gaan uitvoeren, vaak zul je juist meer profijt van de colleges hebben als je er al eerder mee bezig bent geweest. In deze colleges wordt ingegaan op het traject dat doorlopen wordt bij de ontwikkeling van een website. Het gaat daarbij over het ontwerpen en bouwen van de gewenste functionaliteit op het web. In deze colleges zullen ook demonstraties gegeven worden van de verschillende pakketten zoals Dreamweaver en Flash/Fireworks. 2 Databases en SQL Trainingen databases en SQL ondersteunen de zelfstandige bestudering van het boek (zie par. 6.1 leermiddelen voor de precieze gegevens over het boek). Verder zijn deze trainingen onontbeerlijk voor de juiste uitvoering van de tweede proftaak: GP2. Er worden drie hoofdonderwerpen behandeld: het maken van ERD's, normaliseren, en een applicatie bouwen m.b.v. PHP. Je leert hoe je een database moet ontwerpen, bouwen en implementeren. Ten slotte leer je hoe je uit een database gegevens kunt genereren, die je vervolgens kunt gebruiken voor de proftaak. De trainingen databases en SQL zijn sterk aan elkaar gelinkt en tussen deze beide trainingen heb je de tijd om individueel of in groepen opdrachten uit te voeren die in de volgende training worden besproken en die de basis vormen voor de opdrachten van de proftaak.
3 Professionele- en ontwikkelcompetenties In de P&OC-trainingen staan in deze eerste onderwijseenheid 3 onderwerpen centraal: vergadertechniek, gesprekstechnieken en feedback geven en ontvangen. In de P&OC-map (zie Blackboard) worden ze nader uitgewerkt.
De competente AIM-student
18
4 ICT-basisvaardigheden (website bouwen) Bij de ICT-basisvaardigheden gaat het enerzijds om de vaardigheden die je nodig hebt om binnen AIM te kunnen studeren (o.a. gebruik MsOffice en Internet, maken en onderhouden van je personal website) en anderzijds om de kennis en vaardigheden die je nodig hebt voor het maken van de website met je profgroep. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat middelbare scholieren die bij AIM komen studeren in toenemende mate kennis en vaardigheden bezitten m.b.t. het omgaan met computers en in het bijzonder met Office- pakketten. Hiervoor zal daarom geen of weinig ondersteuning nodig zijn en ook niet geboden worden. Ook het bouwen van websites blijkt steeds meer een vaardigheid die veel aankomend studenten al bezitten, maar hier zien we wel veel verschil in niveau. Nu is het niet de bedoeling dat dit verschil in niveau volledig weggenomen wordt. Uitgaande van dit verschil, dat door studenten zelf moet worden aangegeven, wordt de ondersteuning bij het ICT- practicum ingericht. Studenten die geen of weinig kennis van het bouwen van websites hebben, beginnen bijvoorbeeld met het zich eigen maken van HTML en/of Dreamweaver. Studenten die al enige websites in HTML en soms met gebruik van toepassingen als FLASH e.d. hebben gemaakt, kunnen zich onder begeleiding verder ontwikkelen bijvoorbeeld op het gebied van dynamische webpagina’s en inpassen van databases in de website. Elke week is 2 uur een practicumruimte gereserveerd om de ICT-vaardigheden te oefenen. Je werkt dan aan een persoonlijke website met een inhoud die je zelf bepaalt. Tijdens de practicumtijden is er ondersteuning van een docent of een studentassistent beschikbaar. 5 Opsporen van informatie Veel informatie die je nodig hebt voor het uitvoeren van de proftaak en je IPR zul je zelf moeten opsporen. De basisprincipes van het opsporen van informatie op Internet ken je natuurlijk. Er bestaan echter nog meer informatiebronnen en soms lijkt er op Internet niets te vinden en is het lastig te bepalen hoe betrouwbaar de gevonden informatie is. Tijdens een aantal trainingen word je wegwijs gemaakt in soms lastig te vinden informatiebronnen. Vragen over de opdrachten kun je ook stellen aan de trainer, die je de weg zal wijzen zonder direct de antwoorden te geven. 6
Bedrijfsposters maken
Een gastdocent geeft in 2 lesuren de hoofdzaken weer: • verschillende soorten posters en hun toepassing • posterpresentaties • eisen aan een opzichzelfstaande poster • ontwerp van een poster. Opdracht ter voorbereiding op de training: • aan welke eisen moet een opzichzelfstaande poster voldoen, zodat zonder uitleg de bedoeling helder is • bedenk er minimaal 10, zet ze op papier en neem ze mee naar de training.
De competente AIM-student
19
Tijdens de training vindt een inventarisatie van alle eisen plaats, worden deze eventueel aangevuld, waarna ieder zelf aan de slag gaat. Een presentatie sluit deze training af. Literatuur: • Elling. Rapportagetechniek. (Zie leermiddelen) • Hand-out: beoordeling poster (wordt tijdens de training uitgereikt) Het raadplegen van een expert Als je met je profgroep graag antwoord wilt hebben op een vraag waar je zelfstandig geen antwoord op kunt vinden kun je een expert raadplegen. Welke experts er beschikbaar gesteld worden hangt af van de inhoud van de onderwijseenheid. De experts kun je via Blackboard benaderen. Dit gaat als volgt: Per profgroep mag gedurende de onderwijseenheid aan elke expert één vraag gesteld worden, waarop je binnen 48 uur antwoord kunt verwachten. Als je expertvraag is opgebruikt, wordt je profgroep door het systeem geblokkeerd. Via Blackboard worden alle vragen en de daarbij behorende antwoorden van de expert gepubliceerd, geordend per expert. Controleer dus voordat je de vraag aan de expert stelt of iemand anders deze vraag al heeft ingebracht. Het antwoord op je vraag is dan namelijk op Blackboard te vinden. Is je vraag nog niet gesteld, vul dan het vraagformulier in. Formuleer je vraag kort en bondig maar geef de expert wel de nodige achtergrondinformatie zodat hij je snel het correcte antwoord kan geven. Knipkaart De knipkaart is bedoeld om de individuele student een mogelijkheid te bieden op extra onderwijs. Afhankelijk van je vraag zal dit individueel zijn of, als er meer studenten zijn met dezelfde vraag, in een groep zijn, bijvoorbeeld in een extra workshop, training of college. Hoe je je knipkaart kunt gebruiken en welke spelregels daarbij gelden, vind je op Blackboard. Overleg altijd even met de onderwijseenheideigenaar.
De competente AIM-student
20
6. Middelen en faciliteiten Leermiddelen Voor deze onderwijseenheid worden de volgende boeken voorgeschreven (deze worden ook in andere perioden gebruikt). • D.M. Kroenke, Databases- beginselen, ontwerp en implementatie. 9e editie Prentice Hall, 2002 (ISBN 90 430 0842 7); • R. Elling e.a., Rapportagetechniek. Schrijven voor lezers met weinig tijd. 2e druk, Groningen: Wolters-Noordhoff, 1999 (ISBN 90 01 29 137 6) • A. Dasselaar, Handboek Internetresearch. Van Duuren Media, 2004. (ISBN 90 59 40 115 8) Aanbevolen voor degene die zich al wil verdiepen in het ontwerpen van websites: • H. van den Elzen, Webdesign, van concept tot realisatie, Academic Service, (ISBN 90 395 21379) Onderwijslocaties Het onderwijs voor de propedeusestudenten wordt verzorgd in het gebouw aan de Lovensdijkstraat 63 of 61. De nummering van de lokalen, projectruimten en werkkamers begint dan met 63 of 61. De werkkamers van sommige docenten en bijvoorbeeld de helpdesk van ICT-services, het roosterbureau en Front-office vind je op Lovensdijkstraat 61. Blackboard: bb.avans.nl Op Blackboard, de elektronische leeromgeving van Avans Hogeschool vind je alle informatie die je nodig hebt om binnen AIM te kunnen studeren. Raadpleeg het Nieuws iedere dag! In de eerste onderwijsweek wordt een introductie over Blackboard gegeven, waarna je met je profgroep en individueel de invulling van de onderwijsperiode kunt starten. Belangrijke namen en adressen zijn: Front-office
Decaan
ICT-helpdesk
De competente AIM-student
Hier kun je terecht met vragen aan de Studentenadministratie (inschrijving, collegekaarten e.d.) Tweedelijns begeleiding met betrekking tot het algemene welzijn van de studenten. Informeert, adviseert en begeleidt individueel en vertrouwelijk bij vragen over bijvoorbeeld studiekeuzes, persoonlijke problemen, ziekte en bijzondere familieomstandigheden, studiefinanciering, wet- en regelgeving en speciale studentenvoorzieningen. Voor alle ICT-gerelateerde problemen met betrekking tot Blackboard en AIMlab kunnen studenten zich wenden tot de servicebalie AIMlab. Voor problemen met betrekking tot Groupwise en het draadloze netwerk kun je terecht bij de Centrale ICTgroep
Els Blankers, kamer 61.011 Carla Bertelsmann Kamer 63.333
Locatie: L61.310 E-mail:
[email protected] Telefoon: (076-523)8989. Centrale ICTgroep: (076523)8888 of
21
Operationeel team (OT)
Het operationele team bestaat uit onderwijseenheideigenaren van alle periodes in de propedeuse met een vertegenwoordiger van de studieloopbaanbegeleiders, die toezien op de uitvoering van het onderwijs. Als je klachten of vragen hebt over de uitvoering van het onderwijs neem je in de eerste plaats contact op met degene die het betreft. Lukt het je niet met die persoon tot een oplossing te komen of blijven er vragen over, mail dan de voorzitter van het OT: Dolly van Rossem. Wees in je mail altijd zo concreet mogelijk. Klankbordgroep Uit iedere klas (van 24 studenten) wordt in overleg met de studieloopbaanbegeleider elk semester een student afgevaardigd naar de klankbordgroep. Deze klankbordgroep heeft regelmatig overleg met de coördinator van de propedeuse over de gang van zaken in deze onderwijsperiode. De namen van de klankbordgroepleden staan op Blackboard. PVO Wekelijks overleg van de vertegenwoordigers van de profgroepen met de onderwijseenheideigenaar
[email protected] Bij iedere onderwijseenheid op Blackboard staat een button waarmee het OT gemaild kan worden.
Voor meer informatie zie het onderdeel Q-zorg op Blackboard
Agenda en verslag wordt gepubliceerd op Blackboard
Virtueel projectkantoor van de groep Op Blackboard vind je het virtuele projectkantoor van je profgroep. De naam van je projectkantoor is hetzelfde als de code van je profgroep. De student die als eerste in de lijst van de leden van de profgroep staat vermeld, is tevens de beheerder van het virtuele projectkantoor. Dit betekent dat hij, in overleg met de leden van de profgroep, leden van een andere profgroep of andere opleiders dan je studieloopbaanbegeleider toegang kan verlenen tot het virtuele projectkantoor. In het virtuele projectkantoor plaatst de profgroep alle belangrijke documenten en tussenproducten die tijdens de uitvoering van de proftaak worden geproduceerd, zodat zij voor alle leden van de groep beschikbaar zijn. De studieloopbaanbegeleider volgt via het virtuele projectkantoor de activiteiten van de profgroep.
De competente AIM-student
22
7. Beoordeling Inleiding De beoordeling van een onderwijseenheid gebeurt aan de hand van de gemaakte producten, opdrachten, verslagen, toetsen, presentaties. In dit hoofdstuk lichten we de rol van het portfolio en de toetsen nader toe. Verder worden uit de Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) enkele regels toegelicht. NB. Te laat ingeleverde schriftelijke stukken worden wel nagekeken maar gelden dan als herkansing.
Studieloopbaanbegeleider De studieloopbaanbegeleider speelt bij de uiteindelijke beoordeling van het kwartaal een belangrijke rol. Hij beoordeelt of je de competenties die in een onderwijseenheid centraal staan, hebt verworven. De studieloopbaanbegeleider baseert zijn oordeel op de producten die je met je profgroep en individueel hebt gemaakt, eventueel beoordeelde tussenproducten en/of toetsen. Portfolio In het portfolio verzamel je de bewijzen van je leerresultaten en dus van de competenties die je hebt verworven. Bij AIM werken we met een digitaal portfolio. Het portfolio is een onderdeel van de persoonlijke website die je zelf vult en beheert. Portfoliogesprek De portfoliogesprekken worden gevoerd in onderwijsweek 1 en 2 van de tweede onderwijsperiode. Via Blackboard wordt bekend gemaakt, wanneer en waar je portfoliogesprek wordt gevoerd. Aan de hand van het gevulde portfolio voer je een gesprek met de studieloopbaanbegeleider. In dit gesprek: • geeft de studieloopbaanbegeleider de eindbeoordeling van de onderwijseenheid en licht deze toe; • geeft de studieloopbaanbegeleider aan of je de studiepunten voor de onderdelen van de onderwijseenheid wel of niet hebt behaald; • in het geval dat je niet alle competenties hebt verworven, maakt de studieloopbaanbegeleider afspraken met je over hoe, wanneer en onder welke voorwaarden je deze competenties alsnog zult verwerven; • daarnaast formuleer je samen met je studieloopbaanbegeleider leerdoelen voor de volgende periode.
De competente AIM-student
23
Toetsen Aan het einde van elke onderwijsperiode wordt vastgesteld of je de competenties van deze onderwijseenheid op het vereiste niveau hebt verworven. Dit gebeurt met één beoordeling (formeel heet dat dan een tentamen). Een tentamen is dus het samenhangend geheel van tentamenonderdelen (zoals producten, toetsen, assessment enz.) van een onderwijseenheid Enkele regels In de Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) is precies beschreven wat de regels rondom toetsen en studiepunten zijn. De OER vind je op Blackboard. Hier geven we alvast enkele belangrijke ‘spelregels’. • Aan tentamenonderdelen waarvoor je een voldoende beoordeling hebt mag je niet opnieuw meedoen. • Als je een tentamenonderdeel niet hebt behaald, hoef je niet de hele onderwijsperiode over te doen. • Voor alle tentamenonderdelen geldt dat, indien je deze met een onvoldoende of niet voldaan hebt afgerond, je dit met je studieloopbaanbegeleider tijdens het portfoliogesprek bespreekt • Ieder studiejaar wordt een tentamenonderdeel twee keer aangeboden. Een keer als onderdeel van de onderwijseenheid en voor een tweede keer aan het einde van dezelfde periode. Overzicht toetsing en afronding periode 1 De toetsing van de meeste competenties vindt plaats in de loop van de10 onderwijsweken van periode 1. In onderwijsweek 1 en 2 van de volgende periode worden portfoliogesprekken met de studieloopbaanbegeleider gevoerd. Voorafgaand aan deze gesprekken zijn alle resultaten van de tentamenonderdelen bekend. De geformuleerde competenties worden op verschillende manieren getoetst:
Competenties Samenwerken in een groep Leren (en) ontwikkelen Systematisch opsporen van betrouwbare informatie ICT basiskennis op een effectieve en efficiënte wijze gebruiken Een database ontwerpen en bouwen
De competente AIM-student
Wijze van beoordelen Deelname aan proftaken IPR, deelname P&OC-trainingen IPR 1, 3, 4, 5 en 6 Toets Proftaken: website + database Toets (3x) (ERD, normaliseren en SQL/PHP)
24
Toetsingsonderdelen nader toegelicht In deze paragraaf worden achtereenvolgens de beoordeling van de proftaak en de IPR, de toetsen van databases, ICT, en het opsporen van informatie toegelicht. Proftaak De website en een verslag van de praktijktoetsing (externe presentatie) van de website. Criteria De eisen die de werkgroep PR&V aan de website stelt, zijn onder te verdelen in vier categorieën: 1. Inhoud 2. Communicatie 3. Techniek 4. Vormgeving.
Ad 1. Inhoud De website moet een volledig beeld geven van de opleidingsmogelijkheden. De scholier die de website bezoekt kan daarbij ook een antwoord vinden op bijvoorbeeld de vragen: ‘wat kan ik dan worden?’, ‘wat doe je dan voor werk?’, ‘wat moet ik daarvoor weten en kunnen?’, ‘wat voor persoon zou ik dan moeten zijn?’, ‘bij welk type bedrijf ga ik dan werken?’ en ‘aan welke projecten werk ik dan bijvoorbeeld mee?’. Informatie over de opleidingen van AIM • een korte toelichting op de vier opleidingen uit het ICT-domein in het algemeen en haar specifieke kenmerken; • minimaal twee kenmerkende functies die binnen het opleidingsprofiel uitgeoefend kunnen worden met bijbehorende taken, 'critical incidents' (typische gebeurtenissen), noodzakelijke kennis, vaardigheden en attitudes; • vaardigheden die nodig zijn om de functie uit te oefenen (Tip: bekijk personeelsadvertenties); • enkele bedrijven / branches waar mensen uit het opleidingsprofiel in dienst zijn; • een kenmerkend project voor het vakgebied en de rol/verantwoordelijkheid die iemand uit het vakgebied in een dergelijk project heeft. Een tweede eis aan de inhoud is dat de website een realistisch beeld geeft van hoe er binnen AIM wordt gestudeerd. De scholier moet een antwoord vinden op bijvoorbeeld vragen als: ‘heb ik veel college?’, ‘zit ik alleen op school of zie ik ook nog iets van de praktijk?’, ‘hoe word ik begeleid?’ en ‘hoe gaat het met tentamens en beoordeling?’ Informatie over het onderwijsconcept • de voornaamste begrippen en hun onderlinge samenhang uit het onderwijsconcept van AIM; • de rollen en verantwoordelijkheden van opleiders; • welke vaardigheden studenten nodig hebben om het onderwijs aan AIM te kunnen volgen.
De competente AIM-student
25
Zoals in ieder vakgebied worden ook in het veld van ICT en Media heel veel vaktermen gebruikt. Voor de website is het een voorwaarde dat de bezoeker gemakkelijk uitleg kan vinden over de belangrijkste vaktermen. Begrippenlijst • een alfabetische begrippenlijst van de belangrijkste vaktermen (minstens 10 per opleiding, inclusief de uitstroomprofielen); • per vakterm een korte beschrijving in het Nederlands; • per vakterm (dus niet van de omschrijving) een vertaling van het Nederlands naar het Engels/Amerikaans of andersom. Verantwoording van bronnen • bevat een correcte bronvermelding van de gebruikte informatie volgens de richtlijnen van het boek Rapportagetechniek (kijk bij Leermiddelen voor meer informatie over het boek) • bevat een alfabetisch geordende literatuurlijst volgens de richtlijnen van bovengenoemd boek Rapportagetechniek. Ad 2. Communicatie De teksten op de website moeten door de leden van de profgroep zelf geschreven worden (geen ‘knippen en plakken’). Gebruik je eigen woorden om zaken uit te leggen. Het spreekt voor zich dat het taalgebruik correct dient te zijn en is afgestemd op de doelgroep. De website: • bestaat uit zelfgeschreven teksten (geen plak- en knipwerk); • is goed leesbaar (keuze lettertype en lay-out); • is gericht op de doelgroep; • bevat geen spelling- en grammaticafouten. Ad 3. Techniek Belangrijk is dat de website werkt en gebruiksvriendelijk is. Dat betekent bijvoorbeeld dat de bezoeker gemakkelijk de weg kan vinden binnen de website (navigatiestructuur) en dat alles goed leesbaar is. Het mag niet zo zijn dat een link binnen de website niet werkt. Bezoekers maken gebruik van verschillende soorten browsers (Netscape, Internet Explorer e.a.) en ze gebruiken verschillende typen verbindingen; hiermee moet ook rekening worden gehouden. Vaak zal een bezoeker iets willen afdrukken om het na te lezen of om bijvoorbeeld aan ouders te laten lezen. Dit moet ook mogelijk zijn. Bovendien moet de website geschikt zijn om aan te melden bij zoekmachines.
De competente AIM-student
26
De website: • heeft geen dode links; • is ook met een telefoonmodem goed en voldoende snel te raadplegen; • is geschikt voor Netscape en Internet Explorer en Opera versies die op het netwerk van AIM zijn geïnstalleerd; • is goed zichtbaar met meerdere schermformaten; • kan geprint worden; • heeft een heldere navigatiestructuur; • bevat minimaal 1 applet met relevante functionaliteit; • bevat keywords op de juiste plaats. Ad 4. Vormgeving De website moet er ook aantrekkelijk uitzien (denk aan de doelgroep). Belangrijk hierbij is dat je een consequente (‘huis’)stijl toepast binnen de website. Het is logisch dat je kijkt hoe andere websites in elkaar zitten en welke relevante informatie je kunt vinden (websites, vakbladen, informatiebrochures, boeken). Indien je afbeeldingen en (informatie)bronnen gebruikt, moet je deze bronnen volledig vermelden. Voor de website mogen geen auteursrechtelijk beschermde afbeeldingen, programma's e.d. worden gebruikt. Bij twijfel moet je toestemming vragen aan de rechthebbende. Een specifieke randvoorwaarde voor de vormgeving is dat er op één (of meer) plaats(en) gebruik wordt gemaakt van bewegende beelden in samenhang met geluid. De vormgeving van de website: • is gericht op de doelgroep; • heeft een consequente stijl; • heeft een goed leesbaar lettertype (denk daarbij ook aan kleurenblinde scholieren); • bevat op een (of meerdere plaatsen) zelfgemaakte bewegende beelden in samenhang met geluid; • bevat geen auteursrechtelijk beschermde afbeeldingen. • geeft bronvermeldingen van de gebruikte afbeeldingen (vermeld bij eigengemaakte Procedure Verder gelden de volgende richtlijnen: • Oplevering geschiedt door de website gereed te zetten in het virtueel projectkantoor en de beoordelaars toegang te verlenen. Eventueel kan een beoordelaar de profgroep vragen de website te demonstreren. • Het verslag van de praktijktoetsing lever je in bij je studieloopbaanbegeleider. • De namen van de beoordelaars worden op Blackboard gepubliceerd (let op de melding op het Laatste Nieuws). Geef deze beoordelaars zo snel mogelijk toegang tot het virtuele kantoor van de profgroep. • Opleverdatum per onderdeel GP1 t/m GP3: zie bijlage 4 van deze periodewijzer.
De competente AIM-student
27
Herkansing Indien de website of de databaseapplicatie met een onvoldoende wordt beoordeeld, geldt de volgende herkansingsregeling: • De herkansing wordt uitgevoerd door de profgroep. • De profgroep maakt een website en/of databaseapplicatie en/of het verslag van de externe presentatie opnieuw, in overleg met de beoordelaar. • De opleverdatum van de herkansing in week 10 van dezelfde periode wordt via Blackboard bekend gemaakt. Verslag van externe presentatie Criteria • geef aan wat de voorbereiding is (bijvoorbeeld een enquête), voor welke doelgroep(aantal leerlingen) van welke school; • evaluatie op basis van de presentatie, commentaar van de leerlingen met conclusie en aanbevelingen voor bijstelling Procedure • Inleveren in het postbakje van de onderwijseenheideigenaar . Herkansing • Bij onvoldoende resultaat kan het verslag 1x bijgesteld worden. • De datum van inleveren wordt via Blackboard bekend gemaakt.
IPR Criteria • Kopiëren van anderen levert een onvoldoende beoordeling • Ook citeren zonder adequate bronvermelding levert een onvoldoende beoordeling. Procedure Verder gelden de volgende richtlijnen: • Inleveren in het postbakje van de studieloopbaanbegeleider en elektronisch beschikbaar stellen. • Houd er rekening mee dat je je IPR moet kunnen verdedigen. • Inleverdata: zie bijlage 4 van deze periodewijzer. Herkansing • Indien de IPR met een onvoldoende wordt beoordeeld, moet deze opnieuw gemaakt worden, in overleg met de beoordelaar. • De inleverdatum van de herkansing in week 9 of 10, wordt via Blackboard bekend gemaakt.
De competente AIM-student
28
IPR2 Criteria • Lay-out en structuur (10 punten) o omslag (en titelblad) o inleiding (doel, achtergrond en werkwijze) o paginanummering • Correct gebruik van de Nederlandse taal (20 punten) o spelling o grammatica o stijl (zinsbouw) • Uitwerking interview (35 punten) o motivatie voor de keuze van de geïnterviewde o bedrijfsgegevens (naam bedrijf, adres, telefoonnummer), datum interview, persoonsgegevens (naam en functie geïnterviewde) o zo specifiek mogelijke beschrijving van de werkzaamheden van de geïnterviewde o voorbereide vragenlijst en lijst van vragen die tijdens interview gesteld zijn toevoegen (in het kader van doorvragen) • Reflectie op interview (35 punten) o geef aan welke aspecten van het werk van de geïnterviewde jou aanspreken en welke niet en waarom o motiveer welke aspecten deze functie tot een HBO-functie maken o komt het beeld dat je vooraf had van de functie overeen met de werkelijkheid en geef aan waarom wel/niet o geef aan hoe het interviewproces is verlopen (hoe verliep de voorbereiding, het interview zelf, de uitwerking ervan) Vanaf 55 punten of meer krijgt de student een V. Er wordt beoordeeld met V of O. NB. IPR2 dient als hardcopy in het postvakje van je SLB’er te worden ingeleverd (uiterlijk vrijdag week 7, 12.00 uur). IPR6 Criteria • Lay-out en structuur (10 punten) o omslag (en titelblad) o inleiding (doel, achtergrond en werkwijze) o paginanummering • Correct gebruik van de Nederlandse taal (20 punten) o spelling o grammatica o stijl (zinsbouw) • Uitwerking praktijkreflectie (35 punten) o zie periodewijzer pagina 14. • Uitwerking reflectie onderwijsconcept (35 punten) o zie periodewijzer pagina 14 en 15. NB. motiveer je antwoorden!
De competente AIM-student
29
Vanaf 55 punten of meer krijgt de student een V. Er wordt beoordeeld met V of O. NB. IPR6 dient als hardcopy in het postvakje van je SLB’er te worden ingeleverd (uiterlijk vrijdag week 7 12.00 uur)
Professionele- & Ontwikkelvaardigheden Voor de trainingen professionele- en ontwikkelvaardigheden geldt de verplichting tot actieve inzet. Dit houdt in dat je aanwezig moet zijn en actief meedoet. Als je actief hebt deelgenomen aan alle trainingen (dit ter beoordeling van de trainer) krijg je van de trainer een voldoende beoordeling. Laat je inzet te wensen over of ben je afwezig bij een training dan zul je een vervangende opdracht moeten maken om toch je competenties te verwerven. Neem in dat geval zo snel mogelijk zelf contact op met de trainer voor zo'n opdracht. Procedure: • De uiterste inleverdatum voor vervangende opdrachten staat in bijlage 4. Herkansing: • Indien de vervangende opdracht(en) met een onvoldoende word(t)(en) beoordeeld, moet(en) deze opnieuw gemaakt worden, in overleg met de beoordelaar. • De inleverdatum van de herkansing in week 9 of 10 wordt nader bekend gemaakt. ICT-toets De trainingen ICT-basisvaardigheden worden afgesloten met een toets. De toets duurt een dagdeel en je moet de individuele website die je voor de IPR gebouwd hebt daarvoor meenemen. Criteria Over de volgende technische basis ICT-vaardigheden moet je beschikken: Je kunt een eenvoudige website maken met: • een header en een navigatiedeel (Frames); • een plaatje of foto, gedownload of zelfgemaakt; • een eenvoudige animatie gemaakt met Flash; • een applet, gedownload of zelfgemaakt; • hyperlinks. • Bij het maken van de website kun je sofwarepakketten als Word, Excel, Outlook en Powerpoint gebruiken. Hulpmiddelen • Computer met standaardsoftware van de opleiding.
De competente AIM-student
30
Procedure • Zie voor de planning van de toets bijlage 4. Herkansing • De herkansingstoets wordt aan het einde van de onderwijsperiode ingeroosterd. Hierbij gelden dezelfde criteria en hulpmiddelen. Database De student wordt individueel getoetst aan de hand van een toets die uiteenvalt in drie delen: 1. Het maken van een Entiteit-Relatie Diagram (ERD) 2. Het normaliseren van een databaseontwerp 3. Een toets over SQL statements. Alle drie de onderdelen moeten met een voldoende of voldaan worden afgerond om tot een voldoende eindbeoordeling voor het onderdeel databases te kunnen komen. Ad 1: ERD toets Op basis van een schriftelijk aangeboden casus maakt de student het Entiteit-Relatie Diagram. De toets duurt 50 minuten en vindt plaats aansluitend op de verplichte training. Na 50 minuten moeten het antwoordenblad en de opgaven ingeleverd worden bij de surveillant of de trainer. Criteria Het resultaat van de toets is een schets van een ERD die aan de volgende eisen moet voldoen: • juiste notaties voor alle entiteiten, relaties en andere onderdelen van het ERD; • weergeven van alle entiteiten en relaties op basis van de casus; • een correcte detaillering van de entiteiten; • een correcte beschrijving van de aard van de relaties; • het ERD moet een genormaliseerde database weergeven; • het vertalen van het ERD in het relationele model. • Daarnaast kan de student gevraagd worden aan te tonen dat hij begrijpt wat hij gedaan heeft. Hulpmiddelen • Er zijn geen hulpmiddelen toegestaan. Procedure • De ERD toets wordt gecombineerd met een training aangeboden in week 3. Kijk op je rooster voor de precieze planning voor jouw groep. Herkansing • De herkansingstoets is in week 9 of 10 gepland. Hierbij gelden dezelfde criteria en hulpmiddelen.
De competente AIM-student
31
Ad 2: Toets normaliseren Op basis van een niet genormaliseerde gegevensstructuur worden de stappen getoond die leiden tot een volledig (in 3e normaalvorm) genormaliseerde gegevensstructuur De toets duurt 100 minuten (verplicht op tijd aanwezig). Criteria • alle normalisatiestappen worden uitgewerkt; • keuzen m.b.t. interpretaties van gegevens en relaties worden gemotiveerd. Hulpmiddelen • Er zijn geen hulpmiddelen toegestaan. Procedure • De toets normaliseren wordt gecombineerd met een training aangeboden in week 7. Kijk op je rooster voor de precieze planning voor jouw klas. Herkansing • De herkansingstoets is in week 9 of 10 gepland. Hierbij gelden dezelfde criteria en hulpmiddelen. Ad 3: Toets SQL Op basis van een gegeven, relationele database, informatiebehoeften en andere gegevens maakt de student een aantal SQL statements. De statements hebben betrekking op zowel DL, DML als DRL onderdelen. De toets duurt 100 minuten (verplicht op tijd aanwezig). Criteria • de statements voldoen aan de conventies voor SQL statements zoals in “Kroenke” worden voorgesteld; • er moet kunnen worden aangetoond dat het resultaat van het statement een werkelijk beeld geeft van de uit te voeren opdracht; • de lay out van het statement voldoet aan de afgesproken voorwaarden; Hulpmiddelen • Er zijn geen hulpmiddelen toegestaan. Procedure • De SQL toets wordt gecombineerd met een training aangeboden in week 8. Kijk op je rooster voor de precieze planning voor jouw klas. Herkansing • De herkansingstoets is in week 9 of 10 gepland. Hierbij gelden dezelfde criteria en hulpmiddelen.
De competente AIM-student
32
Bijlage 1: Competenties uitgewerkt
De competente AIM-student leert: samenwerken in een groep: taakgerichte samenwerking • leren vergaderen • opstellen van procedures • taakverdeling • afspraken maken over wijze van besluitvorming • formuleren van een groepsdoel • afspraken maken over gedrag dat wel/niet acceptabel is binnen de groep • feedbackregels • wijze van communiceren binnen de groep leren (en) ontwikkelen a) Actief studeren • Oriëntatie op te verwerven competenties in de periode b) Reflectie op leren • Leren reflecteren op het eigen leerproces • Oriëntatie en reflectie op de uitstroomprofielen binnen AIM • Oriëntatie en reflectie op het onderwijsconcept van AIM • Overtuigen studieloopbaanbegeleider van verworven competenties • Formuleren van leerdoelen, actieplan, middelen en reflectie. systematisch betrouwbare informatie opsporen a) gebruik van mediatheekcatalogi, zoekmachines, onderwerpsgidsen e.d. op Internet b) correct noteren van gevonden informatie c) opstellen zoekstrategie d) beoordelen van de betrouwbaarheid van informatie ICT basiskennis effectief en efficiënt gebruiken a) gebruik van MsOffice programma’s b) gebruik van een visuele ontwikkelomgeving (html-editor, programmeertool) c) eenvoudige animaties maken Een database ontwerpen en bouwen a) ontwerpen • gegevensmodellering d.m.v. een Entiteit-RelatieDiagram • normaliseren van een database model weergegeven in een ERD • een database-ontwerp in termen van tabellen opstellen b) bouwen in een MsAccess-omgeving • database-ontwerp in tabellen implementeren • relaties in het ERD met vreemde sleutels realiseren • een eenvoudige Grafische User Interface met formulieren maken • queries formuleren en presenteren in de vorm van rapporten
De competente AIM-student
33
6
7
Intro database 1 uur 2 uur, DDL en DML 2 uur
De competente AIM-student
Opsporen van Informatie Studieloopbaanbeg 3 uur (opstart) eleiding
SQL
Bedrijfsposters maken Databases (ERD/NORM/PHP)
P&OC’s
1 uur
1 uur
1 uur
Normaliseren 2 uur 2 uur, DRL 1 tabel
2 uur
2 uur
2 uur
Practicum 2 uur E ERD, incl 1 uur toets 4 uur 2 uur, 2 uur, DDL, PK & DRL 1 taFK bel 2 uur 2 uur
2 uur
1 uur
Normaliser en 2 uur 2 uur, DRL subquery 2 uur
34
1 uur
Normaliseren 2 uur 2 uur, DRL join
1 uur
2 uur, SQL toets
2 uur, Vragen over SQL
1 uur
PHP 2 uur
8
PHP 2 uur
2 uur
5
Begeleid practicum 2 uur
4
ICT-vaardigheden
3
Webdesign Webdesign Webdesign en techniek en techniek en techniek 1 uur 1 uur 1 uur P&OC 3 uur
2
Webdesign Webdesign Webdesign Webdesign 1 uur 1 uur en techniek 1 uur 2 uur P&OC P&OC 3 uur 3 uur
1
College website bouwen
WEEK
Bijlage 2: Overzicht colleges en trainingen
Toetsen
9 en 10
Maandag - Opstartdag algemeen - Voorbereiden WO - POP en portfolio starten. - College webdesign - ICT vaardigheden (website bouwen) - WO individueel voorbereiden - AIM bestuderen - College webdesign - ICT vaardigheden (website bouwen) - WO individueel voorbereiden - AIM bestuderen - College webdesign - ICT vaardigheden (website bouwen) - WO individueel voorbereiden - AIM bestuderen
De competente AIM-student
4
3
2
1
Week
- WO, GP1 ERD voorbespreken in de profgroep
- WO - IPR2 bedrijfsbezoek
- WO - IPR2 vragenlijst bedrijfsbezoek maken - GP1 maken - GP1 bespreken
Dinsdag - WO - IPR1: vacatures zoeken - proftaak bestuderen
- IPR3 TI-opdracht
- GP1 afmaken - IPR2 bedrijfsbezoek
- IPR1 rapport inleveren
Woensdag - IPR1: vacatures zoeken
35
- Training SQL - Opgaven SQL maken (ZS) - Database les (bespreken GP1)
- Training SQL - Opgaven SQL maken (ZS) - Database les (incl. ERD toets)
- Training SQL - Opgaven SQL maken (ZS) - Database les
Donderdag - Training SQL - Opgaven SQL maken (ZS) - Database les
- zelfstudie DB - POC training
- zelfstudie DB - POC training -
Vrijdag - PT: informatiebehoeften - POC training - zelfstudie DB - zelfstudie DB - POC training - PT: eerste opzet ERD
Het spoorboekje laat een globale indeling van de weken zien. De exacte indeling is enerzijds afhankelijk van het rooster, dat niet helemaal met dit spoorboekje in overeenstemming kan zijn en van je eigen inzet. Hier wordt een indicatie gegeven van de werkzaamheden die van je verwacht worden, zowel ingeroosterd als zelfstandig per groep of individueel. Het is verstandig je eigen planning hierop te baseren en de werkelijk bestede uren per dag bij te houden. Je kunt dan achteraf je studiebelasting controleren. De norm is 40 uur per week.
Bijlage 3: Spoorboekje
- Herkansingen
Maandag - College webdesign - ICT vaardigheden (website bouwen) - SO individueel voorbereiden - AIM bestuderen - College webdesign - ICT vaardigheden (website bouwen) - SO individueel voorbereiden - AIM bestuderen - College webdesign - ICT vaardigheden (website bouwen) - SO individueel voorbereiden - AIM bestuderen - zelfstudie voor toetsen
De competente AIM-student
Legenda: GP= groepsproduct IPR= Individuele PraktijkReflectie PT= Proftaak SA= studentassistent SO= SLB-overleg TR= training ZS= zelfstudie
9 en 10
8
7
6
5
Week
- Herkansingen
- SGP3 SQL statements en inleveren
- SO - GP3 SQL statements
- SO - GP2 genormaliseerde database en inleveren
Dinsdag - SO - GP2 genormaliseerde database
- Herkansingen
- zelfstudie
- IPR2 verslag bedrijfsbezoek
- IPR5 IDM-opdracht
Woensdag - IPR4 BI-opdracht
36
- Herkansingen
- Toets SQL - Database les
- Training SQL - Opgaven SQL maken (ZS) - Database les
- Training SQL - Opgaven SQL maken (ZS) - Database les (incl. toets normaliseren)
Donderdag - Training SQL - Opgaven SQL maken (ZS) - Database les
- Herkansingen
- zelfstudie DB
- zelfstudie DB - POC training
- zelfstudie DB - POC training
Vrijdag - zelfstudie DB - POC training
Bijlage 4: Overzicht inleverdata en toetsen Periode 1 Week 2 Vrijdag 12.00 uur
IPR1, verslag verzamelen vacatures, ingeleverd in postbakje van de studieloopbaanbegeleider
Week 3 ERD-toets gecombineerd met training (de precieze datum vind je in je rooster) Week 4 Vrijdag 12.00 uur
Week 5 Vrijdag 12.00 uur
GP1, het ERD van het CWI inleveren tijdens de training databases. IPR3, TI-PC-poster, ingeleverd in postbakje c.q. op bureau van de studieloopbaanbegeleider. De slb’er geeft de poster door aan de trainer. Vermeld naam en klas op de achterkant van de poster. IPR4, poster bedrijfsprocessen, ingeleverd in postbakje c.q. op bureau van de studieloopbaanbegeleider.. De slb’er geeft de poster door aan de trainer. Vermeld naam en klas op de achterkant van de poster.
Week 6
Vrijdag 12.00 uur Week 7 Vrijdag 12.00 uur
Best practicing:van IPR 3,4, 5 en 6 GP2, de genormaliseerde database van het CWI inleveren tijdens de training databases. Toets normaliseren.zie rooster. IPR5, poster bronneninformatie, ingeleverd in postbakje van de studieloopbaanbegeleider. Vermeld naam en klas op de achterkant van de poster. IPR2, verslag bedrijfsbezoek (hardcopy), ingeleverd in postbakje van de studieloopbaanbegeleider. IPR6, praktijkreflectie en reflectie op onderwijsconcept,in te leveren bij de studieloopbaanbegeleider(hardcopy) in postbakje.(originele en verbeterde versies)
Week 8 GP3, de SQL statements van het CWI inleveren tijdens de training databases. Toets SQL(zie rooster ICT toets, zie rooster GP4, website bij trainers webdesign: Arald den Braber en Paul Walraven en Dolly van Rossem. Geef toegang tot de website op het projectkantoor. Lever het schriftelijke verslag van de externe presentatie in bij Dolly van Rossem (postbakje), voorzien van namen en groep. Week 9 (eventueel) vervangende opdracht P&OC: de exacte data worden nog bekend gemaakt via het rooster. Herkansingen (zie rooster) Week 10 Vrijdag 12.00 uur
Herkansingen inleveren van IPR1, IP3 ,IP4, IP5 en IPR6
Let op: Vermeld op alle stukken duidelijk je naam en het nummer van je profgroep op de omslag en op de eerste pagina. Vermeld bij producten van meerdere personen, zoals de website, duidelijk alle namen van de studenten die aan het product hebben meegewerkt.
De competente AIM-student
37