De AOW laat zich het best typeren als een volksverzekering met een geheel eigen karakter, een inkomensonafhankelijk basispensioen. De AOW moet structureel gekoppeld worden aan de gemiddelde CAO-Ionen. Om het karakter van de AOW op hoofdlijnen
m
< 0 r
te handhaven en tach de kosten van de tijdelijke vergrijzingshobbel te overbruggen is een rijksbijdrage aan het AOW-fonds de best begaanbare weg. In combinatie met een vergroting van de arbeidsparticipatie en - indien noodzakelijk- een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd in de toekomst, is hiermee de basis gelegd
z < m
voor een betaalbare en bestaanszekerheid biedende AOW.
0
nd.er de pakkcndc titel 'De tockomst van de AOW,
startschot voor een bredc maat<>chappe-
verduhhcling van de pre-
van de AOW in de tockomst. Sinds die
lijke discussic over de betaalbaarheid
N
lllles of halvcring van de
tijd i<> het terrein verdcr vcrkend en
z
uitkcringcn' openden wctcnschappers
hcbbcn de voor- en nadclcn van de ver-
(J
in 19H'l in hct tijd<>chrift Economisch
schillende bclcidsopties voldoendc stof
Statistischc Berichtcn de di<>cussie over
tot discussie gegevcn. Ticn jaar later
de gcvolgcn van de vcrgri_jzing van de
staat de AOW nog steeds volop in de
Ncckrlandse samenlcving voor de hc-
schijnwerpers Nict aileen omdat de-
taalhaarhcid van de Algemene Oudcr-
finiticve politickc keuzes omtrcnt de
doms Wet (AOWJ in de tockomst.
tockomst van de AOW vooralsnog zijn
Mcdc gcprikkeld door hct dchat dat se-
uitgchlcvcn. maar ook als gcvolg van
dcrtdicn onder wetenschappers werd
cen tocgcnomen hczorgdhcid over de
gevocrd, nam in de loop van dt" jarcn
inkomempositic van ouderen met cnkcl
tachtig ook ck politickc hclangstelling
AOW. Nu de schaduwzijden van een
voor dit thcma toe. met als hclangrijk
jarcnlangc
markcringspunt de instelling in I 'JH(J
van de AOW mccr en meer zichtbaar
(gedeeltelijke)
bcvriczing
van de C:ommissic Financiering Oudc-
worden, neemt in hct debat over de
dagsvoorzicning, heter hckcnd als de
tockom<;t van de AOW naast de invals-
Commissic-Drccs. Hct rapport van dc-
hock van de hctaalhaarhcid, ook hct
ze commissie gal cine! jaren tacht1g het
per-,pectid van de bestaanszekerhcid
C IJV
II%
u z N
u
>
z u
een prominente plaats in. Dit artikel
sioenregeling sparen via premiebetaling
gaat in op de vraag hoc van overheids-
voor hct eigen toekomstige aanvullen-
wege een betaalbare en bestaanszeker-
dc pensioen. De diversiteit in aanvul-
heid biedendc AOW overeind kan
lende pensioenregelingen is groot. Zo
worden gehouden Alvorens op deze
kunnen in aanvullende pensioenrcgclin-
vraag nader in te gaan, wordt ecrst cen
gen de aanspraken dan wei de te stor-
korte schets gegevcn van de structuur
tcn bijdragen vooraf zijn va'>tgelegd
van het Nedcrlamhe pensioensysteem.
Mecr dan driekwart van de wcrknemer<,
Het Nederlandse pensioensysyteem
dee! aan een eindloonrcgeling die bij
in Nederland necmt op dit moment volledige opbouw in de regel recht
Het Nederlandse pensioensysteem is
geeft op 70 procent van het laatstver-
opgcbouwd uit een drietal lagen De
diende bruto salaris. Voor vee! deelne-
basis wordt gevormd door de AOW die
mers aJn eindloonregelingen
ccn wettelijk basispensiocn vormt voor
maximale pcnsioenresultaat echter niet
is dit
elkc 65-plusser De rijksovcrheid is pri-
weggelegd
mair verantwoordelijk voor de AOW.
beidszJme Ieven vanwcge late toetre-
Wie gcdurcnde zijn ar-
De AOW wordt gefinancierd op basis
ding/vroegtijdige uittreding, werkloos-
0
van het omslagstelsel hetgccn hetekent
heid, zorgtJken e.d. mindcr dan 40
>
dat de beroepsbcvolking via premie-
dienstjJren opbouwt, bcreikt ccn pen-
betaling de AOW opbrengt van 65-
siocnresultaat onder de 70 procent. In
plussers. De AOW is op nettohasis
aanvullende JXn'iioenregelingen wordt
u
gekoppeld aan het wettelijk minimum-
in veruit de mceste gevallen via de zo-
loon. De AOW van ecn allcenstaande
gcnaamde franchise rekening gchouden
65-plusser bedraagt 70 procent, die van
met hct kit dJt de AOW reeds voor-
een samenwonende of gehuwde 65-
ziet in een dee! van het inkomen op de
plusser 50 procent van hct netto-mini-
oude dag
mumloon.
wordt
landse pcmioenstelsel wordt gevormd
gevormd door de aanvullende pemioe-
door J!lcrhande pensioenvoorzieningen
nen. In tegenstelling tot de AOW he-
die mensen, daartoe evenecns langs
De
tweede
laag
1
De derdc laag in hct Neder-
schikt niet elke 65-plusser over een
fiscale weg gcstimulcerd, individueel
aanvullend pensiocn. Ruim 80 procent
kunnen tretfen zoals lqfrentepolissen.
van aile werknemers neemt dee! aan een aanvullende pensioenregeling. Aanvullende pensioenen zijn in helangrijke
586
De inkomenspositie van ouderen
mate een zaak van werkgevers en werk-
U1t inkomensgegevens van het Cen-
nemcrs ondcrling. De inbreng van de
traal 13ureau voor de Statistiek (CBS)
rijksoverheid is beperkt en indirect. De
bli)kt dat op dit moment 8 procent van
rijksoverheid stclt de algemene kader<,
de particuliere ()5-plushuishoudcns over
vast (bijvoorbeeld de bepaling van ver-
cen inkomen beschikt dat enkel bcstaat
plichte dee! name) en stimulcert mensen
uit AOW en cvcntuelc huursubsidie.
langs fiscale weg om bovcnop de AOW
l:lijna de helft van de J!lcenstJandc 65-
aanvullcndc pensioenvoorzieningen te
plussers en ongeveer eenderde van de
treffen. Aanvullende pemiocnen wor-
meerpersoons-65 -plushuishoudens be-
den gelinancicrd via kapitaaldekking.
schikt over een inkomen tot 125 pro-
Deelnemers aan een aanvullende pen-
cent van het sociaalminimum. In totaal
(llV
II·%
Ieven momcntccl zo'n 240.000 particu-
duele huursubsidie, 50 proccnt voor
licrc 65-plll',hui'>houdcns, ofwel 18 pro-
kwijtscheldingsrcgclingen
maar
m
cent, op of rond (tot I I 0 procent van)
liefst 50 tot 70 procent voor de bijzon-
hct sociaal minimum 2 Ongeveer een-
dcre bijstand 5 Naast de onbekendheid
<
zclfde percentage particuliere 65-plus-
met rcgelingen en de complcxiteit van
en
huishouden'> behoort tot de hogere
aanvraagprocedures, spelen hierbij ook
inkomensgroepcn. Dit zijn vooral mccr-
gevoelens van schaamte een rol.
per<;oo n 'h u ish oude n s.
m
Cemiddeld gcnomen zal de inkomcnsIn tedcr geval voor ecn dccl van de par-
situatie van 65-plusscrs in de toekomst
ticuliere 65-plu,huishoudcns met een
waarschijnlijk verbeteren.
inkomen op of rond hct sociaal mini-
inkomenseffectcn van nieuwe ontwik-
mum, <;taat de bestaanszckcrhcid mo-
kelingcn en beleidsmaatrcgclcn daarge-
mcntcel
0 r
Mogelijke
onder druk. 1\let name de
laten, wijzen ontwikkelingen uit het
alleenstaandc oudercn blijken ecn rcla-
verledcn op stijgende inkomsten uit
ticf kwctsbare grocp te vormcn. 1
aanvullcnde
pensioenen.
z < m
Onder in-
vloed van ecn stijging van het oplciDit hangt samcn met een drictal zaken:
dingsnivcau zijn relatief mccr mensen
I Ouderen zijn langdurig op een <;oci-
in hogcrc inkomenspmities tcrechtge-
aal minimum aangewczen en hchben
komen. Hicrvan zullen zij de komcnde
daardoor vaak maar hepcrktc mogclijk-
jaren de vruchten gaan plukkcn in de
hedcn om op cventu('le tcgcnvaller<,
vorm van hogerc opbrengsten uit aan-
(zoals een kapottc koelka<,t) te kunncn
vullende pcnsiocnen. Daarmcc is echter
in'>pckn.
nog niet gezegd dat aile ouderen er in
2. Sinds het begin van de jaren tachtig
de toekom<,t- en in gelijke mate- op
zijn de socialc minima, waaronder ou-
vooruit zullcn gaan. Het lijkt
dcren, vanwcge noodgcdwongen be-
in ieder geval onwaarschijn-
zuiniging'>maatregelen op achtcrstand
lijk dat de groep oudcren
van de welvaartsontwikkeling komen te
met ccn inkomen op of rond
staan. De koopkracht van een AOW-
het sociaal minimum in de
uitkering voor ccn echtpaar daalde tus-
toekomst flink in omvang zal
scn
met 7 procent,
afnemen. Enige afkalving is
tcrwijl de koopkracht van de gcmiddel-
I 980 en
I <JCJ4
weliswaar te verwachtcn op
dc C:AO-Inncn l.exclusicl incidentele
grond van het fett dat steeds
looncomponenten) met 2 procent stceg.
meer mensen ccn aanvullend
De rclaticvc vcrbetningen van de jaren
pensioen
zcvcntig wcrden htcrdoor weer voor
lang niet aile deelnemers in
opbouwen,
maar
een dec! ongcdaan gemaakt.•
aanvullcnde pensioenregelin-
.i. Socialc minima, waaronder oudercn,
gen- denk aan personen met
makcn onvoldoendc gcbruik van be-
ecn klein inkomen - zullen
z
Ouderen die (nagenoeg) uitsluitend op de AOW zijn aangewezen kunnen wei wat meer financiele speelruimte gebruiken.
schikbare tcgcmoctkomingen en kwijt-
hiervan, vanwege de werking
scheldingsrcgclingen Onderzoek naar
van de franchise, profijt weten tc trek-
hct niet-gebruik van sociale zekerheid
ken in de zin dat cen opslag op het in-
onder Nipnccg<;e en Rotterdam<;e oude-
komcnsniveau van de AOW wordt
rcn lcvcrdc een ntet-gcbruikcr<.percen-
bereikt. Voorts zullcn mensen die een
tagc op van 20 proccnt voor indivi-
<;]echte positie op de arbeidsmarkt in-
C llV II%
N
;I
\.)
nemen daarop in de toekomst worden
z
algerekend Doordat zij niet in de gele-
nanciering van de pcmiOenvoorzienin-
genheid zijn geweest aan een aanvul-
gcn en de gczondhcid~zorg zullcn gaan
lende pensiocmegcling dec! te ncmen
toenemen.
N
'I
ol onvoldocndc dienstjaren
'
0:: \.) 0:: I..U
>
in vcrhand met achterecnvolgen-. de h-
hebhen
kunnen ophouwen, zal ook deze cate-
Op her vraagstuk van de AOW-uitga-
goric mensen in de toekomst in belang-
venontwikkeling is inmiddels uitge-
riJke mate van de AOW alhankclijk
brcid gcstudccrd, onder andere door de
zijn. Op dit moment is er nog '>teeds
WRR in het rapport 'Oudercn voor ou-
een 'witte vlek', dat zijn werknemers die
dcren' uit 1992 en mecr recent de stu-
niet deelnemen aan een aanvullendc
die 'Couden bergen, dicpe dalcn' uit
pensiocmcgcling,
van
20
procent.
I 'J96. llij koppeling van de AOW aan
de gemiddcldc C:AO-Ioncn.
z
Nederland vergrijst
zal
de
AOW-premie a]., percentage van hct
:..:..1
De Nederlandse samenleving is in de
premieplichtig
\.)
algelopen decennia geconlronteerd ge-
van de gckozen bevolkingsvariant (mid-
inkomcn,
alhankelijk
wecst met ecn ingrijpend proces van
denvariant CBS dan wei oude bevol-
ontgroening. Het aandeel van de jon-
kingsvariant WRRJ, tocnemen van 14,5
0
geren in de totale bevolking is spcc-
procent nu naar 17 respccticvelijk I 'J
>
taculair gedaald, het aandeel 0- tot
procent in 2025 en 19 respccticvelijk
I..U
15-jarigen lag in 1960 op 30 procent, in
22 procent in 2040. Wanncer ook de
\.)
1')75 op 25,6 procent en momenteel op
inctdentele looncomponent wordt mec-
18,2 procent.
genomen, sti)gt de AOW-premicdruk in
Is de ontgroening inmiddels voorbij, in
de CBS-middenvariant tot 2 I ,5 proccnl
....J
de komcnde decennia zal de Neder-
in 2025 en 26 procent in 2040. Llitge-
landse samenleving te makcn gaan krij-
drukt als percentage van de lonnsom
gen met een fors vergrijzing'>proces. De
stijgen de uitgaven voor de AOW van
Wetenschappelijke
Raad
voor
het
I 0,5 proccnt nu naar 12 procent in
Regcringsbclcid (WRRJ en hct CBS
2025 en I :l procent in 20-iO. De vcr-
voorspellen een toename van hct aantal
wachting is dat de prerniestijging voor
65-plusscrs van 12,9 procent nu tot mi-
de aanvullende pensioenen in de toe-
nimaal 19,9 proccnt en maximaal 25,6
komst nog sterker zal ziJn dan die voor
procent in 2035. In de periodc 2035-
deAOW
2050 zit de vergrijzing aan z'n top vanwege de zogenaamde dubbele vergrij-
Deze cijlers zouden tot de gcruststcl-
zing: het aantal 85-plussers is dan twec-
lcnde gedachtc aanlciding kunnen ge-
tot driemaal zo groot als nu. Pas vanal
vcn, dat het nog wei meevalt met de
2040 treedt weer een verjonging van de
toekomstige
bevolking op. Doordat een relatiel om-
AOW. Op zichzelf genomen is dat ook
vangrijke
generatie
(de
betaalbaarhcid
van
de
babyhoom-
niet onjuist: als percentage van het na-
gcncratie) op de voet wordt gevolgd
tionaal inkomen stijgen de AOW-uitga-
door een aanzienlijk kleinere genera tie
ven onder invloed van de vcrgriJzing
(de protcstgcneratic) hecft Nederland
immer<; slechts met enkele procentpun-
een vrij onevenwichtige bevolkingsop-
ten. llij voldoende economischc groei
bouw. Dit hrengt met zich mec dat he-
zal een relaticf beperkte premiesti1ging
gin volgcnde ecuw de collcctieve lastcn
reeds genoeg zijn om de AOW ook in
( IJV
II 'Ji>
de toekom<;t hetaalha
maatschappelijk draagvlak omdat het
Toch is cr geen reden de zaken op z'n
nog maar de vraag is of nieuwe genera-
m
heloop te Iaten, met name vanwege de
ties werkenden bereid zullen zijn hogc premies te betalen, zonder de zckcr-
<
wqze waarop de AOW gcfinancierd wor,lt. De AUW wordt via het olmlag-
heid van een goedc cigcn AOW tc
0 r
'>tel-,el gehnancierd door de heroepsbe-
hcbbcn. Hct fcitclijk draagvlak omdat
volking over dat deel van het inkomen
het inkomensdeel waarover premies
dat valt in de eerste schijt van de loon-
worden geheven allengs klcincr wordt.
m
en inkomstenhelastin.g. Naar vcrwach-
Maatregclcn van overheidswege zijn
z
ting zal de AOW-premie voor de wer-
noodzakclijk om in cen vcrandcrde wij-
kende hevolking op de langere termijn
zc van linancicring ccn oplossing voor
met zo'n 5 procentpunten stijgen, mo-
dit vraagstuk te vinden.
< m
gelijk zelfs meer. Aan deze systematiek zijn een tweetal
Behoud van een goed basispensioen
nadelcn verhondcn:
Alvorens hierop nader in te gaan, is het in de toe-
van belang aan te geven welk kwali-
kolw;t voor een hclangrijk stuk door de
tcitsnivcau van de AOW in de toe-
1 De vergriJzingslast zal
werkendc hcvolking mocten worden
komst wensclijk is. Uitspraken over het
gedragen. Door ecn cumulatie van pre-
kwaliteit-,niveau van de AOW vinden
N
miestijgingen ten hehoeve van AOW,
hun basis in het karakter van de AOW.
z
aanvullcnde pcnsioenen en Algemene
Hierover i-. in het verleden steeds veel
()
Wet llijzondere Z1ektekmten (AWBZI
discussie geweest. Is de AOW een ver-
zullcn de kmten voor de beroepshevol-
zekering die uitbetaalt bij het bereiken
klng danig oplopen en zal de factor
van een bepaaldc lccftijd? Is de AOW
arbeid die in Nederland vcrhoudings-
een pensioen dat door premies is opge-
gcwijs reeds duur is, verder worden be-
bouwd? Of i-. de AOW een voorzie-
last met aile negatieve gevolgen voor
ning die dient als sociaal vangnet voor
het functioneren van de arbeidsmarkt
oudcrcn? Als christcn-dcmocratcn zijn
en de economic vandien.
wij van meQing dat de AOW zich het
2. De premiegrondslag van de eerste
best laat typeren als een volksverzeke-
schiif staat onder druk van beleidsmaat-
ring met ccn gchccl cigcn karaktcr.
rcgclcn, zoals een inkomensbelcid van
Vcrzekcringselcmenten, zoals het hie-
verhog1ng van helastingvrrje -.om en ar-
den van compcnsatic voor inkomcns-
heidskostenlorfait alsmede hevriezing
derving bij pensionering en sociale
van de eerste schijl (ten gevolge van in-
elcmentcn, zoals het fcit dat rekening
flatlecorrectie), die rcchtstreeb van in-
wordt gchoudcn met vcrschiilcn in
vlocd zijn op de prcmic voor de AOW.
bchocften gaan daarin samen. Wij be-
De AOW-premiestijg1ng van de afgelo-
schouwen de AOW als een inkomens-
pen Jaren rs niet zozeer een gevolg ge-
onalhankclijk basispcn<;iocn waarvoor
weest van de vergrijzing alswel van
mensen tot hun pensionering hebben
dezc uitholling van de premicgrond-
hctaald, respectievelijk premieplichtig
slag_(,
zijn geweest. Een basispensioen ook
Het maatschappelijk en lcitclijk draag-
dar vanat hct moment van pensionering
vlak drcigen onder invloed van deze
in 1eder geval voorziet in de noodzake-
twee ontwikkelingen af te kalven. Het
lijke kosten van het bestaan.
(JlV II·%
u
Op basis van hetgeen gezegd is over de
buiten de arbeidsmarkt staan (waaron-
z
inkomenspositie van ouderen met enkel
der veel vrouwen), valt te betwijfclcn of
AOW, sprcken wij de voorkeur uit voor
dit reeds - zoals we! wordt gesugge-
een structurele koppeling van de AOW
recrd - rond 2010 het geval zal ziJn.
N
,I
u
aan de gemiddelde CAO-Ionen. Hier-
Nog even los van de vraag of het pro-
door zal de AOW de welvaartsontwik-
ces van individualisering wei in alle
keling gaan volgen. Vanuit een oog-
gevallen zo wenselijk is voor de Neder-
punt van bestaanszekerheid was wel-
landsc samcnleving en zich zo volledig
licht een aanpassing aan de prijsindex
zal doorzetten als vee! politici en he-
afdoende geweest. Tach wordt hier gc-
leidsmakcrs lijken te verwachten, zou
kozen voor cen wat hager kwaliteitsni-
een te vroegc invoering de individuali-
>
veau vanuit de gedachte dat met name
scring van de AOW tot ccn harde he-
die ouderen die (nagcnoeg) uitsluitcnd
zuinigingsmaatregel
z
op de AOW zijn aangewezen wei wat
name de zwaksten onder de ouderen -
mccr financiele speclruimte kunnen
vooral de allcenstaanden met cnkel
u
gebruiken. Er is geen goede reden de
AOW- het mecst zou trcffcn. Aileen
AOW
wanneer op hasis van gedegen ondcr-
0
>
u
daarenboven
de
incidentelc
maken die met
loonontwikkeling te Iaten volgen om-
zoek is komcn vast te staan dat de over-
dar deze slcchts voor een beperkt deel
grote mcerderheid van de Nederlandse
van de werknemers is weggelegd en als
bevolking een economisch zclfstandig
een vorm van individuele beloning
bestaan hecft opgebouwd, kan een uni-
moet worden gezien Koppeling van de
forme uitkcringsnorm op 50 procents-
AOW aan de gemiddelde CAO-lonen
niveau worden ge'introduceerd. Voor
kan tot <,land worden gebracht binnen
degenen die er desondanks niet in zijn
de huidige systematiek van de Wet op
geslaagd een cconomisch zelfstandig
de Koppeling met Afwijkingsmogelijk-
bestaan op tc bouwen, dtcnt de moge-
heid.
lijkheid van ccn aanvullcndc tocslag ook in ecn ge'individualt'>ccrd systeem
Cezien de maatschappelijke realiteit
te blijven bestaan. Dit zou dan bij voor-
van dit moment verdient de huidige
keur binnen de '>ystematiek van de
praktijk van differentia tie naar leefvorm
AOW zelf gestalte moeten krijgen
vooralsnog de voorkeur. De introductie
I
'
590
van een uniforme uitkeringsnorm, bij-
Een betaalbare AOW
voorbeeld op 50 procentsniveau zoals
Om een dergelijke wclvaartsvaste en op
de commissie-Drees voorstelde, kan
maat gesneden AOW in de toekom<,t
een geschikt middel zijn om de AOW
betaalbaar te houden, zijn maatregelen
in de toekomst aan te passen aan veran-
noodzakelijk In de eerste plaats dient
derde maatschappelijke omstandighe-
de arbeidsparticipatie te worden ver-
den en zal zeker tot kostenreductie en
groot. Waar mecr mensen aan het
systeemvereenvoudiging leiden. Het is
arbeidsproces gaan of blijven deelne-
echter niet acceptabel hiertoe over te
men, neemt het draagvlak voor premie-
gaan op een moment dat nog onvol-
betaling automatisch toe, hctgeen als
doende mensen in staat zijn geweest
de meest duurzame oplos,ing voor het
een economisch zelfstandig bestaan op
AOW-vraagstuk
tc bouwen. In het besef dat op dit mo-
schouwd. Vervolgens zal het nodig zijn
ment nog steeds grote groepen mensen
de huidige afkalving van de premie-
moet
worden
be-
C[)V 11!96
grondslag in de eerste schij( tegcn tc
nen leiden. 7 lnvoering van deze maatre-
gaan om verdere premieopstuwendc cf-
gel is op dit moment echter nog weinig
fecten die buiten de vergriJzingsprohlc-
effectief en wordt om die reden voor-
matiek zeit liggetl, tot staan tc brcngcn.
alsnog afgewezen. De geringe arbcids-
Om de toekomstige door de vcrgriJzing
participatie van ouderen, slechts ecn
< 0 r
vcroorzaaktc AOW-premiestijging op
kwart van aile 55-plussers werkt mo-
vcrantwoorde wiJze te financieren, plei-
menteel, is hieraan debet Zolang oude-
Cl,
ten wij daarnaast voor ccn riJksbijdrage
ren nog massaal voortijdig, dat wil
:n
aan het AOW-fonds. Dat wtl zeggen
zeggcn voor het hereiken van de pen-
z
dat met behoud van het huidige om-
sioengerechtigde lcdtijd, het arheids-
slagstel<.el als grond•;lag voor de hnan-
proces verlaten en de uittrcdingsroutes
cicring van de AOW, de vergrijzings-
die zij daarbij kiezen (bijvoorbeeld de
opslag op de AOW-premie door aan-
VUT) duurdcr zijn dan de AOW zelf,
wending
van
werkt een verhoging van
algemene
bclastingmiddelcn
wordt
de heftingsgrondslag hetaald wordt, is dat een ieder, jong en oud, in de tockomst een stukJe van de
AOW-prermestijging
de
Van AOW-
gefinancicrd De prijs die voor deze verhreding van
pensioengerechtigde
lecftijd kmtenverhogend
prernieheffing over het inkornen van gegoede 6 5 -plussers willen wij afzien.
in plaats van ko.,tenverlagend uit. Voor dit moment is het
Dczc prijs is ons inzicns acceptabel en
ovcrhcid en sociale part-
z
ners om in gezamenlijke
Cl
de
arhcidsparticipatie van oudere werkne-
rechtvaardrg gezien de bcpcrktc om-
mers te vergroten en aldus een bijdragc
vang
te lcvcren aan de vermindering van de
hct
solidariteitsotfer
dat
wordt gevraagd en de aard van de situ-
financieringslast van de AOW. Het
atic. lmmcrs niet zozcer de omvang van
gaat dan om ombuiging van een proces
de financieringslast alswcl de financic-
van voortiJdige uittreding via hijvoor-
ringswijzc vormt het problcem. Voor
beeld de introductic van cen leeftijds-
de werkende generaties die de AOW
bcwust personeelsbeleid en ombouw
ten tijde van de vergrijzing diencn te fi-
van he.,taande VUT-regelingen naar
nancicren betckent dit een zekere ver-
vormen van flexibelc pensionering (hij-
lrchting van de te dragcn last, voor
voorbeeld deeltijdpensiocn). Ontwik-
pcnsioengerechtigdcn hicdt het het
kelingcn zijn op dit gebied reeds in
perspecticf op bchoud van ecn goed en
voile
stahiel hasi<.pcn<.ioen Solidariteit tusscn
voortzetting. Wannecr door dcrgelijke
gencraties dus.
inspanningcn de arbeidsmarktsituatie
gang en verdienen
krachtige
zich in de toekomst wijzigt en de vergAls laat'>te rnogclijkheid om de finan-
riJzing'>last daartoe nog steeds aanlei-
cicringslast van de AOW te verlichten,
ding gedt, kan een verhoging van de
willen wij de vcrhoging van de pen-
pensioengercchtigde lceftijd ons in-
sioengerechtigde leeftijd noemen. In
ziens worden overwogen.
theorie kan dit tot ecn structurelc prernicdaling van 2 procentpunten voor
Samenvattend
zowcl AOW als aanvullende pcnsioe-
rijksbijdrage aan het AOW-fonds als de
CIJV
I
r·%
N
dan ook vooral zaak voor
verantwoordelijkheid
zal gaan n1ccfinancicrcn.
van
<
beschouwen
wij
ccn
II
v
best begaanhare weg om het karakter
ding van de premiehefling naar de
z
van de AOW op hoofdlijnen te hand-
tweede en derde helastingschiJf hedt tc
haven en tach de extra kostcn van de
maken met het fcit dat de belasting- en
N
~
v ~ Uj
>
tiJdelijke vergrijzingshobbel te over-
premiedruk in Nederland in vergellj-
hruggen. In comhinatie met een vergro-
king met het huitenland reeds hoog is.
ting van de arbeidsparticipatie en de
Ecn verdere vcrhoging zou ncgaticve
mogelijkheid om indien noodzakelijk
cffccten hebben op de cconomischc
een vcrhoging van de pcnsioengerech-
ontwikkeling
tigde lecftijd in de toekomst in overwe-
Overgang op een systeem van kapitaal-
ging te nemen, is hiermce ons inziens
dekking tenslotte wordt om een tweetal
de basis gelegd voor hchoud van een
redenen van de hand gewezen. In de
betaalbare en hcstaanszekerheid hie-
eerste plaats zou een dergclijke over-
dende AOW in de toekomst.
gang leiden tot een tc zware helasting
z
van de huidige beroepshcvolking Niet
:..:..1
Andere opties
v
Deze kcuze brengt met zich mee dat
brengen ten hehoeve van de AOW-
voor andere maatregelen expliciet niet
gerechtigden van nu, tevens zouden zij
-l
aileen zouden zij premies moeten op-
gekozen is. Om de helangrijkste drie
0
moeten gaan sparcn voor de financie-
maatregelen te noemen die in de dis-
ring van de eigen AOW in de toe-
>
cussies van de afgelopen jaren steeds
komst. Een dergelijke dubhelc helasting
Uj
een vooraanstaande rol hebhen ge-
ligt niet voor de hand, ook al niet van-
v
speeld, AOW-premiehcfling over het
uit een oogpunt van economisch func-
inkomen van 65-plussers, AOW-pre-
tioneren. Daarenboven geldt als argu-
mieheffing over de tweede en derde
ment tegcn een overgang naar kapitaal-
schijf en de overstap op cen systeem
dekking dat er gecn enkelc redcn is de
van kapitaaldekking.
spaarquote in ons land verder op te voeren. juist de bestaande combinatie
Voor invoering voor een AOW-premie-
van een omslagsysteem via de AOW en
heffing over hct inkomen van gegoede
kapitaaldekking via
65-plussers pleit dat door een verbre-
pensiocnen, kan als een goede en veili-
ding van het draagvlak de werkende
ge mix worden beschouwd om te inves-
hevolking wordt ontlast en toenemende
teren 111 de toekomst.
inkomensverschillen
'
!)92
tussen
de
aanvullcnde
ouderen
underling worden heperkt. Ondanks
Aanvullende pensioenen
het feit dat voor deze argumenten best
Tot sloL wiJ hehben nagenoeg uitslui-
wal te zeggen valt, zouden wij toch van
tend gesproken over de toekomst van
deze maatregel willen afzien vanwege
de AOW en daarmee de financierings-
respectievelijk de forse inkomensgevol-
problematiek van de aanvullende pen-
gen die een dergelijke maatregel voor
sioenen goeddeels huiten heschouwing
oudcren zou hebben en het feit dat
gelaten Niel omdat wij dit nict als een
daarmee het verzekeri ngskarakter van
serieus probleem ervaren, maar omdat
de AOW wordt aangetast. Om dcze re-
ons inziens de rijksovcrheid zich op dit
denen ontbreekt ook het noodzakelijke
terre1n
maatschappelijke draagvlak voor een
dient op te stellen. De verantwoorde-
aanzienlijk
terughoudender
dergelijke maatrcgel.
lijkhcidsverdeling tusscn rijksoverheid
Het grote bezwaar tegen een verbrc-
en sociale partners op pensioengebied
UlV II.%
hrengt met zich mee dat hct in cerste
wnrdt gelaten
instantie een zaak van de socialc part-
Ter vcrgchjking. De totale omvang van het aan-
tal huJ.,houdcn<> in Nederland met een inkomen
ners is om in CAO-onderhandelingen
op of rand hct soctaal mtn1mum I'> m een recen-
te hcpalcn op welke wijze de vergrij-
tc trcndc.,tud1e 'De "ociale m1mma' van hct
zingsprohlcmatiek in aanvullende pen-
tv1inl.;;terie van Sociale Zakcn en Wcrkgelegen-
0 r
Ondcrzock van het NIBUil geeft aan dar de
Er is vooralsnog wcinig rcdcn te veron-
gem1ddelde allcenstaandc oudcrc met aileen
antwoordelijkheid
om
de
stijgende
/\OW 111 19()() maandelijk<> bijna 100 gulden tekort kwJm om in de noodzakchJke ko'>ten van bc<,taan tc vonrz1en
uitgavcn in het kader van de aanvullen-
4 In de loop van de jaren zevent1g werden de ha-
de pensiocncn h(lt hoold tc hieden, niet
'>I'>Uitkenngen geleidcliik opgctrokkcn tot hct
zouden nemen. Zo maken nogal wat hedrijvcn op dit moment de overstap van eindloon- naar middenloonsystcmen. Een meer acticvc, sturende overheidsrol komt aileen dan in het vizier wanneer sociale partners hicrtoc te weinig hcreid zoudcn zijn en ten gevolge
daarvan
prcmiclastcn
scherp
zouden oplopen en ondcrlingc inkomensvcrschillcn onrcchtvaardig groot zoudcn worden. Het is dan aar1 de overheid alsnog kadcrs te stellen en prikkels in te houwcn ten aanzien van individuele- en collectieve pcnsiocnvoorzicningcn.
Drs. i\1JI uan Amelsuoort, uoorzitter Llaic KBO ( Katholieke Bond uoor Ouderen) i\1w. drs. i\1PC Gadella-thlll Cils, secretaris Wl-studiecommrssic ( )uderenbclcid L de Crew]. uoorzilter Zieke>~fondsraad, Alw I thm Leeuwen, Eerste Kamerlid uoor het CDA A W Paulis, oud-Twecdc Kamerlid uoor het ([)A (LcdCI1!adPiswrs Wl-studieconwrissie ( )uderenbclcrd) /)e W 1.-studiecommissie Ouderenbelerd zal IJCrtl'iiC!Jiilli} lll het VOOfJ!I!If lhlll 1997 CCJJ raflfJDrl uithrerr_qc11 ouer ifllei}raal oudermheleid.
lidilr
No ten [)e Jre~nclw.,e
i<,
dat dccl van her salan<; dJt hi1 de
hcpalmg van hct pcll'>IOC!l hu1ten he<..chouw1ng
(llV II/%
<
heid gc>chat op 350.000 tot 950 000
sioenregelingen client door te klinken. dcrstcllen dat sociale partners hun vcr-
m:
m
z
n1veau van het netto minimumloon
<
J.C:
m
Vrooman en K T 1\1 A<:.selbergh<:., De i)cmistc
/;c~c!Jcmlll19
N1e/-l}ebnuk Ptl11 :,ocwle zekerhed door /;csllldi1SOIIZCkerc /1UJshoudm:, (Onderzoek vemcht door het SCP 111 opdracht van de Commi-;qc Ondcrzoek Sociale Zekerhe1dl ('<:.-Cravcnhagc I t)(J4J p.34
J
Stockcnbrock, 'l'v\tsvcrstandcn over de /\OW',
fw1Jomi<;cl1 StiltJsl!sc/Jc /3cncl1tt'l1 (2-1 0-9(), Jg HI, nr 1075:, r R20-R22 7 BIJ lnv<wnng van ccn pcn<;iocngcrcchtlgdc leeJtqd van 67 jaar 1n 20 I 0
( )uden'H Poor OJJdcrm
DcmOI}Id[JsciJc OIJ/U1Jkkcln1lJCn
c11 /Jc/n,/ WRR-rapport
'\-Cravcnhage, 1902 '1 p 164-1 h6
N
z Cl