Uitspraak De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Zaaknummer: ***** Datum uitspraak: 5 juni 2015
De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna ook te noemen: de Commissie) geeft op grond van het statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen (hierna ook te noemen: het Statuut) het volgende oordeel naar aanleiding van de aanvraag tot schadevergoeding door: [naam] [geboortedatum] [woonplaats] hierna te noemen: aanvrager tegen: [instelling] [vestigingsplaats] vertegenwoordigd [bestuurder] hierna te noemen: instelling
Beslissing De Commissie vindt aannemelijk dat aanvrager in de periode van [datum] tot [datum] slachtoffer is geworden van seksueel misbruik door een medewerker [instelling] te [vestigingsplaats]. [Instelling] is de rechtsvoorganger van de instelling. Ook is aannemelijk geworden dat er sprake is van substantiële vermogensschade. Op grond hiervan heeft de Commissie besloten dat aanvrager in aanmerking komt voor een tegemoetkoming op grond van categorie e ter hoogte van € 75.000,--. Het oordeel van de Commissie is bindend voor partijen en is niet vatbaar voor enige vorm van bezwaar of beroep.
1.
Verloop van de procedure De Commissie heeft het aanvraagformulier met bijlagen ontvangen op 28 mei 2014. De Commissie heeft het aanvraagformulier met bijlagen op 24 oktober 2014 doorgestuurd naar de instelling. Op 16 december 2014 ontving de Commissie de schriftelijke reactie van de instelling. Aanvrager en de vertegenwoordiger van de instelling zijn op 20 maart 2015 gehoord door de Commissie. Daarbij is aanvrager verschenen met zijn vrouw. Namens de instelling is verschenen [bestuurder] (voorzitter Raad van Bestuur [instelling]). Aanvrager heeft na de hoorzitting nog nadere stukken toegestuurd omtrent de vermogensschade. Deze stukken zijn op 12 mei 2015 aan de instelling verzonden. De instelling heeft op 19 mei 2015 gereageerd op deze stukken. Op 5 juni 2015 heeft de Commissie de aanvraag behandeld in de raadkamer.
2.
De aanvraag Aanvrager heeft aangegeven dat hij op [datum] in [naam instelling] is geplaatst. De instelling is hiervan de rechtsopvolger. Aanvrager stelt dat hij ongeveer anderhalf jaar lang is misbruikt door groepsleider [naam] (hierna beschuldigde). Aanvrager kon in de vakanties niet naar zijn eigen huis omdat het daar niet veilig was. De kinderen die in [instelling] bleven werden vaak in 1 groep ondergebracht. Beschuldigde was de groepsleider van een andere groep en vroeg of aanvrager het leuk vond om bij hem te logeren. De eerste vakantie gebeurde er niets. Hierna was aanvrager iedere vakantie en vele weekenden bij beschuldigde thuis. Het misbruik gebeurde dus altijd bij hem thuis. Aanvrager is daarnaast twee weken met beschuldigde mee op vakantie geweest naar Italië, waar het misbruik dagelijks plaatsvond. De eerste keer heeft beschuldigde aanvrager dronken gevoerd en daarna is hij steeds een stap verder gegaan. Beschuldigde gedroeg zich manipulatief ten opzichte van aanvrager. Beschuldigde betastte het geslachtsdeel van aanvrager en nam het in zijn mond. Ook drong beschuldigde met zijn vingers anaal binnen bij aanvrager. Gevolgen seksueel misbruik Aanvrager geeft aan dat de jaren vanaf zijn misbruik tot aan dat tijd dat hij zijn vrouw ontmoette ([jaartal]) de meest verschrikkelijke waren. Aanvrager was depressief, had nachtmerries en kon zelden slapen als gevolg van het misbruik. Toen hij zijn vrouw ontmoette had hij een doel voor ogen. Hij heeft keihard geleerd en de HTS gehaald. Maatschappelijk heeft aanvrager zich erg goed kunnen ontwikkelen. Hij werkte hard, het misbruik kwam regelmatig boven maar bleef op de achtergrond. Nadat aanvrager een melding had gedaan bij de Commissie Samson kwam alles echter weer naar boven en kreeg aanvrager klachten. Als aanvrager het misbruik niet was overkomen dan had hij wellicht een betere baan en een maatschappelijke carrière kunnen hebben. Aanvrager geeft aan dat dit een gevoel is dat niet in geld is uit te drukken. Zijn schade is sowieso niet in geld uit te drukken of goed te maken met geld. Vermogensschade Aanvrager geeft aan dat hij als gevolg van het misbruik vermogensschade heeft geleden. Aanvrager heeft een schatting gemaakt van de door hem geleden vermogensschade. Studiebeursschuld Aanvrager geeft aan dat hij destijds HTS Elektrotechniek heeft gekozen omdat hij graag in [plaats] op school wilde omdat daar zijn stamkroeg zat. Vervolgens heeft hij nooit iets met zijn diploma gedaan. Als hij goed in zijn vel had gezeten, dan had hij een veel bewustere
studiekeuze gemaakt. De studiebeursschuld is daarom geen investering geweest, maar een onnodige kostenpost. Inkomen bij passende opleiding Als aanvrager een passende opleiding zou hebben gevolgd (IT) dan zou hij na de opleiding meteen een goede baan met een goed salaris hebben gevonden, want de banen in de IT lagen toen voor het oprapen. Hij zou sneller zijn doorgegroeid naar een IT functie en zou meer hebben verdiend dan dat hij nu doet. Schade na melding Commissie Samson Doordat aanvrager zich meldde bij de Commissie Samson en door contact met lotgenoten zijn oude wonden weer open gegaan. Aanvrager heeft toen weer slechte tijden meegemaakt wat ten koste ging van zijn werk. Hij kon zich niet meer concentreren op zijn werk en kwam binnen te zitten (hij zat in de detachering). Aanvrager heeft toen bewust gekozen voor een andere baan waar hij een vaste standplaats zou hebben en minder uren zou maken. Aanvrager heeft hierdoor wel een stapje terug moeten doen in salaris en heeft geen salarisgroei meer tot zijn pensioen. Daarbij heeft aanvrager in zijn nieuwe functie niet meer de beschikking over een leaseauto. Ook in verband hiermee heeft hij schade geleden. Verkoop eigen zaak Aanvrager is in [jaartal] met 3 compagnons een eigen zaak begonnen. In [jaartal] is het bedrijf verkocht. De reden voor aanvrager om de zaak te verkopen was dat hij door het geldbedrag jaren zekerheid voor zijn gezin kon krijgen en dat het hem minder stress opleverde. Aanvrager is toen bij het bedrijf in loondienst gegaan. Het bedrijf dat hen heeft overgenomen bestaat nog steeds en is daarna uitgegroeid tot een internationaal bedrijf. Dat betekent dat aanvrager met zijn compagnons dit wellicht ook hadden kunnen bereiken, maar dat mede door de stem van aanvrager de zaak is verkocht. 3.
Reactie instelling Aannemelijkheid De bestuurder van de instelling geeft aan dat wat haar betreft het bewijs van plaatsing in [naam instelling] is geleverd. In de overige stukken die aanvrager meestuurde wordt duidelijk dat hij seksuele mishandeling heeft moeten ondergaan en meegemaakt. Aanvullende documentatie is wat haar betreft niet nodig en zou vanuit de instelling uit deels dezelfde documenten bestaan. Met betrekking tot de aannemelijkheid van seksueel misbruik bestaat er duidelijkheid. Blijkens de bijgevoegde verklaring heeft beschuldigde, toenmalig groepsleider in [naam instelling], het misbruik van aanvrager destijds bekend. Niet aangetoond kan worden dat ten tijde van het verblijf van aanvrager op [naaminstelling] bekend was dat beschuldigde zich schuldig maakte aan seksueel misbruik. De persoonlijke herinnering van [naam groepsleider], destijds eveneens groepsleider van [naam instelling] dat “hij en andere collega’s beschuldigde bevraagd en gewaarschuwd hebben voor zijn te persoonlijke contacten met kinderen/jongeren” ziet de instelling niet bevestigd in documenten of ander archiefmateriaal. Ook het door [instelling] ingestelde onderzoek naar het verleden van [naam instelling]h heeft dit niet aan kunnen tonen. Er waren toentertijd signalen van misstanden, maar geen concreet signalen van seksueel misbruik.
Onderzoek naar het verleden van [naam instelling] Op [datum] is het onderzoek openbaar gemaakt dat het [naam instituut] heeft uitgevoerd. Aanvrager heeft meegewerkt aan dit onderzoek en daarvoor is bestuurder hem dankbaar. Ze heeft aanvrager meermalen ontmoet. Hij heeft haar geïnformeerd naar zijn zoektocht naar beschuldigde en uiteindelijk de confrontatie. Ze is diep onder de indruk van zijn verhaal. Met name ook de verbinding die helaas bestaat tussen de geschiedenis van zijn broer en zus en van hemzelf. Persoonlijk heeft ze haar excuses gemaakt voor alles wat aanvrager is aangedaan op [naam instelling]. Erkenning, excuses, contact, schadevergoeding Het onderzoek van de commissie Samson en het [naam instituut] tonen aan dat veel kinderen in instellingen en pleeggezinnen seksueel misbruikt zijn en anderszins mishandeld. De instelling erkent dit leed en erkent dat dit plaatsgevonden heeft. De instelling biedt oprecht excuses aan en wil waar mogelijk en gewenst in contact komen/zijn met slachtoffers. De instelling verleent medewerking aan wat helpend kan zijn om met dit verleden om te gaan. [Naam instelling] is in gesprek met slachtoffers en brengt op grond daarvan in kaart welke plegers/daders genoemd worden. Geprobeerd wordt om te zoeken wat nog te achterhalen is. 4.
Beoordeling (steun)bewijs De Commissie vindt aannemelijk dat aanvrager in de periode van [datum] tot [datum] slachtoffer is geworden van seksueel misbruik in [naam instelling] te [vestigingsplaats] zoals beschreven onder 2. De Commissie baseert zich hierbij op het omvangrijke dossier dat aanvrager heeft overgelegd. Hierin bevindt zich onder andere een getekende schuldbekentenis van beschuldigde. Aanvrager heeft beschuldigde opgezocht en in een persoonlijk gesprek geconfronteerd met zijn handelingen. Beschuldigde heeft hierop een schuldbekentenis getekend. Daarnaast heeft aanvrager een melding gedaan bij de commissie Samson en heeft hij meegewerkt aan het onderzoek dat namens de instelling is uitgevoerd door het [naam instituut]. Hiernaast bevinden zich nog diverse verklaringen van aanvragers vrouw en kinderen in het dossier, verklaringen/e-mails waaruit blijkt dat aanvrager al eerder over het misbruik heeft gesproken, een informatief gesprek zeden bij de politie van juli 2013 en interviews van aanvrager in diverse media. Ook heeft de Commissie in haar beoordeling betrokken de reactie van de instelling en hetgeen tijdens de hoorzitting naar voren is gebracht.
5.
Tegemoetkomingscategorie Op basis van het Statuut kan naar billijkheid een tegemoetkoming in de schade, die ontstaan is door seksueel misbruik, toegekend worden. De tegemoetkoming heeft het karakter van smartengeld ter erkenning van het gepleegde seksueel misbruik. Het is bedoeld om een financiële vergoeding te bieden ter verzachting van het ondergane psychische leed, de pijn, het verdriet en de gederfde levensvreugde. Daarnaast is het toegekende bedrag bedoeld als een tegemoetkoming voor materiële schade als gevolg van het misbruik. De Commissie stelt de hoogte van de uitkering vast aan de hand van de aard en ernst van het seksueel misbruik. De Commissie beoordeelt dus de feitelijkheden van het misbruik (zoals de duur en de aard van het misbruik). De specifieke individuele gevolgen voor iemands leven - die bij iedere vorm van misbruik zonder uitzondering erg groot zijn - worden dus buiten beschouwing gelaten. De reden hiervoor is dat het persoonlijke leed van een slachtoffer, zoals aanvrager ook zelf aangeeft, nooit in geld is uit te drukken. Gezien het seksueel misbruik, zoals vermeld onder 2, oordeelt de Commissie dat er sprake is van categorie e (uitzonderlijke gevallen van seksueel misbruik) als bedoeld in art. 6 lid 1 onder e van het Statuut. De Commissie kent hiervoor een bedrag van € 50.000,-- toe. De Commissie komt tot dit oordeel op grond van de volgende omstandigheden.
Aanvrager is een langere periode stelselmatig seksueel misbruikt door beschuldigde. Beschuldigde betastte het geslachtsdeel van aanvrager en nam het in zijn mond. Ook drong beschuldigde met zijn vingers anaal binnen bij aanvrager. Vermogensschade Naast een uitkering die is vastgesteld aan de hand van de aard en de ernst van het misbruik, kan de Commissie een uitkering toekennen voor vermogensschade. De vermogensschade moet substantieel zijn en het causaal verband tussen het seksueel misbruik en de schade moet voldoende aannemelijk zijn. De instelling heeft in haar reactie van 19 mei 2015 aangegeven dat ze de afweging met betrekking tot dit onderwerp aan de Commissie overlaat. De Commissie is van oordeel dat aanvrager in aanmerking komt voor een uitkering wegens vermogensschade en kent hem hiervoor een bedrag van € 25.000 toe. Dit bedrag is gebaseerd op het volgende. Aanvrager heeft in [jaartal] bewust gekozen voor een andere baan omdat hij zijn vorige baan vanwege psychische en lichamelijke klachten als gevolg van het misbruik niet meer goed kon uitoefenen. Gelet op hetgeen de werkgever en de huisarts van aanvrager verklaren, vindt de Commissie het aannemelijk dat aanvrager in [jaartal] van baan is gewisseld vanwege klachten gerelateerd aan het misbruik. De Commissie heeft zich hierbij gebaseerd op de verklaringen van de huisarts en de werkgever van aanvrager. De huisarts van aanvrager heeft in zijn verklaring aangegeven dat aanvrager hem in [jaartal] over het misbruik heeft verteld. Aanvrager heeft hem toen verteld dat hij slecht sliep, gestresseerd en prikkelbaar was en zich moeilijk kon concentreren op zijn werk. Voor de huisarts is het verklaarbaar dat aanvrager in [jaartal] van baan is veranderd omdat aanvrager al vele jaren last heeft van darmklachten. Hij heeft daar vele onderzoeken voor ondergaan waaruit geen duidelijke oorzaken naar voren kwamen. Achteraf gezien zijn deze klachten van aanvrager volgens zijn huisarts een mogelijk gevolg van het seksueel misbruik. Aanvrager heeft zijn huisarts destijds aangegeven dat hij vooral darm- en slaapklachten heeft als er spanning of stress is. Ook zijn rugklachten lijken bij spanning en stress toe te nemen. Het feit dat deze klachten in [jaartal] (tv-optreden aanvrager) weer hevig toenamen waardoor aanvrager zelfs psychische hulp wilde gaan zoeken zijn voor de huisarts een bevestiging dat de klachten stress gerelateerd zijn. De huidige werkgever van aanvrager heeft verklaard dat aanvrager bij zijn sollicitatie 4 redenen heeft genoemd waarom hij van baan wilde veranderen. 1. Passende bedrijfscultuur en vertrouwde omgeving omdat aanvrager bedrijf al kende. 2. Andere aard werkzaamheden met meer diepgang. 3. Stress c.q. werkdruk. 4. In lijn met ambitie aanvrager. In [jaartal] heeft aanvrager zijn werkgever ingelicht over het misbruik omdat het toen publiekelijk zou worden wegens een tv-optreden van aanvrager. Aanvrager heeft toen aangegeven dat de klachten als gevolg van het misbruik doorslaggevend waren in zijn besluit om uit de detachering te stappen. Hoogte uitkering De Commissie kent alleen een uitkering toe voor al geleden schade. Voor mogelijk nog in de toekomst te lijden schade is geen uitkering mogelijk. Aanvrager is in oktober [jaartal] bij zijn huidige werkgever gaan werken. Zijn verlies zal worden berekend over een periode van 3 jaar en 8 maanden ([maand en jaartal] tot [maand en jaartal]). Aanvrager heeft een berekening gemaakt van zijn schade. Hij heeft zijn laatste volledige salaris vergeleken met zijn huidige salaris en heeft hiervan gegevens overgelegd.
Het verlies is ongeveer € 4.000,-- netto per jaar. Over een periode van 3 jaar en 8 maanden is dit een bedrag van afgerond € 15.000,--. Daarnaast heeft aanvrager een berekening gemaakt van de schade die hij heeft geleden omdat hij bij zijn huidige werkgever geen leaseauto meer rijdt. Aanvrager heeft een vergelijking gemaakt van de kosten die hij maakte over de periode van 3 jaar en 8 maanden toen hij een leaseauto reed met de kosten die hij maakte over deze periode waarin hij zijn eigen auto gebruikte. De leaseauto gebruikte aanvrager ook privé, hij betaalde hiervoor een bijtelling. Leaseauto De kosten voor de leaseauto waren netto € 9.697,--. Eigen auto De brandstofkosten van zijn eigen auto waren € 6.939,--. Aanvrager heeft de door zijn werkgever vergoedde reiskosten hierop in mindering gebracht. Daarnaast heeft aanvrager een bedrag opgegeven vanwege afschrijving van zijn nieuwe auto, kosten voor zijn verzekering en kosten voor wegenbelasting. De Commissie volgt de berekening van aanvrager op dit punt niet helemaal. Aanvrager heeft zelf een auto aangeschaft voor ongeveer hetzelfde bedrag als de leaseauto die hij reed. De aanschafprijs was circa € 26.000,--. Het is een keuze van aanvrager geweest om zelf een nieuwe auto te kopen voor dit bedrag. De Commissie betrekt daarom niet het gehele bedrag in de uitkering. De Commissie vindt een bedrag van € 12.000,-- als tegemoetkoming voor de aanschaf van een nieuwe auto en kosten voor de verzekering en wegenbelasting redelijk. De schade als gevolg van het niet meer rijden in een leaseauto komt daarmee op € 12.000,-+ € 6.939,-- (brandstofkosten) - € 9.697,-- (kosten leaseauto) = € 9.242 -In totaal ontvangt aanvrager voor vermogensschade een bedrag van € 15.000,-- + € 9.242,-= € 24.242,--. De Commissie rond dit af tot een bedrag van € 25.000,--. De Commissie kent aanvrager geen uitkering toe voor de overige door hem opgegeven vermogensschade. Om te beoordelen of er sprake is van substantiële vermogensschade moet er een vergelijking worden gemaakt tussen de situatie na het seksueel misbruik en de situatie zoals die naar redelijke verwachtingen zou zijn geweest gelet op alle bekende feiten en omstandigheden, als het seksueel misbruik niet zou hebben plaatsgevonden. Omtrent de studiebeursschuld merkt de Commissie op dat zij zich kan voorstellen dat aanvrager zonder het seksueel misbruik mogelijk een andere studiekeuze zou hebben gemaakt. Ook in dat geval is het echter reëel dat aanvrager een studieschuld zou hebben opgebouwd. De Commissie kan daarom niet met zekerheid zeggen dat aanvrager, als hij niet seksueel misbruikt zou zijn, geen studieschuld zou hebben opgebouwd. Omtrent een eventueel hoger inkomen bij een passende opleiding en de verkoop van het eigen bedrijf merkt de Commissie op dat zij niet met voldoende zekerheid kan zeggen dat aanvrager, als het misbruik niet zou hebben plaatsgevonden, meteen een goede baan met een goed salaris zou hebben gevonden en een betere maatschappelijke carrière zou hebben gehad. Tevens kan de Commissie niet met voldoende zekerheid zeggen dat aanvrager een hoger inkomen zou hebben gehad als hij zijn eigen bedrijf niet zou hebben verkocht. Dit is immers van vele factoren afhankelijk. De Commissie kent voor deze onderdelen daarom geen uitkering voor vermogensschade toe.
6.
Betaling De Commissie draagt de instelling op het bedrag van € 75.000,-- te betalen aan aanvrager. Dit bedrag wordt binnen 30 dagen na ontvangst van de uitspraak van de Commissie door de instelling betaald. De tegemoetkoming wordt betaald zonder dat van de aanvrager finale kwijting met betrekking tot het seksueel misbruik wordt verlangd. Dit betekent dat aanvrager niet de mogelijkheid wordt ontnomen om de instelling alsnog aansprakelijk te stellen. De uitspraak is gedaan door de civiele kamer van de Commissie en is ondertekend door de voorzitter.
Voorzitter, Prof. dr. mr. J.J.M. van Dijk