Oppotten in het voortgezet onderwijs
‘De boekhouders regeren’ Voorzichtigheid is troef in het voortgezet onderwijs: niet meer uitgeven dan er binnenkomt en zoveel mogelijk geld opzijzetten voor slechte tijden. Dankzij deze boekhouderscultuur hadden de scholen eind 2004 gezamenlijk 912 miljoen euro op de bank staan en nog eens 449 miljoen euro belegd, samen ruim 1,3 miljard euro. Maar tien jaar na de invoering van de lumpsumfinanciering begint eindelijk door te dringen dat meer reserves niet altijd beter zijn. “De buffers zijn op orde, we moeten ons geld nu durven uit te geven.” Tekst Yvonne van de Meent
moeten we wel de docenten kunnen beta-
investeringen gedaan zijn, komen we daar
Beeld Barbara Moget
len. En als er meer leerlingen komen, moeten
waarschijnlijk onder.”
we extra docenten kunnen aanstellen, terwijl “Het aanleggen van reserves is misschien een
het geld daarvoor pas een jaar later binnen-
1,3 miljard
beetje uit de hand gelopen”, bekent Theo
komt. Ook hebben we geld opzijgezet voor
De Bonifatiusmavo is niet de enige school die
Jorna, directeur van de Bonifatiusmavo in
onderhoud van ons gebouw want daar zijn
jaar in jaar uit geld overhoudt, maar is wel
Emmeloord. Met 345 leerlingen behoort de
we sinds 2005 ook helemaal zelf verantwoor-
een extreem geval. Tussen 2000 en 2004 had
zelfstandige mavo tot de vijf kleinste scholen
delijk voor.”
ruim driekwart van de 309 schoolbesturen
voor voortgezet onderwijs, maar ook tot de vijf
Maar het oppotten is doorgeschoten, beseft
een overschot. Bij een kwart was dat meer dan
rijkste. De afgelopen vijf jaar hield Bonifatius
de directeur. De vermogenspositie is meer dan
3 procent van de totale inkomsten, wat het
gemiddeld meer dan 10 procent over van de
riant. De solvabiliteit, een verhoudingsmaat
ministerie van Onderwijs te veel vindt.
1,3 miljoen euro die het ministerie van Onder-
voor omvang van het eigen vermogen, ligt
In 2004 boekte de hele sector een positief resul-
wijs jaarlijks overmaakt. Eind 2004 stond er
op 87 procent, terwijl het ministerie 45 pro-
taat van 75 miljoen euro, 1,3 procent van de
834.000 euro op de bank en daarnaast had
cent al te veel vindt. “Het heeft te maken met
5,5 miljard euro die er binnenkwam. Daar-
Bonifatius ook nog eens 254.000 euro belegd.
een oude cultuur. Ons bestuur wil graag zelf-
uit zou je kunnen afleiden dat het voortgezet
Dat blijkt uit de financiële gegevens afkom-
standig blijven en heeft sinds de invoering
onderwijs de financiële huishouding keurig op
stig uit de jaarrekeningen over 2000 tot en met
van de lumpsumfinanciering aangedrongen
orde heeft. Er wordt, op enkele uitzonderingen
2004 die het Onderwijsblad bij het ministerie
op het vormen van flinke reserves. Logisch.
na, niet meer uitgegeven dan er binnenkomt.
van Onderwijs (Cfi) heeft opgevraagd.
Als je als kleine school ineens op eigen benen
Sinds de invoering van de lumpsumfinancie-
Meer dan één miljoen euro die meteen
moet staan, ontstaat er een cultuur van op
ring in 1997 is ook geen enkel schoolbestuur
besteed zouden kunnen worden aan het
zeker spelen”, vindt Jorna. “Maar we zijn nu
failliet gegaan en daar werd tien jaar geleden
onderwijs. Waarom blijft dat op de bank
met een omslag bezig. We hebben vorig jaar
wel voor gewaarschuwd.
staan? “We staan voor een uitbreiding van
de klassen verkleind, onderwijsassistenten
Maar die angst voor faillissementen is nogal
ons gebouw, want het aantal leerlingen is de
aangenomen, een openleercentrum ingericht
misplaatst, want het voortgezet onderwijs
afgelopen jaren flink gegroeid”, vertelt Jorna.
en er komen grotere werkruimtes zodat leer-
heeft vette reserves en kan financiële tegen-
“Bovendien moeten we als kleine school een
lingen meer in groepen kunnen werken. Het
vallers makkelijk opvangen. In 2004 kwam de
flinke personeelsreserve aanhouden, want
bestuur heeft nu gezegd dat een solvabiliteit
gemiddelde solvabiliteit uit op 50 procent, 5
als er plotseling minder leerlingen komen,
van 70 procent genoeg is, maar als straks alle
procent boven de ‘oppotnorm’ die het minis-
16
het Onderwijsblad
nr. 21z2 december 2006
terie van Onderwijs vorig jaar heeft vastgelegd. Ruim 60 procent van de scholen zit boven die norm, 36 procent heeft een gezond vermogen en bij 3 procent (negen schoolbesturen) is de vermogenspositie zwak. In het voortgezet onderwijs zit het vermogen niet vast in onroerend goed, zoals in het hoger onderwijs en het mbo het geval is, want de gemeenten zijn eigenaar van de schoolgebouwen. De schoolbesturen zijn alleen verantwoordelijk voor het onderhoud en het vervangen van de inventaris. Het overgrote deel van het eigen vermogen bestaat uit vrij besteedbaar geld. Dat blijkt ook uit de cijfers. In 2004 hadden de scholen gezamenlijk 912 miljoen euro op de bank staan, daar-
Het huishoudboekje van het voortgezet onderwijs
naast hadden ze nog eens 449 miljoen euro belegd. In totaal 1,3 miljard euro, dat is zo’n
Bedragen in miljoen euro
25 procent van de totale inkomsten van een
Totale inkomsten
5.553,6
jaar. Volgens het ministerie van Onderwijs is een buffer van 10 procent van de totale jaar-
Exploitatieresultaat
inkomsten genoeg om de gevolgen van een
Rentabiliteit
75,6 1,3%
plotselinge leerlingendaling en andere onverzekerbare risico’s op te vangen. 87 Procent
Beleggingen
447,1
van de schoolbesturen heeft een grotere of
Liquide middelen
912,3
een enorm veel grotere buffer. Kortom, niet
Eigen vermogen
1619,2
alleen bij de Bonifatiusmavo is het aanleggen
Voorzieningen
548,0
van reserves uit de hand gelopen, vrijwel het hele voortgezet onderwijs is aan het hamste-
Solvabiliteit (exclusief voorzieningen)
50%
ren. En niet alleen kleine schooltjes hebben
Solvabiliteit (inclusief voorzieningen)
67%
vette bankrekeningen.
Groeischool
Eind 2004 telde het voortgezet onderwijs ruim zevenhonderd scholen die bestuurd werden
Neem de Amsterdamse onderwijsstichting
door 309 stichtingen, verenigingen, bestuurscommissies of gemeenten. Ongeveer de helft van
Esprit, die zeven middelbare scholen met
die besturen heeft maar één school onder zijn hoede. Dat zijn de zogenoemde éénpitters. Een
in totaal 3900 leerlingen en een basisschool
kwart bestuurt een klein aantal scholen met in totaal 3500 tot 9000 leerlingen en een kwart
bestuurt. Van 2000 tot en met 2004 hielden de
behoort tot de categorie grote schoolbesturen met meer dan 9000 leerlingen. Met een jaarom-
vo-scholen van Esprit gemiddeld 9,7 procent
zet van 376 miljoen euro is het Brabantse Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) met kop en schou-
van de inkomsten over (twee tot zes miljoen
ders de grootste. Het Carmelcollege (214 miljoen euro omzet) en de stichting Limburgs Voort-
euro per jaar). Het banksaldo liep in die tijd op
gezet Onderwijs (187 miljoen euro) bekleden de tweede en de derde plaats.
van 12 miljoen naar bijna 22 miljoen euro en
De meeste scholen hebben in hun jaarrekeningen over 2005 wat uit te leggen. Vorig jaar
de solvabiliteit steeg van 51 naar 67 procent.
stuurde minister Van der Hoeven namelijk nieuwe signaleringsgrenzen naar de Tweede
“We hebben een extra buffer nodig om schom-
Kamer.Haar ambtenaren hielden tot voor kort alleen in de gaten welke instellingen failliet
melingen in de leerlingenaantallen op te van-
dreigden te gaan, maar sinds vorig jaar wordt ook buitenproportioneel spaargedrag in kaart
gen”, verklaart directiesecretaris Wolter Veg-
gebracht. Scholen die meer dan 3 procent van hun jaarinkomen overhouden, moeten aan-
ter. “In het verleden hadden we veel nieuwko-
geven waarom er zoveel geld opzij wordt gezet. Tussen 2000 en 2004 boekte een kwart van
mers, leerlingen die net in Nederland zijn en
de schoolbesturen (83 in totaal) zo’n hoge winst. Dat wordt moeilijk want 60 procent (190
in schakelklassen worden geplaatst. Door het
schoolbesturen) is de bovengrens voor gezonde vermogensvorming ruimschoots gepasseerd.
restrictieve immigratiebeleid van minister Ver-
De rekenmeesters van het ministerie van Onderwijs vinden een solvabiliteit van 45 procent
donk neemt dat soort leerlingen af en komt er
meer dan genoeg. Scholen hoeven dus geen geld opzij te zetten voor later, de spaarpotten
minder geld binnen, terwijl we natuurlijk wel
zijn al lang overvol.
het personeel dat we in dienst hebben, moeten betalen. De scholen moeten nu hun h nr. 21z2 december 2006
het Onderwijsblad
17
onderwijsaanbod aanpassen aan nieuwe doelgroepen en investeren bijvoorbeeld in de ontwikkeling van tweetalig onderwijs.” Daarnaast heeft Esprit volgens Vegter geld gereserveerd om de onderwijsgebouwen om te toveren in moderne leer/werkomgevingen. En wat te denken van de twee christelijke vmbo-scholen in Barneveld die begin dit jaar een bestuurlijke fusie aangingen? Samen hebben ze 1800 leerlingen en meer dan tien miljoen euro op de bank staan. De solvabiliteit ligt op 68 procent. Henk van Diermen, voorzitter van de centrale directie, heeft er wel een verklaring voor. “De Christiaan Huygens, een voormalige lts, zou al in 1997 een nieuw
Oppotters top tien
gebouw krijgen, maar de gemeenteraad van Barneveld heeft pas dit najaar ingestemd met
Gemiddelde rentabiliteit 2000-2004
Solvabiliteit 2004
Islamitisch College Amsterdam
12,2%
88%
Groen van Prinstererschool (vmbo) Barneveld
11,7%
Bonifatiusmavo Emmeloord
10,4%
Esprit Scholengroep Amsterdam
9,7%
SG Beroepsonderwijs Heerenveen
9,4%
Don Bosco College Volendam
9,4%
Pieter Zandt Lyceum Kampen
8,7%
Pallas Athene College Ede
8,4%
54%
CSG Willem de Zwijger Schoonhoven
8,3%
60%
Christiaan Huygens (vmbo) Barneveld
8,1%
74%
gezamenlijke nieuwbouw voor de fusiescholen. Daarom is er tien jaar niet meer geïnvesteerd in het oude gebouw en zijn de middelen voor vervanging van de inventaris opge-
65%
spaard. In een nieuw gebouw wil je ook starten met nieuwe tafels en stoelen.” Fusiepart-
87%
ner Groen van Prinsterer is een groeischool. Omdat de overheidssubsidie altijd een jaar
67%
achterloopt bij de leerlingengroei, loopt de uitbreiding van de personeelsformatie ook
64%
altijd een jaar achter en zo houd je bijna automatisch geld over, legt Van Diermen uit.
88%
“Bovendien kun je als groeischool ook veel jonge docenten aantrekken en dan ben je
74%
goedkoper uit.” Maar Van Diermen vindt zelf dat er wel erg veel geld opzij is gezet. “We hebben externe adviseurs naar onze jaarcijfers laten kijken en die zeggen dat een buffer van 10 of 15 procent van de jaarlijkse inkomsten voldoende is om alle risico’s op te vangen. Wij zitten op 75 procent.” Het bestuur wil echter verantwoord omgaan met het geld. “We weten natuurlijk dat we als school met overheids-
Driekwart van de scholen voor voortgezet onderwijs wist tussen 2000 en 2004 geld over te
geld werken en dat het de bedoeling is dat we
houden, een kwart zelfs meer dan 3 procent. De tien scholen die het Onderwijsblad heeft
dat geld investeren in het onderwijs. Maar in
opgenomen in de Oppotters top tien vertonen echter bijzonder buitenissig spaargedrag. Zij
ons bestuur zitten plaatselijke ondernemers
zetten de afgelopen vijf jaar gemiddeld 8 tot 12 procent van de totale inkomsten opzij. Niet
en die denken in termen van winst maken. Ze
verrassend behoren de tien grootste oppotters ook tot de meest vermogende scholen. Hun
willen ook graag reserveren voor de nieuw-
solvabiliteit ligt zonder uitzondering ver boven de oppotnorm van 45 procent die het minis-
bouw. De gemeente verwacht namelijk een
terie van Onderwijs hanteert. Dat er bij de oppotters veel geld op de plank blijft liggen, blijkt
aanzienlijke eigen bijdrage.”
ook uit de hoge tot extreem hoge liquiditeit. Samen hebben de tien kleine en middelgrote scholen ruim vijftig miljoen euro op de bank staan, veel meer dan nodig is om de uitstaande
Geen visie
rekeningen te betalen.
Bedrijfseconoom Jan Waal, die medezeggenschapsraden in het onderwijs en de zorg adviseert, wordt er een beetje treurig van.
18
het Onderwijsblad
nr. 21z2 december 2006
De lumpsumfinanciering is ingevoerd om
“Onze reserves kunnen kleiner”, stelt Vegter,
Die verbouwingskosten krijgen we niet ver-
schoolbesturen de ruimte te geven eigen
“maar we hebben wel een buffer nodig om risi-
goed. We moeten dus echt reserves aanhou-
beleid te ontwikkelen, maar daar komt nog
co’s op te vangen. Als de leerlingenaantallen
den om voor continuïteit op langere termijn
bitter weinig van terecht. “De boekhouders
dalen, ben je zo door een miljoen heen.” Hoe
te zorgen.”
regeren. Alles draait om het sluitend krij-
groot de reserves moeten zijn, kan Vegter nog
Om uit te vinden hoe hoog die reserves moe-
gen van de begroting. Ik kom bij scholen die
niet zeggen. “Daar zijn we nog mee bezig.”
ten zijn, is Carmel bezig met een risicoinventa-
schrappen in de uitgaven omdat ze 30.000
risatie. Van der Velden heeft een offerte aange-
euro tekortkomen op de begroting, terwijl ze
Risicoanalyse
twintig miljoen op de bank hebben staan. Of
Ook het Carmelcollege wil niet meer geld
gramma hebben ontwikkeld waarmee je kunt
de groepsgrootte wordt verhoogd van 32 naar
op de plank laten liggen dan nodig is. Met
berekenen hoeveel geld er beschikbaar moet
37 leerlingen om de begroting sluitend te krij-
twaalf scholen, verspreid over 54 locaties, en
zijn. “En ik hoop natuurlijk dat daaruit rolt
gen, terwijl een school hartstikke rijk is. Dat
met 34.000 leerlingen is Carmel het op één
dat onze reserves te groot zijn, dan kunnen we
spoort toch niet? Het bestuur heeft vaak geen
na grootste schoolbestuur in het voortgezet
meer investeren in het onderwijs”, zegt hij.
visie, het heeft geen idee hoe hoog het ver-
onderwijs. Alleen het Brabantse OMO (Ons
De collega’s in Limburg hebben al zo’n inven-
mogen zou moeten zijn en de medezeggen-
Middelbaar Onderwijs) is groter. In 2003 en
tarisatie uitgevoerd en daar zit de schrik er
schapsraad vraagt er ook niet naar.”
2004 hielden de Carmelscholen samen ruim
goed in. Door vergrijzing en ontvolking daalt
vraagd bij twee bedrijven die een softwarepro-
“Er is in het voortgezet onderwijs meer spra-
het aantal leerlingen in het Limburgse voort-
ke van financieel beheer dan van financieel
gezet onderwijs de komende vijftien jaar met
beleid”, vindt ook Willem Spee, senior advi-
20 procent. “Die leerlingendaling is eigenlijk
seur bij Interstudie, een bureau dat onderwijsmanagers traint en adviseert. “Scholen denken nog te veel in termen van baten en lasten: wat eruit gaat, mag niet meer zijn dan wat erin komt. Het effect daarvan is dat er aanzienlijke bedragen worden opgepot.” Dat meer reserves niet altijd beter zijn, begint hier en daar door te dringen. Maar de angst
Door vergrijzing en ontvolking daalt het aantal leerlingen in het Limburgse voortgezet onderwijs de komende vijftien jaar met 20 procent.
voor potverteren blijft groot. Esprit is volgens
geen risico, het is een zekerheid”, stelt Gertjan van der Brugge, waarnemend voorzitter van de stichting LVO, die zeventien Limburgse openbare en bijzondere scholen bestuurt en daarmee in grootte het derde vo-schoolbestuur van Nederland is. De leerlingendaling gaat LVO geld kosten. Schoolgebouwen komen gedeeltelijk leeg te staan, maar je kunt ze niet sluiten. Dus zullen
directiesecretaris Vegter bezig met een voor-
de huisvestingslasten per leerling oplopen,
zichtige cultuuromslag. “We hebben dit jaar
tien miljoen euro over, 4,7 procent van de
betoogt Van der Brugge. Dat er de komen-
een echte investeringsbegroting waarbij we een
totale inkomsten. “Onzettend veel”, vindt
de jaren veel docenten met pensioen gaan is
à twee miljoen meer uitgeven dan er binnen-
Karel van der Velden, die begin dit jaar is aan-
een geluk bij een ongeluk, maar er kunnen
komt.” Esprit werkt sinds een jaar met school-
gesteld als controller. Hij tekent daarbij aan
natuurlijk wel personele fricties ontstaan. De
ontwikkelingsplannen. Voor de uitvoering
dat de overschotten zijn ontstaan door vrijge-
ene school kan docenten tekortkomen, ter-
daarvan kunnen schoolleiders een extra budget
vallen voorzieningen. Carmel houdt dus geen
wijl de andere er te veel heeft. “We moeten
aanvragen, waarmee ze kunnen investeren in
geld over uit de lumpsum. “Maar het is wel
mobiliteitsbeleid ontwikkelen om docenten
onderwijsontwikkeling en in daarop afgestem-
dikke winst en dat is natuurlijk niet nodig.
te stimuleren over te stappen naar een andere
de professionalisering van het personeel en ver-
Geld dat beschikbaar is voor het onderwijs,
school. Dat kost ook geld”, aldus de college-
nieuwing van de onderwijsomgeving.
moet daar ook terechtkomen”, geeft de con-
voorzitter. “Bovendien kan er een tekort ont-
Vegter geeft aarzelend toe dat Esprit de afge-
troller toe.
staan aan bijvoorbeeld wiskundedocenten.
lopen jaren te voorzichtig is geweest. “Bij de
Met een solvabiliteit van 60 procent is de ver-
Dan moeten we andere leraren die bovental-
introductie van de lumpsumfinanciering heb-
mogenspositie van Carmel riant te noemen.
lig zijn geworden omscholen. Want we willen
ben we eerst de kat uit de boom gekeken. We
Maar of de reserves te ruim zijn, weet Van
dit probleem zonder ontslagen oplossen.”
hebben scholen ‘strak’ gehouden. Maar we
der Velden nog niet. “We moeten natuurlijk
realiseren ons dat we hier in Amsterdam een
oppassen voor oppotten, maar ook niet door-
Rode cijfers
stevige maatschappelijke opdracht hebben.
slaan naar de andere kant. De lumpsumver-
Hoeveel geld LVO nodig heeft om de terug-
Er is echt werk aan de winkel en we moeten
goeding die we van de overheid krijgen, is te
loop op te vangen, is moeilijk in te schat-
ervoor zorgen dat we de publieke middelen
laag. De energiekosten rijzen bijvoorbeeld
ten, zegt Van der Brugge. “Dit is een volledig
optimaal inzetten. Dat is in het verleden door
de pan uit, maar die stijging wordt al jaren
nieuw probleem. Sinds de invoering van de
die voorzichtige aanpak misschien niet vol-
niet gecompenseerd. Door de introductie van
lumpsumfinanciering heeft zich nog nergens
doende gebeurd.”
nieuwe onderwijsconcepten moeten we onze
in Nederland zo’n krimpsituatie voorgedaan.
Maar Esprit gaat de 22 miljoen die op de bank
gebouwen aanpassen; er komen studieland-
Ik word regelmatig gevraagd te spreken op
staat, er heus niet zomaar doorheen jagen.
schappen, mediatheken, projectgroepzaaltjes.
congressen over ontvolking, maar ben h
nr. 21z2 december 2006
het Onderwijsblad
19
ook geen expert. Niemand weet precies hoe je
de botten. In 2004 kwam de solvabiliteit uit
moeten nu ons geld durven uitgeven.”
dit moet aanpakken.”
op 46 procent, net boven de oppotnorm.
Maar dat betekent niet dat er geen extra over-
Toch gaat het bestuur de komende jaren
Dat oppotten heeft de overheid zelf gestimu-
heidsinvesteringen nodig zijn, waarschuwt de
extra investeren in het onderwijs. “We stop-
leerd, verdedigt Van der Brugge het beleid
collegevoorzitter. “Er zijn nog allerlei maat-
pen de komende jaren extra geld in de bouw
van zijn voorgangers. “Bij de invoering van
schappelijke wensen, zoals kleinere klas-
van nieuwe scholen, in de professionalisering
de lumpsumfinanciering zijn scholen indrin-
sen en meer uren op het lesrooster, waaraan
van docenten en we zijn bezig met een elek-
gend gewaarschuwd voor de risico’s die zij
scholen graag willen voldoen maar waarvoor
tronische leeromgeving voor alle scholen.
lopen. De overheid zei letterlijk: Denk eraan,
de middelen ontbreken. We hebben de afge-
Door die meerjareninvesteringen komen we
jullie worden nu zelfstandig en moeten je
lopen jaren perfect de tering naar de nering
in 2008 waarschijnlijk in de rode cijfers.” Dat
eigen broek ophouden. Scholen kunnen ook
gezet en dankzij meevallers hielden we steeds
kan, want LVO heeft de afgelopen jaren flink
failliet gaan”, brengt hij in herinnering. “Dat
wat geld over. We kunnen de boel dus net
wat overgehouden: tussen 2000 en 2004 1,8
heeft oppotten in de hand gewerkt. Maar de
draaiende houden, maar hebben wel degelijk
procent van de totale inkomsten. Daardoor
buffers zijn nu wel op orde. Ons vermogen
extra geld nodig voor kwaliteitsverbeterin-
hebben de Limburgse scholen genoeg vet op
is voldoende om de fricties op te vangen. We
gen.” H
190 oppotters op een rij Docenten en ouders zouden meer kritische vragen moeten stellen over de jaarcijfers van scholen, vinden adviseurs Jan Waal en Willem Spee. Maar schoolbesturen zijn vaak niet scheutig met het verstrekken van die gegevens. Daarom heeft het Onderwijsblad de jaarcijfers van alle 309 schoolbesturen netjes op een rij gezet. U kunt de gegevens van uw eigen schoolbestuur vinden op de website van de AOb: www.aob.nl. Is uw school één van de 190 oppotters? Een korte handleiding.
de jaaromzet en dat is een veel betere maat.” Jan Waal is het daar roerend mee eens. Maar hoe hoog moet het weerstandsvermogen zijn? “Een risicobuffer van 8 tot 10 procent van de jaaromzet is meer dan voldoende”, vindt Waal. Willem Spee, senior adviseur bij Interstudie, houdt het op 10 tot 15 procent. Een werkgroep met vertegenwoordigers
Tekst Yvonne van de Meent
1 Hoeveel geld mag een school overhouden?
2 Wanneer is een school rijk?
van besturenorganisaties en experts van het ministerie van Onderwijs stelt dat het weer-
Het ministerie van Onderwijs beoordeelt
standsvermogen minimaal 10 en maximaal
de vermogenspositie aan de hand van de
45 procent zou moeten zijn. Als die normen
Scholen zijn geen bedrijven en hoeven dus
solvabiliteit: de verhouding tussen reserves
gebruikt zouden worden, daalt het aantal
ook geen winst te maken. Maar het ministerie
en schulden. De solvabiliteit wordt berekend
oppotters in het voortgezet onderwijs in één
van Onderwijs vindt 3 procent van de tota-
door het eigen vermogen te delen door het
klap van 190 naar 46. Maar minister Van der
le jaarinkomsten overhouden nog net aan-
totaal aanwezige vermogen. Om tegenvallers
Hoeven heeft het advies van de werkgroep
vaardbaar. Als een school meer overhoudt
te kunnen opvangen, moet de solvabiliteit
(nog) niet overgenomen, dus blijven er voor-
moet het bestuur in de jaarrekening uitleg-
volgens het ministerie minimaal 10 procent
lopig 190 rijke scholen.
gen welke bijzondere redenen er zijn om het
zijn. Scholen die boven de 45 procent zitten,
geld opzij te zetten. Overigens valt ook een
potten te veel geld op.
tekort van 3 procent volgens het ministerie
Schoolbesturen zijn het niet eens met die
3 Tien miljoen euro op de bank, is dat veel?
nog binnen de normale marges. “Als je heel
norm. Omdat ze hun gebouwen niet in
Scholen moeten geld in kas houden om hun
erg rijk bent, wat de meeste scholen zijn, is
eigendom hebben, hebben ze meestal ook
rekeningen te betalen. Grote scholen meer
het idioot om meer over te houden dan 1
geen (hypotheek)leningen. Het totale ver-
dan kleine scholen, want grote scholen heb-
of 1,5 procent”, vindt bedrijfseconoom Jan
mogen is daardoor laag en de solvabiliteit
ben uiteraard hogere lasten. Als een school
Waal, die medezeggenschapsraden adviseert.
automatisch hoog. Karel van der Velden,
in januari een aannemer moet betalen die
“Het is ook echt niet nodig om overschotten
controller bij het Carmelcollege, vindt daar-
een verbouwing heeft uitgevoerd, kan er eind
te begroten. Meestal zijn er meevallers en als
om dat je beter naar het weerstandsvermo-
december zomaar een paar miljoen euro op
het tegenzit, is het echt niet erg om een keer-
gen kunt kijken als je wilt weten hoe rijk een
de bank staan. Kortom, het banksaldo alleen
tje verlies te draaien.”
school is. “Je zet dan het vermogen af tegen
zegt niet zoveel.
20
het Onderwijsblad
nr. 21z2 december 2006
Beleggers top vijf Beleggingen in
% van totale baten
Beleggingen in
miljoen euro
% van totale baten
miljoen euro
Vereniging OMO
BC Burg. Harmsma-
Tilburg
44,1
12,0
school Gorredijk
3,6
79,7
Stichting Carmel
39,5
18,5
Pallas Athene
2,9
60,4
1,1
58,0
college Hengelo
College Ede
SCO Lucas
24,3
14,6
Voorburg
Chr. mavo De Saad Damwoude
Stichting Limburgs
SG Hoeksche Waard
Voortgezet Onder-
21,6
11,5
Oud Beijerland
5,3
56,5
12,5
19,4
De Nuborgh
7,4
53,0
wijs Sittard Stichting Sint-Bernardinus Heerlen Totaal
Elburg 142,0
20,4
Om te bepalen of er veel of weinig geld in kas
De grootste beleggers zijn - niet verrassend - te vinden onder de grote katholieke school-
is, wordt meestal de liquiditeit berekend, de
besturen: OMO en Carmel voeren de top vijf aan. De totale waarde van de beleggings-
verhouding tussen liquide middelen en de
portefeuille van de top vijf bedraagt 142 miljoen euro, ruim dertig procent van het tota-
kortetermijnschulden. Een liquiditeit van één
le beleggingsbedrag. Maar als de waarde van de beleggingsportefeuille wordt afgezet
wordt als normaal beschouwd, want dan zijn
tegen de jaarinkomsten ontstaat er een ander beeld. Dan voert ineens een aantal kleine
de schulden en liquide middelen precies in
openbare schoolbesturen de lijst aan. De openbare Burgemeester Harmsmaschool in
evenwicht. Een hoge liquiditeit wijst niet per
Gorredijk (Friesland) heeft maar 3,6 miljoen euro belegd, maar dat is wel bijna tachtig
se op overweldigende rijkdom, maar eerder
procent van de jaaromzet. Gemiddeld hebben scholen in het voortgezet onderwijs 8 pro-
op onverstandig geldbeheer.
cent van de jaarinkomsten belegd.
4 Mogen scholen beleggen? Geld dat scholen krijgen van de overheid,
voegt Karel van der Velden van het Carmel-
beleggen voor de rente-inkomsten, lijkt me
hoort aan het onderwijs besteed te worden.
college daaraan toe. Maar daarbij gaat het om
niet de bedoeling.”
Maar ‘tijdelijk overtollig geld’, mag belegd
kleinere bedragen, hooguit enkele miljoenen.
worden, mits het om risicomijdende beleg-
Het Carmelcollege heeft in totaal bijna veertig
gingen gaat. Speculeren met aandelen is dus
miljoen euro belegd. Dat bedrag is grotendeels
5 Wat is het verschil tussen reserves en voorzieningen?
uit den boze, want als de beurskoersen instor-
bij elkaar gespaard door kleine exploitatieover-
Kritische vragen stellen over de hoogte van de
ten is een school het ingelegde bedrag kwijt.
schotten toe te voegen aan het eigen vermo-
voorzieningen is hard nodig. Naast 1,6 mil-
Scholen mogen wel obligaties kopen, want
gen. “Het Carmelcollege bestaat al zo’n 85 jaar,
jard aan eigen vermogen heeft het voortgezet
daarbij is de inleg gegarandeerd. Overtollig
dus dan loopt zo’n bedrag lekker op”, verklaart
onderwijs ook nog voor ruim een half miljard
geld op een spaardeposito zetten mag ook.
van der Velden. Die beleggingen brengen jaar-
euro voorzieningen getroffen, 17 procent van
Scholen hebben in totaal 450 miljoen euro
lijks twee miljoen rente op. “Dat steken we
het totale vermogen. “Belachelijk veel”, vindt
belegd. Daarbij gaat het meestal om ‘oud geld’
weer in het onderwijs.”
Waal.
dat in het verleden is opgespaard, stellen de
“Een school is geen beleggingsinstelling”,
Reserves en bestemmingsreserves zijn
beleggers. “Onze oudste school is het Bis-
vindt Jan Waal. Scholen kunnen zich beter
bedoeld voor toekomstige uitgaven die nog
schoppelijk College in Weert”, zegt LVO-voor-
concentreren op het verzorgen van onder-
niet precies vastliggen. Als er nieuwbouw-
zitter Gertjan van der Brugge. “Dat is in 1648
wijs. “En geld dat door particulieren is
plannen zijn, maar het bestuur heeft nog
gesticht.” Katholieke scholen kregen vroeger
geschonken, is net als overheidsgeld bedoeld
geen idee hoeveel het daaraan gaat uitge-
ouderbijdragen, er werd geld opgehaald via
voor het onderwijs. Je kunt buffertjes natuur-
ven, kan de bestemmingsreserve huisvesting
de kerk en soms kreeg een school een erfenis”,
lijk tijdelijk beleggen, maar geld permanent
alvast gespekt worden. Voorzieningen zijn h
nr. 21z2 december 2006
het Onderwijsblad
21
Fokkema Egbert Fokkema spaarpotjes voor toekomstige uitgaven die al zijn vastgelegd en waarvan de hoogte redelijk kan worden ingeschat. Als een school de personeelsformatie moet inkrimpen en met de vakbonden een sociaal plan heeft vastgesteld,
Leraar vmbo
Schoolboeken
kan er een personeelsvoorziening worden
Op het moment gaat alle aandacht in onderwijsland naar schoolboeken, gra-
gevormd om afvloeiingsregelingen te betalen.
tis schoolboeken. Economisch gezien is dit begrijpelijk. Iedere overheid wil zichzelf
Voorzieningen zijn dus eigenlijk toekomstige
in stand houden door via onderwijs nieuwe ambtenaren te rekruteren voor de grij-
schulden en tellen daarom niet mee bij het
ze golf die straks vertrekt. Bovendien zijn wij belastingbetalers best over te halen
eigen vermogen.
om wat extra te betalen voor schoolboeken. Immers, is dat niet de generatie die
Het hoge voorzieningenniveau in het voort-
straks onze aow gaat betalen, al wordt het dan iets later dan verwacht? Hoe beter
gezet onderwijs doet Waal vermoeden dat
hun opleiding, hoe zekerder wij kunnen zijn van een uitkering.
het vaak niet om echte voorzieningen gaat,
Psychologisch ligt het echter anders. Ik heb geleerd dat alles wat gratis wordt weg-
maar om verborgen reserves. “Scholen gaan
gegeven niet op waarde wordt geschat. ‘Alleen voor niets gaat de zon op’, bracht
reserves wegzetten als voorziening om onder
mijn moeder me al bij en de economie leek dat te bevestigen. Schoolboeken gratis
de oppotnorm te blijven. Die voorzieningen
maken, maakt ze waardeloos.
moet je gewoon optellen bij het eigen ver-
Bovendien gaat zich een ander probleem voordoen. Wat zou ik doen als school-
mogen”, vindt Waal. Als je dat doet komt de
boeken gratis waren? Juist, een setje voor ieder lokaal enne... een extra setje thuis.
gemiddelde solvabiliteit van het voortgezet
Voor mij vier setjes in totaal. En wat denk je dat mijn leerlingen zouden doen?
onderwijs uit op 67 procent. Scholen zijn dus
Precies, hetzelfde! Setje in de kluis, setje thuis en setje voor onderweg of tegen ver-
nog rijker dan het op papier lijkt.
lies. Natuurlijk heeft dit economische voordelen. Per exemplaar worden school-
6 Wanneer is een school financieel gezond?
boeken veel goedkoper, want de oplage verdrievoudigt. Waarschijnlijk gaat dat ook gelden voor de bijdrage die wij aan de boeken moeten leveren via de belasting, maar ach, in het grote totaal merk je daar niet zoveel van. Wat zouden nu de
Hoe meer reserves hoe beter, denken veel mede-
argumenten worden om geen huiswerk gemaakt te hebben?
zeggenschapsraden. Want er hoeft op school
‘Meneer, ik heb wel twee boeken, alleen maar één schrift en dat ben ik nu kwijt.’
maar één steekpartij plaats te vinden en de aan-
‘Mijn moeder had mijn economieboek nodig voor onder de kast, want die stond zo
meldingen lopen terug. En wat als de claimcul-
wankel.’ ‘Ik ben mijn kluissleutel kwijt en mijn andere setje ligt thuis.’ ‘Ik heb nog
tuur doorzet? Ouders eisen nu al een schadever-
wel een boek thuis, maar hoe moet ik dat mee naar school nemen?’ ‘Ik ben aan
goeding als hun kind op school wordt gepest of
het verhuizen en ik heb nog geen extra setje boeken voor het nieuwe huis.’ ‘Ik ben
als de school het voorgeschreven aantal lesuren
nu ook mijn tweede economieboek kwijt. Mijn vader zou vier nieuwe bestellen.’
niet haalt. Als een school stevige reserves heeft,
‘Ik heb mijn repetitie niet kunnen leren, want ik dacht dat ik een boek thuis had,
hoeven er bij dergelijke calamiteiten niet met-
maar ze lagen alle twee in mijn kluisje.’ ‘Ik heb mijn boek verkocht, want de oud-
een docenten ontslagen te worden.
papierprijs is lekker hoog geworden.’
“Het zou goed zijn als scholen de risico’s die ze
Ik denk dat er met twee sets boeken eigenlijk niet zoveel verandert in de smoezen.
lopen, preciezer in kaart brachten”, vindt Wil-
We kunnen er wèl zeker van zijn dat de vraag naar papier enorm zal stijgen. Daarin
lem Spee. “Nu praten ze er veel te veel in alge-
beleggen zal dan ook geen kwaad kunnen. En ik zie mezelf al rijk zijn in de toe-
mene termen over. Als de risico’s bekend zijn,
komst. Terwijl ik op zoek ben naar een bos, waar ik nog wat zou kunnen wandelen.
kan een bestuur ook beleid ontwikkelen om de
En dan haalt Tom me weer helemaal terug naar het heden, het digitale tijdperk.
kans dat ze zich voordoen te verminderen. Dan
“Meneer, waarom zetten ze al die boeken niet op cd-rom? Dan hoeven we niet
hoeven de reserves ook niet zo groot te zijn.”
meer zo te sjouwen.” Maar natuurlijk: laptopje, draadloos internet. Geef ze een
Maar een degelijke risicoanalyse is pas het
laptop, dat is even duur als een jaar boeken en laat ze verder de boeken gratis
begin. Scholen die hun managementinforma-
downloaden. Scheelt kosten, scheelt papier!
tie goed op orde hebben, kunnen snel ingrij-
‘Meneer, ik ben mijn cd vergeten.’ ‘Tja, Cindy, download maar even opnieuw van
pen als er tekorten dreigen te ontstaan en
de uitgever.’
hebben ook minder grote buffers nodig. En
‘Ik ben mijn huiswerk vergeten.’ ‘Jeetje, Nick, dan haal je het toch even van je ser-
als een school heldere beleidskeuzes maakt,
ver thuis?’
hoeft er ook geen baaierd aan bestemmings-
Ik zie de hemel op aarde.
reserves te zijn. “Het gaat niet om de hoogte
‘Meneer, ik ben mijn laptop vergeten.’
van de reserves, maar om de kwaliteit van het
Verandert er dan nooit wat?
financiële beleid”, concludeert Spee. “En daar kan nog een hoop aan verbeterd worden.” H
nr. 21z2 december 2006
het Onderwijsblad
23