In de klas werken we vanuit verschillende methodes en met thema’s die zowel passen bij de belevingswereld van de kinderen als aansluiten bij de methodes. Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de cognitieve vaardigheden van de kinderen zijn ze op grond van de CITO-toetsen en de observatie van de leerkracht bij de vakken lezen, taal, spelling en rekenen ingedeeld in 3 zorggroepen. - Basis: krijgt de basisstof uit de methode aangeboden - Zorg: krijgt de basis aangeboden en extra begeleiding en instructie van de leerkracht’ - Plus: krijgt de basis aangeboden en werkt zelfstandig aan verrijksopdrachten De basisstof voor de periode tot de Kerstvakantie :
Voor taal gebruiken we de methode Taal op maat. Tot de Kerstvakantie werken we met de volgende thema’s: “Om je heen” “Gezond” “Samen” en “Geld”. De methode geeft iedere les aan wat de kinderen gaan leren en ook handig dat wat ze hebben geleerd. Voor de kinderen is het ook duidelijk wat ze af moeten hebben. Ze werken op hun eigen niveau. De leerkracht geeft aan wie de basis af moet hebben, wie de opgaven met het rondje af moeten hebben en wie ook de opdrachten met een driehoekje af moeten hebben.
De komende periode oefenen we: Woordenschat: woorden bij het thema Schrijven: een woordweb maken en een kort verhaal schrijven, stappenplan schrijven Luisteren en spreken: Naar een routebeschrijving/verhaal luisteren, een kort verhaal navertellen, vragen stellen Kijk op taal: voorzetsels leren en bijvoeglijke naamwoorden, t.t. en v.t. van werkwoorden, alfabet
Hiervoor gebruiken we de methode ‘Spelling op maat.’ Het werkt op dezelfde manier als ‘Taal op maat.’ Bij de spellingsmoeilijkheden wordt de kinderen een strategie geleerd, waardoor ze leren hoe ze de woorden kunnen schrijven. Iedere spellingscategorie heeft een eigen kaart. Door deze kaart worden de kinderen herinnerd aan de spellingscategorie en leren ze nadenken welk woord daarbij hoort. In het werkschrift staan de spellingskaarten ook bij de opdrachten. Hieronder staan in het werkschrift de kaarten: Gebakje: woorden beginnen met ge- be- of ver. Mieren: ‘de e klinkt als u’. Een ander voorbeeld. Dit zijn woorden met een lange klank (haas)en een korte klank (kip). Kijk maar bij opgave 3. Het zijn de gele vierkanten. Geel betekent: luisterwoord. Je schrijft het woord zoals je het hoort.
Binnenkort kunnen de spellingswoorden ook thuis op de computer op “BLOON” geoefend worden. “BLOON” betekent: Bekijken, Lezen, Omkeren, Opschrijven, Nakijken.
Ieder kind krijgt een eigen inlogcode en wordt op school vertrouwd gemaakt met BLOON.
Belangrijk is het technisch lezen en het tempo leren lezen. Dit oefenen wij met ‘ .’ We lezen hierbij met voor-koordoor. Tempo lezen is ook belangrijk bij het begrijpend lezen. Als je langzaam leest ben je, voordat je aan het einde van het verhaal bent, al vergeten wat er in het begin van het verhaal stond. Dit is een voorbeeld van een boekje van eind groep 4. In groep 5 werkt dit hetzelfde.
Bij Grip maken we gebruik van 7 leesstrategieën om goed begrijpend te leren lezen en vragen n.a.v. een tekst te kunnen beantwoorden. 1. Doel bepalen, waarom lees ik de tekst? 2. Voorspellen, waar gaat de tekst over? 3. (voor)kennis ophalen, wat weet ik al over het onderwerp? 4. Herstellen, wat die ik als ik het niet meer snap? 5. Vragen stellen, welke vragen zie ik in de tekst? 6. Visualiseren, welk plaatje past bij de tekst? 7. Samenvatten, hoe vat ik de tekst samen? Ik gebruik kernwoorden en kernzinnen.
Met de methode ‘Lekker lezen,’ Krijgen de kinderen vaardigheden aangeboden in het technisch lezen. Dit doen ze in een basis-, zorg- en plusgroep. Een ieder oefent op zijn eigen niveau. Is na het CITO lezen het groepsniveau ruim behaald, dan mogen de kinderen extra zelfstandig lezen. In groep 6 krijgen ze dan opnieuw ‘Lekker lezen,’ op het plusniveau van groep 6.
In tweetallen lezen op je eigen AVI-niveau in een door jezelf uitgekozen boek. Om de beurt aan elkaar voor lezen.
Lekker zelf een boek uitkiezen van je eigen AVI-niveau en dan helemaal in het verhaal kruipen.
De kinderen kiezen een onderwerp dat ze aanspreekt. Als ze de boeken lezen, leren ze veel over dat onderwerp. Boekje uit? Dan maken ze de vragen. Klaar? Zelf met het antwoordenblad nakijken. De leerkracht houdt bij welke onderwerpen de kinderen gehad hebben. Heel goed voor het begrijpend lezen.
Voor rekenen gebruiken we de methode ‘Pluspunt’. Regelmatig worden de lessen ‘leerkracht gebonden’ en ‘zelfstandig werken’ afgewisseld. Tijdens de ‘leerkrachtgebonden’ lessen dagen we de kinderen uit om zelf creatief op zoek te gaan naar een oplossing voor een rekenprobleem. In de lessen ‘zelfstandig werken,’ dagen we de kinderen uit om zelf de opgaven te maken. Dit volgens aangeleerde rekenstrategieën. De zorg- en basisgroepen krijgen hetzelfde aanbod. Voor de plusgroep zijn er daarnaast verrijkingsopdrachten. De basis- en plusgroepen hebben bovendien nog een werkschrift ‘Pluspunters’ met uitdagende opdrachten.
Elk blok in Pluspunt heeft bijpassende oefensoftware. Dit zijn leuke opgaven waarmee de kinderen alle behandelde rekenonderwerpen nog eens extra oefenen. Ieder kind werkt gemiddeld een kwartier per week met de oefensoftware. Korter of langer kan ook. Er is voldoende oefenstof. Werkt het kind met de oefensoftware, dan worden er minder opgaven uit het boek en/of werkboek gemaakt. Na de toets werken we met taakbrieven. Iedere leerling krijgt zijn eigen taakbrief. o Wordt een onderdeel niet beheerst, dan wordt de stof extra geoefend m.b.v. een kopieerblad onder begeleiding van de leerkracht. (remediëring) o Is een voldoende behaald op een toets onderdeel, dan wordt oefenstof uit het opdrachtenboek aangeboden. (herhaling) o Wordt de leerstof goed beheerst, dan worden extra uitdagende opgaven uit het opdrachtenboek aangeboden of zij werken verder in hun werkschrift ‘Pluspunters.’ (verrijking) Het kan zijn dat alle drie de varianten op de taakbrief staan. De leerstof gaat in groep 5 vooral over: Getallen en getalrelaties; getallen tot 10.000 Bewerkingen; hoofdrekenen en de tafels, cijferen volgens de HTE Meten tijd en geld; klokkijken ook de digitale tijd, geld de kommanotatie wordt ingevoerd bijv. €23,15 Meetkunde; lengte, gewicht, temperatuur en inhoud Daarnaast oriënteren de kinderen zich in: Verhoudingen; de begrippen een helft, een derde een kwart en een vijfde Tabellen en grafieken; eenvoudige staafgrafiek. Heel belangrijk is het automatiseren van de tafels !
Eén keer in de week krijgen groep 5 en 6 tegelijk les in geschiedenis. Dit jaar werken we met het boek uit groep 6. Volgend schooljaar werken we met het boek uit groep 5. Zo krijgen ze toch alles aangeboden.
We beginnen onze reis in de geschiedenis bij het tijdvak van ‘De Romeinen en de Grieken. Wij gaan ons verdiepen over het leven van de Romeinen in ons land. Natuurlijk leren we dan ook hoe de Germanen leefden.
Daarna reizen we verder in de tijd naar de het tijdvak van ‘De Middeleeuwen.’ o We leren daar over het leven in een Middeleeuwse stad. Daarna reizen we door naar het tijdvak van de ‘Ontdekkingsreizigers.’ o Ons onderwerp gaat dan over : de opstand.
De ontdekkingsreizen worden onderbroken door de Kerstvakantie. Daarna gaan we door met de Franse tijd, de Industrialisatie en als laatste tijdvak voor dit schooljaar: de Uitvindingen. En we leren wie Aletta Jacobs was.
De zaakvakken aardrijkskunde (Meander) en natuur en techniek ( Naut) zullen we in blokken afwisselend gaan aanbieden. Dit doen we om een thema zo rijk mogelijk aan te kunnen bieden. We houden zoveel mogelijk de planning aan van de methode, maar het kan ook voorkomen dat we onderwerpen op een eerder/ later tijdstip aanbieden, omdat dit beter aansluit bij de belevingswereld van de kinderen/ de actualiteit. Dit schooljaar werken we bij Naut zowel in groep 5 als 6 uit de boeken van groep 6. (volgend schooljaar werken met beide groepen uit het boek van groep 5) Het leuke is dat de aangeboden onderwerpen aansluiten bij de onderwerpen van groep 7 en 8. We zullen vast ook gaan samenwerken en/ of aan elkaar gaan presenteren. De onderwerpen die we bij Naut gaan aanbieden zijn: Thema : Natuurlijke verschijnselen De kinderen leren de natuurkundige begrippen: energie, licht en geluid. o Begrippen die geleerd worden zijn: de energieomzetting, de beweging, de warmte, de energiebron, het licht, de fossiele energie, de elektriciteit, de trillingen, het geluid, de geluidsgolven Thema : Materiaal uit de natuur Elk materiaal gedraagt zich op een andere manier. Wat is het gedrag van stoffen zoals water, olie, ijzer en lucht o Begrippen die geleerd worden zijn: Smelten, verdampen, condenseren, het kookpunt, de vaste stoffen, de vloeistof, stollen, het gas, de moleculen, uitzetten
Na de Kerstvakantie leren we over onderwerpen/ thema’s als techniek om ons heen, voortplanting, aarde in het heelal.
In groep 5 wordt de basis van de aardrijkskunde aangeboden. Het is daarom lastiger om dit te combineren met het lesaanbod van groep 6. Groep 5 werkt bij aardrijkskunde dus uit het boek Meander van groep 5. De onderwerpen van Meander zijn: Thema : Onderweg Wat zie je elke dag onderweg naar school? Aan de hand van deze vraag bekijken de kinderen wat aardrijkskunde eigenlijk is. o Begrippen die geleerd worden zijn: Aardrijkskunde, de wijk, de buurt, de ruimte, inrichten, de plattegrond, de schaal, de legenda, de kaart Thema : Om ons heen Dorpen en steden; Dit thema behandelt de verschillen tussen plaatsen in Nederland. Waar zou je willen wonen? Ook leren de kinderen de verschillen tussen dorpen en steden. o Begrippen die geleerd worden zijn: het landschap, het platteland, de woonplaats, de stad, het dorp, de voorzieningen, het centrum, de windrichting, de Noordpool, de Zuidpool Na de Kerstvakantie leren we over onderwerpen/ thema’s als: waterland, platteland en over de grens
We kijken naar de afleveringen van :’Nieuws uit de natuur.’ Het is heel afwisselend. We hebben het over het nieuws, de natuur en nog veel meer. Daar praten we over.
In de loop van het jaar moeten de kinderen een spreekbeurt houden over een zelfgekozen onderwerp. Natuurlijk krijgen ze dan te horen hoe dat precies gaat.
Diversen materialen om bijv. voertuigen mee te bouwen, een knikkerbaan, smartgames zoals bijv. “Het brandweerspel,” ‘Tipover.’
Dit schooljaar zijn we in groep 5 t/m 8 gestart met het verkeersproject. We hebben daarvoor een kar met allerlei materialen geleend bij ‘Veilig verkeer Nederland.’ Twee vrijdagmiddagen hebben we ons verdiept in allerlei verkeersregels. Op het plein hebben we verkeerssituaties geoefend.
‘Op voeten en fietsen’ zijn leuke werkboekjes waarbij we aan de hand van afbeeldingen over verschillende verkeerssituaties praten. De verschillende vragen met afbeeldingen of foto’s laten ons goed nadenken over het verkeer, waarna we de vragen gaan beantwoorden. Zo krijgen we een beter inzicht in het verkeer.
Kinderboekenweek met dit jaar als thema :
‘Raar maar waar.’
De thema’s bij de zaakvakken.
De feesten Sint-Maarten
, Sinterklaas
en Kerst.
Sinterklaas wordt gevierd met het maken van een surprise met daarbij een gedicht. Spannend !!!
Iedere week besteden we aandacht aan deze vakgebieden. Heerlijk ontspannen en we leren er ook nog veel van. De lessen laten we aansluiten op de gebeurtenissen om ons heen en de thema’s waar we mee werken. Of we maken gewoon iets leuks.
We gymmen twee keer in de week. Op woensdag en donderochtend. Beide keren krijgen de kinderen les van onze vakdocent Elzo. Hij vervangt Wilt.