De archieven i Utrecht
Samsom
Alphen aan den Rijn
DE ARCHIEVEN IN UTRECHT
Op het omslag: koning Pepijn bevestigt de S. Maartenskerk te Utrecht in het bezit van de immuniteit voor al haar goederen, 751 (Rijksarchief in Utrecht, Bisschoppelijk archief, Liber donationum).
OVERZICHTEN VAN DE ARCHIEVEN EN VERZAMELINGEN IN DE OPENBARE ARCHIEFBEWAARPLAATSEN IN NEDERLAND uitgegeven onder auspiciën van de Vereniging van Archivarissen in Nederland
redactie: L.M.Th.L. Hustinxt F.C.J. Ketelaar H.J.H.A.G. Metselaars J.J. Temminck H. Uil
DEEL XI
DE ARCHIEVEN IN UTRECHT
DE ARCHIEVEN IN UTRECHT
redactie: A.N. Beets H.L.Ph. Leeuwenberg J.G. Riphaagen
Samsom Uitgeverij bv, Alphen aan den Rijn, 1985
Dit overzicht is bijgewerkt tot 1 september 1984.
Voor deze uitgave werd financiële steun verleend door het Ministerie van Welzijn, J, Volksgezondheid en Cultuur, het Provinciaal Bestuur van Utrecht en het g Gemeentebestuur van Utrecht.
Copyright © 1985 Samsom Uitgeverij, The Netherlands. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission of Samsom Uitgeverij. ISBN 90 14 03240 2
INHOUD Woord vooraf
Kaartjes van gemeenten en waterschappen
Inleiding 1 Algemeen 2 2.1 2.2
Archieven Archieven, archiefbewaarplaatsen, verzamelingen Openbaarheid en toegankelijkheid
1 2
11 11
11 11 12
Archiefvormende instellingen 3 Gewestelijke besturen en provinciale instellingen en ambtenaren 3.1 3.1.1 Vóór 1580 3.1.2 1580-1795 3.1.3 1795-1814 3.1.4 Na 1814 Plaatselijke bestuurs- en rechtsinstellingen 3.2 3.2.1 Stadsbestuur vóór 1795 1795 3.2.2 Stadsbestuur na 3.2.3 Bestuurs- en rechtsinstellingen op het platteland vóór 1795 .. 3.2.4 Bestuursinstellingen op het platteland na 1795 Rechtspraak na 1795 3.3 Notarissen 3.4 Waterschappen 3.5 Niet - overheidsinstellingen 3.6 3.6.1 De rooms- katholieke kerk en de oud - katholieke kerk van Nederland 3.6.2 De hervormde kerk 3.6.3 De overige kerkgenootschappen 3.6.4 Huizen, heerlijkheden en families 3.6.5 Andere instellingen Rijksinstellingen in de provincie sinds 1795 3.7 4 4.1 4.2 4.3 4.4
Gebruik van het overzicht Rangschikking van de gegevens Toelichting op de gegevens per bewaarplaats Toelichting op de gegevens per archief Lijst van afkortingen
13 13 13 19 22 26 27 27 30 31 34 36 38 39 43 43 48 51 54 55 56 57 57 60 60 61 V
INHOUD
Rijksarchief in de provincie Utrecht 1 Archieven van de overheid 1.1 Gewestelijke besturen en provinciale instellingen en ambtenaren - Vóór 1795 - 1795-1813 - Na 1813 1.2 Rechterlijke instellingen - Vóór 1811 - Vanaf 1811 1.3 Notarissen 1.4 Registers van de burgerlijke stand en retroacta van de burgerlijke stand 1.5 Weeskamers; registers van eigendomsovergang 1.6 In de provincie werkzame rijksorganen - Justitie Financiën Verkeer en waterstaat Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Defensie Economische zaken Landbouw en visserij Sociale en gezondheidszorg Onderwijs, wetenschap en cultuur 1.7 Marken Gemeenten 1.8 1.9 Water- en veenschappen 1.11 Overige overheidsorganen Niet-overheidsarchieven 2 2.1 Instellingen van economische aard - Handel en industrie - Verkeer en vervoer - Vrije beroepen Instellingen van sociale zorg 2.2 Vak- en standsorganisaties en -fondsen 2.3 Instellingen op het gebied van de volksgezondheid 2.4 Instellingen op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur 2.5 - Onderwijs Wetenschap Cultuur Instellingen op politieke en ideële grondslag 2.7
VI
63 63 63 63 65 66 67 67 69 71 72 72 73 73 74 74 75 76 76 76 77 77 78 78 79 91 91 91 91 92 92 93 93 94 94 94 94 95 95
INHOUD
—Instellingen op politieke grondslag —Instellingen op ideële grondslag 2.8 Geloofsgemeenschappen en andere instellingen van godsdienstig leven Algemeen Rooms-kátholieke kerk ——Kloosters, kapittels en memoriecolleges — —Hollandse Zending —— Parochies — —Overige — Oud-katholieke kerk — Nederlandse Hervormde kerk —Gereformeerde kerken — Andere geloofsgemeenschappen — —Evangelische Broedergemeente ——Overige Huizen en heerlijkheden 2.9 2.10 Families 2.11 Personen Verzamelingen 3 Bibliotheek 3.2 Prenten en kaarten 3.4 Zegels en lakafdrukken van zegelstempels 3.5 Overige vezamelingen 3.7
96 96 96 96 98 99 100 100 101 104 107 107 109 109 116 119 119 119 120 120 121
Gemeente Abcoude Gemeente Amerongen
123 124
Gemeentelijke archiefdienst Amersfoort 1 Archieven van de overheid Algemeen plaatselijk bestuur 1.1 —Secretarie —Raadscommissies —Leden van het college van B. en W. —Instellingen ten behoeve van het personeel der gemeente Plaatselijke instellingen met een specifieke taak 1.2 — Rechtspraak — Bevolking —Financiën —Openbare werken
125 125 125 126 127 127 127 127 127 127 127 128
95 95
VII
INHOUD
—Openbare orde en veiligheid, defensie 128 —Economische zaken 128 —Sociale zorg ] 28 —Gezondheidszorg 129 — Onderwijs 129 — Cultuur 130 1.3 Organen van intergemeentelijke samenwerking 130 1.4 Organen van geannexeerde ambachten en gemeenten 130 1.5 Organen van waterschappen 131 Organen van de centrale overheid 1.7 131 2 Niet - overheidsarchieven 131 2.1 Instellingen van economische aard 131 2.2 Instellingen van sociale zorg 132 Vak- en standsorganisaties en - fondsen 2.3 133 Instellingen op het gebied van onderwijs en cultuur 2.5 133 —Onderwijs 133 —Cultuur 134 2.6 Instellingen op het gebied van sport, recreatie en evenementen 134 2.7 Instellingen op politieke en ideële grondslag 135 2.8 Geloofsgemeenschappen en andere instellingen van godsdienstig leven 135 Huizen en heerlijkheden 2.9 136 2.10 Families 136 2.11 Personen 136 Verzamelingen 3 137 Handschriften 3.1 137 Bibliotheek 3.2 137 Kranten 3.3 137 Prenten en kaarten 3.4 138 Overige verzamelingen 3.7 138 Gemeente Baarn Archieven van de overheid 1 Algemeen plaatselijk bestuur 1.1 1.2 Plaatselijke instellingen met een specifieke taak 1.3 Organen van intergemeentelijke samenwerking 2 Niet - overheidsarchieven Verzamelingen 3
139 139 139 139 140 140 140
Gemeente Benschop
141
VIII
INHOUD
Gemeente De Bilt Gemeente Breukelen Gemeente Bunnik Gemeente Bunschoten Gemeente Cothen Gemeente Doorn Gemeente Driebergen-Rijsenburg Gemeente Eemnes Gemeente Harmelen Gemeente Houten Gemeente Kamerfik Gemeente Kockengen Gemeente Langbroek Gemeente Leersum Gemeente Leusden Gemeente Linschoten Gemeente Loenen Gemeente Loosdrecht Gemeente Lopik Gemeente Maarn Gemeente Maarssen Gemeente Maartensdijk Gemeente Montfoort Gemeente Mijdrecht Gemeente Nieuwegein Gemeente Nigtevecht Gemeente Oudewater Gemeente Polsbroek Gemeente Renswoude Gemeente Rhenen Gemeente Snelrewaard Gemeente Soest
141 143 145 146 147 148 149 150 151 151 152 153 154 155 156 157 157 159 159 160 160 161 162 162 163 164 164 165 165 166 167 167
Gemeentelijke archiefdienst Utrecht Archieven van de overheid 1 Algemeen plaatselijk bestuur 1.1 Plaatselijke instellingen met een specifieke taak 1.2 - Rechtspraak - Bevolking - Financiën
169 169 169 170 170 170 171
IX
INHOUD
1.4
1.7 2 2.1 2.2
2.3 2.4 2.5
2.6
2.7 2.8
2.10 2.11 3 3.1 3.2
X
- Openbare werken 172 - Openbare orde en veiligheid, defensie 172 - Economische zaken 173 - Sociale zorg 174 - Gezondheidszorg 175 - Onderwijs, wetenschap en cultuur 176 Organen van stadsheerlijkheden, geannexeerde ambachten en gemeenten 177 - Stadsheerlijkheden 177 - Geannexeerde gemeenten 178 Organen van de centrale overheid 179 Niet - overheidsarchieven 179 Instellingen van economische aard 179 Instellingen van sociale zorg 181 - Armen- en bejaardenzorg 181 - Gods- en gasthuizen 184 - Volkshuisvesting 185 - Hulpverlening in verband met bijzondere omstandigheden . . 186 Vak- en standsorganisaties en - fondsen 186 Instellingen op het gebied van de volksgezondheid 187 Instellingen op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur 188 - Onderwijs 188 - Wetenschap 188 - Cultuur 189 Instellingen op het gebied van sport, recreatie en evenementen 190 - Sportverenigingen 190 - Studentenverenigingen 191 - Overige ontspanningsverenigingen 192 Instellingen op politieke en ideële grondslag 192 Geloofsgemeenschappen en andere instellingen van godsdienstig leven 193 - Rooms- katholieke kerk 193 - Nederlandse Hervormde kerk 194 - Gereformeerde kerken 195 - Andere geloofsgemeenschappen 195 Families 196 Personen 197 Verzamelingen 198 Handschriften 198 Bibliotheek 198
INHOUD
3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Kranten Prenten en kaarten Zegels en afdrukken van zegelstempels Geluidsbanden en grammofoonplaten Overige verzamelingen
198 199 199 200 200
Gemeente Veenendaal Gemeente Vinkeveen en Waverveen Gemeente Vleuten-De Meern Gemeente Willeskop Gemeente Wilnis Gemeente Woudenberg Gemeente Wijk bij buurstede Gemeente IJsselstein Gemeente Zegveld Gemeente Zeist 1 Archieven van de overheid 1.1 Algemeen plaatselijk bestuur 1.2 Plaatselijke instellingen met een specifieke taak 3 Verzamelingen
201 202 203 205 205 207 208 209 209 210 210 210 210 212
Streekarchivariaat Zuid-West Utrecht 3 Verzamelingen 3.2 Bibliotheek 3.3 Kranten 3.4 Prenten Gemeente Benschop Gemeente Harmelen Gemeente Linschoten Gemeente Lopik Gemeente Montfoort Gemeente Nieuwegein Gemeente Oudewater Gemeente Polsbroek Gemeente Snelrewaard Gemeente Willeskop Gemeente IJsselstein
213 213 213 213 214 214 216 217 219 220 221 222 224 224 225 225
Waterschap de Eem Waterschap Heiligenbergerbeek
229 229
XI
INHOUD
Index op namen
231
Index op trefwoorden
244
XII
WOORD VOORAF De belangstelling in de zorg voor de archieven heeft in de naoorlogse jaren een grote vlucht genomen. Niet alleen is het aantal archiefbezoekers, zowel wetenschappelijke onderzoekers als amateur-historici en genealogen, sterk toegenomen, maar ook is als gevolg van de inwerkingtreding van de Archiefwet 1962 een enorme aanwas van overheide- en particuliere archieven door de archiefdiensten van rijk en gemeenten in depot genomen en toegankelijk gemaakt. Deze voortdurende expansie van archiefbestanden is de reden, dat de door de diensten uitgebrachte archiefoverzichten snel verouderen. Al enkele jaren na het verschijnen van De Rijksarchieven in Nederland (2 din.; 's-Gravenhage 1973) besloot de Vereniging van Archivarissen in Nederland (VAN) tot de uitgave van een gehele nieuwe reeks van archiefoverzichten per provincie. Deze reeks zou zich evenwel niet beperken tot de rijksarchieven, maar ook aandacht schenken aan alle andere openbare archiefbewaarplaatsen van de overheid. In 1976 werd daartoe door de VAN een coördinatiecommissie in het leven geroepen. Voor de afzonderlijke delen werd per provincie een redactiecommissie belast met de uiteindelijke uitvoering. De coördinatie van het hier gepresenteerde deel voor de provincie Utrecht geschiedde vanuit de gemeentelijke archiefdienst van Utrecht en was in handen van mevr. J.G. Riphaagen. De beschrijving van de diverse archiefbestanddelen werd verricht door C.G.W.M. van Hoogstraten en D.T. Koen voor het rijksarchief, door J.A.C. Mathijssen en J.G. Riphaagen voor het gemeentearchief van Utrecht, door A. Medema voor het gemeentearchief van Amersfoort, door A.H. Janssen en C.G.M. Noordam voor het streekarchivariaat van Zuid-West Utrecht en door A.N. Beets van de provinciale archiefinspectie voor de nog ter plaatse berustende gemeente- en waterschapsarchieven. De inleiding werd geschreven door H.L.Ph. Leeuwenberg. Voor enkele onderdelen werd daarbij gebruik gemaakt van de medewerking van C. Dekker, W.B. Heins en J.C. Andries. Het kaartmateriaal voor de huidige gemeenteen waterschapsgrenzen is afkomstig van de Provinciale Planologische Dienst van Utrecht. De kaart van de gerechtelijke indeling van 1795 is gebaseerd op onderzoeksgegevens van H. de Lanoy Meijer en ook door deze getekend. Zij is een verbeterde versie van die, welke is gepubliceerd in de Provinciale Almanak van 1962. Dezelfde tekende de waterschapskaart van 1880 naar gegevens van de Provinciale Waterstaatsdienst van Utrecht.
1
2 fSv
//
I
\ 11
/
'tfSZ^r^
yT~cz
^^^^
\
\
\
0.
\
^\*^s^\n^
JU ^
\ //
^—
a
^ vi HgS^Mn^/»// // \ ƒ v7 tij s < : 4 - Jh<^Q^ / V V. V
W ^r-^vicX^^
JJ*V«*
INDELING GERECHTEN IN 1795
Gerechten (gemeenten) die in 1819 van DE STADSVRIJHEID VAN 15. Overzeldert 51. Rijnhuizen de provincie Noord-Holland naar de UTRECHT, bestaande uit de volgende 16. Nederzeldert 52. Oostraven provincie Utrecht zijn overgegaan: gerechten: 17. De Slaag 53. Wulven Waverveen, bevattende de vol18. Emmiklaar 54. Heemstede gende gerechten: Blijenburg en Alendorp 19. Langenoord 55. Oud-Wulven A Waverveen Wittevrouwen (Groot Co20. Stoutenburg 56. Waayen B Botshol velswade) 21. Leusden 57. Slagmaat C Waverveen Abstede 22. Heetveld 58. Grote Koppel D. Waveren Soesbergen (Ganssteeg) 23. Hamersveld 59. Kleine Koppel E Ruige Wilnis Tolsteeg (Klein Covelswade) 24. Snorrenhoef 60. Maarschalkerweerd Oost-Raven (bovenste gedeelte) 25. Zandbrink 61. Amelisweerd F. Klem Muijden (naar Nigtevecht) Lijnpad en Cathanjne 26. Donkelaar 62. Rijnauwen Hoge Weide 27. Geerestein 63. Bunnik G Loenen Kronenburgsgerecht (naar Lage Weide 28. Zuidbroek 64. Vechten Stichts Loenen) Stadsondieptens 29. Woudenberg 65. Ter Hul Rodebrug of Achttienhoven over 30. Renswoude 66. Odijk Loosdrecht, bevattende de volde Vecht 31. Maarn 67. Houten gende gerechten: Hoge Landen 32. Maarsbergen 68. 't Goy H Loenerveen Nieuwe Noort 69. Werkhoven K Mijnden Pijlsweerd of Oude Noort HET OVERKWARTIER 70. Rijsenburg L. Oud-Loosdrecht Nieuwe Weerd 71. Driebergen M. Nieuw-Loosdrecht Bemuurde Weerd De vrijheid van RHENEN inclu- 72. Zeist Lauwerecht sief Veenendaal 73. Stoetwegen N. Teckop (naar Harmeien) Domproostengerecht a. De Mars bij Rhenen (in 1820 74. De Breul O. Indijk (idem) overgegaan naar Gelderland) 75. Kattenbroek P. Oudland (idem) EEMLAND De vrijheid van WIJK 76. Kersbergen (allodiaal goed) 77. De Kroost Snelrewaard, bevattende de volDe vrijheid van AMERSFOORT 33. Amerongen 78. Oostbroek/De Bilt gende gerechten: Het gerecht Bloemendaal, buiten 34. Leersum 79. Over de Vecht Q. Noord-Linschoten en binnen de Burgwal tot 35. Ginkel 80. Kolenberg R. Zuid-Linschoten Amersfoort 36. Darthuizen S. Snelrewaard 37. Doorn HET NEDERKWARTIER T. Usselvere 1. Eemnes Buitendijks 38. Overlangbroek (Statengerecht) 2. Eemnes Binnendijks 39. Overlangbroek (Domproosten- 81. Maartensijdk Uiterwaarden ten noorden van Rijk en 3. Bunschoten gerecht) 82. Oostveen Lek: 4. Duist 40. Nederlangbroek 83. Het Voordorp 5. Zevenhuizen 41. Hardenbroek 84. Oude Wetering Van de provincie Zuid-Holland: 6. De Haar 42. Sterkenburg 85. Herverskop U. De uiterwaard bij Tuil en 't Waal 7. Ter Eem of Eembrugge 43. Cothen 86. Achttienhoven ° 8. Baarn 44. Dwarsdijk of Nijendijk 87. Westbroek Van de provincie Gelderland: 9. De Vuursche 45. Schalkwijk 88. Zuilen V. De uiterwaard bij Tuil en 't Waal 10. Drakestein 46. Honswijk 89. Zwezereng W. De uiterwaard bij Amerongen 11. Soest 47. Tuil en 't Waal 90. Oostwaard X. De uiterwaard bij Rhenen 12. De Birkt 48. Vreeswijk of de Vaart 91. Maarssen 13. Isselt 49. Schonauwen 92. Neerdijk 14. Hoogland 50. Overeind van Jutphaas 93. Oud Maarsseveen
INDELING GERECHTEN IN 1795
3
Nieuw Maarsseveen 126. Kamerik 159. Heikop 177. Linschoten Diependaal 127. Groot Houdijk 160. Papendorp 178. Kattenbroek Tienhoven 128. Klein Houdijk 161. Galecop 179. De Uitterdijken van Mastwijk Breukelerveen 129. Spengen 162. West-Raven 180. Polanen Breukelen Proosdij 130. Kockengen Lockhorstgerecht 163. Nedereind van Jutphaas 181. Wulvenhorst Ronde dorp van Breukelen 131. Kockengen Montfoortsgerecht 164. Het Gein 182. Stichts Kromwijk Breukelen-Nijenrode (Oud Ae en 132. Noordeinde van Portengen 165. Zevenhoven 183. De Haar Otterspoorbroek) 133. Zuideinde van Portengen 166. Lopik 184. Noord Vlooswijk 101. Breukelen-Ortsgerecht of Staten134. Laag Nieuwkoop of Nieuwkoop 167. Willige Langerak 185. Zuid Vlooswijk gerecht 135. Vijf Hoeven 186. Schagen en den Eng 102. Breukelerwaard 136. Gieltjesdorp Gerechten (gemeenten) in het Neder103. Ruwiel 137. Maarssenbroek kwartier die in 1820 naar de provincie Gerechten (gemeenten) behorende tot het 104. Ter Aa 138. Themaat op den Eng Noord- en Zui-Holland overgegaan zijn. land van Montfoort die in 1820 naar de 105. Loenen (Stichts) 139. Themaat provincie Zuid-Holland overgegaan zijn. 106. Ter Aa-Oukoop 140. Hegge op Themaat c. Langerak over de Lek 107. Oukoop 141. De Haar d. Kortenhoef en Rietenhoven k. Diemerbroek 108. Loenersloot 142. Loefsgerecht van Ruwiel e. Ankeveen 1. Papekop 109. Vreeland 143. Gerverskop Oosteinde f. Overmeer m. Ruige weide 110. Nigtevecht 144. Gerverskop Staten- of Utenhams- g. Thamen en Uithoorn n. Lange weide 111. Abcoude gerecht h. Kudelstaart, Uithoorn en Krom- o. Oukoop 112. Baambrugge 145. Gerverskop Westeinde van Kleef me Meyert 113. Abcoude Proosdij 146. Breudijk DE BARONIE VAN IJSSELSTEIN 114. Abcoude Aasdom 147. Harmelerwaard HET LAND VAN MONTFOORT In 1815 onder de provincie Utrecht 115. Vinkeveen 148. (Neder) Bijleveld (Harmeien) gekomen. 116. Demmerik 149. Haanwijk Stad MONTFOORT 117. Oudhuizen 150. Reyers Indijk 168. Hoenkoop Stad IJSELSTEIN 118. Wilnis 151. Reyerscop Meerlo of S. Pieters 169. Dijkveld 187. Benschop 119. Westveen 152. Reyerscop Kreuningen 170. Rateles 188. Noord-Polsbroek 120. Mijdrecht cs. 153. Reyerscop 171. Blokland 189. Zuid-Polsbroek 121. Blokland 154. Reyerscop-Lichtenberg 172. Willescop 190. Zevender 122. Zegveld 155. Veldhuizen (Bijleveld) 173. Kort Heeswijk 191. Cabauw 123. 's Gravensloot 156. Rosweide 174. Heeswijk 192. Jaarsveld 124. Kamerik Mijzijde 157. Vleuten-de Meern 175. Achthoven 125. Oud Kamerik 158. Oudenrijn 176. Mastwijk
94. 95. 96. 97. 98. 99. 100.
INDELING GERECHTEN IN 1795
4
xv
/
V» \
EN
\
'
\
V
V
\
V
DE
5
M^TFOORT/
>\
\
\
x
yS"^
-
LOPIK
/IT
l
E
I
MAARSSEN
N
UTRECHT
U
/
T
<
ii^-y
V
E
\^ M A A R T E N S D I J K
)
/ J J
/
\
~x
/
/
~
/
\
\
f
5
^=-S*J
/
~X
if
N
BUNNIK
\
(
J
?
S
1
L_^^
V'
JL ^—
BIJ
V
\
T
W
\
\
LEERSUM
OOORN
\
\
^S. SSSSS
)
/%. LANGBROEK
/
JT^
C0THCN
\ - I r \
7^^-^^
X
OUURSTEDE^^^ ^
^
\
J
"—1
ƒ
/
/
x
'x
A
/
T^^
/
»
ƒ
/
I
/vEENENOAAM
J
V.
»
*-'\
^
/
r
/>AV X/V \/ >•
^P^l » '
*
\
„ <»
C
AMERONGEN
I
^
RHENEN
-
<
/ >—/
/
l ^
J~~\J
*» „ _
MAARN
(
/v.
/
^
/ ,
^WOUDENBERG
/
7
<x
BUNSCHOTEN
taj^NBURCL'
J>
^\.
<
|
AMERSFOORT
,
y^N.
ZEIST
J
HOUTEN
(
'
/'
|«/
J
y^Nk/\»IJK
S-^- "^^^^
jÓ'
\
^
-*"\ ƒ
/<^*>.
\
,
/ DE BILT
/
V
/^^T^^^^/^r-^
7
'S
^^-""""^
MEERN /
L
ƒ
BENSCHOP
^^^-^"^
^-^POLSBROEKV x
y/
HARMELENv^
r
\
BREUKELEN
OUDEWATER\^—""^cucrurkD
„i
f-^
'
S\ ----^^
LINSCHOTEN
»
/
LOENEN J
KOCKENGENV
J
/
W A V E R V E E N f\
- ' ~ ~ \
KAMERIK
"1 _ - -
y
s
1
WILNIS
.
VINKEVEEN
\ ^"^wTuESKOP^J
v
\
X-
x
T
ÏGVELD
. _
^
\ |
\
^
- ^
JORECHT
\
x
INDELING WATERSCHAPPEN IN 1984
INDELING WATERSCHAPPEN IN 1880
6
40. 41.
31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39.
26. 27. 28. 29. 30.
1. 2. 3 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Achttienhoven 42. Het Gein-waterschap 82. De Lagenpolder 123. De Ronde Veenen (gebied niet De Ameronger Wetering 43. Het Gemeeneland van Cothen 83. Langbroek vallend onder Lee- en Rietsloot Batuwe 44. Het Gemeeneland van Wijk bij 84. De Langeindsche Maten en Vechter- en Oudwulverbroek) De Bekaaide Maat Duurstede 85. De Lee- en Rietsloot 126. Schalkwijk Benschop 45. Gerverscop 86. Leuterveld en Melkweg 127. het Vereenigd Sint Nicolaas en Biester 46. De Gooijerwetenngen 87. Loenderveen Rikvisschers-waterschap Bikkers 47 Graaf 88. Lopik, Lopikerkapel en Ze- 128. De Slaag De Biltsche en Zeister Grift 48. 's-Gravensloot venhoven 129. Snelrewaard, Zuid-Lmschoten, De Bisschopswetering 49. Groot-Houtddijk 89. Maarssenbroek Schagen en den Engh Blokhoven 50. Groot en Klein Oud-Aa 90. Maarsseveen 130 Spengen Blokland (Bunschoten) 51. Groot-Mijdrecht 91. Maartensdijk 131. Teckop Blokland (Mijdrecht) 52. Groot-Vuylcop 92. De Malesluis 132. Themaat De Bossenwaard 53. Haanwijk 93. Mastwijk en Achthoven 133. Tuil en 't Waal (gebied niet valBotshol 54 De Haar (Haarzuilens) 94. Middelwijk lend onder Buitendijks) De Bovenpolder 55. De Haar (Hoogland) 95 Mijnden 134 De Tweede Bedijking der MijBreudijk 56. Harmelerwaard 96. Het Nedereind drechtsche Droogmakerij Breukelen Proostdij 57 Heeswijk 97. Neder-Oudland 135. Vechter- en Oudwulverbroek Breukelerwaard 58 Het Hoeker-waterschap 98. Neerzelderd 136. Vleuten Breukeleveen en Tienhoven 59. Hoenkoop 99. Nellestein 137. Vliet en Dijkveld Broek en Lagenbiezen 60. Holendrecht 100. Het Noordelijk Geinwaterschap 138. Vogelzang Het Broekzijdsche waterschap 61. Holland, Sticht en Voorburg 101 Het Noorder-waterschap 139. Vijfhoven Buitendijks 62. Hond 102. Noord-Linschoten 140. Waardassacker Buitendijksche Oostpolder 63. Het Honderd 103. Noord-Zevender 141. Westbroek Buitenweg 64. Hoogenbiezen 104. De Oostelijke Binnenpolder van 142. Westraven De Bunschoter en Duister Uitwa- 65. Het Hoog- en Groenland Tienhoven 143. Westveen tering in Zee 66. De Hooge en Lage Weide 105. Het Ooster-waterschap 144. Wiel Bijleveld en Rijerscop 67. De Hooge en Neermaten 106. Het Oostzijdsche waterschap 145. De Wiers en de Geer Cabauw en Zuid-Zevender 68. De Hoogenpolder 107. Ottespoorbroek 146. Willeskop, Kort Heeswijk en Cattenbroek 69. Hoograven 108. Oudegein Blokland Coelhorst 70. Houten (gebied niet vallend on- 109. Oudeland en Indijk 147. Willige Langerak De Derde Bedijking der Mijder Lee-en Rietsloot, Groot- 110. Oudenrijn 148. De Winkel drechtsche Droogmakerij Vuylcop, Vechter- en Oudwulver111. Oukoop 149. Wulven Donkervliet broek, Wulven en de Knoest) 112. Overeind 150. Wulverhorst en de beide VloosDorssewaard 71. Het Huis te Hart 113. Over-Oudland wijken Driebergen 72. Isselt 114. Overzelderd 151. Het Wijkerbroek De Drie Sluizen 73. Kamerik-Mijzijde 115. Polanen 152. IJsselveld De Drie Zielen en de Geeren 74. Kamerik-Teijlingens 116. Polsbroek 153. Zandveld Duist-Nieuweland 75. Klein-Houtdijk 117. Portengen-Zuideinde 154. Zegveld Eemland 76. Klein-Vuylcop 118. De Pijnenburger Grift 155. Zegvelderbroek Eemnes 77. De Knoest 119. Rapijnen en IJsselveld 156. Zeist De Eerste Bedijking der Mij78. Kockengen 120. Rateles 157. Zevenhoven drechtsche Droogmakerij 79. Kortrijk en Gieltjesdorp 121. De Rhenensche Nude en Achter158. Bethume Het Garsten-waterschap 80. Laagnieuwkoop bergsche Hooilanden 159. Broek en Lage Biezen en NederDe Gecombineerde Uiterwaarden 81. Laagraven met den kleinen 122. De Rivier de Eem, beken en aanOudland onder Jaarsveld Koppel kleve van dien 160. Drakenburg
INDELING WATERSCHAPPEN IN 1880
7
Hoenkoop, Vliet en Dijkveld 169. Waardassacker en Holendrecht 177. Breeveld en Haanwijk 188. Noordse Buurt Hoge Biezen en Over-Oudland 170. Beoosten de Eem 178. Grebbe 189. Nijenrode Kamerink-Mijzijde en 's171 Groot-Wilnis-Vinkeveen 179. Heiligenbergerbeek 190. Oudendam Gravensloot 172. Rapijnen en IJsselveld en Cat- 180. Heycop 191. Portengen 164. Snel en Polanen tenbroek 181. Hoeker-Garsten 192. Rijnhuizen 165. De Vinkeveensche en Proostdijer 173. Willige Langerak, Cabauw en 182. 't Hogeland 193. Schalkwijk Polders Zuid-Zevender en Vijfhoeven (ge183. De Hoorn 194. Vleutense Wetering 166. Wulverhorst en de beide Vloosbied buiten Vijfhoeven) 184. Kortrijk 195. Vlist-Oostzijde wijken en de Lagenpolder 174. Wilnis-Veldzijde 185. De Lage Weide 196. Vuylcop 167. Roosendaal 175. Baambrugge Oostzijds 186. Liesbos 197. Welgelegen 168. Soesterveen 176. Bonrepas en Noord-Zevender 187. Muijeveld
161. 162. 163.
INDELING WATERSCHAPPEN IN 1880
8
^
($fr^^\_^3
1
%
.
/
WOERDEN^
SCHOONHOVEN
#
/
\
/
I
I
ƒ
I
\
V\
•* /
"
\
*
^ „
S.^>0
.
/
^
J
\
l^^^^fc
*'^ËÊÊ®€tö&'-
T*"*
/ j
ƒ
\
£
'
BUITEN
WATERSCHAPSGRENS
PROVINCIEGRENS
GELEGEN GEBIED
WATERSCHAPSVERBAN
1
VERKLARING
\ "V ^
'""\
\
V
•. .<-+\'
• ^^
#QREBBE
WAGENINGÉKl
:
VDE
^^ttT
•^AGENlNiat
LUNTERSEBEEK
J<6§§kSfó DE B A R N E V E L D S E B E E K
-
* ** * * * * *r H E I L I G E N
* :
BERGER
.
/
/
^
PROVINCIE UTRECHT
^^Vt^X
^\
... ..-••[.... " " • BEEK * * * KROMME RIJN
k.
V i
DE E EM
• ^bSSèi ^ \%^J> '^^XxSS"
'• HILVERSUM
DE V E C H T
\jf/Xf
~% V E C H T
/ ^ . - ' L E I D S E RIJN
LOPIKERWAARD
V
' ƒ WOERDEN
^
\
/\
X**XEK
PROOSDIJLANDEN
JT
" "f".
DE
f
.y.H.M^Av,
^
3ROÓT:WATERSCHAJt.
*
*****
.*
DRECHT
INDELING WATERSCHAPPEN IN 1984
9
INLEIDING 1
ALGEMEEN Dit boek geeft een overzicht van de archieven en verzamelingen die in het rijksarchief in Utrecht en de bewaarplaatsen van de gemeenten en waterschappen in de provincie Utrecht berusten. Om de bruikbaarheid van dit overzicht te vergroten volgen hier een aantal opmerkingen over archieven in het algemeen (§ 2), voorts een overzicht van de instellingen die in de provincie Utrecht archief hebben gevormd en nog vormen (§ 3), en tenslotte een toelichting op de gegevens die in dit overzicht zijn opgenomen (§ 4).
2
ARCHIEVEN
2.1
Archieven, archiefbewaarplaatsen, verzamelingen Een archief is het geheel van de bescheiden die zijn opgemaakt of ontvangen door een instelling of persoon en die bestemd zijn om door die instelling of persoon te worden bewaard. Archieven zijn te verdelen in overheide- en niet -overheidsarchieven. De Archiefwet van 1962 verplicht alle overheidsorganen hun archieven in goede en geordende staat te bewaren. Archiefbescheiden, die ouder zijn dan 50 jaar, moeten in beginsel worden overgebracht naar een openbare archiefbewaarplaats. Zo worden de archieven van de centrale overheid overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief in `s-Gravenhage. De bescheiden van de rijksinstellingen in de provincie en van de provinciale instellingen gaan naar het rijksarchief in de betreffende provinciehoofdstad, in de provincie Utrecht dus naar het Rijksarchief in Utrecht. De archieven van de gemeentelijke instellingen gaan naar de archiefbewaarplaats van de gemeente. Sommige gemeenten hebben voor het beheer van de naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archieven een gemeentearchivaris aangesteld. Deze staat aan het hoofd van de gemeentelijke archiefdienst; in dat geval is de archiefbewaarplaats in dit overzicht aangeduid als gemeentearchief. Sommige gemeenten hebben gezamenlijk één archivaris; die heet dan streekarchivaris. In gemeenten zonder gemeente- of streekarchivaris worden de archieven in de archiefbewaarplaats beheerd door de gemeentesecretaris. De archieven van een waterschap worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van dat waterschap en
11
INLEIDING
staan onder beheer van de secretaris. Er zijn in de provincie Utrecht geen waterschappen, die een eigen archivaris hebben aangesteld. Er is slechts één streekarchief, dat van Zuid -West Utrecht. In de openbare archiefbewaarplaatsen berusten behalve de overgebrachte archieven van de tegenwoordige overheidsinstellingen ook de archieven (voor zover bewaard gebleven) van de voorgangers van die instellingen: in het Rijksarchief de archieven van de oude gewestelijke instellingen, zoals het bisschoppelijk archief en dat van de Staten van Utrecht, in de gemeentearchieven de archieven van de oude stadsbesturen. In een aantal archiefbewaarplaatsen bevinden zich voorts niet - overheidsarchieven. Dat zijn archieven van personen of particuliere instellingen die bij de overheid in bewaring zijn gegeven of aan de overheid geschonken zijn of die door aankoop of anderszins verworven zijn. Tenslotte vindt men zowel in het Rijksarchief als in het gemeentearchief van Utrecht naast allerlei verzamelingen van niet - archivalische herkomst, zoals boeken, kranten en foto's, een topografische atlas, voortgekomen uit de topografische verzameling van de stad Utrecht, door S. Muller Fz. indertijd gesplitst in een provinciale en stedelijke atlas. Zij bevatten een groot aantal kaarten, tekeningen, gravures, acquarellen, foto's enz. van topografischdocumentaire aard. De beide genoemde archiefbewaarplaatsen bezitten ook een afdeling Varia, die hun belang ontlenen aan de verzamelde aantekeningen van de 17e-eeuwse geleerden Booth, Van Buchell, Van Attevelt en Van Winssen. Zij kunnen in belangrijke mate het lokale en regionale historische onderzoek ondersteunen. 2.2
Openbaarheid en toegankelijkheid Archieven in een bewaarplaats van de overheid zijn op grond van de Archiefwet 1962 in beginsel openbaar, dat wil zeggen iedereen heeft het recht die archieven kosteloos te raadplegen. Ten aanzien van de openbaarheid kunnen echter beperkende bepalingen zijn gemaakt. Dit gebeurt meestal ten aanzien van gegevens over nog levende personen.
Veel archieven die naar de archiefbewaarplaats worden overgebracht zijn niet geordend. In feite zijn ze dan niet toegankelijk. Vóór men deze archieven werkelijk kan raadplegen moeten ze door de archivaris geordend en beschreven worden. Het resultaat van deze ordening en beschrijving vindt zijn neerslag in een inventaris: een systematisch ingedeelde beschrijving van de bestanddelen van een archief, vooraf-
12
INLEIDING
gegaan door een inleiding, die een verhandeling bevat over de archiefvormer en een verantwoording van de inventarisatie. Door tijdgebrek zijn nog lang niet alle archieven op deze manier geordend en beschreven. Soms zijn ze wel enigszins toegankelijk gemaakt door een plaatsingslijst: een lijst van stukken in de volgorde van aantreffen. Andere archieven zijn in het geheel nog niet beschreven. Tenslotte komt het voor dat bepaalde onderdelen van archieven nader toegankelijk zijn gemaakt, b.v. door indices of regesten. Literatuur: W.J. Formsma en F.C.J. Ketelaar, Gids voor de Nederlandse archieven (Weesp 1985 4) en Nederland in stukken, beeldkroniek van Nederlandse archieven (Haarlem 1979).
3
ARCHIEFVORMENDE INSTELLINGEN De hier volgende schets van de historische ontwikkeling en de samenhang der verschillende instellingen is zeer summier en globaal. Wil men meer over een bepaalde instelling te weten komen, dan raadplege men de inleiding op de inventaris van het archief van de betreffende instelling of de bestaande literatuur erover. De literatuuropgave die na elke paragraaf van dit hoofdstuk volgt betreft slechts de belangrijkste werken. Voor de geschiedenis van de provincie Utrecht vindt men de literatuur in de Bibliografie van de geschiedenis van de provincie Utrecht tot 1963 (gestencild). Veel bijdragen over de lokale en regionale geschiedenis van stad en provincie Utrecht treft men aan in het Jaarboekje van `Oud Utrecht' (vanaf 1924).
3.1
Gewestelijke besturen en provinciale instellingen en ambtenaren
3.1.1 Vóór 1580 De archiefvorming in Utrecht heeft een aanvang genomen kort na de stichting van de bisschopszetel op het einde van de 7e eeuw. Toen bisschop Hunger kort voor 858 voor de Noormannen vluchtte naar Sint-Odiliënberg, nam hij het archief van de Utrechtse kerk mee, waaronder minstens 14 koningsoorkonden en 13 particuliere schenkingsoorkonden, maar waarschijnlijk veel meer. In ballingschap, aanvankelijk in Sint-Odiliënberg en vervolgens in Deventer, ging de archiefvorming verder met in die tijd ingekomen oorkonden, terwijl in de laatste stad in het begin van de 10e eeuw door bisschop Radbod bovendien een cartularium van koningsoorkonden en een lijst
13
INLEIDING
van goederen in het westen van het diocees werden aangelegd. Bij de terugkeer van bisschop Balderik naar de Utrechtse zetel in 918 nam hij wel het cartularium en de goederenlijst mee, maar liet de originele oorkonden achter in zijn ballingsoord. Deze oorkonden uit de 8e en 9e eeuw zijn later alle verloren gegaan, terwijl de archiefvorming in Utrecht praktisch van de grond af aan moest herbeginnen. In de eerste helft van de 12e eeuw bevonden zich in het archief van de Utrechtse kerk minstens 10 originele oorkonden uit de 10e eeuw, 34 uit de 1 le en 18 uit het eerste gedeelte van de 12e eeuw. Helaas zijn ook uit deze beginperiode van de tweede archiefvorming vele originelen verloren, maar wij kennen de tekst ervan door afschriften in het Liber donationum imperialium, dat ook de oorkonden uit de 8e en 9e eeuw heeft opgenomen, die in het begin van de 10e eeuw op last van bisschop Radbod in het oudste cartularium waren afgeschreven. Hetzelfde geldt voor de toen vervaardigde goederenlijst, waaraan eveneens verloren oorkonden ten grondslag liggen. Dankzij deze afschriften zijn de teksten van heel wat oorkonden uit de eerste eeuwen van het bestaan van de Utrechtse bisschopszetel, maar lang niet van alle, voor het nageslacht bewaard. Kan men in de eerste eeuwen spreken van de Utrechtse kerk, dit begrip gaat zich langzamerhand differentiëren. Reeds kort na de stichting waren er twee kerkgebouwen en in beide functioneerde een kapittel van kanunniken onder leiding van een proost en een deken: de S. Maartenskerk (dom) en de S. Salvatorskerk (Oudmunster). Het geheel van beide kapittels, die een tweeling-karakter vertoonden, kon gelden als het kathedrale kapittel met als opperste hoofd de bisschop. Materieel en financieel vormden zij een eenheid, zodat er ook slechts één archief was. De eerste materiële scheiding tussen het bisschopsgoed en het gezamenlijke kapittelgoed kwam tot stand in de 10e eeuw, waarop een tweede scheiding volgde in de 1 le, tussen de beide kapittels. Deze laatste scheiding had gevolgen voor de archiefvorming, de eerste aanvankelijk niet. Sinds ongeveer 1100 kan men zeggen dat het kapittel van Oudmunster zijn administratieve bescheiden zelf bewaarde, terwijl de stukken van de bisschop en het domkapittel nog ongescheiden werden gedeponeerd en bleven berusten in het domarchief. Het geestelijk gezag van de bisschop strekte zich uit over het diocees Utrecht, dat in het westen reikte van Schiermonnikoog tot dicht bij de stad Gent, in het oosten vanaf de stad Groningen tot voorbij Emmerik. Daarnaast kreeg de bisschop wereldlijk gezag, aanvankelijk
14
INLEIDING
door het instituut van de immuniteit alleen over de goederencomplexen van de Utrechtse kerk, sinds het einde van de 10e eeuw door schenking van overheidsrechten ook over gebieden buiten en los van de eigen goederen. Evenals de andere bisschoppen van de rijkskerk fungeerde de bisschop van Utrecht als een soort agent van de koning in zijn diocees om een tegenwicht te vormen tegen de opkomende macht der regionale vorstendommen; voor de diensten, die hij aldus aan de koning bewees, werd hij rijkelijk beloond. Op die wijze evolueerde hij langzaam tot een geestelijke-landsheer te midden van leke-landsheren. Enkele gebeurtenissen markeren deze evolutie: het concordaat van Worms in 1122 en de Confederatio cum principebus ecc%siasticis in 1220. Hoewel de bisschop in de loop van de tijd een deel van het wereldijk gezag ook weer kwijtraakte, voornamelijk aan de graaf van Holland, kon hij zich, zeker van de 13e eeuw tot 1528 landsheer noemen van twee delen van zijn diocees: het Nedersticht (ongeveer de tegenwoordige provincie Utrecht) en het Oversticht (ongeveer de tegenwoordige provincies Overijssel en Drenthe, inclusief de stad Groningen). Een gevolg van de combinatie van het bekleden van een kerkelijk ambt en het uitoefenen van wereldlijk overheidsgezag was de aanstelling van tweeërlei ondergeschikte functionarissen. De aartsdiakens sinds de lle eeuw en de officialen sinds de 13e eeuw werden bekleed met kerkelijke rechtsmacht, de maarschalken en de districtsschouten sinds de 13e eeuw met wereldlijke rechtsmacht. Een indirect gevolg was een tweeledige administratie en een tweeledige archiefvorming, hetgeen overigens niet wil zeggen dat de neerslag van de kerkelijke administratie en die van de wereldlijke strikt werden gescheiden. Soms liggen beide aspecten hopeloos door elkaar heen. De macht van de bisschop in zijn diocees zowel als in zijn landsheerlijkheid was verre van onbeperkt. Van meet af aan had hij de kapittels naast zich. Sinds de 11 eeuw waren dat er in de bisschopsstad vijf, naast de oude van de dom en Oudmunster, nu ook die van S. Pieter, S. Jan en S. Marie. Naast hun eigenlijke geestelijke taak, het bidden van het koorgebed, en naast het beheer van hun uitgebreide goederenbezit als middel om deze taak te kunnen uitvoeren, hadden de kapittels ook een aandeel in het bestuur en beheer van diocees en landsheerlijkheid als raad van de bisschop. Als kapittel-generaal bestuurden zij het bisdom Bede vacante, als het domkapittel er tenminste niet in slaagde dit bij uitsluiting van de andere kapittels te doen, en hadden zij invloed op de keuze van een nieuwe bisschop, als tenminste het pauselijke reservatierecht hen niet
15
INLEIDING
al te zeer uitschakelde. De proosten van de kapittels, aan wie de bisschop sinds de tweede helft van de 11 eeuw een groot deel van de kerkelijke rechtsmacht forma beneficia in handen had gegeven, vormden als aartsdiakens, de één meer, de ander minder, in bepaalde opzichten concurrenten van de bisschop, die hij in het geheel niet meer in de hand had. Naast de kapittels was ook de ridderschap een tegenspeler van de bisschop aan het worden. Ontstaan uit de ministerialiteit was de ridderschap in het Nedersticht oorspronkelijk door de zeer nauwe band van persoonlijke onvrijheid aan de bisschop gebonden geweest, doch door een voortgaande sociale welstand, waarvoor de bisschop de grondslag had gelegd, en door de uitoefening van overheidsrechten namens de bisschop waren de ridders en knapen steeds machtiger geworden. De derde factor, waarmee de bisschop moest rekenen was de stad Utrecht en in haar kielzog de kleinere steden van het Nedersticht. Sinds de bisschop na een gewapend treffen met de handeldrijvende burgers van Utrecht, waarbij zelfs de keizer betrokken was, in 1122 aan de stad een aantal economische en andere vrijheden had moeten toestaan, had Utrecht geen gelegenheid laten voorbijgaan om zich aan de bevoogding van de bisschop te ontworstelen en zich zo onafhankelijk mogelijk te profileren. Het resultaat van de politieke machtsverhoudingen in de 14e eeuw was het ontstaan van de Staten van Utrecht. Als constitutief moment kan men de uitvaardiging van de Stichtse Landbrief in 1375 aanhouden, maar ook hier was sprake van een evolutionaire ontwikkeling. Als de Staten als gevestigde instelling functioneren bestaan zij uit drie leden: vertegenwoordigers van de vijf kapittels, van de ridderschap en van de stad Utrecht en de kleine steden. Het bisschoppelijk bestuur en de bisschoppelijke administratie zijn na de 13e eeuw nauwelijks nog gemoderniseerd. Vergeleken bij de wereldlijke vorstendommen, zeker bij die, welke onder het gezag van de Bourgondiërs waren gekomen en meer en meer centraal vanuit Brussel werden bestuurd, waren de instellingen in het Neder- en Overslacht op het einde van de middeleeuwen achterlijk en de administratie chaotisch. Een feodale rechtbank van ridders en knapen was het hoogste rechtscollege in het Nedersticht, maar de exemptie van dit college, dat Landrecht werd genoemd, was zo verbreid dat het weinig belangrijke zaken te behandelen had. De criminele rechtspraak, ook met betrekking tot zaken begaan op het platteland, kwam bijna geheel toe aan de steden. De hoogste bisschoppelijke gerechtsfunctionarissen, de maarschalken, moesten zich voor berechting
16
INLEIDING
van hun delinquenten vervoegen bij de schepenbanken van de steden. Een poging van bisschop David van Bourgondië om een moderner rechtscollege in het leven te roepen leed schipbreuk. Het financieel beleid was slecht en de administratie ervan primitief. Vooral op dit terrein hebben de Staten zich sterk gemaakt en conflicten met de bisschop bleven dan ook niet uit. Eigenlijk was alleen het officialaat, de kerkelijke rechtbank voor die zaken, die niet geclaimd werden door de aartsdiakens, een goed lopend instituut. Dit alles heeft zijn weerslag gehad op de archiefvorming. Wat de bisschoppelijke administratie betreft bleven de oudste stukken berusten in de dom. In de 14e eeuw werd een scheiding aangebracht tussen de archivalia van de bisschop en die van het kapittel, maar die betrof vooral de recente stukken. Ook later werden er nog bisschoppelijke stukken in de dom gedeponeerd, maar er ontstonden ook archiefdepots van de bisschop in de huizen Ter Horst, Duurstede en Vollenhove en op verschillende plaatsen in de stad Utrecht en de stad Deventer. Reeds in de tijd zelf moet dit bijzonder onoverzichtelijk en inefficiënt zijn geweest, maar het past wel in het beeld dat wij van de chaotische administratie hebben. De officiaal en de aartsdiakens bewaarden hun eigen stukken, d.w.z. voor wat de aartsdiakens betreft, die tevens kapittelfuntionarissen waren, werden zij gedeponeerd in de archieven van het desbetreffende kapittel. De vijf kapittels hadden hun eigen archieven. Naast de neerslag van de goederenadministratie bevonden zich —afgezien van de bisschoppelijke stukken in de dom en de aartsdiakonale stukken —daarin ook allerlei bestuursstukken zowel van het diocees als van de landsheerlijkheid als uitvloeisel van de functie van de kapittels als raad van de bisschop en eerste lid van de Staten. Ook in het archief van de stad Utrecht en in mindere mate in de archieven van de kleine steden Amersfoort, Rhenen, Montfoort en Wijk bij Duurstede kwamen stukken te berusten, die deze steden ontvangen hadden in hun hoedanigheid van lid van de Staten. Daarnaast ontstond er tegen het eind van de 14e en zeker in de 15e eeuw een archief van de Staten in hun geheel. In 1528 moest bisschop Hendrik van Beieren afstand doen van zijn wereldlijk gezag ten behoeve van Karel V als graaf van Holland en hertog van Brabant, hetgeen het einde van verschillende primitieve bestuursinstellingen en een sanering van de administratie ten gevolge had. Het betekende voor alles de bestuurlijke en administratieve scheiding van het Nedersticht en het Oversticht. Het betekende ook
INLEIDING
een nauwe binding van Utrecht aan Holland. Dat uitte zich al direct in het stadhouderschap. Utrecht werd toegevoegd aan het bestaande stadhouderschap van Holland en Zeeland. Zeer belangrijk was ook dat Utrecht kwam te ressorteren onder de rekenkamer in Den Haag. Alleen in de rechterlijke organisatie bleef het Nedersticht een eigen entiteit door de instelling van het Hof van Utrecht in 1530 naar het voorbeeld van het Hof van Holland en de Raad van Brabant. Aan de functie van verschillende subalterne functionarissen, zoals de maarschalken, werd een nieuwe inhoud gegeven, terwijl nieuwe functies werden ingesteld, zoals die van rentmeester-generaal der domeinen. Het voornaamste archief dat onder het Habsburgse bestuur (15281581) werd gevormd was dat van het Hof van Utrecht, dat onder presidium van de stadhouder stond en zowel politiek-bestuurlijke als rechterlijke bevoegdheden had. Ter zake van de financiële administratie was er sprake van een zekere ambivalentie. Alles wat betrekking had op de domeinen van de landsheer kwam te berusten in het archief van de Haagse rekenkamer aan wie de rentmeestergeneraal van Utrecht verantwoording schuldig was, maar hetgeen betrekking had op de belastingen, die in hoge mate een aangelegenheid van de Staten bleven, kwam in het archief van de Staten terecht. Na 1566 werd bovendien een klein archief gevormd door de rentmeester der geconfisqueerde goederen, die niet aan Den Haag doch direct aan Brussel ondergeschikt was. Een nieuwe situatie trad in tengevolge van de Opstand. Belangrijk uit administratief oogpunt was allereerst de uitwijking van de Haagse rekenkamer alsmede de leen- en registerkamer naar Utrecht in 1572, met medeneming van althans een deel van de archieven. Door de schepping van een nieuwe rekenkamer door de Hollandse opstandelingen, zag de oude rekenkamer haar werkterrein in feite tot Utrecht beperkt. Toen de politieke situatie zich enigszins consolideerde werd de nieuwe rekenkamer in Den Haag als de wettige voortzetting van de oude erkend en werd de restitutie van de archivalia uit Utrecht geregeld, echter met uitzondering van de stukken, die op Utrecht betrekking hadden. De rekenkamer te Utrecht kon overigens haar bestaan slechts tot 1584 rekken. De archieven van de bisschopP als landsheer (tot 1528) berusten zowel Bewaarplaatsen: p voor wat het Sticht als wat het Oversticht betreft in het rijksarchief. De gewestelijke J J 8 archieven van de landsheerlijkheid van het Oversticht worden na dat jaar bewaard in J J het rijksarchief in Zwolle. De archieven van de bisschop J hoofd van het p als geestelijk g J
18
INLEIDING
diocees en van de vijf Utrechtse kapittels zijn zijn na hun confiscatie aan het Rijk p J gekomen en berusten om die reden in het rijksarchief. J Literatuur: P.W.A. Immink, De wording g van staat en souvereiniteit in de middeleeuwen. Een rechtshistorische studie in het bijzonder met betrekking J g tot het Nedersticht I (Utrecht 1942); D.Th. Enklaar, Het landsheerlijk zijd J bestuur in het Sticht aan deze zijde den IJsel gedurende de regeering g 8 van bisschop p David van Bourg ondié ,1456-1496 (Utrecht 1922); C.A. van Kalveen, Het bestuur van bisschop p en Staten in het Nedersticht, Oversticht en Drenthe, 1483-1520 (Utrecht 1974); A.J. Maris Van voogdij tot maarschalkambt. Bijdrage tot deeschiedenis der Utrechts-bisschoppelijke g pp J staatsinstellingen, voornamelijk in het Nedersticht (Utrecht 1954); J.G. Avis, De directe belasting en in het Sticht Utrecht aan deze zijde zijde van de IJsel tot 1528 ( (Utrecht 1930)^; C. Dekker, De vorming g van aartsdiakonaten in het diocees Utrecht in de tweede helft van de 1 l e en het eerste kwart van de 12e eeuw, Geografisch Tijdschrift, N ieuwe reeks, reeks XI (1977) 339-360; R. Fruin en H.T. Colenbrander, Geschiedenis der staatsinstellingen g in Nederland tot aan den val der Republiek ('s-Gravenha g ge 1922 2 ),eerste boek: De staat p van Karel V; C. Dekker, Kerkelijke Kerkelijke archieven, Nederlands Archievenblad 85( 1981 ) 126-148.
3.1.2 1580-1795 Op 9 oktober 1577 sloten stad en gewest Utrecht zich aan bij de Opstand, nadat zij met de prins van Oranje een satisfactie hadden gesloten. De prins kreeg het stadhouderschap aangeboden en zou het gewest beschermen tegen de Spanjaarden. Met de ondertekening van de Unie van Utrecht op 23 januari 1579 trad Utrecht met een aantal andere gewesten en steden toe tot het militaire verbond, gericht tegen een herovering door de centrale regering van de opstandige gebieden. De afzwering van de landsheer, Philips II, bij eenvoudige resolutie van de Staten-Generaal op 26 juli 1581 was feitelijk niet meer dan de formele bekrachtiging van de voorafgaande gebeurtenissen. Na de ongelukkige ervaringen met Anjou (1581-1584) en de graaf van Leicester (1585-1587), welke laatste voor korte tijd in Utrecht zijn machtsbasis vestigde, besloten de opstandige provincies in 1588 de soevereiniteit aan zichzelf te trekken en deze in handen te leggen van de gewestelijke staten. Voortaan waren de Staten van Utrecht dragers van de hoogste bestuurs- en rechtsmacht in het Sticht en werden alle bestaande instellingen en functionarissen aan hen ondergeschikt. Gezien de samenstelling van de statencolleges werd door dit besluit de regeringsvorm in de Republiek die van een aristocratische oligarchie, welke tot aan de Bataafse omwenteling van 1795 in stand zou blijven. Feitelijk had deze situatie al met Philips' afzwering in 1581 zijn intrede gedaan, wat zich duidelijk weerspiegelt in het archief van de
19
INLEIDING
Staten. Vóór 1581 is het in hoofdzaak een adviserend college, sinds 1581 is het in bezit van de wetgevende en uitvoerende macht. De archiefvorming neemt sinds dat jaar plotseling drastisch toe, zowel van de Staten zelf als van de door hen ingestelde commissies en organen, waarvan als belangrijkste het dagelijks bestuur, de Gedeputeerde Staten, dient te worden genoemd. De Staten van Utrecht bleven samengesteld uit drie leden. In tegenstelling tot de andere gewesten had in Utrecht het geestelijke lid zich weten te handhaven, doordat de vijf Utrechtse kapittels na 1580 waren geprotestantiseerd. Voortaan werd echter een wisselend aantal vertegenwoordigers gekozen uit het totaal van 142 kanunniken, die gezamenlijk het eerste lid, dat der geëligeerden, uitmaakten. In 1618 werd dit aantal gefixeerd op acht; vier burgers en vier edelen. Zij werden volgens een ingewikkeld systeem gekozen. Ingevolge het door stadhouder Willem III opgelegde regeringsreglement van 1674 werd de benoeming van de geëligeerden in handen van de stadhouder gelegd. Na 1747 werd deze bevoegdheid ook aan Willem IV toegekend. De afzonderlijke kapittels kwamen wekelijks of eens in de twee weken capitulariter bijeen, maar mochten alleen de materiële aangelegenheden van het kapittel bespreken. De geëligeerden vergaderden onregelmatig, na beschrijving door de president, in een vertrek naast de vergaderzaal van de Staten. Het tweede lid werd gevormd door de leden van de ridderschap. Zij vulden zichzelf aan door coöptatie. Vereisten waren een riddermatige afkomst en bewoning van één van de 55 ridderhofsteden, vastgesteld in 1536, waaraan sindsdien nog een achttal werd toegevoegd. Onder de ridderschap ressorteerde ook het beheer van de goederen van de vijf voormalige jofferenconventen, nl. S. Steven te Oudwijk, S. Servaas, Mariëndaal, S. Laurens te Oostbroek en het Wittevrouwenklooster, waaruit aan adellijke dames van calvinistische huize prebenden werden uitgekeerd. Het derde lid werd vertegenwoordigd door de stad Utrecht en, hoewel dit formeel-juridisch door deze werd betwist, door de kleine steden Amersfoort, Rhenen, Wijk bij buurstede en Montfoort. Tweemaal per jaar kwamen de Staten, tot 1593 beschreven door de stadhouder en het Hof, daarna door Gedeputeerde Staten, bijeen. De zittingen duurden tot alle zaken waren afgehandeld. Tot in de beginjaren van de Opstand had het Hof van Utrecht naast de hoogste rechtspraak in het Sticht ook een belangrijk aandeel in het landsbestuur. Wegens de loyale houding van de leden van het
20
INLEIDING
Hof tegenover de centrale regering werden, om zijn politieke invloed uit te schakelen, vanaf 1576 de in of in de nabijheid van de stad Utrecht wonende Statenleden door Statensecretaris Willem van Lamsweerde periodiek bijeengeroepen om de spoedeisende zaken af te wikkelen. Uit dit bijzondere college onder de naam van BinnenStaten groeide het college van Gedeputeerde Staten. De in 1581 uitgevaardigde instructie werd met enkele wijzigingen in 1593 opnieuw vastgesteld. Tot 1610 telde het negen, sindsdien twaalf leden, gelijkelijk verdeeld over de drie constituerende Statenleden. Voor het derde lid hadden zitting twee vertegenwoordigers van de stad Utrecht, een van Amersfoort en een bij toerbeurt uit de kleine steden Rhenen, Wijk bij buurstede en Montfoort. De taken verschilden niet wezenlijk van die van de Gecommitteerde Raden van Holland: afhandeling van lopende zaken; beschrijving van de Staten; toezicht op de classicale vergaderingen en de benoeming van predikanten; toezicht op de inning van de landsbelastingen enz. Nadat Floris Thin door Leicester als landsadvocaat was afgezet en in 1590 overleden, zijn nog enkele personen in deze functie verkozen. Maar hun instructie verbood hen zich actief met de landspolitiek in te laten. Tot op zeker hoogte werd de positie van de landsadvocaat overgenomen door de secretaris van de Staten, maar deze heeft nooit die invloed in politieke aangelegenheden uitgeoefend die de Hollandse raadpensionaris had. Hij trad in de eerste plaats op als secretaris en notulist van de Staten en Gedeputeerde Staten en mocht uitsluitend de lagere klerkenambten vergeven. Eerder te vergelijken met de Hollandse pensionaris is de president van de geëligeerden uit de kapittels, die ook de Statenvergadering voorzat. Op financieel terrein functioneerde, na de opheffing van de rekenkamer in 1584, een steeds van samenstelling wisselende commissie van auditeurs van de rekeningen, aan wie de rekenplichtige functionarissen rekening en verantwoording moesten afleggen. In 1628 wordt bovendien een financieel beleidsorgaan ingesteld, de commissie van financiën. Nadat in 1658 de wisselende commissie van auditeurs tot een permanent orgaan, dat rekenkamer werd genoemd, is omgevormd, wordt in 1663 een gemeenschappelijke instelling voor beleid en controle gevormd, waarin de vroegere organen opgaan, de financie- en rekenkamer, die tot na de Bataafse revolutie zal blijven funktioneren. Het Hof van Utrecht bleef ook onder de soevereiniteit van de Staten het hoogste rechtscollege. De instructie van 1530 werd in 1583 ver-
21
INLEIDING
vangen door een nieuwe ordonnantie met instructie, volgens welke de bestuurlijke en financiële bevoegdheden aan het Hof werden onttrokken. Het had de jurisdictie in criminele zaken buiten de steden en de hoge heerlijkheden, waarvan er in het Sticht overigens maar weinig waren. Revisie werd somtijds verleend door de Staten, die hiertoe ad hoc reviseurs benoemden. Pogingen in 1584 om een kamer van revisie in te stellen naar analogie met de Hoge Raad van Holland leden schipbreuk op de onverzettelijke houding van het Hof. De vier maarschalkdistricten bleven gedurende de Republiek ongewijzigd. Het leenhof als georganiseerde instelling dateert van na de overname van het wereldlijk gezag door Karel V. Tot zijn competentie behoorde de verheffing van Nederstichtse en Gaasbeekse lenen, voorheen behorend aan de bisschop, de lenen van de S. Paulusabdij en de Montfoortse lenen, die in 1648 met de heerlijkheid aan de Staten waren gekomen. De archieven van het gewest Utrecht worden bewaard in het RijksarBewaarplaats: g J p chief. Literatuur: R. Fruin en H .T. Colenbrander, Geschiedenis der staatsinstelling en in Ne('s-Gravenhage derland tot aan den val der Republiek g 19222 ), boek twee t/m vier P S.J. Fockema Andreae, De Nederlandse staat onder de Republiek P ubliek Amsterdam 1969 ; C.W. van der Pot, Bestuurs- en rechtsinstellingen der Nederlandse (Zwolle 1949)g , 49-116; Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, provinciën ( p dl. X[Amsterdam 1758) ) en dl. X11 (Amsterdam 1772 ) ; S. Muller Fz., De oprichting ( P 8 van het college g van Gedeputeerde Staten van Utrecht, Bijdr. en Meded. Hist. Gen., X (1887) 337-375.
3.1.3 1795-1814 Nadat op 16 januari 1795 de Fransen Utrecht waren binnengetrokken, werden nog diezelfde maand de Staten van Utrecht ontbonden en vervangen door de Provisionele Representanten 's Lands van Utrecht. De eerste twee Statenleden, de geëligeerden en de ridderschap, waren daarvan uitgesloten. Op 30 maart kwamen vertegenwoordigers van de steden en van het platteland, dat per kwartier vier gekozen afgevaardigden zond, bijeen en constitueerden het college van Representanten 's Lands van Utrecht. Dezen werden belast met een nieuw te ontwerpen bestuursregeling voor het Sticht naar revolutionair model. Ingevolge het op 22 augustus 1796 vastgestelde Reglement voor een Intermediair Provinciaal Bestuur van het Volk 's Lands van Utrecht werden de Representanten op 17 oktober van
22
INLEIDING
dat jaar vervangen door het Provinciaal Bestuur 's Lands van Utrecht, samengesteld uit 18 afgevaardigden op basis van trapsgewijze verkiezingen. Een Comité van algemeen welzijn, dat optrad als uitvoerend lichaam, verving het college van Gedeputeerden der Representanten. Met de unitaristische staatsgreep van 22 januari 1798 werd de breuk met het ancien régime op bestuurlijk niveau voltooid: de eenheidsstaat als draagster van de soevereiniteit van het Nederlandse volk trad in de plaats van de zeven autonome provincies. Enkele dagen later, 25 januari, werd het Provinciaal Bestuur opgeheven en vervangen door het Intermediair Administratief Bestuur van de voormalige provincie Utrecht. Dit enigszins geïmproviseerde bestuurslichaam, zo plotseling belast met een volslagen andere taakvervulling in afhankelijkheid van de Constituerende Vergadering te Den Haag, werd een maand later afgelost door het Intermediair Administratief Bestuur van het voormalig gewest Utrecht, dat op een instructie van 26 artikelen zou aanblijven, totdat een nieuwe bestuursvorm voor de Bataafse Republiek op unitaristische grondslag zou zijn ingevoerd. Dit geschiedde door de afkondiging van de Staatsregeling van 1 mei 1798, waarvan art. 3 een nieuwe departementale indeling van de Bataafse Republiek regelde ter vervanging van de voormalige gewesten. Maar voorlopig werd hieraan nog geen uitvoering gegeven. Pas na de nodige voorbereidingen werden op 30 maart 1799 de intermediaire administratieve besturen van de oude gewesten vervangen door departementale besturen. Deze nieuwe besturen waren uitvoerende lichamen, volledig onderworpen aan het Uitvoerend Bewind. Slechts enkele bestuurlijke bevoegdheden, zoals de inning van belastingen en de benoeming van lagere ambtenaren, bleven tot hun competentie behoren. De uit de tijd der Republiek stammende Commissie van financiën werd voorlopig, zolang het nieuwe stelsel van algemene belastingen niet was ingevoerd, gehandhaafd. Tegelijk met de feitelijke invoering van de departementale besturen op 30 maart 1799 werd deze commissie echter vervangen door vanuit Den Haag benoemde commissarissen tot de administratie der financiën van het voormalige gewest Utrecht. Dezen waren tevens belast met de administratie van de financiën van de graafschappen Buren, Kuilenburg en Leerdam. De creatie van de eenheidsstaat ging gepaard met een grondige departementale herindeling. Het Utrechtse grondgebied werd daarbij over vier departementen verdeeld. Het grootste gedeelte werd inge-
23
INLEIDING
lijfd bij het departement van de Rijn met de hoofdplaats Arnhem. Het gebied benoorden de lijn Vleuten-Woerden en ten westen van de lijn Maarssen-Zuiderzee kwam onder het departement van Texel met de hoofdplaats Alkmaar; het gebied begrensd door de Lek in het zuiden en de lijn Vleuten-Woerden in het noorden en in het oosten reikend tot en met Vreeswijk onder het departement van de Delf met de hoofdplaats Delft; Kudelstaart, Thamen en Uithoorn ten slotte kwamen te ressorteren onder het departement van de Amstel met de hoofdplaats Amsterdam. Het restauratieve karakter van de Staatsregeling van 1801 manifesteerde zich in het herstel van de oude gewestelijke grenzen. Wel werd de benaming departement gehandhaafd en werden enkele kleinere territoriale veranderingen doorgevoerd. Het Land van Vianen en Ameide werd van Holland naar Utrecht overgeheveld, terwijl IJsselstein, Benschop, Noord-Polsbroek en Jaarsveld van Utrecht onder Holland werden gebracht. Deze gebiedsruil werd overigens met de Staatsregeling van 1805 weer ongedaan gemaakt. Onder de door het Staatsbewind benoemde leden van het Departementaal Bestuur waren niet alleen gematigde revolutionairen en federalisten, maar ook aristocraten en Oranjegezinden. De tendens tot terugkeer naar het oude was ook merkbaar in de verruiming van de bevoegdheden van het Departementaal Bestuur: het was niet meer alleen uitvoerder van 's Lands wetten, maar kon ook eigen wetten en verordeningen afkondigen, mits deze niet in strijd waren met de algemene wetten, en trad op als besturend en administrerend lichaam, meestentijds echter onder oppertoezicht van het Staatsbewind. Ook op het terrein van de financiën was sprake van een gedeeltelijk herstel van de oude toestand. Een in 1802 opnieuw ingesteld Comité van financiën administreerde de departementale geldmiddelen; de in 1803 opgerichte Departementale Rekenkamer werd belast met de administratie van dat gedeelte van de financiën, dat nationaal was verklaard en onder de generale middelen was gebracht. Na de Staatsregeling van 1805, onder druk van Napoleon ingevoerd en steunend op het eenhoofdig bewind van de raadpensionaris Schimmelpenninck, werd de bevolking nog minder dan voorheen betrokken bij het landsbestuur. De nieuwe departementale besturen werden benoemd door de raadpensionaris. Wel was voorzien in een getrapt kiesstelsel, maar hieraan is door de loop der gebeurtenissen nooit uitvoering gegeven. De financiële instellingen bleven ongewijzigd, behoudens dat de Rekenkamer voortaan Raad van financiën ging heten. 24
INLEIDING
Onder het koninkrijk Holland (1806-1810) vond in 1807 opnieuw een reorganisatie van het bestuur plaats. Aan het hoofd van elk departement kwam een landdrost, benoemd door de koning. Hij werd bijgestaan door een secretaris-generaal en assessoren, evenals de landdrost koninklijke ambtenaren. Het departement Utrecht werd verdeeld in twee kwartieren, Utrecht en Amersfoort, met aan het hoofd een drost (voor het kwartier Utrecht trad tot april 1808 de landdrost als zodanig op). Deze was belast met het toezicht op de gemeentebesturen in zijn kwartier. De administratie der financiën, zowel departementaal als nationaal, werd opgedragen aan de landdrost en assessoren, die hiertoe uit hun midden gecommitteerden aanwees. Dezen vervingen de oude Raad van financiën en het Comité van financiën. Het koninkrijk Holland werd ingevolge keizerlijk decreet van 9 juli 1810 ingelijfd bij het Franse keizerrijk. Het ingelijfde gebied werd bij decreet van 18 oktober 1810 een gouvernement-generaal, verdeeld in zeven departementen. Volgens deze nieuwe indeling, die 1 januari 1811 van kracht werd, werd het oude departement Utrecht met dat van Amstelland samengevoegd tot het departement van de Zuiderzee met de hoofdplaats Amsterdam. De bestaande kwartieren Utrecht en Amersfoort bleven voortbestaan als arrondissementen. Aan het hoofd vary het departement stond de préfect met naast zich een kleine Conseil de préfecture (de vroegere assessoren), terwijl er ook een grotere Conseil Général du Département was. Aan het hoofd van elk arrondissement stond een sous-préfect, bijgestaan door een raad. Het Hof van Utrecht, rechtbank in criminele zaken ten plattelande met Montfoort en in civiele zaken in appel van alle gerechten in de provincie, bleef als zodanig bestaan tot de staatsgreep van 1798. Doordat de zelfstandigheid der gewesten teloor ging veranderde ook de positie van het Hof, dat nu onder de naam Hof van Justitie van het voormalige gewest Utrecht, later Departementaal Hof van Justitie als appelrechtbank fungeerde, waarbij zijn jurisdictie zich uitstrekte over het territoir van het departement in al zijn wisselingen. Tegelijk met de nieuwe bestuurlijke indeling, zoals die werd geregeld bij het decreet van 18 oktober 1810, werd ook een nieuwe rechterlijke organisatie ingevoerd. Het Hof werd per 1 januari 1811 opgeheven, evenals de andere rechterlijke organen die tot dan waren blijven functioneren. Nieuwe organen kwamen daarvoor in de plaats. Het Keizerlijk Gerechtshof te 's-Gravenhage was beroepsinstantie voor civiele zaken en nam kennis van criminele en politiezaken, die het ver25
tNLEIDWG
elk. wees naar de competente rechter. Indepartementshoofdstadwas p een rechtbank van eerste aanleg, g,in dat vane Zuiderzee naast ee ec r De arron isseen in Alkmaar. te Haarlem aa m ook Amsterdam o0nog 0een g rh te Amersfoort waren elk verdeeld in resp. mente nUte c en p zeven en vier kantons met vrederechters enpolitierechtbanken. In de stad n ee n han e 1s r ec t a nk gevestigd. Utrecht was bovendien g v ti g. Al naar gelang Utrecht in zijn geheel of gedeeltelijk Bewaarplaatsen: J was g g p g$ de provincie P worden de archieven van de bóvenlokale ondergebracht bij andere departementen $ J in die provincies, waarin bewaard in de rijksarchieven overheidewest departement) J P (g de bestuurlijke centra op Voor bv. de periode 30 maart p g g p dat moment waren gelegen. J 1799-21 t juni 1802 treft men derhalve de departementale archieven, die betrekkingg hebP ben opp het territorium van het voormalige gewest Utrecht,^ aan in de rijksarchieven in J g8 tijd Arnhem, in Haarlem en in 's-Gravenha gge,^ de archieven uit de tijd J van het keizerrijk op departementaal niveau berusten in het rijksarchief in Haarlem, die van de beide J p P sous-préfectures Utrecht en Amersfoort in het rijksarchief in Utrecht. Voor het overig J de vele territoriale wijzigingen, die zich bezuiden de Lek en 8 g e voleg men nauwgezet aan de westelijke met Holland voordeden. g J grens van der Pot, Bestuurs- en rechtsinstelling en der Nederlandse provinLiteratuur: ciën(Zwolle 1949) 117-176; B.C. de Savornin Lohman, De bestuursinrichting van ge(Utrecht de Bataafsche republiek west, stad enlatteland van Utrechtgedurende p g p tijd Geschiedkundige atlas van Nederland. De Fransche 1910); J.C. Ramaer, J (1795g ), 1 81 S) ( ('s-Gravenhage g atlas van Nederland. g 1926), ; J.C. Overvoorde Geschiedkundige De rechterlijke indeeling g na 1795( 's-Gravenhage 1915). J p
C.W.
^
3.1.4 Na 1814
Na de bevrijding van de Franse overheersing bleef de departementale organisatie voorlopig gehandhaafd. In Utrecht kregen de onderprefecten van Utrecht en Amersfoort een aanstelling als commissaris van hun arrondissementen, maar bleven onder het toezicht van de twee commissarissen-generaal van het departement van de Zuiderzee. De grondwet van 1814 herstelde de oude provincies, maar elke soevereiniteitspretentie werd overboord gezet. Het provinciale bestuur werd per provincie gereglementeerd na voorafgaande goedkeuring door de soevereine vorst, Willem I. Namens het centrale gezag trad een gouverneur op met ruime bevoegdheden: handhaving van de openbare orde, toezicht op de uitvoering van wetten, controle op de provinciale besluiten. Hij was voorzitter van de Statenvergadering en van het daaruit samengestelde college van Gedeputeerde Staten. De Staten werden geconstitueerd door vertegenwoordigers van de drie standen: de ridderschap, de steden en de landeigenaren, in Utrecht
26
INLEIDING
12 leden uit iedere stand. Het zwaartepunt van het bestuur lag evenwel bij de gouverneur. De nieuwe grondwet van 1815 bracht geen wezenlijke wijzigingen. Door de invoering van de Provinciale wet van 1850 werden de bevoegdheden van de nu commissaris des konings genoemde gouverneur sterk ingekrompen. De bestuurstaak kwam primair te liggen bij de Staten, die voortaan rechtstreeks werden gekozen met weglating van de indeling naar standen. Gedeputeerde Staten waren belast met het dagelijks bestuur. In 1819 en 1820 werden enkele grenscorrecties met Holland bij wet gerealiseerd. Van Utrecht werden naar Noord-Holland overgeheveld: Uithoorn, Kudelstaart, Tamen, Nederhorst den Berg, Ankeveen en Kortenhoef; bij Utrecht kwamen: Waverveen, Klein Muyden, Loenen Kronenburgsgerecht, de beide Loosdrechten, Mijnden en Loenerveen. Bij Zuid-Holland werden ingelijfd: Hagestein, Lang en Ruige Weide, Oukoop, Papekop en Diemerbroek, terwijl van Holland naar Utrecht overgingen: Indijk, Teckop, Snelrewaard, Noord- en ZuidLinschoten, Zuid-Polsbroek, Cabauw en Zevender. Aan Gelderse zijde werden enkele kleinere grenscorrecties aangebracht. Literatuur: C.W. van der Pot, Bestuurs- en rechtsinstellingen der NederlandseProving ciën(Zwolle 1949) 177-313; W.A.G. Perks, Geschiedenis van deemeente 8 grenzen in derovincie Utrecht van 1795 tot 1940, Provinciale almanak van Utrecht,, 1962. P 3.2
Plaatselijke bestuurs- en rechtsinstellingen
3.2.1
Stadsbestuur vóór 1795 Bestuur en rechtspraak in Utrecht en de z.g. `kleine steden', Amersfoort, Rhenen, Wijk bij Duurstede en Montfoort, vertoonden naast overeenkomsten ook verschillen. Voor een deel is dit te wijten aan het feit, dat Utrecht en Amersfoort vanouds onder het gezag van de bisschop stonden, terwijl Wijk bij Duurstede en Montfoort lange tijd een eigen heer hadden. Rhenen verkeerde in een tussenpositie. Tot 1459 moest de bisschop zijn gezag over de stad delen met de heren van Abcoude en Gaasbeek, die ook heer over Wijk bij Duurstede waren. In Utrecht ontwikkelden bestuur en rechtspraak zich als volgt. Beide werden omstreeks het eind van de 12e eeuw uitgeoefend door een schout, die de bisschop vertegenwoordigde, en schepenen, die als
27
INLEIDING
vertegenwoordigers van de burgerij golden, maar door de bisschop werden aangewezen. In de loop van de 13e eeuw wisten echter uit het koopliedengilde voortgekomen consules civitatis of raden bestuur en een gedeelte van de rechtspraak, waaronder de criminele, aan de schepenbank te onttrekken ten behoeve van een stadsraad, bestaande uit 2 burgemeesters, 12 schepenen en 24 raden. Vanaf de tweede helft van die eeuw winnen de gilden van ambachtslieden steeds meer aan invloed. Zij wisten van de bisschop af te dwingen, dat de 24 raden voortaan zouden worden gekozen door de 42 oudermannen van de gilden. Op hun beurt kozen de 24 raden de 12 schepenen. Van de twee burgemeesters werd de een door de raden uit de schepenen gekozen en de ander door de schepenen uit de raden. In Amersfoort en Rhenen ontwikkelden bestuur en rechtspraak zich als in Utrecht, echter zonder de grote invloed van de gilden. In plaats daarvan werd in die steden de magistraat gekozen door keurlieden, die op hun beurt door loting werden aangewezen door een groep van 50 welgestelden of gekwalificeerden, wat het geval was in Amersfoort, of door alle bezittende burgers, zoals in Rhenen. Bovendien is in Rhenen de schepenbank altijd in het bezit geweest van zowel de criminele als de civiele rechtspraak. De overdracht van het wereldlijk gezag over het Sticht Utrecht aan Karel V in 1528 had een versterking van het landsheerlijk gezag als gevolg. Voortaan werd in de Utrechtse steden het stadsbestuur namens de landsheer door de stadhouder of door een commissie uit het Hof van Utrecht aangewezen. In Amersfoort en Rhenen ging de nieuwe situatie in verband met de tijdelijke bezetting door de Geldersen eerst in 1544, resp. 1546 in. Zowel in Utrecht, als in Amersfoort werd de schepenbank weer in de criminele en civiele jurisdictie hersteld. Na de aansluiting van het gewest Utrecht bij de Unie van Utrecht zien wij, dat hetzij burgemeesters en schepenen (Utrecht), hetzij burgemeesters, schepenen en raden (Amersfoort) door de stadhouder werden benoemd uit dubbeltallen hem door resp. de vroedschap of de aftredende magistraat aangeboden. De Utrechtse raad vulde zichzelf door coöptatie aan. Na de val van Oldenbarnevelt in 1618 kreeg de stadhouder echter meer invloed op de raadsbenoemingen. Tijdens het eerste stadhouderloze tijdperk (1650-1672) zien wij bij de magistraatsbenoemingen een zuiver cotiptatiesysteem, zoals in Utrecht en Wijk bij buurstede, of een ingewikkeld systeem, waar onder meer loting aan te pas kwam, zoals in Amersfoort. Het rege-
28
INLEIDING
ringsreglement van Willem III van 1674 bracht voor de magistraatsbenoeming in de steden een uniforme regeling. Kenmerkend hierin was de grote invloed van de stadhouder: beide burgemeesters en de 12 schepenen werden voortaan door hem benoemd uit dubbeltallen hem door de gehele aftredende magistraat aangeboden; de leden van de vroedschap konden door hem naar believen worden gehandhaafd of ontslagen. Het tweede stadhouderloze tijdperk (1702-1747) bracht echter weer een herstel van de wijze van magistraatsbenoeming, die tijdens het eerste stadhouderloze tijdperk in de diverse steden gold. In Amersfoort en in Rhenen echter probeerde een aantal regenten de oude middeleeuwse wijze van benoeming door middel van keurlieden in ere te herstellen. Die poging werd door de Staten van Utrecht met militair geweld onderdrukt. In Amersfoort werden twee leiders van de beweging terechtgesteld. Het herstel van het stadhouderschap in 1747 bracht ook een herinvoering van het regeringsreglement van 1674 met zich mee. De beide laatste stadhouders waren echter niet in staat om dit reglement met kracht door te voeren. De ontwikkelingen in Montfoort wijken enigszins van die in de overige steden af. De geschiedenis van de stad hangt nauw samen met die van de nabijgelegen burcht, die bisschop Govert van Rhenen in 1170 ter bescherming van de westgrens van zijn bisdom liet bouwen. Namens de bisschop voerde een burggraaf het bevel over de burcht. Zoals ook elders het geval was, ontwikkelden de burggraven zich tot vrijwel onafhankelijke vorsten en eigenden zij zich de hoge heerlijkheid over Montfoort en omgeving toe. Daarbij maakten zij gebruik van de tegenstellingen tussen de graven van Holland en de bisschoppen. Toen in de 15e eeuw aan die tegenstelling een einde kwam nadat Filips van Bourgondië zijn bastaardzoon David op de Utrechtse bisschopstroon geplaatst wist te krijgen, wisten de heren van Montfoort hun positie een tijdlang te handhaven door zich aan het hoofd te stellen van de Hoeksen in hun strijd tegen de Bourgondischgezinde partij der Kabeljauwsen. Bovendien had de bisschop, door geldnood gedwongen, in de eerste helft van de 15e eeuw de hoge heerlijkheid formeel aan de burggraaf verpand. Dit pand werd door Karel V pas in 1546 ingelost. Aan de bijzondere positie kwam definitief een eind toen de burggraaf Ferdinand Filips de Merode ook de lage jurisdictie in 1648 aan de Staten van Utrecht verkocht. De stad Montfoort, die in 1329 van de burggraaf stadsrechten verkreeg, had in de 14e eeuw een bestuur bestaande uit schout, schepe-
29
INLEIDING
nen en `gemene Bueren'. Dit college bezat zowel de hoge als de lage jurisdictie. De zeven schepenen werden door de burggraaf aangewezen. Vanaf de tweede helft van de 16e eeuw treffen wij echter in Montfoort een vroedschap aan met burgemeesters en schepenen. In financiële zaken werd de `gemene burgerij' geraadpleegd. Burgemeesters en schepenen werden door de burggraaf onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten gekozen uit een voordracht van negen door de aftredende vroedschap. De voordracht gold min of meer als bindend. De burggraaf werd vertegenwoordigd door zijn drost, die tevens als schout van Montfoort optrad. In de middeleeuwen diende de schepenbank te Montfoort tevens als beroepscollege voor de dorpsgerechten in het burggraafschap. Van de schepenbank kon men weer in beroep gaan bij de heer en zijn raden en leenmannen. Later kon men zowel van de dorpsgerechten als van de schepenbank direct in beroep gaan bij het Hof van Utrecht. 3.2.2 Stadsbestuur na 1795 Bij de komst van de Fransen werden overal revolutionaire comité's ingesteld. Zo trad er bijv. in de stad Utrecht een dergelijk comité op, dat de oude vroedschap ontbond en op 25 januari een provisionele municipaliteit instelde. Deze werd op 4 mei 1795 op haar beurt vervangen door een gekozen municipaliteit. De sterk centraliserende Staatsregeling van 1798 stelde een algemeen reglement voor de gemeentebesturen in het vooruitzicht. Hiervan is echter niets gekomen. De meer decentraliserende Staatsregeling van 1801 liet de regeling van de gemeentelijke organisatie over aan de departementen en aan de gemeenten zelf. De grondwet van 1806 verkleinde weer de gemeentelijke zelfstandigheid. Er kwam een centrale regeling voor de gemeentelijke organisatie. Hierin werden de gemeenten verdeeld in gemeenten der eerste klasse en die der tweede klasse. De eerste klas gemeenten, die meer dan 5000 inwoners telden, kregen een bestuur, bestaande uit een burgemeester, wethouders en vroedschap, die allen door de koning werden benoemd. Voor de tweede klas gemeenten bleef de oude situatie gehandhaafd. Door de inlijving van Nederland bij Frankrijk trad hier de Franse gemeentewet in werking. Voortaan werden de gemeenten bestuurd door een maire, bijgestaan door adjoints du maire ( = wethouders) en een Conseil municipal ( = gemeenteraad). Zij werden allen namens de keizer door de préfect van het departement benoemd. Een ander ge-
30
INLEIDING
volg van de inlijving was de invoering van de Franse rechtspleging in 1811. Hierdoor kwam er definitief een einde aan de stedelijke rechtspraak. Het herstel van de onafhankelijkheid in 1813 bracht voorlopig in de stedelijke organisatie geen verandering. Alleen werden de Franse benamingen vervangen door Nederlandse. De grondwet van 1814 verdeelde de gemeenten in stedelijke en plattelandsgemeenten. Voor elk van beide categorieën kwamen in 1815 bestuursreglementen. Die voor de steden werden per stad opgesteld. Niettemin waren zij vrij uniform. Zij voorzagen in twee of meer burgemeesters door de koning uit de raad te benoemen, en een raad die door de stemhebbende burgers voor het leven werd gekozen in getrapte verkiezingen. In 1824 werden de individuele stedelijke bestuursreglementen vervangen door een algemeen landelijk reglement. Het voorzag in een burgemeester en wethouders door de koning uit de raad te benoemen en een raad, die op dezelfde wijze werd gekozen als volgens de regelingen van 1815. Het reglement van 1824 is op zijn beurt vervangen door onze huidige gemeentewet, die in 1851 tot stand kwam. 3.2.3 Bestuurs- en rechtsinstellingen op het platteland vóór 1795
Ten tijde van de vorming van het wereldlijke territorium van de bisschop werden de graafschappen, die door de Duitse koningen en keizers aan de kerk van Utrecht waren geschonken, namens de bisschop bestuurd door graven. Toen de banden met het rijk na het Concordaat van Worms (1122) steeds losser werden, en de bisschoppen zich meer en meer ontwikkelden tot landsheren, werden deze functionarissen overbodig. Mede door de inspanningen van de twee oudste bisschoppelijke kapittels werd het gezag van deze vroege graven uitgehold. Vanaf het midden van de 13e eeuw verschijnt een nieuwe, direct van de bisschop afhankelijke ambtenaar ten tonele: de maarschalk. Aanvankelijk was er één maarschalk voor het gehele gebied van het Nedersticht. In Eemland, waar een districtsschout van bisschopswege optrad, evolueerde kort na het midden van de 14e eeuw dit schoutambt tot een tweede maarschalkambt. In 1413 volgde een verdere splitsing van het oudste maarschalkdistrict in dat van het Nederkwartier en dat van het Overkwartier, waarvan de grens liep vanaf Het Gein bij Jutphaas tot aan De Bilt en vandaar verder noordwaarts. Nog later groeide ook het burggraafschap Montfoort uit tot
31
INLEIDING
een afzonderlijk maarschalkambt (1546). De maarschalken waren belast met de opsporing en vervolging in criminele zaken. De bestaande centrale, van oorsprong feodale rechtbank werd in de 14e eeuw door toedoen van de steden dusdanig verdrongen, dat deze de berechting van delicten begaan op het platteland aan zich wisten te trekken. De maarschalken zaten in die gevallen de rechtsprekende colleges voor, zonder evenwel zelf een stem te hebben. Zij vertegenwoordigden de bisschop ook in bestuurlijke aangelegenheden. Zij waren verantwoordelijk voor de uitvoering van diens bevelen en hielden toezicht op de schouten en de lagere ambtenaren in hun districten. Een aparte positie werd ingenomen door het tot het Nedersticht behorende land van Hagestein. Na de Arkelse oorlog en de belegering, verovering en afbraak van de kastelen Hagestein en Everstein door de graaf van Holland in 1405 werd deze heerlijkheid overgedragen aan de bisschop van Utrecht, bondgenoot van de Hollandse graaf. De bestuurs- en rechtsmacht in dit nieuwverworven landsheerlijk territorium werd niet opgedragen aan de maarschalk van het Nedersticht, maar aan een bisschoppelijke drost. Het drostambt werd door de bisschop in leen uitgegeven aan leden van de hoge adel. In 1510 echter stond de bisschop de hoge heerlijkheid met de bestuursmacht af aan de kapittels van de dom en Oudmunster, die al vanaf de eerste ontginningen in dat gebied op kerkelijk en wereldlijk terrein invloed hadden uitgeoefend. Anderhalve eeuw later verkochten de beide kapittels, die tot dan het gebied in condominium hadden bestuurd, de heerlijkheid aan de graaf van Waldeck, heer van Culemborg. De hoge rechtspraak in strafrechtelijke zaken op het platteland geschiedde voor een van de stedelijke gerechten of voor het Landrecht onder voorzitterschap van de bisschop zelf; van 1471 tot 1477 voor het nieuw ingestelde, maar slechts korte tijd gefunctioneerd hebbende hof van beroepsrechters, de `Schive'. Na de overdracht van het wereldlijk gezag (1528) verving Karel V in 1530 het Landrecht definitief door een hof, dat naast zijn rechtsprekende taak ook een politieke functie had. Pas na 1583 ging het uitsluitend als rechtscollege optreden. Tot dat jaar ook konden de maarschalken misdadigers doen berechten Of voor het Hof 6f voor een van de stadsgerechten in de kwartieren, te weten Wijk bij buurstede of Rhenen (Overkwartier), Amersfoort (Eemland) en Vreeland of Het Gein (Nederkwartier). Nadien konden zij dit uitsluitend doen `voor den Praesident ende Ra-
32
INLEIDING
den (van het Hof) ende elders niet'. Slechts twee uitzonderingen kende het platteland waar het de uitoefening van de hoge rechtspraak betrof. In de proosdijlanden van S. Jan, een heerlijkheid bestaande uit vier afzonderlijke gerechten, oefende een baljuw namens de proost van het kapittel van S. Jan te Utrecht samen met de schepenen van Mijdrecht, Thamen en Wilnis de criminele rechtspraak uit. In de heerlijkheid van Montfoort was de hoge jurisdictie oorzaak van blijvende geschillen tussen de bisschop en de burggraven, maar na 1546 is zij definitief in handen gekomen van de landsheer, toen Karel V. De lage jurisdictie berustte op het platteland bij lokale rechtscolleges. Tot de 16e eeuw waren dat overwegend gerechten van landgenoten en buren, waaraan in beginsel alle geërfden deelnamen, onder voorzitterschap van de schout. Deze laatste werd benoemd door de bisschop of door andere gerechtsheren, zowel geestelijke instellingen als leden van de adel en het patriciaat. Weliswaar is reeds sinds de 13e eeuw in enkele plaatsen sprake van schepengerechten, doch dit zijn duidelijk uitzonderingen. De gang van zaken bij de burengerechten werd echter als zeer onbevredigend ervaren, doordat in vele gevallen de buren niet kwamen opdagen, of, kwam het wel tot een rechtszitting, door de drink- en vechtpartijen, omkooppraktijken en andere wanordelijkheden. Om die reden werden in de 16e en 17e eeuw deze lagere rechtbanken anders ingericht: bijna alle burengerechten werden geleidelijk omgezet in schepengerechten. In tegenstelling tot vroeger werd het aantal rechters, voortaan schepenen genoemd, beperkt tot vijf of zeven. Zij werden bovendien jaarlijks uit de geërfden gerecruteerd en vervolgens door de maarschalk beëdigd. Het schepengerecht was, evenals het vroegere burengerecht, uitsluitend competent in boetstraffelijke zaken. Op het eind van het ancien regime telde het gewest Utrecht zeer vele gerechten, in grootte variërend van één tot bijna 1400 ha. Naast de lage rechtspraak oefenden deze ook de voluntaire jurisdictie (transporten van onroerend goed, attestaties, hypotheken enz.) uit en waren tevens betrokken bij het bestuur van de dorpen. Terzake van het landsbestuur hadden zij echter geen enkele zeggenschap; het platteland werd geacht voldoende vertegenwoordigd te worden door de leden van de ridderschap, voor zover dezen als bewoners van ridderhofsteden deel uitmaakten van het tweede lid der Staten. In 1714 verkochten de Staten van Utrecht een dertigtal lage heerlijkheden aan particulieren, waardoor dezen ook het recht van benoeming van de schout verwierven. 33
INLEIDING
Van fra S men a de archieven van de maarschalken zijn p Bewaarplaatsen: slechts een paar p gebleven in het archief van het Hof van Utrecht en in dat van de Staten w ten bewaard 8eb l rekeningen). Van het Landrecht bestaan nog slechts een drietal van Utrecht (enkele J u'8 ( zijn opgenomen in het bisschoppelijke zij zijn n 1394 en 1496; zij diciaalregesters tussen pp J archief. p8 van Utrecht en Amersfoort berusten in de archiefa de stadsgerechten De archieven van g aldaar, de overige,, samen met die van de plattelandsgerechten in het p bewaarplaatseng 8 Rijksarchief. Ri' l A.J. Maris Van voogdij Literatuur: i r tuur: g J tot maarschalkambt. Bijdrage J g tot degesc iedenis voornamelij in het Nedersticht der Utrechts-bisschopp eli'ke de J staatsinstellingen, g ^ voornamelijk D. Th. Enklaar, Het landsheerliJ 'k bestuur in het Sticht aan deze zijde J' (Utrecht van den IJseledurende de re eerie van bisschop David van Bourgondië 1456-1496 regeering g p g 43-105; Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, dl. XII (Utrecht trecht 1922))g h 1772 •), D. Th. Enklaar, Schepenbanken ten platten lande van Utrecht, Verslap (Utrecht p inn g g tot uitgaaf g der bronnen van het oud-vaderlandsche g Vereeniging g en en Mededeelingen 59-76, 339-340; S.J. Fockema Andreae, Bijdragen tot de NederlandVIII(1934) 193 S9 recht,V 150-180;• J. Ph. de Month Ver Loren, De Haarlem 1900 1900) 150-180 sche rechtsgeschiedenis,I V (Haarle platten lande in het g gebied langs rechterlijke organisatie ten p J'n 8edu g den Krommen Rijn rende dee middeleeuwen((Utrecht 1948), • C. Dekker, Het Kromme Rijn J ggebied in de 1983). middeleeuwen. Een institutioneel-geografische studie(Zutphen ( p
3.2.4 Bestuursinstellingen op het platteland na 1795
De vorming van de eenheidsstaat na de Bataafse omwenteling ging gepaard met spanningen tussen de voorstanders van een centraal gezag en de aanhangers van een meer op federale leest geschoeide staatsinrichting. Deze tegenstellingen tussen unitaristen en federalisten werkten door in de bestuursinrichting van de voormalige gewesten en de heerlijkheden. In het gehele land werden de oude heerlijke rechten afgeschaft. Dit betekende, dat de geestelijke instellingen, die in Utrecht in geprotestantiseerde vorm waren blijven voortbestaan, maar ook de particuliere gerechtsheren hun invloed op de dorpsbesturen verloren. De gerechten maakten gebruik van hun aldus verworven vrijheid op bestuurlijk gebied om zich naar believen op te splitsen of met andere gerechten te verenigen. In 1798 werd de reorganisatie van de dorpsbesturen door het Intermediair Administratief Bestuur ter hand genomen in de geest van de Staatsregeling, die volgde op de unitaristische staatsgreep van dat jaar. De besturen van de gerechten werden sterker dan voorheen ondergeschikt gemaakt aan het centrale Uitvoerend Bewind. Het aantal gerechten in Utrecht werd teruggebracht tot 69. In de elkaar opvolgende staatsregelingen werd de autonomie van de gemeenten ten opzichte van de centrale staat in meerdere of mindere mate benadrukt. Wel werd door de in-
34
INLEIDING
voering van het kiesrecht, dat echter steeds verder werd ingeperkt, het platteland meer betrokken bij het gewestelijk en landsbestuur. Op lokaal niveau veranderde buiten de steden evenwel niet zo veel in de dagelijkse bestuurspraktijk, de nieuwe revolutionaire benamingen ten spijt. Bij keizerlijk decreet van 9 juli 1810 werd het Koninkrijk Holland bij Frankrijk ingelijfd. Per 1 maart 1811 hielden de gemeentebesturen op een rechtsprekend college te zijn. Een gevolg van de inlijving was dat de naam schout vervangen werd door maire. Na het herstel van de onafhankelijkheid in 1813 werd de titulatuur van maire veranderd in die van burgemeester. De grondwet van 1814 maakte een onderscheid tussen stedelijke en plattelandsgemeenten. Voor beide zouden afzonderlijke bestuursreglementen worden uitgevaardigd. De organisatie van het bestuur ten plattelande kreeg gestalte bij besluit van de koning van 19 februari 1817. Krachtens dit besluit keerde de schout (benoemd door de koning), die tevens secretaris en ontvanger was, terug, bijgestaan door een raad (periodiek aftredend, benoemd door Provinciale Staten uit de aanzienlijken) en twee assessoren, gekozen uit de raad en gecommitteerd door Provinciale Staten. Het besluit van 1817 werd weer vervangen door het reglement van 23 juli 1825: de eeuwenoude betiteling van schout werd binnen het gemeentelijk bestel afgeschaft om definitief plaats te maken voor die van burgemeester, die evenals in 1817 voor het dagelijks bestuur bijstand verkreeg van twee assessoren. De heerlijke rechten werden in 1814 gedeeltelijk hersteld: de ambachtsheren kregen jacht-, vis- en dergelijke rechten terug, maar van heerlijkheid in de zin van bestuursgezag in particuliere handen bleef slechts een recht van voordracht voor bepaalde ambten en van benoeming in kleinere bedieningen over. In het gewestelijk bestuur werd het platteland vertegenwoordigd door de stand van de grondeigenaren, die naast die van de ridderschap en de steden een van de drie constituerende elementen was van de Statencolleges. In Utrecht nam ieder der drie standen een derde van het aantal zetels in de Statenvergadering in. De grondwetswijziging van 1848 schreef niet alleen een gemeentewet voor, maar schafte de heerlijke rechten van voordracht en benoeming definitief af. De gemeentewet van 1851 deed het onderscheid tussen stedelijke en plattelandsgemeenten verdwijnen. In alle gemeenten wordt de raad, het hoofd van de gemeente, voortaan rechtstreeks door de ingezete-
35
INLEIDING
nen (voorlopig censuskiezers) gekozen. De benoeming van de burgemeester blijft bij de koning. De assessoren op het platteland worden wethouders. zij bestanddeel De archieven van de lokale bestuursorganen na 1795 zijn Bewaarplaatsen: p g rijk deemeenteli'ke gg e in bewaring8e J archieven. Een aantal daarvan is bijJ het rijk S ven de overige berusten ter plaatse in de gemeentehuizen of, in de steden Utrecht en g P g Amersfoort in deemeenteli'ke archiefbewaarplaatsen. De archieven van de gerechten g P J S bestuurlijke vóór 1811,, waarin ook wel bescheiden van bestuurlijke alsg aard worden aangetroffen, mede die van enkele markorganisaties, zijn in de loopP van de 19e eeuw overgebracht g ^J g stadsvrijhei van Utrecht en naar het Rijksarchief. Die van de gerechten binnen de stadsvrijheid Rijksarchief. g gegeven aan degemeentearzijn de huidige Amersfoort zijn g gg in bewaringge g gemeente g chieven terlaatse. In sommige familiearchieven bevinden zich stukken betreffende g P welke in het bezit waren van de desbetreffende fahet bestuur van de heerlijkheden J milie. (Alphen en groei Literatuur: W.J. Alberts, Deeboorte P 8 8 van de Nederlandse gemeente g aan den Rijn 1966); A.A. Beekman Geschiedkundige atlas van Nederland. De Republiek in 1795 met de heerlijkheden, ambachten enz. ('s-Gravenhage g 1913); J.C. RaJ tij (1795-1815) maer Geschiedkundige g atlas van Nederland. De Fransche tijd ('s-Gravenha ge 1926); J.C. Ramaer, Geschiedkundige atlas van Nederland. Het KoninkriJ 'k der Nederlanden ( (1815-1931) ) ('s-Gravenhagge 1931); B.C. de Savornin Lohvan gewest, van Utrecht gedurende de man De bestuursinrichting g p g 8 ^ stad en platteland (Utrecht 1910), ; W.A.G. Perks, Geschiedenis van de gemeente-Ba taa sche republiek p Utrecht van 1795 tot 1940, Provinciale almanak van Utrecht, p g renzen in de provincie 1962.
3.3
Rechtspraak na 1795 In de Staatsregeling van 1798 werd voor elk van de acht nieuw gevormde departementen de oprichting aangekondigd van een departementaal gerechtshof en een aantal bij de wet nader te bepalen burgerlijke rechtbanken. In de gemeenten zouden op voordracht van de grondvergaderingen vrederechters worden benoemd door de gemeenteraden. De schouten-crimineel en de gerechtsdienaren werden evenwel aangesteld door de departementale besturen. Bij de minister van justitie - de agent van politie, zoals zijn titel luidde -berustte het toezicht op de rechtspraak. Daarmee waren de rechtsprekende organen definitief van de bestuurscolleges gescheiden en was het benoemingsrecht in handen gekomen van de burgerlijke overheid. In de Staatsregeling van 1801, die een meer federalistische staatsopvatting belichaamde, werd de regeling van de lokale rechtbanken gelegd in handen van de departementale besturen. Door de snelle opeenvolging
36
INLEIDING
van staatsregelingen en constituties kregen de daarin aangekondigde vernieuwingen in de rechterlijke organisatie echter nauwelijks de kans daadwerkelijk te worden ingevoerd. Een gevolg van de inlijving bij Frankrijk in 1810 was dat door het in werking treden van de Franse wetboeken in ons land uniformiteit van rechtsbedeling ontstond in plaats van de uiteenlopende gewestelijke en stedelijke rechtsbepalingen. Deze Franse wetboeken vervingen overigens de twee jaar tevoren door Lodewijk Napoleon ingevoerde criminele en burgerlijke wetboeken, die een grote verbetering betekenden in vergelijking met de strafrechtelijke regelingen van vóór 1795. De Code Penal van Napoleon bleef, in gewijzigde vorm, tot 1886 in gebruik. Pas toen werd zij vervangen door het in 1881 tot stand gekomen Wetboek van strafrecht. Op 1 maart 1811 hielden ook de oude schepenbanken op te bestaan. Er kwamen nu rechtbanken van eerste aanleg in de arrondissementen, die weer waren onderverdeeld in kantons met vredegerechten. In het Departement van de Zuiderzee waren twee van de vier arrondissementen, die van Utrecht en Amersfoort, gelegen in het territoir van het voormalige gewest Utrecht. Het noordwestelijke deel hiervan behoorde evenwel tot het arrondissement Amsterdam en omvatte de mairieën Waverveen, Vinkeveen, Abcoude Proosdij, Abcoude Baambrugge, Loenen, Vreeland, Nederhorst den Berg en Loosdrecht. In de kantons waren er vrede- en politiegerechten, respectievelijk ter berechting van civiele zaken en overtredingen. Daarnaast had de vrederechter nog een taak bij zaken buiten zijn competentie, nl. partijen te `bevredigen', tot een compromis te brengen, in zaken die tot de competentie van de rechtbanken behoorden. De rechtbanken van eerste aanleg in de hoofdplaatsen berechtten onder de benaming van correctionele rechtbanken de wanbedrijven; in civiele zaken behandelden zij persoonlijke vorderingen en zakelijke en gemengde rechtsvorderingen; in hoger beroep namen zij kennis van vrede- en politiegerechten. De Franse rechterlijke organisatie bleef verder bestaan tot oktober 1838. De rechtbanken van eerste aanleg gingen toen arrondissementsrechtbanken heten, met globaal dezelfde competentie als vóór 1838. Bij de invoering van het Wetboek van strafrecht in 1886 werd de Franse onderscheiding in misdaden, wanbedrijven en overtredingen vervangen door die in misdrijven en overtredingen. De berechting in eerste aanleg van de misdrijven kwam ter competentie van de rechtbanken. Ook de behandeling van overtredingen ter zake van de be-
37
INLEIDING
lastingen ressorteerde onder de rechtbanken. In plaats van de vredeen politiegerechten kwamen er vanaf 1838 kantongerechten, met in strafzaken competentie inzake de meeste overtredingen en in civiele zaken inzake persoonlijke rechtsvorderingen tot een beperkt bedrag. In 1877 werden de provinciale gerechtshoven vervangen door een vijftal gerechtshoven, waaronder een te Amsterdam voor de provincies Noord-Holland en Utrecht. Het archief van de rechtbank van eerste aanleg Bewaarplaatsen: g te Utrecht tot 1838 is P door het rijk gegeven aan de gemeente Utrecht, dat van Amersfoort beg ^gg J in bewaring vindt zich in het Rijksarchief, evenals de archieven van de arrondissementsrechtbanken in dielaatsen na 1838. De archieven van de kantongerechten in de provincie Utrecht g P p worden alle bewaard in het Rijksarchief. 7 Literatuur: J.C. van Overvoorde, Geschiedkundige atlas van Nederland. De rechterlijke indeeling g 1915). g na 1795^ ('s-Gravenhage
3.4
Notarissen Het publieke notariaat deed zijn intrede in het diocees Utrecht in het laatste decennium van de 13e eeuw, toen paus Nicolaas IV op 7 augustus 1291 de Utrechtse bisschop Jan van Sierck machtigde om vier openbare notarissen aan te stellen. De stad Utrecht bleef lange tijd het grootste aantal notarissen herbergen, omdat dezen daar hun voornaamste klantenkring vonden: de bisschop, het officialaat, de grote kapittels en andere kerkelijke instanties en ook al vroeg het Utrechtse stadsbestuur. Daarnaast oefenden de betrokken notarissen hun ambt uit als vrij beroep. Van de Utrechtse notarissen, die uitsluitend werkzaam waren in het vrije beroep zijn geen archivalia vóór de tweede helft van de 16e eeuw bewaard gebleven, met uitzondering van de grossen van akten, die aan de cliënten werden ter hand gesteld en in alle mogelijke archieven kunnen worden aangetroffen. Van de notarissen, die in een vast dienstverband stonden van een instelling, zijn sinds de eerste helft van de 14e eeuw archivalia bewaard, die naar hun aard bestemd waren in het archief van de betreffende instelling te blijven berusten, maar daaronder en daarnaast bevinden zich ook vrij veel stukken, die als neerslag kunnen worden beschouwd van de notariële werkzaamheden in het vrije beroep. Het Habsburgse bestuur in de Nederlanden heeft met zijn plakkaten van 7 oktober 1531 en 4 oktober 1540 getracht het notariaat te hervormen. Aan de uitoefening van het notariaat werden eisen van ge-
38
INLEIDING
schiktheid gesteld, een protokol moest worden bijgehouden en bewaard. Maar deze regeling was toch nog onvoldoende, vooral omdat de Opstand een geheel nieuwe toestand had geschapen. In de verschillende gewesten werd het notariaat op het einde van de 16e of in het begin van de 17e eeuw nader geregeld. In Utrecht geschiedde dit bij plakkaat van 12 januari 1606. In deze verordening werden de toelating van notarissen, het houden en bewaren van het protokol geregeld. In de werkzaamheden van de notaris zien we een verschuiving van de rechtsvordering in de 16e eeuw naar het contractenrecht in de 18e eeuw. De akten betrekking hebbend op onroerend goed moesten voor het plaatselijk gerecht passeren, binnen welks jurisdictie de goederen gelegen waren. De notaris mocht wel alle akten opmaken van de obligatoire rechtshandelingen. De meest voorkomende akten betreffen schuldbekentenissen, cessies, kwitanties, koop en huur; testamenten, huwelijkse voorwaarden, schenkingen, voogdij en boedelscheidingen; procuraties, substituties en attestaties. Van de in de 17e eeuw beëdigde notarissen zijn van 47% de protokollen bewaard gebleven, van de in de 18e eeuw beëdigden is dit percentage 82%. Ingevolge de inlijving van het koninkrijk Holland bij Frankrijk werd op 1 januari 1811 de Franse wet op het notarisambt van 25 Ventóse an XI van kracht. De Franse wetgeving bleef van kracht tot 1842, in welk jaar de wet op het notarisambt tot stand kwam. De notariele archieven tot 1896 berusten in het Rijksarchief Rijksarchie met uitBewaarplaatsen: p g van die der in Utrecht en Amersfoortggeresideerd hebbende notarissen. Deze laatste zijn rij in bewaring gegeven aan de gemeentearchieven van Utrecht J door het rijk Amersfoort. Literatuur: W.B. Heins, Het Utrechtse notariaat in de zeventiende en achttiende eeuw, Inventaris Jaarboek Oud-Utrecht 1981, 224-243; W.B. Heins en J.A.C. Mathijssen, J van de notariele archieven in derovincie Utrecht, (1346) 1560-1895 (Utrecht 1982), p Inleiding. 3.5
Waterschappen In het Nedersticht was de zorg voor de waterstaat evenals in de naburige gewesten aanvankelijk een taak, die werd uitgeoefend in lokaal kader door de normale publiekrechtelijke lichamen. Het oudste interlokale waterstaatslichaam in Europa, dat wij kennen, vond zijn oorsprong in het leggen van de dam in de (Kromme) Rijn bij Wijk bij buurstede in 1122. De dam was noodzakelijk om ontginnings-
39
INLEIDING
werkzaamheden te kunnen aanvangen in het Kromme Rijngebied en de zuidelijke Vechtstreek. Het onderhoud van de dam werd verricht door een samenwerkingsverband van de dorpen, die er belang bij hadden, vertegenwoordigd door hun heren. De bisschop participeerde er in en als voornaamste heer zal hij zeker de leiding hebben gehad, zonder dat men overigens van een van bovenaf ingesteld landsheerlijk lichaam kan spreken. Ook de aanleg van de rivierdijken, die tegen het midden van de 12e eeuw voltooid zal zijn geweest, gaf de bisschop, ondanks zijn aandeel daarin, geen aanleiding tot het instellen van landsheerlijke onderhoudsorganisaties. In 1234 echter, na een hevige overstroming omstreeks 1230, vindt een algemene dijkverzwaring plaats en wordt het onderhoud ten dele interlokaal geregeld. Er wordt een landsheerlijk dijkgraafschap voor het geheel der Lek- en IJsseldijk ingesteld, waarbij de dijkgraaf optreedt met verschillende interlokale colleges van heemraden, waarschijnlijk twee of drie. Vanaf dat moment is de dijkzorg landsheerlijk geregeld en het oude samenwerkingsverband tot onderhoud van de Rijndam uit 1122 gaat in de nieuwe organisatievorm op. Het onderhoud van de in de jaren '80 van de 13e eeuw gelegde IJsseldam wordt van meet af aan landsheerlijk geregeld. Een belangrijke wijziging in het landsheerlijk dijklichaam vindt plaats in de jaren '20 van de 14e eeuw door de instelling van afzonderlijke colleges van dijkgraaf en hoogheemraden voor de Lekdijk Bovendams en de Lekdijk Benedendams, waarbij de dam van Hoppenisse in de IJssel als scheiding werd aangenomen. Bovendams omvatte de Rijn- en Lekdijk vanaf het hoge land van Amerongen tot de IJssel, Benedendams de Lekdijk tussen de IJssel en Schoonhoven. Een groot achterland tot ver voorbij de stad Utrecht werd in de beide lichamen begrepen en voor het dijksonderhoud aansprakelijk gesteld. Anders dan ter zake van de waterkering bleef de waterlozing lokaal geregeld. Wel werden al vroeg -oudste vermelding in Lopik in 1155 - plaatselijke heemraden aangesteld, maar zij traden op in het bestaande gerechtelijk kader. Soms was samenwerking vereist tussen twee of meer gerechten, die in de regel zonder landsheerlijke bemoeienis werd verwezenlijkt. Maar er was een duidelijke uitzondering: het land van Woerden, d.w.z. het Stichtse gebied dat belang had bij de uitwateringssluizen in de Spaarndam in Holland. Sinds 1226 droeg het bij in het onderhoud. In 1322 werd het grootwaterschap Woerden een landsheerlijk waterstaatsorgaan. Door allerlei oorzaken, zo-
40
INLEIDING
als de inklinking van het veen, het leggen van dammen in de Vecht en andere, traden er in het westen van het Nedersticht wijzigingen in de oorspronkelijke waterlozing op, die aanleiding gaven tot wisselende samenwerkingsverbanden. Het waterschap Amstelland, dat nog uit de 13e eeuw dateert, gaat hier op terug en ook het waterschap Heycop en Bijleveld, dat in de 15e eeuw op een gedeelte van het voormalig grondgebied van het grootwaterschap van Woerden werd opgericht, vindt er zijn oorsprong in. Afgezien van enkele grote lichamen als de hier genoemde omvatten de waterschappen, die de regeling van de afwatering ten doel hadden en die ontstonden vanaf de late 13e eeuw tot in de 19e eeuw, meestal niet meer dan delen van één of van enkele gerechten. Zij ontstonden omdat de belangen van de geërfden binnen een gerecht niet parallel liepen. Op die wijze scheidden delen van gerechten zich inzake de zorg voor de waterlozing af van het toezicht door het gerechtsbestuur of van de in het kader van het gerecht fungerende heemraden. Deze kleine waterschappen hadden naast eigen heemraden, meestal de schout van het gerecht of één der gerechten waarvan delen binnen het waterschap gelegen waren tot voorzitter. Doordat dijkzorg en afwateringszorg in het Nedersticht waren gescheiden kon hetzelfde land zowel onder een `dijkschap' als onder een `waterschap' ressorteren. Ten tijde van de Republiek veranderde niets wezenlijks in de inrichting van de waterstaatkundige zorg. De oude colleges, belast met de waterkering en de waterlozing, bleven functioneren, zoals zij dat al eeuwen hadden gedaan. Ook in de Franse tijd was de waterhuishouding geen voorwerp van de bestuurlijke vernieuwingen, die op andere terreinen door Napoleon werden ingevoerd. De grondwet van 1815 droeg aan Provinciale Staten het toezicht op over alle hoge en andere heemraadschappen, wateringen, waterschappen, dijk- en polderbesturen `en andere dergelijke kollegiën'. Terwijl bij de gemeenten de aanvankelijk ook daar bestaande verscheidenheid geleidelijk heeft plaats gemaakt voor één uniforme regeling, die dan ook in een wet kon worden vastgelegd, is bij de waterschappen de oude diversiteit gehandhaafd gebleven, waardoor wettelijke regeling van de organisatie in het geheel niet en van de bevoegdheden der organen slechts in beperkte mate mogelijk was. De vraag was, of de Provinciale Staten de waterschappen moesten ontzien, omdat deze als vormen van samenwerking der belanghebbenden een privaatrechtelijke grondslag bezaten, of dat zij als publiekrechtelijke lichamen
41
INLEIDING
moesten worden beschouwd, onderworpen aan het gezag van de Staten. Deze laatste, modernere opvatting, verdedigd door Thorbecke, werd vastgelegd in de grondwet van 1848. De Staten kregen met zoveel woorden de bevoegdheid om, onder goedkeuring van de koning, ook in de bestaande inrichtingen der waterschappen — deze algemene term dekte nu voortaan de vroegere verscheidenheid van benaming — veranderingen aan te brengen en om nieuwe reglementen vast te stellen. In verschillende provincies zijn na 1848 de Staten zich met de hervorming van de waterschapsindeling gaan inlaten en de kroon verleende daaraan haar goedkeuring. Op 4 december 1857 werd door Provinciale Staten van Utrecht een algemeen reglement voor de waterschappen in de provincie vastgesteld, waarbij werd voorgeschreven dat elk waterschapsbestuur binnen zes maanden na afkondiging een ontwerp-bijzonder reglement voor zijn waterschap diende op te stellen. Tevens werd bepaald, dat uiterlijk na vijf jaar dit bijzonder reglement tegelijk met het algemeen reglement in werking diende te treden. In het geval er dan nog geen bijzonder reglement gemaakt was, zou het desbetreffende waterschap als opgeheven worden beschouwd. Bovendien werd de wenselijkheid benadrukt dat besturen, indien de ligging van hun waterschappen en hun belangen zich daartoe leenden, zich zouden verenigen. Waterschappen, die buiten het algemeen reglement vielen, zoals de hoogheemraadschappen, behielden uiteraard een volledig eigen reglement. Bij gelegenheid van de invoering van het algemeen reglement werd het aantal waterschappen door opheffing en samenvoeging sterk verminderd. Het aantal liep terug van ongeveer 200 tot 150. Na de watersnood van 1953 raakte de concentratie van waterschappen opnieuw in een stroomversnelling. In de jaren '70 werden de bestaande waterschappen geconcentreerd in een aantal grootschalige eenheden, waarvan slechts enkele in hun geheel zijn gesitueerd in de provincie Utrecht, de meeste echter overlopen in de aangrenzende provincies Noord- en Zuid-Holland en Gelderland. waterschappen De meeste archieven van hoogheemraadschappen, waterscha pen en Bewaarplaatsen: P in de provincie Utrecht berusten in het Rijksarchief. polders J ksarchief p Literatuur: S.J. Fockema Andreae, Studiën over waterschaP sgeschiedenis. IV. Het Nedersticht ^ Leiden 1950)^ ; M. van Vliet, Het hoogheemraadschap g P van de Lekdik J bovendams(Assen 1961); C. Dekker, De dam bij Wijk, Nederlands Archievenblad 84 (1980) ng ebied in de middeleeuwen. Een institutioneelRijngebied , C. Dekker, Het Kromme Ri b ische studie (Zutphen 1983). geogra
42
INLEIDING
3.6
Niet-overheidsinstellingen In de openbare archiefbewaarplaatsen bevinden zich naast de overheidsarchieven ook archieven van particuliere personen en instellingen. Indien we de archieven van die instellingen, waarvan de functies, rechten en bezittingen door opheffing, confiscatie of rechtsopvolging zijn overgegaan op de overheid, buiten beschouwing laten, kunnen twee aankomsttitels worden genoemd, waarop particuliere archieven in overheidsarchiefbewaarplaatsen worden bewaard: schenking en inbewaargeving. De Archiefwet 1962 biedt de eigenaren van particuliere archieven bepaalde faciliteiten, die het voor hen aantrekkelijk maken hun archieven aan de zorg van de overheid toe te vertrouwen. Niet alleen is de inbewaringgeving kosteloos, de desbetreffende archiefbeheerder neemt ook op zich om het inbewaringgegeven archief te inventariseren en materieel te verzorgen. In de meeste gevallen betekent overbrenging tevens een veiligere bewaring van archieven. De belangrijkste niet-overheidsarchieven die in het Rijksarchief in de provincie Utrecht berusten, zijn de kerkelijke archieven. Twee factoren liggen daaraan ten grondslag. Op de eerste plaats zijn er de archieven van de geestelijke instellingen, die, gevestigd in het bestuurscentrum van het middeleeuwse (aarts)bisdom Utrecht, nauw bij het bestuur van het diocees waren betrokken. Deze archieven zijn uiteindelijk in handen van de overheid gekomen en op deze wijze in de overheidsarchiefbewaarplaatsen beland. Zij vormen het hoofdbestanddeel van de kerkelijke archieven uit de middeleeuwen. Op de tweede plaats zijn vooral in de laatste decennia vele landelijke kerkelijke organen er toe overgegaan hun archieven bij het Rijksarchief in bewaring te geven, soms omdat zij zelf in Utrecht waren gevestigd, in andere gevallen op grond van de overweging dat Utrecht centraal in Nederland is gelegen. Door deze constellatie is het depot van het Rijksarchief in Utrecht een van de belangrijkste bronnen voor de kennis van de Nederlandse kerkgeschiedenis geworden. De volgende globale indeling gaat nader in op de kerkhistorische aspecten die voor de geschiedenis van de kerkelijke instellingen relevant zijn.
3.6.1 De rooms-katholieke kerk en de oud-katholieke kerk van Nederland Over de kerkelijke organisatie in de middeleeuwen en haar verbondenheid met het wereldlijk bestuur van de bisschop is hiervoor reeds
43
INLEIDING
gesproken. Hoewel de bisschop van Utrecht in 1528 zijn wereldlijk gezag, dat hij tot dusver over twee delen van zijn diocees had bezeten, moest afstaan, bleef hij vanzelfsprekend zijn kerkelijk ambt bekleden. Ook de bestaande kerkelijke functionarissen bleven en de archiefvorming werd op de oude voet voortgezet. In 1559 werd een nieuwe kerkelijke indeling ingevoerd. Het vroegere diocees Utrecht werd nu aartsbisdom, dat echter geografisch was gereduceerd: buiten het Sticht maakten nog slechts Zuid-Holland en het westelijk deel van Gelderland deel uit van het Utrechtse diocees. De andere gebieden van het vroegere bisdom waren verdeeld over vijf suffragane bisdommen, t.w. Middelburg, Haarlem, Deventer, Groningen en Leeuwarden. Daarmee kwam ook de indeling van het oude diocees in aartsdiakonaten te vervallen. De aartsdiakens legden zich daar evenwel niet zomaar bij neer, maar door de verwarde politieke situatie, die al spoedig ontstond, liep hun verzet op niets uit. De nieuwe hiërarchie, die ook bij andere bevolkingsgroepen op grote bezwaren stuitte, is eigenlijk niet meer goed van de grond gekomen. In Holland en Zeeland werd zij in 1572 en volgende jaren teniet gedaan, in Friesland is zij nauwelijks ingevoerd geweest, in Groningen en Deventer heeft zij zich nog enige tijd weten te handhaven. In Utrecht was bij het overlijden van aartsbisschop Schenck van Toutenburg de katholieke kerk al enige maanden aan banden gelegd. Er werd door Rome geen nieuwe aartsbisschop benoemd. Een geheel nieuwe toestand trad in. De Utrechtse kapittels bleven in stand, maar nu als politieke lichamen, die geleidelijk aan werden geprotestantiseerd. Ook het kapittel van S. Jan Baptist te Wijk bij Duurstede en de Duitse orde bleven bestaan, maar de abdijen en kloosters van andere orden werden geseculariseerd en opgeheven. De oudste was de benedictijnerabdij van S. Paulus, gesticht op het eind van de 10e eeuw. Tot op het eind van het ancien regime zouden de goederen van de voormalige abdijen en kloosters als afzonderlijke fondsen door speciale door de Staten aangestelde rentmeesters worden beheerd, een situatie die niet veel afweek van die in de rest van de Republiek. Voor de archieven heeft deze loop van de gebeurtenissen grote consequenties gehad. De archieven van het Utrechtse diocees tussen 1528 en 1580 zijn zeer onvolledig bewaard gebleven. Nadat reeds kort na de overname van het wereldlijk gezag in 1528 een groot aantal rechtstitels uit het bisschoppelijke archief werd overgebracht naar Holland, raakten de archiefdepots van de bisschop, behalve dat in
44
INLEIDING
de dom, in het ongerede. De meeste stukken die zich daarin bevonden moeten hebben zijn verloren gegaan. Ook het zuiver kerkelijk archief, dat door de (aarts)bisschop en zijn functionarissen tussen 1528 en 1580 is gevormd, is bijna geheel verdwenen. Van het officialaatsarchief is praktisch niets bewaard buiten hetgeen door officialaatsnotarissen, die ook aan een kapittel waren verbonden, in het desbetreffende kapittelarchief is gedeponeerd. Een aantal archiefstukken is door katholieke geestelijken uit de handen van de calvinistische overheid gered en uiteindelijk beland in de hierna te noemen archieven van de oud-katholieke kerk van Nederland. De archieven van de geseculariseerde abdijen en kloosters, die onder het beheer van de Staten of van de ridderschap werden gesteld, zijn bijzonder slecht bewaard. Sommige zijn geheel verdwenen, zodat wij het moeten doen met enkele weinige stukken van de rentmeesters, die de goederencomplexen namens de Staten in de 17e en 18e eeuw beheerden. Hetzelfde moet worden opgemerkt van de archieven van de geestelijke instellingen, die werden beheerd door het stadsbestuur van Amersfoort. De archieven van de kloosters, die onder het beheer van de stad Utrecht zijn gesteld, zijn daarentegen praktisch in hun geheel bewaard. Hetzelfde is het geval met de archieven van de stadsparochies, die in eigendom overgingen op de hervormde gemeente, en tot op zekere hoogte met de archieven van de vijf kapittels, die tenslotte ook als politieke lichamen in 1811 werden opgeheven, waarna hun goederen vervielen aan het keizerrijk en vervolgens aan de Nederlandse staat. Na 1580 volgde een tijd van verwarring en onzekerheid voor de katholieke gelovigen. Sommigen bleven weliswaar de hoop koesteren, dat de landvoogd te Brussel er in zou slagen de Noordelijke Nederlanden weer onder het centrale gezag terug te voeren en dat de rooms-katholieke kerkelijke organisatie weer in haar oude glorie zou worden hersteld, maar Rome dacht realistischer: voorlopig werd geen nieuwe aartsbisschop benoemd. Het voorlopige karakter zou uitgroeien tot een intermezzo van bijna drie eeuwen. In 1583 droeg de domdeken, Johannes van Bruhezen, die sede vacante het diocees bestuurde, zijn bevoegdheden over aan Sasbout Vosmeer. Hij werd daarin het jaar daarop gevolgd door de bisschop van Middelburg. In 1592 delegeerde de nuntius te Keulen de door hem zojuist ontvangen uitgebreide pauselijke bevoegdheden voor de missie in het opstandige gebied aan Sasbout, waardoor deze feitelijk als apostolisch vicaris kon gaan optreden. In 1602 werd hij door paus Clemens VIII als zo-
45
INLEIDING
danig bevestigd en tevens gewijd tot aartsbisschop van Philippi i.p.i., zodat hij nu ook de bisschoppelijke wijdingsmacht kon uitoefenen. Van nu af aan werden de gebiedsdelen van de voormalige kerkprovincie Utrecht, waar vrije uitoefening van de katholieke eredienst onmogelijk was geworden, bestuurd vanuit Rome als een missiegebied, de Hollandse Zending. Daarmee was de kiem gelegd van een conflict tussen de aanhangers van de continuïteitsgedachte van de bisschoppelijke hiërarchie in de persoon van de apostolische vicaris als een verkapte aartsbisschop van Utrecht en het Romeinse standpunt dat slechts sprake was van een missiegebied onder toezicht van de paus. In de 18e eeuw zou dit strijdpunt leiden tot hevige binnenkerkelijke twisten en uiteindelijk tot een scheuring. Met de oprichting in 1622 van de Congregatio de Propaganda Fide, het Romeinse departement belast met missieaangelegenheden, kwam de Hollandse Zending onder het directe toezicht van Rome met de nuntius van Brussel als intermediair. De grootste zorg van Sasbout Vosmeer en zijn opvolgers gold de continuïteit van de zielzorg onder de Rome trouw gebleven gelovigen. Tot dat doel zetten zij, vaak noodgedwongen opererend vanuit het buitenland, een netwerk op van missieposten. Deze zgn. staties kwamen in de plaats van de oude parochies, die immers waren `gereformeerd' en waarvan de kerkgebouwen door de overheid aan de calvinistische eredienst ter beschikking waren gesteld. Door het ontstaan van een systeem van oogluiking en recognitiegelden, tekenen van een toenemende tolerantie bij de overheid, kreeg deze nieuw opgebouwde organisatiestructuur allengs meer vastigheid. Zij zou later als grondslag dienen voor de parochie-indeling in de nieuw opgerichte diocesen na het herstel van de hiërarchie in 1853. De in de zielzorg werkzame geestelijken, zowel seculieren als regulieren, stonden onder de bestuursmacht van de apostolische vicaris als hoofd van de Hollandse Zending. Strikt genomen waren zij kanoniekrechtelijk geen pastoors, maar de facto traden zij wel als zodanig op. De regulieren echter, die zich beriepen op hun zending door de ordesoversten te Rome en zichzelf dan ook beschouwden als echte missionarissen, hadden de neiging om zich aan de jurisdictiemacht van de apostolische vicaris te onttrekken. Dit vormde een bron van voortdurende conflicten met de seculiere, nationaal denkende geestelijken, die de ordesgeestelijken beschouwden als pottekijkers en buitenstaanders. Ook dit heeft belangrijk bijgedragen tot de schismatieke gebeurtenissen in het begin van de 18e eeuw.
46
INLEIDING
In 1633 richtte Sasbouts opvolger Philippus Rovenius het vicariaat van Utrecht op, bestaande uit een elftal geestelijken. Volgens Rovenius en de meeste seculieren was dit een omvorming en feitelijke voortzetting van de vijf oude Utrechtse kapittels en dus kanoniekrechtelijk belast met het bestuur van het diocees Bede vacante. Van rooms-katholieke zijde is het vicariaat altijd gezien als een geheel nieuw college, dat als raad van de apostolische vicaris niet de jurisdictie van een kapittel bezat. Desalniettemin noemden de leden van het vicariaat zich in de loop der jaren steeds meer een kapittel – wat door Rome aanvankelijk ook niet werd tegengesproken – en als zodanig werd het het instrument dat in 1723 door de keuze van een aartsbisschop in de persoon van Cornelis Steenoven de scheuring tussen een belangrijk deel van de nationale geestelijkheid en Rome inluidde. Vanaf dat jaar heeft een continue reeks van aartsbisschoppen de zetel van Utrecht bezet, later bijgestaan door bisschoppen van Haarlem en Deventer. Door Rome is deze hiërarchie nooit erkend, maar nog lang hebben de aanhangers van de Oud Bisschoppelijke Clerezij de gedachte aan erkenning en hereniging gekoesterd. Na het eerste Vaticaans Concilie van 1870 traden zij in contact met andere dissidente katholieke groeperingen in het buitenland, waarmee zij zich in 1889 tot een kerkelijk verband van oud-katholieke kerken verenigden. Voor de onderzoeker is van belang te weten dat de archieven van de apostolische vicarissen met het schisma van 1723 voor het overgrote gedeelte zijn gekomen in handen van de Oud Bisschoppelijke Clerezij , met uitzondering van de stukken van de laatste apostolische vicaris Johannes van Bijlevelt (1717-1727), die momenteel berusten in het rooms-katholieke bisschopsarchief te Haarlem. Voor de katholieke kerkgeschiedenis van de 16e, 17e en 18e eeuw is de onderzoeker dus aangewezen op de omvangrijke archieven van de oud-katholieke kerk van Nederland, door het Metropolitaan Kapittel van Utrecht bij het rijk in bewaring gegeven en berustend in het Rijksarchief in Utrecht. Na de debacle van 1723 stapte Rome af van het controversiële bestuursmodel van de apostolische vicaris, die te zeer de neiging had vertoond zijn positie en jurisdictie te plaatsen in de traditie van Willibrord. In plaats daarvan kwam een strakkere, onder de supervisie van de Congregatio de Propaganda Fide gestelde missieorganisatie. Ook nu was de Brusselse nuntius, vanaf 1829 te 's-Gravenhage, de schakel tussen Rome en het missiegebied. Als superior, later vicesuperior van de Hollandse Zending oefende hij rechtstreeks toezicht
47
INLEIDING
uit op negen aartspriesters, een soort landdekens met uitgebreidere bevoegdheden. De aartspriesterlijke districten waren: Holland, Zeeland en West-Friesland; Utrecht; Gelderland; Kleef en Berg; Twenthe; Salland-Drenthe; Groningen; Friesland; Lingen. De aartspriesters waren bestaande functionarissen, maar hadden nooit veel gezag uitgeoefend. Nu zij rechtstreeks met hun superieur te maken kregen, een superieur die bovendien continu in het buitenland vertoefde, kreeg hun positie van lieverlede meer gewicht. Maar deze was bij lange na niet te vergelijken met die van de weggevallen apostolische vicaris. In feite was de dynamiek, die het bestuur van deze laatsten, vaak krachtige persoonlijkheden, betrokken bij het missiegebeuren door hun Nederlanderschap, had gekenmerkt, verdwenen. Er ontstond een wat provinciaal, bekrompen geestelijk klimaat, dat pas werd doorbroken door de strijdbaarheid van de katholieke emancipatiebeweging in de 19e eeuw. In 1853, na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie, hielden de aartspriesters op te bestaan als instituut: zij werden allen landdekens in de nieuw gevormde dekenaten. De nieuwe kerkprovincie, waarvan de grenzen samenvielen met de landsgrenzen, bestond uit het aartsbisdom Utrecht met de vier suffragaanbisdommen Haarlem, Breda, 's-Hertogenbosch en Roermond. In 1955 werden de twee nieuwe bisdommen Groningen en Rotterdam van de diocesen Utrecht en Haarlem afgesplitst. Door de gebeurtenissen van 1723 gaan de archieven van het bovenlokale rooms-katholieke bestuur in het algemeen niet verder terug dan de 18e eeuw. In sommige parochiearchieven kunnen ook stukken van vóór die tijd worden aangetroffen. 3.6.2 De hervormde kerk In het Sticht Utrecht is pas betrekkelijk laat de protestantisering met kracht doorgezet. Dit hing enerzijds samen met de ongeïnteresseerde houding van de Staten, waarvan de meerderheid aanhanger van de ondogmatische Duifhuis was, anderzijds was dit een gevolg van een gebrek aan bekwame predikanten. Pas met de wetsverzetting door Maurits in 1618 kreeg het orthodox-calvinistische element in de magistraat de overhand. Na de veroordeling en wegzuivering van de remonstrantse predikanten volgend op de Nationale Synode van Dordrecht (1618-1619), werden de plakkaten tegen de roomsen en de protestantse dissidenten aangescherpt. Maar in feite was het op dat moment al te laat voor een succesvolle calvinisering van het gewest.
48
INLEIDING
In de tussentijd was de organisatie van de katholieke missie in deze streken op poten gezet. De in de geest van de contra-reformatie en het concilie van Trente geschoolde missionarissen wisten een aanzienlijk deel van de bevolking voor Rome te behouden. Vandaar dat sommige gebieden, zoals de omgeving van Amersfoort en in het Gooi, bij de volkstelling van 1839 nog meer dan 80 of zelfs 90% katholieken telden. Wel waren de Staten, na lang aandringen van de zijde van de predikanten van de stad Utrecht, reeds eerder in beweging gekomen. In 1593 benoemden zij een commissie tot uitvoering van een visitatie op het platteland. Ondanks de sombere bevindingen van de commissie over de toestand van de gereformeerde religie, die zij overal aantrof, gebeurde er niets. Tijdens de eerste twee provinciale synoden in resp. 1606 en 1612 bleek de situatie nauwelijks verbeterd. Als dan eindelijk door de provinciale synode van 1619, d.w.z. bijna 40 jaar na de invoering van de Reformatie, wordt besloten tot de invoering van drie classes, Utrecht, Amersfoort en Wijk bij Duurstede, is de kerkelijke organisatie geschapen, vanwaaruit een systematisch calviniseringsbeleid kan worden gevoerd. De classes waren de spil waarom het kerkelijk leven draaide. Zij oefenden opzicht en tucht uit over predikanten en ouderlingen, in beroep ook op de lidmaten van een gemeente, zij verrichtten kerkvisitaties en examineerden en admitteerden proponenten en predikanten. Van de secularisatie van de vijf grote Utrechtse kapittels en het kapittel van S. Jan Baptist te Wijk bij Duurstede, alsook van de Duitse orde is boven reeds melding gemaakt. De anomalie van uitgesproken katholieke instellingen bemand door aanhangers van het calvinisme, hoewel ontdaan van de oorspronkelijke kanonieke doelstellingen maar met behoud van de organisatiestructuur en de oude titulatuur, is het voorwerp geweest van hevige aanvallen van de zijde van het rechtzinnige calvinisme, o.a. van de Utrechtse hoogleraar in de theologie Gisbertus Voetius, maar alles zonder enig gevolg. De kapittels hebben hun bestaan weten te rekken tot hun opheffing in 1811 door Napoleon. Met de Bataafse omwenteling kwam een eind aan de bevoorrechte positie van de hervormde kerk. Voortaan werden alle kerkgenootschappen voor de wet gelijkgesteld. In de Staatsregeling van 1798 werd een poging gedaan deze gelijkberechtiging op het terrein van de godsdienstuitoefening vorm te geven: de gebeneficieerde goederen, waaruit tot dan toe onder beheer van de Staten de tractementen van
49
INLEIDING
de hervormde predikanten en de opleiding van de studenten in de theologie waren bekostigd, werden genaast en bestemd voor onderwijsdoeleinden en de armenzorg. Vele hervormde gemeenten kwamen hierdoor in financiële moeilijkheden. De richtlijnen voor de overname van de hervormde kerkgebouwen door de katholieken, waar dezen de meerderheid uitmaakten, hebben, anders dan men zou mogen verwachten, in de provincie Utrecht geen effect gehad. In 1816 werd door koning Willem I, die sterk was beïnvloed door de ideeën van de Verlichting en zich als vorst de rol van opperkerkvoogd aanmat, het Algemeen Reglement voor het bestuur der Hervormde Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden aan de hervormde kerk opgelegd. Hierin werden tot in de kleinste details het kerkelijk bestuur en de kerkelijke organisatie geregeld, waarbij de persoonlijke bemoeienis van de koning op onontkoombare wijze was vastgelegd. Voor de uitvoering ervan steunde Willem op het vrijzinnige establishment in de hervormde kerk. De afscheiding van het behoudende, meer orthodoxe deel van het kerkvolk in 1834 was hiervan het gevolg. Met het Reglement van 1816 werd voor het eerst na Dordrecht (1618-1619) de Nationale Synode' ingevoerd; de provinciale synoden werden vervangen door provinciale kerkbesturen, de classes bleven gehandhaafd. Wel gingen veel van de bevoegdheden van de classis, zoals de benoeming en afzetting van predikanten, over naar de provinciale kerkbesturen. Binnen de classis kreeg het classicaal bestuur, dat in de plaats kwam van de vroegere deputati classis, meer gewicht ten koste van de classicale vergadering, die slechts éénmaal per jaar bijeenkwam. In de archieven vindt deze verandering in de bestuursinrichting zijn neerslag in het ontstaan van afzonderlijke acta van het classicaal bestuur na 1816 naast die van de classicale vergadering. Het kerkelijk bestuur van de gemeenten onderging weinig verandering. De kerkmeesters werden vervangen door een college van kerkvoogden. Nieuw gecreëerd in het Reglement waren de ringen, die als belangrijkste taak hadden bij vacatures de dienst in de gemeenten waar te nemen en verder de contacten tussen de predikanten binnen het ressort te bevorderen. In 1951, na een langdurige binnenkerkelijke strijd, werd het Reglement van 1816 vervangen door een nieuwe kerkorde, die in aangepaste vorm zich meer rechtstreeks baseerde op de Dordtse kerkorde. De Classis Wijk (bij buurstede) onderging een naamsverandering in die van Doorn.
50
INLEIDING
3.6.3 De
overige kerkgenootschappen
Van enkele kerkgenootschappen waarvan het zwaartepunt buiten de provincie Utrecht lag zijn desalniettemin de archieven bij het Rijksarchief in bewaring gegeven. Historisch bijzonder waardevol zijn die van de Remonstrantse Broederschap, waarvan de oudste stukken dateren uit het jaar waarin zij uit de gereformeerde kerk werden gestoten. Reeds op 30 september 1619 werd door 38 verbannen predikanten te Antwerpen de Remonstrantse Broederschap van remonstrantse predikanten gesticht. Later, na hun terugkeer in de Republiek, werd deze omgezet in een Broederschap van remonstrantse gemeenten. Ondanks het gering aantal lidmaten was de invloed van de remonstrantse kerk groot, zowel op religieus als op maatschappelijk gebied. Over het algemeen besteedden zij veel aandacht aan hun archieven, die dan ook in redelijk goede staat zijn bewaard gebleven. Voor wat de overige kerkgenootschappen betreft, die binnen de provinciegrenzen belangrijke vestigingen hebben gekend en archieven hebben nagelaten, kunnen we volstaan met de vermelding van de Evangelische Broedergemeente of hernhutters en de gereformeerde kerken in Nederland. De hernhutters vestigden zich in 1736 te IJsselstein langs de Hollandse IJssel. Tien jaar later, in 1746, stichtten zij een tweede nederzetting te Zeist, waartoe de heerlijkheid en het slot Zeist werden aangekocht. IJsselstein werd nog in de 18e eeuw verlaten, de nederzetting te Zeist is tot vandaag in stand gebleven. Met de opbouw en inrichting van de Zeister gemeente waren enorme bedragen gemoeid. Mede hierdoor is de taak van het bestuur van de gemeente, de oudstenraad (Aeltesten Conferenz), een tweeledige geworden. Zij had niet alleen de verantwoordelijkheid voor de geestelijke zorg over haar leden, zij oefende ook het oppertoezicht over de zakelijke aangelegenheden. De predikant (Prediger) bediende de gemeente, de voorstander (Vorsteher) was belast met het beheer van en de dagelijkse leiding over de bezittingen van de gemeente. Een opvallende karakteristiek van de gemeente was voorts de indeling van haar leden in zgn. koren, waarvan die der ongehuwde broeders en de ongehuwde zusters, alsook die van de weduwen in communauteit leefden in de koorhuizen o.l.v. de koorfunctionarissen (Chorarbeiter). Deze sociale geleding vindt men terug in de archieven van de gemeente, die in het Rijksarchief worden bewaard. Daarnaast bezaten de hernhutters een aantal eigen bedrijven. Vanaf 1793 werd het hernhutter zendingswerk, met name
51
INLEIDING
de missie in Suriname, behartigd door het Zeister Zendingsgenootschap. De omwenteling van 1795 bracht weinig verandering met zich. Het samenwonen in koorhuizen raakte geleidelijk in onbruik, behoudens bij de weduwen. De meeste bedrijfjes werden in de 19e eeuw opgeheven. De textielgroothandel Van Wees en Weiss werd in 1979 geliquideerd. De Afscheiding van 1834, voortgekomen uit het verzet tegen de vrijzinnigheid binnen de hervormde kerk en het Algemeen Reglement van 1816, heeft ook in de provincie Utrecht geleid tot hevige repressie van de zijde van de overheid. Hiertoe greep deze vooral naar het middel van gerechtelijke vervolgingen en gedwongen inkwartieringen van krijgsvolk. In 1839 en 1840 werd een aantal gemeenten door de koning erkend als Christelijk Afgescheiden gemeenten, sommige gemeenten weigerden echter afstand te doen van het predikaat gereformeerd en gingen een afzonderlijk kerkverband aan onder de naam gereformeerde kerken onder het kruis. Maar in 1869 volgde een hereniging van beide hoofdstromingen van de Afscheiding resulterend in de christelijk gereformeerde kerk. Een aantal kruisgemeenten wilde evenwel daarin niet meegaan en bleef als een afzonderlijk kerkverband bestaan. Zij zouden zich in 1907 met nog enkele gemeenten onder ds. G.H. Kersten constitueren tot de gereformeerde gemeenten. De hoofdmoot van de afgescheidenen, sinds 1869 weer in één kerkverband verenigd, sloot zich in 1892 met de Nederduitsch gereformeerde kerken van de Doleantie (1886) aaneen tot de gereformeerde kerken in Nederland. Van alle gereformeerde denominaties is deze veruit de belangrijkste. De particuliere synode van Utrecht telt vier classicale ressorten: Amersfoort, Breukelen, Utrecht en Zeist. Niet alle uit de Afscheiding voortgekomen gemeenten sloten zich aan bij de vereniging van 1892: een aantal gemeenten, die zich niet met Abraham Kuyper wensten te verbinden, bleef voortbestaan als de christelijke gereformeerde kerken. Ook de baptistengemeenten kwamen voort uit de onvrede binnen de hervormde kerk met de daar overheersende vrijzinnigheid. Johannes Elias Feisser, in 1844 afgezet als hervormd predikant, werd door zijn contacten met Jan de Liefde en de calvinistisch georiënteerde baptistengemeenten in Duitsland een aanhanger van de volwassenendoop. In 1849 stichtte hij een baptistengemeente te Nieuwe Pekela. Door het optreden van evangelisten uit De Liefdes evangelistenschool kwam het in de Groninger en Friese veenkoloniën tot stichting van zowel vrije evangelische als ook baptistengemeenten. In 1881 verenig-
52
INLEIDING
de zich een aantal baptistengemeenten in een Unie, die de autonomie der gemeenten intact liet en zich richtte op de samenwerking op het gebied van de predikantenopleiding, de evangelisatie en de zending. Het Rijksarchief in Utrecht is wegens de centrale ligging Rijksarchief Bewaarplaatsen: p g gg g binnen de rijksarchiefdienst aangewezen als het verzameldepot landeli'J 8 1^ van in bewaringg gegeven g g l ke kerkelijke J archieven ( (met uitzondering 8 van het synodaal archief van de hervormde Rijksarchief, kerk dat in het Algemeen Rijksarchief, en enkele in Amsterdam geconcentreerde ker 8 8 keli'ke die in het gemeentearchief aldaar bewaard worden).) g g J organisaties zijnde vijf Het betreft naast de rijkseigendom zijnde archieven van de bisschop kapittels p J g p en vijf van Utrecht de archieven van de RK aartspriesters (tot van die ( 1853 ) , uitgezonderd p g van Holland en Zeeland, dat nogg in het bisschoppelijk pP J archief van Haarlem berust. zijn zijn de archieven, welke door de oud-katholieke kerk van NeOuder en belangrijker g derland in bewaring zijn gegeven, vroeger als de archieven van de O.B.C. g zijn gg g samengevat 8 het synodaal archief over geVan de hervormde kerk is, zoals reeds boven aangeduid, ge Y g Rijksarchief; bracht naar het Algemeen Rijksarchief; die van de provinciale synode, de classes en Y 8 p een flink aantalemeenten bevinden zich in Utrecht. g De kerkelijke met de Afscheiding, g g worden oppverschillende J archieven, samenhangend berust in het Rijksarchief en het gemeentearchief van Rijksarchief g g P plaatsen bewaard. Een gedeelte Utrecht, de meeste zijn Het archiefbureau van het Dienstencentrum J nogg ter plaatse. P van deereformeerde kerken te Leusden spant zich in om de archiefzorgg voor de P g plaatselijke J de inbewaringgeving gg g bij J archieven te verbeteren en bemiddelt zonodiggbij P overheidsarchiefbewaarlaatsen. P Van de andere kerkgenootschappen, waarvan de archieven in het Rijksarchief Rijksarchie in bewaard worden, kunnenenoemd worden de Remonstrantse BroederschapP in g Nederland, de Evan8elische Broedergemeente (hernhutters), de Unie van Baptistengemeenten in Nederland en de bijJ de Centrale Commissie voor het vrijzinnig gprotestanJ kerkelijke g tisme in Nederland aangesloten kerkelijke organisaties. 8 Literatuur: W. Nolet en P.C. Boeren, Kerkelijke instellingen g in de middeleeuwen i8n Nederland vóór de ReorAmsterdam 1951 ; R.R. Post, Kerkelijke verhoudingen ( Amsterdam J jke verhoudin ) Geschiedenis van matie van ± 1500 tot ± 1580 ( Utrecht-AntwerP en 1954) ; L.J. Rogier, g het katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en de 17e eeuw, 3 dln. (Amsterdam 1945-1947); P. Polman, Katholiek Nederland in de 18e eeuw, 3 dln. (Hilversum 1968); P. Albers, Geschiedenis van het herstel der Hiërarchie in de Nederlanden, 2 dln.(J meen 8 en de 8 1904 ), ; J. Reitsma en J. Lindeboom, Geschiedenis van de Hervorming Hervormde Kerk der Nederlanden 's-Gravenhage 1949 5); B.M. de Jonge van Ellemeet De organisatie der Utrechtse Gereformeerde kerken voor de invoeringg der g XXXVI (1949) 247Dordtse kerkenorde,, Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis, g 263 ; J.P. van Dooren, Kerkelijke Utrecht omstreeks 1600, J toestanden in de provincie P XLIX (1968) Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis, ( ) 183-193; C. Smits, De Afg scheidingan 1834. Vierde deel: Provincie Utrecht (Dordrecht 1980); M.P. van Bui'teS nen C. Dekker, H.L.Ph. Leeuwenberg, , Unitas Fratrum. Herrnhuter Studien/Mog ^ Utrecht 1975). ravian Studies Studies(Utrech
INLEIDING
3.6.4 Huizen, heerlijkheden en families In 1536 werd door de Staten van Utrecht een lijst opgemaakt van 55 in het Sticht gesitueerde adellijke woningen, die officieel als ridderhofstad werden erkend. De bewoners ervan kwamen in aanmerking om te worden beschreven als lid van de ridderschap, het .tweede lid van de Staten. Behalve van riddermatige geboorte moesten zij aan een aantal andere voorwaarden voldoen met betrekking tot leeftijd, rijkdom en religie, dit laatste overigens pas na invoering van de Reformatie. Sindsdien zijn nog een achttal huizen aan de lijst toegevoegd, maar na 1680 werden alle verzoeken in die richting afgewezen en het circuit voor buitenstaanders gesloten. De bewoners van de ridderhofsteden, waarvan de geprivilegieerde positie terugging op de periode dat de bisschop deze als open huizen of fortificaties ter verdediging van zijn territoir nodig had, zagen zich op deze wijze niet alleen betrokken bij het landsbestuur, maar genoten ook andere voordelen, zoals vrijdom van bepaalde belastingen. In de 19e eeuw zijn deze privileges echter afgeschaft. Van een aantal van de 63 ridderhofsteden zijn de archieven of onderdelen daarvan bewaard gebleven. Als belangrijkste kunnen genoemd worden die van de huizen Amerongen en Zuilen. Naast deze gelimiteerde lijst van als ridderhofstad erkende adellijke huizen waren er andere behuizingen, die door adellijke families werden bewoond en die in sommige gevallen in architectonisch opzicht niet onderdeden voor de versterkte woningen van hun geprivilegieerde standgenoten. Tevergeefs hebben hun bewoners vaak pogingen in het werk gesteld om op grond van hun aanzien en rijkdom hun huizen tot ridderhofstad te verheffen. Van recentere oorsprong zijn de landhuizen en buitenplaatsen die tot in de 19e eeuw door de tot welstand gekomen burgerij werden aangelegd. Soms betrof het verbouwingen van oude adellijke sloten, aangepast aan de eisen des tijds, soms werden zij geheel nieuw opgetrokken in de bouwstijl die toentertijd in zwang was en als deftig gold. De termen ambachtsheerlijkheid en ambachtsheer worden vaak ten onrechte in de literatuur gebruikt, als de gerechtelijke indeling van Utrecht ter sprake komt. Het woord ambacht is van HollandsZeeuwse herkomst en heeft in Utrecht geen ingang gevonden. Beter is het om voor Utrecht, waar `heer' ook kan verwijzen naar de bezitter van een adellijk huis of buitenplaats, te spreken van heerlijkheid en gerechtsheer. De gerechtsheer bezat de jurisdictie in het territoir
54
INLEIDING
van zijn heerlijkheid, in Utrecht vrijwel altijd de lage, in leen van de bisschop en later de Staten van Utrecht. Het daaraan verbonden overheidsgezag — en de inkomsten uit boetes — was echter als een afzonderlijk vermogensbestanddeel overdraagbaar. In vele gevallen zijn de heerlijkheden dan ook in de loop der tijd verschillende malen van eigenaar verwisseld en op het eind van de Republiek in handen gekomen van de nieuwe rijkdom, burgers die hun succesvolle carrière in de zakenwereld en de politiek tot uitdrukking wilden brengen en bekronen met de aankoop van een heerlijkheid. Als typisch voorbeeld mag gelden de Amsterdamse familie Huydecoper die de Utrechtse heerlijkheid Maarsseveen verwierf in de 17e eeuw. Van de families die in het Sticht een belangrijke positie hebben bekleed zijn in vele gevallen de archieven bewaard gebleven en aan een overheidsarchiefbewaarplaats in bewaring gegeven. Literatuur: E.B.F.F. Wittert van Hoogland, Bijdragen der Utrechtg J 8 tot de geschiedenis g sche ridderhofsteden en heerlijkheden 2 dln.S 's-Gravenha e 1909-1912); W. van Iterson, Open huizen en ridderhofsteden in het Nedersticht, Jaarboekje J Oud-Utrecht (1954) 62-108, (1955)) 81-115; J.D.M. Bardet, Kastelenboek provincie Utrecht(Bussum 19755). 3.6.5
Andere instellingen Een aantal niet-kerkelijke landelijke instellingen heeft vanwege de centrale ligging van Utrecht haar bestuurszetel in deze provincie gevestigd. Sommige van deze instellingen hebben hun archieven overgebracht naar het Rijksarchief. In de levensbeschouwelijke sfeer is dit bijvoorbeeld geschied met de archieven van het Humanistisch Verbond en de Nederlandse Christen-Studenten Vereniging. Andere landelijke organisaties hebben om die reden bewust dezelfde keuze gedaan, zoals de Nederlandse sectie van Amnesty International. Van de meeste van deze vaak jonge organisaties zijn de archieven beperkt toegankelijk, maar de historische belangstelling voor dit soort bronnen zal ongetwijfeld alleen maar toenemen. Door de betrekkelijk lage graad van industrialisatie in de provincie Utrecht zijn er maar weinig bedrijven met historisch belangwekkende archieven. Van de oude tabaksindustrie in het oostelijke deel van de provincie is maar weinig overgebleven, even weinig van haar archieven. Ten aanzien van de steenfabrieken in de provincie, traditioneel gevestigd op de kleigronden langs de rivieren valt meer te verwachten, hoewel nog geen archieven bij de overheid in bewaring zijn ge-
55
INLEIDING
geven. Het belangrijkste overgebrachte bedrijfsarchief is dat van de firma Van Wees en Weiss te Zeist, dat rond het midden van de 18e eeuw werd opgericht door de Evangelische Broedergemeente (hernhutters) aldaar en dat grotendeels is bewaard gebleven. 3.7
Rijksinstellingen in de provincie sinds 1795 De vorming van de eenheidsstaat na 1795 had tot gevolg dat sindsdien een toenemend aantal overheidstaken werd uitgevoerd door in de provincies werkzame rijksdiensten. Met de invoering van de rechterlijke organisatie van het Franse keizerrijk in 1811 werd ook het Franse strafstelsel hier te lande geïntroduceerd, dat drie vormen van vrijheidsstraf kende: dwangarbeid, deportatie en plaatsing in een strafinrichting. Deze laatste straf kon worden ondergaan in tuchthuizen, verbeterhuizen of gevangenissen. Vanaf het midden van de vorige eeuw werden jeugdige delinquenten met het oog op hun heropvoeding en resocialisatie geplaatst in speciale rijksinrichtingen voor jongens en meisjes, waarvan er in de provincie Utrecht een aantal was gevestigd. Een ander gevolg van de Bataafse omwenteling was een nieuwe wetgeving op het terrein van de belastingen, bedoeld om meer eenheid te brengen in de grote onderlinge verschillen in de belastingheffing door de voormalige gewesten. De met de inning belaste ontvangers hadden hun kantoren in de belangrijkste plaatsen in de provincie. De administratie van de staatsdomeinen in de provincie, waaraan de goederen van de vijf in 1811 opgeheven Utrechtse kapittels waren toegevoegd, werd eveneens gevoerd door verschillende kantoren; het Kroondomein werd beheerd door een apart rentambt Utrecht. Tijdens de Bataafse Republiek werd een begin gemaakt met de instelling van een rijksdienst voor de waterstaat. Vanaf 1811 is een hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de provincie Utrecht werkzaam, vanaf 1875 ook hoofdingenieurs in het arrondissement Utrecht. Tot zijn bijzondere taken behoorden het onderhoud en toezicht op de doorgaande wegen en scheepvaartkanalen, waarvoor speciale diensten in het leven werden geroepen. Per 1 januari 1882 werd een provinciale dienst van de waterstaat opgericht, die zich in de loop der tijd steeds intensiever is gaan bezighouden met de zorg voor de waterhuishouding. Op het gebied van de defensie waren ingenieurs van de genie gevestigd in Utrecht en Amersfoort, alsmede een militair hospitaal in
56
INLEIDING
laatstgenoemde plaats. Op onderwijsgebied was de belangrijkste rijksinstelling in de provincie Utrecht de Rijksuniversiteit met daarnaast van 1820 tot 1925 de Rijksveeartsenijkundige Hogeschool. Het rijksarchief zelf tenslotte, dat als rijksinstelling weliswaar pas sinds 1879 bestaat, heeft een belangrijk archief ook uit de daaraan voorafgaande, provinciale jaren, waaruit veel informatie is te putten over de lotgevallen van de oude gewestelijke archieven. Bewaarplaats: De archieven van de rijksinstellingen zijn zij grotendeels P J g in de provincie P het Rijksarchief Rijksarchief overgebracht. 8 Literatuur: W.B. Heins, Inventarissen van de archieven van de toezichthoudende kolleges op de strafinrichtingen te Utrecht, Amersfoort, Rhenen en Wijk J bijJ Duurstede, 1811-1944 (Utrecht 1979), Inleiding; op het onderhoud en 8 J. Roëll, Het reglement g P g ebruik der wegen provincie Utrecht, met geschieden re8 tskundi g e aantekeningen g in de P 8 8 (Utrecht 1872); G.J. Borer, Staat van land en water. Provinciale waterstaat van g Utrecht 1882-1982 (Stichtse Historische Reeks 7)) ((Zutphen 1982); F. Keve; lin g Buisman-E. Muller, Kadasterg ids; ggids voor de raadplegingvan hhypothecaire en ka .YP dastrale archieven in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw ( 's-Gravenhag e 1979 ).
4
GEBRUIK VAN HET OVERZICHT
4.1
Rangschikking van de gegevens De gegevens betreffende de bewaarplaats zijn aan het begin van elk hoofdstuk geplaatst. Daarna volgen de gegevens betreffende de aldaar bewaarde archieven volgens het onderstaande schema, dat voor alle provinciale archievenoverzichten gelijk is. De uitwerking van dit model van de archieven in Utrecht is te vinden in de inhoudsopgave. A. Voor de rijksarchiefbewaarplaatsen: 1 Archieven van de overheid 1.1 Gewestelijke besturen en provinciale instellingen en ambtenaren - Vóór 1795 - 1795-1813 - Vanaf 1813 1.2 Rechterlijke instellingen - Vóór 1811 - Vanaf 1811 1.3 Notarissen 1.4 Registers van de burgerlijke stand en retroacta van de burgerlijke stand 57
INLEIDING
1.5 Weeskamers Registers van eigendomsovergang 1.6 In de provincie werkzame rijksorganen (ingedeeld naar onderwerp van bestuursbemoeienis, wat niet altijd samenvalt met de taakafbakening van een gelijknamig ministerie) - Justitie - Binnenlandse zaken - Financiën - Verkeer en waterstaat - Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening - Defensie - Economische zaken - Landbouw en visserij - Sociale en gezondheidszorg - Onderwijs, wetenschap en cultuur 1.7 Kerspelen en marken 1.8 Gemeenten 1.9 Water- en veenschappen 1.10 Organen van intergemeentelijke samenwerking 1.11 Overige overheidsorganèn Niet - overheidsarchieven 2 2.1 Instellingen van economische aard 2.2 Instellingen van sociale zorg 2.3 Vak- en standsorganisaties en -fondsen 2.4 Instellingen op het gebied van de volksgezondheid 2.5 Instellingen op het gebied van onderwijs en cultuur 2.6 Instellingen op het gebied van sport, recreatie en evenementen 2.7 Instellingen op politieke en ideële grondslag 2.8 Geloofsgemeenschappen en andere instellingen van godsdienstig leven 2.9 Huizen en heerlijkheden 2.10 Families 2.11 Personen Verzamelingen 3 3.1 Handschriften 3.2 Bibliotheek 3.3 Kranten 3.4 Prenten en kaarten 3.5 Zegels en lakafdrukken van zegelstempels 3.6 Geluidsbanden en grammofoonplaten 3.7 Overige verzamelingen 58
INLEIDING
B.
Voor de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen:
1 Archieven van de overheid 1.1 Algemeen plaatselijk bestuur (hierbij inbegrepen raadscommissies) 1.2 Plaatselijke instellingen met een specifieke taak (ingedeeld naar onderwerp van bestuursbemoeienis, wat niet altijd samenvalt met de taakafbakening van een gelijknamige afdeling) - Rechtspraak vóór 1811 - Bevolking - Financiën - Openbare werken - Openbare orde en veiligheid, defensie - Economische zaken - Sociale zorg - Gezondheidszorg - Onderwijs, wetenschap en cultuur - Sport, recreatie en evenementen 1.3 Organen van intergemeentelijke samenwerking 1.4 Organen van stadsheerlijkheden, geannexeerde ambachten en gemeenten 1.5 Marken, water- en veenschappen 1.6 Instellingen van voormalige gewesten 1.7 Organen van de centrale overheid 1.8 Organen van andere openbare lichamen 2 Niet-overheidsarchieven 2.1 Instellingen van economische aard 2.2 Instellingen van sociale zorg 2.3 Vak- en standsorganisaties en -fondsen 2.4 Instellingen op het gebied van de volksgezondheid 2.5 Instellingen op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur 2.6 Instellingen op het gebied van sport, recreatie en evenementen 2.7 Instellingen op politieke en ideële grondslag 2.8 Geloofsgemeenschappen en andere instellingen van godsdienstig leven 2.9 Huizen en heerlijkheden (voor zover niet onder 1.4) 2.10 Families 2.11 Personen
59
INLEIDING
Verzamelingen 3.1 Handschriften 3.2 Bibliotheek 3.3 Kranten 3.4 Prenten en kaarten 3.5 Zegels en lakafdrukken van zegelstempels 3.6 Geluidsbanden en grammofoonplaten 3.7 Overige verzamelingen 3
In het algemeen zijn de archieven binnen elke rubriek chronologisch geplaatst, tenzij een alfabetische volgorde praktischer was. Indien in een archiefbewaarplaats slechts een klein aantal archieven aanwezig is, wordt de volgorde van het bovenstaande schema aangehouden, zonder dat dit met rubrieksaanduidingen is aangegeven. 4.2
Toelichting op de gegevens per bewaarplaats Openingstijden. Men doet er verstandig aan, alle instellingen zonder archivaris eerst telefonisch (of schriftelijk) te benaderen. Met de verzorging van de oudere archieven is veelal slechts één persoon belast. Faciliteiten. Men kan overal foto- of xerokopieën laten vervaardigen tegen kostprijs. Dit is dus niet bij elke bewaarplaats opnieuw vermeld.
4.3
Toelichting op de gegevens per archief Naam. Zoveel mogelijk is gekozen voor de aanduiding en de spelling, die door de instelling zelf werd of wordt gevolgd Jaartallen. De jaartallen, die niet tussen haakjes zijn geplaatst, geven de periode aan waarover het archief aanwezig is. De periode waaruit slechts enkele oudere of jongere stukken aanwezig zijn, is tussen haakjes aangegeven. Zo ook indien de tekst van het oudste stuk slechts in de vorm van een jonger afschrift aanwezig is. Omvang. De omvang van een archief is aangegeven in strekkende meters planklengte. Bij zeer kleine archieven is het aantal eenheden vermeld. Openbaarheid. Het teken *geeft aan, dat de openbaarheid van het archief beperkt is (zie § 2.2). Voor de inhoud van de beperkingen moet men bij de archiefbeheerder informeren. De aanduiding Onderdeel van het archief van duidt een dochter-
60
INLEIDING
moederrelatie aan. De archieven van de ambtenaren van de burgerlijke stand zijn als onderdeel van de archieven der gemeentebesturen beschouwd, en daarom niet apart vermeld, mede omdat zij in alle gemeenten aanwezig zijn. De aanduiding inventaris duidt er op dat het archief geïnventariseerd is volgens de moderne, wetenschappelijke methode. De eenvoudiger opsomming van aanwezige archiefbescheiden is aangeduid als plaatsingslijst. Indien een inventaris in druk of offset is uitgegeven zijn auteur en titel vermeld. Ontbreken die vermeldingen, dan betekent dit, dat er slechts enkele exemplaren, meestal in getypte vorm, van de inventaris bestaan. Nadere toegang is een nadere beschrijving van bepaalde onderdelen van een archief. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn alfabetische indices op de namen die in bepaalde bescheiden voorkomen, lijsten van procesdossiers of regentenlijsten. Een regest is een beknopte inhoudsopgave van een oorkonde of brief. Bronnenuitgave: vooral middeleeuwse stukken zijn soms in extenso in druk uitgegeven. Indien dat het geval is wordt dat vermeld. Literatuur: bij de archieven van sommige instellingen is verwezen naar literatuur die nadere gegevens verstrekt over de taak en werkkring van instellingen. Met Rijksarchief zonder meer is overal bedoeld het Rijksarchief in de provincie Utrecht in Utrecht. 4.4
Lijst van afkortingen * c. of ca. c.a. Fruin, Catalogus
Openbaarheid beperkt circa cum annexis R. Fruin, Catalogus van de archieven der collegiën, die voor 1811 binnen de tegenwoordige provincie Utrecht rechterlijke functiën uitgeoefend hebben (Utrecht 1893). Inventarisreeks van het Rijksarchief in Inventarisreeks Utrecht IRA Inventarissen van rijks- en andere archieven van rijkswege uitgegeven voor zoover zij niet afzonderlijk zijn afgedrukt, 4 dln. ('s-Gravenhage 1929-1933).
61
INLEIDING
Le Cosquino de Bussy, Catalogus A. le Cosquino de Bussy, Catalogus van de rechterlijke archieven (1811-1838) en van de notarieele archieven (1811-1842), in: VROA 50 (1927) II, 635-697. Muller, BA S. Muller Fz., Catalogussen van de bij het stadsarchief bewaarde archieven. Eerste afdeeling. De aan de stad Utrecht behoorende archieven, 2 dln. (Utrecht 1911, 1913). Muller, Catalogus S. Muller Fzn., Catalogus van het archief [der gemeente Utrecht], 4 dln. (Utrecht 1880-1893). Muller, Catalogus suppl. S. Muller Fzn. en C.L. de Leur, Catalogus van het archief. Supplement, bijvoegselen en indices (Utrecht 1911). OVR Werken der Vereeniging tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandsche recht (Utrecht 1880-1975). RGP Rijks Geschiedkundige Publicatiën ('s-Gravenhage 1905- ). Schuylenburg, BA W.C. Schuylenburg en J.G.C. Joosting, Catalogussen van de bij het stadsarchief bewaarde archieven. Tweede afdeeling. De aan de stad Utrecht in bewaring gegeven archieven (Utrecht 1917). Verslag Verslag omtrent de oude gemeente-, waterschaps- en veenderijarchieven in de provincie Utrecht (Utrecht 1888-1902). VROA Verslagen omtrent 's rijks oude archieven, 1-65, tweede serie 1-40 ('s-Gravenhage 1878-1969).
62
RIJKSARCHIEF IN DE PROVINCIE UTRECHT
Adres Alexander Numankade 201, 3572 KW Utrecht, Telefoon 030-710044. Openingstijden maandag 13.30-17.00 uur, dinsdag t/m vrijdag 9.00-17.00 uur, zaterdag (behalve in juli en augustus) 9.00-12.30 uur. Faciliteiten leesapparaten voor microfilms; kopieerapparaten; fotografisch atelier; koffiekamer. 1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1.1
Gewestelijke besturen en provinciale instellingen en ambtenaren Vóór 1795
Bisschoppen van Utrecht, 1025-ca. 1580, 26,5 m. Inventaris: S. Muller Fzn., Catalogus van het archief der bisschoppen van Utrecht (Utrecht 1906). Nadere toegang: S. Muller Fzn. e.a., Regesten van het archief der bisschoppen van Utrecht (722-1528), 4 dln. (Utrecht 1917-1922); S. Muller Fzn., De bisschoppelijke zegels, in: VROA 39 (1916) II, 250-255. Bronnenuitgave: Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301, uitgegeven door S. Muller Fzn., A.C. Bouman, K. Heeringa en F. Ketner, 5 dln., (Utrecht-'s-Gravenhage 1920-1959).
Domkapittel
.Maarten eind 12e eeuw-1811, 111 155 m. 55 >
Inventaris: K. Heeringa, ten Dom {(Utrecht 8 Inventaris van het archief van het kapittel p 1929). Bronnenuitgave: N.B. Tenhaeff, W. Jappe 8 PP Alberts, e.a., Bronnen tot de bouwgeschiedenis van den Dom te Utrecht 's-Gravenhag e 1946, 1969, 1976)){ (RGP grote g serie nr. 88, 129, 155); S. Muller Fzn., Het rechtsboek van den Dom van Utrecht door mr. Hugo 8 Wstinc ('s-Gravenhage g 1895))( (OVR I, 18) ; S. Muller Fzn.,, Rechtsbronnen van den Dom van Utrecht ('s-Gravenhag ge 1903) )( (OVR II,^S). N.B. Bevat ook stukken betreffende: heerlijkheden: Amerongen, Cothen, Doorn, J g Dwarsdijk, Nederlangbroek, Oostveen, ^Overla Overlangbroek; p broek water) Galekop, P Hagestein, g g schappen: Bijleveld en de Meerndijk, He co g PP J J Bunschoter Veen- en Veldendijk, J^ Heycop naamel de Lange g Vliet, Hinderdam, Kromme Rijn, J ^ Lekdijk-benedendams, J ^ Lekdijkl bovendams, Slaperdijk, Woerden, Zeeburgg en Diemerdijk. P J Vijfheerenlanden, J J Verder o.a. archieven der leenkamers van het kapittel, 1596-1811 ; van de domproosdom roosP 1366-1811 en van deroosdij van Elst (Overbetuwe), P { ) 1467-1798.
63
RIJKSARCHIEF
Kapittelvan Oudmunster r Inventaris.
a v ato r 1179-1811,
m.
N.B. Bevat ook stukken betreffende: heerlijkheden: Hagestein, Linschoten, Stein en Vleuten; waterschappen: Buiten- en Binnenwaardsche polder, Darthuizen, Eembrugge g8 c.a., Gerverscop, Haanwijk, De Haar en Laag nieuwkooP, J P Gieltjesdorp, J J P Grebbedijk, Hagestein, He co genaamd de Lange J Tull en 8 ^ Harmelerwaard,Heycop 8 Vliet, Honswijk, en IJsselveld, Knoesterpolder, Kockengen, 't Waal, Kattenbroek, Rapijnen AJ A 8 ^ LekdijkJ bovendams, Maarsseveen, OttersP oorbroek, Rijsbrugger S en J 8 P 8en, Themaat, gg wetering, Vleuten, Westbroek. Verder o.a. archieven van de leenkamer de1438-1802; van van de Eleemos J 1438-1802; A roosdi', Y nae van Oudmunster, 1349-1809; en van de Godskamers, 1540-1811. Eengedeelte van het laatstgenoemde archief berust in het g gemeentearchief van Utrecht ^ (zie blz. 00). g
n Kapittel a ap te van
Pieter, .P ete 111 -1 1 1
m.
van S. Pieter Inventaris: S. Muller Fzn, Catalogus P g van het archief van het kapittel ( 's-Gravenhage 1886). van het kapittel van S. Pieter, 1040-1528 Nadere toegang: S. Muller Fzn, Regesten g P ('s-Gravenha e 1891). ('s-Gravenhag heerlijkheden Abcoude-St. Pieters, BreukelenBevat ook stukken betreffende: heerlijkheden: PA J^ Breukeleveen en Tienhoven, Maarsseveen en Re Y ersko ;A waterschappen: Breukelen-Proosdij, J P en P Gieltjesdorp J Breukelen, Tienhoven en Loosdrecht, Gerverscop, Zuideinde, Kortrij Lekdijk en Hinderdam, Otters oorbroek, Oud-Aa, Porten gen k J A J^ Rei'ersco J P , Stoetwegen g en Kattenbroek, Zeist. Verder o.a. archieven van de leenkamer van deroosdi', J 1410-1797; en van de fundaP ties van: Alijd J van Boechout, 1333-1613; Jacob Verhaer, 1589-18e eeuw; Tijman Ri'kss van Amersfoort, 1546-1599; Johan Robertss. van Poortvliet, 1499-1639, Johan Rijks Lichtenberch, 1562-1630; Evert van der Haer van Gorcum, 1585-1622. Het archief van de Godskameren van Dirck van Zuylen Y berust in het gemeentearchief van Utrecht (blz. 00).
1094-1811,> 43 m Kapittel a S. Jan, J P l van Inventaris. Proosdijlande N.B. Bevat ook stukken betreffende: heerlijkheden: Achttienhoven, de Proosdi'landen J de erechten van Midrecht, Mijdrecht,Thamen, Wilnis en Westveen, benevens Uitgerechten veen- veen en water hoorn Kudelstaart, Blokland en Kromme Mijdrecht) Midrecht en Slagmaat; g maat; schappen: Bisschopsweide, Maarsseveen, Oudeg gein, Soesterveen, Klein Vulco Y P. P PP Verder o.a. archieven van de leenkamer van deroosdi', 1363-1382, 1626-1811, en J P van de fundatie van Jan van Renesse, 1574-1807.
110 8 -1811, 125 m. a 1 van Kap fitte a S .Mrie Inventaris. N.B. Bevat ook stukken betreffende: heerlijkheden: Breukelerwaard, Horstwaard, J Kamerik-Mijzijde, Kortenhoef, Lopik, P Waver, Botshol en Ruige-Wilnis, Zegveld; JJ
64
RIJKSARCHIEF
waterschappen: Oud-Aa,^ Groote en Kleine Oud-Aasche Po polder, Ter Aa, Achterwe tePP ring, Hooge 8 Bijleveld, J g Boezem achter Haastrecht, Demmerik, Gieltjesdorp, J P , kan, Haanwijk, Harmelerwaard, He co genaamd ge aamd g en Kleilanden,Heycop ^ Honswijk, J, Hooge De Lange Kame g Vliet, Neder- en Overeind van Jutp haas Kamerik St. Marie gerecht, g rik Statengerecht, Kamerik Mijzijde, lin8ens g J J ^ Kamerik TeY 8 erecht ^ Kockengen, e 8 Klein Covelswade, Krimpenerwaard, a s, Loenen, P ^ Lekdijk-benedendams, , Lekdijk-bovendams, J J Loenersloot, LoP ik, Lo ikerka el k,J Mij-P P en Zevenhoven, Maarssenbroek, Meerndijk, land, Nigtevecht, Nieuwkoop, enHeycop, He co Porten ge gen,, Rapijnen g P, Oostveen, Oudenrijn J en IJsselveld, Ruwiel, Schalkwijk, Vulco Wiersche veld, ,Stichtse St chtse J , Vleuten, Vreeland,Vuylcop, dorpen P in het Grootwaterschap P van Woerden, ^Ze 8 veld en Ze8 velderbr0ek. Verder o.a. archieven van de leenkamer van deroosdi' p J, 1525-1807, en van de armenfundatie van Johan van Drolshagen, 1567-1802. g
Staten van Utrecht, 1375-1795, 224 m. Inventaris: S. Muller Fzn. e.a., Catalogus van , het archief der Staten van Utrecht, 1375-1813 (Utrecht 1915) 1-410, 414-777, 821, 903, 909, 923, 934-946, 1029-1055. N.B. De archieven der Geéligeerde Raden tot 1795 en van de Ridderschap tot 1814 zijn bij de inventarisatie door S. Muller Fzn. in het eigenlijke Statenarchief opgenomen.
Commissies van de centrale regering te Brussel betreffende Utrechtse aangelegenheden, 1528-1553, 0,1 m. Inventaris: Fruin, Catalogus, 368-376.
Financiële a c e einstellingen, stellen 21 1529-1810, 59 105 m. g en 1 Inventaris: P.C.B. Maarschalkerweerd, Inventaris van de archieven vaninanciële inf stellingen van de landsheer, 1529-1581, en van de Staten van Utrecht en de daarop p volgendeewesteli g J 'ke besturen, 1581-1810 ( (Utrecht 1983))(Inventarisreeks 37).
Leenhof, 1528-1856, 11 m. Inventaris: D.T. Koen, Inventaris van het Utrechtse Leenhof sedert 1528 ( Utrecht 1983) (Inventarisreeks 38). N.B. De Stichtse en Gaasbeekse leenregisters van vóór 1528 bevinden zich in het archief van de bisschoppen. PP
1795-1813 (Provisioneele) Representanten, 1795-1796, 7,5 m. Inventaris: S. Muller Fzn e.a., Catalogus van het archief der Staten van Utrecht, 1375-18/3 (Utrecht 1915) 1056-1087, 1103, 1123-1133.
Intermediair provinciaal bestuur, 1796-1799, 7 m. Inventaris: als voren, 1146-1156, 1180, 1183-1205, 1239-1240.
65
RIJKSARCHIEF
N.B. Het archief van de Commissie van Beheer voor het voormalige gewest Utrecht ^g berust in het rijksarchief in Gelderland aangezien het grondgebied van de provincie P 8 8 J g Utrecht van 1799-1802 deel uitmaakte van het Departement van de Rijn. J J In het rijksP archief in Utrecht bevinden zich de archieven van de Commissie van Financiën, de Rekenkamer en de Commissarissen tot de administratie der Financiën van het voormalig gewest uit deze periode, zie hiervóór: Financiële instellingen. g en P g
Bestuur van het Departement Utrecht, 1802-1807, 13 m. Inventaris: als voren, 1241-1259, 1306-1315. Landdrostambt, 1807-1810, 16 m. Inventaris: als voren, 1341-1393, 1403-1417. Onderprefectuur Utrecht binnen het departement van de Zuiderzee, 1811-1813, 14 m. Inventaris: als voren, 1418-1492. N.B. Het archief van de prefectuur berust in het rijksarchief in Noord-Holland.
Onderprefectuur Amersfoort binnen het departement van de Zuiderzee, 1811-1813, 4 m. Inventaris: als voren, 1493-1523. N.B. Als voren.
Na 1813
Provinciaal bestuur, 1813-1906, 908 m. Inventaris. Provinciale Waterstaat, 1858-1965, 42 m. Inventaris. Concessionarissen en commissies van beheer van straatwegen in de provincie Utrecht, 1626-1930, 4 m. Inventaris: J. van Wandelen, Inventarissen van de archieven van concessionarissen en commissies van beheer van straatwegen in de provincie Utrecht, 1626-1930 (Utrecht 1977) (Inventarisreeks 15).
Ridderschap van Utrecht, 1814-1880, 1 m. Inventaris.
66
RIJKSARCHIEF
1.2
Rechterlijke instellingen Vóór 1811
Hof ovan anUr Utrecht, t sinds 17 8 Hof van Justitie, 1530-1811, 1 Inventaris: Fruin, Catalogus, g , 1-342a.
m.
Nadere toegang: F. Doeleman,^LiJ 'st van civiele rechtszaken voor oo het Hof van Utrecht z waarvan derocesstukken in het archief van het Hofzijn be w aar debleven P 8 ,15301630 ( Utrecht 1980) (Reeks toegangen 1)^ • J.H.M. Putmanlijst A! )Alfabetische van (an J P sonen aan wie door het Hof van Utrecht octrooi is verleend om te testeren. Deel 1 1603-1640 (Utrecht 1984))((Reeks toegangen 8 ).
Raad van reviseurs van door het Hof gewezen sententies, 1577-1788, 0,1 m. Inventaris: Fruin, Catalogus, 357-360a.
Stadsgerecht Montfoort, 1537-1811, 6,5 m. Inventaris: Fruin, Catalogus, 600-634.
Stadsgerecht Oudewater, 1578-1811, 5 m. Inventaris.
Stadsgerecht Rhenen, 1546-1811, 23 m. Inventaris: Fruin, Catalogus, 481-556.
Stadsgerecht Wijk bij buurstede, 1546-1811, 6 m. Inventaris: Fruin, Catalogus, 557-599.
Stadsgerecht IJsselstein, 1491-1811, 19 m. Inventaris: Fruin, Catalogus, 635-698.
Dorpsgerechten, 1498-1811, 110 m. Inventaris: D.T. Koen, Inventaris van de archivalia afkomstig van de dorpsgerechten in de provincie Utrecht, 1489-1811 (Utrecht 1985) (Inventarisreeks 49). N.B. Betreft: Ter Aa Abcoude en Baambrugge Abcoude-Proosdij, Aasdom en Aasdom in het Veen Achthoven Achttienhoven Amelisweerd
1657-1811 1677-1811 1573-1811 1655-1810 1637-1811 1761-1810
Amerongen, Ginkel en Elst Asschat Austerlitz Baarn Benschop Blokland Breudijk
1590-1811 1709-1811 1806-1810 1677-1811 1519-1811 1571-1810 1679-1811
67
RIJKSARCHIEF
Breukelen-Nijenrode J Breukelen-Staten- of Orttsgerecht erecht Breukelen-ProosdijJj Breukeleveen Breukelerwaard Breul Bunnik en Vechten Bunschoten Cabauw Cothen Darthuizen Demmerik Doorn Drieberen g Dwarsdijk J Dijkveld en Rateles Eemnes Galekop Geerestein 't Gein Gerverskop P in het Westeinde 's-Gravensloot De Haar-Zuilensgerecht Hardenbroek Harmelen, Harmelerwaard, Haanwijk J J en Bi'leveld Heemstede Heeswijk Hoenkoop Honswijk Houten en 't Goy Indijk J Jaarsveld Nedereind van Jutphaas P Overeind van Jutphaas Kamerik en de Houtdijken J Kamerik Mijzijde Kattenbroek en de Uiterdi'J ken van Mastwijk J Kattenbroek of Van der Waals-gerecht Kockeng en-Lockhorst gerecht Kockengen g en Spengen
68
1538-1811 1684-1810 1546-1551 1612-1811 1663-1810 1728-1808 1596-1811 1662-1811 1641-1811 1644-1810 1704-1811 1733-1810 1632-1810 1700-1811 1657-1811 1727-1811 1657-1811 1714-1811 1719-1811 1640-1810 1684-1810 1615-1809 1631-1811 1680-1811 1674-1811 1632-1811 1571-1811 1648-1811 1631-1810 1625-1811 1632-1811 1617-1811 1577-1811 1675-1811 1666-1811 1779-1810 1657-1811 1720-1811 1597-1810 1594-1811
Groote en Kleine Koppel PP en Maarschalkerweerd Leusden, Heetveld, Leusderbroek, Hamersveld, Snorrenhoef en Donkelaar Linschoten en Mastwi jl k Loenen-Kronenburgg s erecht Loenen en Nieuwersluis Loenersloot, OukoopP en Ter Aa Loosdrecht Loosdrechten, Mijnden en J TeckoP (Baljuwschap ^ J P van de) Lopik P en LoP ikerka Pel Maarn en Maarsbergen g Maarssen Maarssenbroek Oud en Nieuw Maarsseveen Midrecht J Mijnden J Nederlangbroek Nigtevecht Odijk J Oostbroek en De Bilt Oostveen, Voordorp, Oude Wetering, g Maartensdijk J en Herverskop Oostwaard Oudenrijn enP Heikop Oudhuizen Oudwulven en Waaien Overlap gbroek Papendorp Polanen Noord-Polsbroek Zuid-Polsbroek Portengen Zuideinde van Portenen, g Laag-Nieuwkoop, Vi'fhoeJ ven in Kortrijk, Kortrijk, Loefsgerecht van Ruwiel en GeverskoP- Den Hamsgerecht en Gieltjesdorp J
1808-1810
1536-1811 1560-1811 1628-1811 1627-1811 1633-1811 1590-1811
1554-1811 1589-1811 1776-1811 1624-1811 1714-1811 1607-1811 1604-1811 1652-1811 1659-1811 1557-1811 1566-1728 1632-1811
1623-1811 1700-1810 1693-1811 1569-1811 1630-1811 1695-1811 1699-1811 1568-1809 issaisii 1629-1811 1659-1810
1586-1811
RIJKSARCHIEF
Proosdijlanden (Hooggerecht van de) 1596-1798 Hoog-, Laag- en WestRaven 1638-1811 1712-1810 Reierskop-Creuningen Reierskop-Meerlo 1640-1809 Renswoude en Emmikhuizen 1634-1811 1739-1810 Ruwiel Rijnhuizen 1638-1810 1660-1811 Schagen en Den Eng Schalkwijk 1614-1810 1666-1811 Schonauwen Snelrewaard, Zuid- en 1567-1811 Noord-Linschoten 1498-1811 Soest 1627-1811 Sterkenburg 1654-I8II Stoelwegen Stoutenburg 1625-1811 1676-1811 Teckop 1670-1811 Themaar 1684-1753 Themaar-Den Engsgerecht 1607-1811 Tienhoven 1604-1811 Tull en 't Waal Uithoorn, Kudelstaart, Blok1760-1810 land en Kromme Mijdrecht 1795-1811 Veenendaal Veldhuizen, Bijleveld, Rosweide en Reierskop1631-1811 Lichtenberg
Vinkeveen Vleuten en De Meern Vlooswijk l en Vlooswijk J in Kromwi'Jk Vreeland Vreeswijk J De Vuursche Waveren, Botshol en Ruige 8 Wilnis Waverveen Werkhoven Westbroek Willeskop P en Kort Heeswijk Willie-Lan g 8erak Wilnis en Westveen Woudenberg Wulven Wulverhorst, Kromwijk J en Linschoter Haar IJselvere Zegveld Zeg veld en Zegvelderbroek g Zeist Zevender Zevenhoven Zuilen en Zwezereng Zuilenstein, Leersum en Ginkel
1729-1811 1527-1811 1621-1810 1566-1811 1579-1811 1750-1811 1680-1811 1703-1811 1810 1621-1811 1613-1810 1630-1811 1730-1811 1665-1811 1682-1810 1670-1808 1562-1807 1641-1810 1629-1811 1623-1811 1594-1811 1608-1810 1670-1811 1632-1811
stadsvrijheid N.B. De archieven van deerechten binnen de stadsvrijheid van Utrecht zijn zij aan het 8 (blz. 177). gemeentearchief van Utrecht in bewaring gegeven ) De archieven van degerechten binnen de huidige hete zijn aan het zijn 8 8 gemeente Amersfoort 8 rondg ebied van gmeentearchief van Amersfoort in bewaring gegeven ( (zie blz. 130 ). 8 gg
Jachtgerecht, 1680-1702, 1749-1795, 1,5 m. Inventaris: T.M. Lisman-Schaap, Inventaris van het archief van het jachtgerecht in de provincie Utrecht, 1680-1702, 1749-1795 (Utrecht 1975) (Inventarisreeks 3).
Vanaf 1811 Rechtbank van eerste aanleg, tevens rechtbank van koophandel, te Amersfoort, 1811-1838, 5,5 m. Inventaris: Le Cosquino de Bussy, Catalogus, 55-87.
69
RIJKSARCHIEF
Vredegerechten en rechtbanken van enkele politie, 1811-1838, 14 m. Inventaris: Le Cosquino de Bussy, Catalogus, 96-182. N.B. Bevat de archieven van de vredegerechten en rechtbanken te: Amersfoort, 18111838, 4,5 m; Baambrugge, 1811-1838, 1 m; Loenen, 1812-1838, 0,8 m; Loosdrecht, 1811-1824, 1 m;Maarssen, 1811-1838, 2 m; Mijdrecht, 1811-1826, 1 m; Rhenen, 18111838, 2 m; Wijk bij buurstede, 1811-1838, 1,2 m; IJsselstein, 1812-1838, 1 m.
Krijgsraad en auditeur-militair in het provinciale kommandement te Utrecht, 1816-1831, 6,5 m. Inventaris: Le Cosquino de Bussy, Catalogus, 196-206.
Schuttersraad te Amersfoort, 1829, 0,1 m. Inventaris: Le Cosquino de Bussy, Catalogus, 207. N.B. Bevat slechts dossiers betreffende strafvervolgingen.
Tribunal des Douanes te Utrecht, 1811-1814, 0,1 m. N.B. Bevat slechts een register van vonnissen 1811-1813 en een brievenboek 1813-1814.
Provinciaal gerechtshof, 1838-1875, 28 m. Plaatsingslijst.
Arrondissementsrechtbank te Amersfoort, 1838-1877, 10 m. Plaatsingslijst.
Arrondissementsrechtbank te Utrecht, 1835-1939, 95 m.* Plaatsingslijst: gedeeltelijk.
Kantongerecht te Amersfoort, 1839-1930, 25 m.* Plaatsingslijst: 1921-1930.
Kantongerecht te Breukelen-Nijenrode, 1847-1933, 17 m.* Plaatsingslijst.
Kantongerecht te Loenen, 1838-1877, 5 m. Plaatsingslijst.
Kantongerecht te Maarssen, 1827-1877, 4,5 m. Plaatsingslijst.
Kantongerecht te Utrecht, 1838-1929, 82 m.* Plaatsingslijst.
70
RIJKSARCHIEF
Kantongerecht te Wijk bij Duurstede, 1813-1933, 22 m.* Plaatsingslijst.
Openbaar ministerie bij het Kantongerecht te Wijk bij Duurstede, 1855-1863, 0,1 m. Kantongerecht te IJsselstein, 1838-1877, 5 m. Plaatsingslijst.
Raad van beroep voor de directe belastingen te Utrecht, 1921-1957, 18 m.* Plaatsingslijst.
Tuchtgerecht voor de prijzen te Utrecht, 1945-1951, 3 m.* 1.3
Notarissen Notarissen, 1604-1895, 197 m. Inventaris: W.B. Heins en J.A.C. Mathijssen, Inventaris van de notariële archieven in de provincie Utrecht (1346) 1560-1895 (Utrecht 1982) (Inventarisreeks 34). N.B. Betreft notarissen te: Abcoude 1685-1895 Maarssen 1700-1897 Amerongen 1669-1896 Maarsseveen 1821-1896 Baarn 1800-1896 Maartensdijk 1732-1879 1691-1895 Breukelen Montfoort 1617-1895 1787-1811 Cabauw Mijdrecht 1664-1895 Demmerik 1671-1718 Nieuw-Maarsseveen 1768-1811 1822-1844 Doorn Nigtevecht 1749-1765 Driebergen 1868-1897 Oudenrijn 1811 Eemnes 1638-1797 Oudewater 1616-1892 Harmelen 1811-1895 Oudhuizen 1691-1711 1825-1836 Hoenkoop Rhenen 1651-1895 1851-1898 Houten Soest 1641-1893 1694-1842 Jutphaas Ter Aa 1782-1783 1670-1771 Kamerfik Veenendaal 1655-1895 Kockengen 1690-1811 Vinkeveen 1819-1842 Leersum 1698-1716 Vleuten 1724-1728 1803-1842 Leusden Vreeland 1648-1895 1754-1895 Loenen Vreeswijk 1617-1705 1813-1819 Loosdrecht Werkhoven 1671-1714 Lopik 1609-1842, Westbroek 1800-1821 1876-1895 Wilnis 1663-1764
RIJKSARCHIEF
Woudenberg Wijk J bijJ Duurstede IJsselstein
1719-1896 1621-1895 1614-1895
Zeist Zevendec
1812-!895 1768-1788
N.B. De archieven van de in Utrecht en Amersfoorteresideerd hebbende notarissen 8 zijn aan de gemeentearchieven van Utrecht en Amersfoort in bewaring8gg gegeven (blz. ( g 179 en 131).
Kamers van notarissen 1811-1842, 1 m. Inventaris: Le Cosquino de Bussy, Catalogus, 321-331
1.4
Registers van de burgerlijke stand en retroacta van de burgerlijke stand. Registers van de burgerlijke stand, met bijlagen en tafels, 1811-1932, 657 m.* Inventaris: tot 1882, met supplement tot 1892.
Retroacta van deburgerlijke sta n
15 7 -1 11 10 m >
huwelijks- (lidmaten-) en be graafreInventaris: S.A.L. de Graaff, Verzameling8 doop-, p huwelijksvan kerken in deprovincie Utrecht, 1579-1811 (Utrecht 1985) (Inventarisreeks P g 45). huwelijken Nadere toegang: gedeeltelijk: op Pp P de huwelijken. l klappers g De retroacta van Utrecht en Zuilen bevinden zich in hetemeentearchief van S Utrecht (blz. 170, 178), en die van Amersfoort en Hoogland in het gemeentearchief van Amersfoort (blz. 127, 130).
1.5
Weeskamers; registers van eigendomsovergang 5 m. 8 Weeskamers, 1 2-1811 Inventaris. N.B. Betreft de weeskamers te: 1541-1811 Benschop 1800-1801 Drieberen 8 1742-1797 Eemnes 1648-1811 Jaarsveld 1580-1794 Lopik P 1382-1786 Montfoort
Polsbroek Rhenen Vinkeveen-Waverveen Wijk J bijJ Duurstede Willig e-Langerak IJsselstein
1671-1809 1616-1803 1715-1807 1388-1805 1656-1757 1574-1810
Registers van eigendomsovergang, 1812-1836, 1 m. Inventaris: E. Muller, Inventaris van de archieven van de hypotheekbewaarders te Utrecht en Amersfoort, 1811-1838 (Utrecht 1977) (Inventarisreeks 22) 471-512.
72
RIJKSARCHIEF
1.6
In de provincie werkzame rijksorganen Justitie - 19 Strafinrichtingen te Ut r ht 7 4 36 m.* Utrecht, 1 14 Inventaris:edeelteli'k: 8 l W.B. Heins, Inventarissen van de archieven van de toezichthoudende kolleges op de strafinrichtingen te Utrecht, Amersfoort, Rhenen en Wijk bi' 8 PJ J Duurstede, 1811-1944(Utrecht 1979) (Inventarisreeks 18)) blz. 20-32. N.B. Bevat zowel het archief van het College over de gevangenissen te 8 van regenten 8 g 8 Utrecht als de archieven van de directies van de verschillende inrichtingen. 8
Strafinrichtingen te Amersfoort, 1811-1890, 8 m. Inventaris: als voren, blz. 34-41. N.B. Als voren.
College van Toezicht over het Huis van Bewaring te Rhenen, 18481878, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 43-44.
College van Toezicht over het Huis van Bewaring te Wijk bij Duurstede, 1858-1888, 0,3 m. Inventaris: als voren, blz. 46-48.
Rijksinrichting voor meisjes te Montfoort/Zeist/Nijmegen, 18581975, 48 m.* Inventaris: W.B. Heins, Inventarissen van de archieven van de rijksinrichtingen voor de kinderbescherming te Montfoort/Zeist/Nijmegen 1858-1975, Zeist/Montfoort 19051968, Hollandsche Rading 1942-1971, Amersfoort 1910-1967, Nieuwersluis 1941-1945 en Den Dolder 1961-1977 (Utrecht 1983) (Inventarisreeks 20) blz. 10-31.
Rijksinrichting voor meisjes te Zeist/Montfoort, 1905-1968, 33 m.* Inventaris: als voren, blz. 32-49.
Rijksinrichting voor meisjes te Hollandsche Rading, 1942-1971, 3 m.* Inventaris: als voren, blz. 50-55.
Rijksinrichting voor jongens te Amersfoort, 1910-1967, 1 m.* Inventaris: als voren, blz. 56-58.
Rijksinrichting voor jongens te Nieuwersluis, 1941-1945, 1 m.* Inventaris: als voren, blz. 59-60.
73
RIJKSARCHIEF
Rijksinrichting voor jongens te Den Dokier, 1961-1977, 0,5 m.* Inventaris: als voren, blz. 61-63.
Financiën
Rentambt Utrecht van het Kroondomein, 1823-1919, 19 m. Inventaris: L.P.W. de Graaff, Inventaris van de archieven van het Kroondomein, rentambt Utrecht (Utrecht 1980) (Inventarisreeks 27),
Inspectie registratie an ere istrat^e en domeinen, 1 -1 4 37 m. g p van Plaatsingslijst. gJ N.B. Betreft stukken afkomstigg van de kantoren te Alphen aan den Rijn, P J^ Amersfoort, Breukelen, Driebergen, Harderwijk, Breukelen), (later ate B reuke8 ( J , Loenen (later len), Nijkerk, Rhenen, Utrecht,^ Wageningen,Woerden Wi'k Wijk bi' bij Duurstede,, IJsJ selstein, Zeist. Ontvangers' dderbl belasting ast gop e recht van t ec t an successie, 1806-1900, P het 97 m.* Plaatsingslijst. gJ Nadere toegang: gedeeltelijk: g J klappers. PP N.B. Betreft de memories van aangifte van de kantoren Amerongen, Amersfoort, S 8 Loenen, Maarssen, Montfoort, Rhenen, Utrecht, Wijk bij Duurstede en IJsselstein 1818-1900, en andere stukken afkomstig van de ^ kantoren Amersfoort, Montfoort, , Rhenen en Utrecht, 1806-1817.
Ontvanger der grondbelasting, 1828-1964, 21 m. Plaatsingslijst, N.B. Betreft kantoren Utrecht, Amersfoort en Breukelen.
Verkeer en waterstaat
Hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat in de provincie Utrecht, 1811-1953, 72 m. Plaatsingslijst.
Hoofdingenieurs van Rijkswaterstaat in het arrondissement Utrecht, 1875-1954, 69 m. Plaatsingslijst.
Dienst van het Merwedekanaal van Rijkswaterstaat, 1849-1954, 10 m. Plaatsingslijst.
74
RIJKSARCHIEF
Dienst Amsterdam-Boven Rijn II van Rijkswaterstaat, 1922-1959, 15 m. Plaatsingslijst.
District van de Hollandse IJssel van Rijkswaterstaat, 1854-1952, 1 m. Plaatsingslijst.
Dienstkringen van Rijkswaterstaat, 1869-1952, 12 m. Plaatsingslijst.
Inspectie en kantoren van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, 1818-1935, 1 m. Plaatsingslijst. N.B. Fragmentarchiefjes; betreft de kantoren Amersfoort, Baarn, Doorn, Driebergen, Loenen, Maarssen, Montfoort, Mijdrecht, Rhenen, Soest, Utrecht, Veenendaal, IJsselstein en Zeist.
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) te De Bilt, 1852-1954, 69 m. Inventaris. N.B. Bevat ook een serie verslagen en rapporten, 1956-1984, alsmede publikaties, 1861-1980.
Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening het kadaster ene scheepsbewijzen te Bewaarder derhypotheken,e 1947 1 964 64 m. Utrecht, 1811-1947 van de hypotheekbewaarder tot 1838: E. Muller,, Inventaris van de archieyp Inventaris:a van de hypotheekbewaarders te Utrecht en Amersfoort, 1811-1838 (Utrecht 1977) vena f yp (Inventarisreeks 22), 1-300. e raadvoor g Buisman-E. Muller, `Kadastergids' ^ •ggids d Nadere toegang: F. Keverling le rn van hypothecaire en kadastrale archieven in de 19e en de eerste helft van de p$g 20e eeuw's-Gravenha ge 1979). ( van de inspecteur van het kadaster in de provincie Utrecht, N.B. Bevat ook stukkenp p Over 7 -1947 zijn alleen de registers van inschrijving zijn 8. O er 18 9 ( 3) ) aanwezig. 1826-1964. J S(nr. 8
Bewaarder der hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Amersfoort, 1811-1948, 38 m. Inventaris: van de hypotheekbewaarder tot 1838: als voren, 301-470. Nadere toegang: als voren. N.B. Als voren
75
RIJKSARCHIEF
Defensie Militair hospitaal te Amersfoort, 1831-1940, 1,5 m. Eerst aanwezend ingenieur der genie te Utrecht, 1814-1944, 65 m.* Plaatsingslijst.
Eerst aanwezend ingenieur der genie te Amersfoort, 1866-1941, 57 m. Plaatsingslijst.
Mobiele schutterij van Utrecht, 1830-1839, 1,5 m. Garnizoenscommandant van Amersfoort, 1879-1913, 0,2 m. Plaatsingslijst.
Keuringsregisters van ingeschrevenen van de militie en de landstorm van de keuringsraden in Utrecht, 1912-1918, 1 m. Plaatsingslijst.
Economische zaken IJkkantoor te Utrecht, 1870-1959, 10 m. Inventaris.
Landbouw en visserij Commissie van landbouw, 1807-1850, 0,1 m. Inventaris.
Zuivelcommissie en zuivelconsulent, 1896-1913, 0,2 m. Inventaris.
e een it vierde in i het Tle n commissies e zesdetienddistrict, e setae s c 5,5 m.
-l
,
Inventaris van de archivalia afkomstig8 van de TiendcomInventaris: W. van Bruggen, gg missies Utrecht 1975) (Inventarisreeks 6). missies(Utrech Betreft de aangiften enz. van tienden in Utrecht. g
76
RIJKSARCHIEF
Sociale en gezondheidszorg Kamer van arbeid voor de textielnijverheid te Veenendaal, 1910-1922, 0,2 m. Inventaris. Groot Rijks Hospitaal te Utrecht, 1848-1850, 0,1 m. Plaatsingslijst.
Provinciale Commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzicht, 1801-1865, 1,5 m. Plaatsingslijst.
Onderwijs, wetenschap en cultuur Rijksuniversiteit r ite i te Utrecht, t ec t J s unives
182 m
Inventaris: tot 1950: C.A. van Kalveen, De archieven van de Rijksuniversiteit Rijksuniversitei te (Utrecht 1969); nieuwe inventaris in bewerking. g Bronnenuitgave: G.W. Kernkamp, 1936,^ 1938,, 1940) 8 A Acta en decreta Senatus(Utrecht ( (Werken van het Historisch Genootschap 3e serie nr. 65, 68, 71). N.B. Bevat de archieven van: Curatoren, Senaat, faculteiten, instituten en laboratoria en het Stads- en Academisch Ziekenhuis (1925-1959). Het archief van het Algemeen 8 Ziekenhuis tot 1925 berust in hetemeentearchief van Utrecht (blz. 000 ). 8 (
Ri'J ksve ni'J oo h 1een Veeartsenijkundige kunde e art se sc eea tseni Hogeschool, 1820-1925, 1820 1925 J g o eschool g 48 m. Inventaris:edeelteli'k: Inventaris van de archieven der Ri'ksveeartJ F.H.C. Weijtens, g J J senijschool en de Veeartsenijkundige (Utrecht 1966). J g Hogeschool g ( N.B. Bevat ook het archief van 's Rijks 1873-1915. In 1925 is de J Parc Vaccinogène, 8 Veeartsenijkunde opgeheven en is de faculteit der Diergeneeskunde van 8 e Hogeschool 8 PS 8 de Rijksuniversiteit opgericht. P8
Schoolbesturen in de provincie Utrecht, 1801-1857, 3 m. Plaatsingslijst.
Districtsschoolopzieners, 1801-1858, 2 m. Plaatsingslijst.
Rijksarchief,24 1826-1963, m. Inventaris: tot 1963. N.B. Bevat ook het archief van de commissie van toezicht en advies voor het oorkon-
RIJKSARCHIEF
denboek van het Sticht Utrecht, 1919-1960; de collectie Pieter van Musschenbroek, provinciaal archivaris van 1803-1807; de collectie Pieter Jacobus Vermeulen,rovinciaal archivaris van 1840-1877. P
Stichting Inspectie van het schriftelijk onderwijs te Utrecht, 19471975, 19 m.* N.B. Met ingang van 1976 een Rijksinspectie geworden.
Begeleidingscommissie experimenten eindexamens expressievakken (3E), 1971-1979, 3 m. 1.7
Marken Hoogland, Malena van n n1,5 1489-1898, m. Inventaris. Bronnenuitgave: J.F.X. van de Bergh, Het archief van het zeer oude en voorname collegie van de Malen op het Hoogland buiten de stad Amersfoort dln. 3-5'sGravenha8ge 1898) (dln. 1 en 2 nooit verschenen).
Meent van de Leusderberg, 1594-1890, 1,5 m. Inventaris.
Gebuurten van den Dijk te Achterberg, 1921-1956, 0,1 m. Inventaris.
1.8
Gemeenten Abcoude,1587-1956, , 91 m. Inventaris: R. Fruin Th.Az., Inventaris van het oud-archief deremeente Abcoudeg (1896), bijl. bijl 2, blz. 151-167; R. Fruin Th.Az., Inventaris van Verslag Baambru e, in: g gg Abcoude-Proosdij ibidem, blz. 169-176; R. Fruin oud-archief deremeente Abcoude-Proosdij, g Inventaris van hetemeenscha elijk g Pp oud-archief der gemeenten AbcoudeBaambrugge en Abcoude-Proosdij, Abcoude-Proosdij, ibidem, blz. 177-185; plaatsingslijst g J Abcoudep ProosdijJ 1811-1930. N.B. Bevat ook de archieven van heterecht Abcoude-Baambrugge, gg 1667-1813, de g kerk van Baambrugge, gg 1656-1845; PP J Abcoude-Baambrugge, gg , 1721-1813, de waarschappij heterecht Abcoude-Proosdij, 1587-1839. g
78
RIJKSARCHIEF
Kockengen, 1600-1950, 18 m. Inventaris: tot 1813. N.B. Bevat ook de archieven van de gerechten Kockengen en Spengen, 1600-1811; Kockengen-Lokhorst, 1672-1811.
Laag-Nieuwkoop, 1667-1950, 12 m. Plaatsingslijst: tot 1811. N.B. Bevat ook de archieven van de gerechten Laag-Nieuwkoop, 1667-1811; Gieltjesdorp c.a. 1748-1811. De gemeente is in 1942 opgegaan in de gemeente Kockengen.
Maarssen, aase, 1614-1818,, 4 m. Inventaris: R. Fruin, Inventaris van de oude archieven aanwezigg ten gemeentehuize g van Maarssen, in: Verslag (1896), bijl. 2, 555-579. N.B. Bevat ook de archieven van deerechten Maarssen, 1614-1812; Maarssenbroek, g 1735-1811.
42 m. Maar sse v nee 1599-1956, , Inventaris: tot 1817 enlaatsin slist 1818-1937. gJ P N.B. Bevat ook de archieven van deerechten Maarsseveen en Neerdijk, J 1599-1808; g Oud-Maarsseveen en Neerdijk, 1785-1817; Nieuw-Maarsseveen, 1795-1811. De gemeen-J> te is in 1949 opgegaan in de gemeente Maarssen. 8
Tienhoven, 1657-1957 1657-1957, 21 m. Tienhoven, 1657Inventaris: J.L. Hannema en J. Assink, Inventaris van deemeente 8 1957 (Utrecht 1984) (Inventarisreeks 41). N.B. Bevat ook het archief van heterecht Tienhoven, 1657-1811. De gemeente is in g 1957 opgegaan in de gemeente Maarssen.
Vreeland, 1574-1929, 1,5 m. Plaatsingslijst: 1671-1824. N.B. Bevat ook het archief van het gerecht Vreeland, 1574-1811. 1.9
Water- en
veenschappen
Wat ae r sc p aAc alen oven ca. 1 65 -1 11
, 4 m.
van de oude archieven aanwezigg ten gemeente Inventaris: J.G.C. Joosting, g ^ huize van Achttienhoven, in: Verslag g (1895), bijl. B, blz. 95-99, nrs. 97-126. N.B. In 1977 opgenomen in het waterschap de Vecht. Pg P
79
RIJKSARCHIEF
Waterschapm w 'n de 7 e A e o r ete e nwetering, (1700) 1826-1968, 15m m. g r g^ 1 Inventaris: Archieven van enkele waterschappen PP in het Kromme Rijn J ggebied Ameronhet Gemeeneland van Cothen, Buitendijks, Buitendijks Tull en 't 8 er Wetering, 8 de Bovenpolder, P Driebergen),(Utrecht 1984) Inventarisreeks 44), blz. 15-24. N.B. In 1969 opgenomen in het waterschap Sterkenburg, g dat in 1971 werd opgenomen P8 in het waterschap P Kromme Rijn. J
WaterschapB w 1 Batuwe, ^
4-173 17 m. ,
Inventaris: tot 1870: K. Heeringa, Het oud-archief van het waterschap Batuwe,^ Graaf,, p Vijfhoeven Vogelzang, Wiel en Vijfhoeven onder Jaarsveld,^ 1925, in: IRA II I ( (1930)) 757-762. N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen Graaf, Vogelzang, Wiel en VijfPp ^ g g^ J hoeven. In 1974 opgenomen in het waterschapp Lopikerwaard, P8 p
Waterschap Benschop, 1811-1973, 9 m. Plaatsingslijst: tot 1939. N.B. Bevat ook het archief van het waterschap Raceles, 1864-1938. Dit werd in 1944 opgenomen in het waterschap Benschop, dat in 1974 werd opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
Grootwaterschap Beoosten de Vecht, 1902-1964, 3,5 m. Inventaris. N.B. In 1964 opgenomen in het waterschap Bethune, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
Waterschap de Biltsche en Zeister Grift, 1668-1976, 6 m. Inventaris: tot 1953. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap Kromme Rijn.
Waterschap Blokland (onder Mijdrecht), 1767-1976, 2 m. Plaatsingslijst: tot 1934. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap De Proosdijlanden.
nN vn r e 1744-1973, Bonrepa nr as en -e oor, em. Poldero slist: Plaatsingslijst: van het waterschapp Noord-Zevender tot 1935. N.B. Bevat ook het archief van het waterschapp Noord-Zevender,^ 1744-1949. De polder p BonreP as maakte tot 1950 deel uit van de polder Vlist-westzijde, Vlist-westzijde, Vlist-oostzijde Vlist-oostzijd en P opgenomen in het waterschapp Lopikerwaard. p Pg p as. In 1974 is de polder P
-17 4 m . Waterschap W r5 a Botshol,1 p
Plaatsingslijst: gJ tot 1939. Botshol. Tot 1868 N.B. Bevat ook het archief van de veenderijJ de Noorder polder p heette dit waterschap `De Noorderpolder, ook genaamd Botshol'. In 1976 opgenomen P 8 in het waterschap De Proosdijlanden.
80
RIJKSARCHIEF
WaterschapBoven r 1858-1969,1 m ep Bovenpolder, Inventaris: Archieven van enkele waterschappen meron PP in het Kromme Rijngebied J'n 8 ebied Ahet Gemeeneland van Cothen, Buitendijks, Buitendijks, Tull en 't g er Wetering, g de Bovenpolder, A Driebergen),(Utrecht 1984) Inventarisreeks 44), blz. 25-34. N.B. In 1970 opgenomen in het waterschapp Uiterwaarden, dat in 1971 werd o ploeno pg men in het waterschapp Kromme Rijn.
l
Waterschap Breukelen-Proosdij, 1764-1955, 3 m. Inventaris. N.B. In 1977 opgenomen in het waterschap De Vecht.
Waterschap Breukelerwaard, 1661-1935, 2 m. Inventaris. N.B. In 1977 opgenomen in waterschap De Vecht.
Veenderij Breukeleveen, 1635-1950, 6 m. Inventaris. N.B. in 1961 opgenomen in het waterschap Muijeveld, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
Waterschap Breukeleveen en Tienhoven, 1632-1960, 8 m. Inventaris. N.B. In 1961 opgenomen in het waterschap Muijeveld, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
Het Broekzijdsche waterschap, 1677-1976, 2,5 m. Inventaris tot 1919: G. Kurtz, Inventaris van het archief van het Broekzijdsche waterschap, in: IRA II (1929) 361-364. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
-1 9 1 m. Buitendijks, (1776)1 Watersc a P> in het Kromme RiJngebied (AmeronInventaris: Archieven van enkele waterschappen PP Buitendijks Tull en 't het Gemeeneland van Cothen, Buitendijks, P S^ de Bovenpolder, g er Wetering, (Utrecht 1984) (Inventarisreeks 44), blz. 47-54. Drieberen ) ( g N.B. In 1970 opgenomen in het waterschapp Uiterwaarden, dat in 1971 werd o pgeno pg men in het waterschap l p Kromme Rijn.
Bien oste po r 1 ut 1J sch e Oosterpolder,
-1
5 , 2 m.
Inventaris: J.A. van den Hoek, Inventaris van het archief van de Buitendijksche J Oosterpolder, onder de g gemeenten Nieuwveen en Mijdrecht, Midrecht, 1838-1965 (Leiden 1972). P Proosdij landen In 1976 opgenomen in het waterschap pg p de Proosdijlanden.
RIJKSARCHIEF
Buiten-Westerpolder, 1805-1956, 0,5 m. Plaatsingslijst. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
i'lvl Waterschap te ca s h a p B J e e
141 3-1 9 79 > 113 m.
Inventaris: tot 1962. N.B. Bevat ook het archief van het waterschapp Mastwijk Mastwij en Achthoven. Tot 1966 was naam van dit waterschap: in het p Bijleveld en de Meerndijk. J In 1980 opgenomen pg waterschap Leidse Rijn. J
Waterschap Donkervliet, 1796-1964, 1,5 m. Inventaris. N.B. In 1963 opgenomen in het waterschap Baambrugge-Westzijds, dat in 1976 werd opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Waterschap De Dorssewaard, 1664-1943, 2 m. Inventaris. N.B. In 1977 opgenomen in het waterschap De Vecht.
Waterschap p Driebergen, 171 1866-1969,4 m Inventaris: Archieven van enkele waterschappen in het Kromme Ri PP J ng ebied Ameronhet Gemeeneland van Cothen, Buitendijks, Tull en 't P g er Wetering, g de Bovenpolder, Waal, Driebergen), (Utrecht 1984) (Inventarisreeks 44), blz. 77-91. N.B. In 1969 opgenomen in het waterschapp Sterkenburg, pg g dat in 1971 werd opgenomen pg in het waterschap Kromme Rijn.
Waterschap De Enge IJssel en Lopikerwetering, 1811-1973, 2 m. N.B. Bevat ook het archief van het waterschap De Enge IJssel, 1811-1953. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
Het Garsten-waterschap, 1845-1960, 2 m. Inventaris. N.B. In 1960 opgenomen in het waterschap Hoeker-Garsten, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
Waterschap de Gecombineerde Uiterwaarden onder Jaarsveld, ca. 1860-1973, 2 m. N.B. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
v n ot e n 1863-1969,2m. et Waterscha pH Gemeenelanda in het Kromme Ri Inventaris: Archieven van enkele waterschappen PP J ng ebied AmeronBovenpolder, het Gemeeneland van Cothen, Buitendijks, Tull en 't er Wetering, J P g^ g
82
RIJKSARCHIEF
Waal, Driebergen), (Utrecht 1984) (Inventarisreeks 44), blz. 35-46. N.B. In 1970 opgenomen in het waterschap Schonauwen, dat in 1971 werd oPg enomen in het waterschap Kromme Rijn.
Waterschap Groot en Klein Oud Aa, 1661-1951, 2,5 m. Inventaris. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Waterschap Heeswijk, 1611-1973, 4 m. Inventaris: tot 1810: L. van Hasselt, Inventaris van het oud-archief van het waterschap Heeswijk, 1884, in : Verslag (1896), bijl. 2, nr. 13,ó1z. 121-126; plaatsingslijst tot 1931. N.B. in 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
Waterschap h Heycop, eY cop, p
79 30 m.
Inventaris: tot 1948. N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen: Het Nedereind (van Jut haas), Jutphaas) PP ( Oudenrijn, 1676-1954 (met de polders Galecop, cop , Oudenrijn, J n P HeY J Paendor ( geïnventariseerd). g ) Het waterschapP Pen Rosweide); IJsselveld, 1833-1953 (alle Heycop He co heette tot 1963 'Grootwaterschap co genaamd de Lange Heycop p He g Vliet'; in 1980 opgenomen in het waterschapp Leidse Rijn. J pg
Het Hoeker-waterschap, 1715-1959, 2 m. Inventaris. N.B. In 1960 opgenomen in het waterschap Hoeker-Garsten, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
Waterschap Hoenkoop, Vliet en Dijkveld, 1649-1973, 6 m. Inventaris: tot 1940. N.B. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
, . 02-1 47 H^ l a n Sticht ti t e5 m Waterschapo c en Voorburg,l Inventaris: R. Fruin Th. Azn,, Inventaris van het oud-archief van het waterschapP Holland Sticht en Voorburgg (Loenens gedeelte) ), bijl, J ^ 2, nr. 26 blz. 243) in: Verslag g ( (1896), ( g 254; ms. inventaris van het waterschap Holland, Sticht en Voorburg. g p 1602-1873; Sticht, 1814N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen: Holland, 1602-1873; pP in het waterschap In 1977 opgenomen 1873; Voorburg, g , P De Vecht. pg
Waterschap Het Hoog- en Groenland, ca. 1750-1963, 2,5 m. Inventaris. N.B. In 1963 opgenomen in het waterschap Baambrugge-Westzijds, dat in 1976 werd opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
83
RIJKSARCHIEF
Waterschap de Hooge Boezem achter Haastrecht, 1624-1973, 7 m. Inventaris: tot 1861 en plaatsingslijst tot 1932. N.B. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
Waterschap De Hooge en Neermaten, 1712-1949, 1,5 m. Inventaris. N.B. Bevat ook het archief van het waterschap Neermaten, 1712-1829. In 1949 opgenomen in het waterschap Nijenrode, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
WaterschapH deY Hoonnen nV Vuylcop,165 -1969 > 6 m. P> Inventaris: Inventaris van het oud-archief deremeente Houten en der waterschappen 8 pp Gemeene Boezem van de Hoon( Houten 1930), blz. 54-58, betreft de waterschappen PP weterin8 , de Knoest en de Wulven tot 1922 en Groot Vulco tot 1927;^PlaatVuylcop sin8J slisten van de hieronder genoemde archieven. g N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen PP de Gemeene Boezem van de Hoonwetering , 1879-1949; de Knoest, 1787-1949; de Wulven, 1653-1949; Groot Vu 1Y cop, zijn P 1810-1949; Klein Vulco Y P , 1707-1949. Deze waterschappen PPzijn in 1950 o P8eno men in de waterschappen de Hoon en Vulco Y P , die in 1970 in resp.P de waterschappen PP PP Schonauwen en Honswijk werden opgenomen, welke beide in 1971 in het waterschapP P8 Kromme Rijn werden opgenomen. P
Waterschap Houten, 1666-1969,5 m. Inventaris: Inventaris van het oud-archief van deemeente Houten en der waterschapp pen (Houten 1930),blz. 47-49. N.B. In 1970 opgenomen in het waterschap Schonauwen, dat in 1971 in het waterschaP Kromme Rijn werd opgenomen. Pg
Polders Groot Keulevaart en Klein Keulevaart, 1867-1973, 1 m. N.B. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
Waterschap Kortrijk, 1662-1979, 7,5 m. Inventaris: tot 1951. N.B. Bevat ook het archief van het waterschap Kortrijk en Gieltjesdorp, 1662-1948, 4,5 m. In 1980 opgegaan in het waterschap Leidse Rijn.
1771-1 Waterschap Langbroek, g
> 5 m.
Plaatsingslijst. 8 N.B. Bevat ook de archieven van de heemraadschappen en Nederlan 8 PP Overlangbroek 8 broek. In 1969 opgenomen in het waterschap Sterkenburg, 8 dat in 1971 werd o P8eno Pg P men in het waterschap P Kromme Rijn.
84
RIJKSARCHIEF
et s De Leeo o^ Waterschap aesca t eee en Rietsloot, t P eL
4- 1
1 m.
Inventaris: N.S.L. Meiners, J.A. van Vuuren en E.T. Suir, Inventarissen van de archieven van de waterschappen Rijn en Dijk, Vechter- en Oud wul eerbroek, Lee- en PPJ Rietsloot (Utrecht 1976) (Inventarisreeks 12), blz. 57-65. N.B. In 1970 opgenomen in het waterschapP Schonauwen, dat in 1971 werd o pSeno pt^ men in het waterschapp Kromme Rijn. J
Hoogheemraadschap van de Lekdijk Benedendams en de IJsseldam, 1511-1973, 37 m. Inventaris: tot 1886 en plaatsingslijst tot 1929. Nadere toegang: klapper op namen en zaken tot 1886. N.B. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
Hoogheemraadschap van de Lekdijk Bovendams, 1468-1970, 88 m. Inventaris: J.A.C. Mathijssen en A.P.A.M. Spijkers, Inventaris van het archief van het Hoogheemraadschap van de Lekdijk Bovendams, (Utrecht 1980) (Inventarisreeks 30). N.B. In 1971 opgenomen in het waterschap Kromme Rijn.
Liesbos, Ri n iz Waterschap ate sc a P es o e Welgelegen, 1669-1969,7 m J nuen Inventaris: van de hieronderenoemde archieven. g N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen PP Overeind, Hoograven, g S ^ Laagraven met den Kleinen Koppel en Westraven, 1669-1950. Het in 1950 opgerichte waterschapP Pg werd in 1970 opgenomen in het waterschapp Kromme Rijn. pg J
Waterschap Loenderveen, 1652-1959, 2,5 m. Inventaris. N.B. In 1973 opgenomen in het waterschap Muijeveld, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
Veenderij Loosdrecht en Loenderveen, ca. 1650-1922, 4 m. Plaatsingslijst. N.B. In 1961 opgenomen in het waterschap Muijeveld, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
L v1532-1973,1 m. Lopik, Lopikerkapel P er a e enoen Waterschapo P een e Zevenhoven, Inventaris: C.M.P.F. van den Broek, Inventaris van de archivalia betreffende het waterstaatsbeheer van deerechten LoP ik, LoP ikerka1^ l en Zevenhoven, 1532-1811 en S van het archief van het waterschap P ik, LoP ikerkapel en Zevenhoven, 1811pLo 1973 Utrecht 1984) Inventarisreeks 40). N.B. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard. p Pg P
85
RIJKSARCHIEF
Waterschap Maarssenbroek, 1716-1972, 3 m. Inventaris: tot 1930 N.B. In 1972 overgegaan naar de gemeente Maarssen.
Waterschapr Maa m. ss v 727 Maarsseveen, 1647- 19 Inventaris: tot 1935. N.B. Bevat ook het archief van de veenderijJ Maarsseveen,^ 1736-1968. In 1972 o P8eno men in het waterschap Maarsseveen-Westbroek, dat in 1977 werd opgenomen i Pin het waterschap P De Vecht.
Waterschap Maartensdijk, 1638-1953, 6 m. Plaatsingslijst: tot 1933. N.B. In 1977 opgenomen in het waterschap De Vecht.
Der oote Molenpolder onder Westbroek, 4 e1 -1 14 , m.
Inventaris: J.G.C. Joosting, van de oude archieven aanwezigg ten gemeenteg ee e8, huize van Westbroek, in: Verslag (1895), )bijl. bijlA, blz. 69-75, inv. nrs. 354-394. 8 In 1864 verenigd Westbroek; in 1972 opgenomen Pgenomen in het wa 8 met het waterschapP Westbroek; terschaP Maarsseveen-Westbroek dat in 1977 werd opgenomen in het waterschapP De Pg Vecht.
Waterschap Groot Mijdrecht, 1872-1962, 11 m. Plaatsingslijst: tot 1953. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Waterschap de Eerste Bedijking (der Mijdrechtse Droogmakerij), ca. 1870-1962, 2,5 m. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Waterschap de Tweede Bedijking (der Mijdrechtse Droogmakerij), ca. 1850-ca. 1945, 2,5 m. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Waterschap de Derde Bedijking (der Mijdrechtse Droogmakerij), 1800-ca. 1955, 5 m. Plaatsingslijst: tot 1919. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Waterschap Mijnden, 1699-1933, 2 m. Inventaris. N.B. In 1977 opgenomen in het waterschap De Vecht.
86
RIJKSARCHIEF
Noordse1745-1965, o e r e oo se Buurt,
m.
Inventaris: G. 't Hart, Inventaris van het archief van de Gecombineerde Noordse Buurter en Voordi'kseolders (Leiden 1970); G. 't Hart, Inventaris van het archief p van het waterschap p Westveen( (Leiden 1970). N.B. Bevat ook de archieven van het waterschapP Westveen, 1745-1959,> de Gecombineerde Noordse Buurter en Voordijkse in het P polders, 1810-1959. In 1976 opgenomen J Pg waterschap de Proosdijlanden. J
Waterschap De Oostelijke Binnenpolder van Tienhoven, 1830-1960, 2 m. Inventaris. N.B. In 1961 opgenomen in het waterschap Muijeveld, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
Waterschap
tters oor roe 1562-1950,m p
Inventaris. N.B. In 1949 opgenomen in het waterschapPNijenrode, dat in 1977 werd opgenomen J P8 in het waterschap P De Vecht; het archief ging 8g over naar het waterschapP Kortrijk. J
Waterschap
u e ein 1646-1978,7 m.
Plaatsingslijst: tot 1966,^ alsmede van de hierna genoemde archieven. 8l 8 N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen Bossenwaard, 1646-1961;> ZandPP veld, 1692-1961. Een deel van de archieven van de Oudegeinse polder en de Zandvel8 P p ( } berust in het gemeentearchief g derolder (1766-1795) van Utrecht (zie ( Stadsarchief Utrecht II, nr. 695). In 1980 opgenomen in het waterschapP Leidse Rijn. J
Waterschap Oukoop, 1642-1947, 3 m. Plaatsingslijst. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Waterschap Polsbroek, 1590-1973, 8 m. Inventaris: tot 1913. N.B. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
Waterschap Portengen, 1949-1979, 1,5 m. N.B. In 1980 opgenomen in het waterschap Leidse Rijn.
Waterschap De Rhenensche Nude en de Achterbergsche Hooilanden, 1636-1947, 5 m. Inventaris: G. Kurtz, Archief van de Dijkstoel van de Rhenensche Nude en de Achterbergsche Hooilanden in: IRA II (1929) 387-402. N.B. In 1949 opgenomen in het waterschap Grebbe.
87
RIJKSARCHIEF
Waterschap de Ring der Ronde Veenen, 1632-1967, 19 m. Plaatsingslijst: tot 1958. N.B. Bevat ook het archief van het waterschap de Ronde Veenen, 1632-1924 (15 m). In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Waterschap De Roodenmolen, 1819-1963, 2 m. Inventaris. N.B. In 1963 opgenomen in het waterschap Baambrugge-Westzijds, dat in 1976 werd opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Waterschap Roosendaal, 1887-1963, 2,5 m. N.B. In 1965 overgegaan naar de gemeente Utrecht.
Waterschap t eRijn 1604-1969, ae ca p J n e en J, Dijk,m. Inventaris: N.S.L. Meiners, J.A. van Vuuren en E.T. Suir, Inventaris van de archieven van de waterschappen PP Rijn en Dijk, Vechter- en Oudwulverbroek, Lee- en Rietsloot (Utrecht 1976) (Inventarisreeks 12)) blz. 9-39. N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen pp Vlowijkerwetering, J 8 1604-1863; Ri'sbru erweterin J 8g g, 1688-1863; Lubbersloot, 1813-1863; Zandsloot, 1851-1863; Katteveldse Meer, 1856-1863; Ri np oldersloot, 1852-1863. In 1970 opgenomen in het waterpg schap Schonauwen, dat in 1971 werd opgenomen in het waterschapP Kromme Rijn. pg J
W r a p c h m. Waterschap a wl 0 969 J >1 -1 N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen pp Biester en Blokhoven. In 1970 0 p genomen in het waterschap Honswijk, dat in 1971 werd opgenomen in het waterschap p8 Kromme Rijn. J Veenderij Tienhoven, 1709-1961, 3,5 m. Plaatsingslijst. N.B. In 1961 opgenomen in het waterschap Muijeveld, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
TullWaal, 1241 4-1 m. WaterschapT e t6 6 96 3 m u Inventaris: Archieven van enkele waterschappen PP in het Kromme RiJngebied (AmeronBuitendijks Tull en 't het Gemeeneland van Cothen, Buitendijks, P g er Wetering, g de Bovenpolder, Utrecht 1984) (Inventarisreeks 44 , blz. 55-75. Drieberen), 8 N.B. In 1970 opgenomen in het waterschapp Honswijk, Honswijk, dat in 1971 werd opgenomen pg pg in het waterschap P Kromme Rijn. J
ate
V e r-e en u wuv e r r ap Vechteroe
Waterschap sc
^
1 4-1
>>
m.
Inventaris: N.S.L. Meiners, J.A. van Vuuren en E.T. Suir, Inventarissen van de arRijn chieven van de waterschappen J en Dijk, PP J Vechter- en Oudwulverbroek en Lee- en
88
RIJKSARCHIEF
Rietsloot(Utrecht 1976) (Inventarisreek Inventarisreeks 12),blz. 41-56. In 1970 opgenomen in het waterschap ono P8 ^ dat in 1971 werdpgeP Schonauwen, men in het waterschap A Kromme Rijn. J
WaterschapVlWetering, Vleutense 1588-1979, 23 m. Inventaris: van de Hoge en Lage Weide tot 1924, plaatsingslijsten van de hierna 8 8 ^P 8 l 8 enoemde archieven. N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen: De Haar,, 1866-1948; Themaat, 1828-1948; Haarrijn, Haarrijn, 1600-1958; 1949-1958; Harmelerwaard, 1800-1958; Vleuten, ca. 1600-19 Vleuterweide, 1742-1862; De Lage de Hoge ede ), g Weide ( (tot 1950 geheten 8 8 en Lage 8 Weide), 1588-1974, In 1980 opgenomen in het waterschapA Leidse Rijn. A8 J
Polder Vlist-Oostzijde, 1955-1973, 1 m. N.B. In 1956 afgescheiden van de polder Vlist-west, en -oostzijde, in 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
Waterschap Waardassacker en Holendrecht 1649-ca. 1970, 6 m. Inventaris tot 1918: G. Kurtz, Archief vvan het Waterschap Waardassacker en Holendrecht, in: IRA II (1929) 365-375. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
Veenderij Westbroek, 1750-1968, 3,5 m. Plaatsingslijst: tot 1932. N.B. Via het waterschap Westbroek (1968) in 1972 opgenomen in het waterschap Maarsseveen-Westbroek, dat in 1977 werd opgenomen in het waterschap De Vecht.
Waterschape Wiers en de Geer, 1 b 41969m 25 m. Inventaris: tot 1954. N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen AA de Wiers en de Geer. In 1970 0 p genomen in het waterschap Honswijk, in het waterschapA J dat in 1971 werd opgenomen A8 Kromme Rijn. (1766-1795) ) berust in J Een deel van het archief van de Wierse polder ( A het gemeentearchief van Utrecht (zie Stadsarchief Utrecht II nr. 695).
Waterschap Willeskop, Kort Heeswijk en Blokland, 1660-1973, 5 m. Inventaris: tot 1932. N.B. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
Waterschap Willige Langerak, Cabouw en Zuid-Zevender en Vijfhoeven, 1745-1973, 6 m. Inventaris: tot 1928: K. Heeringa en Th. C.W. Gratema, Oude archieven van het waterschap Willige Langerak, Cabouw, Zuid-Zevender en Vijfhoeven, in: IRA III (1930) 765-775. N.B. In 1974 opgenomen in het waterschap Lopikerwaard.
89
RIJKSARCHIEF
Waterschap-V i n^ e zi J e, 1712-1958,m. s Inventaris: tot 1927: K. Heeringa, bijlage 8 Het oud-archief van Wilnis-Veldzijde J ^ l8 3 bij:l Verslag van den Inspecteur Versla der archieven van gemeenten... in de provincie Utrecht P 8 P over 1933; bijvoegsel III bij: provincie Utrecht in 1933 J 8 J Verslag 8 over den toestand der P (Utrecht 1934), blz. 15-23, metetypt supplement. 8 N.B. In 1976 opgenomen in het waterschapP de Proosdijlanden. Proosdijlanden P8
Groot Wilnis-Vinkeveen, 1924-ca. 1970, 3 m. N.B. In 1976 opgenomen in het waterschap de Proosdijlanden.
WaterschapD Wi kl De Winkel, 174-1 9 2 0,55 m. >
Inventaris. N.B. In 1963 opgenomen in het waterschapP Baambrugge-Westzijds, dat in 1976 werd 88 J opgenomen in het waterschapP de Proosdijlanden. Proosdijlanden P8
r n rW" D ee e o e n s onder polders Wijk ik bijJ Duurstede, 15405 1969,7 m. Inventaris: E.T. Suir, Inventaris van de archieven van de waterschappen PP en de polders P onder Wijk bij Duurstede (Utrecht 1976) (Inventarisreeks 9). N.B. Bevat ook de archieven van: Het Gemeeneland van het ) Wi'kse Gerecht, 15401859; het Wijkerbroek, 1566-1859; Leuterveld en Melkweg, J 8 8 1612-1856; de verenigde 1848-1969;de waterschaPP en onder WijkJ bij J Duurstede, 1848-1969; polder, 1595 Wijkerweerdse J P 1938; de Hogewaardse in het waterschapP P polder, 1820-1935. In 1970 opgenomen P8 Honswijk, in het waterschapP Kromme Rijn. J dat in 1971 werd opgenomen P8 J
er gemeente D egelegen ri waterschappen leen nde I Jsse 1 ste in 1 8 128 onder 8 g m nte 1973,11 m. Inventaris: F. de Wilde, Inventaris van het archief f van de onder één g emeenscha PPelijk bestuur 8 gebrachte waterschappen onder IJsselstein 1812-1973 ( (Benschop PP P 1976). N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen: Broek en Lage-Biezen en NederOudland; Hooge-Biezen en Over-Oudland. In 1974 opgenomen in het waterschapP Lob P ikerwaard.
- Z1 Waterschap Zeist, 16 11 at er sc ap
, 4m
Plaatsingslijst: tot 1953. 8J N.B. Bevat ook de archieven van de waterschappen: PP Stoetwegen 8 en Cattenbroek, 1813-1865; de Bisschopswetering, 1861-1920. In 1969 opgenomen in het waterschapP P8 in het waterschapP Kromme Rijn. Sterkenburg, in 1971 werd opgenomen J P8 8,
Po reZevenhoven, 1770-1964, 1 m. deolder Zevenhoven te Inventaris: J.W.B. Hollestelle, Inventaris van het archief vandepolde Zevenhoven en Mijdrecht (Leiden 1970). N.B. In 1976 opgenomen in het waterschapP de Proosdijlanden. J P8
90
RIJKSARCHIEF
Hoogheemraadschap van den Zuid IJsseldijk en IJsselkade, 16681861, 1 m. N.B. In 1861 opgenomen in het hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard (Z-H).
1.11 Overige overheidsorganen Nederlandse Orde van advocaten, Raad van Toezicht te Utrecht, 1838-1961, 6 m.* Kamer van Koophandel voor de Gelderse Vallei te Amersfoort, 18421972, 26 m.* Plaatsingslijst: gedeeltelijk. N.B. Bevat ook 3 delen uit het archief van de Kamer van Koophandel te Nijkerk.
Kamer van Koophandel voor Utrecht e.o., 1852-1978, 56 m.* Stichting Borgstellingsfonds voor de Gelderse Vallei te Amersfoort, 1936-1983, 7 m.* Plaatsingslijst.
Stichting het Stichtse Borgstellingsfonds, 1937-1984, 2 m.* Plaatsingslijst.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN
2.1
Instellingen van economische aard Handel en industrie N.B. Zie blz. 108 voor de bedrijven van de Evangelische Broedergemeente.
Coöperatieve Boerenleenbank Houten, 1906-1945, 0,1 m.* Dakpannenfabriek Gebr. Weener te Oud-Zuilen, Utrecht en Vianen, 1930-1960, 4 m.* Graanhandel Gebr. Vreeswijk BV te Utrecht (import en exportfirma), 20e eeuw, 33 m.
91
RIJKSARCHIEF
Ruys' sbedrijven te eist -1 77 14 Ym.* Plaatsingsijst. 8J N.B. De Ruys' bedrijven omvatten o.a.: Bakkerij Bakkerij en lunchroom G.H. Figi, J 8^ hotel Figi, 8^ concertzaal en bioscoopP Figi, g , Ruys' Y meubileer-inrichting. 8
Handels- en bankiershuis Huguetan te Amsterdam, 1685-1754, 0,2 m. Inventaris. N.B. Onderdeel van het archief van het huis Beverweerd.
Bedrijven van de familieeVan a
ost uY se 17 - 14
1 > m.
Inventaris: in bewerking. g N.B. Onderdeel van het familiearchief Van Rijckevorsel. Rijckevorsel. Betreft een goud- en zilverfa $ briek en handel in o.a. textiel, wapens p en levensmiddelen.
Verkeer en vervoer Werkhovense Autobusdienstonderneming WABO b.v., (1902) 19291981, 4,5 m.* Vrije beroepen Advocatenkantoor mevr. mr. E.C.C. Boll-Lion te Amersfoort, 19641981, 3 m.* Plaatsingslijst.
Advocatenkantoor mrs. H.W. van Ree en H.C. Dietz te Baarn, 1940-1969, 32 m.* Plaatsingslijst.
Advocatenkantoor mevr. mr. A.H. van der Smit te De Bilt, 19561979, 10 m.* Plaatsingslijst.
Advocatenkantoor mr. H.D. van Werkurn te Doorn, 1946-1977, 6 m. * Advocatenkantoor mr. W. Dommering te Driebergen, 1959-1973, 1,5 m.* Plaatsingslijst.
92
RIJKSARCHIEF
Advocatenkantoor mr. A.F. van den Bosch te Woerden, 1926-1972, 20 m.* Plaatsingslijst.
Advocatenkantoor mr. H.L.L. van Hoogenhuyze te Zeist, 19321967, 6,5 m.* Advocatenkantoor mr. C. Kousemaker te Zeist, 1947-1977, 12,5 m.* Bureau voor bedrijfseconomische adviezen ir. J.Th. Strauss te Baarn, 1945-1965, 10 m.* 2.2
Instellingen van sociale zorg Vrijzinnig protestants centrum voor maatschappelijk werk, 19561974, 16 m.* Protestants centrum voor maatschappelijk werk, 1959-1974, 1,5 m.* Stichting protestantse opleidingen bejaardenzorg, 1969-1973, 0.5 m.* Fundatie G. Pelt, (1453) 1725-1936, 0,5 m.* Vereniging Nederlandsch Mettray, afdeling Utrecht, 1849-1902, 0,2 m. Inventaris: C. Dekker, Inventaris van het archief van de familie Des Tombe, 14851948 (Utrecht 1980) (Inventarisreeks 26), nrs. 1862-1902.
Stichting Oecumenische Hulpverlening, 1953-1974, 40 m.* 2.3
Vak- en standsorganisaties
en - fondsen
Zieken en begrafenisbus te Tienhoven en Oud-Maarsseveen, 17851931, 1 m. Plaatsingslijst.
Vereniging van veeartsen in de provincie Utrecht, 1847-1890, 0,1 m. Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van de geneeskunde, afdeling Utrecht e.o., 1849-1954, 2,5 m.*. Plaatsingslijst.
93
RIJKSARCHIEF
Coöperatieve vereeniging ter bevordering van de belangen der tabaksplanters Amerongen, 1911-1934, 3 m. Vereniging Het Grondbezit, 1911-1973, 18 m.* 2.4
Instellingen op het gebied van de volksgezondheid Gereformeerde Vereniging voor drankbestrijding, 1910-1973, 1 m.* Nederlandse Vereniging voor bodemgezondheid, 1950-1972, 3 m.*
2.5
Instellingen op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur Onderwijs N.B. Zie blz. 108 voor de scholen van de Evangelische Broedergemeente te Zeist.
Scholengemeenschap voor VWO/HAVO en MAVO te Bilthoven, uitgaande van de Stichting Het nieuwe lyceum te Bilthoven, 1955-1971, 2 m.* Dudok van Heelschool voor lager technisch onderwijs, uitgaande van de Stichting A.E. Dudok van Heelschool, 1948-1981, 3 m.* Wetenschap Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oude vaderlandsche recht, 1945-1975, 10 m.* N.B. Het archief 1879-1944 is verloren gegaan.
verenigingH L r o e te w V apen 13e eeuwBrederode Historischeet a n vn a Br e Vianen, 20e eeuw, 3 m. N.B. Bevat ook archivalia betreffende het Land van Vianen en Ameide, het archief van de heerlijkheid Tienhoven bij Everdingen en een topografische verzamelin van Jverzameling kaarten, prenten en foto's.
Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap, 1873-1982, 21,5 m.*
94
RIJKSARCHIEF
Cultuur Koninklijk Zeister Harmonie-Muziekgezelschap, 1882-1972, 10 m.* Stichting Streekmuziekschool Zuid-Oost Utrecht, 1971-1979, 0,1 m.* Fanfarekorps Kunst na arbeid te Houten, 1908-1966, 0,1 m. 2.7
Instellingen
op politieke en ideële grondslag
Instellingen op politieke grondslag Provinciale organisatie van anti-revolutionaire kiesverenigingen, 1927-1980, 1,5 m.* Kamerkringbestuur Utrecht van de Christelijk-Historische Unie, 1910-1956, 2,5 m.* Christelijk-historische kiesvereniging De Bilt, 1963-1980, 0,5 m.* Christelijk-historische kiesvereniging Leusden, 1958-1980, 0,5 m.* Christelijk-historische kiesvereniging Vleuten/De Meern, 1963-1980, 0,2 m.* Instellingen op ideële grondslag Vereeniging van vrijzinnige hervormden in Nederland, 1913-1980, 16 m.* Inventaris: in bewerking.
Centrale Commissie voor het vrijzinnig protestantisme, 1923-1974, 12 m.* Centraal secretariaat voor het vrijzinnig protestantisme, 1931-1971, 5,5 m.* Vrijzinnig christelijke jeugd centrale, 1930-1965, 20 m.* N.B. Bevat tevens het archief van de stichting Kamp- en Reiswerk.
Vrijzinnig christelijke studentenbond, 1915-1971, 5,5 m.* 95
RIJKSARCHIEF
Vrijzinnig protestantse radio omroep (V.P.R.O.), 1930-1968, 3 m.* Gereformeerde Bond tot verbreiding en verdediging van de waarheid in de Nederlandse Hervormde (Gereformeerde) kerk, 1906-1968, 5,5 m.* Nederlandse christen-studenten vereniging (NCSV), 1880-1975, 60 m.* N.B. Bevat ook het archief van het Kampement der NCSV.
Amnesty International Nederland, 1970-1980, 58 m.* Vereniging Humanistisch Verbond, 1946-1976, 25 m.* Inventaris: in bewerking
Nederlandsch Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen, afdeling Utrecht, 1849-1885, 0,1 m.* Vereniging van vrouwen met een academische opleiding, 1926-1970, 6 m.* Inventaris.
Volkseenheid en andere conferenties te Woudschoten, 1934-1940, 0,1 m. Plaatsingslijst.
Stichting Sjaloom te Odijk, 1961-1979, 14 m.* 2.8
Geloofsgemeenschappen en andere instellingen van godsdienstig leven Algemeen
Raad van Kerken in Nederland, 1919-ca. 1980, 67 m.* N.B. Bevat ook de archieven van de Oecumenische Raad van Kerken in Nederland, 1919-1972, 37 m*; de Oecumenische Jeugdraad in Nederland, 1932-1969, 10 m*.
Rooms-katholieke kerk Kloosters, kapittels en memoriecolleges Benediktijnerabdij van S. Paulus te Utrecht, 1370-1797, 5,5 m. Inventaris: J. de Hullu en S.A. Waller Zeper, Catalogus van de archieven der kleine kapittelen en kloosters... (Utrecht 1905) 359-527.
96
RIJKSARCHIEF
Benediktijnerabdij van S. Laurens te Oostbroek bij De Bilt, 15e eeuw-1800, 2 m. Inventaris: als voren, 528-569.
Benediktinessenabdij Vrouwenklooster te Oostbroek bij De Bilt, 1219-1797, 6 m. Inventaris: als voren, 1129-1200.
Benediktinessenabdij van S. Steven te Oudwijk bij Utrecht, 12881802, 17 m. Inventaris: als voren, 745-1066. N.B. Bevat tevens stukken betreffende de waterschappen Groote Houdijk te Kamerik; Kleine Houdijk te Kamerik en Kamerik-Teylingen en Kamerik-Mijzijde.
Cisterciënserpriorij Onzer Vrouwenberg te IJsselstein, 16e eeuw, 0,1 m. Inventaris: als voren, 569A. N.B. Bevat slechts 1 cartularium; het grootste deel van het archief bevindt zich in het gemeentearchief van IJsselstein (blz. 225).
Cisterciënserinnenabdij van S. Servaas te Utrecht, 1251-1797, 8,5 m. Inventaris: als voren, 1067-1098
Cisterciënserinnenabdij Mariëndaal te Zuilen, 1516-1797, 9 m. Inventaris: als voren, 1099-1128.
Norbertinessenabdij Wittevrouwenklooster te Utrecht, 1446-1797, 2 m. Inventaris: als voren, 1201-1222. Karthuizer klooster Nieuwlicht te Bloemendaal bij Utrecht, 13461811, 3,5 m. Inventaris: als voren, 570-675.
Franciscanessenklooster S. Agnes te Rhenen, 1369-1756, 0,5 m. Inventaris: als voren, 1223-1287.
Dominicanessenklooster van S. Maria Magdalena te Wijk bij buurstede, 1407-1798, 1,5 m. Inventaris: als voren, 1288-1315.
97
RIJKSARCHIEF
Brigitinessenklooster Mariënburg te Soest, 1445-1791, 0,5 m. Inventaris: als voren, 1316-1324.
nkl ee5 R e Vredendaal, oost 1399-1530,1 rm . e li ru Inventaris: E.T. Suir, Inventaris van het archief van het Regulierenklooster Vredendaal 8 buiten Utrecht, 1399-1530 (Utrecht 1976) Inventarisreeks 8).) Nadere toegang: re regestenlijst estenli'st in inventaris.
Balije van Utrecht der Johanniterorde, 1251-1851, 3,5 m. Inventaris: G.C.M. van Dijck, Inventaris van het archief van de Balije van Utrecht der Johanniterorde, 1251-1851. Tweede, geheel herziene druk door E.T. Suir (Utrecht 1985) (Inventarisreeks 1).
Kapittel van S. Joris te Amersfoort, 1448-1765, 0,1 m. N.B. Het grootste deel van het archief bevindt zich in het gemeentearchief van Amersfoort (zie blz. 125).
Kapittel van de H. Drievuldigheid Ter Horst bij Rhenen, 1347 — eind 16e eeuw, 0,5 m. Inventaris: J. de Hullu en S.A. Waller Zeper, Catalogus van de archieven der kleine kapittelen en kloosters... (Utrecht 1905) 1-4.
Kapittel van S. Jan Baptist te Wijk bij Duurstede, 1358-1810, 3 m. Inventaris: C. Dekker, Inventaris van de archieven van de kerk van S. Jan Baptist te Wijk bij Duurstede, 1358-1961 (Utrecht 1977) (Inventarisreeks 19) 9-47.
College van Memorieheren van S. Jan Evangelist te Montfoort, 1370-1812, 0,5 m. Inventaris: J. de Hullu en S.A. Waller Zeper, Catalogus van de archieven der kleine kapittelen en kloosters... (Utrecht 1905) 133-156.
Kalenderbroederschap te Oudewater, 1416-1579, 0,1 m. Inventaris. Nadere toegang: regentenlijst in inventaris.
Hollandse Zending ' in> 172 7- 1 5 22 Ze van Aartspriesters a de Hollandse n > m. pg Inventaris van de archieH.L.Ph. Leeuwenberg en A.M.A. van Geloven, Inventaris: g ven van de aartspriesters van de Hollandse Zending, 1 C(Utrecht 1982) g 1727-1853 (1867) P Inventarisreeks 16). N.B. Bevat ook eengedeelte van het archief van de vice-superior van de Hollandse P g Zendin te 's-GravenhaSe, 1832-1853. Zending
98
RIJKSARCHIEF
Parochies H.H. Cosmas en Damianus te Abcoude, 1621-1975, 8 m.* H. Johannes de Doper te Breukelen, 1795-1965, 1 m.* H. Barbara te Bunnik, ca. 1800-1975, 14 m.* H. Jacobus te Cabauw, ca. 1840-1980. 2,5 m.* H. Nicolaas te Eemnes, 1675-1965, 3 m.* O.L.V. Tenhemelopneming te 't Goy, 1870-1970, 6 m.* H. Martinus te Hoogland, ca. 1750-1965, 7 m.* N.B. Bevat ook de archieven van de RK lagere school te Hoogland en het parochiehuis Concordia.
O.L.V. Tenhemelopneming te Houten, (1627) 1798-1970, 5 m.* H. Hippolytus te Kamerfik, ca. 1770-1975, 6 m.* O.L.V. Tenhemelopneming te Kockengen, 1850-1970, 3 m.* H. Joseph te Leusden, 1695-1967, 5 m.* N.B. Bevat ook het archief van de parochie Hamersveld.
H. Ludgerus te Loenen, ca. 1750-1960, 2 m.* H. Hart te Maarssen, (ca. 1480) 1620-1977, 15 m.* O.L.V. Tenhemelopneming te De Meern, 1705-1980, 3,5 m.* H. Johannes Geboorte te Montfoort, 1601-1982, 6,5 m.* H. Michaël te Schalkwijk, 1723-1975, 4 m.* H. Petrus en Paulus te Soest, 1692-1970, 3,5 m.* H. Willibrord te Veenendaal, 1710-1980, 5 m.*
99
RIJKSARCHIEF
H. Hart te Vinkeveen, ca. 1704-1969, 5 m.* Plaatsingslijst.
H. Willibrord te Vleuten, ca. 1730-1965, 4 m.* O.L.V. Tenhemelopneming te Werkhoven, 1630-1975, 5,5 m.* H. Johannes de Doper te Wijk bij Duurstede, 1630-1970, 6 m.* N.B. Bevat ook het archief van het dekenaat Wijk bij Duurstede.
Overige u w-2 e eeu w> 14 m Collectie Ri J senu rg> e eind 12e eeeuw Inventaris: C.C. de Glopper-Zuijderland en L.P.W. de Graaff, Inventaris van de colPp J archivalia en documentalia toebehorend aan het aartslectie RiJ'senburg , verzameling g bisdom Utrecht(Utrecht 1983) Inventarisreeks 17). N.B. Bevat stukken door diverseersonen verzameld en gedeponeerd in het 8rootp g p seminarie Rijsenburg P J g en het klein-seminarie Apeldoorn.
Oud-katholieke kerk vanNederland,Oud-Bisschoppelijke a N ee r e Oud-katholieke kerk 1375-1935,9 m.* B cca.5 erezl J kapittel Inventaris: J. Bru J het Metropolitaan p gg eman, Inventaris van de archieven bij van Utrecht van de Rooms-Katholieke kerk der Oud-Bisschoppelijke Clerezij ( 's-Gravenhag e 1928 ); getypt P plement g YP supplement. Nadere toegang: lijst lijst J. Bruggeman, a g 8 en van ontvangen 8g ^ Diarium Litterarum OBC, chronologische uitgegane brieven met korte weergave van de inhoud, (1473) 1580-1859 (Utrecht g 1983 (Reeks toegangen 3 t/m 7 ; klapper zaak- en plaatsnamen in ()^ p P pp opppersoons-, bewerking; g indexo( fiches) op b p Manuale Rovenii (inv. nr. 521) 1615-1651; p ) het chronologische en alfabetische index (op van Sasc p ( p fiches)) van de correspondentie bout Vosmeerdoor pater Gerlach OFM) 1550-1615. p ( N.B. Bevat verspreide stukken betreffende het (aarts)bisdom Utrecht, de suffragaan8 ^ p bisdommen de vijf etc., ca. 1375-17e eeuw; de archieven van de apostolische p P J kapittels vicarissen ca. 1590-1724; het archief van het vicariaat van Utrecht, (ca. 1550) 16331895;, stukken betreffende de p presidenten e.a. in het college g `Alticollense' te Keulen, 1608-1682; stukken betreffende het college zijnPresideng en seminarie te Amersfoort,zijn ten en andere ingezetenen, alsmede de deponentia van de uitwijkelingen 8 uit Leuven, J p g ca. 1600 (met retroacta)-1909; stukken betreffende opgeheven staties 1604-1866; stukPg ) 1586-1873; ken afkomstig van geestelijken van het aartsbisdom Utrecht, 1586-1873; archief van de J g g
100
RIJKSARCHIEF
aartsbisschoppen se g emene PP van Utrecht, 1689 (met retroacta)-1873; archief van de algemene cretarissen van het episcopaat, 1807-1863; stukken betreffende het kapittel van DevenP Hierbij beter, 1583-1652; stukken betreffende het kapittel van Oldenzaal, 1606-1634. Hierbij P vindt zich ook een archiefbibliotheek (14 m).
Bisschoppen van Deventer, 1738-1958, 3 m.* Plaatsingslijst: tot 1941.
eeuw-19e eeuw, m. Ecclesia U 1t ra^ ec tina 18e 8e eu ,9 m N.B. Bevat een verzameling8 van gedrukte en handgeschreven traktaten, pamfletten en g g P brieven betreffende deeschiedenis van de Oud-katholieke kerk van Nederland vanaf g eind 17e eeuw.
Stichting Seminarium der Oud-katholieke kerk van Nederland te Amersfoort, 1725-1972, 18 m.* Collegium Pastorum Trajectensium, 1643-1908, 0,5 m. 11 i eVan Collectie a Rhijn, J 1566-1832, 0 5 m. kerkelijk zaken, N.B. Bevat een verzamelingg afschriften en gedrukte stukken over kerkelijke bijeengebracht door S.J. van Rhijn, 19e eeuw, waaronder stukken over Augusto Alvag J g ro de Liano en Irenaeus (M. Glasbergen).
Amersfoort, 7 m. 1- 1865, 1 65 1600ro Y R aca. CollectieRoyal/fonds Port o s Inventaris: J. Bruggeman en A.J. van de Ven, Inventaire des pièces d'archives francaiortant à l'abbaye de Port Royal des Champs et son cercle, et à la résistanses, se rapp et a 1'app el (ancien fonds d'Amersfoort) ce contre la Bulle Unigenitus I (('s-Gravenhage 8 1972).
Nederlandse Hervormde kerk Provinciale kerkvergadering, (1590), 1619-1974, 33 m.* Inventaris: in bewerking. N.B. Bevat ook de archieven van de Provinciale Utrechtse Synode, (1596) 1619-1816, 10 m; het Provinciaal Kerkbestuur, 1816-1951, 7 m; Stichting Diakonaal maatschappelijk werk, 1951-1974, 9 m.
Provinciaal college van toezicht op het beheer van de kerkelijke goederen, 1823-1935, 11 m.* Inventaris: in bewerking.
101
RIJKSARCHIEF
ClassisUtrecht, Ut ec t
1 m.*
Inventaris: H.L.Ph. Leeuwenberg, J.H.M. Putman en C. Dekker, Inventarissen van de archieven van de hervormde classes Utrecht, Amersfoort en (Rhenen-)IWijk J Utrecht 1979) Inventarisreeks 24), blz. 20-46.
Classis Amersfoort, 1619-1971, 13 m.* Inventaris: als voren, blz. 47-68.
Classis (Rhenen-) Wijk, 1619-1951, 7,5 m.* Inventaris: als voren, blz. 69-89. N.B. Bevat ook het archief van de Ring Wijk 1816-1946.
Hervormde gemeente te Amerongen, 1578-1962, 13 m.* Inventaris: (gedeeltelijk) C.R. Schoute, Inventaris van de archieven van de hervormde gemeente te Amerongen (Utrecht 1973). N.B. Bevat ook het archief van de christelijke kleuterschool te Amerongen 1956-1965.
Hervormde gemeente te Baambrugge, 1640-1962, 4 m.* Hervormde gemeente te Baarn, 1698-1970, 11 m.* Hervormde gemeente te De Bilt, 1662-1975, 3 m.* Plaatsingslijst: tot 1935.
rv rm He o e g emeente te Bunni 'k 1 626-1 966 , 2 m.* Inventaris: C. Dekker,, Inventaris van de archieven van de hervormde gemeenten Bun nik en Vechten, echten, Odijk J e en Werkhoven( (Utrecht 1975)) ( (Inventarisreeks 4)) 5-27,, 73-15.
Hervormde gemeente te Cothen. N.B. Slechts gedeeltelijk. Onderdeel van het familiearchief Van Beeck Calkoen, zie blz. 116.
Hervormde gemeente te Driebergen, 1674-1967, 5,5 m.* Inventaris: L.P.W. de Graaff en W.B. Heins, Inventarissen van de archieven van de hervormde gemeenten Driebergen 1674-1967, Neerlangbroek 1640-1967 (Utrecht 1982) (Inventarisreeks 35), blz. 6-48.
Hervormde gemeente te Houten, 1685-1946, 1,5 m.* Plaatsingslijst. N.B. Bevat alleen archieven van kerkeraad en diakopie.
102
RIJKSARCHIEF
Hervormde gemeente te Jutphaas, 1623-1960, 3 m.* Plaatsingslijst.
Hervormde gemeente te Linschoten, 1621-1921, 2 m. Plaatsingslijst.
Hervormde gemeente te Neerlangbroek, 1640 - 1967, 3 m.* Inventaris: L.P.W. de Graaff en W.B. Heins, Inventarissen van de archieven van de hervormde gemeenten Driebergen 1674-1967, Neerlangbroek 1640-1967 (Utrecht 1982) (Inventarisreeks 35), blz. 55-79.
Hervormde gemeente te Nieuw-Loosdrecht, 1645-1962, 2 m.* Inventaris: C.C. de Glopper-Zuijderland, Inventaris van de archieven van de hervormde gemeenten Oud-Loosdrecht en Nieuw -Loosdrecht (Utrecht 1980) (Inventarisreeks
28), blz. 25-48, 52-54.
e e te te Odijk, Hervormdee g gemeente J > 2 -1
5 1,5 m.* > m
BunInventaris: C. Dekker, Inventaris van de archieven van de hervormdeemeenten g nik en Vechten, Odijk J en Werkhoven(Utrecht 1975) Inventarisreeks 4), blz. 29-51, 76-79.
Hervormde gemeente te Oud-Loosdrecht, (eind 16e eeuw)-1973, 2,5 m.* Inventaris: C.C. de Glopper-Zuijderland, Inventaris van de archieven van de hervormde gemeenten Oud -Loosdrecht en Nieuw -Loosdrecht (Utrecht 1980) (Inventarisreeks
28), blz. 4-24, 49-51.
Hervormde gemeente te Soest, 1621 - 1971, 7,5 m.* Inventaris tot 1966: C. Dekker, Inventaris van de archieven van de hervormde gemeente te Soest (Utrecht 1966).
Hervormde gemeente te Tienhoven,1740-1963 4 5 m.* Inventaris: W.B. Heins en M.S. Polak, Inventarissen van de archieven van de herZegveld vormdeemeenten Tienhoven 1740-1963, Ze veld 1639-1953 (Utrecht 1982) Inventag risreeks 36), blz. 11-40. N.B. Bevat ook een notulenboek (1928-1946) van de Gereformeerde kerk in Hersteld Verband te Tienhoven.
Hervormde gemeente te Vleuten, 1642-1971, 5 m.* Inventaris: gedeeltelijk: J.H.M. Putman, Inventaris van het archief van de hervormde gemeente Vleuten (Utrecht 1976) (Inventarisreeks 13)
103
RIJKSARCHIEF
Hervormde gemeente te Vreeland, 1618-1976, 5 m.* Inventaris: in bewerking.
Hervormde gemeente te 't Waal, 1638-1930, 4 m. Inventaris: in bewerking.
Hervormde gemeente te Werkhoven, 1636-1952, 2 m.* Inventaris: C. Dekker, Inventaris van de archieven van de hervormde gemeenten Bunnik en Vechten, Odijk en Werkhoven (Utrecht 1975) (Inventarisreeks 4), blz. 53-71, 80-82.
Hervormde gemeente te Wijk bij Duurstede, 1592-1961, 5 m.* Inventaris: C. Dekker, Inventaris van de archieven van de kerk van S. Jan Baptist te Wijk bij Duurstede 1358-1961 (Utrecht 1977) (Inventarisreeks 19), blz. 49-77, 81-83. N.B. Bevat ook het archief van de Vereenigi^ig Van Ittersum tot instandhouding der protestantsche bewaar-, naai- en breischolen te Wijk bij Duurstede, 1857-1959.
Hervormde gemeente te Zegveld, 1639-1953, 4 m.* Inventaris : W.B. Heins en M.S. Polak, Inventarissen van de hervormde gemeenten Tienhoven 1740-1963, Zegveld 1639-1953 (Utrecht 1982) (Inventarisreeks 36), blz. 48-76.
Gereformeerde kerken lik r g a e ring en 1836-1 97 3 27 ade Desynodale ln > m* J e v e Inventaris: J.C. Okkema, Inventaris van de synodale archieven van de Gereformeerde kerken in Nederland (Kampen 1975). N.B. Bevat de archieven van de Christelijke J Afgescheiden (Gereformeerde) Kerk, Christelijke Gere1836-1869; de Gereformeerde Kerk onder het kruis, 1844-1869; de J formeerde Kerk, 1872-1892; de Nederduitse Gereformeerde Kerken (dolerend), 18881892; de Gereformeerde Kerken in Nederland, 1892-1970.
Deputaten voor de studietoelagen, 1966-1980, 0,5 m.* Deputaten voor de geestelijke verzorging zee-, land- en luchtmacht (voorheen militairen), 1927-1968, 5 m.* Deputaten voor de geestelijke verzorging koopvaardij, 1936-1975, 1,5 m.* Plaatsingslijst.
104
RIJKSARCHIEF
Deputaten voor de geestelijke verzorging van ziekenhuispatiënten en -personeel, 1946-1984, 0,5 m.* Plaatsingslijst.
De Zendende kerk van Amsterdam, 1887-1949, 2 m.* Plaatsingslijst.
De Zendende kerk van Arnhem, 1948-1974, 1 m.* Plaatsingslijst.
De Zendende kerk van Delft, 1900-1974, 2 m.* Plaatsingslijst.
De Zendende kerk van Heeg (Fr.), 1899-1960, 0,6 m.* Plaatsingslijst.
De Zendende kerk van Leeuwarden, 1899-1965, 3,5 m.* Plaatsingslijst.
De Zendende kerk van Middelburg, 1906-1975, 8 m.* Plaatsingslijst.
De Zendende kerk van Rotterdam, 1896-1972, 1 m.* Plaatsingslijst.
De Zendende kerk van Utrecht, 1895-1973, 4 m.* Plaatsinglijst.
Deputaten Soemba zending, 1896-1973, 5 m.* Plaatsingslijst.
Deputaten voorIsraël,1875-1980,* Kerk e 24 m eput a te oo Plaatsingslijst. gJ N.B. Bevat tevens een aantal jaargangen van joodse tijdschriften en van tijdschriften tijdschriften tijdschrifte de zending g onder de joden. J
Deputaten voor de correspondentie met de Hoge Overheid, 18921984, 1,5 m.* Plaatsingslijst.
105
RIJKSARCHIEF
Deputaten voor onderzoek naar de relatie van alternatieve gemeenten met de Kerken, 1979-1984, 0,3 m.* Plaatsingslijst.
Collectie T.P. van der Kooij (Deputaten voor Personeelszaken, Financiën en Organisatie), 1962-1978, 1 m.* Plaatsingslijst.
Collectie H.H. Rutgers, ouderling/synodelid, 1962-1976, 0,5 m.* Plaatsingslijst.
Gereformeerde kerk van Londen, 1937-1980, 2,5 m.* Plaatsingslijst.
Particuliere Synode Utrecht, (1864) 1892-1980, 4 m.* Plaatsingslijst.
Classis Amersfoort, 1883-1980, 3 m.* Classis Breukelen, 1892-1980, 1 m.* Classis Utrecht, 1847-1970, 3 m.* Plaatsingslijst
Gereformeerde kerk van Abcoude, 1906-1972, 1,5 m.* Gereformeerde kerk van Breukelen, 1887-1981, 2,5 m.* Gereformeerde kerk van Maartensdijk, 1889-1972, 1 m.* Inventaris.
Gereformeerde kerk van Nieuw-Loosdrecht, 1887-1971, 1,5 m.* Gereformeerde kerk van Meuten/de Meern, 1939-1975, 2,5 m.* Gereformeerde kerk van Vreeswijk, 1887-1976, 2 m.* Inventaris. N.B. Bevat ook het archief van de hervormde wijkgemeente Dijkveld, 1964-1977.
Gereformeerde kerk van Westbroek, 1836-1971, 0,5 m.* Inventaris. 106
RIJKSARCHIEF
Gereformeerde kerk van Zeist, 1887-1965, 16 m.* Proces-verbaal.
Nederlandse Bond van gereformeerde jongerenverenigingen, afdeling Utrecht, 1890-1970, 0,3 m.* Plaatsingslijst.
Andere geloofsgemeenschappen Evangelische Broedergemeente 1742-1 nr a 957 48 m. * Predikant een Oudstenraad, a Inventaris. Nadere toegang: indices op persoons- en plaatsnamen opP de notulen van de oudstenp PP raad tot oktober 1776o en tot 1780. P ) de correspondentie ( fiches) p
Voorstander, 1745-1948, 25 m.* Inventaris: gedeeltelijk. Broederkoor, 1744-1935, 13 m.* Inventaris: in bewerking.
Zusterkoor, 1750-1969, 3,5 m.* Inventaris.
Weduwenkoor, 1752-1933, 1 m. Inventaris. Evangelische Broedergemeenten buiten Zeist (Amsterdam, Haarlem, Akkrum, Blokzijl), 1738-1961, 4,5 m.* Inventaris: J.M.C.M. Siebers, Inventarissen van de Evangelische Broedergemeenten in Nederland buiten Zeist (Amsterdam, Haarlem, Akkrum, Blokzijl) (Utrecht 1979) (Inventarisreeks 25).
Zeiste r Zendingsgenootschap, 1 744 17 3-1
, 119m.*
Inventaris: C.G.W.M. van Hoogstraten, Inventaris van het archief van het Zeister g Zendingsgenootschap,1744 1793-1962 (Utrecht 1985) Inventarisreeks 48). N.B. Bevat ook de archieven van Conferentie tot voortplanting te 8 des Evangeliums, 8 P (ged.) Amsterdam 1744-1750; `Haa 8 sche Maatschappij' pP J(8 ) 1829-1869; Verein zur Ausngd des Christenthums in China, 1850-1866; damesvereniging g g voor de zendingg te 1897-1937; Stichting8 voor i t 1873-1921 ; Centraal Comité Bethesda te Den Haag, Zeist, 8^ diakonessenarbeid in Suriname, 1955-1962.
107
Moravian
RIJKSARCHIEF
i n 1912-1981, m.* rvn r Foundation, Fnto9 Church a c ou N.B. De Moravian Church Foundation is een voortzettingg van de Zendingsstichting g g der Evangelische Broedergemeente, vroeger geheten Missions Anstalt. g g g g Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist, 1742-1973, 18 m.* Evangelische Broedergemeente in Suriname, 1754-1919, 14 m. Inventaris. N.B. Het grootste gedeelte van het archief bevindt zich in Paramaribo.
Bedrijven van de Evangelische Broedergemeente, 1752-1978, 45 m.* Inventaris: in bewerking. N.B. Bevat de archieven van G. van Wees & Weiss, textielgroothandel, 1756-1975 (25 m); G.W. Jacky & Co, manufacturenhandel, 1844-1949 (9 m); C.W. Anton & Co, handfabriek, 1880-1948 (5 m); C.L. B6hnisch & Co. blikslagerij, 1880-1921 (5 m); diverse kleine bedrijven 18e en 19e eeuw (1 m).
Familie-archief Van Laer, 1598-1954, 1 m.* Inventaris. Familie-archief Hellstr6m, 19e-20e eeuw, 0,1 m.* Riddergoed Sunzel (Letland), 1831-1918, 0,1 m. N.B. Bevat ook enkele archivalia betreffende de familie Von Hahnefeld.
Muziekverzameling der Evangelische Broedergemeente, ca. 1750-20e eeuw, 15 m. Inventaris: R.H. Tollefsen, A catalogue of the Music Collection of the Moravian Congregation at Zeist (Utrecht 1985) (inventarisreeks 47).
Archiefbibliotheek der Evangelische Broedergemeente, 106 m. Catalogi op fiches.
Archiefbibliotheek van het Zeister Zendings Genootschap, 50 m. Catalogi op fiches.
Bouwtekeningen, kaarten, topografica, portretten en historieprenten afkomstig van de Evangelische Broedergemeente te Zeist, (ca. 1700)-1976. Inventaris: C.M.P.F. van den Broek, Inventaris van de collectie prenten, tekeningen, kaarten en foto's van de Evangelische Broedergemeente te Zeist, (ca. 1700)-1976 (Utrecht 1985) (Inventarisreeks 46).
108
RIJKSARCHIEF
Overige Remonstrantse Broederschap sc h oede a Pini Nederland, an 1 6191969 19 3
55 m. m.*
Inventaris: in bewerking. N.B. Bevat ook de archieven van de Stichtingg Pensioenfonds van de Remonstrantse Broederschap van het centrum De Hoorneboeg. P en de Stichting g tot exploitatie P g
Unie van a B ap tisten g emeenten in Nederland, eran 1 7 > 1881-1970 (1979),21 m.* Inventaris: G.M. Scholte, Inventaris van de archieven van de Unie van Bap testen gemeenten in Nederland (1879)) 1881-1970 (1979) (Utrecht 1984) Inventarisreeks 42). N.B. Bevat ook de archieven van stichtingen g en verenigingen van de Unie en van enkele opgeheven gemeenten. P8 g
Nederlandse Protestantenbond, 1870-1970, 53 m.* Inventaris tot 1925: J. Steur, Archief van het hoofdbestuur van den Nederlandschen Protestantenbond 1870-1925, in: IRA IV (1931) 14-158. N.B. Bevat ook het archief van de stichting Mens en Samenleving voorheen de stichting Sociaal werk.
Evangelisch-Lutherse gemeente te Zeist, 1931-1979, 1,5 m.* Plaatsingslijst. N.B. Bevat ook het archief van de afdeling Zeist van het Nederlands Luthers Genootschap voor in- en uitwendige zending, 1931-1941.
Doopsgezinde gemeente te Baarn/Soest, 1909-1967, 1 m.* Doopsgezinde gemeente te Huizen/Hilversum, 1696-1952, 2,5 m.* Plaatsingslijst.
Doopsgezinde gemeente te Zeist, 1929-1975, 2 m.* Nederlands-Israëlitische gemeente te Maarssen, 1750-1923, 3 m. Inventaris.
2.9
Huizen en heerlijkheden Heerlijkheid Ter Aa, 1539-1900, 1 m. Inventaris.
109
RIJKSARCHIEF
HeerlijkheidA 1 1 2 , , 4 m Abcoude en e nBaa mr u gge , 172Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg, Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden heerlijkheden en huizen in de provincie Utrecht (Utrecht 1980) (Inventarisreeks 29), P ( blz. 9-15.
Huis Alendorp te Meuten, 1433-1911, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 17-22.
14 -1 m.* Huis u s AmerongenAmerongen,l me rog. e te m Inventaris: P. Berends, Inventaris van archieven aanwezig g op P het huis Amerongen 8 1405-1897 (29 m). g ( m ^' s-Gravenhag e 1901 , betreffende het gedeelte N.B. Bevat ook archivalia van de families Van Reede en Van Aldenburg8Bentinck.
Huis Beverweerd te Werkhoven, 1490-1862, 5 m. Inventaris: gedeeltelijk. Huis BolesteinMaa sse 1444-1915, 0 , 2 m. te Maarssen, Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg, g Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden heerlijkhede en huizen in de provincie Utrecht (Utrecht 1980) Inventarisreeks 29), 23-27. N.B. Stukken betreffende het huis Bolestein bevinden zich ook in het familiearchief De Malapert, zie blz. 117.
Huis Boom en Bosch te Breukelen, 1663-1883, 0,6 m. Inventaris: als voren, blz. 29-35.
Huis Boomrijk te Breukelen, 1633-1832, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 37-40.
Heerlijkheden Cabouw en Zevender, 1253-1850, 1 m. Inventaris. Huis Dennenburg te Driebergen, 1624-1975, 2 m.* N.B. Bevat ook archivalia betreffende de familie De Lanoy Meijer.
Doorn, 1 63 5 -1904 0,2 m. 1 Doorn o te Doo Huis Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg, g Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de Pprovincie Utrecht (Utrecht 1980) Inventarisreeks 29), J blz. 41-45. N.B. Archivalia betreffende het huis Doorn bevinden zich ook in het archief van het Domkapittel (zie blz. 63) en in het archief van ex-keizer Wilhelm IIzie ( blz. 119)
110
RIJKSARCHIEF
Huis De Eng te Vleuten (1540)-1799, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 47-49.
Heerlijkheid en het huis De Geer of Ruemsthofstede, 1581-1788, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 5I-56.
Huis Den Ham te Vleuten, 1468-1923, 0,4 m. Inventaris: als voren, blz. 57-62.
Heerlijkheid Harmelen c.a., 1585-1964, 1 m.* Inventaris: C. Dekker, Inventaris van het archief van de heerlijkheid Harmelen c.a. 1585-1964 (Utrecht 1975) (Inventarisreeks 2).
v 1 te r tee Huis Ha
n 171 0-187 Olm aa rsse
Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg , Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de provincie Utrecht (Utrecht 1980) (Inventarisreeks 29), p J blz. 63-66.
Huis Heemstede te Houten, 1642-1957, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 67-70.
Heerlijkheden Heeswijk en Achthoven, 1561-1844, 0,5 m. Inventaris.
nko o p, 1 19-1843 0 6, m. 3 Heerlijkheid Hoe Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg, g Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de p provincie Utrecht((Utrecht 1980) (Inventarisreeks 29), J blz. 71-84.
Heerlijkheid Hoogland, 1679-1845, 0,6 m. Inventaris: als voren, blz. 85-92.
Huis Isselt te Hoogland, 1647-1945, 0,3 m. Inventaris: als voren, blz. 93-103.
Huis Jaarsveld te Jaarsveld, 1455-1890, 7 m. Inventaris: M.C.G. Dienvont, Het archief van het huis te Jaarsveld ('s-Gravenhage 1937).
eist Huis us Kers ere g n te Zeist,
5 -1 17
, 1 m.
Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg, g Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de pprovincie Utrecht (Utrecht 1980) Inventarisreeks 29), heerli J blz. 105-109.
111
RIJKSARCHIEF
Heerlijkheid Kockengen, Spengen en Lokhorst, 1597-1919, 0,5 m. Inventaris: als voren, blz. 111-122.
Huis Koddestein te Maartensdijk, 1699-1787, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 123-126.
Huis Kolenberg te De Bilt, 1646-1871, 0,3 m. Inventaris: E.P. de Booy, Inventaris van de archieven van de familie Van Boetzelaer, 1316-1952 (Utrecht 1982) (Inventarisreeks 32) 908-943.
te e Zuilen, 14 1 Huis us Kraneveld aee
5
1m
Inventaris: C. Dekker, en G.M.W. Ruitenberg, g Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de provincie Utrecht (Utrecht 1980) (Inventarisreeks 29), blz. 127-129. ..
Heel rl^ e kh d i Kronenburg,2 5m one nbur g,, Inventaris: E.S.C. Erkelens-Buttinger, Inventaris van het archieff van de heerlijkheid heerlijkhei , 1455-1876(Utrecht 1981) Inventarisreeks 31). N.B. Bevat ook archivalia betreffende de heerlijkheid Te Velde, de kerk te Loenen en J de hervormde gemeente.
Huis Lambalgen of Beekhorst te Woudenberg, 1813-1875, 0,1 m. Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg, Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de provincie Utrecht (Utrecht 1980) (Inventarisreeks 29), blz. 131-134.
Huis Lielaer te Hoogland, 1590-1796, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 135-140.
Huis en heerlijkheid Linschoten te Linschoten, 1401-(ca. 1900), 6 m. Inventaris: als voren, blz. 141-143 (gedeeltelijk).
Huis Lockhorst te Leusden, 1254-1927, 0,3 m. Inventaris: als voren, blz. 145-152.
Huis en heerlijkheid Loenersloot, (1276) 1569-1954, 1,5 m.* Inventaris: G.M.J. de Meij, Inventaris van de archieven van de familie Martini Buys, 1595-1966 en van het huis en de heerlijkheid Loenersloot (1276) 1569-1954 (Utrecht 1984) (Inventarisreeks 43) 643-747.
112
RIJKSARCHIEF
H l Lun n r teN e ea0 r l n r oe0,4 Huis Lunenburg 1424-1856, m. Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg , Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de provincie Utrecht (Utrecht 1980)) (Inventarisreeks 29), blz. 153-160.
Heerlijkheid Maarssenbroek, 1453-1889, 0,3 m. Inventaris: als voren, blz. 161-164.
Huis Meyenhage te De Bilt, 1486-1882, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 165-171.
Huis Moersbergen te Doorn, 1434-1891, 1 m. Inventaris: als voren, blz. 173-189.
Montfoort, 128 2-1649, 5 m. Heerlijkheido Inventaris: R. Fruin Th. Azn. en A. Le Cosquino de Bussy, Catalogus S van het archief der Heeren van Montfoort (Utrecht 1920). f Nadere toean regestenlijst in de inventaris. g :g g
Heerlijkheden Mijnden en de beide Loosdrechten, 1612-1914, 4 m. Inventaris.
i Volmaakt Kockengen, lm aa t te oc n Huis Nooit o e e 17 -1
m 2 0,1 m.
Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg , Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de provincie Utrecht (Utrecht 1980) (Inventarisreeks 29), P blz. 191-195.
Huis Noordborch te Harmelen, 1683-1865, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 197-201.
Huis Nijenrode te Breukelen, 1430-1800, 0,5 m. Inventaris: als voren, blz. 203-216.
Huis Nijveld te De Meern, 1579-1802, 0,8 m. Inventaris: als voren, blz. 217-223.
Heerlijkheid Oostbroek en De Bilt c.a., 1681-1882, 0,3 m. Inventaris: als voren, blz. 225-232.
Huis Oudaen te Breukelen, 1441-1919, 0,4 m. Inventaris: als voren, blz. 233-243.
113
RIJKSARCHIEF
Huis Oudegein te Jutphaas en de heerlijkheid 't Gein, 1295-1963, 4,5 m.* Inventaris: C. Dekker, Inventaris van het archief van het huis Oudegein en de heerlijkheid 't Gein, 1295-1963 (Utrecht 1976) (Inventarisreeks 7). N.B. Bevat ook archivalia betreffende o.a. de familie De Geer van Oudegein.
1 s Ou w lvu n en heerlijkheidwuveWaaien, 7 Hu e e deOudwulven en aaien 1e eeuw)-1889, 0,7 m. Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg, Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de provincie Utrecht(Utrecht 1980) Inventarisreeks 29), blz. 245-250 en inventaris van 65 charters. N.B. Bevat ook archivalia betreffende de familie Testas.
Huis Postwijk te Abcoude-Baambrugge, 1675-1866, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 251-254.
Huis Remmerstein te Achterberg, 1741-1822, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 255-259.
Huis en heerlijkheid Renswoude, 1723-1862, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 261-263.
Huis Rhijnestein te Cothen, 1361-1791, 0,5 m. Inventaris.
Huis sRu wie1 te Breukelen, 1526-1802,m. Hu e0,5 5 Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg, Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de p provincie Utrecht^ (Utrecht 1980))^Inventarisreeks 29), blz. 265-268.
Huis Sandenburg te Nederlangbroek, 1531-1931, 0,7 m. Inventaris: H.A.J. van Schie, Inventarissen van de archieven van de families Van Lynden van Sandenburg (1531) 1787-1939, Van Persijn 1630-1888 (Utrecht 1976) (Inventarisreeks 11), nrs. 218-287.
Huis Sandwijck te De Bilt, 1622-1936, 0,8 m. Inventaris: E.P. de Booy, Inventaris van de archieven van de familie Van Boetzelaer, 1316-1952 (Utrecht 1981) (Inventarisreeks 32) 944-1018.
1620-1928, Huis Stenisweerdnte Cothen,m. Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg , Inventarissen van kleine archieven van heerlijkheden en huizen in de Pprovincie Utrecht (Utrecht 1980) Inventarisreeks 29), J blz. 269-274.
114
RIJKSARCHIEF
Huis en heerlijkheid Sterkenburg te Driebergen, 1468-1726, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 275-277.
Heerlijkheid Stoutenburg, 1436-1867, 0,7 m. Inventaris: als voren, blz. 279-294.
Heerlijkheid Tienhoven, 1622-1870, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 295-298.
Huis Valckenheijning te Abcoude, 1613-1890, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 299-302.
Huis De Varenkamp te De Bilt, 1884-1946, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 303-307.
Huis Vechtenstein te Maarssen, 1629-1832, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 309-313.
Heerlijkheden Veldhuizen en Oudenrijn, (le helft 16e eeuw)-1883, 0,7 m. Inventaris: als voren, blz. 315-320.
1631-1845,l HeerlijkheidVreeland, eea (1363) 65 m ^
,
Inventaris. N.B. Bevat ook stukken betreffende leden van heteslacht Van Reede als heren van 8 Vreeland en van Nederhorst, alsook deeslachten Reael en Hooft als heren van Vreeg land, van Nigtevecht en als erfmaarschalk van 't Gooi. In het archief bevinden zich g ook stukken betreffende de stad Vreeland vanaf 1363.
Huis Wickenburg te 't Goy, 1475-1861, 1 m. Plaatsingslijst.
ls i'n 1406-1819,8 m. IJsselstein, Boe a r ni IJ Plaatsingslijst. 8J N.B. Archivalia betreffende de baronie IJsselstein bevinden zich ook in het familiearchief De Beaufort (zie blz. 116. Een deel van het rentmeester-archief berust in het gemeentearchief van IJsselstein (zie blz. 226).
Heerik e i Zuid-Polsbroek, 1424-1914, 0,2 m. Inventaris: C. Dekker en G.M.W. Ruitenberg, g Inventarissen van kleine archieven van
115
RIJKSARCHIEF
heerlijkheden en huizen in de provincie Utrecht (Utrecht 1980)) (Inventarisreeks 29), blz. 321-326. N.B. Archivalia betreffende de heerlijkheid bevinden zich ook in het familiearchief De J Graeff (Gemeentearchief van Amsterdam).
Huis Zuilen, 1385-1950,19 m.* Inventaris. N.B. Bevat ook archivalia van de familie Van TuYIl van Serooskerken en de aanverwante families Van Reede, Van Lockhorst, Hoeufft en Van Pallandt van OudBei'erland. J 2.10 Families
Bastert, 1744-1963, 4 m.* Beaufort,D De, c. a 1
-ca. 19 5 , 2 m. *
Inventaris: in bewerking. g N.B. Bevat ook archivalia betreffende de baronie IJsselstein, de families Stoop, P Van Westrenen, Van Amama en leden van de familie De Beaufort als rentmeesters van Hulst en Hulsterambacht.
Calkoen, Van, Beeck a , 1836-1910,1. m ee c C a oe N.B. Bevat vnl. stukken (en documentatie) die door enkele leden der familie Van Beeck Calkoen in hun functies (burgemeester van Cothen en Langbroek, lid Provinciale Staten, ouderling) zijn bijeengebracht. Bevat ook archivalia betreffende de Zondagsschool te Nederlangbroek.
Beyen, 1628-1893, 0,2 m. Boellaard, 1553-1929, 1 m. 16m.* a Boetzelaer, Van,1316-1952, Inventaris: E.P. de Boo y, Y Inventaris van de archieven van de familie Van Boetzelaer, 1316-1952(Utrecht 1982) Inventarisreeks 32). N.B. Bevat ook archivalia betreffende de families Van Voorst, Bouwens, Both Henheerlijkheid driksen De Groot en Van Overschie; de vrijeJ heerlijkheid Asperen (1359-1812); de ( p ambachtsheerlijkheden Dubbeldam (1590-1962), De Mijl en Kijfhoek. J J
Bijlevelt, Van, 1562-1947, 1,5 m.* Inventaris. N.B. Bevat ook archivalia betreffende hofsteden te Vleuten.
116
RIJKSARCHIEF
Geer, ee , De, Inventaris.
4 -1
m.* , 12 m.
N.B. Bevat ook stukken betreffende de heerlijkhede OverO- en Nedereind van Jut 114). en het huis Plettenburg g te JutP haas (zie ) ( ook blz. 114
p
Hacke van Mijnden, 1816-1958, 0,2 m.* Plaatsingslijst: tot 1936. N.B. Voornamelijk fotokopieën.
r 1459-1950, > 233 m.* H uY ecop e Inventaris: in bewerking. g N.B. Bevat ook archivalia betreffende de heerlijkheid Maarsseveen; het huis GouJ destein te Maarssen, het Baljuwschap P van Texel van Balthasar Hu ) Y decoPer(17321769); de aanverwante families CoYmans, Hasselaer, Van SchuY lenburg en van Heemskerk; de West-Indische Compagnie, bijeengebracht door Th. Hope. J g p
Lockhorst, Van, 1327-1734, 0,3 m. N.B. Zie ook blz. 116.
v LY n en van an en ur g> Van, 17 7-19
3,5 > m.*
Inventaris: H.A.J. van Schie, Inventarissen van de archieven van de families Van Lynnden van Sandenburg, g (1531) 1787-1939, Van Persijn, 1630-1888 (Utrecht 1976)) (Inventarisreeks 11), 3-8, 11-55, 75-78, 83. N.B. Bevat ook archivalia betreffende de Nassau-Beverweerdse goederen.
, 68 -181 6,4 m Maet a p r De1 van Jutphaa Jut haas en Inventaris: B.N. Leverland, Inventaris van het archief De Malapert p Van Lbben Sels (Utrecht 1963). N.B. Bevat ook het archief van een uitgestorven tak van de familie Van L6ben Sels en archivalia betreffende de heerlijkheden Neder- en Overeind van Jutphaa Jut haas en het huis te Maarssen.
Martini Buys, (1276), 1569-1966, 8 m.* Inventaris: G.M.J. de Meij, Inventaris van de archieven van de familie Martini Buys, 1595-1966 en van het huis en de heerlijkheid Loenersloot (1276) 1569-1954 (Utrecht 1984) (Inventarisreeks 43).
Muelen, Van der, 1543-1889, 6 m. Inventaris.
Notten, Van, 1639-1966, 2,5 m.* Inventaris.
117
RIJKSARCHIEF
Prij s nVan, an 1630-1888,l m. Inventaris: H.A.J. van Schie, Inventarissen van de archieven van de families Van a Lynden van Sandenburg,( (1531) (Inven6 In enI 1787-1939, ^ Van Persi J n^ 1630-1888 ((Utrecht 1976) tarisreeks 11) 8, 58-71, 85.
Pesters, De, 1392-1944, 5,5 m.* Inventaris. N.B. Bevat ook stukken betreffende de heerlijkheid Kattenbroek (Zeist).
Quarles, 17e-20e eeuw, 4,5 m.* Rappard, Van, 1819-1892, 0,1 m. Reede, Van, 1579-1799, 0,3 m. N.B. Zie ook blz. 110, 115 en 116.
Rendorp, 1680-1866, 0,3 m. Plaatsingslijst.
Royaards, 1694-1912, 0,2 m. Rijckevorsel,* Van Van, 1369-1967 1369-1967, 32 m Inventaris: in bewerking. g N.B. Bevat ook archivalia betreffende de aanverwante families Van Oosthuyse, Y, De Bieberstein-Rogalla Zawadsky; heerlijkheid Rijsenburg te g Y, de heerlijkheid J g en de huizen Sparrendaal p Driebergen Drieberen (N. Staalduin; de polders en Wamberg Br.) )en het landgoed g te Berlicum N. g Staalduin; P De Lange Bonnen en Nieuwland; de exploitatiemaatschappij `Buiten Nieuwland' en een documentatie collectie betreffende de Brabantseilden. Zie ook blz. 92. g
Taets van Amerongen van a Natewisch, ate isch 14381438-1937, 4 S m. m.* g Inventaris: G.M.W. Ruitenberg, familie Taets van g Inventaris van het archief van de f Amerongen van Natewisch, 1438-1937 (Utrecht 1979) Inventarisreeks 23). N.B. Bevat ook archivalia betreffende de heerlijkheid Natewisch. J
Tombe, Des, 1485-1948,* 1 m. 15 Inventaris: C. Dekker, Inventaris van het archief van de familie Des Tombe, 14851948 (Utrecht 1980) (Inventarisreeks 26). N.B. Bevat ook archivalia betreffende de families Drakenborch, Beeldsnijder, J , Van Citters, Verheye, heerlijkheden Y De Witte van Elkerzee, De Jonge g van Ellemeet;, de heerlijkheden en Langerak; het huis Langestein. Zie ook blz. 121. g g
118
RIJKSARCHIEF
Vollenhoven, Van, 1793-1911, 0,2 m. Plaatsingslijst. N.B. Bevat ook archivalia betreffende de families De Bye, Le Jolle en de Wildt.
13 1-1 5 5 m. Weede, ee e Van, m.* Inventaris: E.P. de Boo Yy, Inventaris van het archief van de familie Van Weede (Utrecht 1973). N.B. Bevat ook archivalia betreffende de familie Schuyt; de heerlijkheden heerlijkheden Giessendam, Hardinxveld en Giessen Oudekerk.
Westrenen, Va n1549-1883, l 5m , Inventaris: C.J. van Hasselt-von Ronnen, Inventaris van het familiearchiefVan Westrenen, 1549-1883((Utrecht 1975) Inventarisreeks 5). N.B. Zie ook blz. 116.
Wolleswinkel, 1674-1950 (1978), 0,5 m.* Inventaris: E.J. Wolleswinkel, Inventaris van het archief van de familie Wolleswinkel, 1674-1950 (1978) (Utrecht 1983) (Inventarisreeks 39).
Wijckersloot, Van, 1416-1875, 0,5 m. Zo u en al h c 1 14-1 3 684 1 m. Inventaris. N.B. De in deze inventaris eveneens beschreven archivalia betreffende de aanverwante familie De Cock van Opijnen berusten in het Rijksarchief Rijksarchie in Gelderland. p
Personen e m II - 1 941 1 4 5 Wilhelm Ex-keizer ilh II, 1918
m. , 34 m Inventaris: D.T. Koen, Inventaris van het archief van ex-keizer Wilhelm II tijdens zijn zij J verblijf in Nederland (Utrecht 1977) Inventarisreeks 14). N.B. Bevat ook archivalia betreffende het huis Doorn te Doorn.
3
VERZAMELINGEN
3.2
Bibliotheek Bibliotheek,45 m. Systematische en alfabetische catalogus Y 8 in bewerking. 8 N.B. Bevat ook de boeken en tijdschriften van de in bewaringg gegeven even afJ gghistorische deling van de bibliotheken van de opgeheven seminaries Rijsenburg Zie Pg J g en Apeldoorn. P ook blz. 100. Voor de archiefbibliotheken van de Evangelische Broedergemeente en g 8 het Zeister Zendins g Genootschap p zie blz. 108.
119
RIJKSARCHIEF
3.4
Prenten en kaarten Kaarten en prenten behorende tot de archieven, ca. 1510-heden: — atlassen en kaartboeken, 27 delen, — kaarten, w.o. plattegronden en technische tekeningen, 15.000 bladen, — tekeningen en prenten, 1000 bladen. de inventarissen der archieven. Voor zover de kaa rt en in de inventatis in handschrift aanwezig. Nadere toegang: een regionaal ingedeelde reproduktiecatalogus is in voorbereiding.
Catalogus: zie
niet expliciet zijn beschreven, zijn er kaartenlijsten
Topografische atlas van de provincie Utrecht (uitgezonderd de stad Utrecht), 16e eeuw-heden: — atlassen en kaartboeken, 21 delen, — kaarten, w.o. plattegronden en technische tekeningen, 3500 bladen, — reprodukties van elders berustende kaarten, 1000 stuks, — tekeningen en prenten, 3000 bladen, — reprodukties van elders berustende tekeningen en prenten, 1000 stuks, — foto's, 6000 stuks, — prentbriefkaarten, 8500 stuks, — glasnegatieven, 450 stuks. Catalogus: S. Muller Fz. Catalogus van den topographischen atlas der provincie
(Utrecht 1914); aanwinsten vanaf 1914: fichecatalogus in handschrift. tekeningencatalogus is in voorbereiding. Nadere toegang: het grootste deel van de collectie is toegankelijk gemaakt via een regionaal ingedeelde reproduktiecatalogus. N.B. Voor de topografische verzameling van de Evangelische Broedergemeente te Zeist zie blz. 108. Utrecht
Een
3.5
Zegels en lakafdrukken van zegelstempels Losse oss zegels g
van g e 1064-1722, a zegels, 1 -1? , 301 stuks. a afgietsels g
van zegels, in: VROA 29 (1906), 354-369. afgietsels ^ g afkomstig N.B. De collectie zegels 8 8 uit verschillende archieven, g bestaat uit losse zegels, Vaak zijn zijn zij zij in de vorige die zich bevinden in het Rijksarchief. 1 8 eeuw afgeknipt van de verzameling van: omvat bisschoppen zegels charters, De oorspronkelijke S g pp van Utrecht; J p en8 geestelijke bestuur; steden in en buiten dep provincie; kapittels hun opvolgers in het bestuur; J p functiona ri ssen in Utrecht en elders; buitenlandse vorsten;articuliere p ppersonen. Inventaris: alleen van de
120
RIJKSARCHIEF
3.7
Overige verzamelingen
Varia,1 eeuw, e -1 eee ,
m.
Inventaris:edeelteli'k J op p fiches. 8 N.B. Bevat ook afschriften van oorkonden en andere stukken aangelegd in de 17e eeuw door Arnoud van Buchell en Cornelis Booth.
Van an A ttevet 1 m. Toegang: via klapper. pp N.B. Betreft een verzameling van Utrechtse g geslachten aan8ele g 8 van genealogieën 8 8d in de 18e eeuw.
Van m rosse , 1 m. a Winssen, N.B. Betreft een verzamelingS van afschriften van Utrechtse oorkonden, aangelegd in de 17e eeuw.
an L u n en ur g> 1 4-1 Van a LY n envan
>
m.
N.B. Betreft een verzameling en afschriften van stukken vnl. uit de 18e g 8 van originelen en begin 19e eeuw, in hoofdzaak betrekking hebbend opp het bestuur van de provincie 8 p g Utrecht.
H eupers, 1 8019 77 1,5 5 ,m.* N.B. Betreft een verzameling8 historische documentatie en aantekeningen 8 betreffende voornamelijk J Soest en en omstreken.
c 0,5m. m Dra eno rho Inventaris: C. Dekker, Inventaris van het archief van de familie Des Tombe, 14851948 (Utrecht 1980) Inventarisreeks 26), 252-452. N.B. Bevat een verzamelinggenealogieën van Utrechtse geslachten, aangelegd in de 8 g gg 18e eeuw.
121
ABCOUDE
GEMEENTE ABCOUDE
Raadhuisplein 3, postbus 5, 1390 AA Abcoude. 02946-1250. de gemeenten Abcoude-Baambrugge en AbcoudeProostdij zijn per 1 mei 1941 samengevoegd tot de gemeente Abcoude. Openingstijden na afspraak met afdeling interne zaken. de archieven van de gemeente berusten tijdelijk in N.B. het Rijksarchief (zie blz. 78).
Adres Telefoon Territoir
3
VERZAMELINGEN Prentbriefkaarten en foto's, ca. 1890-heden, 1 m. Kaartsysteem op straatnaam en persoon.
123
AMERONGEN
GEMEENTE AMERONGEN
Hof 1, postbus 1, 3958 ZT Amerongen. Adres 03434-53141. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur.
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1
Bestuur gerecht Amerongen, Ginkel en Elst, 1627-1813, 1,5 m. Inventaris.
Gemeentebestuur, 1813-1935, 45 m.
3
VERZAMELINGEN Amerongsche courant, 1878-1920 met hiaten, 1 m.
124
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Adres Telefoon Openingstijden Faciliteiten Territoir
Westsingel 44, 3811 BB Amersfoort. 033-636581. maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur, 13.30-16.30 uur. tentoonstellingsruimte. In 1857 werd de gemeente Duist, De Haar en Zevenhuizen samengevoegd met de gemeente Hoogland, welke gemeente per 1 januari 1974 werd opgeheven. Het grondgebied van de gemeente Hoogland werd verdeeld over de gemeenten Amersfoort en Bunschoten.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1.1
Algemeen plaatselijk bestuur Secretarie Stadsbestuur, 1300-1813, 90 m.
on
Inventaris: H.J. Renders, Inventaris van het archief Amersfoort Y f der gemeente g (Amersfoort 1903), met aanvullingg in manuscript. p Nadere toegang: tafels op sbestuur, p inv. nr. 35, ^ resoluties en notulen van het stadsbestuur, 1581-1812 (onvolledig); 8) trefwoordenklapper pp op p idem, 1550-1582,, 1600-1605 en 1 6501750; persoons- en beroe rs op p inv. nr. 17, de p snamenkla ppe , burgerboeken, 8 ,1650-1807 en de burgerlijsten, 1599 en 1616; , p persoonsnamenklapper p op inv. nr. 625,registers J pp egisters van indemniteitsakten, 1726-1811; persoonsnamenklapper op inv. no. 992, rekening p pp p van de hoofdelijke en J omslag8 voor het ontzet van Antwerpen, te p 1585; straat-, buurtp laatsnamenklapp er met vermelding8 van huizennamen opp inv. nr. 148, , de veertigste e in inv nr..4 p enning boeken, 1717-1802; tafel op p de namen der erflaters vermeld 19, de twintigste 1728-1735 en 1744-1787; regestenlijsten. 1744-1787; 8 8 penningboeken, P S J Bronnenuitgave: Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301,^doo uitgegeven d or S. g Fzn. e.a.Utrecht-'s-Gravenha ( 8 e 1920-1959),; De middeleeuwsche rechtsbronnen der kleine steden van het Nedersticht van Utrecht, uitgegeven door R. Frui Fr in Th. 3 dln.'s-Gravenha eg 1892-1903) (OVR I, 13 ; Blaffert van het huisgeld ( ge uit de resolutieboeken berustende tenemeente-archieve van Amersfoort a. D. MDCCLV g Met straatnamenregister, uitgegeven door S.W. Melchior (Amersfoort 1943; 1943; ( 8 ewi'J zi de herdruk Amersfoort 1958) (bij de Gemeentelijke J Archiefdienst berust tevens een
125
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
aangevuld)^ in handschrift); Rerum Amorfortiarum ortiarum P PP 8 gestencilde persoonsnamenklapper, scriptores duo inediti. Alter auctor incertus; alter cui nomen Theodorus Verhoeven, p uitgegeven door A. Matthaeus (Lu d. Bat. 1693); A. van Bemmel, Beschrijving J 8 der stad Amersfoort..., 2 dln. (Utrecht 1760; herdruk Zaltbommel 1969); W.F.N. van Rootselaar, Amersfoort, godsdienst en onderwijs 1580-1680, voorafgegaan door een kort verslag in de Jjaren 1579 en 1580 en een 8 8 van de voornaamste gebeurtenissen naamlijst en predikanten, in: Archief van de geschiedenis van het aartsJ van pastoors P P 8 bisdom Utrecht 13 (1885); 14 (1886); 15 (1887); 17 (1889); 19 (1892); 20 (1893); 21 (1894); 23 (1896) en 25 (1898); Idem, Amersfoort,eschiedkundi e bijzonderheden bijzonderhede 2 8 8 dln.(Amersfoort 1897-1898); Idem, Amersfoort, sprokkelingen en (Amersfoort Amersfoort 18981899); Gedenkboek van het Stedelijk te Amersfoort, 1376) H.J. Reynders, Y J Gymnasium y der Lati 'nsche School 1926, bevattende deeschiedenis (Amersfoort 1928). 8 J ^
8
-c.q.gemeentebestuur, 181 -191 1 1 ca. 155 m. ta s c95 9> Inventaris. Nadere toegang: indices op de bouwvergunningen bi' deafdeling afdelin bouw- en wonin toePbij woningtoevan de dienst Gemeentewerken. Bronnenuitgave: W.F.N. van Rootselaar, Amersfoort geschiedkundige bijzonderheden g bijzonderheden 8 8 dln. (Amersfoort 1897-1898).
Raadscommissies Commissie van bijstand in het beheer van de Reinigingsdienst, sedert 1919 Commissie van bijstand van de Gemeentelijke Reinigings- en Ontsmettingsdienst, 1884-1941, 0,3 m.* Commissie van bijstand in het beheer van de Gasfabriek en het Waterleidingbedrijf, sedert 1936 Commissie van bijstand voor de gemeentebedrijven, 1900-1941, 0,3 m.* Commissie tot bijstand voor de Fabricage, sedert 1921 Commissie voor de Openbare Werken, 1910-1928, 0,1 m. Commissie van bijstand voor de Keuringsdienst van vee en vlees en het Openbaar Slachthuis, 1913-1919 en 1923-1941, 0,1 m. Commissie van bijstand in het beheer van de zaken in betrekking staande tot de rechtspositie van het personeel der gemeente en zijn bezoldiging, 1918-1920, 0,1 m. Commissie van bijstand voor het onderwijs, 1918-1941 en 1947, 0,1 m.*
126
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Commissie van bijstand voor de Geneeskundige Dienst, 1931-1939, 0,1 m. *
Leden van het college van B. en W. Wethouder van onderwijs, 1933 en 1947-1949, 0,1 m.*
Instellingen ten behoeve van het personeel der gemeente Commissie voor georganiseerd overleg, 1924-1941 en 1947, 0,1 m.* 1.2
Plaatse lijke instellingen met een speci fi eke taak
Rechtspraak 147 - Stadsgerecht,111 32,5 m Inventaris: Fruin, Catalog us, blz. 68-74. Nadere toean ers o straaten huisnamen voorkomende in inv. nr. 436 g g : kla PA p 1698-1799.
Bevolking N.B. Zie ook blz. 130.
Retroacta van deburgerlijke esn 17tad 5911 8 1 (1822), 3,3 m. > Inventaris: R. van Royen, Beschrijving trouw-, be Y J g van de doop-, g raa oeken^ overli-'J p densregisters enz. in derovincie Utrecht, dateerende van voor de invoeringg van den p burgerlijken stand ('s-Gravenhage 8 1930) , blz. 30-36. N.B. Vanwege de slechte materiële toestand zijn ter J de stukken niet voor het publiek P inza8 e. In het Rijksarchief bevinden zich echter kopieën, alsmede nadere toegangen. p
Financiën Rentmeester van de tertiën der vicarieën, 1718-1950, 2,15 m.* N.B. Zie voor de periode vóór 1718 het archief van her Stadsbestuur.
Ontvanger, 1812-ca. 1920, 3 m. Inventaris. College van zetters van 's rijks directe belastingen, 1879-1920, 0,1 m.
127
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Openbare werken Stukken afkomstig van de beheerders der gemeentelijke begraafplaatsen, 1829-ca 1940, 1,5 m.*
Openbare orde en veiligheid, defensie Gecommitteerden tot de Brand (College van de Brand, Brandcollege), 1808-1885, 0,2 m. Inventaris.
Politie, 1811-1929, 7,1 m.* Schutterij, 1815-1908, 3,3 m. Inventaris.
Commissie voor verkeersaangelegenheden, 1929-1936, 0,1 m.* Commissie van toezicht op het Bureau roerende goederen van vijanden en landverraders, 1945-1946, 0,15 m.*
Economische zaken Gasfabriek, 1911-1913, 0,1 m. Inventaris.
Waterleidingbedrijf, 1912-1913, 0,1 m. Inventaris.
Prijzencommissie, 1946-1953, 0,2 m.* Sociale zorg Weeskamer, 1543-1818, 3,2 m. Inventaris.
Bank van lening, 1795-1875, 0,5 m. Inventaris. N.B. Zie ook het archief van het Stadsbestuur.
Burgerlijk armbestuur, 1863-1907, 1,5 m. 128
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Huurcommissie, 1917-1925, 0,1 m. Commissie tot onderzoek van de klachten over de werkwijze van de Instelling voor maatschappelijk hulpbetoon, 1939, 0,1 m.* Bureau voor huisvesting, ca. 1948-1952, 2,1 m.* Gezondheidszorg Gezondheidscommissie, 1902-1933, 0,5 m. Geneeskundige Dienst, 1922-1936, 0,1 m.* Onderwijs Scholen Algemene Stadsarmenschool, 1833-1860, 0,1 m. Leraren aan de Hogere Burgerschool, 1871-1910, 0,1 m. Openbare lagere school aan de Hellestraat, 1881-1922, 0,15 m. Openbare lagere school aan de Koningstraat, 1896-1923, 0,1 m. Handelsdag- en -avondschool, resp. Middelbare Handelsschool, 1919-1971, 0,7 m.* N.B. Bevat ook het archief van de Vereniging Handelsschool voor Amersfoort en omstreken, 1910-1919.
Commissies op het terrein van het onderwijs College van Curatoren van de Latijnse school, resp. het Progymnasium en het Gymnasium, 1820-1930, 3 m. Commissie van toezicht op het lager onderwijs, 1832-1869, 18821949, 1,1 m.* Inventaris: gedeeltelijk.
Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, 1865-1950, 0,7 m.* Inventaris: gedeeltelijk.
129
GEMEENTELIJKE ARCHIEFD[ENST AMERSFOORT
Commissie van toezicht op de Handelsdag- en -avondschool, 19191920, 0,1 m. Adviescommissie voor onderwijsaangelegenheden, 1947-1949, 0,1 m.* Cultuur Gemeentearchief, 1902-1956, 0,4 m.* Inventaris.
Monumentencommissie, 1922-1961, 0,1 m.* 1.3
Organen van intergemeentelijke samenwerking Distributiekring Amersfoort en omstreken, 1932-1952, 0,5 m.*
1.4
Organen van geannexeerde ambachten en gemeenten Dorpsgerechten, 1605-1811, 2,5 rrt. N.B. Bevat de archieven van de gerechten te Hoogland, 1605-1811; Isselt, 1617-1811; Duist, De Haar en Zevenhuizen, 1622-1810; Emmeklaar, 1714-1796. Inventaris: Fruin, Catalogus, blz. 151, 152, 158. Nadere toegang: indices op huwelijken in: J.H.M. Putman, Eemlandse klappers, dl. 6 en 14 (Bussum 1980 en 1984).
Gemeentebestuur van Hoogland, 1644-1929, 16,5 m. Inventaris: gedeeltelijk.
vanburgerlijke stan an vane mg n Hoogland,1 55Retroacta degemeente te 1 11 0 2 m. Beschrijving overlijInventaris: R. van Royen, g van de doop-, P trouw-, begraafboeken, graa Y densreg isters enz. in de provincie Utrecht dateerende van voor de invoeringg van den P bur erli'ken stand('s-Gravenhage 1930), blz. 54-55. burgerlijken J Nadere toegang: p inv. nrs. 157 a t/m e en nr. 158a t/m d in: J.H.M. Putg indices op dl. S en 6 (Bussum 1979 en 1980). man, Eemlandse klappers, pP zijn N.B. Vanwege ter p de stukken niet voor het publiek g de slechte materiële toestand zijn inzag e. In het Rijksarchief bevinden zich echter kopieën. Rijksarchief P
Gemeentebestuur van Duist, de Haar en Zevenhuizen, 1795-1857, 1,7 m. Inventaris.
130
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Commissie tot wering van schoolverzuim te Hoogland, 1922-1966, 0,1 m.* 1.5
Organen van waterschappen Heemraden van de Isseltse polder, 1690-1831, 0,1 m. N.B. Onderdeel van het archief van het Stadsbestuur.
1.7
Organen van de centrale overheid Notarissen,
16 04-189b , 68 m. Inventaris: W.B. Heins en J.A.C. Mathijssen, Inventaris van de notariële archieven in derovincie Utrecht, (1346) 1560-1895(Utrecht 1982) Inventarisreeks 34), blz. 41-82. P Nadere toegang: klapp er oppfamilienamen.
l
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN
2.1
Instellingen van economische aard Stukken betreffende de stedelijke lakenpers en de lakenfabriek van de gebroeders Beaune en Frans van Lelyveld, 1567-1796, 0,2 m. Plaatsingslijst. N.B. Waarschijnlijk afkomstig uit het archief van het Burgerweeshuis.
Kalandermolen, 1656-1833, 0,3 m. Plaatsingslijst.
Bombazijnwerker Hendrik Harmensz. van Dortmunt, 1670-1692, 0,1 m. Manufacturier M. van Gelder, 1814-1818, 0,2 m. Boek-, muziek-, papier- en kunsthandel G.G. Veenendaal, 1904-1907 en 1911-1912, 0,1 m. Exploitatie- en Bouwmaatschappij Birkhoven, 1909-1919, 0,1 m. Algemeen vertegenwoordigend comité der plaatselijke belangen voor de tramweg Soest-Amersfoort-Ede, 1911-1919, 0,1 m. Kanaalvereniging De Geldersche Vallei, 1913-1934, 0,6 m. 131
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Timmerfabriek Vonkeman en Vredeling, 1918-1942, 0,1 m.* Architect en aannemer Willem van Gent, 1920-1956, 19 m.* NV Amersfoortse Autobusdienst, 1939-1948, 0,35 m.* 2.2
Instellingen van sociale zorg Stichting De Armen de Poth, 1342-ca. 1940, ca. 20 m.* Sint Elisabethsgast- of ziekenhuis, ca. 1500-ca. 1970, 13 m.* RK parochiaal armbestuur, 1538-ca. 1952, 1,25 m.* Plaatsingslijst. N.B. Bevat ook het archief van de Bijlaarsfundatie, 1538-1801.
5 eeuw-ca. 1 e, 16e Burgerweeshuis, Inventaris: S edeelteli'k. J
m
N.B. Bevat ook de archieven van de Heilige de P g Geestschool, annex Lint- en Spinhuis, Armen Noodhulpp en het Stadskinderhuis.
Werkinstituut tot wering der bedelarij, 1816-1826, 2,2 m. Vereniging tot het bouwen en verbeteren van woningen, 1884-1919, 0,1 m. NV Volkshuisvesting, 1898-1966, 0,1 m.* Middenstandswoningbouwvereniging Frisia, 1918-1933, 0,9 m. Vereniging tot uitdeling van spijs aan behoeftigen, sedert 1928 Vereniging tot verzorging van behoeftigen, 1876-1964, 0,1 m.* Comité voor Belgische vluchtelingen en uitgewekenen, 1915-1919, 0,3 m. Comité voor hulp in bijzondere omstandigheden, sedert 1932 Plaatselijk Crisiscomité, 1929-1936, 0,1 m. Commissie 'Hulpverleening Oorlogsschade 1940', 1940-1941, 0,1 m.*
132
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Mej. A.M. Nefkens, als Rodekruishelpster in het krijgsgevangenenkamp Amersfoort, 1942-1945 (1984), 0,5 m.* 2.3
Vak- en standsorganisaties en -fondsen Gilden, 1521-1830, 0,5 m. N.B. Onderdeel van het archief van het Stadsbestuur. Bevat de archieven van deilden der bakkers, 1741-1796; 1634-1740; , 1741-1796;biertappers, 8 pp ,1634-1740; bombazijnwevers, 1649-1729 en 1745; chirurgijns J 8J of barbiers, , 1630-1721 ;, dragers, 8 s, 1521, (ca. 1530), 1597 en 1600-1686; 1600-1686; 1649-1763; enps indersdo drapiers, od, 1649-1763; drapiers p p bus, 1799-1811;rutters 1665-1821; kleermakers, 1592-1758 en 1789; lakenkopers, p s, 8 , , 1617-1730; linnenwevers, 1574-1602; mandenmakers, 1590-1722, 1783 en 1792; m etselaars en leidekkers, 1617-1792; schippers, 1772; Sint Anthonisbroederschapp of bijliJe epp 1603-1718; Sint Eloysden8ilde, 1603-1718; Y of smeden gilde, , 2e helft 18e eeuw; Sint Lu casbroederg schap of -gilde, 1627-1797; spindersof trippiersdoodbus, 1787-1830;spindersbus, 8 p ,1787-1830; pp , p 1687-1747; timmerlieden- en kistenmakers gilde, 1622-1718; 1622-1718; , 8 wolweversgilde, , 1597-1620. 8
Schippersvereniging Schuttevaêr, afdeling Amersfoort, 1881-1886, 0,1 m. Christelijke nationale werkmansbond, afdeling Amersfoort, ca. 1925ca. 1950, 1,2 m.* Nederlandse Vrouwen-Electriciteitsvereniging, afdeling Amersfoort en omstreken, 1937-1973, 0,3 m.* Inventaris. 2.5
Instellingen op het gebied van onderwijs en cultuur
Onderwijs Naaischool der Protestantse Armenloterij, 1849-1904, 0,2 m. Vereniging Handelsschool voor Amersfoort en omstreken, 1910-1919, ca. 0,2 m. N.B. Onderdeel van het archief van de Gemeentelijke Handelsdag- en -avondschool, resp. Middelbare Handelsschool, 1919-1971.
Vereniging van oud-leerlingen der tuinbouwcursussen, 1932-1941, 0,1 m.* J.D.H. van der Neut, als penningmeester van de Vereniging voor buitengewoon onderwijs, 1938-1946, 0,12 m.* 133
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Cultuur Maatschappij tot nut van 't algemeen, departement Amersfoort, 1818-1887, 0,2 m. Inventaris.
Leesgezelschap onder de zinspreuk `Lectuur en beschaving', 18351879, 0,1 m. Oudheidkundige Vereniging Flehite, 1878-1979, 9 m.* N.B. Bevat ook het archief van de Commissie tot verzameling van gelden tot restauratie van de Koppelpoort, 1884-1887.
Vereniging Johan van Oldenbarnevelt, 1903-1911, 0,1 m. Amersfoortse Kunstkring, 1922-1946, 0,9 m.* Amersfoorts Kunstenaarsgenootschap De Ploegh, 1937-1980, 2 m.* Werkcomité Oorlogsmonument kamp Amersfoort, 1945-1953, 0,1 m. * J. Hovy, als lid van de door de gemeente ingestelde commissie inzake cultuurbeleid, 1957-1960, 0,1 m.*
2.6 Instellingen op het gebied van sport, recreatie en evenementen Broederschap van Sint Hubert, 1754-1761, 1830-1844, 0,15 m. Schaakgenootschap, 1846-1871, 0,1 m. Sociëteit Amicitia, 1850-1871, 0,1 m. Commissie Huldigingsfeesten 1898 uit de bewoners van de Kortegracht, 1897 en 1898, 0,1 m. Stichting Amersfoort 700 jaar stad, 1958-1959, 2 m.*
134
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
2.7
Instellingen op politieke en ideële grondslag Commissie tot aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst, district Amersfoort, 1815-1849, 0,1 m. Nederlandse Schutterij Kaderbond, afdeling Amersfoort, 1886-1907, 0,2 m. Amersfoortse Vrijwillige Brandweer, 1901-1908, 0,1 m. Christelijk-historische unie, kiesvereniging Amersfoort, ca. 1925-ca. 1960, 0,25 m.* Rotaryclub Amersfoort, 1932-1981, 2,5 m.* Amersfoortse Reddingsbrigade, ca. 1943-1972, 0,25 m.* Stukken afkomstig van een illegale telefooncentrale bij bakker J. Vonk Wzn. aan de Langestraat, 1945, 0,1 m.*
2.8
Geloofsgemeenschappen en andere instellingen van godsdienstig leven N.B. Archieven van (voormalige) geestelijke instellingen, 14e eeuw-1949, zijn vermengd met het archief van het Stadsbestuur. Zie ook blz. 127.
Hervormde gemeente te Hoogland, ca. 1811- ca. 1979, 8,5 m.* Nadere toegang: indices op dopen en huwelijken 1760-1811 en 1764-1811 (opgetekend ca. 1830) in: J.H.M. Putman, Eemlandse klappers, dl. 6 (Bussum 1980).
Gereformeerde kerk, 1841-ca. 1980, ca. 20 m.* Remonstrants Gereformeerde gemeente, ca. 1630-1980, ca. 7 m.* Doopsgezinde gemeente, 1903-1980, ca. 4 m. Evangelisch-Lutherse gemeente, 1686-1972, 6 m.* Inventaris. N.B. Bevat ook archivalia van ds. M.E. Monsees, 1949-1966.
Evangelisch-Lutherse gemeente te Nijkerk, 1823-1845, 0,1 m.* N.B. Onderdeel van het archief van de Evangelisch-Lutherse gemeente te Amersfoort. Inventaris.
135
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Vereniging `Maarten Luther', sedert 1929 de Lutherse Kring, 19271959, 0,1 m.* N.B. Onderdeel van het archief van de Evangelisch-Lutherse gemeente. Inventaris 2.9
Huizen en heerlijkheden
Huis Randenbroek, 1425-1880, 0,3 m. Inventaris. Stukken betreffende de Zwijnevoortse tiend, 1599-1797, 0,1 m. Huis Birkhoven, 1655-1907, 0,1 m. Inventaris.
Huis Schothorst te Hoogland, 1759-1931, 0,3 m. 2.10 Families
Stukken uit de nalatenschap van A. Vischer en G. Vos, 1691-1874, 0,1 m. Thiens en Padtbrugge, 1716-1748, 0,1 m. Inventaris.
Donath en Van de Pijpekamp, 1907-ca. 1960, 0,4 m.* 2.11 Personen
Elbertus Schouten, koekebakker, 1569-1773, 0,1 m. N.B. Bevat transport- en hypotheekakten betreffende de navolgende plaatsen in de stad en vrijheid van Amersfoort: Langegracht 1569; Langestraat 1739, 1741, 1754, 1793; Muurhuizen 1617; buiten het School- of Heerenpoortje 1669 en 1700; buiten de Triesjespoort, 1674.
Mr. J. Both Hendriksen, advocaat en procureur, stadssecretaris van Amersfoort en schout van Eemnes Buitendijks, 1768-1790, 0,1 m. Inventaris. N.B. Bevat ook memoriaal (fragment) van mr. J. Both Hendriksen als schout van Eemnes Buitendijks, bevattende inkomsten en uitgaven, I775-1783.
136
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
J.D.H. van der Neut, 1924-1978, 0,3 m.* 3
VERZAMELINGEN
3.1
Handschriften F e i 1 4 -1 Collectiete
cca.
m.
Catalogus. 8 N.B. Bevat archivalia voornamelijk J betreffende Amersfoort en omstreken.
Handschriften, 16e-20e eeuw, 1,7 m. Catalogus. 3.2
Bibliotheek - eeu Bibliotheek, Se 20e 100 m. eeuw, , Catalogus. N.B. De bibliotheek betreft voornamelijk J de 8 geschiedenis van Amersfoort en Hoog8land. Naast de catalogus is nog een bibliografie op kaartsysteem aanwezig van werken g g Y p 8 8 over Amersfoort, die niet in de bibliotheek of in andere collecties van de Gemeenteli') ke Archiefdienst berusten.
Bibliotheek van de Amersfoortse zang- en toneelvereniging, ca. 1875ca. 1900, 0,15 m. Bibliotheek van de Amersfoortse schutterij, 19e eeuw- ca. 1907, 0,5 m. 3.3
Kranten r n, 17eeeeuw, 1811-heden, ee e e , 955 m. Kante Catalogus. S N.B. Betreft voornamelijk: oop ( J Amersfoortsche Courant, 1851-1854, 1856-1920 (indices de 'jaargangen 1892-1912); Amersfoortsch Dagblad — De Eemlander, 1902-1942 (met hiaten ; de Arrondissementsbode van Amersfoort, 1848-1850 (met hiaten); Dagblad voor Amersfoort 1946-1964; de Distributiebode, weekblad van het Levensmiddelenbureau (der gemeente Amersfoort, 1917-1919; De Eembode, 1890-1941 (met hiaten); De Kampbode, 1915-1918 (met hiaten); Nieuwe Amersfoortsche Courant, 1914-1917; De p Eemlander 1904-1909, 1910-1912samen e aan met het Amersfoortsch Dagblad); g8 ( Nieuws- en advertentieblad voor Amersfoort, Baarn, Eemnes, Soest, Bunschoten, Spakenburg,Hoogland, Nijkerk, Hoevelaken, Leusden, Stoutenburg, J 8 Renswoude, Woug g ^ denberg, Veenendaal en Barneveld, 1902; Het Soesterkwartier, 1963-1965; De Stad
137
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST AMERSFOORT
Amersfoort, nieuwsblad voor deemeente Amersfoort, 1974-1975; Utrechtsche Cou8 1821-1822, 1836 1836,1839 met (met hiaten) ; Utrechtsche Provinciale en Stadsrant, Courant, 1843-1845; Weekblad voor Amersfoort en omstreken, 1872-1873.
3.4
Prenten en kaarten Topografisch-historischetas a atlas,
e e eeeuw, u e„
Catalogus. enz. van afbeelenz Klapper op de namen van schilders, tekenaars, graveurs, fotografen PA P 8 g ding en en kaarten. N.B. Fotografen na 1900 zijn zijn niet opgenomen. Pg g
3.7
Overige verzamelingen Gedrukte overheidspublikaties, 1544-1851, 1,1 m. Catalogus.
Verzameling curiosa en miscellanea, 17e en 20e eeuw, 0,3 m. Catalogus.
Genealogica van J.D.H. van der Neut, ca. 1930-ca. 1965, 1,1 m. Knipsels uit kranten en periodieken, 20e eeuw, 0,6 m. Catalogus.
138
BAARN
GEMEENTE BAARN
Adres Telefoon Territoir Openingstijden
Laanstraat 1, postbus 1003, 3740 BA Baarn. 02154-17041. de gemeente De Vuursche is in 1857 opgeheven en samengevoegd met de gemeente Baarn. na afspraak met afdeling interne zaken.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1.1
Algemeen plaatselijk bestuur Bestuur gerecht Baarn, 1612, 1700-1812, 1 m. Gemeentebestuur van Baarn, 1813-1930, 84 m. Toegang: gedeeltelijk, registratuurplan met trefwoordenregister op ingekomen/uitgaande stukken B. en W., 1908-1930.
Bestuur gerecht/gemeente De Vuursche, 1780-1855, 2 m. 1.2
Plaatselijke instellingen met een specifieke taak Commissie ter bevordering van getrouw schoolbezoek, sedert 1901 commissie tot wering van schoolverzuim, 1869-1970, 2 dozen.* Plaatselijke commissie van schooltoezicht, 1878-1927, 5 dozen. Plaatselijke commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, 1911-1927, 1 doos. Huurcommissie, 1917-1924, 1 doos. Watersnoodcomité, 1925-1926, 1 doos. Crisiscomité/commissie bijzondere noden, 1930-1940, 0,5 m.* Prijzencommissie, 1946-1953, 2 dozen.* Eembrugcommissie, 1602-1963, 2 m. 139
BAARN
1.3
Organen van intergemeentelijke samenwerking Gezondheidscommissie voor de gemeenten Eemnes, Bunschoten, Baarn, Hoogland, Soest, Stoutenburg, Leusden, Maartensdijk, Achttienhoven, Westbroek en De Bilt, 1902-1932, 0,5 m.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Baarnsche Bad- en zweminrichting, 1900-1936, 2 dozen. Woningbouwvereeniging Patrimonium, ca. 1921, 2 dozen. Woningbouwvereeniging Zonnebloem, 1919-1922, 1 doos. Woningbouwvereeniging Algemeen Belang, ca. 1921, 2 dozen.
3
VERZAMELINGEN
Bibliotheek, 1728-heden, 4 m. Tekeningen, prentbriefkaarten, foto's, ca. 1900-heden, 4 m. N.B. Per onderwerp samengevoegd.
140
BENSCHOP/DE BILT
GEMEENTE BENSCHOP
Deemeente Benschop pis aangesloten bij het ^ g J Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht (zie g blz. 214).
GEMEENTE DE BILT
Soestdijkseweg Zuid 173, postbus 300, 3720 AH Bilthoven. Telefoon 030-780811. Openingstijden maandag t/m vrijdag 8.30-12.30, 13.30-16.00 uur, na afspraak met bureau post- en archiefzaken.
Adres
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Oostbroek en De Bilt, (1655) 1753-1811, 0,75 m. Inventaris: J.W.H. Meijer, Basis-inventaris archief gemeente De Bilt (De Bilt 1980), blz. 27.
Gemeentebestuur, 1811-1931, 83 m. Inventaris: als voren, blz. 31.
141
DE BILT
2
NIET -OVERHEIDSARCHIEVEN Huis Houdringe, 1647-1938, 2 dozen. Inventaris: J.W.H. Meijer, Houdringe-archief (De Bilt 1979). De Biltsche Volksbibliotheek, 1897-1965, 1 doos. Het Groene Kruis (De Bilt), 1911-1932, 4 dozen. Het Roode Kruis (De Bilt), 1914-1933, 1 doos. Het Biltsche Badhuis, 1925-1966, 6 dozen. Floralia, Vereeniging ter bevordering van het kweeken van bloemen in het huisgezin, 1906-1919, 1 omslag. Buurtvereniging Kinderbelang (omgeving Nieuwstraat), 20e eeuw, 1 doos.
3
VERZAMELINGEN Bilts(ch)e en Bilthovens(ch)e courant, 1914-1975 met hiaten, 2 m. Prentbriefkaarten en foto's, ca. 1900-heden, 15 dozen. Geordend op straatnaam en persoon.
1 40-194 0 5 m . Oorlogsdocumentatie,9 5„ N.B. Bevat foto's,rentbriefkaarten, distributiebescheiden, onderscheidingstekenen en p 8 andere drukwerken en voorwerpen.
Bibliotheek, 1 m. Kaarten en plattegronden, 1 portefeuille.
142
BREUKELEN
GEMEENTE BREUKELEN
Adres Telefoon Territoir
Markt 13, postbus 116, 3620 AC Breukelen. 03462-64644. de gemeenten Breukelen-Nijenrode —waarbij in 1857 de opgeheven gemeente Portengen is gevoegd — en Breukelen-St. Pieters zijn per 1 januari 1949 samengevoegd tot de gemeente Breukelen. De gemeenten Ruwiel en Loenersloot zijn per 1 april 1964 opgeheven en bij de gemeente Breukelen gevoegd. Openingstijden maandag t/m vrijdag 8.00-12.30 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Breukelen-Nijenrode, 1569-1813, 3,5 m. Inventaris. N.B. Bevat ook de archieven van Breukelen Ortts gerecht, 1781-1810; het gerecht Portengen Noordeinde 1713-1795.
Bestuur gerecht Breukelerveen, 1628-1811, 4 m. Inventaris.
Bestuur gerecht Ruwiel-Portengen-Ter Aa, 18e eeuw, 6 dozen. Gemeentebestuur van Breukelen-Nijenrode, 1813-1948, 53 m. Inventaris: 1813-1931, 1939-1948.
Gemeentebestuur van Portengen, 1818-1857, 1,5 m. Inventaris.
Gemeentebestuur van Breukelen-St. Pieters, 1818-1948, 18 m. Inventaris: 1818-1931, 1939-1948.
Gemeentebestuur van Loenersloot, 1813-1964, 26 m. Inventaris: van het gedeelte 1941-1964.
Gemeentebestuur van Ruwiel, 1813-1964, 33 m. Inventaris: van het gedeelte 1941-1964. 143
BREUKELEN
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Hervormde gemeente te Breukelen, (1546) 1652-1948, 6 m. Inventaris.
144
BUNNIK
GEMEENTE BUNNIK
Langstraat 2, postbus 5, 3980 CA Bunnik. 03405-61824. in 1857 is de gemeente Rhijnauwen opgeheven en gevoegd bij de gemeente Bunnik. De gemeenten Bunnik, Odijk en Werkhoven zijn per 1 september 1964 opgeheven en samengevoegd. Openingstijden maandag 13.30-17.00 uur, dinsdag t/m vrijdag 9.00-17.00 uur, zaterdat 9.00-12.30 uur.
Adres Telefoon Territoir
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Bunnik en Vechten en gemeentebestuur Bunnik, 1596-1964, 45 m. Inventaris: W.B. Heins, Inventarissen van de archieven van de gemeenten Bunnik, Odijk, Werkhoven, Rhijnauwen (Utrecht 1976) (Inventarisreeks 10), blz. 13-139. N.B. Bevat ook het archief van het gerecht Bunnik en Vechten, 1596-1811.
Bestuur gerecht Odijk en gemeentebestuur Odijk, 1566-1964, 20 m. Inventaris: als voren, blz. 141-203.
Bestuur gerecht Amelisweerd en gemeentebestuur Rhijnauwen, 17221857, 1,5 m. Inventaris: als voren, blz. 277-287. N.B. Het archief van het gerecht Rhijnauwen is niet aanwezig.
Gemeentebestuur Werkhoven, 1811-1964, 26 m. Inventaris: als voren, blz. 205-275. N.B. Het archief van het gerecht Werkhoven is niet aanwezig.
145
BUNSCHOTEN
GEMEENTE BUNSCHOTEN
Adres
Dorpsstraat 92, postbus 200, 3750 GE BunschotenSpakenburg. Telefoon 03499-81542. Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Bunschoten, 1655-1813, 2 m. Inventaris.
Gemeentebestuur, 1813-1939 15 Inventaris: van hetedeelte 1924-1939. g Bronnenuitgave: J.H.M. Putman e.a., Van wee bin 'ie es d'r één. De bunschoter families J van ca. 1600-1912 (Bunschoten 1983).
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Visserijvereeniging De Eendracht, 1884-1964, 1 doos.*
3
VERZAMELINGEN Prenten en foto's van klederdrachten en van vissershavens, 1 doos.
146
COTHEN
GEMEENTE COTHEN
Adres
Dorpsstraat 30, postbus 15, 3945 ZG Cothen. Telefoon 03436-1804. Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Dwarsdijk of Nijendijk, 1701-1812, 1 m. Inventaris. N.B. Het archief van het gerecht Cothen is verloren gegaan.
Gemeentebestuur van Cothen, 1813-1947, 20 m. Inventaris: tot 1912.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Hervormde gemeente te Cothen, 1641 -1953, 9 registers.*
3
VERZAMELINGEN Foto's, ca. 1900-heden, 1 doos.
147
DOORN
GEMEENTE DOORN
Adres Dorpsstraat 2, postbus 200, 3940 AE Doorn. 03430-13941. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 8.30-12.30 uur; zoveel mogelijk telefonisch afspreken met afdeling interne zaken. Faciliteiten leeskamer.
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1
Doorn, 1649-18101 27 Bestuur tu gerecht e t ge o02 m. es u c, Inventaris: R. Fruin Th.Azn., Inventaris van het oud-archief deremeente Doorn, in: 8 Verslagg ^ 896 ) , bijlage J 8 2, blz. 473; met supplement-inventaris.
Gemeentebestuur, 1813-1936, 25 m. Plaatsingslijst. N.B. Bevat ook het archief van het waterschap De Gooyerweteringen, 1826-1890.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Liberale Staatspartij, afdeling Doorn, 1922-1940, 0,1 m.
3
VERZAMELINGEN Doornse Courant De Kaap, 1905-1970. Prenten en foto's.
148
DRIEBERGEN-RIJSENBURG
GEMEENTE DRIEBERGEN-RIJSENBURG
Bosstraat 1, postbus 181, 3970 AD DriebergenRijsenburg. 03438-25911. Telefoon Territoir de gemeenten Hardenbroek en Sterkenburg zijn in 1857 opgeheven en gevoegd bij de gemeente Driebergen, die per 28 april 1931 is samengevoegd met de gemeente Rijsenburg. Openingstijden maandag t/m vrijdag 8.00-12.30, 13.30-17.00 uur.
Adres
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Driebergen, 1706-1812 (1850), 1,5 m. Inventaris.
Bestuur gerecht Hardenbroek, 1665, 1671-1713, 1749-1798, 2 banden en 1 omslag. Inventaris. Bestuur gerecht Sterkenburg, 1600, 1659-1811 (1849), 1 m. Inventaris.
Gemeentebestuur van Driebergen, 1813-1931, 28 m. Gemeentebestuur van Hardenbroek, 1818-1857, 3 m. Gemeentebestuur van Sterkenburg, 1818-1857, 3 m. Inventaris. Bestuur gerecht Rijsenburg, ca. 1700-1811, 1 m. Plaatsingslijst.
Gemeentebestuur van Rijsenburg, 1818-1931, 16 m. 3
VERZAMELINGEN Prenten en foto's. 149
EEMNES
GEMEENTE EEMNES
Adres Laarderweg 24 a, 3755 AN Eemnes. Telefoon 02153-89904. Openingstijden maandag t/m donderdag 9.00-12.00 uur, vrijdag 9.00-12.00, 14.00-16.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Eemnes-Buitendijks, 1637-1810, 1 m. Inventaris.
Bestuur gerecht Eemnes-Binnendijks, 1645-1810, 1 m. Inventaris.
Bestuur van de beide Eemnessen gezamenlijk (schout, maire), 17021806, 1810-1813 (1818), 0,5 m. Inventaris. Gemeentebestuur, 1813-1939, 37 m. Plaatsingslijst. 3
VERZAMELINGEN
Foto's.
150
HARMELEN/HOUTEN
GEMEENTE HARMELEN
Deemeente Harmelen is aangesloten bij J het Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht (zie 8 8 ^ blz. 216).
GEMEENTE HOUTEN
Adres Telefoon Territoir
Standerdmolen 8, postbus 30, 3990 DA Houten. 03403-71944. in 1857 zijn de gemeenten Oudwulven en Schonauwen opgeheven en samengevoegd met de gemeente Houten; per 1 januari 1962 zijn de gemeenten Schalkwijk en Tull en 't Waal opgeheven en samengevoegd met de gemeente Houten. Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00, 14.00-16.00 uur. N.B. De archieven van deze gemeente van voor 1962 worden opnieuw geordend en geïnventariseerd.
3
VERZAMELINGEN Foto's en prenten.
151
KAMERIK
GEMEENTE KAMÉRIK
Adres
Burgemeester Breenplantsoen 1, postbus 5, 3470 CA Kamerik. Telefoon 03481-1441. Territoir de gemeenten Kamerik en de Houtdijken, KamerikMijzijde, 's-Gravesloot en Teckop zijn in 1857 samengevoegd tot de gemeente Kamerik. Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00, 14.00-15.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Kamerik en de Houtdijken, (1613), 1760, 1766, 1783, 1 deel, 3 stukken. Inventaris. Bestuur gerecht Teckop, 1745-1765, 1770, 1789, 1796, 1811, 1 omslag, 3 stukken. Inventaris.
Gemeentebestuur van Kamerik en de Houtdijken, 1819-1857 (1878), 1 m. Inventaris. Gemeentebestuur van Kamerik-Mijzijde, 1818-1857, 1 m. Inventaris.
Gemeentebestuur van 's-Gravesloot, 1818-1857, 1 m. Inventaris. Gemeentebestuur van Teckop, 1821, 1827-1849, 1855-1857, 0,5 m. Inventaris.
Gemeentebestuur van Kamerik, 1857-1939, 21 m. Inventaris: tot 1930.
Commissie van administratie over den Kamerikschen Dijk, 18211921, 0,5 m. Inventaris.
152
KAMERIK/KOCKENGEN
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Bestuur kerspel Kamerfik, 1650-1668, 1711, 1737-1782, 1 pak, 3 omslagen, 2 stukken. Inventaris.
GEMEENTE KOCKENGEN
Adres Telefoon Territoir
Kerkplein 6, postbus 1, 3628 ZN Kockengen. 03464-1544. de gemeenten Kockengen en Laagnieuwkoop zijn per 1 mei 1942 samengevoegd tot de gemeente Kockengen. Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00, 14.00-16.00 uur. N.B. de archieven van de gemeente berusten tijdelijk in het Rijksarchief (zie blz. 79), met uitzondering van de raadsnotulen, notulen B. en W., burgerlijke stands- en bevolkingsregisters, die ter plaatse berusten (6 m).
3
VERZAMELINGEN Foto's en prentbriefkaarten, ca. 1900-heden, 2 m.
153
LANGBROEK
GEMEENTE LANGBROEK
Adres Brink 12, 3947 NS Neêrlangbroek. Telefoon 03436-1624. Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Overlangbroek, 1683 -1807, 0,6 m. Inventaris.
Bestuur gerecht Nederlangbroek, 1754, 1780-1805, 0,2 m. Inventaris.
Gemeentebestuur van Langbroek, 1811-1940, 31 m. Plaatsingslijst: tot 1933.
3
VERZAMELINGEN Foto's, ca. 1955-heden.
154
LEERSUM
GEMEENTE LEERSUM
Adres Telefoon Territoir Openingstijden
1
Rijksstraatweg 46, postbus 45, 3956 ZR Leersum. 03434-51741. de gemeente Darthuizen is in 1857 opgeheven en samengevoegd met de gemeente Leersum. na afspraak.
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Zuilestein en Leersum en gerecht Ginkel, 1655-1811, 1 m. Inventaris.
Gemeentebestuur van Leersum, 1813-1930, 29 m. Inventaris: tot 1857.
Bestuur gerecht Darthuizen, 1666-1811, 0,5 m. Inventaris. Gemeentebestuur van Darthuizen, 1816-1857, 1 m. Inventaris.
155
LEUSDEN
GEMEENTE LEUSDEN
Adres Telefoon Territoir Openingstijden
1
't Erf 1, postbus 150, 3830 AD Leusden. 033-941247. de gemeente Stoutenburg is per 1 april 1969 opgeheven en samengevoegd met de gemeente Leusden. maandag t/m vrijdag 8.30-12.30 uur.
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Leusden c.a. (Leusden-en-Heetveld, Leusderbroek,
Hamersveld, Snorrenhoef en Donkelaar), 1629-1812, 2 m. Inventaris: R. Fuin Th.Azn., Inventaris van het oud-archief der gemeente Leusden, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 399.
Bestuur gerecht Asschat, 1651-1811, 2 m. Inventaris: als voren, blz. 410.
Bestuur gerecht Stoutenburg, (1464) 1599-1811 (1814), 1 m. Inventaris: R. Fruin Th.Azn., Inventaris van de oude archieven, aanwezig ten gemeentehuize van Stoutenburg, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 379.
Gemeentebestuur van Leusden, 1814-1930, 15 m. Toegang: trefwoordenindices op de ingekomen en uitgaande stukken.
Gemeentebestuur van Stoutenburg, 1814-1930, 14 m. Toegang: trefwoordenindices op de ingekomen en uitgaande stukken.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Bestuur kerspel Leusden, 1633-1805, 0,5 m. Inventaris: R. Fruin Th.Azn., Inventaris van het oud-archief der gemeente Leusden, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 420.
156
LINSCHOTEN/LOENEN
GEMEENTE LINSCHOTEN
is aan esloten bij het Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht aangesloten c De 8gemeente Linschoten (zie blz. 217).
GEMEENTE LOENEN
Adres
Rijksstraatweg 104, postbus 99, 3632 ZS Loenen a/d Vecht.
Telefoon Territoir
02943-3051. de gemeente Vreeland is per 1 april 1964 opgeheven en samengevoegd met de gemeente Loenen. maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur.
Openingstijden
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID m. Loenen e ur s8g erec t 1595-1813, Bestuur est e Kro nn > Inventaris: R. Fruin Th.Azn., Inventaris van de oude archieven, aanwezig 8 tengemeen8 tehuize van Loenen, in: Verslag 8 1 896 , bijlage 8 2, blz. 221.
Bestuur gerecht Loenen en Nieuwersluis, 1547, 1710-1813, 1 m. Inventaris: als voren, blz. 235.
157
LOENEN
Gemeentebestuur van Loenen, 1813-1964, 90 m. Inventaris: tot 1930.
Bestuur gerecht Vreeland, 1671-1806, 0,1 m. Inventaris.
Gemeentebestuur van Vreeland, 1814-1964, 50 m. 2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN r n , 1 7 -17 Kronenburg, pakken, omslag. oe g p e, o sa. g Inventaris: R. Fruin Th.Azn., Inventaris van de oude archieven, aanwezig 8 tengemeen8 1 896 , bijlage tehuize van Loenen, in: Verslag S c) l8 2, blz. 240. Huis
158
LOOSDRECHT/LOPIK
GEMEENTE LOOSDRECHT
Adres
Nieuw-Loosdrechtsedijk 2, postbus 11, 1230 AA Loosdrecht. Telefoon 02158-1051. Openingstijden maandag t/m vrijdag 8.00-12.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Baljuwschap van de beide Loosdrechten, Mijnden, Teckop en Loenen Kronenburgsgerecht, 1720-1795, 0,1 m. Inventaris: R. Fruin Th.Azn., Inventaris van de oude archieven, aanwezig ten gemeentehuize van Loosdrecht, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 255.
Bestuur gerecht Loosdrecht, 1592-1810 (1813), 2 m. Inventaris: als voren, blz. 260.
Bestuur gerecht Mijnden, 1653-1810, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 282.
Bestuur polder Breukelerveen, Tienhoven en de Weerkampen van de Loosdrecht, (1684), 1769-1804, 1 pak, 1 katern, 1 omslag. Inventaris: als voren, blz. 282.
Gemeentebestuur van Loosdrecht, (1809), 1811-1940, 40 m. Inventaris: 1811-1813 als voren, blz. 284; supplement 1813-1940.
GEMEENTE LOPIK
Deemeente Lopik bij het A is aangesloten 8 J Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht (zie g ^ blz. 219).
159
MAARN/MAARSSEN
GEMEENTE MAARN
Adres Raadhuisplein 1, postbus 54, 3950 AB Maarn. 03432-1200. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 8.30-12.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Maarn en Maarsbergen, 1718-1811, 0,5 m. Plaatsingslijst.
Gemeentebestuur, 1819-1922, 9 m. Plaatsingslijst.
GEMEENTE MAARSSEN
Diependaalsedijk 19, postbus 1, 3600 AA Maarssen. 03465-63841. Telefoon Territoir opgeheven en met de gemeente Maarssen samengevoegd zijn de gemeente Maarssenbroek in 1857, de gemeente Maarsseveen per 1 juli 1949 en de gemeente Tienhoven per 1 juli 1957. Openingstijden na afspraak met afdeling interne zaken.
Adres
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Gemeentebestuur van Maarssen, 1814-1938, 50 m. Inventaris. N.B. De overige archieven van deze gemeente berusten tijdelijk in het Rijksarchief (zie blz. 79).
160
MAARTENSDIJK
GEMEENTE MAARTENSDIJK
Tolakkerweg 217, postbus 11, 3738 ZL Maartensdijk. 03461-2524. Telefoon Territoir aan Maartensdijk is - voor het overgrote deel toegevoegd het territoir van de voormalige gemeenten Achttienhoven, opgeheven per 1 januari 1954 en Westbroek, opgeheven per 1 juli 1957. Openingstijden na afspraak.
Adres
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Achttienhoven, gemeentebestuur van Achttienhoven, (1608) 1637-1850, 4 m. Inventaris: tot 1813: J.G.C. Joosting, Inventaris van de oude archieven, aanwezig ten gemeentehuize van Achttienhoven, in: Verslag (1895) bijlage B, blz. 79; supplement 1813-1850. N.B. Bevat ook de archieven van: het waterschap Achttienhoven, (1608) 1701-1811, en de polder Het Molenblok, ca. 1785; deze waterschapsarchieven berusten in het Rijksarchief (zie blz. 79).
Bestuur gerecht Westbroek, gemeentebestuur van Westbroek, 16251850, 9 m. Inventaris: tot 1813: J.G.C. Joosting, Inventaris van de oude archieven, aanwezig ten gemeentehuize van Westbroek, in: Verslag (1895), bijlage A, blz. 25; supplement IS13-1850. N.B. Bevat ook de archieven van: de Molenpolder, 1649-1814, en de polder Het Huis te Hart, 1809; deze polderarchieven berusten in het Rijksarchief (zie blz. 86).
Gemeentebestuur van Achttienhoven, 1851-1953, gemeentebestuur van Westbroek, 1851-1957, gemeentebestuur van Maartensdijk, ca. 1813-1925, 75 m. N.B. Het archief van het gerecht Oostveen is verloren gegaan.
161
MONTFOORT/MIJDRECHT
GEMEENTE MONTFOORT
Deemeente Montfoort is aangesloten bij het J Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht 8 8 (zie blz. 220).
GEMEENTE MIJDRECHT Raadhuisplein 1, postbus 161, 3640 AD Mijdrecht. Adres 02979-3030. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur. 1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Mijdrecht c.a. (districten Blokland en Kromme Mij-
drecht), 1639-1813 (1860), 6 m. Inventaris: G.W.A. Panhuijsen, Het archief der gemeente Mijdrecht, Bijlage A bij: Verslag van den Inspecteur der archieven van gemeenten... in de provincie Utrecht over 1928; bijvoegsel III bij: Verslag over den toestand der provincie Utrecht in 1928 (Utrecht 1929), blz. 8. N.B. Hieronder het archief van de veenderij onder Mijdrecht, 1708-1860.
Droogmakerij onder Mijdrecht, 1790-1860, 34 nummers. Inventaris: als voren, blz. 20.
162
MIJDRECHT/NIEUWEGEIN
Gemeentebestuur, (1806) 1814-1940, 75 Inventaris: 1850-1920 rubriekenlijst; m.b.t. de veenderij veenderij onder J ^supplement-inventaris pP Midrecht van het Gemeente-archief ^ 1813-1881: K. Heeringa, J g, Supplement-Inventaris pp Mijdrecht, J 8 1 bij:l Verslag8 van den Inspecteur van Midrecht Bijlage der archieven van e a gemeenp^ ten... in derovincie Utrecht over 1933; bijvoegsel III bij: J g J Verslag g over de dentoestand p derrovincie Utrecht in 1933(Utrecht 1934),blz. 11. P
3
VERZAMELINGEN Foto's en prentbriefkaarten, ca. 1900-heden, 1 doos.
GEMEENTE NIEUWEGEIN
Deemeente Nieuwegein bij het 8 8 is aangesloten 8 J Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht (zie blz. 221).
163
NIGTEVECHT/OUDE WATER
GEMEENTE NIGTEVECHT
Raadhuisstraat 30, 1393 NW Nigtevecht. Adres 02945-3828. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Nigtevecht, 1755-1769, 3 delen. Gemeentebestuur van Nigtevecht, 1818-1940, 25 m. Plaatsingslijst: tot 1924.
GEMEENTE OUDEWATER Deemeente Oudewater is aangesloten bij het l Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht 8 $ zie blz. 222).
164
POLSBROEK/RENSWOUDE
GEMEENTE POLSBROEK
bijl het Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht (zie Deemeente Polsbroek is aangesloten ^ 8 8 blz. 224).
GEMEENTE RENSWOUDE
Adres Dorpsstraat 4, postbus 8, 3927 ZL Renswoude 08387-1151. Telefoon Openingstijden na afspraak met afdeling interne zaken.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Renswoude, 1653-1803 (1811), 0,5 m. Inventaris: R. Fruin Th.Azn., Inventaris van het oud-archief der gemeente Renswoude, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 615.
Gemeentebestuur, 1813-1935, 26 m. 3
VERZAMELINGEN Foto's.
165
RHENEN
GEMEENTE RHENEN
Herenstraat 47, postbus 201, 3910 AE Rhenen. Adres 08376-9000. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 8.30-12.30 uur.
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1
ur 1337-1851 57 m. Stedelijkbestuur,, Inventaris: G. Stadermann, Inventaris van het archief deremeente Rhenen; bijlage J8 8 bi'J : Verslag van den Inspecteur der archieven van gemeenten... in de provincie Utrecht P 8 P ^ Utrecht over het J jaar 1926; 1926;bijvoegsel III bij: p 8 over den toestand der provincie J Verslag J 8 in 1926(Utrecht 1927); )^supplement-inventaris. PP an : re estenli'st (door G.W.A. Panhuijsen Nadere toegang: regestenlijst J ) ) in inventaris, blz. 87. N.B. Bevat ook de archieven van: Kerkmeesters van Rhenen; Wees- enastb heerlijkhei De huismeesters van Rhenen; Richters, dijkgraaf en heemraden der hooge heerlijkheid J g g
5 35 m. -12 r 1852-1925, Gemeentebestuur, inventaris. N.B. Bevat ook het archief van de Wees- enasthuismeesters van Rhenen. g
3
VERZAMELINGEN Foto's tweede wereldoorlog, 1940-1945, 1 doos. Foto's restauratie Cunerakerk (details).
166
SNELREWAARD/SOEST
GEMEENTE SNELREWAARD
Deemeente Snelrewaard is aangesloten bij Jhet Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht 8 g (zie blz. 224).
GEMEENTE SOEST
Adres Steenhoffstraat 2, postbus 2000, 3760 CA Soest. 02155-16744. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur en overigens op afspraak.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Soest en De Birkt, bestuur gerecht Isselt, gemeentebestuur, 1592-1815, 5 m. Inventaris: R. Fruin Th. Azn., Inventaris van de oude archieven aanwezig ten gemeentehuize van Soest, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 667.
Gemeentebestuur, 1813-1914, 20 m. Inventaris.
167
SOEST
Gemeentebestuur, (1892) 1914-1930 (1942), 6 m. Inventazis: J. Haanstra, Inventaris van het archief van het gemeentebestuur van Soest (1892) 1914-1930 (1942), (Soest 1983).
3
VERZAMELINGEN Kranten, 1921- heden. Foto's en prentbriefkaarten, ca. 1000 nrs.
168
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Adres Telefoon Territoir Openingstijden Faciliteiten
Alexander Numankade 199, 3572 KW Utrecht. 030-711814. in 1953 werd het grondgebied van de gemeente Zuilen bij de gemeente Utrecht gevoegd. maandag t/m vrijdag 9.00-16.30 uur, zaterdag 9.0012.30 uur (behalve juli en augustus). leesapparaten voor microfilms en -fiches; kopieerapparaten; fotografisch atelier; apparatuur voor diaprojectie; koffiekamer.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1.1
Algemeen plaatselijk bestuur Raad, a1122-1577, 21 m Inventaris: Muller, Catalogus le afd., 1-586, 813-835; Muller, Catalogus su l., 1-26. 8 8 pp Nadere toegang: S. Muller Fz., Regesten van het archief der stad Utrecht((Utrecht g 8 1896); klapper 1306-1579. PP op P de burgers, g Bronnenuitgave: Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301, uitgegeven door S. Muller Fz., A.C. Bouman, K. Heeringa en F. Ketner, 5 dln.Utrecht-'s-Gravenha ( 8e 1920-1959); S. Muller Fz., De middeleeuwse rechtsbronnen der stad Utrecht, 4 dln. ('s-Gravenha8ge 1883-1885) (OVR I,3).
Secretarie, 1528-1813, 55 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1-1066; Muller, Catalogus 3e afd., 1-228, 591808; Muller, Catalogus suppl., 608-615, 727-732. Nadere toegang: S. Muller Fz., Regesten van het archief der stad Utrecht (Utrecht 1896); lijst van nieuwe burgers, 1580-1828.
Secretarie, 1814-1969, 784 m.* Inventaris, 1814-1910; plaatsingslijst, 1911-1969.
Gecommitteerden ter Statenvergadering, (1492)-1795, 44 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3515-3751; Muller, Catalogus suppL, 602-617.
De gecommitteerden voor het vredescongres 1713, 1711-1713, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 2044-2047.
169
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Comité van algemeen welzijn, voor tusschenkomende zaken en tot dagelijksch voorkomende zaken, 1795-1808, 0,4 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 433-435.
Commissie tot dagelijks voorkomende zaken, 1808-1812, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 953-955.
Rechtskundige Commissie, 1900-1978, 4 m.* Inventaris. 1.2
Plaatselijke instellingen met een specifieke taak
Rechtspraak 1368-(1870),11,5m. Schepenbank,5 Inventaris: Muller, Catalogus le afd.,^ 6 52-726; Muller,, Catalogus suppl.,^ 5 . g supp S Nadere toegang: indices opp de registers van transporten en plechten, 8 P P , 1552-1577. N.B. Bevat ook de archieven van deerechten in de stadsvrijheid, stadsvrijheid 1375-1586. g ^
1577-1813, 125 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 2079-3357; Muller, Catalogus 3e afd., 469-546, 966-998; Muller, Catalogus suppl., 171-182, 489-493, 638-641, 700-703, 763. Nadere toegang: insides op de registers van transporten en plechten, 1577-1811; index op de transporten en plechten van percelen aan de Oudegracht, 1578-1811. N.B. Bevat ook de archieven van de schout, 1577-1799 (nrs. II 2249-2265); commissarissen tot de Baken van cleynder importantie, 1604-1794 (nrs. II 2854-3141); de pandverkopers, 1577-1811 (nrs. II 3230-3241; III 993-995); commissarissen tot de huwelijkse zaken, 1625-1789 (nrs. II 3294-3297); de geldhouder, 1607-1810 (nrs. II 3298-3302).
Bevolking N.B. Zie ook blz. 178
a n 1590-1811, v de burgerlijke r ri e stand, Retroacta van J
m
Beschrijving Inventaris: R. van Royen, overt J 8 van de doop-, P trouw- en begraafboeken, 8raa lijdensregisters enz. in de P provincie Utrecht, dateerende van voor de invoering lijdensre g 8 van den J bur erli' ken stand^ ('s-Gravenhagge 1930) 432-497, 628-632. burgerlijken Nadere toean g g: indices. N.B. Microfilms en -fiches beschikbaar.
Registers van de burgerlijke stand, 1812-1882, 20 m. Nadere toegang: indices. N.B. Microfilms aanwezig.
170
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Bevolkingsregisters, 1830-1935, ca. 200 m.* Inventaris. Nadere toegang: indices.
Financiën
Kameraars,1372-1573, 9m. Inventaris: Muller, Catalogus su 1. 27-27X . g l e afd., 587-651; Muller Catalo gus PP Bronnenuitgave: Oudste kameraars-rekening g g der stad Utrecht (1380), ^ )^ medegedeeld 8 door A.M.C. van Asch van Wick diplomaticus Neerlandicus,^ uit 8g. het Histo ^ J (Codex P risch Genootschap, P 2e serie, deel 2, le afd. p. p 77 ).
Finantiekamer, 1558-1816, 73 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1067-1383; Muller, Catalogus 3e afd., 229-338; Muller, Catalogus suppl., 117-135, 616-625.
Gecommitteerden tot de kommanderijen van Ingen en 's-Heerenloo, 1604-1807, 1,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1910-1912; Muller, Catalogus suppl., 145.
Gecommitteerden tot directie der stadsconventen, 1671-1707, 1,5 m Inventaris: Muller, Catalogus, II, 1943-1969.
Commissarissen tot de ontvangst der liberale gifte van 1748, 1748, 0,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus suppl., S 2e afd., 2048-2049; Muller,^ Catalogus 8 PP 147X . Nadere toegang: alfabetischeersoonskla P PPer.
Commissarissen tot de ontvangst der contributie van 11/2 %van het inkomen van 1753, 1753, 0,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 2056-2061.
Commissarissen tot de ontvangst van den 100en penning van 1793, 1793-1794, 0,6 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 2050-2055. Nadere toegang: alfabetische persoonsklapper.
Thesaurier (receveur communal) 1811-1812, 0,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus suppl., 742-743.
171
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Openbare werken Gecommitteerden tot den Rijndijk, 1604-1791, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1972-1976.
Buurten, 1614-1848, 0,3 m. Inventaris: Muller, Catalogus suppl., 149-170.
Gecommitteerden tot de schouwen, (1657)-1774, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1970-1971; Muller, Catalogus suppl., 146.
Gecommitteerden tot het zandpad van Utrecht naar Leiden, 15811799, 2,3 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1994-2022; Muller, Catalogus suppl., 147.
Gecommitteerden tot het zandpad van Breukelen naar Ouderkerk, 1625-1724, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1977-1984.
Gecommitteerden tot het zandpad van de Nieuwersluis naar den Hinderdam, 1627-1763, 0,1 m. Inventaris: Muller, Ca ta logus 2e afd., 1985-1993.
Watergraaf en deputaten tot den schouw van Vecht, Vaartschen en Krommen Rijn, 1808-1810, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 965.
Openbare orde en veiligheid, defensie Kolonel en hoofdmannen van de schutterij, 1610-1794, 0,6 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 2062-2072; Muller, Catalogus suppl., 148.
Compagnieën Papenvaandel, Oranjestam en Turkije, 1727-1786, 0,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 2073-2078.
Gecommitteerden tot de fabricage, kazerneering en inkwartiering, 1760-1813, 4,5 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 339-345, 809-917; Muller, Catalogus suppl., 7327X-741, 743'.
172
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Wijk Vrijheidsvaandel, 1795-1804, 0,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 464-468.
Burgerkrijgsraad, 1797-1812, 0,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 455-456, 957-958.
Brandweer, 1828-1945, 12,5 m. Inventaris.
Compagnie Vrijwillige Jagers der Utrechtse Hogeschool, 1830-1831, 0,6 m. Inventaris: W. van Beuningen, Inventaris van het archief der compagnie Vrijwillige Jagers der Utrechtse Hogeschool, in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968), blz. 7-13.
Muziekcorps van de dienstdoende schutterij van Utrecht, 1847-1899, 0,2 m. Inventaris. Gezelschap Utrechtse Brandweer, 1851-1953, 0,2 m. Inventaris. Bijzondere Vrijwillige Landstorm en Steun Wettig Gezag, 1945-1953, 0,2 m. Economische zaken Gecommitteerden tot e rijding,1599-18 1599-1835, 0,2 m 2 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 2033-2029. g N.B. De `rijding' bestond uit een wekelijkse wekelijkse controle naar kwaliteit en gewicht van het 8 brood, opgedragen aan een commissie uit de raad.
Commissarissen van het Postcomptoir (Gecommitteerden tot de Stads-Posterijen), 1656-1761, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e ofd., 2030-2043.
Commissarissen van het Keulsche Veer, 1799-1811, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 457-462, 961-964.
Gemeentelijke Voorzieningsdienst, 1914-1972, 40 m.
173
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Gemeentelijke Distributiedienst, le helft 20e eeuw, 9 m. Inventaris.
Sociale zorg Aalmoezenierskamer, 1627-1965, 26 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1824-1850; Muller, Catalogus 3e afd., 407-425, 945-952; Muller, Catalogus suppl., 631-633, 747; inventaris Secretarie.
Momboirkamer, 1623-1852, 40 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1384-1823; Muller, Catalogus 3e afd., 346-406, 918-944; Muller, Catalogus suppl., 137-138% , 626-631, 744-746; inventaris Secretarie.
Ambachtskamer, 1626-1823, 16 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 1851-1906; Muller, Catalogus 3e afd., 427-432; Muller, Catalogus suppl., 634-636, 748-761.
Algemene Commissie van liquidatie der zaken van de voormalige wees- en momboirkamers, (1678) 1713-1905, 2,5 m. Inventaris: J.E.A.L. Struick, Archief van de Algemene Commissie van Liquidatie der zaken van de voormalige Wees- en momboirkamers, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 1-9.
Stadsambachtskinderhuis, 1814-1973, 6 m.* Inventaris. Commissie tot ondersteuning van nagelaten betrekkingen van choleralijders, 1866-1910, 0,2 m. Inventaris: J.G. Riphaagen, Inventaris van het archief van de commissie tot ondersteuning van nagelaten betrekkingen van choleralijders, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 51-57.
Stadsarmenhuis, later Gemeentelijk tehuis voor ouden van dagen, 1893-1958, 1,5 m. inventaris
Commissies tot wering van schoolverzuim, 1901-1969, 2 m.* Inventaris Commissie Onderhoudsplicht, 1914-1965, 5 m. N. B. Onderdeel van Archief van de Armenraad, later Sociale Raad.
174
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Stichting tot het beheer en onderhoud van volkswoningen, 19241975, 23 m. Crisis-comité afdeling Utrecht, 1931-1935, 0,8 m. Nederlandsche Vereeniging voor jongeren `Union', afdeling Utrecht, 1932-1976, 0,4 m. Gemeentelijke Sociale Dienst, 1940-1955, 3 m. Sociale Raad, 1945-1965, 8 m. Plaatsingslijst.
Comité Utrecht Vluchtelingenhulp, 1956-1964, 0,5 m. N.B. Onderdeel van het archief van de Sociale Raad.
Stichting Jongeren Utrecht, 1968-1975, 0,5 m. Gezondheidszorg Collegium Medicum, 1609-1805, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus suppl., 144.
Plaatselijke commissie van geneeskundig toevoorzicht, 1801-1818, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 959-960; Muller, Catalogus suppl, 762.
Gezondheidscommissies, 1855-1949, 9 3m. Inventaris: J.G. Riphaagen, Inventaris van het archief der Utrechtse Gezondheidscommissies, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 17-39.
Vereeniging tot verbetering der volksgezondheid, 1866-1901, 0,2 m. Inventaris: J.G. Riphaagen, Inventaris van het archief van de vereniging tot verbetering der volksgezondheid, opgericht te Utrecht gedurende de cholera-epidemie in 1866, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 59-65.
1 86619 - 1 0 0 , 4m Choleracommissie, Inventaris: J.G. Riphaagen, Inventaris van het archief van de cholera-commissie, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 41-49.
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, Utrecht, 19141924, 2 m. 175
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Stichting Badhuizen, 1970-1979, 3 m. Onderwijs, wetenschap en cultuur Scholarchen van de Hieronymusschool, later het College van curatoren van het Stedelijk Gymnasium te Utrecht, 1587-1969, 6 m. Inventaris. N.B. Zie ook Muller, Catalogus 2e afd., 1907-1909.
Hieronymusschool thans Stedelijk Gymnasium, 1631-1973, 8 m. Inventaris: A.A.S. van Haersma Buma, Archief van de Hieronymusschool, thans Stedelijk Gymnasium te Utrecht, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 91-123.
Comité van publiek onderwijs, 1796-1802, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 454.
Gecommitteerden tot de Academische Zaken, 1803-1812, 0,05 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 956.
Trajectum College, voorheen Rijks HBS, (1860)-1982, 31 m. Middelbare Meisjesschool, 1875-(1970), 17 m. Schoolverenigingen van het Utrechts Stedelijk Gymnasium, 18761974, 7 m. Inventaris. Thorbecke-scholengemeenschap, voorheen Gemeentelijke HBS, 18681974, 14 m.* Inventaris. Collegium Willebrordi ac Domus Pauperum, 19e-20e eeuw, 0,6 m. N.B. Schoolfonds van het Utrechts Stedelijk Gymnasium.
Gemeentelijke HBS Catharijnesingel, 1902-1966, 4 m.* Inventaris.
Gemeentelijke Willem de Zwijger MAVO, (1952)-1977, 5 m. Plaatselijke Schoolmelk Comité, 1956-1980, 7 m. Plaatsingslijst.
176
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Schoolparlement van de Gemeentelijke Muziekschool, 1969-1984, 0,20 m. Plaatsingslijst.
Gemeentelijke arc n 1829-1970, et ie st14 m. Inventaris. N.B. Bevat ook de archieven van de commissie tot bijstand van het college J 8 van Burge8e meester en Wethouders in het toezicht opP het oud-archief, 1874-1913; >de rechtskundi1850 -. g e commissie, ^ ) 1913
1.4
Organen van stadsheerlijkheden, geannexeerde ambachten en gemeenten Stadsheerlijkheden Abstede, 1597-1812, 0,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3503-3504; Muller, Catalogus 3e afd., 589, 1023; Muller, Catalogus suppl., 598, 810.
Bemuurde Weerd, 1578-1824, 4 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3358-3422; Muller, Catalogus 3e afd., 547-571, 999-1007; Muller, Catalogus suppl., 493', 704, 799.
Catharijne, Hooge Weide en Lijnpad, 1593-1812, 1,5 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3457-3468; Muller, Catalogus 3e afd., 577-583, 1010-1015; Muller, Catalogus suppl., 724-725.
Hooge en Lage Weide, 1581-1811, 1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3469-3480; Muller, Catalogus 3e afd., 584-585, 1016-1018; Muller, Catalogus suppl., 595'-595 3x , 725"_725"
Hoogelanden, 1630-(1850), 0,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3445-3450; Muller, Catalogus 3e afd., 576; Muller, Catalogus suppl., 576-589.
Lauwenrecht, 1653-1811, 0,4 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3433-3444; Muller, Catalogus 3e afd., 573-574, 1009; Muller, Catalogus suppl., 573-575.
Nieuwe Oord, 1587-1711, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3432.
177
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Nieuwe Weerd, 1603-1812, 0,5 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3423-3426; Muller, Catalogus 3e afd., 572, 1008; Muller, Catalogus suppl., 4932-4934x
Omloop van St. Marie, 1588-1811, 0,3 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3505-3514; Muller, Catalogus 3e afd., 590, 1024; Muller, Catalogus suppl., 599-601, 811.
Proosdij van St. Jan, 1777-1811, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 575; Muller, Catalogus suppl., 719-723, 807-808.
Pijlsweerd (Oude Oord), 1472-1874, 1,5 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3427-3431; Muller, Catalogus suppl., 494-572, 705-718, 800-806.
Roodebrug (Achttienhoven of Proosdij van St. Jan), 1693-1811, 0,3 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3451-3456; Muller, Catalogus suppl., 590-595.
Soestbergen, 1525-1802, 0,1 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3494-3495; Muller, Catalogus suppl., 5955x
Tolsteeg en Klein Covelswade, 1594-1812, 1,2 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3481-3493; Muller, Catalogus 3e afd., 586, 1019-1020; Muller, Catalogus suppl., 595" , 809.
Wittevrouwen, 1591-1811, 1,3 m. Inventaris: Muller, Catalogus 2e afd., 3496-3502; Muller, Catalogus 3e afd., 587-588, 1021-1022; Muller, Catalogus suppl., 596-597, 726.
Geannexeerde gemeenten Zuilen, 1611-1953, 114 m. Inventaris: gedeeltelijk 1611-1859.
Retroacta van de burgerlijke stand, 1652-1812, 0,3 m. N.B. Microfilms aanwezig.
Registers van de burgerlijke stand, 1812-1882, 0,3 m. Nadere toegang: indices.
178
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
bevolkingsregisters, 1851-1939, 10,4 m.* Nadere toegang: index.
1.7
Organen van de centrale overheid Notarissen, ota assen 14e eeuw-1895, 321 m. Inventaris: W.B. Heins en J.A.C. Mathijssen, Inventaris van de notariële archieven in de provincie Utrecht 1346 1560-1895(Utrecht 1982) Inventarisreeks 34). Nadere toegang: index opp de protocollen van enige P g Utrechtse notarissen uit de 17e eeuw, door C.A. de Kruyff. de gehele reeks in bewerking.g Y Indices opP g
Vredegerechten van enkele politie, 1811-1838, 7 m. Inventaris: Le Cosquino de Bussy, Catalogus, 88-95.
Rechtbank van eerste aanleg, 1811-1838, 19 m. Inventaris: als voren, 1-48, 52-54, 183-195.
Collegiën, belast met de rechtspraak over schutters, 1815-1844, 1,5 m. Inventaris: als voren, 206x-2067`.
Kamer van arbeid voor de confectiebedrijven, 1899-1922, 0,4 m. Inventaris: Inventaris van het archief van de kamer van arbeid voor de confectiebedrijven te Utrecht, in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968), blz. 109-113.
Rijksdienst Kunstbescherming, afdeling Utrecht, 20e eeuw, 0,2 m. 2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN
2.1
Instellingen van economische aard Familie Kol, de bankiersfirma's Vlaer & Kol, Kol & Co en de NV Crediet- en Depositokas, (1516) 1719-1964, 20,5 m. Inventaris: G. van der Beek en J.C. Andries, Inventaris van de archieven van de familie Kol, van de bankiersfirma's Vlaer & Kol, Kol en Co en van de NV Crediet- en Depositokas, 15I6, 1719-1964, in: Gebundelde inventarisssen, 4 (Utrecht 1980), blz. 7-70.
NV, De Korenschoof17 177 8 1779-1970, 5,2 m Inventaris: A.N. Beets, Inventaris van het archief van `De Korenschoof', in: Gebundelde inventarissen, 4 (Utrecht 1980), blz. 85-124. N.B. Bevat de archieven van: de aan De Korenschoof NV voorafgaande firma's, ,
179
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
(1738) 1779-1857; De Korenschoof NV, 1857-1970; Stichting 8 De Korenschoof, 19601970; dochtervennootschappen van De Korenschoof NV, 1916-1970; Stichting8 PenpP sioenfonds van het personeel van De Korenschoof NV, 1929-1965; Vereeni8in 8 Utrechtsch Harmonie Orkest De Korenschoof, 1924-1938.
Zoutziederijn .e m. A.C.J. .. van e 17 - 1 4 a Eelde, Inventaris: E.E. Richter-van den Boo8aard Inventaris van het archief van de zoutziederi' 7 C.M. en A.C.J. van Eelde te Utrecht, in: Gebundelde inventarissen, 4 (Utrecht 1980), blz. 71-84.
Departement Utrecht der Nederlandsche Maatschappij voor nijverheid en handel, 1778-1929, 2,8 m. Inventaris: J.W.C. van Campen, Inventaris van het archief van het Departement Utrecht der Nederlandsche Maatschappij voor nijverheid en handel, in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968), blz. 71-87.
Loodwitfabriek Greve, 1798-1960, 0,2 m. Inventaris.
Utrechtsche Brandwaarborg- en Verzekeringmaatschappijen, 18111939, 12 m. Inventaris. N.B. Bevat ook het archief van de Nederlandsche Maatschappij van Brandverzekering Tiel, 1833-1939.
`D Aker', Brouwerije e 1834-1875,0 3 m. Inventaris: G. van der Beek, Inventaris van het archief van de brouwerij l `De Aker', in: Gebundelde inventarissen, 4 (Utrecht 1980), blz. 125-132.
Muziekhandel H. Rahr te Utrecht en Arnhem, 1835-1955, 10 m. Inventaris.
NV Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek voorheen G. Ribbius Peletier jr., 1844-1943, 16 m. Inventaris: J.H. Coelingh Bennink, Inventaris van het archief van de N.V. Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek voorheen G. Ribbius Peletier Jr. te Utrecht, in: Gebundelde inventarissen, 4 (Utrecht 1980), blz. 133-153.
1 5 -1 t Utrecht,2 Handelssociëteite
m
Inventaris: A. Graafhuis, Inventaris van het archief van de Handelssociëteit te Utrecht, in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968), blz. 89-99.
180
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
N NV
e ste r1 ou W,-1 tr ec tsc eWesterbouw',
0,5 m.
Inventaris: G. Brinkhuis, Inventaris van het archief van de Naamloze Vennootschap `Utrechtsche Westerbouw', in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968), blz. 101-107.
Grofsmederij Hórmann, 1890-1928, 26 m. NV Machinefabriek Jaffa, 1891-1974, 2 m. Inventaris. Machinefabriek Jansen & Sutorius, 1896-1963, 6 m. Inventaris. Transportbedrijf C. van der Lee, 1923-1941, 0,2 m. Hotel Pays-Bas, 1935-1973, 0,7 m. Sportzaak Lammerts van Bueren, le helft 20e eeuw, 3 m. Nationale Werkgevers Verzekeringsmaatschappijen, le helft 20e eeuw, 5 m. Stichting Personeelsvoorziening (Stipevo), 1972-1980, 33 m. 2.2
Instellingen
van sociale zorg
Armen- en bejaardenzorg Regenten van het Gereformeerd Burgerweeshuis, 1289-1865, 13,5 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 850-1243. N.B. Bevat ook de archieven van het Regulierenklooster, 1289-15%; St. Elizabethsgasthuis, 1398-1599; Bank van leening, 1546-1865.
Broederschappen, 1
- , 5 2 m m.
Inventaris: Muller, BA I, 148-374. N.B. Bevat de archieven van: Onze Lieve Vrouwen-broederschap P ter Nood Gods in de St.Jacobskerk,> 1308-1615; Onze Lieve Vrouwen-broederschap vijf kaPittelkerP in de vijf vijf kapittelkerken, ken> 1309; Priester-broederschapP in de vijf 1326-1612; Kleine KalendeP broederschaP in de vijf kapittelkerken, 1365-1612; 1365-1612; Groote Kalende-broederschap vijf P in de P vijf P ter Nood Gods in ^ 1370-1611; Onze Lieve Vrouwen-Broederschap P J kapittelkerken, de St. Nicolaaskerk, 1390-1606; St. Maria Ma8dalena-broederschap in het Wittevrou-
181
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
wenklooster, 1390-1612; St. Jans-broederschap p in de St. Janskapel, Pe> 1398-1454;> Onze Lieve Vrouwen-broederschap p in het Predikheerenklooster, 1403-1614; H. Sacramentsbroederscha in de Buurkerk, 1406-1613; H. Kruis-broederschap in de St. Jacobskerk,, p 1428-1607; Broederschapp der 1410-1609; St. Sebastiaans-broederschap p in de Buurkerk, 1428-1607; ellendige 8 zielen in de Buurkerk, 1436-1612; St. Servaas-broederschap p in de St. Servaasabdij, J 1437-1546; H. Kruis-broederschap p in de Buurkerk, 1437-1614; St. Antoniesbroederschap in de Jacobskerk, 1439-1612; H. Drievuldigheids-broederschap 8 P in de Buurkerk, 1446-1615; St. Jacobs-broederschap p in de St. Jacobskerk, 1450-1503; St. Antonies-broederschap p in de St. Janskerk,^ 1450-1608; Jerusalem-broederschap p in de vijf 1452; St. Antonies-broederschapp in de Buurkerk, 1452-1528; 1452-1528; BroeJ kapittelkerken, p derschap van de poerte des hemels in de Buurkerk, 1452-1575; 1452-1575; St. BarbaraP broederschaP in de St. Jacobskerk, 1455-1621; H. Kruis-broederschap p in de St. Nicolaaskerk, 1463-1615; St. Adriaans-broederschap 1467-1625; H. Kruisp in de Buurkerk, 1467-1625; broederschap in de St. Geertruidakerk, 1468-1614; St. Huberts-broederschapp in de St. Jacobskerk, 1475; St. Barbara-broederschap p in de St. Nicolaaskerk, 1477-1611; St. Ewouts-broederschap in de St. Nicolaaskerk, 1488-1607; St. Hubertus-broederschapp en p St. Anna-zusterschap in de St. Nicolaaskerk, 1488-1613; H. Sacraments-broederschap p in het Minderbroedersklooster, 15e eeuw; St. Anna-broederschap p in de Buurkerk, 1501-1534; St. Antonies-broederschap p in de St. Nicolaaskerk, 1501-1605; St. Annabroederschap in het Karmelietenklooster, 1503-1504; Geerten-broederschapp in de St. Geertruidakerk, 1512; Onze Lieven Vrouwen Visitatie-broederschap p in het Cellebroedershuis, 1536; H. Sacraments-broederschap p in de St. Jacobskerk, 1537-1601; St. Anna-broederschap p in de St. Geertruidakerk, 1552-1614; H. Geest-broederschap p in de Buurkerk, 1560; St. Stevens-broederschap abdij Oudwijk, p in de abdij J 1574-1577; Onze Lieven Vrouwen-broederschap p in de St. Geertruidakerk, 1584-1614; St. Joostenbroederschap in de St. Jacobskerk, 16e eeuw.
Rentmeester der gecombineerde broederschappen, 1615-1675, 0,25 m. Inventaris: Muller, BA I, 375-386.
Heilige Leesthuis, 1307-1940, 3 m. Inventaris: Muller, BA I, 387-416x
Melatenhuis, 1350-1785, 0,07 m. Inventaris: Muller, BA I, 446-484.
St. Margaretenhof, 1356-1940, 2 m. Inventaris: Muller, BA I, 485-512.
Fundatie van jhr. J. Ruysch Az., 1371-1688, 0,3 m. Inventaris: Muller, BA I, 667-691.
Fundatie van mr. Evert van de Poll, 1380-1857, 0,25 m. Inventaris: Muller, BA I, 652-6668`.
182
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Fundatie van Adriaan Beijer Hendriksz. en Alijdt Jansdr. de Bruyn (Beijers-cameren), 1434-1929, 3 m. Inventaris.
Fundatie van Thomas van Nykercken, 1495-1940, 6,2 m. Inventaris: Muller, BA I, 539-6242".
Fundaties van Pelt, Willem van Drielenburch en Schoormond, 15191908, 4 m. Inventaris.
Fundatie van Huybert Edmontsz van Buchell, 1549-1949, 0,4 m. Inventaris: Muller, BA I, 625-651.*
Collegium Willebrordi, 1551-1920, 0,6 m. Inventaris: Muller, BA I, 513-538.
Gereformeerd Burgerweeshuis, sedert 1954 Evert Zoudenbalch Huis, 1582-1949, 54 m. Inventaris: H.C. Hazewinkel, G. Brinkhuis en A. Graafhuis, Inventaris van het archief van het Gereformeerd Burgerweeshuis (sedert 1954 Evert Zoudenbalch Huis) (Utrecht 1967).
Fundatie van Maria van Pallaes, 1585-20e eeuw, 0,76 m. Inventaris: Muller, BA I, 692-718.
Eleemosynae van Oudmunster, 1609-1950, 3 m. Inventaris: Muller, BA I, 417-445.
Oude RK Aalmoezenierskamer, 1692-ca. 1930, 13 m. RK Parochieel armbestuur, 1746-1928, 16,5 m. Inventaris
Fundatie Vrijvrouwe van Renswoude, 1641-1933, 11 m. Inventaris.
Fundatie van de Kamer van Hogelanden, 1812-1960, 0,2 m. Inventaris.
183
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Vereeniging tot hulpverleening aan (behoeftige) kraamvrouwen, voorheen Mij. van moederlijke liefdadigheid of verzorging van kraamvrouwen binnen Utrecht, 1830-1973, 1 m. Inventaris. St. Vincentiusvereniging, 1849-1972, 6,5 m. Inventaris.
naar a behoeftigen, e oetg e o Bureau vanna
7- 1 1
, m
Inventaris: G. Brinkhuis, Inventaris van het archief van het bureau van informatie naar behoeftigen, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 11-15. 8
Commissie tot kleding en dekking, 1879-1976, 0,5 m. Inventaris. Fundatie Het Heilige Leesthuis binnen Utrecht, 1920-1965, 0,1 m. Gods- en gasthuizen St. Joosten-gasthuis, 1377-1613, 0,05 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 2505-2510. St. Jacobs-gasthuis, 1416-1615, 0,12 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 2498-2504.
St. Martha-gasthuis, 1463-1486, 0,02 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 2511-2513.
Broederschap van het St. Barbara- en St. Laurensgasthuis, 13111828, 2,6 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 1249-1600. St. Bartholomeus-gasthuis, 1390-1817, 6 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 1601-1832.
Heilige Kruis-gasthuis, 1412-1811, 3,5 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 1833-1981.
St. Jobs-gasthuis, 1432-1817, 1,25 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 2081-2199.
184
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Armen-Noodhulp, 1432-1817, 2 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II 2262-2390.
Gasthuis Leeuwenberch, 1440-1828, 3 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 2200-2252.
St. Maartens-gasthuis, 1454-1796, 2 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 2050-2080.
Zuylens-kameren, 1530-1868, 1,50 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 2391-2440.
St. Apostel-gasthuis, 1573-1818, 0,06 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 2253-2261.
St. Antonie-gasthuis, 1601-1816, 2 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 1982-2049.
St. Catharijne-gasthuis, 1659-1817, 0,04 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 1244-1248.
Verenigde Gods- en Gasthuizen te Utrecht, 1817-1925, 35 m.* Inventaris: J.N. van der Meulen, Inventaris van het archief der Verenigde Gods- en Gasthuizen te Utrecht, 1817-1925 (Utrecht 1977).
Bartholomeï-gasthuis, 1925-1975, 22 m. Volkshuisvesting Utrechtse Coöperatieve Bouwvereniging Samenwerking, 1901-1940, 0,5 m. Inventaris: Inventaris van het archief van de Utrechtse Coöperatieve Bouwvereniging `Samenwerking', in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968), blz. 115-120.
Buurtcomité tussen de grachten, 1974-1980, 1 m. Utrechtsche Woning Maatschappij, 20e eeuw, 14,5 m.
185
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Hulpverlening in verband met bijzondere omstandigheden ' g, ' ne ri' u s- st^' cht in c ri
1908-1981,
2 m.*
N.B. Beurzenfonds voor medische en farmacologische studenten. 8
Comité voor ontspanning der Belgische geïnterneerden te UtrechtZuilen, 1916-1918, 0,1 m. Inventaris: J.W.C. van Campen, Inventaris van het archief van het Comité voor ontspanning der Belgische geïnterneerden te Utrecht-Zuilen, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 77-81.
Utrechtsche Vrouwelijke Vrijwilligers, 1945, 0,1 m. Stichting Nederlands Volksherstel, plaatselijke afdeling Utrecht, 1945-1948, 2,5 m. Inventaris. 2.3
Vak- en standsorganisaties
en - fondsen
1 41-18 9 3 m m. Gilden, 3 Inventaris: Muller, BA I, 1-147. snijders/kleermakers N.B. Bevat de archieven van deilden der smeden, 1341-1767; snijders/kleermakers, 8 1347-1654,1789-1883; 1789-1883; marslieden, 1350-1899; linnenwevers, 1366-1709; oude wantsni'J bijlhouwers-knecht ziekenders, 1400-1798; riemsnijders, 1417-1852; bilhouwers en bilhouwers-knechts J l dodenbus, 1434-1872(1937); wantsnijders, 1477-1799; zadelaars, 1508; vischkooJ 1540-1766/1804-1820; molenaars, 15401525-1802;• grauwwerkers/bontwerkers, ers 1525-1802 pers, 8 1852; louwers,, 1545-1805; wollewevers, 1548; goudsmeden, 1551-1810; tinnegieters, 8 8 1574-1756; brouwers, 1595-1715; knoppenmakers, 1601-1767; chirurgijns, 1607-1812; antyksnijders, van de Amsterdamsche Volksschuit, 1618-1807; PP Y J , 1611-1792; schippers zakkendragers, lijndraaiers, 1627-1660; tappers, 1652-1653; zakkendra PP g , 1622-1857; lontmakers- en lijndraaiers, apothekers, 1655-1799; tabaksverkopers, 1657-1798; wolkammers, 1685-1869; oude corduaniers en oude en nieuwe schoenmakersbus, 1735-1958; wolspinners, 1742-1754; P letterzetters- en boekdrukkers, 1742-1792; korenknoopers, 1773-1786; steenbikkers, P 1784-1840; bakkers, 1804-1825; sterkedrankverkoers, 1894-1954. P
Rijnschuitenschippers-gild, 1784-1815, 0,01 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 463.
Gecommitteerden tot de gilden, provisionele commissarissen tot de voormalige gilden, en college van koophandel, 1796-1806, 0,3 m. Inventaris: Muller, Catalogus 3e afd., 436-453; Muller, Catalogus suppl., 63-71.
186
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Vereniging van fabrieks- en handwerkslieden, 1877-1903, 0,4 m. Leo-vereniging, 1892-1965, 0,3 m. Inventaris. N.B. Katholieke middenstandsvereniging.
Nederlands Katholiek Vakverbond, afdeling Utrecht, 1893-1974, 11 m.* Plaatsingslijst. N.B. Bevat ook de archieven van RK Werkliedenvereniging, 1893-1974; Katholieke Arbeidersbond, 1893-1974; Vereniging tot instandhouding van huize St. Jan.
Katholieke werkende jongeren, 1972-1980, 0,5 m. 2.4
Instellingen op het gebied van de volksgezondheid Regenten van het Krankzinnigengesticht, 1416-1860, 4 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 2514-2651.
Utrechts Geneeskundig Gezelschap Matthias van Geuns, 1793-1926, 0,6 M. Inventaris: H.C. Hazewinkel, Inventaris van het archief van het Utrechts Geneeskundig Gezelschap Matthias van Geuns, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 137-141.
Algemeen Ziekenhuis, 1840-1924, 78 m. Diakonessenhuis, 1844-1970, 8 m. Inventaris: A.B.R. du Croo de Vries, Inventaris van het archief van het Diaconessenhuis te Utrecht, 1844-1970 (Utrecht 1982).
Za neren t^tuut 1879-1931, 0 2 m. s Campen Inventaris: J.W.C. van Cam en, Inventaris van het archief van het Zanderinstituut, Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 67-75. N.B. Inrichtin heilgymnastiek volgens de methode van de Zweedse 8eneeskundiInrichtingvoor 8Y 8 ge J.G.W. Zander.
Utrechtsche Vereeniging tot bescherming van zuigelingen, 1910-1965, 1,1 m. Inventaris.
187
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Penningmeester van het Centraal Genootschap voor kinderherstellingsoorden en gezondheidskolonies, afdeling Utrecht II, 1969-1973, 0,2 m. 2.5
Instellingen op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur Onderwijs Hervorm eemeentesc oen(1689) 1840-1945, 5 1 g Inventaris.
m.
N.B. Bevat ook de archieven van: Stichtingg Hervormde scholen te Utrecht voorheen ^ Diakoniescholen, later Nederduitsche Hervormde Gemeentescholen),), 5,; V erenigg in tot het beheren der Nederduitsch-Hervormde bewaar-,, naai- en breischool in de wijk Oudwijk J te Utrecht, 1911; Vereniging 1^ 8 tot stichting$ en instandhouding8van Christelijke 1890-1914; Burgerscholen Christelijke der Nederduitsche Hervorm0 rm scholen in Utrecht, 1890-1914; 8 deemeente, 1900-1936; ^ Inrichting8 voor haveloze kinderen,, 1840-1959. g
Vereniging tot bevordering van algemeen voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs, de scholen Puntenburg en Zuilenburg, 1895-1982, 6 m. Inventaris.
Vereniging voor christelijk nationaal schoolonderwijs te Zuilen, 1914-1978, 0,5 m. Wetenschap Leesgezelschap D' Eendragt, 1806-1946, 0,3 m. Inventaris.
Utrechtsch Scheikundig Leesgezelschap, later Natuurkundig Leesgezelschap 1849-1917, 0,1 m. Inventaris: J.W.C. van Campen, Inventaris van het `Utrechtsch Scheikundig Leesgezelschap', later `Natuurkundig Leesgezelschap', in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 153-157.
Maandagavondgezelschap, 1876-1967, 0,5 m. Inventaris. Leesgezelschap Van allerlei slag, 1886-1973, 0,5 m.
188
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Donderdagavondgezelschap, 1895-1975, 0,5 m. Inventaris.
Cultuur Collegium Musicum Ultrajectinum, 1631-1826, 4 m. Inventaris. N.B. Bevat ook de collectie J. Hora Siccama.
Sociëteit Sic Semper, 1699-1914, 1,5 m. Inventaris: C.L. de Leur, Archief van de Sociëteit Sic Semper (Utrecht z.j.).
Provinciaal Utrechtsch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen, 1720-1967, 11 m. Inventaris: C.L. de Leur, Inventaris van het archief van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen, herzien door A. Graafhuis en J.G. Riphaagen, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 125-135.
Departement Utrecht van de Maatschappij tot nut van 't algemeen, 1786-1961, 15,5 m. Inventaris: A.B.R. du Croo de Vries, Inventaris van het archief van het departement Utrecht van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, 1786-1961 (Utrecht 1980).
Genootschap `Kunstliefde', 1807-1977, 9 m. Inventaris: J.G. Riphaagen, Inventaris van het archief van het Genootschap Kunstliefde, in: Gebundelde Inventarissen, 5 (Utrecht 1983), blz. 7-110. N.B. Bevat ook het archief van het Boellaard-fonds, 1872-1940.
Vereniging Het Leesmuseum en Het Utrechtsch Leesmuseum, 18391930, 0,4 m. Inventaris: J. Fox, Inventaris der archieven van de vereniging Het Leesmuseum (18391896) en Het Utrechtsch Leesmuseum (1896-1930), in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 143-151.
Koninklijke Utrechtse Mannet^ zangvereniging, 1849-1965, 2,8 m. Inventaris.
Utrechtse Rederijkerskamer Jan van Beers, 1861-1962, 1,1 m. Inventaris.
189
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Schouwburg Tivoli, 1880-1981, 15 m.* Inventaris: J.N. van der Meulen, Inventaris van het archief van de NV Tivoli te Utrecht, 1880-1981 (Utrecht 1982).
Utrechtse Rederijkerskamer Molière 1886-1969, 3,3 m. Inventaris. N.B. Bevat ook het archief van de Jubileumcommissie U.R.K. Molière.
Leesgezelschap voor onderwijzers te Utrecht, 1891-1967, 0,1 m. Inventaris.
Muzikale Kring, 1893-1950, 0,6 m. Inventaris.
n 1 Voor 00 de Kunst
-1
,
m.
Inventaris: F.A.M. Hennekam, Inventaris van het archief van de Vereniging 88 `Voor de Kunst', in: Gebundelde inventarissen, 5 (Utrecht 1983), blz. 111-153.
Utrechtsche Gymnasiale Vereeniging Ars et Amicitia, 1899-1965, 1 m. N.B. Schoolvereniging van het Christelijk Gymnasium.
Vriendenkring Oudwijk, 1915-1955, 0,5 m. Historische vereniging Oud-Utrecht, 1923-1980, 4 m.* Utrechtse klokkenspelvereniging, 1928-1980, 0,2 m. Het Krijtje, 1933-1946,01 m. >
Inventaris: F.A.M. Hennekam, Inventaris van het archief van het Utrechts Teken8e Gebundelde inventarissen, 5 (Utrecht 1983), blz. 155-160. zelschaP `Het Krijt JJ', je
Stichting Kunstbevordering, 1958-1981, 0,1 m. Vereniging Dom 600, 1981-1982, 0,05 m. 2.6
Instellingen op het gebied van sport, recreatie en evenementen
Sportverenigingen Utrechtse studenten roeivereniging Triton, 1880-1979, 7,5 m. Inventaris.
190
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Utrechtse cricket- en voetbalvereniging Hercules, 1882-1982, 3 m. Plaatsingslijst: gedeeltelijk.
Utrechtsche hockeyvereeniging Kampong, 1902-1981, 4 m. Inventaris.
Utrechtsche Philatelisten Vereeniging, 1906-1970, 2 m. Utrechtse Studenten Alpenclub (USAC), 1928-1984, 2 m. RK Wandelvereniging Zuiderkruis, 1958-1961, 0,4 m. Utrechtse vrouwelijke studenten roeivereniging 0 Popoi, 1960-1973, 0,2 m. Inventaris.
Utrechtse studenten hockey club, 1971-1981, 2 m. Studentenverenigingen Utrechtsch Studenten Corps, 1844-1969, 48 m. Plaatsingslijst.
Utrechtsche Vereeniging van Vrouwelijke Studenten, 1902-1969, 40 m. Plaatsingslijst.
Unitas Studiosorum Rheno-Trajectina, 1911-1981, 24 m. Inventaris: J.A.C. Mathijssen, Inventaris van de archieven van de Sociëteit `lungrt iunctos et servat amicos', 1882-1885, de Utrechtsche Studentenbond, 1891-1911, Unitas studiosorum Rheno-Trajectina, 1911-1969 (1981) (Utrecht 1983).
Utrechtse Studentenvereeniging Prometheus, 1945-1969, 5,5 m. Inventaris.
Katholieke Meisjesstudenten Interacademiale, 1957-1960, 0,4 m. Nieuwe Vereniging van Vrouwelijke Studenten Utrecht, 1960-1974, 11 m. Plaatsingslijst.
191
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Overige ontspanningsverenigingen Koninklijke Scherpschuttersgenootschap (vroeger Jachtvereniging) St. Hubert 1771-1933, 0,3 m. Inventaris: Inventaris van het archief van het Koninklijk Scherpschuttersgenootschap (vroeger Jachtvereniging) St. Hubert te Utrecht, in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968) blz. 1-5.
Vereniging Koninginnedag Utrecht, 1907-1961, 0,1 m. Inventaris.
Christelijke Oranjevereniging Vorstenhuis en Vaderland, 1923-1982, 0,5 m. mmittee 1 4 5 EntertainmentCommittee
m.
J.C. Andries, Inventaris van het archief van het Entertainment Committee, Utrecht, in: Gebundelde inventarissen, 2 (Utrecht 1969), blz. 83-89.
Broederschap van oud-padvinders, afdeling Utrecht, 1952-1970, 4 m. 2.7
Instellingen
op politieke en ideële grondslag
Afdeling Utrecht van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, 18141950, 1 m. Inventaris.
Bijbelvereniging, 1816-1901, 0,1 m. Inventaris. Theologisch-litterarisch gezelschap Secor Dabar, 1844-1969, 4 m. Inventaris.
Nutshulpbank, 1852-1983, 0,4 m. Plaatsingslijst.
Scherpschuttersvereniging cersc g g De Zwijger, ^g 1865-1905, 1 m p butte rsvere ninDZie Zwijger Inventaris: Inventaris van het archief van de scherpschuttersvereniging`De Zwi' er' te 1(Utrech 1968), blz. 15-21. in: Gebundelde inventarissen, 1Utrecht Doel: bevorderingg van 's lands weerbaarheid.
192
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Centraal comité van de Nederlandse Weerbaarheidsbond, 1866-1890, 0,1 m. Inventaris: Inventaris van het archief van het Centraal Comité van de Nederlandse Weerbaarheidsbond, in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968), blz. 29.
Vereniging tot bevordering van 's-Lands Weerbaarheid, 1866-1920, 1 m. Inventaris: Inventaris van het archief van de vereniging 88 tot bevordering 8 van 's-Lands Weerbaarheid, in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968),blz. 23-28.
(Oud) Christelijk-historische kiesvereeniging, 1899-1918, 0,2 m. Inventaris. Vereniging e Vrijwillige eni inBurgerwacht,1 m. g g ^ . Inventaris: Inventaris van het archief van de vereniging 8 8 `Vrijwillige J S Burgerwacht', 8 ^e 8vestig d te Utrecht, in: Gebundelde inventarissen, 1 (Utrecht 1968), ( )^blz. 35-39.
Stichting Morgenlandzending, 1934-1975, 1 m. Inventaris. Nationaal Willibrord-Comité, 1936-1947, 0,9 m. Inventaris. Anti-revolutionaire Kiesvereniging Utrecht Noord/Zuilen, 1957-1979, 0,5 m. 2.8
Geloofsgemeenschappen en andere instellingen van godsdienstig leven Rooms-katholieke kerk Begijnhof, 1284-1671, 1 m. Inventaris: Muller, BA I, 776-889.
-17 Kloosters, oostes 1 m. Inventaris: Muller, BA I, 719-775, 890-1452. N.B. Bevat de archieven van: Convent van St. Cecilia, 1333-1670; Convent van St. Nicolaas, 1337-1670; Brigitten-klooster (Onze Lieve Vrouw in de Zon), 1371-1668; Convent van St. Ursula, 1378-1670; Convent Bethlehem, 1378-1676; Convent van St. Maria Magdalena, 1386-1671; Convent van St. Agnes, 1394-1668; Convent Jerusalem, g g 1419-1670; Convent van St. Anna (Nieuwklooster), 1440-1671; St. Hieronymushuis, Y 1454-1593; Cellebroedershuis, 1467-1577; Karmelietenklooster, 1489-1585; Minderbroedersklooster, 1504-1505. N.B. Zie voor het Regulierenklooster BA II, 850-999.
193
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
St. Willibrordusparochie, 1373-1883, 2 m. Plaatsingslijst.
Bethlehemklooster, 16e eeuw, 0,1 m. Kerk in de Walsteeg, 1669-1895, 0,4 m. Inventaris. Catharinaparochie, (1634) 1853-1969 (1978), 7,5 m.* N.B. Bevat ook het archief van de RK Stichtse Scholengemeenschap.
Martinusparochie (1628) 1853-1972, 3,5 m.* Nederlandse Hervormde kerk Kerkeraad der Hervormde gemeente Utrecht, 1590-1958, 22,5 m. Inventaris. Kerkvoogden der Nederduitsche hervormde gemeente, 1306-1900, 45,5 m. Inventaris: Schuylenburg, BA II, 1-849. N.B. Bevat ook de archieven van de kerkmeesters van de Buurkerk, de St. Jacobskerk, de St. Nicolaas kerk, de St. Geertruidenkerk en de Engelse Kerk.
Kerkvoogdij der hervormde gemeente, 1798-(1960), 21 m. Inventaris.
Diako pie van de hervormde gemeente, 1784-1969, 52 m.* Plaatsingslijst.
Fondsen in beheer bij de oudste predikanten van de Nederlands hervormde gemeente Utrecht, 1402-1944, 0,3 m. Inventaris.
n 1 Lee uw e n er g g em eete
1-1
7 , m. 7,5
Inventaris. Kerkelijke N.B. Bevat de archieven van Kerkelijke Vrijheid 1891 kiesvereniging 8g Godsdienst en Vrijheid, Commissie voor godsdienstoefeningen (NPB, afdeling Utrecht), 1892-1931; Vereniging van vrijzinnig 8 hervormden, afdelinggUtrecht, 1907-1968; Nederlandse ProtestanJ tenbond afdeling Utrecht, J gg Odith, ^ 1919-1969; Vrijzinnig 8 ^ 1911-1966; Vrouwenvereniging Christelijke Jeugd h emeente, Christelijke g Utrecht, 1935-1958; Leeuwenberg8 8 Gemeenschap, P afdeling
194
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
1936-1967; Activeringscommissie (NPB, afdeling Utrecht) 1940-1949; Vrijzinnig Christelijke Jongerenbond, afdeling Utrecht, 1945-1959; Wijkcommissie, 1948-1959; Bazarcomité Odith, 1952-1956.
Protestantse Vereniging onder de zinspreuk `Unitas', 19e-20e eeuw, 1 m. Hervormde gemeente Zuilen, 1634-1970, 4 m. Inventaris. Utrechtse Stedelijke Raad van kerken, 1970-1976, 0,5 m. Gereformeerde kerken Gereformeerde Kerk Utrecht, 1838-1965, 40 m.* Kerkeraad algemene zaken van de Gereformeerde Kerk UtrechtNoord, 1956-1979, 4 m.* Plaatsingslijst.
Kerkeraad algemene zaken van de Gereformeerde Kerk Utrecht-Oost, 1970-1979, 2 m. Andere geloofsgemeenschappen Remonstrants-gereformeerde gemeente Utrecht, 1632-1973, 31,5 m. Inventaris: A. Graafhuis, G.J. Róhner en H.Ch. Schoonhoven, Inventaris van het archief der Remonstrants-Gereformeerde gemeente te Utrecht, in: Gebundelde inventarissen, 3 (Utrecht 1973), blz. 39-77.
Doopsgezindeemeente Utrecht, 1639-1961,1 m. g Inventaris: J.G. RiP haagen m.m.v. A. Graafhuis, Inventaris van het archief der Doopsgezinde Gemeente, in: Gebundelde inventarissen, 3 (Utrecht 1973),blz. 1-38. ^
Evangelisch-Lutherse gemeente te Utrecht, 1613-1959, 16 m. Inventaris: G.H. Kurtz, Inventaris van het archief van de Evangelisch-Lutherse Gemeente te Utrecht, 1930. Aangevuld en bewerkt door J.N. van der Meulen, 1973, in: Gebundelde inventarissen, 3 (Utrecht 1973), blz. 79-126.
195
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
2.10 Families Van a
ar en roe vaner am 1549-1903, g a tcm.
Inventaris. N.B. Bevat ooka ieren vanY de families Hu deco er Pesters, Van Boetzelaer,, ^ P (De) ^( ) Van Spaen en Van Lynden. P Y
Grothe, 1566-1960, 3,5 m. Inventaris. Booth, 1576-1717, 0,2 m. Grothe van Schellach, 16e-20e eeuw, 6 m. Van Geuns, 1600-1956, 5,5 m.* Plaatsing slist. J
Martens, 1606-1945, em. Inventaris. N.B. Bevat ook stukken afkomstiggvan aanverwanten van de tak Martens-van Halm (1691-1818). Bronnenuitg ave: H.J.H. Knoester en A. Graafhuis, Het kasboek van mr. Carel Martens (1602-1649), in: Jaarboek Oud-Utrecht (1970) 154.
Ram, 1672-1842, 3,5 m. Inventaris.
Finjée, 1725-1875, 1 m. Inventaris.
Van Hengst, 18e-19e eeuw, 8 m. Beets, 1873-1931,0,1 m. Inventaris. N.B. Afkomstig8 uit de nalatenschap zij zoon notaris H.A. p van P prof. N. Beets en zijn hierbijJ ook een rekenboek van S.J. Beets uit De Rijp, JP^
Koker-Huender, eind 19e-le helft 20e eeuw, 12 m. Martens van Sevenhoven, 1924-1975, 2 m.*
196
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
2.11
Personen Mr. C. Berger, burgemeester en schepen, lid van de Statenvergadering, 1443-1786, 6 m. Inventaris. N.B. Bevat ook papieren, nagelaten door mr. E. van Harscamp, mr. C. Quint, mr. Th.F. Quint, Dirk van Velthuysen.
Papieren afkomstig uit de nalatenschap van Maria Duyst van Voorhout, vrijvrouwe van Renswoude, 1540-1756, 1,5 m. Inventaris.
Jhr. mr. F.A.L. ridder van Rappard, 1791-1915, 0,1 m. Inventaris.
Lulofs, 1839-1896, 0,7 m. A.J. van Beeck Calkoen (1805-1874), secretaris en wethouder van Utrecht, lid gedeputeerde staten van Utrecht, hoogheemraad Lekdijk Bovendams, le helft 19e eeuw, 0,2 m. Mr. S. Muller Fz., gemeentearchivaris van Utrecht (1874-1918), 1865-1925 (1958), 2 m. Inventaris
C.W. Wagenaar (1860-1942), 1891-1930, gemeenteambtenaar, oude ^ ling hervormde gemeente, vooral bekend geworden als schrijver over de geschiedenis van Utrecht, 1891-1930, 1 omslag. Inventaris.
G. Ribbius Peletier jr., industrieel, 19e eeuw, 2 m. Ir. J.M. de Muinck Keizer, directeur van de NV Nederlandsche Staalgieterij te Utrecht (Zuilen), 1918-1953, 0,7 m. Mr. J.P. Fockema Andreae (1879-1949), burgemeester van Utrecht, le helft 20e eeuw, 1 m. Dr. J. de Lange (1891-1973), gemeentesecretaris van Utrecht, le helft 20e eeuw, 2 m.
197
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
Jhr. M.R. Raer m
r Schorer, le ace coe e helft eeuw, 20e eeu
5 m.
N.B. Bevat stukken betreffende: Comité nationaal huldeblijk huldeblijk aan de koningin, g^ 19201923; Nederlandsch Kunstverbond, afdeling g Utrecht, 1922-1938; Comité Domkerkraam naar ontwerp p van R.N. Roland Holst, 1923-1927; Utrechtsche Kunstraad, 19451951; Stichting kunstnijverhei en industriële g Akademie voor beeldende kunsten, kunstnijverheid 1951-1952.
S. Engers (1879-1971), leraar aan de HBS aan de Kruisstraat, 20e eeuw, 0,1 m. 3
VERZAMELINGEN
3.1
Handschriften Handschriften (vnl. van C. Booth), 13e-19e eeuw, 2,5 m. Inventaris.
3.2
Bibliotheek Bibliotheek over Utrecht, ca. 23.500 banden. k ca. 9.960banden. 1 liee h . a e n. ot N.B. Sinds 1 maart 1981 wordt bijJ het inwerken van de aanwinsten geen g onderscheid meeremaakt tussen de bibliotheek over Utrecht en de algemene bibliotheek. Tevens g wordt sindsdien gecatalogiseerd volgens het SISO-systeem (daarvoor volgens het systeem-Muller). Het totale boekenbestand bestond op 31 december 1983 uit ca. Y 36.250 banden.
Tijdschriften, 490 ite s 90 ttitels,
270lopende abonnementen. oe
N.B. Hieronder naast veelperiodieken, die opp Utrecht betrekkingg hebben, ook tijde schriften van meer algemene aard opp het gebied van de geschiedenis, het archiefwezen g g g etc.
3.3
Kranten Kranten, 110 titels, w.o. 9 lopende abonnementen. N.B. Aanwezig o.a.: 1659-1821 ca. 30 exemplaren van diverse kranten over de jaren verspreid; 1730-1785 (Gazette d'Utrecht (incompleet); 1744-1942 Utrechtsche (provinciale en stads-)courant, later Utrechtsch (provinciaal en stedelijk) dagblad; 1883-1945 Utrechtsch nieuws- en advertentieblaadje, later Utrechtsche courant; 1884-1894, 19101941, 1945-1971. Het Centrum; 1893 -heden Utrechts Nieuwsblad; 1958 -heden Stadsblad;
198
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
1969-heden Groot Utrecht; 1945-1982 Nieuw Utrechts Dagblad. De Utrechtse berichten in het UN, NUD, Stadsblad, Groot-Utrecht en enkele wikkranten worden sinds 1960edocumenteerd. In de studiezaal is een alfabetische lijst lijst 8 afgesloten en lopende tijdschriften aanwezig. tijdschriften g P g
l
3.4
Prenten en kaarten Topografische atlas: — kaarten, ca. 1560-heden, ca. 1000; — tekeningen en prenten, 16e eeuw-heden, ca. 10.000; — foto's, ca. 1860-heden, ca. 20.000; — prentbriefkaarten, ca. 1890-heden, ca. 5000; — dia's, ca. 1940-heden, ca. 1500. Historische atlas: — tekeningen en prenten, 17e eeuw-heden, ca. 2000; — foto's, ca. 1860-heden, ca. 4000; — dia's, ca. 1940-heden, ca. 300. Ikonografische atlas: — tekeningen en prenten, 17e eeuw-heden, ca. 1500; — foto's, ca. 1860-heden, ca. 4000; — dia's, ca. 1940-heden, ca. 125.
Aparte verzamelingen; tekeningen uit het archief van het Genootschap Kunstliefde, 210; tekenstudies uit het archief van het Gereformeerd Burgerweeshuis, 18e eeuw, 296; dia's uit de oorlogsjaren 1940-1945 door N. Jesse, 136. N.B. Alles is systematisch gecatalogiseerd; visuele catalogus is in bewerking. 3.5
Zegels en afdrukken van zegelstempels Gipsvormen en -afdrukken van zegels uit het stadsarchief en de bij het stadsarchief bewaarde archieven, 12e-16e eeuw, \ ca. 1240 stuks Beschrijving in: Lijst van de zegels aan de middeleeuwse oorkonden der stad Utrecht, in afgietsels voorhanden bij het Utrechtsche Gemeente-archief (Utrecht 1898); Lijst van zegels van Utrechtsche stichtingen en corporatiën, die bekend zijn en waarvan afgietsels aanwezig zijn in het Gemeente-archief (z.j.).
199
GEMEENTELIJKE ARCHIEFDIENST UTRECHT
3.6
Geluidsbanden en grammofoonplaten Fonetische documentatie, 1939, 1958-heden, 88 geluidsbanden, 15 geluidscassettes, 51 grammofoonplaten. Plaatsingslijst.
3.7
Overige verzamelingen Aantekeningen G. van Klaveren, archiefambtenaar Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht, le helft 20e eeuw, 6 m. Aantekeningen G. Brinkhuis, archiefambtenaar Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht, 20e eeuw, ca. 3 m.
200
VEENENDAAL
GEMEENTE VEENENDAAL
Adres
Raadhuisplein 1, postbus 1100, 3900 BC Veenendaal. 08385-38911. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.30, 14.00-16.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Besturen gebied Stichtsch Veenendaal en gemeente Veenendaal, (1771) 1794-1813, 1 m. Inventaris. N.B. In 1795 scheidde het gebied van Stichtsch Veenendaal zich af van de vrijheid van Rhenen. In de periode 1812-1815 was Stichtsch Veenendaal met Geldersch Veenendaal verenigd.
Gemeentebestuur, (1801) 1814-1938, 100 m. Plaatsingslijst; toegang via Bloemendaals registratuurstelsel 1926-1938.
Bestuur van het Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen, 1546-1943, 23 m. Inventaris: 1546-1898. J. de Hullu, Inventaris van het Archief van het Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen te Veenendaal, in: Verslag (1902) bijlage, blz. 11. 2
NIET - OVERHEIDSARCHIEVEN
Hervormde gemeente te Veenendaal, ca. 1550-1950, 10 m.* Inventaris: M.N. Witteveen, Inventaris van de archieven der Hervormde gemeente te Veenendaal (Utrecht 1970).
Familie Van den osc a ie an e Bosch,
- ca. 1
0,5 m.*
Inventaris: M.N. van Eekelen-Witteveen, Inventaris van het archief Van den Bosch (Veenendaal 1979). 3
VERZAMELINGEN
Kaarten, prenten, foto's, ca. 1890-heden. Kaartsysteem.
201
VINKENEEN EN WAVERVEEN
GEMEENTE VINKENEEN EN WAVERVEEN
Demmerik 22, postbus 28, 3645 ZJ Vinkeveen. 02972-1455. de gemeenten Vinkeveen en Waverveen zijn per 1 januari 1841 verenigd tot de gemeente Vinkeveen en Waverveen. Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00, 17.00-17.30 uur.
Adres Telefoon Territoir
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
Waverveen en hetg gerechtWaveren, averen , an hetgerecht van Besturen es g e -11 c ca. , m. hoen e Ruige W1nis1688-1813,
-
Inventaris: G.W.A. Panhuysen, Vinkeveen,^bijlage J 8 C bij:J Y^ Het archief der gemeente g Versla van den Inspecteur der archieven van gemeenten... in de provincie Utrecht Verslag P 8 P provincie Utrecht in 1928 over 1928; bijvoegsel III bij: 8 over den toestand der P J Verslag J 8 (Utrecht 1929), blz. 31. N.B. Het archief van heterechtsbestuur van Vinkeveen is in de vorige g eeuw verloren g gegaan.
Gemeentebesturen van Vinkeveen en Waverveen, gemeentebestuur van Vinkeveen en Waverveen, 1813-1937, 50 m. Inventaris. Commissie van beheer der Ter Aasche Zuwe (weg), 1792-1966, 1 m. Waterschap De Vinkeveensche en Proostdijer polders, 19e en begin 20e eeuw, 7 m.
202
VLEUTEN-DE MEERN
GEMEENTE VLEUTEN-DE MEERN
Adres Telefoon Territoir
Dorpsstraat 9, postbus 19, 3450 AA Vleuten. 03407-2244. de gemeenten Haarzuilens, Oudenrijn, Veldhuizen en Vleuten zijn per 1 januari 1954 opgeheven en samengevoegd tot de gemeente Vleuten-De Meern. Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00, 14.00-16.00 uur.
I
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur De Haar, Zuilensgerecht, 1711-1811, 0,3 m. Inventaris.
Bestuur gerecht Themaat, 1675, 1705-1764, 1793-1811, 0,3 m. Inventaris.
Gemeentebestuur van Haarzuilens, 1813-1934, 10 m. Toegang: Bloemendaals registratuurstelsel 1919-1934.
1-1 Bestuu r gerechtOudenrijn-en-Heikop,1 813 0 5> m. 6 g ec t Inventaris: R. Fruin Th.A.zn., Inventaris van de oude archieven, aanwezig 8 ten 8emeentehuize van Oudenrijn, in: Verslag (1896), bijlage J8 2, blz. 427.
Bestuur gerecht Papendorp, (1698) 1717-1811, 0,5 m. Inventaris: als voren, blz. 431.
Bestuur gerecht Galekop, (1613) 1694-1811, 0,5 m. Inventaris: als voren, blz. 436.
Polder Heikop, 1686-1813, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 430.
Gemeentebestuur van Oudenrijn, 1818-1934, 12 m. Toegang: Bloemendaals registratuurstelsel 1919-1934.
203
VLEUTEN-DE MEERN
Bestuur gerecht Veldhuizen, Bijleveld, Rosweide en ReierskopLichtenberg, 1634-1811, 1 m. Inventaris: K. Heeringa, De oude archieven van de gemeente Veldhuizen, bijlage bij: Verslag van den inspecteur der archieven van gemeenten ... in de provincie Utrecht over 1922 (Utrecht 1923), blz. 39.
Besturen gerechten Reierskop-Kreuningen en Reierskop-Meerlo of St. Pieters, 1702-1811, 0,5 m. Inventaris: als voren, blz. 46.
Polder Rosweide, 1640-1843, 2 omslagen, 1 pak. Inventaris: als voren, blz. 51.
Polder Veldhuizen, Bijleveld en Reierskop-Lichtenberg, 1811-1843, 1 pak. Inventaris: als voren, blz. 52.
Polder Reierskop-Kreuningen, 1811-1825, 1 omslag. Inventaris: als voren, blz. 52.
Polder Reierskop St. Pieter (en Indijk), 1811-1843, 1 omslag. Inventaris: als voren, blz. 53.
Gemeentebestuur van Veldhuizen, 1818-1933, 10 m. Inventaris tot 1851: K. Heeringa, als voren, blz. 48; Bloemendaals registratuurstelsel 1919-1933.
Bestuur gerecht Vleuten, 1580, 1638-1813, 1 m. Inventaris.
Gemeentebestuur van Vleuten, 1818-1933, 18 m. Toegang: Bloemendaals registratuurstelsel, 1919-1933.
204
WILLESKOP/WILNIS
GEMEENTE WILLESKOP
Deemeente Willeskopp is aangesloten bij J het Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht (zie g g ^ blz. 225).
GEMEENTE WILNIS Adres Telefoon Territoir Openingstijden
1
Raadhuisstraat 1, postbus 20, 3648 ZG Wilnis. 02979-1932. de gemeente Oudhuizen is in 1857 opgeheven en samengevoegd met de gemeente Wilnis. na afspraak met afdeling interne zaken.
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Wilnis een Westveen, 1687-1813,1 m. Bestuur gerecht g Inventaris: J. Avis, Het archief deremeente Wilnis, bijlage J Verslag 8 J8 B bij: 8 van den Inspecteur der archieven van gemeenten ... in de provincie Utrecht over 1928; 1928; bijvoegJ p 8g P set III bij: J Verslag g over den toestand der provincie Utrecht in 1928 (Utrecht 1929), blz. 24.
Bestuur gerecht Oudhuizen, 1658-1811, 0,5 m. Inventaris: als voren, blz. 28.
205
WILNIS
Bestuur gemeente Wilnis, 1814-1924, 20 m. Inventaris.
estuuremeente Oudhuizen, 1818-1857, 2 gm. Inventaris. Nadere toegang: klaPP er opP persoonsnamen genoemd in inventaris en archiefbeP g scheiden.
206
WOUDENBERG
GEMEENTE WOUDENBERG
Maarsbergseweg 1, postbus 16, 3930 EA Woudenberg. Telefoon 03498-2034. Openingstijden maandag t/m vrijdag 8.00-12.00 en 13.00-16.30 uur.
Adres
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID 4 -1811> 3m Bestuurgerechb5 t Woudenberg,1 Inventaris: R. Fruin Th.Azn., Inventaris van de oude archieven, aanwezigg tergemeen8 tehuize van Woudenberg , in: VerslagS ^ 896) , bijlage J 8 2, blz. 591.
Bestuur gerecht Geerestein, 1785-1811, 0,2 m. Inventaris: als voren, blz. 604.
Schout en Heemraden van Woudenberg en Geerestein, belast met de schouw over wegen en wateren, 1694-1811, 0,5 m. Inventaris: als voren, blz. 608.
Bestuur van den Eekerisser dijk, 1676, 1805, 3 omslagen. Inventaris: als voren, blz. 611.
Weigraven van Woudenberg, 1811-1870, 0,1 m. Inventaris: als voren, blz. 612.
Gemeentebestuur, 1812-1942, 35 m. Inventaris: als voren, blz. 605 (tot 1818); plaatsingslijst 1816-1930.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Stichting Sint Anna Broederschap, ca. 1550-1930, 3 omslagen.
207
WIJK BIJ DUURSTEDE
GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE
Adres
Karel de Grotestraat 30, postbus 83, 3960 BB Wijk bij Duurstede. 03435-72444. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.30 uur. Faciliteiten leeskamer.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID bestuur, 1 Stedelijkest
-1 1 , 1 m.
Inventaris: R. Fruin Th.Azn., Inventaris van het archief deremeente Wijk-bijJ J Duurstede van de oudste tijden tot de invoering g van het Fransche bestuur,^ in: Verslagg J 8 A. ( 1894 , bijlage Nadere toean : regestenlijst: S. Muller Fzn.), Inventaris van de charters van de stad J g g g Wijk ( J bijJ Duurstede 1891 ). J Duurstede(Wijk J bij
Gemeentebestuur, 1811-1934, 44 m. Inventaris: gedeeltelijk: L.C.J.M. Rouppe van der Voort, Inventaris van het archief der gemeente Wijk bij Duurstede 1811-1851 (Utrecht/Wijk bij Duurstede 1972).
3
VERZAMELINGEN Historische bibliotheek, 18e eeuw-heden. Alfabetische en systematische catalogi.
eeuw-heden. ee Topografische atlas, at as 18e zijn N.B. Kaarten,renten en tekeningen zijn via kaartsysteem (onderwerpsp toegankelijk g zijn zijn p( (VNG-code), deels oop P deels opp onderwerp J); foto's en prentbriefkaarten g ewi's straatnaam opgeborgen. g
Dia's, 1968-heden, ca. 500 dia's. N.B. Berging op onderwerp of straatnaam.
Wijks(ch)e Courant, 1935-heden; Trefpunt, 1976-heden, 3 m.
208
IJSSELSTEIN/ZEGVELD
GEMEENTE IJSSELSTEIN
Deemeente IJsselstein is aangesloten bij J het Streekarchivariaat Zuid-west Utrecht (zie g ^ g blz. 225).
GEMEENTE ZEGVELD
Middenweg 2, 3474 KC Zegveld. Adres 03489-344 of 777. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Bestuur gerecht Zegveld, 1658-1813, 0,5 m. Inventaris.
Gemeentebestuur, 1813-1930, 18 m. Inventaris.
209
ZEIST
GEMEENTE ZEIST
Het Rond 1, postbus 513, 3700 AM Zeist. Adres 03404-87911. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 8.00-12.00, 14.00-17.00 uur.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1.1
Algemeen plaatselijk bestuur Bestuur gerecht Zeist, Stoetwegen en Cattenbroek, 1599-1813, 2 m. Inventaris: (L. Visser), Inventaris van het archief der gemeente Zeist 1599-1905 (Zeist 1976), blz. 7. Bronnenuitgave: Ph.J.C.G. van Hinsbergen, Bronnen voor de geschiedenis van Zeist, 8 afl. (Assen 1957-1980).
Gemeentebestuur van Zeist, 1814-1905, 120 m. Inventaris: als voren, blz. 21. Nadere toegang: klappers op raadsnotulen.
Gemeentebestuur, 1906-1945, 100 m.* Inventaris: R.P.M. Rhoen, Inventaris van het archief der gemeente Zeist van 1906-1945 (Zeist 1983), blz. 17.
1.2.
Plaatselijke instellingen met een specifieke taak College van zetters, 1871-1926, 1 deel. Inventaris: (L. Visser), Inventaris van het archief der gemeente Zeist 1599-1905 (Zeist 1976), blz. 44.
Ziekenhuiscommissie, 1866-1871, 1 deel. Inventaris: als voren, blz. 46.
Gezondheidscommissie, 1871-1905, 3 delen en 1 omslag. Inventaris: als voren, blz. 46.
Schoolcommissie, 1858-1916, 8 delen. Inventaris: als voren, blz. 46.
210
ZEIST
Commissie van administratie over de MacAdamweg van Zeist naar Huis ter Heide, 1838-1908, 1 deel en 4 omslagen. Inventaris: als voren, blz. 45.
Commissie van administratie over de Odijkerweg, 1832-1924, 1 deel en 2 omslagen. Inventaris: als voren, blz. 45.
Commissie van administratie over de weg van Zeist naar Bunnik, 1836-1909, 3 delen. Inventaris: als voren, blz. 45.
Commissie van administratie over de Dolderscheweg, 1858-1904, 2 delen, 1 omslag, 1 portefeuille. Inventaris: als voren, blz. 45.
Commissie ter voorbereiding van de feestelijkheden t.g.v. de troonsbestijging van H.M. Koningin Wilhelmina, 1898, 1 deel. Inventaris: als voren, blz. 44.
Gemeentelijke gasfabriek, 1889-1905, 17 delen. Inventaris: als voren, blz. 44.
Onderwijzers- en schoolbibliotheek, 1870 - 1881, 8 delen. Inventaris: als voren, blz. 48.
Comité tot viering van het 25-jarig regeeringsjubileum van Koningin Wilhelmina, 1922-1923, 1 omslag. Inventaris: R.P.M. Rhoen, Inventaris van het archief der gemeente Zeist van 1906-1945 (Zeist 1983), blz. 117.
Afdeeling Zeist van het Utrechtsch Provinciaal Comité tot hulp en ondersteuning van vluchtelingen, 1914-1919, 1 deel en 1 pak. Inventaris: als voren, blz. 117.
Zeister Burgerwacht, sinds 1938 Vrijwillige Burgerwacht Zeist, 1919-1939, 2 pakken en 6 omslagen. Inventaris: als voren, blz. 117.
211
ZEIST
3
VERZAMELINGEN Kranten, 1864-1980, 10 m. N.B. Betreft: Weekbode van Zeist, 1864-1920; Zeister Courant, 1910-1951; Nieuwe Zeister Courant, 1951-1980; Het Nieuws, 1923-1941; Courant het Nieuws van den Dag, mei 1940-1944; Zeister Post, 1945-1950; Zeister Nieuwsblad, 1945-1951; Zeister Nieuwsbode 1956-1964.
Foto's. Toegang: berging op code-VNG.
Prenten. Catalogus.
212
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
Dorp 194, 3405 BJ Benschop. Adres 03477-1590. Telefoon Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-12.30 en 13.15-16.45 uur, tevens eens per veertien dagen op donderdagavond (uitsluitend ná telefonische afspraak). aangesloten zijn de gemeenten Benschop, HarmeTerritoir len, IJsselstein, Linschoten, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Polsbroek, Snelrewaard en Willeskop. de archiefbewaarplaatsen zijn gevestigd te BenN.B. schop, Harmelen, IJsselstein, Linschoten, Lopik, Montfoort, Nieuwegein en Oudewater. Raadpleging van de aldaar berustende openbare archieven is slechts mogelijk na afspraak via het kantooradres van het streekarchivariaat. studiezaal, vervaardiging van fotokopieën en foto's. Faciliteiten
3
VERZAMELINGEN
3.2
Bibliotheek
r ncata o g us e toegankelijk Aantal titels:• ca. a g e iJ via een o0 w0o en een sYstematisc e catalogus. werken op het gebied van de geschiedenis; Rapporten en verslagen vat. Algemene A ge p g 8en g pp Politieblad en gemeenten; Staatsblad vanaf 1813,, met bijvoegsel; betreffendeprovincieg 8 l van de VNG 1945bekendmakingen Officiële bekendmakin 1851-1961; 1852-1922; Gemeentestem8 Proen Bid van Utrecht vanaf 1817; Provinciale verslagen 1972 Provinciaal Blad g1850-1936; 1926; Werken op hetg gebied van de regionale en lokaleg evinc^alevanaf almanakp 8 schiedenis van Zuid-West Utrecht. 3.3
Kranten
Diverse regionale kranten vanaf 1961 (beperkt raadpleegbaar). Knipselkrant betreffende Zuid-West Utrecht vanaf 1979.
213
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
3.4
Prenten Per gemeente zijn er fotocollecties. Het totaal aantal foto's bedraagt ca. 11.000. Het betreft veelal reprodukties van foto's, welke in particulier bezit zijn. GEMEENTE BENSCHOP
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID tuur 12 5 5 -1 1 5 1 5 Dorps, m. q gemeentebestuur, g p c.q. Inventaris. Omvat a Benschop als mairie burgerlijke en kerspel N.B.O ^ 1^ vóór p gerecht, 8 J gemeente 8 8 1815 165 inventarisnummers; b Benschopp als polder voor 1811 75 inventarisnummers; p c Stukken, welke onder schout en secretaris berust hebben 1713-1809.
Gemeentebestuur, 1812-1941, 19 m. Plaatsingslijst.
Burgerlijk armbestuur, 19e-20e eeuw, 2 m. Plaatsingslijst.
Levensmiddelenbedrijf, 1916-1919, 0,10 m. Plaatsingslijst.
Distributiekring, 1942-1946, 0,10 m. Gemeentelijk elektriciteitsbedrijf, 1917-1924, 0,10 m. Plaatsingslijst.
Agent arbeidsbemiddeling, 1930-1941, 0,10 m. 2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Hervormde gemeente Beisschop, 1505-1949, 5 m. Inventaris. Vrijwillige Brandweervereniging, 1926-1976, 0,25 m. Benschops voederbedrijf, 1932-1942, 1 m. Plaatsingslijst
214
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
Benschopse pluimveevereniging, 1928-1949, 0,40 m. Plaatsingslijst.
VVV Benschop, 1934-1953, 0,05 m. Bloedtransfusiedienst, 1939, 0,10 m. Vereniging Benschops Belang, 1937-1942, 0,10 m. Grasdrogerij De Producent, 1940-1952, 0,10 m. Afdeling Benschop, Polsbroek en Hoenkoop van de Nationale bond het Mobilisatiekruis, 1926-1934, 0,10 m. Afdeling Benschop van de Nederlandse Vereniging voor luchtbescherming, 1939-1942, 0,10 m. Stichting Nationale hulpactie Rode Kruis, afdeling Benschop, 1945, 0,10 m. Stichting Nederlands Volksherstel, afdeling Benschop, 1945, 0,10 m. Nieuwjaarscommissie Benschop, 1925-1945, 0,10 m. Feestcommissie Benschop, 1923, 1 stuk. Oranjevereniging, 1937-1940, 1 stuk. Muziekvereniging Onderling genoegen, 1925-1950, 0,05 m. Vereniging Ziekenhuisverpleging Benschop, 1930-1960, 0,10 m. Afdeling Benschop van Volksonderwijs, vereniging tot bevordering van het volksonderwijs en het schoolbezoek in Nederland, 1913-1940, 0,05 m. 3
VERZAMELINGEN Zie blz. 213.
215
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
GEMEENTE
HARMELEN
Territoir: in 1821 werd deemeente Indijk IndijkbijJ de gemeente Harmelen gevoegd 8 en in 8 8 8 1857 deemeente Gerverskop. 8
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID -1 7 , 1 , m. Dorps, 1 9 gemeentebestuur, g P c.q. Inventaris: K. Heeringa, De oude archieven van de gemeente Harmelen,^bijlage l J 8 bij: g S^ Versla van den inspecteur der archieven van gemeenten... in de provincie Utrecht Verslag P 8 P Utrecht v r het jaar 1922; bijvoegsel III bij: oe P 8 over den toestand der provincie J Verslag J S J 1922(Utrecht 1923), blz. 6-55; ook in: VROA 45 (1922) II, 299-325. N. B. Omvat a Kerspel P Harmelen, 1599-1848; b Gerecht Harmelen, Harmelerwaard, Haanwijk en Bi'leveld, 1662-1811; c Gerecht Harmelerwaard, 1668-1811; d Gemeente Harmelen, 1811-1857; e Polder Harmelen, 1811-1843; f Gerecht Indijk, J 1648-1811; Indijk 1816-1820; g Gemeente Indijk, Polder Oudeland en Indijk, J 1608-1843; i Gerechten in GerverskopP en Breudijk, J^ 1693-1810; P 1818-1857; J Gemeente Gerverskop, k Polder GerverskopP(1517), 1677-1850; 1 Polder Breudijk, 1760-1829.
l
Gemeentebestuur, 1857-1939, 25 m. Inventaris: in bewerking. 2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Hervormde gemeente, 1637-1905, 1,5 m. Inventaris: globaal.
3
VERZAMELINGEN Zie blz. 213.
216
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
GEMEENTE LINSCHOTEN Territoir: de gemeente Linschoten is in 1857 gevormd door samenvoeging van Linschoten, Achthoven en Wulverhorst.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1.1. Algemeen plaatselijk bestuur l Linschoten e.a. an Dorpsbestuur1600-1813, van
m.
Inventaris. N.B. Omvat a Gerecht Linschoten en Mastwijk, J ca. 1600-1811; Uiterdijken b Gerecht Kattenbroek en de Uiterdijken van Mastwijk, Mastwijk ca. c Gerecht Schagen 8 en den Eng,8 ca. 1630-1811; d Gerecht Polanen, ca. 1645-1811; e Gerecht Wulverhorst, Kromwijk J en Linschoter Haar, 1600-1811; Kromwijk 1693-1811; f Gerecht VlooswijkJ en VlooswijkJ in Kromwijk, Heeswijk, J 1639-1811; S h Gerecht Achthoven, 1647-1811; i Mairie Linschoten, 1811-1813; KersPel Linschoten, 1581-1810; J k Stukken van de ambachtsheer Strick van Linschoten, 1634-1813; 1 Papieren betreffende functies A. van Dam, 1790-1812. p
Gemeentebestuur Linschoten, 1813-1939, 36 m. Plaatsingslijst.
Gemeentebestuur Achthoven, 1811-1857, 2 m. Plaatsingslijst.
Gemeentebestuur Wulverhorst, 1811-1857, 1,5 m. Plaatsingslijst.
1.2
Plaatse lijke instellingen met speci fieke taak Burgerlijk armbestuur, 1793-1968, 2 m. Tol van de nieuwe zandweg Linschoten-Montfoort, 1820-1912, 0,5 m.
217
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
1.5. Organen van waterschappen Waterschap Heeswijk, 1618-1813, 0,75 m. Inventaris: L. van Hasselt, Inventaris van het oud-archief van het waterschap Heeswijk, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 121-126.
Waterschap de Lagepolder, 1618-1813, 0,8 m. Inventaris: L. van Hasselt, Inventaris van het oud-archief van het waterschap de Lagepolder, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 95-104.
Waterschap Rapijnen en IJsselveld, 1545-1876, 2 m. Inventaris: L. van Hasselt, Inventaris van het oud-archief van het waterschap Rapijnen en IJsselveld, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 63-87.
Waterschap Cattenbroek, 1557-1813, 0,75 m. Inventaris: L. van Hasselt, Inventaris van het oud-archief van het waterschap Cattenbroek, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 89-93.
Waterschap Wulverhorst en de beide Vlooswijken met Cromwijk en Linschoterhaar, 1650-1813, 0,2 m., Inventaris: L. van Hasselt, Inventaris van het oud-archief van het waterschap Wulverhorst, c.a., in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 113-119.
Waterschap Mastwijk en Achthoven, 1657-1947, 3,10 m. Inventaris tot 1813: L. van Hasselt, Inventaris van het oud-archief van het waterschap Mastwijk en Achthoven, in: Verslag (1896), bijlage 2, blz. 127-130.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Visserijvereniging van de ingelanden van Noord-Linschoten, 20e eeuw, 0,10 m.
3
VERZAMELINGEN Zie blz. 213.
218
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
GEMEENTE LOPIK Territoir: deemeente Lopik door samenvoeging P is in 1943 gevormd 8 8 88 van Lopik, P Jaarsveld en Willige Willige is in 1857 gevormd door samenvoe 8 Langerak. 8 8 Langerak 8 8 gin8 van Willige Cabauw en Zevender. 8 8 Langerak,
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Dorpsbestuur van Lopik en Lopikerkapel en Zevenhoven, 1580-1813, 7 M. Inventaris: R. Fruin Th. Azn., Inventaris van de oude archieven aanwezig 8 8 tengemeenin: VerslagS C(1896), bijlage tehuize van Loopik, l 8 2, blz. 493-525 met supplement. P PP en Lopikerkapel,1584-1812; N.B. Omvat a Gerecht Lopik P1584-1812; b Grondvergadering 1795-1798; P 1795-1798; $ 8 Lopik, c Gerecht Zevenhoven, 1602-1812; d Mairie Lopik, 1811-1813; e Commissies: Liberaleift, 8 1748-1749; Innin Inning1 %% van het inkomen, 1753-1754; Heffing penning 8 50e Pe 8 1795; Heffing8 100e Pe penning 8 1796; Heffing8 50e penning P 8 1796; f Kerkmeesters van Lopik, P 1721-1758; g Kerkmeesters van LoP ikerkaP el^ 1686-1790; h Armmeesters van Lopik, P 1659-1777; Weesmeesters van Lopik, 1580-1794; 1618-1756. J Stukken secretarissen Van Bi'landt, 7
Dorpsbestuur van Jaarsveld, 1656-1813, 1,3 m. Inventaris: G. Stadermann, Oud-archief der gemeente Jaarsveld, in: IRA III (1930) 753-756. N.B. Omvat a Gerecht Jaarsveld, 1656-1813; b Polderbestuur 1713-1771; c Stukken afkomstig van Warnardus Verhagen, 1795-1835; d Stukken afkomstig van Zacharias de Kleyn, 1843-1870.
Dorpsbesturen van Willige Langerak, Cabauw en Zevender, 16291812, 0,8 m. Inventaris: G. Stadermann, Oud-archief der gemeente Willige-Langerak in: IRA III (1930) 763-764. N.B. Omvat a Gerecht Willige Langerak, 1705-1812; b Gerecht Cabauw, 1641-1811; c Gerecht Zevender, 1730-1811;
219
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
Gemeentebestuur Lopik 1811-1942, 45 m. Inventaris: globaal.
Gemeentebestuur Willige Langerak, 1811-1942, 28 m. Inventaris: globaal.
Gemeentebestuur Cabauw, 1817-1857, 3 m. Plaatsingslijst.
Gemeentebestuur Zevender, 1817-1857, 2,2 m. Plaatsingslijst.
Gemeentebestuur Jaarsveld, 1810-1942, 35 m. Inventaris: globaal.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Hervormde gemeente van Lopiker- en Jaarsvelderkapel, 1620-1958, 2 m. Inventaris: globaal. Hervormde gemeente van Lopik en Cabauw, 1621-1961, 3 m. Hervormde gemeente Willige Langerak, 1683-1955, 0,90 m. Inventaris: globaal.
Ontspannings- en huldigingscomité, ca. 1966-ca. 1971, 0,20 m.
3
VERZAMELINGEN Zie blz. 213.
GEMEENTE MONTFOORT 1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Stadsbestuur, 1383-1813,20 m. Inventaris: R. Fruin Th.Az., Inventaris van de oude archieven aanwezig8 tengemeente8 huize van Montfoort, in: Verslag 8 2, blz. 291-377. 8 C (1896), bijlage Nadere toegang: 90 regesten. 8
220
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
N.B. Omvat a Stedelijk bestuur, 1539-1813; b Vier armenfundaties, 1383-1823; c Weeshuis, 1698-1840; d Kerkfabriek, 1585-1742; e Schutterij, 1629-1787; f Heemraadschap van de IJssel, 1607-1770; g Heemraadschap van den Zuid-IJsseldijk, 1649-1811; h Toevallig in het archief berustende stukken, 1494-1800.
Gemeentebestuur, 1813-1937, 51 m. Plaatsingslijst.
Burgerlijk armbestuur 1860-1955, 0,2 m. 2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Sociëteit Concordia, 1867-1906, 0,10 m. Plaatselijk steuncomité Belgische vluchtelingen, 1914-1919, 0,10 m.
3
VERZAMELINGEN Zie ook blz. 213.
Collectie Middelweert betreffende het vrouwengesticht, ca. 1960-ca. 1975, 0,10 m.
GEMEENTE NIEUWEGEIN Territoir: deemeente Nieuwegein door samenvoeging 88van Vrees8 8 8 is in 1971 gevormd wijk J en Jutphaas. P
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Dorps- c.q. gemeentebestuur van Jutphaas, 1598-1813, 6,5 m. Inventaris. N.B. Omvat a Gerecht Nedereind, 1598-1811; b Gerecht Overeind, 1651-1811; c Gerecht Het Gein, 1693-1810; d Gerecht Rijnhuizen, 1741-1810; e Gerecht Hoog-, Laag-, West-Raven, 1661-1808; f Gemeentebestuur Jutphaas, I810-1813.
221
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
Gemeentebestuur van Jutphaas, 1814-ca. 1929, 34,5 m. Inventaris. Dorps- c.q. gemeentebestuur van Vreeswijk, 1542-1813, 5,5 m. Inventaris. N.B. Omvat a Gerecht Vreeswijk, 1542-1813; b Gerecht het Gein, 1623-1630; c Gemeentebestuur, 1810-1813; d Wierse polder, polder Klein Vuilkop, 1670; e Oude Geinsche polder, 1692-1793.
Gemeentebestuur van Vreeswijk, 1814-1939, 40 m. Inventaris: in bewerking.
Commissie tot wering van schoolverzuim (Vreeswijk), 1901-1969, 0,2 m. Schoolmelkcomité Vreeswijk, 1943-1967, 0,2 m. 2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Stoomsteenfabriek De Lek, ca. 1900-1974, 7 m. Bijzondere neutrale kleuterschool te Jutphaas, 1948-1971, 1 m.
3
VERZAMELINGEN Zie blz. 213.
GEMEENTE OUDEWATER e Territoir: in 1970 is aan Oudewater de toen opgeheven gemeente Hoenkoopp toe 8geP8 8 voed. Zuid-Holland overgegaan naar de p J van de provincie 8 Oudewater is in dat jaar provincie Utrecht.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Stads- c.q. gemeentebestuur, 1576-1813, 11 m. Inventaris.
222
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
N.B. Omvat a Stedelijk bestuur, 1576-1811; b Kerkmeesters, 16e-18e eeuw; c (Regenten) weeshuis, 1615-1833; d Weeskamer, 1578-1809; e Heilige8Geestmeesters, 1551-1806; f Regenten Gast- en Proveniershuis, ^ 1515-1749;, 8 g St. Ursulaconvent, 1539-1746; h Gilden: lakenkopers en lakenbereiders, ^ 1662-1732; timmerlieden, , 1710; schoenmakers, 1720-1795; bakkers, 1630; lijndraaiers, 1612-1884; i Mairie van Oudewater, 1811-1813.
Gemeentebestuur 1813-1940, 26 m. Dorpsbesturen van Hoenkoop, Dijkveld en Rateles, 1726-1839, 0,15 m. Inventaris. Gemeentebestuur van Hoenkoop, 1813-1939, 6,5 m. Plaatsingslijst.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Rederijkerskamer `Borger', 1854-1923, 1,5 m. Inventaris. RKar hie oc Oudewater,1709-1982, eater 7 Pm. Inventaris. N.B. Omvat a Pastoor van de parochie van de H. Franciscus van Assisie, 1709-1982; b Kerkbestuur, 1860-1982; c Directeur St. Jacob stichting 8en Wit-Gele Kruis, 1920-1954; d Armbestuur, 1756-1969; e Communiteit, 1820-1969.
3
VERZAMELINGEN Zie blz. 213.
223
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
GEMEENTE POLSBROEK Territoir: deemeente Polsbroek is in 1857 gevormd door samenvoeging 8 8 88 van Noorden Zuid-Polsbroek.
I
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Dorps- c.q. gemeentebestuur, 1592-1857, 7 m. Inventaris. N.B. Omvat a Gerecht Noord-Polsbroek, 1592-1811; b Gerecht Zuid-Polsbroek, 1708-1811; c Stukken rakende de parochie Polsbroek, 1593-1846; d Mairie Polsbroek, 1812-1817; e Gemeentebestuur Noord-Polsbroek, 1817-1857; f Gemeentebestuur Zuid-Polsbroek, 1817-1857.
Gemeentebestuur, 1857-1941, 15,5 m. Burgerlijk armbestuur, 1858-1965, 1,2 m. 3
VERZAMELINGEN Zie blz. 213.
GEMEENTE SNELREWAARD 1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Dorpsbestuur,58 1 7-11 8 3 08m Inventaris. N.B. Omvat Gerechten Snelrewaard, Zuid- en Noord-Linschoten.
Gemeentebestuur, 1813-1939, 18 m. Burgerlijk armbestuur, 1814-1968, 0,75 m. 3
VERZAMELINGEN Zie blz. 213.
224
^
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
GEMEENTE WILLESKOP Territoir: Willeskop J is met Blokland in 1818 samengevoegd tot de p en Kort-Heeswijk gemeente Willeskop.
1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Dorpsbestuur, 1572-1813, 5 m. Inventaris. N.B. Omvat: a Gerecht Willeskop en Kort Heelwijk, 1656-1813; b Gerecht Blokland, 1645-1813; c Gezamenlijk bestuur Willeskop en Blokland, 1640-1811; d Waterschap Willeskop en Blokland, 1572-1814; e Heerlijkheid Blokland, 1681-1789; f Familiepapieren Foreest-Story, 1691-1788.
Gemeentebestuur, 1813-1937, 19,5 m. Inventaris: globaal. Burgerlijk armbestuur, 1814-1965, 1,5 m. Inventaris: globaal. 3
VERZAMELINGEN Zie blz. 213.
GEMEENTE IJSSELSTEIN 1
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID
1.1
Algemeen plaatselijk bestuur Baronie-, stads- c.q. gemeentebestuur,, (1285), 1 4 7-1 qg
, 21 m.
Inventaris: R. Fruin Th. Azn. Inventaris van het archief deremeente IJsselstein van 8 de oudste tijden tot de invoering J8 g 1892) , bijlage 8 van het Fransche bestuur, in: Verslag J E, blz. 1 t/m 127.
225
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
N.B. Omvat a Rechtsbetrekkingen van de stad en baronie tot de soeverein e.a. (1285) 1495-1795; b Baroniebestuur, (1454) 1507-1811; c Stadsbestuur, 1501-1811; d Stadsbestuur als college (opperarmmeesters, o o P8 van oppertoezicht PP (PP en opperschutmeesters), 1479-1811; P erkerkmeesters, schoolopzieners p e Polderbesturen (Broek, Achtersloot, Meerlo en Lage 8 Biezen; Hoge 8 Biezen; Over-Oudeland; Neder-Oudeland; Iisselveld), 1564-1810; f Rentmeesters der domeinen eneesteli'ke 1447-1811; 8 l goederen, 8 g Gede Pponeerde archieven: Collecteur 20e en 40eennin P 8, 1682-1804; Directeur recht van successie, 1806-1811; Commissie heffingen lasten, 1804; 8 8 en buitengewone Commissie aandeel IJsselstein in de belasting808; 8^ Grondvergaderingen, 1796; Krijgsraad, 1785-1800; J8 h Toevallig8in het archief berustende stukken: Papieren leden magistraat, 1540-1811; p 8 Pa ieren van de familie Hoeffsmit, 1575-1616; Papiere Papiere ieren van onbekende herkomst, 1525-1806.
1811-1813, 0,20 m. Inventaris. Gemeentebestuur, emeente estuu ca .l 1-14
4 m.
IJsselstein Inventaris: G. Schut, Inventaris van het secretarie-archief van deemeente g van ca. 1815 -1942 (Benschop 1979).
Justitie, politie, kabinet, 1895-1960, 5 m.* 1.2.
Plaatselijke instellingen met een specifieke taak Burgerlijk armbestuur, 1848-1943, 0,2 m.* Bank van lening, 1843-1865, 0,5 m. Levensmiddelenbedrijf, 1915-1921, 2 m. Plaatsingslijst.
Gas-, water- en elektriciteitsbedrijf, 1911-1969, 4,7 m. Plaatsingslijst.
Distributiekring IJsselstein, 1938-1948, 2 m. 226
STREEKARCHIVARIAAT ZUID-WEST UTRECHT
Crisiscomité, 1932-1944, 0,2 m.* Werklozenadministratie, 1940-1945, 0,5 m.* Centrale Keuken, 1944-1945, 0,10 m. Nederlandse Volksdienst/Winterhulp Nederland, 1943-1945, 0,5 m.* Choleracommissie, 1892, 0,2 m. Commissie ongevallenwet. 1903-1908, 0,05 m. Huurcommissie, 1919-1923, 0,5 m.
2
NIET-OVERHEIDSARCHIEVEN Hervormde gemeente, 1580-1960, 6 m. Plaatsingslijst.
Familie Kromwijk, 16e-20e eeuw, 1 m. Plaatsingslijst.
Collectie Ubbels, 20e eeuw, 0,10 m. Plaatsingslijst.
3
VERZAMELINGEN Zie ook blz. 213.
Collectie `40-'45, 0,75 m.* Collectie gemeenteopzichter Poot, 1909-1927, 0,2 m. Collectie VVV, 1910-1945, 0,3 m. Collectie Abbink Spaink, 1934-1938, 0,05 m.
227
WATERSCHAP DE EEM/WATERSCHAP HEILIGENBERGERBEEK
WATERSCHAP DE EEM
Adres Telefoon Territoir Openingstijden N. B.
Amersfoortseweg 34, 3751 LK Bunschoten. 03499-81400. onder de gemeenten Amersfoort, Baarn, De Bilt, Bunschoten, Eemnes, Hoevelaken, Soest en Zeist. na afspraak. de archieven van de per 1 januari 1973, bij de oprichting van het waterschap, opgeheven waterschappen (t.w. Beoosten de Eem; Bewesten de Eem; 't Hogeland; De Melm; De Pijnenburger Grift) en die van hun rechtsvoorgangers worden opnieuw geordend en geïnventariseerd.
WATERSCHAP HEILIGENBERGERBEEK
Adres Telefoon Territoir Openingstijden
1
Stationsweg 259, 3931 ER Woudenberg. 03498-1416. onder de gemeenten Amerongen, Amersfoort, Leersum, Leusden, Maarn en Woudenberg. na afspraak.
ARCHIEVEN VAN DE OVERHEID Heemraadschap De Rivier de Eem, beken en aankleve van dien, 1616-1948, 16 m. Inventaris.
College tot directie van den Slaperdijk, (1627) 1652-1948, 6 m. Inventaris tot 1895: J.G.C. Jousting, Inventaris van het archief van het College tot directie van den Slaperdijk, in: Verslag (1895) bijlage C, blz 105; supplement (1858) 1895-1948.
229
INDEX OP NAMEN De namen vanersonen en families zijn zijn cursief gedrukt. g p Aa, Ter Aasche Zuwe, Ter Aasdom (in het Veen) Abbink SPaink Abcoude
Abstede Achterberg Achtersloot Achterwetering Achthoven Achttienhoven Akkrum Aldenburg% Bentinck, Van Alendorp Alkmaar Alphen aan den Rijn Amama, Van Ameide Amelisweerd Amerongen
Ameronger Wetering, 8 8 de Amersfoort, classes Amersfoort, kwartier/ arrondissement/ onderprefectuur van Amersfoort, stad
Amersfoort, Ti'man J RiJ'kss Van Amstel/Amstelland, deartement van (de) partement
65, 67, 68, 71, 109, 143 202 zie Abcoude 227 27, 37, 64, 67, 71, 78, 99, 106, 110, 114, 115, 123 177 78, 114 226 65 67, 82, 111, 217, 218 64, 67, 79, 140, 161, 178 107 110 110 24, 26 74 116 24, 94 67, 145 40, 54, 63, 67, 71, 74, 94, 102, 110, 124 80 49, 52, 102, 106
25, 26, 37, 38, 66 (16), 17, 20, 21, 27-32, 34, 36, 38, 39, 45, 49, 56, 69, 70, 72-76, 91, 92, 98, 100, 101, 125-138 64 24, 25
Amstelland, hoogheemraadscha p Amsterdam Anjou Ankeveen Anton, C.W. Antwerpen Apeldoorn p Arnhem Asperen Asschat Attevelt, Van Austerlitz Baambrugge gg
Baarn
Balderik, bisschop Barneveld Bastert Batuwe Beaufort, De Bedijking der Midrecht] se Droogmakerij, de Eerste -; Tweede -; Derde Beeck Calkoen, Van Beekhorst Beeldsnijder Beets Bemuurde Weerd Benschop
41 24-26, 37, 38, 53, 92, 105, 107 19 27 108 51 100, 119 24, 105, 180 116 67, 156 12, 121 67 67, 70, 78, 82, 83, 88, 90, 102, 110; zie ook Abcoude 67, 71, 75, 92, 93, 102, 109, 137, 139, 140 14 137 116 80 115, 116
l
Beoosten de Eem Beoosten de Vecht Ber% er, mr. C. Berlicum Bethlehemklooster/Convent -
86 102, 116, 197 112 118 196 177 24, 67, 72, 80, 214, 215 229 80 197 118 193, 194
231
INDEX OP NAMEN
Bethune Beverweerd Bewesten de Eem Beyen Beijer Hendriksz, Adriaan Bieberstein-Rogalla Zawadsky, De Biester Biezen Bilt, de
80 92, 110 229 116 183 118 88 90, 226 68, 92, 95, 97, 102, 112-I15, 140-142 94, 142
Bilthoven Biltsche en Zeister Grift, de 80 Binnenpolder van Tienhoven, de Oostelijke - 87 Binnenwaardsche polder zie Buitenwaard- sche polder 131, 136 Birkhoven 113 Birkhoven 167 Birkt, de 64 Bisschopsweide 90 Bisschopswetering, de Bloemendaal 97 Blokhoven 88 Blokland (onder Mij- 64, 69, 80, 162 drecht) Blokland (onder Willer- 67, 89, 225 kop) 107 Blokzijl Boechout, Alijd van 64 116 Boellaard 112, 114, 116, 196 Boetzelaer, Van 108 B6hnisch, C.L. 110, 117 Bolestein 92 Boll-Lion, E.C.C. 80 Bonrepas 110 Boom en Bosch 110 Boomrijk 12, 121, 196, l98 Booth 201 Bosch, Van den 93 Bosch, A.F. van den 87 Bossenwaard 116, 136 Both (Hendriksen) 64, 69, 80, 202 Botshol 116 Bouwens 81 Bovenpolder, de 17, 18 Brabant
232
Breda Breudijk Breukelen
Breukelen, classis Breukele(r)veen
48 67, 216 64, 68, 70, 71, 74, 81, 99, 106, 110, 113, 114, 143, 144, 172 52, 106 64, 68, 79, 81, 143, 159 64, 68, 81 68 193 200 90, 226
Breukelerwaard Breul, de Brigittenklooster Brinkhuis, G. Broek en Lage-Biezen Broekzijdsche waterschap, het 81 Bruhezen, Johannes van 45 Brussel 16, 18, 45-47 Bruyn, Alijdt Jansdr. de 183 Buchell, Van 12, 121, 183 Buitendijks, waterschap 81 Buitendijksche Oosterpolder 81 Buiten- en Binnenwaardsche polder 64 Buiten-Westerpolder 82 Bunnik 68, 99, 102, 145, 211 68, 125, 137, 140, Bunschoten 146 Bunschoter Veen- en Veldendijk, de 63 Buren 23 Bye, De 119 Bijleveld, polder 65, 68, 69, 204, 216 Bijleveld en de Meerndijk 41, 63, 82 47, 116 Bijlevelt, Van Cabauw (Cabouw) Catharijne Cattenbroek (onder Linschoten) Cattenbroek (onder Zeist; Van der Waakgerecht) Cellebroedershuis
27, 68, 71, 89, 99, 110, 219, 220 177 64, 68, 217, 218
64, 68, 90, 118, 210 193
INDEX OP NAMEN
China Citters, Van Clemens VIII Cock van Opijnen, De Cothen Covelswade, Klein Coymans Cromwijk J Culemborg Dam, A. van Darthuizen David van Bourgondie g Delf, departement van de Delft Demmerik Dennenburg Derde Bedijking J g (der Mijdrechtsche Droogt makerij), J de Deventer
107 118 45 119 63, 68, 82, 102, 114, 116, 147 65, 178 117 69, 217, 218 23, 32 217 64, 68, 155 17, 29 24 24, 105 65, 68, 71 110
86 13, 17, 44, 47, 101 27 Diemerbroek 92 Dietz, H.C. 74 Dolder, Den 211 Doldersche weg 14, 15, 32, 63 Domkapittel 92 Dommering, W. 136 Donath 68, 156 Donkelaar 82 Donkervliet 50 Doorn, classis 63, 68, 71, 75, Doorn,erecht/gemeente g 92, 110, 113, 119, 148 82 Dorssewaard, de Dortmunt, Hendrik Har131 mensz. van 118, 121 Drakenborch 15, 48; zie ook Drenthe Oversticht 68, 71, 72, 74, Drieberen g 75, 82, 92, 102, 110, 115, 118, 149 Drielenburch, Willem 183 van
H. Drievuldigheid Ter Horst, kapittel van de 98 P Drie waterschappengelePP 8 8 8 en onder de gemeente 90 IJsselstein, de Drolsha g en, Johan van 65 Droogmakerij onder 86, 162 Midrecht J 116 Dubbeldam 48 Duifhuis 125, 130 Duist 17 Duurstede, huis Duyst van Voorhout, 197 Maria 63, 68, 147 Dwarsdijk J 68, 83, 106, 223 Di' kveld
l
Ede Eekerisser dijk, J de Eelde, Van Eem, waterschap P de Eembrug, g de (onder ( Baarn) Eembrugge 8g Eemland Eemnes Eerste Bedijking J g (der Mijdrechtsche Droogmakerij), J de Elst (onder Amerongen) Elst (Overbetuwe) Em(m)eklaar Emmikhuizen , den (onder LinEng, schoten) Eng, 8 den (onder Vleuten) Engers, S. g Ene g IJssel, de Everdingen 8 Everstein Feisser, Johannes Elias Figi, G.H. Filips g p van Bourgondië FinJ'ée Fockema Andreae, J.P. Foreest-Story Friesland
131 207 180 229 139 64 31, 32 68, 71, 72, 99, 136, 137, 140, 150
86 67, 124 63 130 69 69, 217 111 198 82 94 32 52 92 29 196 197 225 44, 48
233
INDEX OP NAMEN
22, 27 Gaasbeek 63, 68, 83, 203 Galecop/Galekop P P 82 Garsten-waterschap, P het Gecombineerde Noordse Buurter en Voordi'kse J 87 P olders, de Gecombineerde Uiterwaarden onder Jaarsveld, de 82 Geer, de (onder Houten) 111 Geer, de(onde deonder Schalk89 117 Geer, De Geer van Oudegein, 114 De g Geerestein 68, 207 32, 68, 114, 221, Gein, het 222 131 Gelder, Van 27, 42, 44, 48 Gelderland Geldersche en Stichtsche Veenen, het Veenraad201 schaP der Gemeene Boezem van de Hoonweterin8 , de 84 Gemeeneland van Co82 then, het Gemeeneland van het Wi'ksche Gerecht, het 90 J 132 Gent, Willem van Gerverscop (- in het Westeinde; - Den 64, 68, 216 Hamsgerecht) 187, 196 Geuns, Van 64, 65, 68, 79, 84 Gieltjesdorp P Giessendam, Giessen 119 Oudekerk 67, 69, 124, 155 Ginkel 101 Glasbergen, M. 49, 115 Gooi, het 148 GooY erweteringen, de 117 Goudestein 68, 99, 115 GoY, 'tonder Houten) ( 80 Graaf 116 Graeff, De 's-Gravenha e, Den 's-Gravenhage, 18, 23, 25, 47, 107 Haag 68, 152 's-Grave(n)sloot 64 Grebbedijk J 180 Greve
234
Groenekan Groningen g Groot, De Groote Houdijk J Groote Koppel, PP de Groot en Klein Oud-Aa Groot Keulevaart Groot Midrecht J Groot Vuylcop P Groot-waterschap P van Woerden Groot Wilnis-Vinkeveen Grothe Haanwijk J Haar, de(onde deonder Haar- Zuilensgerecht) Haar, de (onder Hoogg land) Haarlem Haarrijn Haarzuilens Haastrecht, de Hooge 8 Boezem achter Hacke van Mijnden Haer van Gorcum, Evert van der Hagestein Hahnefeld, Von Ham, den Hamersveld Hardenbroek Hardenbroek van Berg8 ambacht, Van Harderwijk Hardinxveld Harmelen Harmelerwaard Harscamp, E. van Harteveld Hasselaer Heeg Heemskerk, Van Heemstede 's-Heerenloo
65 15, 44, 48; zie ook Oversticht 116 97 68 64, 65, 83 84 86 84 40, 41, 63, 65 90 196 64, 65, 68, 216
64, 68, 89, 203 125, 130 26, 44, 47, 48, 53, 107 89 203 65, 84 117 64 27, 32, 63, 64 108 111 68, 99, 156 68, 149 196 74 119 68, 71, 111, 113, 216 64, 65, 68, 89, 216 197 111 117 105 117 68, 111 171
INDEX OP NAMEN
Heeswijk (onder Lin- schoten)
Hoogland 68, 83, 111, 217, 218
Heeswijk, Kort - (onder Wi(leskop) 69, 89, 225 68, 156 Heetveld Heikop zie Heycop 229 Heiligenbergerbeek 108 He!lstróm 17 Hendrik van Beieren 196 Hengst, Van 's-Hertogenbosch 48 68 Herverscop 121 Heupes Heycop/Heikop, polder 65, 68, 83, 203 Heycop, genaamd de Lange Vliet, water- 41, 63-65, 83 schap 109 Hilversum 63, 64, 172 Hinderdam 226 Hoeffsmit 82, 83 Hoeker-Garsten Hoeker-waterschap, het 83 68, 71, 83, 111, Hoenkoop 215, 222, 223 116 Hoeufft 137 Hoevelaken 229 Hogeland, 't Hogewaardse polder, de 90 89 Holendrecht 15, 17, 18, 21, Holland (gewest) 24, 27, 29, 32, 42, 44, 48, 53 83 Holland (polder) 73 Hollandsche Rading 64, 65, 68 Honswijk 115 Hooft 90, 226 Hooge Biezen Hooge Boezem achter 65, 84 Haastrecht, de 65 Hooge en Kleilanden Hooge en Lage Weide, 89, 177 de Hooge en Neermaten, de 84 177 Hoogelanden Hoog- en Groenland, het 83 Hoogenhuyze, H.L.L. 93 van 177 Hooge Weide
78, 99, 111, 112, 125, 130, 131, 135-137, 140 69, 85, 221 84
Hoograven Hoon, de Hoonwetering, de Gemeene Boezem van de 84 Hoorneboeg, de 109 Hope, Th. 117 Hora Siccama, J. 189 Hármann 181 Horst, Ter 17, 98 Horstwaard 64 Houdringe 142 Houdijk 97 Houtdijken, de 152 Houten 68, 71, 84, 91, 95, 99, 102, 111, 151 134 Hovy, J. 196 Huender Huguentan 92 Huis te Hart, polder het 161 211 Huis ter Heide Huizen 109 116 Hulst, Hulsterambacht 13 Hunger, bisschop Huydecoper 55, 117, 196 Indijk Ingen Irenaeus Israël Isselt Ittersum, Van
27, 68, 204, 216 171 101 105 111, 130, 131, 167 104
24, 68, 72, 82, 111, 219, 220 220 Jaarsvelderkapel 108 Jacky, G. W. 181 Jansen Jerusalem, Convent 193 199 Jesse, N. Johannieter Orde 98 119 Jo!!e, Le Jonge van Ellemeet, De 118 65, 68, 71, 83, Jutphaas 85, 103, 114, 117, 221, 222 Jaarsveld
235
INDEX OP NAMEN
Kamerik
Koddestein Koker Kol Kolenberg Kooij, T.P. van de KoPPel, de Kortenhoef Kort Heeswijk Kortrijk Kousemaker, C. Kovelswade Kraneveld Krimpenerwaard Kromme Midrecht J Kromme Rijn J Kromwijk J Kromwijk J Kronenburg Kudelstaart Kuilenburg Kuyper, yP Abraham Kijfhoe Ki'fhoek
64, 65, 68, 71, 97, 99, 152, 153 17, 22, 28, 29, 32, 33 193 zie Cattenbroek 88 111 52 45, 100 84 200 48 65, 178 97 68, 85 84 27; zie ook Nigtevecht 64, 84, 222 219 64, 84 64, 65, 68, 71, 79, 99, 112, 113, 153 112 196 179 112 106 68, 85 27, 64 69, 89, 225 64, 68, 84, 87 93 Zie Covelswade 112 65 64, 69, 162 39, 40, 63, 172 zie Cromwijk 227 112, 158 24, 27, 64, 69 zie Culemborg 52 116
Laagnieuwkoop P Laagraven
64, 68, 79, 153 69, 85, 221
Karel V Karmelietenklooster Kattenbroek Katteveldse Meer Kersbergen Kersten, G.H. Keulen Keulevaart Klaveren, G. van Kleef en Berg Klein Covelswade Kleine Houdijk J Kleine Koppel, PP de Klein Keulevaart Klein MuYden Klein Vuylcop/Vuilkop P P Kleyn, y Zacharias de Knoest(er Knoest(erpolder) older), de gen
236
Laer, Van Lae g Biezen Lage g polder, P , de Lae g Weide, de
108 90, 226 218 89; zie ook Hoge en Lage Weide Lambalgen 112 8 Lammerts van Bueren 181 Lamsweerde, Willem van 21 Langbroek 63, 68, 84, 103, 113, 114, 116, 154 Lange, J. de 197 Lange Bonnen en Nieuwland, de 118 Lange 27 g en Ruige g Weide Langerak 118 Langestein 118 g Lanoy Meijer, De 110 J Lauwenrecht 177 Lee- en Rietsloot, de 85 Lee, C. van der 181 Leerdam 23 Leersum 69, 71, 155 Leeuwarden 44, 105 Leicester, graaf van 19, 21 Leiden 172 Lekdijk Benedendams, hoogheemraadschap g P van de 40, 63, 65, 85 Lekdijk Bovendams, hoogheemraadschap van de 40, 63-65, 85, 197 Lelyveld, Van 131 Letland 108 Leusbroek zie Leusderbroek Leusden 53, 68. 71, 95, 99, 112, 137, 140, 156 Leusderberg 78 Leus(der)broek 68, 156 Leuterveld 90 Leuven 100 Liano, Augusto Alvaro g de 101 Lichterberch, Johan van 64 Liefde, Jan de 52 Lielaer 112 Liesbos 85 Linen 48 g Linschoten 27, 64, 68, 69, 103, 112, 217, 218, 224
INDEX OP NAMEN
Linschoter Haar Lo c khorst Lockhorst, Van Lodewijk Napoleon P Lóben Sets, Van Loen (d)erveen Loenen
Loenersloot Lokhorst Lokhorst, Van
Londen Loosdrecht
Lopik
Lopikerkapel Lopikerwetering p 8 Lubbersloot Lulofs Lunenburg Lynden, Van y Ly ynden van Lunenburg, g Van Lynden van Sandenburg, Van Lijnpad JP Maarn Maarsbergen Maarschalkerweerd Maarssen
Maarssenbroek Maarsseveen Maartensdijk J De Malapert, P Mariënbur g Mariëndaal
69, 217, 218 112 116 37 117 27, 85 27, 37, 65, 68, 70, 71, 74, 75, 99, 112, I57-159 65, 68, 112, 143 Zie Lockhorst 117 106 27, 37, 64, 68, 70, 71, 85, 103, 106, 113, 159 40, 64, 65, 68, 71, 72, 85, 219, 220 65, 68, 85, 219, 220 zie Enge IJssel 88 197 113 196 121
Marsch, de Martini Buys y Martens (van Sevenhoven)
Mastwijk (- en Achthoven; J Uiterdijken van -) Maurits Meerlo Meern, de
Meerndijk J
Melkweg Melm, de Merode, Ferdinand Filips p de Merwedekanaal MeY enhage Middelburg Minderbroedersklooster Moersbergen Molenblok, het MolenPolder onder Westbroek, de Monsees, M. E. Montfoort
114, 117, 118 177 68, 160 68, 160 68 68, 70, 71, 74, 75, 79, 99, 109I11, 115, 117, 160 65, 68, 79, 86, 113, 160 55, 64, 68, 71, 79, 86, 93, 117 68, 71, 86, 106, 112, 140, 161 110, 117 98 20, 97
Muelen, Van der Muinck Keizer, J.M. de Muller, S. Musschenbroek, P. van Muijeveld Midrecht J Mijdrechtse Droo8makel rijl^ Bedijkingen J g der Mijl, J de Mijland J Mijnden J
Napoleon P Natewisch
166 112, 117 196
68, 82, 217, 218 48 226 69, 99, 113; zie ook Oudenrijn; Vleuten 65; zie ook Bijleveld en de Meerndijk 90 229 29 74, 75 113 44, 45, 105 193 113 161 86, 161 135 17, 20-22, 25, 27, 29, 31, 33, 67, 71-75, 98, 99, 113, 217, 220, 221 117 197 12, 197 78 81, 85, 88 33, 64, 68, 70, 71, 75, 86, 162, 163 86 116 65 27, 68, 86, 113, 117, 159 24, 37, 41, 49 118
237
INDEX OP NAMEN
Nedereind (van Jutphaas), het Nederhorst den Berg Nederkwartier, maarschalkambt Nederlangbroek g
Oostbroek 65, 68, 83, 117, 221 27, 37, 115
31, 32 63, 68, 84, 103, 113, 114, 116, 154 90, 226 Neder-Oud(e)land zie Utrecht, geNedersticht west 79 Neerdijk 84 Neermaten 133 Nefkens, A.M. 133, 137, 138 Neut, J.D.H. van der 38 Nicolaas IV 221, 222 Nieuwegein g 177 Nieuwe Oord 52 Nieuwe Pekela 68, 73, 157, 172 Nieuwersluis 178 Nieuwe Weerd 65 Nieuwkoop 97 Nieuwlicht 103, 106 Nieuw-Loosdrecht 68, 71, 79 Nieuw-Maarsseveen 65, 68, 71, 115, Nigtevecht 164 113 Nooit Volmaakt 113 Noordborch 80; zie ook Noorder older, de Noorderpolder Botshol 27, 69, 224 24, 68, 224 Noord-Polsbroek 87 Noordse Buurt, de 80 Noord-Zevender 117 Notten, Van 147 Nijendijk J J 84, 87, 113 Nijenrode J Nijkercken, Thomas van 183 J 74, 91, 135, 137 Nijkerk j 73 Nijmegen J g 113 Nijveld J Odijk Odijkerweg J Oldenbarnevelt, Van Oldenzaal Omloop p van St. Marie Onzer Vrouwenberg
238
68, 96, 103, 145 211 28 101 178 97
Binnenpolder Oostelijke van Tienhoven, de Oosthuyse, Van Oostveen Oostwaard Oranje, prins van JP Otterspoorbroek Oud-Aa Oudaen Oude ggein Oudelandonder ( Harmelen) Oud(e)land (onder IJsselstein) Oudenrijn J Oude Oord Ouderkerk Oudewater Oude Wetering Oudhuizen Oud-Loosdrecht Oud-Maarsseveen Oudmunsterkapittel Oudwulven Oudwulverbroek Oudwijk Oud-Zuilen OukoopP (onder Loenersloot) Oukoop p (onder Reeuwijk) Overeind (van Jutphaas) Overkwartier, maarschalkambt Overlap gbroek Over-Oud(e)land Overschie, Van Oversticht Overijssel
Padbrugge Pallaes, Maria van
20, 68, 97, 113, 141 87 92, 118 63, 65, 68, 161 68 19 64, 87 64, 65, 83 113 64, 87, 114, 222 216 90, 226 65, 68, 71, 83, 115, 203 178 172 67, 71, 98, 222, 223 68 68, 71, 205, 206 103 68, 79, 93 14, 15, 32, 64 68, 114, 151 88 20, 97, 188, 190 91 68, 87 27 65, 68, 85, 117, 221 31, 32 63, 68, 84, 154 90, 226 116 15-18 15, 48; zie ook Oversticht 136 183
INDEX OP NAMEN
Pallandt van Oud BeiJ 'erland, Van Papekop Pa P pendorpP Pelt Pei 'n, koning g Persijn, Van Pesters, (De) Philips P II Plettenbur g Polanen Poll, Evert van de Polsbroek Poortvliet, Johan Robertss van Poot Portengen
Rhenen, stad 116 27 68, 83, 203 93, 183 I 114, 117, 118 118, 196 19 117 68, 217 182 24, 27, 68, 72, 87, 115, 215, 224
Postwijk J Proosdij landen de Proosdi'landen, van St. Jan Puntenburg Pi'lsweerd J Pijnenburger J g Grift, de Pijpekamp, P Van de
64 227 64, 65, 68, 78, 87, 143 114 64, 69 178 188 178 229 136
Quarles Quint
118 197
Radbod, bisschop Radermacher Schorer, jhr. M.R. Rahr, H. Ram Randenbroek Rappard, Van P Rapijnen Rateles Raven Reael Ree, H. W. van Reede, Van Reierskop Remmerstein Rendorp Renesse, Jan van Renswoude ReY erscop /Reiersko P
13, 14
l
198 180 196 136 118, 197 64, 65, 218 68, 80, 223 69, 85, 221 115 92 110, 115, 116, 118 zie Reyerscop 114 118 64 69, 114, 137, 165 64, 69, 204
Rhenen-Wijk J^ classis Rhenen, Covert van Rhenensche Nude en de Achterber8sche Hooilanden de RhiJ'n, Van Rhijnauwen J Rhijnestein J Ribbius Peletier, G. Ring der Ronde, Veenen, de Rivier de Eem, beken en aankleve van dien, de, heemraadschap Roermond Roland Holst, R. N. Ronde Veenen, de Roodebrug Roodenmolen, de Roosendaal Rosweide Rotterdam Rovenius, Philippus Pp Royaards Ruemstofstede Ruige Wilnis Rutgers, H. H. Ruwiel Ruys Ruysch, jhr. J. Rijckevorsel, Van Rijn, departement van de Rijndijk J Rijn en Dijk J Ri'nhuizen Rijnhuize Rijnpoldersloot oldersloot, Van er weteringg gg Rijsenburg g Sandenburg Sandwijck J Schagen (onder Linschoten) Schalkwijk
17, 20, 21, 27-32, 67, 70-75, 97, 98, 166 102 29
87 101 145 114 180, 197 88
229 48 198 88 178 88 88 69, 83, 204 48, 105 47 118 111 64, 69, 202 106 65, 68, 69, 114, 143 92 182 92, 118 24 172 88 69, 85, 221 88 64, 88 100, 118, 119, 149 114 114 69, 217 65, 69, 88, 99, 151
239
INDEX OP NAMEN
Schenck van Toutenburg, aartsbisschop p Schimmelpenninck, raadpensionaris Schonauwen Schoormond Schothorst Schouten, Elbertus Schuy lenbur8, Van Schuyt y Sierck, Jan van Sint - Agnesklooster S (Rhenen) - Agnesklooster 8 (Utrecht) - Annaklooster - Ceciliaklooster - HieronYmushuis - Jan, kapittel van kapittel - Jan Baptist, P p van College - Jan Evangelist S S van - Joris, kapittel p - LaurensabdijJ - Maarten, kapittel p van - Maria Ma8dalenaklooster (Utrecht) - Maria Ma8dalenaklooster (Wijk bijJ Duurstede) - Marie, kapittel van - Nicolaasklooster - Odiliënberg - PaulusabdijJ - Pieter, kapittel van - Salvator, kapittel P van - ServaasabdijJ - StevensabdijJ - Ursulaklooster Sla8maat Slaperdijk Smit, A.H. van der Snelrewaard Snorrenhoef Soemba
240
Soest 44 24 69, 151 183 136 136 117 119 38
97 193 193 193 193 15, 33, 64 44, 49, 98 98 98 20, 97 zie Domkapittel
Soestbergen 8 Soesterveen Spaarndam P Spaen, Van p S pakenburg 8 Sparrendaal p SP en8en Staalduin Steenoven, Cornelis Stein Stenisweerd Sterkenburg Sticht, het Sticht (onder Loenen) Stoetwe8en Stoop Stoutenburg Strauss, J. Th. Strick van Linschoten Sunzel Suriname Sutorius
69, 71, 75, 98, 99, 103, 109, 121, 131, 137, 140, 167, 168 178 64 40 196 137; zie ook Bunschoten 118 64, 68, 79, 112 118 47 64 114 69, 115, 149 zie Utrecht, gewest 83 64, 69, 90, 210 116 69, 115, 137, 140, 156 93 217 108 52, 107, 108 181
193
97 15, 64 193 13 22, 44, 96 15, 64 zie Oudmunsterkapittel 20, 97 20, 97 193 64 63, 229 92 27, 69, 224 68, 156 105
Taets van Amerongen van Natewisch Tamen Teckop
118 zie Thamen
27, 68, 69, 152, 159 Ter Aa, Ter Horst e.d., zie Aa, Horst e.d. Testas 114 Texel, baljuwschap p van - 117 Texel, department van - 24 24, 27, 33, 64 Thamen 64, 69, 89, 203 Themaat 136 Thiens Thin, Floris 21 Thorbecke 42 Tienhoven(bi EverdinTienhovenbi' 94 en) TienhovenJ Tienhoven(bij bi' Maars64, 69, 79, 81, 87, 88, 93, 103, 115, 159, 160
INDEX OP NAMEN
Tienhoven de Oostelijke J BinnenPolder van Tolsteeg Tombe, Des Tull en 't Waal Tuyll van Serooskerken, Van Tweede Bedijking8 (der Mi'drechtsche Droogt makerij), J) de Ubbels Uiterdi'J ken van Mastwijk, J de Uiterwaarden onder Jaarsveld, de Gecombineerde Uithoorn Utrecht, bisdom/diocees
Utrecht, classes Utrecht, dePartement/ landdrostambt Utrecht, gewest Utrecht, Hof van Utrecht, kapittels
Utrecht, kwartier/ arrondissement/ onvan derprefectuur P Utrecht,rovinciale syP noden Utrecht,rovincie P
Utrecht, stad
Vaartsche Rijn
87 178 93, 118, 121 64, 69, 88, 151 116
86 227 68, 217
82 24, 27, 64, 69 13-18, 28, 29, 31, 34, 38, 43-48, 63, 100 49, 52, 102, 106 24-26, 36, 66 13-22, 63-65 18, 20-22, 25, 30, 32-34, 36, 67 14-17, 19, 20, 3133, 44, 47, 49, 56, 63-65, 100, 120
25, 26, 37, 38, 66 49, 50, 52, 101, 106 22, 23, 26, 27, 35, 41, 42, 65, 66, 121 16-22, 26-30, (31), 34, 36, 38, 39, 45, 49, 53, 56, 67, 70-78, 91, 93, 95-98, 100, 105, 107, 138, 169-200 172
Valckenheijning 8 Varenkamp, P de Vecht, de Vechten Vechtenstein Vechter- en Oudwulverbroek Veenendaal Veenendaal, G.G. Veenraadschap P der Geldersche en Stichtsche Veenen, het Velde,, Te Veldhuizen Velthuysen, Dirk van y Verhaer, Jacob Verha8 en, Warnardus Verheye y Vermeulen, P. J. Vianen Vinkeveen Vinkeveensche
Vleuten
88 69, 71, 75, 77, 99, 137, 201 131
201 112 69, 115, 203, 204 197 64 219 118 78 24, 91, 94 37, 69, 71, 72, 100, 202
en
Proostdi'er polders, J P
Vischer, A. Vlaer & Kol
115 115 40, 41, 172 68, 145 115
de
202 136 179 24, 64, 65, 69, 71, 89, 95, 100, 103, 106, 110, 111, 116, 203, 204 89 89 83 80, 89 69, 217, 218 88 49 80 17 119 135 132 83 68
Vleutense Wetering Vleuterweide Vliet Vlist Vlooswijk J Vlowijker wetering 8 Voetius, Gijsbertus J Vogelzang g g Vollenhove, huis Vollenhoven, Van Vonk, J. Vonkeman Voorburg Voordorp Voordijkse polders, de J P Gecombineerde Noordse Buurter en - 87 116 Voorst, Van
241
INDEX OP NAMEN
Vos, G. Voshol Vosmeer, Sasbout Vredeling Vredendaal Vreeland
Vreeswijk J VreeswiJ'k Vrouwenberg, 8 Onzer Vrouwenklooster Vuilkop Vuursche, de VuY Ico P /Vuilko P Vijfheerenlanden J ViJj f hoeven^(onder Jaarsveld ) Vijfhoeven J k) ( Kortrijk) J fhoeven (in Waaien Waal, 't Waardassacker Wagenaar, C. W. g Wageningen Waldeck,raaf van g Wamberg Waver(en) Waverveen Weede, Van Weener Weerkampen p van de Loosdrecht, de Wees en Weiss, G. van Welgelegen Werkhoven Werkum, H.D. van Westbroek Westraven Westrenen, Van Westveen Wickenburg Wiel Wiers(che Ppolder), de Wiersche Veld
242
136 118 45, 46, 47 132 98 32, 37, 65, 69, 71, 79, 104, 115, 157, 158 24, 69, 71, 106, 222 91 97 97 zie Vuylcop 69, 139 64, 65, 84, 222 63 80, 89 68 68, 114 104; zie ook Tull en 't Waal 89 197 74 32 118 64, 69, 202 27, 37, 69, 72, 202 119 91 159 52, 56, 108 85 69, 71, 92, 100, 104, 110, 145 92 64, 69, 71, 85, 89, 106, 140, 161 69, 85, 221 116-119 64, 69, 87, 205 115 80 89, 222 65
Wildt, De Wilhelm II, ex-keizer Wilhelmina, koningin Willem I, koning Willem I, stadhouder Willem III, stadhouder Willem IV, stadhouder Willeskop Willige 8 Langerak 8 Wilnis Winkel, de Winssen, Van Witte van Elkerzee, Van Wittevrouwen Wittevrouwenklooster Woerden, Groot-waterschap p van Woerden, stad Wolleswinkel Woudenberg
119 110, 119 211 50 26 20, 29 20 69, 89, 225 69, 72, 89, 219, 220 33, 64, 69, 71, 90, 205, 206 90 12, 121 118 178 20, 97 40, 41, 63, 65 24, 74, 93 119 69, 72, 112, 137, 207 96 69, 84 69, 217, 218 119
Woudschoten Wulven Wulverhorst Wijckersloot, Van Wijk bij bi' Duurstede, clas49, 50, 102 sis Wijk bij Duurstede, stad 17, 20, 21, 27-32, 39, 44, 67, 70-74, 90, 97, 98, 100, 104, 208 90 Wijkerbroek, het 7 Wi'kerweerdse Ppolder, de 90 J Wi'kse gerecht, het GeJ 8 90 meeneland van het IJssel, heemraadschap van de IJssel rivier de (Hollandsche) IJsseldam IJsseldi'k J en IJsselkade, hoogheemraadschap p 8 van den Zuid 1Jsselstein, baronie
221 40, 75 zie Lekdijk J Benedendams
91 115, 225, 226
INDEX OP NAMEN
IJsselstein, stad
IJsselveld IJsselvere Zander, J.G.W.
Zandsloot Zandveld Zeeburg g en Diemerdijk, J hoogheemraadscha hoogheemraadschap van Zeeland Zegveld Zegvelderbroek g Zeist, classis Zeist,erecht/ emeente g g
Zevender
24, 51, 67, 70-72, 74, 75, 90, 97, 116, 225-227 64, 65, 83, 218, 226 69 187 88 87
63 18, 53 64, 65, 69, 104, 209 65, 69 52 51, 52, 56, 64, 69, 72-75, 90, 92, 93, 95, 107-109, 111, 210-212 27, 69, 72, 80, 89, 110, 219, 220
Zevenhoven (onder Lopik) Zevenhoven (onder Mi'J drecht) Zevenhuizen Zoudenbalch Zuiderzee, departement P van de Zuid-Linschoten Zuid-Polsbroek Zuid-IJsseldiJ k (en ( IJsselkade) Zuid-Zevender Zuilen
Zuilenburg Zuile(n)stein
Zuylen, Dirck van Zwezereng Zwijnevoort
l
65, 69, 85, 219 90 125, 130 119 25, 26, 37 27, 69, 224 27, 68, 115, 224 91, 221 89 54, 69, 91, 97, 112, 116, 178, 186, 188, 195, 197 188 69, 155 64 69 136
243
INDEX OP TREFWOORDEN
Aalmoezenierskamers Aannemer Aartsdiakonaten, aartsdiakens Aartspriesters P Abdijen J Adviesbureau Advocaten Ambachtsheerlijkheden Ambachtsheren Ambachtskamer Apostolische vicaris P Arbeidsbemiddeling Archief (definitie) bewaar laatsen Archiefbewaarplaatsen , bisschoppelijke PP J Archiefdiensten, archieven van Archiefwet 1962 Archieven, bisschoppelijke J Archieven, kerkelijke J Archieven,rovinciale P inspectie der Architect Archivarissen, archief van Armbestuur, burgerlijk - Parochiaal Armenhuizen Armenloterij Armenzorg
Arrondissementen Arrondissementsrechtbanken Atlas Auditeurs, commissie van Autobusdiensten
244
174, 183 132 15-17, 44 48, 53, 98 zie kloosters 93 91-93, 136 54, 116 35, 54, 217 174 45-48, 100 181, 214 11 1, 11-12, 43 17, 44 57, 77, 130, 177, 200 1, 11, 43
Badhuis-inrichtingen 8 Bakkerijen J Baljuwrechtspraak p J Baljuwschappen pp J Bank van lening Bankwezen BaP tisten 8emeenten, Unie van Baronieën Bazarcomité Bedelarij, weringg der Bedrijven, archieven van
l
Beeldende kunsten, academie voor Begraafplaats Begrafenisfonds 8 Begijnhof 8J Bejaardenzorg g Belastingen g
12-14, 17-18 43 1 132 78, 197 128, 214, 217, 221, 224-226 132, 183, 223 132, 174, 183, 185 133 50, 132-133, 174, 181-184, 188, 221; zie ook sociale zorg 25-26, 37 37, 70 zie kaarten 21 92, 132
Besturen, gewestelijke J g Bestuur, departementaal P - intermediairadministratief - intermediairprovinciaal rovinciaal provinciaal Bevolkingsregisters Bewaarscholen Bibliotheken, archief -
- openbare p - school Bioscoop BisschoPP eli'ke J hiërarchie herstel Bisschoppen Pp van Utrecht
Blikslagerij
140, 142, 176 92, 136 33 117, 159 128, 181, 226 91-92, 179, 192 52-53, 109 115-116, 225-226 195 132 51-52, 55-56, 9192, 108 198 128 93 193 93, 174, 181-184 18, 21, 23, 37-38, 54, 56, 71, 74, 127, 171, 210, 219, 226 12-27, 57, 63-66 23-25, 36, 66 23, 34 22, 65 23, 26, 66, 121 171, 179 104, 188 101, 108, 119, 137, 140, 142, 198, 208, 213 142 211 92 46, 48 13-17, 22, 27-29, 31-33, 38, 40, 4346, 54-55, 63, 101, 120 108
INDEX OP TREFWOORDEN
Bloemen, kweken van Boekhandel Borg stellingsfondsen Bouwbedrijven J Bouwtekeningen g Brandbestrijding J Broederschappen Brood- en meelfabriek Brouwerij Bruggen Burengerechten g Burgemeesters - archieven van Burgerlijke g J stand Burgerwacht g Burgerweeshuizen 8 Buurten Buurtverenigingen Bijbelgenootschap J g Cholera Commissaris des Konings 8 Concertzaal Crisiscomités Cultuur, algemeen
Dak Ppannenfabriek Defensie Denksport Diakonessenhuis Dia's Diergeneeskunde g Distributiediensten, -krip gen Docenten, archieven van Domeinen
Doop-, trouw- en begraafboeken Doopsgezinde gemeenten
142 131 91 131, 181 108, 120 128, 135, 173, 214 51, 134, 181-184, 193, 207 179 180 139 33 28-31, 35-36 116, 150, 197 60-61, 72, 170, 178 zie schutterij zie weeshuizen 172-173 zie wijk- en buurtverenigingen 192
Dorpsbesturen P Dorpsgerechten Douane Drankbestrijding Droogmakerij Drosttambt) Dijkbesturen J Dijkraven Jg Dijkschap P Eig endomsover $ ang,reg isters van Elektriciteitsbedrijven J EleemosYnae van Oudmunster Evangelische Broedergemeente Evangelisch-Lutherse g gemeente ExP loitatiemaatscha P pijen PJ
zie gemeentebesturen 30, 67-69, 130 70 94 162 25, 30, 32 40-41, 152, 172, 207, 229 40, 166 41
72 214, 226 64, 183 51, 53, 107-108 109, 135-136, 195 118, 131
174, 175, 227 Fabricage g 27 92 132, 139, 175, 227 77, 95, 130, 134, 190, 195 91 56, 76, 104, 128, 135, 172-173, 215 134 107 199, 208 57, 77, 93 130, 142, 174, 214, 226 129 18, 56, 74, 226; zie ook kroondomein
Familiearchieven
Filatelie Financiën
Fondsen Foto's
Fundaties,geestelijke ^ g l
Gasfabrieken 72, 127, 130, 170, 178 109, 135, 195
Gasthuizen
zie openbare werken 92, 102, 108, 110, 114-119, 136, 196, 201, 225-227 191 18, 21, 23-25, 6566, 74, 127, 171; zie ook belastingen; gemeenteontvangers 176, 182-183, 186, 194 12, 94, 108, 120, 123, 140, 142, 146-151, 153-154, 163, 165-166, 168, 201, 208, 212, 214 64-65, 93, 132, 182-184, 221 126, 128, 211, 226 132, 166, 181182, 184-185, 223
245
INDEX OP TREFWOORDEN
Gebouwen, restauratie van Geconfisqueerdegoedeg 9 ren, rentmeester der Gedenktekens Geëligeerden g Geërfden Geluidsarchief algeGemeentebedrijven, g meen Gemeentebestuur
Gemeenten, indeling Gemeenteontvanger GemeentePersoneel Gemeenteraad Gemeentesecretaris Geneeskundige diensten Genie Geografie g Gerechten
- indeling Gerechtsheer Gerechtshof Gereformeerde kerk in Hersteld verband Gereformeerde kerken Gevangeniswezen
Gezondheidscommissie Gezondheidszorg
Gilden Godshuizen Goederen, onroerende Goud- en zilverfabriek Gouverneur Graanhandel Grasdrogerij g J Grenswijzigingen
246
134, 166
GrofsmederijJ Gymnasium Y
181 zie scholen
18 134 20-22, 65 33, 41 200
Handelsondernemingen 8 Handelsscholen Handschriften H.B.S. Heemraden(Hoog-) 8)
126 30-31, 35-36, 60, 78-79, 124-178, 197-226 1, 5 35, 127, 171 126-127 zie gemeentebestuur zie gemeentebestuur 127, 129, 175 56, 76 94 33-34, 40-41, 64, 78-79, 124, 130, 139-167, 202-225 1-4, 34, 54 54 36, 38, 70
Heerlijkheden
92, 108, 180 129-130, 133 137, 198 zie scholen zie (hoog)heemraden 33-34, 54-55, 6364, 94, 109-119, 136, 166, 225 134, 190, 211, 220 zie Evangelische Broedergemeente 102-104, 106, 112, 135, 144, 147, 194, 197, 201, 214, 216, 220, 227; zie ook Nederlandse Hervormde kerk 25, 67 18, 20-22, 25, 28, 30, 32-33, 67 182-183 57, 77, 173 46-47, 53, 98
103 52-53, 103-107, 135, 195 56, 73, 96; zie ook huis van bewaring 129, 140, 175, 210 77, 93-94, 129, 142, 175-176, 182, 187-188, 215 28, 118, 133, 186, 223 184-185 39, 94, 118 92 26-27 91 215 24, 27
(Hoog)heemraden
Herdenkingen 8 Hernhutters Hervormdeemeenten 8
Hof van Justitie - Van Utrecht Hofjes J Hogescholen 8 Hollandse Zending (Hoog)heemraadschapP pen
Huurcommissies HYP otheekbewaarders
41-42, 84-85, 91, 221, 229 40-41, 131, 166, 207 56, 76, 77 92, 181 73 54, 92, 109-119, 136, 142, 158 129, 139, 227 75
Ingelanden 8 Inventaris (definitie) Israëlitischeemeente 8
218 12-13, 61 109
Jacht Jeugdzorg
69, 134, 192 93, 142, 175, 188; zie ook rijksinrichtingen 98
HosPitalen Hotels Huis van bewaring Huisarchieven
Johanniterorde
INDEX OP TREFWOORDEN
Jongerenverenigingen
95-96, 107, 175, 187, 194-195
Kaarten
12, 94, 108, 120, 138, 142, 199, 201, 208 75 98, 181-182 171 77, 179 91 72 38, 70-71 26, 37 14-17, 20-21, 3134, 38, 44-45, 47, 49, 56, 63-65, 98, 120, 181 14-15, 44-45, 49, 56, 101, 226 153, 156, 214, 216-217 126, 173 76 95, 135, 193-194 132, 174 146 96-98, 181-182, 193-194
Kadaster Kalende(r)broederschap Kameraars Kamers van arbeid - van koophandel - van notarissen Kantongerechten Kantons Kapittels P
Kerkelijke Kerkelijke 8goederen Kerspelen Keuring 8 van waren Keuringsraad 8 Kiesverenigingen Kindertehuizen Klederdrachten Kloosters Kommanderijen, l 8 ecom mitteerden tot de Koninklijk Huis, evenementen
l
171
134, 192, 198, 211, 215 Koophandel, college van 186 Kraamzorg 184 Krankzinnigengesticht 187 Kranten 12, 124, 137-138, 142, 148, 168, 198, 208, 212-213 Kroondomein 56, 74 Kruisvereni8 in8en 142, 223 Krij8s gevangenen zie oorlogsslachtoffers 70, 173, 179, 226 Krijgsraden J8 179 Kunstbescherming 131 Kunsthandel Kunstkringen, -genoot8 g schappen 134, 189-190, 198-199 Kunstraad, Utrechtse 198
Landbouw Landdrost Landstorm Landverraders Latijnse school 7 Leenhof van Utrecht Leenkamers Leerlip 8 envereni88 in en Leesgezelschappen Letterkunde Levensmiddelenhandel Levensmiddelenverstrekking Loodwitfabriek Luchtbescherming Lycea Maarschalken - archief van Maatschappelijk PP J werk, hulpbetoon P Machinefabriek Maires Manufacturen Marken Mavo-scholen Meelfabriek Meisjesschool Memorieheren Meteorologie 8 Meubels Milieubescherming Militie Molens Momboirkamer Monumenten Musea Muziekgezelschappen Muziekhandel Muziekscholen Muziekverzameling Naai- en breischolen Nederlandse Hervormde kerk
76 25, 66 zie defensie 128 zie scholen 22, 65 63-65 133, 176, 190 zie letterkunde 134, 188-190, 192 92 214, 226-227 180 215 zie scholen 15-16, 18, 22, 31-33 115 zie sociale zorg 181 zie burgemeesters 108, 131 78 zie scholen 179 176 98 75 92 94 zie defensie 131 174 130, 134; zie ook gedenktekens 189 95, 173, 180, 189, 190, 215 131, 180 95, 177 108 104, 133, 188 48-50, 53, 96, 101-104; zie ook hervormdee8 meenten
247
INDEX OP TREFWOORDEN
Nederlandse Protestantenbond Nederlands-Israëlitische gemeente Noodgevallen, hulp p in 8 Notarissen Nut van 't algemeen, 8 maatschappij pp l tot Nijverheid, Nederland) sche Maatschappij Pp J voor Oecumene Officialen, officialaat Omroepvereniging Onderprefecten p Onderscheidingstekens 8 Onderwijs J
Onderwijscommissies J Ontspanning 8 p Oorlogsdocumentatie 8 Oorlogsslachtoffers 8 Openbaarheid P Openbare orde Openbare werken p Oud Bisschoppelijke pP Clerezi Oudheidkundi8e vereniin en 88 Oud-katholieke kerk OverheidsAublikaties Overleg, 8 commissie voor georganiseerd 8eor8 PadvinderijJ Pamfletten Papierhandel P Parochies Pensioenfondsen Persoonlijke J archieven Plaatsin8slist ^ J (definitie)
248
Plattegronden 8 109, 194-195 109 93, 96, 132, 139, 186, 197, 227 38-39, 71-72, 131, 179 134, 189, 192
180 93, 96 15, 17, 45 96 25-26, 66 142, 215 77-78, 94, 127, 129-130, 133, 139, 176, 188, 215 77, 126, 129, 130, 139, 176, 210 95, 190-192, 220 142 132-134, 186 12, 60 26, 128, 172 126, 128, 172 zie Oudkatholieke kerk 94, 134, 190 47, 53, 100-101 138 127 192 101 131 99-100, 194, 223-224 109, 180 119, 133-137, 197-198 13, 61
Pluimvee Polders
Politie Politiekearti'en/ P J organisaties 8 Portretten Posterijen J Prefect Prentbriefkaarten
Prenten
Protestantenbond, Nederlandse Prijsbeheersing 8 Raad van Kerken, in Nederland - Utrechtse Rechtbanken Reddingsbrigade Rederijkerskamers J Reinigingsdienst Rekenkamer, departementale - Haagse - Utrechtse Remonstranten Rentambt Utrecht Representanten, P Provisionele Reviseurs, Raad van Riddershofsteden Ridderschap
Rode Kruis
zie bouwtekeningen 215 41, 80-90, 118, 159, 161, 202204, 214, 216, 219, 222, 226 128, 226 95-96, 148, 186, 215 zie foto's 75, 173 25, 30, 66 120, 123, 140, 142, 153, 163, 168, 208 12, 94 108, 120, 138, 140, 146, 148-149, 151, 199, 201, 208, 212, 214 109, 194-195 71, 128, 139
96 195 16, 26, 32-33, 3639, 69-71, 179 135 189-190, 223 126 24, 66 18 18, 21 48, 51, 53, 109, 135, 195 zie kroondomein 22-23, 65 67 20, 33, 54 16, 20, 22, 26, 33, 35, 45, 54, 65-66 133, 142, 215
INDEX OP TREFWOORDEN
Rooms-katholieke kerk Rotaryclub Rijksinrichtingen 8 voor jongens en meisjes Scheepvaart pe Schepenbanken Schepenen P ScherP schuttersvereni8ingen Schippersverenigingen Scholen, algemeen 8 (lager) beroePsonder8 wijs J - kleuteronderwijs J onderwij - lager 8 onderwijs - middelbaar onderwijs Schoolbesturen
43-48, 96-100, 194, 223-224 135
Stadsheerlijkheden J Staten, Gedeputeerde P -
Provinciale
-
van Utrecht
56, 73-74 56, 104, 131 17, 28, 30, 33, 37, 170 27-30, 33 192 133, 186 132, 188; zie ook onderwijs
Steenfabrieken Straatwe8en Strafinrichtingen 8 Studentenverenigingen Successie, recht van SYnodale archieven
177-178 20-21, 26-27, 30, 197 26-2I, 35, 41-42, 116 12, 16-22, 29, 33, 44-45, 48-49, 5455, 65, 169, 197 55, 222 zie wegen zie gevangeniswezen 95-96, 190-191 74, 226 101, 104
-
Schoolmelkcomités SchooloPziener Schoolverzuim, wering van Schouten
94, 188 102, 222 99, 129 94, 108, 176, 188 zie onderwijscommissies 176, 222 77 131, 139, 174, 222 15, 27, 29-33, 3536, 41
persoonlijke archieven van 136, 150, 170, 207, 214 Schouwburg 190 zie krijgsraden Schuttersraad 70, 76, 128, 135, Schutterij 137, 172-173, 179, 193, 211, 221 99, 101, 119 Seminaria 126 Slachthuis 77, 93, 101, 109, Sociale zorg 128-129, 132-133, 174-175, 181-184, 227 134, 189, 221 Sociëteiten 140, 181, 190-191 Sort P 132 Spinhuis P 197 Staalgieterij J 8 zie scholen Stadsarmenschool 171, 193 Stadsconventen 32, 67, 69, 127, Stads8erechten 170 -
Tabaksindustrie Technische scholen Tekengezelschap 8 P Tekeningen 8 Telefonie Textielindustrie, -handel Tienden Timmerfabriek Toegankelijkheid 8 J Toerisme Toneelvereni8in 8 Topografie Tramwegen Transportbedrijf Tuinbouw Tweede Wereldoorlog Tijdschriften J
55, 94, 180 zie scholen 190 zie prenten 75, 135 77, 92, 108, 131, 179 76, 136 132 12, 61 215, 227 137 zie kaarten 131 181 133 132, 134, 166, 199, 227 105, 119, 138, 198
Universiteit van Utrecht
57, 77, 173; zie ook Ho8escholen
Vakorganisaties 8 Veenderijen J
133, 186-187 80-81, 85, 88-89, 162 zie waterschappen 173 128 1sais1 127 76, 146, 218 132, 175, 211, 221
Veenschappen PP Veren Verkeerscommissie Verzekerin8swezen Vicarieën VisserijJ Vluchtelingenhulp P 8
249
INDEX OP TREFWOORDEN
Voederbedrijf Jf Volkshuisvesting Volksonderwijs J Vredegerechten g Vredescongres 1713 g Vrouwenverenigingen rotestantisVrijzinni Vri'zinni J Centrale Commissie voor het Vijandelijkeg goederen Waarborg Wapens Waterleidingbedrijven $ J Waterschappen PP
- indeling Watersnood Waterstaat, provinciale , rJi'ks, zorgg voor de Weerbaarheid, bevorderingan de 8 Weeshuizen Weeskamers
250
214 75, 129, 132, 175, 185 zie onderwijs 26, 36-38, 70, 179 169 96, 133, 186, 191, 194
53, 93, 95-96, 194 128 78, 180 92 126, 128, 226 1, 11-12, 39-42, 63-65, 79-91, 97, 148, 161, 201202, 207, 218, 225, 229 1, 6-9 139 56, 66 56, 74-75 39-42, 56, 172 135, 173, 192-193 131-132, 166, 181, 183, 199, 221, 223 72, 128, 174, 223
Wegen Weigraven g Werkgevers g Werklozenzorg West-Indische Com Pag nie Wetenschapsbeoefening P g Wethouders
56, 66, 172, 202, 207, 211, 217 207 181 227
117 77, 94, 188-189 zie gemeentebesturen Winkels 181 Woningbouwverenigingen 132, 140, 185 WijkWi' k- en buurtverenigingen 142, 185, 190 IJkkantoor
76
Zangverenigingen Zending
137, 189 51-53, 105, 107109, 193 120, 199 93 77, 105, 132, 187, 210, 215 116 180 187 76 182 zie sportaccommodaties
Zegels g Ziekenfonds Ziekenhuizen Zondagsschool g Zoutziederij Zuigelingenzorg Zuivelconsulent Zusterschap Zwembaden
Overzichten van de archieven en verzamelingen in de openbare archiefbewaarplaatsen in Nederland I
P. Brood, A.J.M. den Teuling, De archieven in Drenthe (1979), 142 blz. (ISBN 90 14 02880 6)
II
De archieven in Gelderland (1979), 283 blz. (ISBN 90 14 02936 5)
III J.J.C. van Dijk, R.L. Koops, H. Uil, De archieven in Zeeland (1979), 117 blz. (ISBN 90 14 02943 8)
IV De archieven in Noord-Brabant, samengesteld door de Kring van Archivarissen in Noord-Brabant (1980), 563 blz. (ISBN 90 14 02944 6) V
J.F.J. van den Broek, O.A.M.W. Hartong, A.L. Hempenius, J. Meinema, De archieven in Groningen (1980), 216 blz. (ISBN 90 14 02925 X)
VI H. de Beer, C. van Heel, W.A. Huijsmans, A.J. Mensenra, De archieven in Overijssel (1980), 205 blz. (ISBN 90 14 03025 8) VII De archieven in Noord-Holland (1981), 406 blz. (ISBN 90 14 03117 3) VIII J.H. van den Hoek Ostende, P.H.J. van der Laan, E. Lievense-Pelser, De archieven in Amsterdam (1981), 222 blz. (ISBN 90 14 03118 1) IX J.A.M.Y. Bos-Rops, H.A.J. van Schie, B.J. Slot, C.J. Zandvliet, De archieven in het Algemeen Rijksarchief (1982), 557 blz. (ISBN 90 14 03221 8)
X
J.A.M.Y. Bos-Roes, J.A. van den Hoek, T.P.M. Huijs, A.M. van der Woel, De archieven in Zuid-Holland (1983), 2 delen, 922 blz. (band 1: ISBN 90 14 03240 4 / band 2: ISBN 90 14 03365 6)
XI A.N. Beets, H.L.Ph. Leeuwenberg, J.G. Riphaagen, De archieven in Utrecht (1985), 262 blz. (ISBN 90 14 03240 2)
251
In voorbereiding: XII De archieven in Friesland (1986) XIII De archieven in Limburg (1985)
252
DE ARCHIEVEN IN U T R E C H T deel X I in de serie Overzichten van de archieven en verzamelingen in de openbare archiefbewaarplaatsen in Nederland. D e o p e n b a a r h e i d v a n o v e r h e i d s a r c h i e v e n is geregeld i n de A r c h i e f w e t 1 9 6 2 : iedereen m a g de naar een overheidsarchiefbewaarplaats overgebrachte a r c h i e v e n v a n r i j k , p r o v i n c i e s , g e m e e n t e n en water s c h a p p e n kosteloos raadplegen. O m v a n dit recht o o k w e r k e l i j k g e b r u i k te k u n n e n m a k e n is het v a n belang te w e t e n op w e l k e plaats m e n deze o v e r h e i d s a r c h i e v e n e n de d o o r de archiefdiensten beheerde p a r t i c u l i e r e a r c h i e v e n e n v e r z a m e l i n g e n k a n v i n d e n . V a n enkele gemeente a r c h i e v e n bestaan d a a r o m o v e r z i c h t e n , t e r w i j l de i n h o u d v a n de r i j k s a r c h i e v e n is b e s c h r e v e n i n , , D e r i j k s a r c h i e v e n i n N e d e r l a n d " . D e z e laatste uitgave is e c h t e r reeds g e r u i m e tijd u i t v e r k o c h t . V e r d e r is de i n h o u d v a n de meeste archiefbewaarplaatsen de laatste jaren sterk u i t g e b r e i d e n z i j n vele a r c h i e v e n , die tot n u toe o n t o e g a n k e l i j k w a r e n , geïnventariseerd. R e d e n genoeg v o o r een t o t a a l - o v e r z i c h t v a n de i n h o u d v a n alle openbare archiefbewaarplaatsen i n N e d e r l a n d . O n d e r auspiciën v a n de V e r e n i g i n g v a n ' A r c h i v a r i s s e n i n N e d e r l a n d w e r k t e n d a a r o m de N e d e r l a n d s e a r c h i v a r i s s e n s a m e n aan de serie „ O v e r z i c h t e n v a n de a r c h i e v e n e n v e r z a m e l i n g e n i n de openbare a r c h i e f b e w a a r p l a a t s e n i n N e d e r l a n d ' ' . P e r p r o v i n c i e w o r d t i n z i c h t verschaft i n de i n h o u d v a n alle a r c h i e f b e w a a r p l a a t s e n v a n r i j k , g e m e e n t e n e n w a t e r s c h a p p e n . D u i d e l i j k e , s y s t e m a t i s c h e e n uitgebreide i n f o r m a t i e , w a a r d o o r u toegang k r i j g t tot de v o l t o o i d v e r l e d e n t i j d . I S B N 9 0 14 0 3 2 4 0 2
S a m s o m U i t g e v e r i j b v . P o s t b u s 4 . 2 4 0 0 M A A l p h e n aan den R i j n .