De brieven van Paulus aan Timoteus.
Geen andere naam dan de naam van Jezus, geen andere naam dan de naam van de Heer. Geen andere naam dan de naam van Jezus is waard te ontvangen de glorie en ere, de kracht en de lof in eeuwigheid. Zijn naam is verheven boven heel de aard'. Zijn naam is hoger dan de hemel. Zijn naam is verheven boven heel de aard'. Geef glorie en eer Hem en prijs nu zijn naam.
Timoteüs: Metgezel en medewerker van de apostel Paulus Door het evangelie verwekt: - mijn waar kind in het geloof - mijn geliefd en trouw kind - zoals een kind zijn vader Van natuurlijke geboorte was Timoteüs de zoon van een Joodse moeder en een Griekse vader. De naam Timoteüs betekent 'vereerder van God'.
Afkomst en opvoeding: Timoteus was afkomstig uit Klein Azië (het huidige Turkije). Zijn vader was een Griek en zijn moeder een gelovige Jodin, een christin, Eunice geheten. Zijn grootmoeder Loïs was ook een gelovige vrouw. Zijn moeder en zijn grootmoeder hebben hem opgevoed bij de Bijbelse geschriften (= het Oude Testament)
Goed getuigenis: Als jonge man had hij reeds een goed getuigenis van de broeders te Lystre en Iconium.
Bekering. Op zijn tweede zendingsreis kwam Paulus in de regio van Derbe en Lystra, waar Timoteüs woonde.
Hand. 14: 19 Maar er kwamen Joden van Antiochie en Ikonium en zij praatten de scharen om en stenigden Paulus en sleepten hem de stad uit, menende, dat hij dood was. 20 Doch toen de discipelen hem omringd hadden, stond hij op en ging de stad binnen. En de volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe. 21 En toen zij aan die stad het evangelie verkondigd en er verscheidene discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystra, Ikonium en Antiochie,
Bekering. Op zijn tweede zendingsreis kwam Paulus in de regio van Derbe en Lystra, waar Timoteüs woonde. Timoteüs werd een trouwe discipel Werd besneden en ging mee als medewerker Meerdere malen genoemd in de Bijbel.
Hand. 16:1 En hij kwam ook te Derbe en te Lystra. En zie, er was daar een zeker discipel, genaamd Timoteus, de zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Griekse vader, 2 en hij stond goed bekend bij de broeders van Lystra en Ikonium. 3 Paulus wilde, dat deze met hem zou gaan en hij nam hem tot zich en besneed hem ter wille van de Joden in die plaatsen, want iedereen wist, dat zijn vader een Griek was.
Rom. 16:21 Mijn medearbeider Timoteus …. 1 Cor. 4:17 Juist hierom heb ik Timoteus tot u gezonden, die mij een geliefd en trouw kind is in de Here. Hij zal u mijn wegen in Christus Jezus indachtig maken, zoals ik die overal in elke gemeente leer. 1 Cor. 16:10 Wanneer Timoteus komt, zorgt er dan voor, dat hij bij u niet afgeschrikt wordt, want hij doet het werk van de Heer evenals ik; 2 Cor. 1:1 Paulus, door de wil van God een apostel van Christus Jezus, en Timoteus, de broeder,
Fil. 1:1 Paulus en Timoteus, dienstknechten van Christus Jezus, Col. 1:1 Paulus, door de wil van God een apostel van Christus Jezus, en Timoteus onze broeder, 1 Thess. 1:1 Paulus, Silvanus en Timoteus aan de gemeente der Tessalonicenzen in God, 1 Thess. 3:2 en wij hebben Timoteus, onze broeder, en een medewerker Gods in het evangelie van Christus, gezonden om u te versterken en u te vermanen inzake uw geloof,
Filemon 1:1 Paulus, een gevangene van Christus Jezus, en Timoteus, de broeder, Hebreeën 13:23 Weet, dat onze broeder Timoteus in vrijheid gesteld is; Fil.2:19 Ik hoop in de Here Jezus Timoteus spoedig tot u te zenden, (…) 20 Want ik heb niemand die zo één van geest met u is, om uw belangen getrouw te behartigen; (…) 22 Zijn beproefde trouw kent u echter, dat hij, gelijk een kind zijn vader, mij in de dienst van het evangelie heeft geholpen.
Arbeid: krijgt de opdracht te werken als evangelist …. 2 Tim. 4:5 Blijf u echter nuchter onder alles, aanvaard het lijden, doe het werk van een evangelist, verricht uw dienst ten volle. brenger van een goede tijding
Evangelist …. brenger van een goede tijding Ef. 4:11 En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars,
Evangelist 1 Cor. 9:14 Zo heeft de Here ook voor de verkondigers van het evangelie de regel gesteld, dat zij van het evangelie leven. 15 Ik voor mij heb hiervan echter niet het minste gebruik gemaakt. (…) 16 Want indien ik het evangelie verkondig, heb ik geen stof tot roemen. Immers ik ben ertoe genoodzaakt. Want wee mij, indien ik het evangelie niet verkondig! 17 Want doe ik dit gewillig, dan heb ik aanspraak op loon; maar doe ik het niet uit eigen beweging, de taak blijft mij toch opgedragen.
Evangelist 1 Cor. 9: 18 Wat is dan mijn loon? Dit: door mijn evangelieprediking het evangelie om niet te mogen brengen, en zo van mijn bevoegdheid als evangelieprediker geen gebruik te maken. 19 (…)ik heb mij allen dienstbaar gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen; 20 en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet (hoewel persoonlijk niet onder de wet) om hen, die onder de wet staan, te winnen;
Evangelist 1 Cor. 9:21 hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet (hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus) om hen, die zonder wet zijn, te winnen. 22 Ik ben voor de zwakken zwak geworden, om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden. 23 Alles doe ik ter wille van het evangelie, om er zelf ook deel aan te verkrijgen.
Datering: Ca. 55 na Christus, toen hij uit Efeze naar Macedonië was vertrokken. (Hand. 20:1).
Ca. 60 na Christus, de periode na Handelingen 27, waarover we weinig weten. (gezien het onderwerp en plaatsen in Titus) (Kreta en Nikopolis)
Pastorale of herderlijke brieven: 1 Tim. is de eerste van de vier brieven, die Paulus aan bijzondere personen schreef. (1 en 2 Tim., Titus, Filemon.) Geschreven aan personen die verantwoording dragen over de gemeente. (herders) Bemoediging aan Timotheüs en Titus en aanwijzingen betreffende hun taak. ‘Pastorale brieven’ door veel herderlijke instructies die belangrijk zijn voor een gezond functioneren van de plaatselijke gemeenten.
Boodschap: aanwijzingen m.b.t. het gemeenteleven het gevaar van dwaalleer. verkeerde leringen in de gemeente krachtig aan te pakken profielschets voor leiders in de gemeente gevaren van gerichtheid op materieel bezit Kerntekst: 1Tim. 3:15 Mocht ik nog uitblijven, dan weet u, hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God, zich ergens ophouden, ergens wonen
1 Tim. 1:15 Dit is een getrouw woord en alle aanneming waard, 1 Tim. 3:1 Dit is een betrouwbaar woord: 1 Tim. 4:9 Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard. 2 Tim. 2:11 Het woord is betrouwbaar immers, Tit. 1:9 zich houdende aan het betrouwbare woord naar de leer, Tit. 3:8 Dit is een getrouw woord
Godsvrucht:
17 x in NT: 1x Hand, 3x Petrus, 13 x Tim. Komt van ‘god’ en het Middelnederlandse ‘vruchten’ (vrezen) Leven met ontzag voor Hem, met gezonde vrees, rekening met Hem houdend, (kind t.o. zijn vader) Deugd: … innerlijke, zedelijke waarde, een gemoedsgesteldheid, een gezindheid die ten goede drijft. (zoals: zachtmoedigheid, trouw, enz.) 2 Tim. 3:12 Trouwens, allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden.
1 Tim. 1:3 …. geen andere leer te brengen, 1:10 ….en al wat verder ingaat tegen de gezonde leer, 4:6 … onderlegd in de woorden van de goede leer 4:11 Beveel en leer dit. 4:16 Zie toe op uzelf en op de leer, 6:1 … opdat de leer geen smaad lijden. 6:2 … Leer en vermaan in deze zin. 6:3 Indien iemand een andere leer verkondigt ….. 2 Tim. 4:3 … de gezonde leer niet meer zullen verdragen Tit. 1:9 …. houdende aan het woord naar de leer …. op grond van de gezonde leer 2:1 … kom uit voor hetgeen met de gezonde leer strookt. 2:7 … zuiverheid in de leer, 2:10 .. . om de leer van God, onze Heiland
1 Tim. 3:15 Mocht ik nog uitblijven, dan weet u, hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God, = stut of steun een pijler = grondslag en fundament van de waarheid.
Drager / draagster
- betreffende God en de uitvoering van Zijn plan in Christus - en betreffende de plichten van de mens,
Betrouwbaar woord Godsvrucht Gezonde leer Drager / draagster van Gods waarheid
Vernieuwde volmacht om te leren, en zich tegen dwaalleeraren te verzetten. Bevel op te treden tegen afwijkingen in de leer die Paulus heeft onderwezen. Oproep het Woord van God te volgen en de goede strijd te voeren tegen afwijkingen in de leer. Het gaat erom het geloof te behouden en niet 'schipbreuk te lijden'.
1 Paulus, een apostel van Christus Jezus naar de opdracht van God, onze Heiland, en van Christus Jezus, onze hoop, 2 aan Timoteus, mijn waar kind in het geloof: genade, barmhartigheid en vrede zij u van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Here. 3 Doe, zoals ik u bij mijn reis naar Macedonie aangeraden heb: blijf nog te Efeze, om sommigen te bevelen geen andere leer te brengen, 4 noch zich bezig te houden met fabels en eindeloze geslachtsregisters, die veeleer moeilijkheden ten gevolge hebben dan door God gegeven leiding in het geloof. 5 En het doel van alle vermaning is liefde uit een rein hart, uit een goed geweten en een ongeveinsd geloof. 6 Door dit spoor te verlaten zijn sommigen vervallen tot ijdel gepraat; 7 zij willen leraars der wet zijn, zonder ook maar te beseffen wat zij zeggen of waarover zij zo stellig spreken. 8 Wij weten, dat de wet goed is, indien iemand haar wettig toepast, 9 wel wetend, dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en tuchtelozen, voor goddelozen en zondaars, voor onverlaten en onheiligen, voor vadermoorders en moedermoorders en doodslagers, 10 hoereerders, knapenschenders, zielverkopers, leugenaars, meinedigen, en al wat verder ingaat tegen de gezonde leer, 11 in overeenstemming met het evangelie der heerlijkheid van de zalige God, dat mij is toevertrouwd. 12 Ik breng dank aan Hem, die mij kracht gegeven heeft, Christus Jezus, onze Here, dat Hij mij getrouw geacht heeft, daar Hij mij in de bediening gesteld heeft, 13 hoewel ik vroeger een godslasteraar en een vervolger en een geweldenaar was. Maar mij is ontferming bewezen, omdat ik het in mijn onwetendheid, uit ongeloof, gedaan heb, 14 en zeer overvloedig is de genade van onze Here geweest, met het geloof en de liefde in Christus Jezus. 15 Dit is een getrouw woord en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaren te behouden, onder welke ik een eerste plaats inneem. 16 Maar hiertoe is mij ontferming bewezen, dat Jezus Christus in de eerste plaats in mij zijn ganse lankmoedigheid zou bewijzen tot een voorbeeld voor hen, die later op Hem zouden vertrouwen ten eeuwigen leven. 17 De Koning der eeuwen, de onvergankelijke, de onzienlijke, de enige God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen. 18 Deze opdracht vertrouw ik u toe, mijn kind Timoteus, overeenkomstig de profetieen, die vroeger aangaande u zijn uitgesproken, opdat gij, u daarnaar richtend, de goede strijd strijdt 19 met geloof en met een goed geweten. Omdat sommigen dit hebben verworpen, heeft hun geloof schipbreuk geleden. 20 Tot hen behoren Hymeneus en Alexander, die ik aan de satan heb overgegeven, opdat hun het lasteren worde afgeleerd.
gezondene
1 Paulus, een apostel van Christus Jezus naar de bevel opdracht van God, onze Heiland, en van Christus Jezus, onze hoop, 2 aan Timoteus, mijn waar kind in het geloof: genade, barmhartigheid barmhartigheid en vrede zij u van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Here. iemand helpen die bedroefd is of hulp zoekt
Efeze 3 Doe, zoals ik u bij mijn reis naar aangespoord heb: blijf nog te Macedonie aangeraden Efeze, Hand. 19: …. wel twee uren lang: Groot is de Artemis van de Efeziers! 35 Maar de secretaris der stad bracht de schare tot kalmte, doordat hij zeide: Mannen van Efeze! Wie ter wereld weet niet, dat de stad van de Efeziers de tempelbewaarster is van de grote Artemis en van het beeld, dat uit de hemel is gevallen? 36 Daar dit nu buiten kijf is, hebt gij u kalm te houden en niets overijlds te doen. Hand. 20:1 Nadat nu de opschudding was bedaard, riep Paulus de discipelen tot zich en sprak hen bemoedigend toe. Daarop nam hij afscheid en begaf zich op reis naar Macedonie.
Efeze Hand. 20:28 Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft. 29 Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen die de kudde niet zullen sparen; 30 en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken. 31 Waakt dan en herinnert u, dat ik drie jaren lang nacht en dag niet heb opgehouden ieder afzonderlijk onder tranen terecht te wijzen.
Efeze Op.2:1 Schrijf aan de engel van de gemeente te Efeze: (…) u hebt volharding en hebt verdragen om mijns naams wil en u bent niet moe geworden. Maar….. Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde verzaakt hebt. Gedenk dan, van welke hoogte u gevallen bent en bekeer u en doe weder uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien u u niet bekeert.