DE BOEDDHA-Van levensverhaal tot inspiratiebron ZAAL 1 A1 De Boeddha De Boeddha moet een inspirerende leermeester zijn geweest, die zijn toehoorders wist te boeien. Na zijn dood vertelden zijn leerlingen zijn woorden door. Enkele eeuwen later werden ze opgeschreven. Veel boeddhistische teksten beginnen daarom met de woorden: ‘Aldus heb ik gehoord’. De leer van de Boeddha krijgt al snel een groeiend aantal volgelingen. Vanaf de derde eeuw voor Chr. begint de verspreiding van het boeddhisme, eerst naar grote delen van Azië en uiteindelijk ook naar andere delen van de wereld. Het boeddhisme verandert mee. Er zijn nu veel verschillende stromingen en elk gebied kent zijn eigen tradities. Wel onderschrijven alle boeddhisten de centrale rol van de Boeddha. Zijn levensverhaal is essentieel. De Boeddha vertelde het zelf, zo zeggen de teksten. De vraag of het ook werkelijk zo is gebeurd, doet niet zo erg ter zake. Mensen hebben het eeuwenlang doorverteld, herschreven en opnieuw uitgegeven, omdat ze het waardevol vonden. Deze tentoonstelling laat zien hoe het levensverhaal van de Boeddha mensen in verschillende landen en gebieden is blijven inspireren. Het gaat niet alleen over het leven waarin hij Boeddha werd, maar ook over zijn vele vorige levens en de relieken die zijn leven na zijn dood voortzetten. The Buddha The Buddha must have been an inspiring teacher who captivated his audience. After his death his pupils continued to spread his words. They were written down several centuries later. Many Buddhist texts therefore begin with the words: ‘Thus I have heard’. The Buddha’s teachings quickly attracted growing numbers of followers. From the third century BC Buddhism began to spread, first to large parts of Asia and eventually also to other parts of the world. Buddhism has changed over time. There are now many different strands of Buddhism, and each region has its own traditions. They all however subscribe to the key role of the Buddha. His life story is essential. According to the texts, he told the story himself. Whatever its grounding in history, people have been passing on, rewriting and republishing the story for centuries, because they deemed it valuable. This exhibition shows how the life story of the Buddha has continued to inspire people in different countries and regions. It encompasses not only the Buddha’s life, but also his many previous lives and the relics that perpetuate his life even after his death. A5 Een levende traditie Het levensverhaal van de Boeddha was voor kunstenaars een bron van inspiratie. De oudste
afbeeldingen, in India, zijn zelfs ouder dan de teksten. Ze staan aan het begin van een beeldtraditie die zich standaardiseert, maar ook aan nieuwe culturen aanpast. Van oudsher wordt het levensverhaal van de Boeddha in tempel- en kloostercomplexen afgebeeld. Dat is nog steeds zo, maar inmiddels is het ook onderdeel geworden van een populaire cultuur. Het is te vinden op posters en boeddhistische kalenders, in kinderboeken en stripverhalen. Nieuwe media hebben de traditie verder verbreed. TV series en animatiefilms proberen een groter publiek te bereiken. Vaak hebben ze educatieve doeleinden en willen ze een jongere generatie aanspreken. Niet overal wordt hetzelfde geaccepteerd. De boeddhistische wereld van Sri Lanka en Zuidoost-Azië laat minder toe dan die van Korea en Japan bijvoorbeeld. In Korea maakte de jonge kunstenaar Yang Kyung Soo, zelf boeddhist, een moderne interpretatie van het leven van de Boeddha in acht digitale prenten. Zo portretteert hij de predikende Boeddha als een dj. Eigenlijk doet hij hetzelfde wat kunstenaars voor hem ook al deden: het leven van de Boeddha in zijn eigen tijd en omgeving plaatsen.
A living tradition The Buddha’s life story was a source of inspiration to artists. Indeed the earliest Buddhist depictions, from India, are older than the texts. They mark the beginning of a visual tradition that now includes standardised elements, yet still adapts to new cultures. The Buddha’s life story has traditionally been shown in temples and monasteries. This is still the case today, although it has now also become part of popular culture, featuring on posters and Buddhist calendars, in children’s books and comic strips. New media have broadened the tradition even further. TV series and animated films reach a wider audience. They are often made for educational purposes, and are designed to appeal to a younger generation. Not everything is acceptable in all traditions. Buddhism in Sri Lanka and Southeast Asia is less tolerant than in Korea and Japan, for example. In Korea, young artist Yang Kyung Soo, himself a Buddhist, has produced a modern interpretation of the life of the Buddha in eight digital prints. He portrays the preaching Buddha as a DJ, for instance. In fact, he is simply doing what artists before him have done: placing the life of the Buddha in the context of his own time and surroundings. A2 Het levensverhaal van de Boeddha De Boeddha wordt in Lumbini geboren. Zijn eigen naam is Siddhartha, zijn familienaam Gautama. Wijzen aan het hof voorspellen dat hij een machtige koning of een groot spiritueel leider zal worden. Zijn vader is bang dat het laatste zal gebeuren. Hij laat zijn zoon in alle weelde opgroeien, binnen de besloten muren van het paleis. Siddhartha gaat toch naar buiten. Hij ziet dan voor het eerst ouderdom, ziekte, en dood, maar ook een rondtrekkende asceet die het leed van de wereld probeert te overstijgen. Siddhartha besluit zijn voorbeeld te volgen. Hij verlaat het paleis. Jaren van streng ascetisme en steeds minder eten brengen hem niet dichter bij zijn doel. Hij neemt weer wat eten en besluit om onder een vijgenboom te blijven zitten tot hij tot dieper inzicht is gekomen. Daar, in Bodhgaya, ervaart Siddhartha innerlijke ontwaking, bodhi. Hij bereikt nirvana, een staat van rust en kalmte waarin begeerte, haat en onwetendheid zijn uitgedoofd. Hij is nu de Boeddha, de Ontwaakte. In zijn eerste leerrede zet hij de vier edele waarheden uiteen, die het lijden en de opheffing ervan doorgronden.
Op zijn tachtigste sterft hij. Hij komt tot volledige uitdoving, parinirvana, verlost van ouderdom en dood. The Buddha’s life story The Buddha was born in Lumbini. His given name was Siddhartha, and his family name Gautama. Wise men at the court predicted that he would become a powerful king or a great spiritual leader. His father was afraid it would be the latter. He ensured his son grew up in a life of luxury within the confines of the palace. When Siddhartha was older, he managed to leave the palace and encountered old age, disease and death for the first time. He also met an itinerant ascetic. Siddhartha decided to follow his example. He leaves the palace by night. Years of strict asceticism brought him no closer to his goal, however. He started to eat again and decided to sit beneath a fig tree until he had gained a deeper understanding. There Siddhartha arrived at bodhi, awakening. He achieved nirvana, a state of peace and calm in which desire, hatred and ignorance are extinguished. He was now the Buddha, the Awakened One. In his first sermon he set out the four noble truths that explain suffering and its extinction. He died at the age of eighty, passing into parinirvana, the final deathless state. Gandhara kunst Gandhara was een gebied in Noordwest-Pakistan, dat een belangrijk kruispunt op de Zijderoute werd. Vanaf de eerste eeuw na Chr. werd het steeds welvarender. Er ontstond een bloeiende boeddhistische cultuur, die zich tot in Afghanistan uitstrekte. De oudste boeddhistische handschriften, op berkenbast en palmblad, komen hier vandaan. Ook is veel beeldhouwwerk bewaard gebleven. De Gandhara kunst toont een fascinerende samensmelting van stijlen: uit Iran, Centraal Azië, India en de Hellenistische wereld. Zo doen de drapering van de kleding en de golvende haarstijlen denken aan Griekse en Romeinse kunst. De afgebeelde onderwerpen zijn echter boeddhistisch. Vanaf de zevende eeuw wordt de islam een steeds belangrijkere culturele, sociale en politieke factor in het Gandhara gebied. Nu leeft alleen in Pakistan een zeer kleine boeddhistische minderheid. In 2001 werd de wereld opgeschrokken toen de Taliban de twee grootste Boeddhabeelden, in Bamiyan in Afghanistan, opbliezen. De huidige regeringen van beide landen koesteren hun boeddhistische erfgoed. Politieke motieven lijken hierin mee te spelen. Tentoonstellingen over het boeddhistische erfgoed oogsten bewondering in de westerse wereld en verzachten het beeld van deze landen als landen van radicale islam. Gandhara art Gandhara was a region of Northwest Pakistan, an important junction on the Silk Road. From the first century AD it grew steadily more prosperous, and a flourishing Buddhist culture developed there, which spread into Afghanistan. The oldest handwritten Buddhist texts, on birch bark and palm leaves, are from this region. A lot of Buddhist sculpture has also been preserved there. Gandhara art is a fascinating melting pot of styles: Iranian, Central Asian, Indian and Hellenistic. The draped folds of garments and waved hairstyles are for example reminiscent of Greek and Roman art. The subjects of the images are Buddhist, however. From the seventh century onwards Islam became a factor of growing cultural, social and political importance in the Gandhara region. Now only a very small Buddhist community lives in Pakistan. In 2001 the world was shocked to learn that the Taliban had blown up the two
largest Buddha statues, at Bamiyan in Afghanistan. The countries’ present governments cherish their Buddhist heritage, partly for political reasons. Exhibitions of the Buddhist heritage attract the admiration of the West and soften these countries’ image as hotbeds of radical Islam.
3 De voorspelling dat een jongeman de Boeddha zal worden. It is foretold that a young man will become the Buddha. 141 In een paradijselijke tuin wordt Prins Siddhartha geboren uit de zij van zijn moeder. In a heavenly garden, Prince Siddhartha is born out of his mother’s side. 205 De goden baden Siddhartha. Alles wijst erop dat dit een bijzonder kind is. The gods bathe Siddhartha. All signs are that he is a special child. 6 Samen met andere leerlingen gaat hij naar school. Siddhartha joins his fellow pupils at school. 201 Siddhartha ontvlucht het paleis; hij wil asceet worden. Siddhartha flees the palace in order to become an ascetic. 153 Hij neemt afscheid van zijn knecht en paard en gaat op zoek naar verlossing van het lijden. He takes leave of his servant and horse and sets out to seek release from suffering. 145 Onder de Bodhiboom vecht hij tegen het kwaad en “ontwaakt” hij. Nu is hij de Boeddha. Seated beneath the Bodhi tree he fights evil and becomes ‘awakened’. He is now the Buddha. 152 De Boeddha verslaat Mara en zijn kwaadaardige leger. The Buddha defeats Mara and his evil army. 144 In Shravasti laat hij water en vuur uit zijn lichaam komen en overtuigt hij zijn tegenstanders. At Shravasti he creates water and fire from his body, convincing his opponents. 142 Hij onderwijst zijn leerlingen in zijn leer. The Buddha educates his pupils through his teachings. 8 Na een bezoek aan zijn gestorven moeder in de hemel keert hij via een ladder terug op aarde. After visiting his deceased mother in heaven he returns to earth via a ladder.
147 De Boeddha sterft omringd door vorsten en monniken. The Buddha dies surrounded by rulers and monks. 10 Eén van zijn leerlingen knielt bij de Boeddha als hij gecremeerd wordt. One of his pupils kneels by the Buddha as he is cremated. 209 De overblijfselen, relieken, van de Boeddha worden eerlijk verdeeld onder de vorsten. The remains, or relics, of the Buddha are distributed fairly among the rulers. 9 Monniken vereren de relieken die in een stoepa zijn geplaatst. Monks worship the relics, which have been placed in a stupa. 149 Maitreya, de Boeddha van de toekomst, wacht tot zijn tijd gekomen is. Maitreya, the Buddha of the future, waits until his time has come. A3 Kenmerken van de Boeddha Verschillende teksten beschrijven de 32 hoofdkenmerken en 80 nevenkenmerken van de Boeddha. Zo zijn zijn voetzolen helemaal vlak en hebben ze het teken van een wiel, heeft hij uitstekende hielen, benen als een antiloop en een borst als een leeuw. Hij heeft 40 tanden en een lange tong. Slechts enkele van de meer dan 100 kenmerken zien we ook in de kunst terug, zoals het haarkrulletje tussen zijn wenkbrauwen en een uitstulping op zijn hoofd. Meestal zit de Boeddha met gekruiste benen. Soms wordt het vorstelijke aspect van de Boeddha benadrukt. Dan zit hij op een troon, met beide benen omlaag. Handhoudingen verwijzen naar gebeurtenissen in het leven van de Boeddha. Die van het aanraken van de aarde, bhumisparsha-mudra, komt het meest voor. Deze verwijst naar het ontwaken van de Boeddha. Alleen als hij dood gaat, wordt de Boeddha liggend weergegeven. Zijn dood betekent zijn parinirvana, waarin hij verlost wordt van de cyclus van wedergeboorte. (aparte tekst op iconografische wand) De Boeddha is de eerste van de drie juwelen, triratna, van het boeddhisme. De andere twee zijn de leer, Dharma, en de gemeenschap van monniken, Sangha. Zij zijn verankerd in het levensverhaal van de Boeddha en vormen de basis van het boeddhisme. Boeddhisten spreken uit dat zij hun heil in deze drie juwelen zoeken. Characteristics of the Buddha Various texts describe the 32 major characteristics and 80 secondary characteristics of the Buddha. For instance, the soles of his feet are completely smooth and flat and bear the sign of the wheel, he has protruding heels, legs like an antelope and the chest of a lion. He has 40 teeth and a long tongue. Buddhist art depicts only a few of the characteristics. They include the curl of hair between his eyebrows and a protuberance on his head. The Buddha generally sits cross-legged. Sometimes the royal aspect of the Buddha is emphasised, and he is shown seated on a throne with his legs down. His hand gestures refer to events in his life story. The earth touching gesture, bhumisparsha-mudra, is the most common. This refers to the Buddha’s awakening. Only when he dies is the Buddha shown lying down. His death signifies his parinirvana, when he is released from the cycle of rebirth.
The Buddha is the first of the three jewels, or triratna, of Buddhism. The other two are the teaching, dharma, and the community of monks, sangha. They are integrally connected with the Buddha’s life story and form the basis of Buddhism. Buddhists declare that they seek refuge in these three jewels. A4 Verspreiding van boeddhisme Vanaf de derde eeuw voor Chr. verspreidt het boeddhisme zich naar verschillende delen van India en Sri Lanka. Niet lang daarna reist het via handelsroutes over land naar Pakistan, Afghanistan, Centraal Azië en China en vandaar naar Vietnam, Korea en Japan. Vanaf de vijfde eeuw verspreidt het boeddhisme zich ook via zeeroutes naar Myanmar, Maleisië, Thailand, Laos, Cambodja, Vietnam en Indonesië, en vanaf de zevende eeuw bereikt het Nepal, Bangladesh, Tibet, Bhutan en Mongolië. In sommige gebieden, zoals Thailand, blijft het boeddhisme belangrijk, in andere, zoals Indonesië, niet. In weer andere zijn er perioden van groei en neergang. Vanaf de negentiende eeuw begint de cultuurontmoeting met Europa, Noord-Amerika en andere delen van de wereld. Er ontstaat vanuit deze gebieden interesse voor het boeddhisme, maar ook immigreren boeddhisten vanuit Azië daar naar toe. In Azië zijn drie grote groepen van boeddhisme: de theravada tradities van Sri Lanka en Zuidoost-Azië; de mahayana stromingen in Oost-Azië; en het Tibetaans boeddhisme. Spread of Buddhism Buddhism spread to various parts of India and Sri Lanka from the third century BC onwards. Not long after, it travelled via trade routes over land to Pakistan, Afghanistan, Central Asia and China, and from there to Vietnam, Korea and Japan. From the fifth century Buddhism also spread via maritime routes to Myanmar, Malaysia, Thailand, Laos, Cambodia, Vietnam and Indonesia, and from the seventh century to Nepal, Bangladesh, Tibet, Bhutan and Mongolia. In some regions, like Thailand, Buddhism remains important today, while in others, like Indonesia, it has become a minority religion. Some regions have experienced repeated periods of growth and decline in Buddhism. The cultural encounter between Buddhism and Europe, North America and other parts of the world began in the nineteenth century. Interest in Buddhism grew in these regions, and Buddhists also migrated there from Asia. There are three major Buddhist traditions in Asia: the Theravada tradition of Sri Lanka and Southeast Asia; the Mahayana tradition of East Asia; and Tibetan Buddhism. (ZAAL 1B – INDIA) A6 India en boeddhisme India is de bakermat van het boeddhisme. Daar leefde de Boeddha rond de vijfde eeuw voor Chr. en kreeg hij steeds meer volgelingen: gewone mensen, maar ook rijke handelaren en koningen. Door hun financiële steun, kwamen monniken in het bezit van land en konden zij kloosters stichten. Keizer Ashoka is één van de kernfiguren uit de vroege geschiedenis van het boeddhisme. In de derde eeuw voor Chr. had hij invloed in grote delen van India. Geïnspireerd door de leer van de Boeddha, beloofde hij een rechtvaardige en sociale maatschappij. Ashoka wordt het legendarische voorbeeld van een deugdzame boeddhistische vorst. Het boeddhisme viert in India hoogtijdagen tussen de vierde en achtste eeuw. Het blijft belangrijk in het Pala rijk van Noordoost-India. Het klooster van Nalanda heeft duizenden studenten, die van heinde en ver komen. Als Turkse volkeren in de twaalfde eeuw plundertochten in het noorden van India
organiseren, zijn de slecht beveiligde kloosters, met hun vele schatten, een gemakkelijk doelwit. Met het verdwijnen van de kloosters en de financiële steun van vorsten, is de basis voor het boeddhisme in India weg. Boeddhistische pelgrimage is de laatste jaren wel steeds belangrijker geworden, vooral vanuit andere delen van Azië. India and Buddhism India is the birthplace of Buddhism. It was there that the Buddha lived in the fifth century BC, attracting more and more followers among ordinary people, and also among rich merchants and monarchs. Thanks to their financial support monks were able to purchase land and found monasteries. Emperor Ashoka is one of the key figures in the early history of Buddhism. In the third century BC he was influential in large parts of India. Inspired by the teachings of the Buddha, he promised to create a just and humane society. Ashoka is the legendary example of a virtuous Buddhist monarch. Buddhism experienced its heyday in India between the fourth and eighth centuries AD. It remained important in the Pala empire in Northeast India. The famous monastery at Nalanda had thousands of students who came from near and far in search of knowledge. When Turkic peoples set out to plunder the north of India in the twelfth century the poorly protected monasteries with their many treasures were an easy target. The disappearance of the monasteries and the financial support from kings destroyed the basis of Buddhism in India. Buddhist pilgrimages have however grown steadily in importance in recent decades.
A7 Pelgrimsplaatsen Als de Boeddha op zijn doodsbed ligt, vraagt één van zijn leerlingen, hoe zij hem eer kunnen bewijzen, als hij er straks niet meer is. De Boeddha antwoordt dat er vier plaatsen zijn die een gelovige kan bezoeken: Lumbini, zijn geboorteplaats; Bodhgaya, de plaats waar hij ontwaakte; Sarnath, de plaats waar hij zijn eerste leerrede hield en zo het wiel van de boeddhistische leer in beweging zette; en Kushinagara, de plaats waar hij stierf en tot parinirvana kwam. Het bezoeken van die plaatsen geeft verdienste, punya, en zal leiden tot een goede wedergeboorte, zo zegt hij. Vier andere plaatsen worden ook belangrijk: Shravasti, waar de Boeddha zijn wonderdaden toonde; Rajagriha, waar hij een woeste olifant temde; Sankashya, waar hij terug op aarde kwam, nadat hij de hemel had bezocht; en Vaishali, waar een aap hem honing aanbood. Hoewel er veel meer plaatsen zijn die pelgrims trekken, vormen deze acht een belangrijke groep. Met de huidige globalisering en het gemak waarmee pelgrims in vliegtuigen stappen, is pelgrimage de laatste jaren sterk toegenomen. Places of pilgrimage As the Buddha lay on his deathbed one of his pupils asked how he could honour him when he was gone. The Buddha answered that there were four places believers could visit: Lumbini, his birthplace; Bodhgaya, the place where he achieved enlightenment; Sarnath, the place where he delivered his first sermon, setting the wheels of Buddhist teaching in motion; and Kushinagara, where he died and attained parinirvana. Visiting these places would earn them merit, punya, and lead to a good reincarnation. Four other places also became important: Shravasti, where the Buddha performed his miracles; Rajagriha, where he tamed a ferocious elephant; Sankashya, where he returned to earth after visiting heaven; and Vaishali, where a monkey offered him honey.
Although there are many more places that attract pilgrims, these eight are an important group. The number of Buddhists making pilgrimages has increased in recent times, due to globalisation and the ease of air travel. A8 Thailand en boeddhisme Kenmerkend voor het boeddhisme van Thailand is de nauwe relatie met de koning en de staat. Deze verbintenis begint al in de zesde eeuw. Aan het eind van de achttiende eeuw komt de boeddhistische Chakri dynastie aan de macht, waartoe ook de huidige koning behoort. Koningen ontlenen hun autoriteit aan de ideale kwaliteiten die aan een boeddhistische vorst worden toegeschreven. Zij worden gezien als een Bodhisattva, een Boeddha-in-wording, die ver gevorderd is op het pad naar ontwaking. De Smaragdgroene Boeddha is het belangrijkste Boeddhabeeld van het Thaise koninkrijk. Het vormt het heilige centrum in Wat Phra Kaew, het koninklijke tempelcomplex in Bangkok. Het theravada boeddhisme is geworteld in de cultuur. In de rituele praktijk zijn er regionale verschillen, zoals tussen de Thai cultuur van Centraal Thailand en de Lao cultuur van het Noordoosten. De gemeenschap van monniken is groot. Naast permanent toegetreden monniken, zijn er ook tijdelijke toetreders. Het is voor een Thaise man gebruikelijk om twee maal voor een korte tijd toe te treden: als novice, als hij nog op school zit; en als monnik, voordat hij gaat trouwen. Dit zijn feestelijke momenten, die verdienste voor hemzelf en zijn familie opleveren. Thailand and Buddhism Close ties between king and state is a typical feature of Buddhism in Thailand. This connection began back in the sixth century. The Buddhist Chakri dynasty came to power in the late eighteenth century, and still rules Thailand today. Kings derive their authority from the ideal qualities ascribed to a Buddhist king. They have the status of Bodhisattva, a Buddha-to-be, having advanced far along the path to awakening. The Emerald Buddha is the most important Buddha image in the entire Thai kingdom. It is at the sacred centre of Wat Phra Kaew, the temple complex in the grounds of the royal palace. The majority of the Thai population are Buddhist, and Buddhism is deeply rooted in the country’s culture. In terms of ritual practice, there are regional differences, as between the Thai culture of Central Thailand and the Lao culture of the northeast. There is a very large monastic community in Thailand. Monasteries house not only permanent members of the community, but also temporary members. It is common for Thai males to join a monastic community twice in their lives, once as a novice, when they are still at school, and once as monks before they marry. These are festive occasions that earn merit for the individual concerned and his family. A9 Jataka’s: vorige levens van de Boeddha Het levensverhaal van de Boeddha omvat niet alleen het verhaal van Prins Siddhartha die Boeddha wordt, maar ook de verhalen over zijn vele vorige levens, Jataka’s. Als de Boeddha, vlak voor zijn ontwaking, tot een steeds dieper bewustzijn komt, herinnert hij zich deze. Bij verschillende gelegenheden vertelt hij ze aan zijn leerlingen. Eén van de meest uitgebreide verzamelingen is een tekst die 547 vorige levens van de Boeddha beschrijft. Deze tekst is vooral in Sri Lanka en Zuidoost-Azië bekend. De eerste verhalen zijn kort en vaak is de Boeddha een dier, bijvoorbeeld een aap die een apenkolonie helpt vluchten, of een hert die een verdrinkende man redt. Maar hij is ook een
brahmaan, een koopman, een koning, een boomgeest, of een minister. Naarmate de tekst vordert, worden de levensverhalen langer. De laatste tien verhalen hebben een speciale plaats in het theravada boeddhisme. De Bodhisattva, de naam voor de Boeddha als hij nog niet Boeddha is, brengt in deze verhalen zijn deugdzaamheid tot perfectie. Zo toont de Sama Jataka liefdevolle vriendelijkheid, de Mahosadha Jataka wijsheid en de Vessantara Jataka vrijgevigheid. Jataka tales: previous lives of the Buddha The Buddha’s life story includes not only the story of Prince Siddhartha who became the Buddha, but also the stories of his many previous lives, known as Jataka tales. Just before his awakening, as the Buddha reached an ever deeper state of consciousness, he recalled these lives. One of the largest collections of this type is a set of writings that chronicle 547 of the Buddha’s previous lives. It is particularly well known in Sri Lanka and Southeast Asia. The first tales are short and Buddha often appears as an animal, including a monkey that helps a monkey colony to flee and a stag that saves a drowning man. But he also features as a Brahmin, a merchant, a king, a tree spirit and a minister. The tales gradually become longer and the final ten have a special place in Theravada Buddhism. In these final tales the Bodhisattva – as he was known before he became the Buddha – attains perfection of the ten virtues. The Sama Jataka exemplifies loving kindness, the Mahosadha Jataka wisdom and the Vessantara Jataka generosity. (De tekstregels staan in volgorde van het doek . De nrs geven de volgorde van het verhaal aan.) Vessantara Jataka De Vessantara Jataka is het laatste geboorteverhaal in de Pali-Jataka tekst. Het is één van de populairste verhalen van het theravada boeddhisme. Het verhaal vertelt van de uitermate vrijgevige Prins Vessantara. Al vanaf zijn geboorte geeft hij alles weg. Door zijn vrijgevigheid vergroot Prins Vessantara zijn deugdzaamheid en verdienste zo, dat hij in zijn volgende, laatste leven Boeddha kan worden. Tijd en plaats lopen op het doek door elkaar heen. Volg de nummers om het verhaal te volgen. Vessantara Jataka The Vessantara Jataka is the final birth story in the Pali-Jataka text. It is one of the most popular tales in Theravada Buddhism. It tells of the exceedingly generous Prince Vessantara, who right from his birth gives away everything he owns. With his generosity Prince Vessantara increases his virtue and merit to such an extent that in his subsequent, final life he can become the Buddha. Time and place are mixed throughout the scroll. Follow the numbers to follow the story chronologically. Dit zijn de hoofdpersonen: Prins Vessantara (tekening) Zijn vrouw Maddi (tekening) Zijn twee kinderen (tekening)
De Brahmaan Jujaka (tekening) These are the main characters: Prince Vessantara (drawing) His wife Maddi (drawing) His two children (drawing) The Brahmin Jujaka (drawing) 1 Net geboren, vraagt Vessantara aan zijn moeder een geldbuidel. Het is het eerste dat hij weggeeft. Right after his birth, Vessantara asks his mother for a purse. It is the first item he gives away. 3 Vessantara en zijn gezin worden uit het koninkrijk verbannen, omdat hij de gelukbrengende olifant weggeeft. Iedereen in het paleis is verdrietig. Vessantara and his family are banned from the kingdom because he gave away the auspicious elephant. Everyone in the palace is sad. 4 Mensen knielen neer voor Vessantara om zijn geschenken te ontvangen. People kneel before Vessantara to receive his gifts. 2 8 priesters, brahmanen, vragen Vessantara hun een witte olifant te schenken. Deze geluksolifant moet regen brengen in hun droge land. 8 priests, Brahmins, ask Vessantara to give them a white elephant. This auspicious elephant should bring rain to their dry land. 5 Ook de paarden waarmee Vessantara het paleis verlaat, geeft hij weg. Vessantara even gives away the horses with which he left the palace. 6 Goden in de vorm van herten vervangen de paarden, maar ook de wagen geeft hij cadeau. Gods in the shape of deer replace the horses, but he donates the wagon as well. 7 Te voet gaat Vessantara met vrouw en kinderen verder. Vessantara continues on foot with his wife and children. 8 Vessantara overnacht in het paleis van zijn oom. Daarna reist hij te voet verder. Vessantara spends the night in the palace of his uncle. Then he continues his journey on foot. 9 Ondertussen gaat de slechte brahmaan Jujaka zijn geld ophalen. Als de familie niet kan
betalen geven zij hun dochter mee. Het meisje zorgt goed voor de brahmaan, haalt zijn water, maar wordt gepest door de andere vrouwen. In the meantime, the evil Brahmin Jujaka collects his money. When the family can’t pay, they donate their daughter. The girl takes good care of the Brahmin and fetches his water, but is bullied by the other women. 10 Jujaka gaat op zoek naar nieuwe hulpjes; hij wil Vessantara’s kinderen hebben; die moeten hem helpen. Jujaka searches for new servants. He wants Vessantara’s children: they should be helping him. 11 Onderweg ontmoet hij een bosopziener. Jujaka overtuigt de bosopziener dat hij Vessantara geen kwaad wil doen. Ook de asceet Accata wijst hem vol vertrouwen de weg. Along the way he meets a forest ranger. Jujaka convinces the ranger that he means Vessantara no harm. The ascetic Accata, too, points him in the right direction trustingly. 12 Vessantara en zijn gezin lopen door het bos en zien de meest wonderlijke dieren, zoals een olifant-vogel. Vessantara and his family walk through the forest and see the most amazing animals, such as an elephant-bird. 13 Jujaka heeft Vessantara gevonden en vraagt of hij zijn kinderen mag hebben. Met veel pijn in het hart geeft hij ze weg. Het is het meest kostbare geschenk dat hij kan geven. Vastgebonden aan een touw trekt Jujaka de huilende kinderen mee. Jujaka found Vessantara and asks if he can have his children. With a heavy heart he gives them away. It is the most precious gift he has to give. Tied to a rope, Jujaka pulls the crying children away. 16 Vessantara geeft ook zijn vrouw Maddi weg, maar de god Indra geeft haar weer terug. Vessantara also gives his wife Maddi away, but the god Indra gives her back. 15 Maddi ontdekt dat haar kinderen weg zijn. Vol verdriet gaat zij zoeken. Maddi discovers that her children are missing. Full of sorrow, she searches for them. 14 Maddi zoekt in het bos naar vruchten en wordt tegengehouden door goden in de vorm van wilde dieren. Maddi searches the forest for fruits and is stopped by gods in the shape of wild animals.
17 Jujaka slaapt in een boom. De kinderen zijn vastgebonden met een touw. Jujaka sleeps in a tree. The children are tied with a rope. 18 Jujaka komt bij het paleis van Vessantara’s vader. De koning herkent zijn kleinkinderen en koopt ze voor veel geld terug. Jujaka arrives at the palace of Vessantara’s father. The king recognises his grandchildren and pays a great sum to buy them back. 19 Jujaka is nu zo rijk, dat hij alles kan eten wat hij wil. Zo sterft hij van al dat eten. Jujaka is now so rich he can eat what he wants. Thhis is how he eats himself to death. 20 De koninklijke familie gaat naar het bos om Vessantara en Maddi te herenigen met hun kinderen. The royal family goes to the forest to reunite Vessantara and Maddi with their children. 21 Gezamenlijk keren ze terug naar het paleis. Together they return to the palace.
(gang) De Dharma, het tweede juweel Als de Boeddha op sterven ligt, stelt hij zijn volgelingen gerust door te zeggen dat alles wat hij heeft verkondigd, de Dharma, na zijn dood hun leidraad zal zijn. Het verzamelen van alles wat de Boeddha heeft gezegd, leidt uiteindelijk tot bibliotheken vol met teksten. Nog steeds kunnen er nieuwe teksten aan worden toegevoegd. Elk klooster bewaart zijn eigen selectie. De teksten die in Sri Lanka in omloop waren, werden al vroeg in de Pali-Canon vastgelegd. Deze bestaat uit drie delen, Tripitaka. Het eerste deel, de Vinaya-Pitaka, betreft de orderegels voor monniken en nonnen. Het tweede deel, de Sutta-Pitaka, bevat de leerredes van de Boeddha. Het derde deel, de Abhidhamma-Pitaka, omvat teksten die de leer op een hoger abstractieniveau uitleggen. Ook in China werden initiatieven genomen om teksten in een canon vast te leggen. In de tiende eeuw ontstond het gebruik om dat met drukblokken te doen. Dit vond navolging in Korea. De ruim 81.000 houten drukblokken van de Tripitaka Koreana zijn het oudste en best bewaarde voorbeeld. Duizenden arbeiders waren er 16 jaar lang mee bezig. De dubbelzijdige drukblokken bevatten ruim 1500 boeddhistische teksten.
The Dharma, the second jewel As the Buddha lay on his deathbed he reassured his followers by telling them that everything he had proclaimed, the Dharma, would be their guide after his death. Everything the Buddha had said was gathered together and written down afterwards, eventually filling whole libraries. New texts can still be added to today. Every monastery keeps its own selection. The texts circulating in Sri Lanka were recorded at an early stage in the Pali Canon, which consists of three parts known as the Tripitaka. The first part, the Vinaya Pitaka, concerns the
rules applying to monks and nuns. The second part, the Sutta Pitaka, contains the Buddha’s sermons. The third part, the Abhidhamma Pitaka, contains texts that explain his teachings at a higher level of abstraction. In China, too, Buddhists undertook the recording of texts in a canon. The custom of using printing blocks for this purpose emerged there in the tenth century. Korea began to do the same. The 81,000-plus blocks that comprise the Tripitaka Koreana are the oldest and best preserved example. Thousands of workers spent 16 years on them. The double-sided printing blocks contain over 1500 Buddhist texts. Zaal 4a A. China en boeddhisme Rond 2000 jaar geleden begint de verspreiding van het boeddhisme via Centraal-Azië naar China. In hoog tempo worden veel belangrijke boeddhistische werken in het Chinees vertaald. Het boeddhisme wordt één van de drie belangrijke religies van China naast het confucianisme en het daoïsme. Het boeddhisme had een andere kijk op het leven dan het confucianisme. Een zoon die zijn familie verliet om monnik te worden, was naar confucianistische maatstaven ontrouw aan zijn familie. Toch gingen kloosters een belangrijke rol spelen in China, ook omdat ze openstonden voor leken. Onder invloed van het daoïsme, dat eenvoud hoog in het vaandel heeft, ontwikkelt het chan boeddhisme zich vanaf de zesde eeuw. Deze mahayana stroming legt nadruk op meditatie als sleutel tot verlichting en leert dat wijsheid in het leven van alle dag kan worden gevonden. Chan boeddhisme verspreidt zich vanuit China naar Vietnam (als thien), naar Korea (als seon) en in de 13de eeuw naar Japan (als zen). Tijdens de Chinese Culturele Revolutie (1949-1979) wordt religie als vijand van de communistische staatsideologie gezien. Kloosters worden gesloten en boeddhistische kunst vernietigd. Nu is het boeddhisme één van vijf wettelijk erkende religies. China and Buddhism Buddhism began to spread from Central Asia to China around 2000 years ago. Many works of Buddhism were rapidly translated into Chinese. Buddhism became one of the three main religions in China, alongside Confucianism and Daoism. Buddhism offers a different outlook on life than Confucianism. A son who left his family to become a monk was seen as disloyal, by Confucianist standards. Nevertheless, monasteries began to play a key role in China, partly because they were also open to laymen. Chan Buddhism developed from the sixth century onwards under the influence of Daoism, which teaches appreciation of simplicity. This form of Mahayana Buddhism emphasises meditation as the key to enlightenment and teaches that wisdom can be found in everyday life. Chan Buddhism spread from China to Vietnam (as Thien), Korea (as Seon) and, in the 13th century, to Japan (as Zen). During the Chinese Cultural Revolution (1949-1979) religion was seen as an enemy of state ideology. Monasteries were closed and Buddhist art was destroyed. Now Buddhism is one of the five legally acknowledged religions in China. De Sangha, het derde juweel Monniken horen bij het allereerste begin van het boeddhisme. De eerste vijf leerlingen van de Boeddha zijn, volgens het verhaal, ook de eerste vijf monniken. Zij luisteren naar de Boeddha’s eerste leerrede, met kaalgeschoren hoofd en het monnikskleed aan. Zij vormen
de eerste Sangha, gemeenschap van monniken. Nog steeds is er een regel die bepaalt dat voor een monnikswijding een Sangha nodig is van tenminste vijf monniken. De Boeddha gaf de eerste monniken instructies om zijn leer te verspreiden. Al vroeg kwamen monniken via handelsroutes naar China om de leer van de Boeddha daar te onderwijzen. Chinese monniken gingen op hun beurt als pelgrims naar India. Ze bezochten belangrijke plaatsen van het heilige land en ook de befaamde kloosters. Het verzamelen van boeddhistische teksten was een belangrijke motivatie. Kloosters waren rustpunten op gevaarlijke routes. Eén van de bekendste was het Mogao grottencomplex, in de buurt van de oasestad Dunhuang. Honderden boeddhistische grotten zijn er in een twee kilometer lange klif uitgehouwen. Ze dateren uit de vierde tot veertiende eeuw. Sommige waren tempels en gebedshallen, andere deden dienst als monnikenverblijven. The Sangha, the third jewel Monks have been associated with Buddhism from the very beginning. The Buddha’s first five students were, according to his life story, also the first five monks. They heard the Buddha’s first sermon, had shaved heads, wore monks’ robes, and formed the first sangha, or community of monks. There is still a rule that a sangha of at least five monks is needed for a monk to be ordained. The Buddha instructed the first monks to spread his teachings. Soon, monks flocked to China via trade routes to teach the word of the Buddha. In turn, Chinese monks travelled to India as pilgrims, to visit important sites and famous monasteries in the holy land. They took hundreds of texts back to China, where they translated them into Chinese. Monasteries were safe havens on dangerous journeys. One of the most famous is the Mogao cave network near the oasis town of Dunhuang, where hundreds of Buddhist grottoes were carved into a two kilometre long cliff face. They date from the fourth to the fourteenth centuries. Some were temples and prayer halls, others provided accommodation for monks. Zaal 4b Indonesië en boeddhisme Het boeddhisme bereikt in de vijfde eeuw na Chr. de westelijke eilanden van Indonesië. Als de Chinese pelgrim Yijing in de zevende eeuw in Shrivijaya in Sumatra komt, is hij onder de indruk van het boeddhisme daar. Hij zegt dat er meer dan duizend monniken zijn en veel interessante teksten. Hij keert nog twee keer terug om teksten te kopiëren. Het laat zien dat niet alle boeddhistische kennis uit India kwam en dat er al vroeg ook elders in Azië centra van boeddhisme ontstonden. De bloeiperiode van het boeddhisme is in de achtste en negende eeuw. De mahayana boeddhistische Shailendra dynastie is dan in Midden-Java aan de macht en initieert grootse bouwprojecten, zoals de Borobudur stoepa. Vanaf de dertiende eeuw groeit de islam. Het boeddhisme verdwijnt vrijwel geheel, maar in de twintigste eeuw komt het terug via de Theosofische Vereniging en een Sri Lankaanse monnik die in 1934 Java bezoekt. Na de Indonesische onafhankelijkheid was het vooral The Boan An (1923-2002), van Chinese afkomst, die zich sterk maakte voor het boeddhisme. Hij werd de eerste boeddhistische monnik in het onafhankelijke Indonesië en stichtte er de eerste Sangha.
Indonesia and Buddhism Buddhism reached the western islands of Indonesia in the fifth century AD. When the Chinese pilgrim Yijing arrived at Shrivijaya in Sumatra in the seventh century he was impressed by the Buddhism he encountered there. He found more than one thousand monks and many interesting texts. Yijing returned to Sumatra twice to copy more texts. This shows that not all Buddhist knowledge came from India and that Buddhist centres also developed elsewhere in Asia at an early stage. The heyday of Indonesian Buddhism was in the eighth and ninth centuries, when the Buddhist Shailendra dynasty was in power in Central Java. Its kings initiated grand construction projects such as the Borobudur stupa. From the thirteenth century, Islam began to grow. Buddhism disappeared almost entirely, although in the twentieth century it returned via the Theosophical Movement and a Sri Lankan monk who visited Java in 1934. Buddhism was revived in Indonesia after independence, mainly due to the efforts of Tee Boan An (1923-2002), an Indonesian-born Chinese. He became the first Buddhist monk in post-independence Indonesia, and founded the first Sangha there. Stoepa’s en relieken Na de crematie van de Boeddha verdeelt een brahmaan, Drona, de overgebleven relieken in acht porties voor acht vorsten. Ieder brengt zijn deel naar zijn rijk en bouwt er een stoepa overheen. Een latere traditie vertelt dat Ashoka, een belangrijke Indiase koning, de oorspronkelijke relieken in 84.000 porties in even zoveel stoepa’s herverdeelt. De stoepa is het boeddhistische bouwwerk bij uitstek, dat bedoeld is voor het bewaren van relieken. Vaak financieren vorsten de bouw ervan. Zij ontlenen er een deel van hun macht aan. De relieken die erin worden bewaard zijn de relieken die overbleven na de crematie van de Boeddha, zoals een stukje bot, een tand, of parelachtige korreltjes. Het kunnen ook teksten zijn die de essentie van de boeddhistische leer weergeven. Dat zijn de dharmarelieken. Eén van de grootste en meest ingenieus ontworpen stoepa’s is Borobudur, in Midden-Java, die rond 800 is gebouwd. Het is niet meer bekend welke reliek hij ooit bevatte. Waarschijnlijk was het een dharma-reliek. Geen andere stoepa heeft zoveel Boeddhabeelden en zoveel gebeeldhouwde panelen die boeddhistische teksten in beeld brengen. Stupas and relics After the Buddha was cremated a Brahmin named Drona divided the remaining relics into eight portions and gave them to eight kings. Each took his portion back to his country and built a stupa over it. A later tradition tells how Ashoka, an important Indian king, re-divided the original relics into 84,000 portions and redistributed them in 84,000 stupas. A stupa is the quintessential Buddhist structure for storing relics. Kings often commissioned stupas to be built. It gave them prestige and added to their power. The relics contained in stupas may be physical remains, such as pieces of bone, teeth or pearl-like grains. They may also be texts reflecting the essence of the Buddha’s teachings. These are known as dharma relics. One of the largest and most ingeniously designed stupas is at Borobudur in Central Java, built around AD 800. It is unclear which relic it originally housed; probably it was a dharma relic. No other stupa has so many Buddha statues and so many carved panels illustrating Buddhist texts.
Zaal 4 Sri Lanka en boeddhisme Sri Lankaanse kronieken vertellen hoe het boeddhisme in de derde eeuw voor Chr. naar Sri Lanka kwam en door opeenvolgende vorsten werd beschermd. Ze vertellen ook over het ontstaan van de heilige plaatsen in Sri Lanka. Eén ervan is Anuradhapura, waar al in de derde eeuw voor Chr. een stekje van de Bodhiboom naartoe was gebracht. Een andere heilige plaats is op de top van een hoge berg. Daar is een rotsformatie die lijkt op een voetafdruk. Voor boeddhisten is deze van de Boeddha en liet hij hem achter toen hij vliegend vanuit India naar Sri Lanka kwam en op die bergtop landde. Ook is de tempel in Kandy belangrijk, omdat er een tand van de Boeddha zou worden bewaard. Jaarlijks wordt het reliekkistje uit de tempel gehaald. In een processie vol pracht en praal gaat een olifant met het reliekkistje door de stad, zodat iedereen kan delen in de zegende werking van de tandreliek. Naast de tandreliek, worden ook het stekje van de Bodhiboom en de voetafdruk van de Boeddha als relieken van de Boeddha vereerd. Ze behoren tot de contact-relieken, die in aanraking met de Boeddha zijn geweest. Sri Lanka and Buddhism Sri Lankan chronicles relate how Buddhism came to Sri Lanka from India in the third century BC and was protected by successive kings. They also narrate the origin of sacred sites in Sri Lanka. One of these is at Anuradhapura, where a cutting from the Bodhi tree grows. It is said to have been brought there in the third century BC. Another holy site is at the top of a mountain, where a rock formation resembles a footprint. Buddhists believe this is the footprint of the Buddha, which he left behind when he flew from India to Sri Lanka and landed on this mountain top. Furthermore, the temple in Kandy is significant, because one of the Buddha’s teeth is believed to be kept there. Annually the tooth relic casket is taken from the temple. A beautifully decorated elephant carries it through the city in a procession full of splendour and pageantry so that everyone can share in the blessings of the tooth relic. The cutting from the Bodhi tree and the Buddha’s footprint are also honoured as relics of the Buddha. They are ‘contact relics’, things that once came into contact with the Buddha. Zaal 5 A. Myanmar en boeddhisme Het boeddhisme heeft een lange geschiedenis in Myanmar, die in de vijfde eeuw begint. Tussen de elfde en dertiende eeuw bloeit een belangrijk rijk dat zijn centrum heeft in Pagan. Nergens anders werden zoveel stoepa’s en boeddhistische tempels bij elkaar gebouwd. Zowel de theravada traditie als mahayana ideeën bereiken Pagan. Later wordt het theravada boeddhisme als meest zuiver gezien. In de negentiende eeuw laat één van de laatste boeddhistische vorsten de hele Pali-Canon op meer dan 700 onverwoestbare marmeren steenplaten uithakken, zodat de leer van de Boeddha inderdaad, zoals de traditie zegt, tot 5000 jaar na zijn dood zal blijven bestaan. De religieuze praktijk bestaat vooral uit het doen van donaties en het bezoeken van heilige plaatsen. Het levert verdienste op die voorspoed brengt in het huidige leven en hoop biedt op
een beter bestaan in een volgend leven. De drie belangrijkste heilige plaatsen zijn de Swedagon stoepa en de Gouden Rots, allebei met haarrelieken, en de tempel met het Mahamuni Boeddhabeeld. Het verhaal vertelt dat de Boeddha zelf opdracht had gegeven om dat beeld te maken. Daarna maakte hij het met zijn eigen adem levend. Het beeld kan zo het leven van de Boeddha voortzetten. Myanmar and Buddhism Buddhism has a long history in Myanmar, stretching back to the fifth century. Between the eleventh and thirteenth centuries an important kingdom centred on Pagan flourished. More stupas and Buddhist temples were built there than anywhere else in the world. Both the Theravada tradition and Mahayana ideas arrived in Pagan. Eventually, Theravada Buddhism came to be seen as most pure. In the nineteenth century one of the last Buddhist monarchs had the entire Pali Canon carved on over 700 durable marble tablets so that the Buddha’s teachings would, as tradition has it, continue to exist for 5000 years after his death. Religious practice focuses on making donations and visiting sacred sites. Through such religious acts merit accumulates that will bring prosperity in one’s current life and ensure a better rebirth. The three most important sacred sites are the Shwedagon Pagoda and the Golden Rock, both of which have hair relics, and the temple housing the Mahamuni Buddha statue. The story goes that the Buddha himself commissioned the statue. He then brought it to life with his own breath. As such, the statue continues the life of the Buddha. De Boeddha’s voetafdrukken In veel landen waar het boeddhisme kwam, zijn voetafdrukken van de Boeddha te vinden. Soms is het er één, soms is het een paar. Meestal zijn ze verbonden met verhalen die vertellen dat de Boeddha op die plaats was geweest en er zijn voetafdruk had achtergelaten. Ze zijn bijna altijd groter dan een menselijke voet. De voetafdrukken zijn versierd met boeddhistische symbolen: een wiel, chakra, dat verwijst naar het moment dat de Boeddha het wiel van de boeddhistische leer in beweging zet; het symbool voor de drie juwelen van het boeddhisme; en allerlei andere gelukbrengende symbolen, tot wel 108 in totaal. Het zijn de symbolen die we soms ook op de voetzolen van Boeddhabeelden zien. Door hun tastbare relatie met de Boeddha zijn plaatsen met voetafdrukken belangrijke plaatsen van pelgrimage en verering. Ze markeren een gebied ook als boeddhistisch land. Sommige boeddhistische koningen in Thailand en Myanmar propageerden de verering van voetafdrukken als onderdeel van hun politiek om een gebied onder hun boeddhistische invloedsfeer te krijgen. The Buddha’s footprints Footprints of the Buddha are found in many countries that adopted Buddhism. Sometimes there is only a single footprint, sometimes a pair. The footprints are generally associated with tales relating how the Buddha visited the place and left behind his footprint. They are almost always larger than a human foot. The footprints are decorated with Buddhist symbols: a wheel, chakra, which refers to the moment when the Buddha set the wheel of Buddhist teaching in motion; the symbol of the three jewels of Buddhism; and all kinds of auspicious symbols – no fewer than 108 in total. These are the symbols that are sometimes also seen on the soles of the feet of Buddha statues. Because of their physical association with the Buddha, sites with footprints are sacred places of pilgrimage and worship. They also mark a region as fully Buddhicized. Some Buddhist
kings in Thailand and Myanmar promoted the worship of footprints as part of their policy of territorial appropriation. Zaal 6 Nederland en boeddhisme Veel Nederlanders zijn op zoek naar nieuwe vormen van spiritualiteit en zingeving en sommigen vinden dit bij het boeddhisme. Vaak speelt mee dat het boeddhisme niet als religie te boek staat, maar als een manier van leven die inspiratie en richting geeft. Ook trekt de praktijk van meditatie, die rust geeft in een stressvolle wereld. Vooral het Tibetaans boeddhisme en het zenboeddhisme zijn daarom populair. Ook de vipassana-meditatie uit de theravada traditie vindt navolging. Hieruit is het succesvolle mindfulness voortgekomen. Het idee van verlossing, zoals verwoord in de derde edele waarheid, wordt veelal juist losgelaten. De Dalai Lama voorspelde dergelijke aanpassingen al in 1990. Hij sprak toen van ‘tulpenboeddhisme’. Naast nieuwe Nederlandse boeddhisten kent Nederland ook boeddhisten die vanuit Azië naar Nederland immigreerden. Zij richtten hun eigen tempels op, zoals de Thaise tempel in Waalwijk en de Tibetaanse stoepa in Hantum. Zowel boeddhistische meditatie als het Boeddhabeeld zijn tegenwoordig ook buiten kringen van boeddhisten populair. The Netherlands and Buddhism Many Dutch people are in search of new forms of spirituality and meaning, and some find it in Buddhism. They are often attracted by the fact that Buddhism is regarded more as a way of life providing inspiration and direction, rather than a religion. The practice of meditation, which brings peace in a stressful world, also attracts people. Tibetan Buddhism and Zen Buddhism are therefore particularly popular, though meditation techniques like the Vipassana technique from the Theravada tradition also attract followers. Mindfulness, which has proved very successful here, stems from this form of meditation. However, the idea of salvation, as expressed in the third noble truth, has generally been abandoned. The Dalai Lama predicted such adaptations in 1990, referring to the emergence of ‘Tulip Buddhism’. As well as new Dutch Buddhists, there are also Buddhists who have moved here from Asia. They have established their own temples, including the Thai temple in Waalwijk and the Tibetan stupa in Hantum. Both Buddhist meditation and Buddha statues have also become popular among circles of non-Buddhists.. Zaal 7 A. Japan en boeddhisme Het boeddhisme begint in Japan officieel in de zesde eeuw. Een Koreaanse vorst stuurt dan een missie naar de Japanse keizer met monniken en nonnen, een Boeddhabeeld en boeddhistische teksten. In de achtste eeuw krijgt elke provincie een boeddhistische staatstempel ter bescherming van keizer en staat. In de 9de eeuw ontstaan twee nieuwe stromingen: tendai en shingon. Zij benadrukken dat iedereen een potentiële Boeddha-natuur heeft en gered kan worden door de zegen van de Boeddha. Vanaf de dertiende eeuw ontstaan er ook rituele tradities buiten de staat om. Later leidt dat tot organisaties die reineland-boeddhisme of zen-boeddhisme propageren. Zij brengen het
boeddhisme dichter bij het gewone volk. In het Japan van nu beperkt religie zich vooral tot belangrijke momenten in het leven, zoals geboorte en dood. Vaak bedienen verschillende religies, zoals het shintoisme en christendom verschillende aspecten van het leven. Er is een heel scala van rituele mogelijkheden voor wie problemen ervaart. De rituele organisaties bieden bescherming en voorkomen ongelukken en rampen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de achterliggende ideeën of ideologieën. Het gaat om de meest effectieve werking van een Boeddha of Bodhisattva binnen het ritueel. Japan and Buddhism Buddhism officially began in Japan in the sixth century, when a Korean king sent a delegation of monks and nuns to the Japanese Emperor with a statue of the Buddha and a collection of Buddhist writings. In the eighth century each province was given its own Buddhist state temple to protect the Emperor and the state. Two new schools of Buddhism emerged in the ninth century: Tendai and Shingon. They emphasise that everyone has a potential Buddha nature and can be saved by the blessing of the Buddha. From the thirteenth century onwards ritual traditions began to emerge separately from the state. This later led to organisations that promoted Pure Land Buddhism and Zen Buddhism, which brought Buddhism closer to the common people. In contemporary Japan religion features mainly at important moments in life, such as birth and death. Different religions, including Shintoism and Christianity, often serve different aspects of life. A whole range of ritual possibilities is open to anyone who has problems. Ritual organisations offer protection from accidents and disasters. No distinction is drawn between the underlying ideas or ideologies. The efficacy of a Buddha or Bodhisattva within the ritual is most important. A. Leven na de dood De zorg voor de overledenen is in Japan aan boeddhistische priesters toevertrouwd. Het betreft niet alleen de uitvaart, maar ook de begeleiding van de overledene door dertien stadia op weg naar volledige rust. De cultus van relieken is ook belangrijk. Mensen komen ervoor naar de tempel, op zoek naar positief karma en met de verwachting van genezing en voorspoed. De relieken zijn niet altijd lichaamsdelen van de Boeddha. Het kunnen ook teksten of allerlei voorwerpen zijn. Een reliek kan ook gemaakt worden; zo’n reliek is als het ware gestold positief karma. De organisaties die devotie voor de Boeddha Amitabha organiseren, hebben de grootste aanhang. Wie de naam van deze Boeddha uitspreekt, kan bij zijn dood rekenen op zijn komst. Hij komt dan vanuit zijn ‘reine land’ in het westen. Het is rein door een overmaat aan positief karma. Wie daar wordt wedergeboren, kan dichter bij ontwaking en verlossing komen. Ook wordt veel beroep gedaan op de Bodhisattva Kshitigarbha. Deze biedt redding aan wezens uit alle niveaus van het bestaan, ook uit de hellen en de godenwereld. Sinds een halve eeuw is Kshitigarbha in tempels vooral afgebeeld als beschermer van onnatuurlijk overleden kinderen en geaborteerde foetussen. Langs de Japanse wegen zien we veel kleine beeldjes van Kshitigarbha als begeleider op het (levens)pad. Life after death Care of the dead is a task left to Buddhist preachers. They are not only responsible for the funeral, but also for guiding the deceased through the thirteen stages on the path to complete peace.
The cult of relics is also important. People come to the temple for them, in search of positive karma, and expecting them to bring healing and prosperity. Relics are not always parts of the Buddha’s body. They may be texts or objects, and can also be created, in which case they are regarded as solidified positive karma. The organisations responsible for arranging devotion for the Buddha Amitabha have the largest following. Anyone reciting the name of this Buddha can be assured of his arrival at the moment of their death. He comes from the ‘Pure Land’ in the west – pure because of an excess of positive karma. Anyone who is reborn there will come closer to awakening and salvation. Many people appeal to the Bodhisattva Kshitigarbha, who rescues creatures from all levels of existence, including from the hells and the world of the gods. For the past half century Kshitigarbha has been depicted in temples mainly as the protector of children who have died an unnatural death and aborted babies. Many small statues of Kshitigarbha as the guide along the path of life stand beside roads in Japan. A. Tibet en boeddhisme Vanaf de zevende eeuw bereikt het boeddhisme Tibet in een vorm die diamanten voertuig, vajrayana, wordt genoemd. Dit voorziet in een sneller pad naar ontwaken. Het kan zowel voor wereldse als voor boven-wereldse doeleinden worden ingezet. Magische formules en mandala’s spelen daarbij een belangrijke rol. Methoden die taboes doorbreken, helpen op dit snelle, directe pad. Deze kunnen alleen aan geïnitieerden geopenbaard worden. Dit boeddhisme ontwikkelde zich, in samenhang met lokale tradities, tot het Tibetaans boeddhisme. Dat verspreidt zich naar Bhutan, Mongolië en delen van India en Nepal. Boeddhisme speelt een centrale rol in de maatschappij. Het bepaalt ethische normen en voedt ideeën over het menselijk bestaan. Ook geeft het ritme aan het leven van alledag, door de zorg voor de huisaltaren, het tellen van gebedskralen en het draaien van gebedsmolens. Ook pelgrimage hoort bij de religieuze praktijk. Het klooster vormt het organisatorische hart van het Tibetaans boeddhisme. Vanaf 1951 begint de communistische Volksrepubliek China steeds meer controle op Tibet uit te oefenen. Ondanks intense onderdrukking van het boeddhisme door de Chinese overheid, ging de persoonlijke religieuze beleving van de grote meerderheid van de Tibetanen nooit verloren. Sinds 1978 versoepelde China haar beleid, maar onderdrukking blijft bestaan. Tibet and Buddhism Buddhism reached Tibet in the seventh century in a form known as Vajrayana, which means ‘diamond vehicle’. This provides a quicker path to enlightenment, and can be used for both worldly and higher purposes. Magic formulas and mandalas play a key role. Methods that break taboos help people along this quick, direct path, but they can only be revealed to the initiated. This form of Buddhism developed with local traditions into what we know today as Tibetan Buddhism. It subsequently spread to Bhutan, Mongolia and parts of India and Nepal. Buddhism plays a central role in Tibetan society, determining ethical standards and informing ideas about human existence. It also imparts rhythm to daily life, through rituals like the care of house altars, the counting of prayer beads and the turning of prayer wheels. Pilgrimage is also part of religious practice in Tibet. The monastery is the organisational heart of Tibetan Buddhism. From 1951 onwards the Communist People’s Republic of China began to control Tibet more and more. Despite severe repression of Buddhists by the Chinese government, the vast
majority of Tibetans have never relinquished their religious beliefs. China has relaxed its policy towards Tibet since 1978, though repression still persists. A. De Boeddha en andere Boeddha´s Naast de Boeddha, zijn er in het Tibetaans boeddhisme vele andere Boeddha’s. Niet alleen Boeddha’s van verleden tijd en toekomstige tijd, maar ook Boeddha’s van andere kosmische stelsels. Het kosmische aspect van de Boeddha is niet geheel nieuw. Het komt al naar voren in het verhaal over de wonderdaden in Shravasti. De Boeddha imponeert zijn tegenstanders dan door zichzelf te vermenigvuldigen tot vele Boeddha’s in de kosmos. In het Tibetaans boeddhisme is een groep van vijf kosmische Boeddha’s belangrijk. Ze zijn elk verbonden met een eigen windrichting, kleur, handhouding, gemalin, en rijdier. Zo is Amitabha verbonden met het westen en de kleur rood. Er is ook een groep van 35 Boeddha’s met speciale krachten om negatief karma te vernietigen. Ook zijn er acht medicijn Boeddha’s, die genezing kunnen brengen. Eén van hen is de Boeddha zelf, die zich in de oudste teksten al als een heelmeester presenteert. Tenslotte worden leermeesters, lama’s, zo belangrijk in het Tibetaans boeddhisme dat zij, als vertegenwoordigers van de boeddhaessentie, in bepaalde rituelen ook als Boeddha worden gezien. Naast toevlucht in de Boeddha, de Dharma en de Sangha, wordt in Tibet daarom ook toevlucht genomen in de leermeesters. The Buddha and other Buddhas Besides the Buddha many other Buddhas exist in Tibetan Buddhism, not only Buddhas of past and future times, but also Buddhas of other cosmic systems. The cosmic aspect of Buddha is not entirely new. It already occurs in the story of the miracles in Shravasti, when the Buddha impressed his opponents by multiplying himself into many Buddhas. A group of five cosmic Buddhas are important in Tibetan Buddhism. They each correspond with their own cardinal direction, colour, hand position, consort and mount. Amitabha, for example, is connected with the west and the colour red. There also exists a group of 35 Buddhas with special powers who can destroy negative karma, and there are eight medicine Buddhas who can bring healing. One of them is the Buddha himself, who already presents himself as a healer in the oldest texts. Finally, the teachers, or lamas, are so important in Tibetan Buddhism that in certain rituals they are seen as Buddha, being representatives of the Buddha essence. Tibetan Buddhists therefore not only have recourse to the Buddha, the Dharma and the Sangha, but also the lamas. Zaal 8 A. Het ontstaan van het Boeddhabeeld Een wijdverspreid verhaal vertelt over het ontstaan van het eerste Boeddhabeeld. Een koning wil de Boeddha bezoeken, maar die blijkt niet aanwezig. De koning is vreselijk teleurgesteld. Hij besluit een beeld te maken dat op de Boeddha lijkt. Als de Boeddha terugkeert, stemt deze in met het plan. Hij geeft aan dat het maken en vereren van het beeld verdienste zal geven. De koning laat een beeld maken met de 32 tekenen van een groot persoon. Hij nodigt de Boeddha uit om het beeld te bekijken. Het beeld groet de Boeddha en de Boeddha kijkt het beeld aan. Zijn blik bezielt het beeld. De Boeddha zegt tegen het beeld dat het na zijn dood nog 5000 jaar moet blijven bestaan om zijn leer te ondersteunen. Net als de relieken, zetten Boeddhabeelden de aanwezigheid van de Boeddha na zijn dood voort. Omdat de meeste beelden niet een directe relatie met de Boeddha hebben, moeten ze opgeladen worden met zijn aanwezigheid. Dat kan door een reliek, bijvoorbeeld een stukje
tekst, in het beeld sluiten. Het kan ook door het levensverhaal van de Boeddha ritueel in het beeld te brengen. Het openen van de ogen is overal een essentieel onderdeel van het ritueel. The first Buddha statue One widely told story is an account of how the first Buddha statue was created. A king came to visit the Buddha but found he was not present and was terribly disappointed. He decided to make a statue that resembled the Buddha. When the Buddha returned, he agreed to the plan, and said that making and honouring the statue would earn him merit. The king had a statue made with the 32 signs of a great man. He invited the Buddha to view the statue. The statue greeted the Buddha and the Buddha looked at the statue. His look animated the statue, and the Buddha entrusted it to continue existing for 5000 years after his death, so as to support his teachings. Like the relics, Buddha statues perpetuate the Buddha’s presence even after his death. Since most statues do not have a direct relationship with the Buddha they have to be charged with his presence, for example by enclosing a relic or a text fragment inside, or by ritually infusing the image with the life story of the Buddha. Opening the eyes is an essential part of the ritual everywhere. A. Een nieuwe Boeddha De Boeddha zei eens: ‘Wie de Dharma ziet, ziet mij; wie mij ziet, ziet de dharma’. Een zelfde idee bestaat over de relieken van de Boeddha. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een verhaal van Mahinda, de zoon van koning Ashoka. Als hij in Sri Lanka is, klaagt hij dat hij de Boeddha al zo lang niet heeft gezien. De Sri Lankaanse koning is verbaasd, want de Boeddha is toch al lang overleden? Mahinda bedoelt dat hij al lang geen relieken heeft gezien. ‘Als we de relieken zien, zien we de Boeddha’, zo legt hij uit. Maar ook de Dharma en de relieken houden eens op te bestaan, volgens veel tradities 5000 jaar na de dood van de Boeddha. De voorspelling zegt dat de relieken zich dan allemaal in Bodhgaya zullen verzamelen. Ze zullen daar nog één keer de gestalte van de Boeddha aannemen. Er zal een groot vuur ontstaan dat dit relieklichaam zal vernietigen. Zo komen ook de relieken uiteindelijk tot parinirvana. Als de Dharma en de relieken er niet meer zijn, is het leven van de Boeddha, Gautama, pas echt voorbij. Dan is het tijd voor een nieuwe Boeddha, Maitreya. A new Buddha The Buddha once said: ‘He who sees the Dharma sees me; he who sees me sees the Dharma’. A similar idea exists about the relics of the Buddha, as shown for example in a story about Mahinda, the son of King Ashoka. On a visit to Sri Lanka he complained that he had not seen the Buddha for so long. The Sri Lankan king was surprised – did not the Buddha die long ago? Mahinda meant that he had not seen any relics for so long, and explained that ‘when we behold the relics, we behold the Buddha’. But the Dharma and the relics will also cease to exist at some point – 5000 years after the death of the Buddha, according to many traditions. Predictions say that the relics will then gather in Bodhgaya, where they will once more assume the form of the Buddha. Then a great fire will destroy this relic body, and all the relics, too, will attain parinirvana. Only when the Dharma and the relics no longer exist will the life of the Buddha, Gautama, truly come to an end. Then the time will have come for a new Buddha, Maitreya.
Tekst bij donatiedozen Vrijgevigheid is één van de deugden die boeddhisten helpen op hun weg naar verlossing. In veel boeddhistische tempels staan daarom donatiedozen. De gever verzamelt met zijn gift verdienste. Dat brengt geluk in dit leven en heeft effect op een volgend leven. Generosity is one of the virtues that help Buddhists attain enlightenment. Charity boxes are therefore a common sight at Buddhist temples. The giver collects merits by making a donation, bringing good fortune in this life and influencing the next. Box 1 Uw donatie komt ten goede aan I Your donation will support the work of: Dutch Foundation for Ladakhi Nuns Doel: het ondersteunen van Tibetaans-boeddhistische nonnen in Ladakh The Dutch Foundation for Ladakhi Nuns Goal: to support Tibetan Buddhist nuns in Ladakh Box 2 Uw donatie komt ten goede aan l Your donation will support the work of: Stichting Vluchtelingenwerk The Dutch Council for Refugees Box 3 Uw donatie komt ten goede aan l Your donation will support the work of: UNICEF