De Bibliotheek en Jeugdgezondheidszorg Utrecht: korte lijnen! EEN INTERVIEW
Irma: ‘In gesprekken met ouders op het consultatiebureau vraag ik of zij voorlezen
Vorig jaar heeft de Bibliotheek Utrecht
aan hun kind. Ik merk dat allochtone ouders,
in samenwerking met BoekStart het voorleesrecord aan baby’s gevestigd.
ook de hoogopgeleiden, te weinig met hun
Rijen dik stonden de ouders met hun
kinderen praten. Dat is geen onwil, maar
baby’s te wachten om de Bibliotheek
cultuurbepaald. Dit verschuift door de
binnen te komen. Ondanks die massale opkomst verliep de bijeenkomst heel rus-
tijd en we merken dat de emancipatie-
tig, ook de baby’s hielden zich voorbeeldig
mogelijkheden van hoogopgeleide
stil. Zo geboeid waren ze door nijntje en de wilde dieren, het BoekStartbabyboekje van het
allochtonen groter lijken dan die van laagopgeleide autochtonen.’
Jaar, dat interactief werd voorgelezen door voorleesambassadeur Ruben Nicolai. Iedereen vond het leuk, ook de aanwezige wethouder en burgemeester Aleid Wolfsen die het startsein gaf. De succesvolle actie is
ook terug te zien in de leden- en uitleencijfers. Het leverde in een keer 347 nieuwe babyleden op en ook in de maanden erna werden er veel meer baby’s lid dan voorheen. En het zijn actieve leden! Nadat het voorleesrecord plaatsvond, varieerde de uitleenfrequentie aan baby’s van 4,6 naar 13,5 en een meer dan behoorlijke 9,6 in december 2013. De gemeente Utrecht zag al eerder mogelijkheden tot samenwerking binnen de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en is op verschillende niveaus bij de Bibliotheek en BoekStart betrokken. Ze vervult een faciliterende rol, zowel op financieel gebied als in sturende en coördinerende zin. Afdeling Onderwijs van Maatschappelijke Ontwikkeling heeft in 2010 de eerste vier BoekStarthoeken bekostigd. Een jaar later zijn ook de negen consultatiebureaus (Jeugdgezondheidszorg) in Utrecht ingericht. Toen kon vrij snel de slag worden gemaakt naar bijna alle veertien bibliotheekvestigingen en kreeg ook een aantal voorscholen BoekStarthoeken.
Irma: ‘Het is belangrijk om taalontwikkeling bespreek-
baar te maken. Met ouders die slecht Nederlands spreken en/of lezen bespreek ik dat het belangrijk is meteen te begin-
In Utrecht vallen de peutercentra per 1 januari 2014 voor 90% onder de organisatie Spelenderwijs: 75 voorschoolse locaties die binnen twee jaar allemaal bij BoekStart in de kinderopvang worden betrokken. BoekStart is een mooie aanvulling op het VVE-activiteiten-
nen met het verbeteren van hun Nederlands en niet pas als hun kind naar school gaat. Ik verwijs deze ouders naar TIP (Taalinformatiepunt) bij de Bibliotheek.’
Irma: ‘In de wachttijd op het consultatiebureau maakt de
programma dat in Utrecht al tien jaar wordt uitgevoerd. Met subsidie van Kunst van Lezen
assistente soms een praatje met
én met lokale middelen spitst de Bibliotheek
de ouders. Ze laat hun de BoekStart-
zich onder de noemer BoekStart toe op voorscholen. De Bibliotheek ontvangt al een subsidie
hoek zien en vertelt enthousiast
voor leesbevorderingsactiviteiten met voorscholen
over het belang van voorlezen. Dat werkt aanstekelijk!’
en BoekStart sluit daar naadloos op aan. Er komen groepen op bezoek in de Bibliotheek met ouders erbij en daaraan voorafgaand krijgen de voorscholen een themakist. Ook mogen de kinderen een boek lenen voor
thuis. Een keer per jaar wordt er door de Bibliotheek een consult met de pedagogisch werkers georganiseerd en een extra ouderbijeenkomst op de voorschool. De BoekStart gerelateerde acties zijn opgenomen in het jaarplan van de Bibliotheek. Naast de jaarlijkse mailing naar alle geboren baby’s in het betreffende jaar bereikt de Bibliotheek de ouders via het consultatiebureau. De Jeugdgezondheidszorg Utrecht benoemt de samenwerking in het werkplan en de begroting. De Jeugdgezondheidszorg Utrecht indiceert doelgroepkinderen en zorgt voor de toeleiding naar VVE. In het regeerakkoord is dit nu ook als taak opgenomen, maar in Utrecht gebeurt dit al langer. Kinderen worden geïndiceerd op basis van een (risico op) taalachterstand. De artsen en verpleegkundigen van de consultatiebureaus lichten ouders voor over een hele reeks aan onderwerpen, waarbij zij er op moeten letten hen niet te overspoelen met informatie. In Utrecht wordt mede door de BoekStarthoeken op een subtiele, prettige manier de aandacht op BoekStart en het belang van voorlezen gevestigd. In de contactmomenten is er een aantal logische momenten waarop voorlezen ter sprake komt. Als het over taalontwikkeling gaat, maar ook bijvoorbeeld bij slaapproblemen: lezen vormt een onderdeel van het slaapritueel. De Jeugdgezondheidszorg organiseert soms bijeenkomsten (koffie-inlopen) en besteedt dan ook
Irma: ‘Tijdens het gesprek op het consultatiebureau spelen veel dingen, terwijl de tijd beperkt is.
aandacht aan (voor)lezen en BoekStart.
Een ouder kan bijvoorbeeld informatie
Als kinderen wat ouder zijn en naar de
over voeding het belangrijkst vinden
voorschool gaan, zetten de voorscholen dit voort.
en dan niet openstaan voor een gesprekje over taal. Dat heeft dan niet zoveel zin.’
Irma: ‘In de moederbabygroep in Overvecht worden veel liedjes
Voor wat de Bibliotheek betreft zou het contact met Jeugdgezondheidszorg
gezongen. Ik heb gevraagd of ze ook
verdiept kunnen worden in de informatie-
voorlezen en ‘het boekje van de week’
verstrekking. De informatie kan nog meer op elkaar worden afgestemd, bijvoorbeeld
voorgesteld. Daar waren ze enthousiast over! Dat ze niet voorlezen is vaak uit onvermogen, niet omdat ze niet willen.’
door uitbreiding van de wederzijdse kennis van professionals. Assistenten van het consultatiebureau en van de Bibliotheek zouden elkaar kunnen ontmoeten en ervaringen uitwisselen. Er zijn genoeg raakvlakken: beiden werken in een publieke ruimte waarin zij ouders aanspreken.
De BoekStarthoeken op de consultatiebureaus werken goed. Ook voor de wat oudere kinderen is het belangrijk een goede collectie boekjes te hebben. Hierbij adviseert de Bibliotheek. Jeugdgezondheidszorg denkt bij verdieping van contact met de Bibliotheek aan structurele voorlichting en bijscholing van JGZ-medewerkers over het belang van (voor)lezen. De onlangs door BoekStart speciaal voor de Jeugdgezondheidszorg ontwikkelde folder Voorlezen aan jonge kinderen van 0-4 jaar: hoe doe je dat? is zeer welkom. Ook is er interesse voor goede voorbeelden uit de praktijk. De Bibliotheek zou over BoekStart kunnen vertellen op koffieochtenden op het consultatiebureau. Jeugdgezondheidzorg zoekt in de samenwerking met de Bibliotheek naar manieren om laaggeletterden beter te bereiken. In de Bibliotheken in Utrecht zijn taalinformatiepunten (TIP) ingericht waar laaggeletterden naartoe kunnen worden verwezen. De Jeugdgezondheidszorg signaleert laaggeletterdheid bij ouders.
De geïnterviewden • Isolde Vega, de Bibliotheek Utrecht, is teamleider van de afdeling Educatie die is gericht op de dienstverlening aan (voor)scholen. • Tinja Verkleij, beleidsmedewerker bij Volksgezondheid van de Gemeente Utrecht, houdt zich bezig met indicering en toeleiding van doelgroepkinderen naar VVE. • Irma Toneman heeft als jeugdverpleegkundige 0-4 jaar op het consultatiebureau rechtstreeks contact met (doelgroep)ouders.
Talig klimaat In Utrecht heerst ‘een talig klimaat’ met aandacht voor het belang van voorlezen, waardoor een en ander goed is ingebed. Vanuit de Utrechtse Onderwijsagenda bestaat er een stevig netwerk rond het onderwerp taal. Partijen die werken met kinderen van nul tot en met mbo-leeftijd zijn hier vertegenwoordigd. Samen wordt gewerkt aan een doorlopende taallijn, waarbij optimale stimulering van de taalontwikkeling van kinderen centraal staat. In het Utrechts Kwaliteitskader voor het jonge kind is het verbeteren van voorlezen als een van de criteria opgenomen, waarbij eisen van kwaliteit en kwantiteit van voorleestijd zijn geformuleerd. Voor wat betreft laaggeletterdheid zit de Bibliotheek in een netwerk met Stichting Lezen & Schrijven en Taal doet meer. Voor professionals is er de TOP (Taalontmoetingsplek) en voor laaggeletterden het TIP (Taalinformatiepunt). Medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg en Werk&Inkomen zijn geschoold in het signaleren en aanpakken van laaggeletterdheid.