De alumni van Molecular Science & Technology vertellen
Leids Instituut voor Chemisch Onderzoek
e Bekijk jeden ogelijkh
m w
website op onze inleiden.nl eren ww.stud
je en vinde studi
De afgestudeerde MST-er heeft een goede doorstroming naar meerdere masteropleidingen, zoals Chemistry, Chemical Engineering, Industrial Ecology en Life Science & Technology. Binnen de masters bestaan specialisaties gericht op onderzoek, het bedrijfsleven, communicatie en educatie. Wie niet kiest voor een promotietraject, kan aan de slag bij de overheid, in het bedrijfsleven, in musea of in het onderwijs. Denk daarbij aan: * Onderzoeksinstituten en onderzoeksafdelingen van bedrijven * Patentbureaus * Beleids- en adviesfuncties * Musea en publieke instellingen * Wetenschapsjournalistiek
Check bijeen alumni koms r e t r www t op wat gebeu .luf.n ut: op het institu l
lic .leideln univ.n
INHOUD Studenten Molecular Science & Technology worden breed opgeleid in twee academische omgevingen met hun eigen accenten. De combinatie van vakkennis, academische en communicatieve vaardigheden, ontwikkeld in een multidisciplinaire onderzoeksomgeving, vormen een gewilde eigenschap voor werkgevers. Veel van onze studenten ontwikkelen zich volledig in het doen van wetenschappelijk onderzoek; het leren onderzoeken vormt de rode draad in de moderne opleiding. Niet alle afgestudeerden kiezen voor een onderzoekstraject. Ze benutten hun specialisatie bijvoorbeeld in het bedrijfsleven en gebruiken wetenschappelijke kennis om commerciële initiatieven te ontwikkelen. Anderen leren hun vakkennis professioneel over te dragen in de communicatie of middels educatie. Allemaal hebben ze gemeen dat ze geïnteres seerd zijn in nieuwe ontwikkelingen, open staan voor andere inzichten en een grote mate van betrokkenheid hebben bij mens en maatschappij.
Deze brochure bevat bijdragen van een aantal Leidse MST-studenten die tussen 1984 en 2011 zijn afgestudeerd. Deze oud-studenten hebben kort voor of na hun afstuderen een baan gevonden en nadien carrière gemaakt. Hun verhalen geven een beeld van de mogelijkheden na het volgen van de studie Molecular Science & Technology.
Werken na je studie Welke kanten kan je allemaal op met je studie en wat voor banen horen daarbij?
Esther Verhoeven
Roland Kanaar
Adviseur Life Sciences & Health bij Agentschap NL
Hoogleraar moleculaire stralengenetica aan het Erasmus Medisch Centrum
Marc Robillard
Angela den Dunnen
Senior Scientist bij Philips Research
Promovendus aan de Universiteit Leiden
Anna Hotze
Wilfred van der Donk
Manager Analytical Method Development bij OctoPlus
Professor scheikunde bij de Universiteit van llinois
Marnix ten Kortenaar
Siet van den Wildenberg
Eigenaar Dr Ten
Postdoc bij de Universiteit Leiden
Martijn de Koning
Stella van Boom
Research Scientist bij TNO
Docent en stagecoördinator farmakunde bij de Hogeschool Utrecht
1
Profiel Een faculteit om te ontdekken
De opleiding Molecular Science & Technology is een brede opleiding waarin zowel de studenten die geïnteresseerd zijn in de moleculaire als de technologische aspecten van de scheikunde hun draai kunnen vinden. Het bijzondere aan deze Leids-Delftse opleiding is dat twee wetenschappelijke culturen bij elkaar komen; je krijgt les van docenten die ook onderzoeker zijn.
2
Het Leidse Bioscience Park is een bruisend centrum met activiteiten, variërend van de fabricage van satellieten tot kunstheupen. De scheikundigen in het Leids Instituut voor de Chemie hebben intensief contact met deze bedrijven en onderzoeksinstituten en kennen ook een uitgebreid internationaal netwerk. Studenten verrichten hun onderzoek niet alleen binnen het instituut maar ook in het buitenland. Ook verwelkomen we jaarlijks vele gastdocenten. Het Leids Instituut voor Chemie speelt een trekkersrol in het samenbrengen van onderzoeksgroepen in het Cell Observatory. Hier wordt het leven onder meer op cellulair niveau onderzocht. In het Cell Observatory delen onderzoekers hun experimentele faciliteiten en expertise om samen onderzoek op topniveau te kunnen realiseren. In zo’n omgeving kun je al in het 2 e jaar van je studie terechtkomen.
Na een studie MST ligt de wereld voor je open. De combinatie van vakkennis en academische vaardigheden maakt afgestudeerden aantrekkelijk voor veel werkgevers. Je vindt scheikundigen dan ook overal. Soms worden eigen vindingen direct gecommercialiseerd in het Bioscience Park of daarbuiten. In dit boekje lees je de verhalen van een aantal MSTen Scheikundealumni en hun carrièrepaden tot nu toe.
Molecular Science & Technology, wat kun je er mee? Afgestudeerde MST-ers vertellen
Deze brochure bevat een aantal bijdragen van MST- en scheikundestudenten die tussen 1984 en 2011 zijn afgestudeerd. Deze oud-studenten hebben kort voor of na hun afstuderen een baan gevonden en nadien carrière gemaakt.
“Wat kun je eigenlijk worden als scheikundige?” is een vraag die veel wordt gesteld en die niet zomaar te beantwoorden is. Scheikunde is de centrale wetenschap die aan de basis staat aan het leven om ons heen. De opleiding Molecular Science & Technology van de Universiteit Leiden en de Technische Universiteit Delft is een unieke, brede studie die een basis vormt voor talloze carrièrepaden. We leiden de toekomstige onderzoekers, onderwijzers en vormgevers van de maatschappij op. Moleculair technologisch inzicht en vernuft proberen we over te brengen op telkens nieuwe groepen studenten, die op hun beurt moleculen en technologieën zullen ontwikkelen die ons leven sterk beïnvloeden. Denk eens aan plastic, asfalt, medicijnen en waterzuivering.
In deze brochure laten we een aantal studenten terugblikken en vertellen over hun opleiding en de periode erna. Zij geven hun antwoord op de vraag waar scheikundigen terecht kunnen komen en voor welke carrière zij hebben gekozen. Opleidingscoördinator MSc Chemistry Leiden, 2011
3
Esther Verhoeven
Adviseur Life Sciences & Health bij Agentschap NL
4
Na mijn studie Scheikunde (1993-1997) deed ik promotieonderzoek op het gebied van het mechanisme van DNA repair. In 2003 werd ik postdoc bij het LUMC en sinds 2006 werk ik bij Agentschap NL.
Agentschap NL is een overheidsorganisatie. Als onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie houden we ons onder meer bezig met het uitvoeren van overheidsbeleid. Binnen mijn afdeling informeren en adviseren we wetenschappers, onderzoeksinstituten en bedrijven die voor hun onderzoek op het gebied van Life Sciences & Health Europese financiering nodig hebben.
Tijdens mijn postdoc bij het LUMC onderzocht ik de interactie tussen DNA repair en transcriptie. Tot mijn eigen verbazing kwam ik er in die periode achter dat ik behoefte had aan meer afwisseling en verbreding in mijn werk en daarop besloot ik een baan buiten de wetenschap te zoeken. Dat was nog best lastig, want wat wilde ik dan? Bij het Agentschap NL (toen nog SenterNovem) ben ik aan de slag gegaan op de afdeling EG-Liaison als adviseur Life Sciences & Health. Als National Contact Point (NCP) adviseer ik wetenschappers bij hun aanvragen voor Europese subsidies. Deze baan is een schot in de roos. Het biedt de afwisseling die ik als wetenschapper zo miste. Ik ben meestal vanaf het eerste moment betrokken bij de projectideeën van wetenschappers. De inhoud probeer ik zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de wensen van het Europese subsidieprogramma. Om goed advies te kunnen geven, lees ik de projectvoorstellen voordat ze worden ingediend. Met de onderzoekers bespreek ik hoe ze het beste hun onder-
zoeksvoorstel kunnen formuleren of hun idee kunnen aanpassen, zodat ze zoveel mogelijk kans maken op financiering. Ook adviseer ik ze bij het vinden van projectpartners in binnen- en buitenland. Ik vind het geweldig als ik mensen verder kan helpen en helemaal als ze door mijn bijdrage de gewenste financiering kunnen binnenhalen. Om te kunnen adviseren, lees ik veel over lopende en afgeronde wetenschappelijke projecten. Ook geef ik trainingen aan onderzoekers die een aanvraag willen indienen en ben ik trainingscoördinator. Regelmatig deel ik ervaringen in Brussel met mijn buitenlandse collega-NCP’s, zodat we van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen helpen bij het ondersteunen van onze klanten. In mijn werk is geen dag is hetzelfde. Mijn wetenschappelijke achtergrond is een enorme meerwaarde in deze functie. Daardoor kan ik mij goed verplaatsen in de problemen van onderzoekers en kan ik meedenken over de inhoud van hun project.
Op de middelbare school vond ik scheikunde het leukste vak, vooral de moleculaire biologie. Ik had ook kunnen kiezen voor een studie Biologie, maar de hardcore science van Scheikunde trok me meer. Ik denk dat je vooral moet gaan studeren wat je leuk vindt, want je kunt niet weten hoe de wereld, je interesses en de arbeidsmarkt er over tien jaar uitzien. Ik heb vooral mijn hart gevolgd. De opleiding Scheikunde aan de universiteit was precies zoals ik verwachtte, al was het in het begin vrij algemeen. Ik heb met veel plezier in Leiden gestudeerd en vond het heerlijk om op kamers te gaan. Mijn stage vond ik het leukst. Vooral het doen van fundamenteel onderzoek in het lab fascineerde me. Die academische vrijheid zonder targets. In die tijd besloot ik te gaan promoveren en te beginnen aan een carrière in de wetenschap. Nu ik geen onderzoek meer doe, mis ik het soms, al blijf ik goed op de hoogte en betrokken bij wetenschappelijk onderzoek door de mensen die ik spreek en de vele onderzoeksvoorstellen die ik mag lezen.
5
Marc Robillard
Senior Scientist bij Philips Research Philips staat bekend om de ontwikkeling van verlichting, lifestyle- en wellness producten en apparatuur voor health care. We willen producten maken waarmee het leven van de consument of patiënt beter wordt. Bij Philips Research werken veel mensen van de Universiteit Leiden. Met een frisse blik geven ze nieuwe impulsen aan onderzoeken, die moeten leiden tot uitvindingen en uiteindelijk tot nieuwe producten om op de markt te brengen.
6
Als promovendus werkte ik aan het verbeteren van platinacomplexen die zouden kunnen dienen als antikankertherapie, maar dan met minder bijwerkingen. Ook heb ik een serie nieuwe moleculen gemaakt en getest op kankercellen, om te kijken of die een beter effect hadden. Daarnaast heb ik een nieuwe manier gevonden om in korte tijd zo veel mogelijk nieuwe platinacomplexen te produceren. Want hoe meer je er kunt maken, des te meer kans heb je op een snel en positief resultaat. Op de afdeling Biomolecular Engeneering Bij Philips Reseach onderzoek ik hoe we met nieuwe chemische stoffen tumoren of andere ziektes in het lichaam kunnen opsporen en zichtbaar maken met de scanners en met de software die Philips al verkoopt. Ik onderzoek specifiek de radiotherapie voor kanker. Met een bijzondere chemische reactie in het lichaam van de patiënt kunnen we koppelingen maken, waardoor we heel selectief alleen de tumor
kunnen bestralen en het gezonde weefsel ongemoeid laten. Onlangs hadden we enkele successen in ons onderzoek, waardoor we nu in een spannende fase zitten. In lijn met het beleid van Philips Research voor Open Innovatie zijn we op zoek naar mede-investeerders en een farmaceutische of biotechpartner voor een mogelijk klinisch traject. In ons projectteam doet ieder zijn eigen proeven en presenteert zijn resultaten aan de collega’s. Daarnaast lezen we veel over ontwikkelingen binnen het vakgebied en gaan we naar congressen om te leren van de researchuitkomsten van anderen. Af en toe heb ik een goed en baanbrekend idee. Het is fantastisch als de daarvoor benodigde tests slagen, er een patent wordt aangevraagd en het verder in ontwikkeling wordt genomen. Als jonge jongen mocht ik al met mijn vader mee naar het laboratorium, hij was hoogleraar scheikunde. Ik hielp hem,
mocht bacteriën kweken, glas blazen. Toen ik een studie moest kiezen, wist ik dus dat scheikunde in het echt veel leuker was dan op school. De opleiding was nog interessanter dan ik had gedacht en het proeven doen vond ik het mooist. Omdat ik het studeren zelf niet zo ingewikkeld vond, gaf dat me veel ruimte voor het studentenleven in de kroeg en bij de studentenvereniging. Ook met de scheikundegroep was het altijd erg gezellig, sociaal gezien had ik het best druk. Ik had altijd voor ogen dat ik later gemakkelijk een mooie baan zou krijgen bij bijvoorbeeld Shell of Akzo. Toen bij sollicitaties bleek dat het toch niet zo eenvoudig was, omdat bedrijven hun researchfuncties reserveerden voor PhD’s, besloot ik te gaan promoveren. Dat is uiteindelijk een goede stap geweest, die me heeft gebracht waar ik nu ben.
7
Van 1990 tot 1996 heb ik in Groningen Scheikunde gestudeerd, in de richting organische chemie. Als promovendus koos ik voor Leiden. Na mijn tijd bij Kreatech Diagnostics begon ik bij Philips als bio-anorganisch chemicus.
Anna Hotze
Manager Analytical Method Development bij OctoPlus
8
Ik studeerde Scheikunde in Leiden van 1994 tot 1999, waar ik vervolgens bleef voor promotieonderzoek. Daarna deed ik als postdoc (2003-2007) onderzoek in Utrecht en Birmingham en sinds 2007 werk ik in het bedrijfsleven bij OctoPlus.
OctoPlus werkt aan medicijnontwikkeling in opdracht van de farmaceutische industrie. We ontwikkelen minuscule bolletjes van polymeer, waarin we het actieve medicijn stoppen. Deze bolletjes worden geïnjecteerd bij de patiënt, waarna de werkzame stof heel langzaam wordt afgeven aan het lichaam. Op deze manier werkt het medicijn beter en geeft het minder bijwerkingen.
Ik vond scheikunde erg leuk op de middelbare school. Mijn docent kon erg goed concrete voorbeelden geven, waardoor ik me goed het nut kon voorstellen van hetgeen ik aan het leren was. Ik heb me op open dagen door verschillende universiteiten laten informeren over studies als Chemische Technologie en Milieukunde, zodat ik goed wist wat het inhield. Dat raad ik iedereen zeker aan ook te doen, want je studiekeuze is erg bepalend voor je verdere leven. Het is belangrijk dat je de opleiding echt leuk vindt, anders ga je een zware tijd tegemoet en is het de vraag of je het zal volhouden. Uiteindelijk heb ik gekozen voor Scheikunde, omdat je met deze opleiding alle kanten op kunt. De eerste jaren van de opleiding kregen we veel practica en scheikundevakken, maar ook wiskunde en natuurkunde, wat me wat tegenviel. Gelukkig wist ik dat ook die vakken me een goede basis zouden geven en dat het later boeiender zou worden, met meer interessante keuzevakken. Het tempo lag hoog en de dagen in het laboratorium waren lang. In het derde jaar werd
ik bestuurslid van de studievereniging. Ik was sponsorwerver voor de activiteiten die we organiseerden, zoals borrels en feestjes, studiegerelateerde bedrijfsuitjes en symposia. Een hele leuke en gezellige tijd. Een aantal mensen van toen zie ik nog steeds. Tijdens mijn stage in het vierde jaar deed ik onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe medicijnen voor kankerbestrijding met het metaal ruthenium, wat minder bijwerkingen zou moeten geven dan de huidige medicijnen met het metaal platina. Dit vond ik zo interessant dat ik verder wilde in het onderzoek en ervoor koos te promoveren. Toen ik jaren later onderzoek deed in Birmingham, werd ik benaderd door een recruiter voor een baan als projectleider bij OctoPlus. Het werken in een commercieel bedrijf is heel anders dan op de universiteit. Je bent bezig met de ontwikkeling van een medicijn dat echt op de markt komt. Deze toepasbaarheid vind ik erg prettig, net als het werken in een team. In een bedrijf
heb je te maken met budgetten en werk je voor klanten. En soms, als een project niet succesvol genoeg blijkt, dan moet het worden beëindigd. Ik geef leiding aan de Analytical Development Group. We werken nauw samen met mensen in de Process Group die het medicijn produceren. Wij meten of hetgeen zij maken zuiver en stabiel is en niet is aangetast tijdens de productie. Voor elk medicijn ontwikkelen we een nieuwe meetmethode, waarvan we moeten kunnen aantonen dat deze echt meet wat gemeten moet worden. We moeten kunnen garanderen dat de patiënt straks zuivere medicijnen krijgt toegediend. Als manager vind ik het leuk mijn mensen aan te sturen en ze goed te laten functioneren, op een plek die bij ze past. Het geeft me een goed gevoel als we samen een project succesvol afronden. Ik ben nu meer bezig met bedrijfkundige aspecten, maar sta nog dicht bij de inhoud van het werk. Daarbij heb ik nog dagelijks profijt van mijn opleiding.
9
Marnix ten Kortenaar
Eigenaar Dr Ten Dr Ten ontwikkelt toegepaste proces- en productinnovaties binnen de wereld van water, sport, voeding en energie. Onze creatieve uitvinders en wetenschappers bedenken nieuwe producten die nuttig en bruikbaar zijn. We werken onder andere voor het MKB, voor sportgerelateerde organisaties en met grotere bedrijven voor het Ministerie van Economische Zaken. Dat doen we zelfstandig, maar ook in samenwerking met de universiteit.
10
De wetenschappers van Dr Ten bedenken en ontwikkelen nieuwe producten als batterijen, waterzuiveringssystemen en koel- en afvalwarmtesystemen. We vinden het belangrijk dat onze uitvindingen iets toevoegen aan de maatschappij en het leven gemakkelijker maken. Zo betekenen onze nieuwe oplaadbare en schone zinkbatterijen vooruitgang voor Afrika. Daar hebben ze geen elektriciteitsnet voor opslag zoals in Nederland, maar kan de batterij uitkomst bieden. De zonne-energie die in Afrika in eenvoudige huisjes wordt verkregen met zonnepanelen, kan binnenkort worden opgeslagen met onze batterij en bewaard voor gebruik op een later moment. Ook werken we aan een variant van de batterij, bestemd voor elektrische auto’s. Wel moet deze veel goedkoper zijn dan de huidige lithiumbatterij en de auto moet er tenminste 500 kilometer mee op weg kunnen. De interesse voor batterijen had ik al tijdens mijn studie in 1993. Toen deed ik er veel onderzoek naar en ik ben er ook op afgestudeerd. Zodra mijn eigen bedrijf stond, ging ik er graag mee verder. We
hebben ondertussen de eerste prototype batterijen, die gaan we nu testen. We zijn erg tevreden over de ontwikkelingen en zien uit naar de echte productie, hopelijk komend jaar. Toch duurt het best lang van idee tot werkelijk product. Je moet veel stappen door als onderzoek, het vinden van financieringen en leveranciers en je moet passende materialen zoeken en uitproberen. Soms zou je willen dat het sneller gaat, omdat je zo enthousiast bent over je ideeën. Voordat ik naar Leiden kwam, studeerde ik een jaar farmacie in Utrecht. Omdat dierproeven en het snijden in weefsel me niet lagen, besloot ik te switchen. Leiden was lekker dichtbij en niet zo massaal als Utrecht. Ik wist toen al dat ik graag concreet onderzoek wilde doen, waarbij het resultaat gemakkelijk kan worden toegepast. Het was een goede keuze, want mijn hart ligt echt bij scheikunde. Ik adviseer mensen die bezig zijn met hun studiekeuze ook vooral hun hart te volgen. De kennis van chemie en natuurkunde die ik heb verkregen op de universiteit helpt
me nog steeds elke dag in mijn werk. Ik heb mijn studie gecombineerd met een schaatscarrière. Ik moest hard trainen voor de Olympische Spelen van Nagano en had daardoor weinig tijd voor een studentenvereniging. Mijn sociale leven vond vooral plaats op de schaatsbaan. Mijn inspanningen daar hadden wel resultaat, want ik werd tiende op de vijf kilometer. Toen ik na jaren werken bij commerciële bedrijven eenmaal de stoute schoenen had aangetrokken en mijn eigen bedrijf startte, verliep alles heel voorspoedig. De klanten kwamen direct, vooral door mijn netwerk in de sport. Mijn eerste opdrachten hadden te maken met toegepaste productinnovatie voor schaatsen. Zo vond ik eens uit dat een dunne schaats beter glijdt dan een dikke schaats en dat had zelfs Olympisch goud voor Nederland als resultaat. Omdat ik wat wilde betekenen op het gebied van duurzaamheid en voor de wereld, heb ik de ontwikkeling van de zink-zuurstofbatterij en de watersystemen weer opgepakt. En met plezier!
11
Na mijn studie Scheikunde (1989-1994) heb ik onderzoek gedaan en ben ik gepromoveerd in Delft in fysische chemie (1994-1999). Voordat ik in 2008 mijn eigen bedrijf begon, werkte ik in R&D bij Essent, Friesland Campina en DSM.
Martijn de Koning
Research Scientist bij TNO
12
Ik studeerde Scheikunde van 1993 tot 1998 in de richting organische chemie. Daarna deed ik promotieonderzoek en werd ik postdoc in Leiden. Sinds 2006 werk ik bij TNO.
TNO is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie die op een innovatieve manier kennis ontwikkelt voor praktische toepassingen. Hiermee kunnen bedrijven innoveren en nieuwe producten creëren die het leven aangenamer en waardevoller maken. Ook helpt de kennis bij het vinden van antwoorden op de vragen die de samenleving stelt. De thema’s waarbinnen TNO opereert zijn: Gezond Leven, Industriële Innovatie, Integrale Veiligheid, Energie, Mobiliteit, Gebouwde Omgeving en Informatiemaatschappij. TNO werkt voor onderzoek nauw samen met bedrijven en universiteiten.
Ik had op het vwo een enthousiaste scheikundelerares en vond scheikunde het boeiendst van alle bètavakken. Met veel belangstelling luisterde ik naar de verhalen over moleculen, de bouwstenen van het leven. Dat je de structuur ervan kunt veranderen en naar je hand kunt zetten, fascineerde me toen al. Op open dagen kreeg ik een indruk van de opleidingen en kon ik zien hoe het er aan toe ging op de universiteit. Ook mocht je vragen stellen aan professoren en studenten en kreeg je voorbeelden te horen, waardoor je je een beetje een voorstelling kon maken van de studie en je baan later. De scheikundeopleiding vond ik best pittig. De vakken die mijn interesse hadden, gingen natuurlijk het makkelijkst en met discipline en flink studeren gingen ook de moeilijke uiteindelijk wel. Het was belangrijk de stof goed bij te houden, want de hoeveelheid was een stuk groter dan op de middelbare school. Het lukt je op de universiteit niet meer om pas een dag voor een tentamen te beginnen met studeren. De practica in het lab trokken me het meest en ik wist al snel dat ik het onderzoek in wilde.
Na mijn promotie en postdoc heb ik de academische wereld vaarwel gezegd. Ik begon bij TNO waar ik onderzoek deed op het gebied van defensie en veiligheid. We zochten nieuwe concepten voor persoonlijke beschermingsmiddelen tegen zwaar toxische stoffen, zoals kleding en gasmaskers. Nu werk ik op een afdeling voor medisch toxicologisch onderzoek. We kijken hoe we mensen kunnen behandelen die vergiftigd zijn, bijvoorbeeld via de huid of door inademing van pesticiden. We onderzoeken nieuwe methodes van diagnostiek om vast te kunnen stellen of iemand is blootgesteld aan chemicaliën en aan welke precies en we proberen stoffen te vinden die werken als antistof, waarmee vervolgens misschien nieuwe medicijnen kunnen worden ontwikkeld. Ik stuur de mensen aan in het laboratorium. Daar zijn we bezig met de synthese van nieuwe verbindingen. Die testen we door de enzymen, die door een giftige stof zijn uitgeschakeld, met zo’n nieuwe verbinding te behandelen. Dan kijken we of de enzymen zich erdoor kunnen
herstellen en weer actief worden. We proberen zoveel mogelijk te leren uit de resultaten, zodat we nieuwe variaties op de moleculen kunnen bedenken die mogelijk nog beter werken. Het leuke is dat je niet alleen te maken hebt met synthetische scheikunde, maar ook met de biologische aspecten. Door te praten met andere mensen uit dit vakgebied, in binnen- en buitenland, probeer ik nieuwe ideeën te vinden voor ons onderzoek en met het oog op een eventuele samenwerking probeer ik andere onderzoekers enthousiast te maken met onze onderzoeksideeën. Zo werken we met een Frans onderzoeksinstituut dat met behulp van computers de door ons bedachte chemische structuren kan doorrekenen. Zo komen we te weten of deze bijvoorbeeld wel zullen passen in het beoogde enzym en hoe dat dan gebeurt. De testuitslagen helpen ons weer verder in ons onderzoek. Het is mooi om te ervaren dat een idee met veel inspanning uiteindelijk werkelijkheid kan worden.
13
Roland Kanaar
Hoogleraar moleculaire stralengenetica aan het Erasmus Medisch Centrum
14
Van 1979 tot 1984 heb ik Scheikunde gestudeerd. Ik heb veel gedaan in de biochemie, moleculaire genetica en celbiologie. Tijdens mijn promotie ging ik naar Amerika waar ik 7 jaar bleef, daarna ben ik begonnen bij het Erasmus MC.
Het Erasmus MC is het grootste medisch centrum in Nederland. Hier zijn we bezig met onderzoek, opleiding en patiëntenzorg. In het eerste deel van de opleidingen die hier plaats vinden, krijgen de studenten basale vakken. Ik geef hun colleges over onder meer DNA beschadigingen. Later tijdens de studie lopen studenten mee met medische specialisten om meer ervaring te krijgen met patiënten. De kwaliteit van onderzoek van dit medisch centrum staat internationaal hoog aangeschreven. Het Sophia Kinderziekenhuis en de Daniël den Hoed Kankerkliniek horen ook bij het Erasmus MC.
Tijdens mijn opleiding wilde ik me breed ontwikkelen. Daarom werkte ik in de organische chemie aan chemische synthese van DNA, dat stond toen nog in de kinderschoenen. Daarna liep ik stage bij Ronald Plasterk in de vakgroep Moleculaire Genetica in het Leiden Institute of Chemistry, waar ik het aanbod kreeg het onderzoek over te nemen als promovendus. In datzelfde jaar werkte ik ook in het Erasmus MC aan celbiologie. Kwaliteit en innovatie zijn voor mij de rode draad geweest in mijn carrière, ik heb altijd gezocht naar de beste plekken voor opleiding en werk. Ik wist niet goed wat ik van de opleiding Scheikunde moest verwachten. Ik haalde in het begin lang niet alle vakken, omdat ik me liet intimideren door mensen die zeiden dat bepaalde vakken als natuurkunde moeilijk waren. Dan zag ik er tegenop en ging ik niet naar de colleges. Pas toen ik besloot niet meer te luisteren naar anderen, trouw de colleges te volgen en alle lesstof goed bij te houden, haalde ik die moeilijke vakken wel. Studeren heb ik echt moeten leren.
Het vak ging pas voor mij leven toen ik in het laboratorium kwam op de universiteit en tijdens de stage. Ik ging proeven doen en artikelen lezen over de onderzoeken waarmee ik bezig was. Daardoor begreep ik eindelijk wat ik had aan al die basiskennis. Ik kon in de praktijk ook mijn sociale eigenschappen ontwikkelen. Ik leerde mijn verhaal duidelijk te vertellen aan collega’s, samenwerken, overtuigen en presenteren. In het laboratorium werk je in multidisciplinaire teams en is het handig als je elkaar advies kunt geven. Bij LST en MST krijg je tegenwoordig een breed pakket aan vakken, zodat je goed met andere specialisten kunt samenwerken en ze gemakkelijker begrijpt. Ik wil graag weten hoe levende organismen werken en basale biologische processen plaatsvinden. In mijn werk stel ik het me voor en bedenk ik tests waarmee ik mijn ideeën kan toetsen. Zo zijn wij heel erg benieuwd naar de wijze waarop DNA kan muteren. Dit fragiele molecuul wordt gemakkelijk beschadigd, bijvoorbeeld door zuurstof, vuil of zonlicht. Cellen
kunnen de schade over het algemeen repareren, maar door de beschadigingen kunnen ook mutaties optreden in DNA en zo kan kanker ontstaan. Veel therapieën die worden gebruikt om kanker te bestrijden, beschadigen DNA expres om de kanker kapot te maken. Het natuurlijke DNA-reparatieproces kan de vernietiging van deze tumorcellen tegenwerken. Als we weten hoe dit reparatieproces werkt, zouden we kunnen ingrijpen en de antikankertherapieën kunnen verbeteren. 90 procent van het onderzoek mislukt. Als onderzoeker moet je daardoor niet ontmoedigd raken en het kunnen accepteren. Mijn motivatie haal ik uit mijn eigen wilskracht. Die vasthoudendheid is belangrijk. In 15 jaar hebben we 3 maal een wetenschappelijke doorbraak bereikt. Niet alleen de vakbladen schreven erover, maar ook de kranten en je hoorde het zelfs op TV en de radio. Dat is prachtig.
15
Angela den Dunnen
Promovendus aan de Universiteit Leiden In het Gorlaeus Laboratorium van de Universiteit Leiden zitten verschillende onderzoeksgroepen. Deze doen onderzoek op allerlei gebieden, van biochemie en fysische chemie tot anorganische en organische chemie. Ik houd me bezig met fysisch theoretische chemie. Onze vakgroep bestaat uit ongeveer 12 mensen, waaronder een professor, enkele promovendi, doctoren en postdocs. Daarbij loopt nog een aantal studenten bij ons stage.
16
Onze groep doet experimenten op het gebied van elektrochemie en ik houd me bezig met ultrahoog vacuümapparaten. We proberen katalyse uit te voeren met metalen en brandstofcellen voor de elektrochemie om te ontdekken hoe atomen zich hechten aan een oppervlak en welke reacties er plaatsvinden. Daarvoor kijken we naar de interactie van water met platina kristallen; hoe sterk deze met elkaar binden en wat er bijvoorbeeld gebeurt met de moleculen bij verhitting. Het is heel fundamenteel onderzoek dat later bijvoorbeeld nuttig zou kunnen zijn voor de ontwikkeling van een nieuwe soort katalysator voor een auto met een lagere uitstoot van giftige gassen. Ook zouden we materialen kunnen uitvinden die veel goedkoper zijn dan platina, maar net zo goed of zelfs beter werken. Dat vindt de industrie interessant. Ik vind deze ingewikkelde onderzoeken boeiend, omdat het anders is dan de gebruikelijke scheikunde waarbij je stofjes mengt en wacht op een reactie.
Er komt veel natuurkunde bij kijken. We zijn bezig met techniek en met experimenten en zetten zelf onze apparaten in elkaar. Ik loop vaak met een steeksleutel op zak. Als experimenten lukken dan geeft dat een enorme voldoening. Ook is het fascinerend als we als eerste in de wereld iets uitvinden en soms kom je zelfs erachter dat iets uit de wetenschappelijke literatuur niet helemaal waar blijkt. Ik probeer vaak werkwijzen uit die ik tijdens de opleiding heb geleerd, dan kijk ik hoe ik die nu kan toepassen bij mijn experimenten. Een promotie duurt 4 jaar. In die tijd schrijf ik artikelen over het onderzoek voor publicatie in wetenschappelijke tijdschriften en uiteindelijk schrijf ik er een boek over met daarin alle onderzoeksresultaten. Dit moet ik verdedigen bij de commissie. Voordat ik aan de promotie begon, leek dat me best spannend, maar er zijn hier genoeg collega’s die me eventueel kunnen helpen. Bovendien gaat het over een onderwerp waar ik alles over
weet en waar ik straks 4 jaar lang mee bezig ben geweest. Om de juiste studiekeuze te maken, heb ik open dagen bezocht van universiteiten in Utrecht en Leiden. Ik heb er veel gepraat met mensen om een goede indruk te krijgen van de mogelijkheden en de sfeer. Het is ook mogelijk om een dag mee te lopen met studenten, zodat je kunt zien hoe het er echt aan toe gaat. Ik heb voor Leiden gekozen omdat de kleinschaligheid me aansprak en ik ook mensen kende die hier al studeerden. De opleiding vond ik erg interessant, al was er in het begin wat herhaling van de stof van de middelbare school. In het lab staan en proefjes doen, dat was meteen heel ‘echt’. Ik kon thuis zeggen dat ik aspirine had gemaakt. Voor de tentamens moest ik goed mijn best doen, terwijl het op het vwo echt makkelijk voor me was. Na 3 weken besloot ik toch op kamers te gaan, want het reizen met de trein brak me al snel op. Na een feestje was ik dan ook een stuk sneller thuis.
17
Van 2005 tot 2011 studeerde ik Scheikunde in Leiden, nu MST. Ik heb gekozen voor de fysisch theoretische richting en heb mijn stage ook gedaan binnen dit onderwerp. Toen de vakgroep me vroeg te blijven voor promotieonderzoek, ben ik daar op in gegaan. Dit is mijn eerste jaar.
Wilfred van der Donk
Professor scheikunde bij de Universiteit van Illinois
18
In 1989 ben ik afgestudeerd in Scheikunde en naar de VS gegaan. Na mijn promotie in organische chemie (1994) ging ik als postdoc naar MIT in Boston en in 1997 kreeg ik mijn huidige functie.
De universiteit van Illionois is een staatsuniversiteit met bijna 45.000 studenten. In Amerika volgen alle scheikunde- medicijnen-, engineering- en natuurkundestudenten scheikundecolleges. Dat zijn er zo’n 4.000 in het eerste collegejaar. Naast het geven van colleges doen professoren onderzoek, samen met deze studenten en promovendi. Ten derde werken we mee om de universiteit draaiende te houden. Onder meer in comités voor de werving van studenten en faculteitsleden en voor het afnemen van examens.
Met mijn onderzoeksteam probeer ik nieuwe antibiotica te ontdekken en te begrijpen hoe deze werken. Bijna dagelijks bespreken we de resultaten van de experimenten en bedenken we nieuwe om te zien of die ons verder brengen. Ik werk altijd met jonge mensen met veel ideeën en humor. Ik vind het belangrijk deze gepassioneerde studenten goed op te leiden, zodat ze worden voorbereid om straks zelfstandig onderzoek te doen. Het is geweldig om ze te zien afstuderen en promoveren, straks zitten ze bij de beste bedrijven en universiteiten in de wereld.
Wiskunde en natuurkunde vond ik te abstract op de middelbare school en geschiedenis gaf me niet veel kansen op de arbeidsmarkt. Het werd scheikunde. Ik vond het fascinerend materialen te bestuderen en bezig te zijn met biologie, om te kijken naar de werking van ons lichaam en te werken met stofjes waar je bijvoorbeeld aspirine mee kunt maken. Bedrijven als Shell, DSM, AKZO en Unilever hadden mijn interesse. De opleiding vond ik vrij abstract in het eerste jaar. Toen later de practica en de organische en anorganische chemie aan de orde kwamen, werd het echt leuk.
In 2008 ben ik benoemd tot Investigator van de Howard Hughes Medical Institute. Dat is een enorme eer. Dit fonds financiert de volledige onderzoeken van rond de 400 professoren in de USA, waaronder de mijne. Voor mijn onderzoeken geeft het instituut me alle vrijheid en het budget is royaal, waardoor ik een grote onderzoeksgroep van 25 mensen kan leiden. Elke 5 jaar word ik opnieuw beoordeeld en wordt er besloten of mijn aanstelling wordt verlengd.
Ik was erg actief bij de studentenvereniging en ging niet altijd naar colleges. Studeren deed ik uit de boeken. In de barcommissie maakte ik lange dagen en nachten, we waren een soort manager van een heel druk café. Ik volg de mensen met wie ik toen in de barcommissie zat nog wel en als ik in Nederland ben, dan ontmoeten we elkaar weer eens. Al begrijpen we elkaars leefwereld eigenlijk niet meer zo goed, het leven is in Nederland toch anders dan in Amerika.
Ik had nooit gedacht dat ik universitair onderzoek zou gaan doen. Ik wilde altijd een leuke baan in het bedrijfsleven en een flink salaris. Pas als promovendus raakte ik echt geboeid door de wetenschap. Omdat het moeilijk is eerst te werken in het bedrijfsleven en pas later bij een universiteit, koos ik direct voor het onderzoek. Het geeft ook veel vrijheid; als mijn kinderen ziek zijn, kan ik gemakkelijk thuis werken. Omdat het me goed beviel, ben ik uiteindelijk in deze wereld gebleven. Een tip? Ga vooral studeren wat je interessant vindt. Richt je dus niet op geld of die baan, want hoe de wereld er over tien jaar uitziet, kun je toch niet voorspellen. Dan is de arbeidsmarkt allang veranderd. Mocht je serieuze belangstelling hebben voor scheikunde en de opleiding MST, dan vind ik Leiden een goede keuze. Mij heeft deze studie absoluut gebracht wat ik nodig had voor een interessante carrière in de chemie.
19
Siet van den Wildenberg
Postdoc bij de Universiteit Leiden Bij de Universiteit Leiden werk ik als postdoc bij de onderzoeksgroep Granulaire Materie. Onder leiding van een professor hebben we een hechte samenwerking tussen theoretische en praktische wetenschappers. Promovendi, bachelor- en masterstudenten en postdocs doen allemaal onderzoek binnen hun eigen expertise, terwijl ze ook van elkaar kunnen leren en elkaar nieuwe inzichten kunnen geven.
20
Tijdens mijn opleiding biochemie kwam ik erachter dat ik dat die richting in ieder geval niet mijn toekomst was. Ik ging verder met Scheikunde aan de Universiteit Leiden. De natuurkundige kant vind ik uiteindelijk het meest interessant. Het leuke van natuurkunde is dat je een probleem probeert te ontleden en soms met relatief eenvoudige experimenten al tot belangrijke conclusies kunt komen. Voor mijn masteronderzoek heb ik gekeken naar de dynamica van vliegende druppels. Een fundamenteel onderzoek, maar ook een veelzijdig probleem, denk bijvoorbeeld aan het verspreiden van inkt in een printer. Niemand wil flinke druppels inkt op het papier op plekken waar ze niet behoren te zitten, daarom is het belangrijk om een betrouwbaar doseersysteem te kunnen maken. Bij het onderzoek distribueerden we een vloeistof met een soort spuit en keken we hoe kleine druppels zich vormden en hoe ze zich gedroegen als ze vanaf de spuit naar een oppervlak vielen. We wilden weten hoe we dit proces konden beheersen.
Ik woonde op kamers in een studentencomplex. Het was leuk om met zoveel mensen te wonen, maar de kamer was minder mooi. Al snel kreeg ik de kans om anti-kraak te gaan wonen in een mooi grachtenpand in het centrum van de stad. We hadden zelfs een dakterras. Ik ben niet lid geweest van een studentenvereniging, dat leefde op het hbo niet zo en op de universiteit kwam het er niet van. Ik ging lekker met mijn vrienden op stap, in Leiden kun je ook prima zelf een feestje maken. Aan de VU deed ik mijn promotieonderzoek in de biofysica en nu werk ik als postdoc in de granulaire materie. We richten ons op de voortplanting van geluid in (zand)korrels. Dat is bijvoorbeeld toepasbaar bij het zoeken naar aardolie en wordt daarom gedeeltelijk betaald door Shell. Het onderzoek is een beetje vergelijkbaar met mijn onderzoek naar vliegende druppels; met een relatief eenvoudige opstelling wordt complexe fysica bestudeerd. Nieuwsgierigheid is mijn grootste drive. Ik wil weten hoe het zit, hoe dingen
werken. Door processen te vereenvoudigen en er in stapjes doorheen te gaan, kun je analyseren wat er gebeurt, daaruit conclusies trekken en nieuwe vragen stellen. De ene proef leidt tot de volgende, net zo lang tot je weet wat je wilde weten. De meeste proeven lukken niet, dus je moet veel geduld hebben en genoegen nemen met kleine successen. Als beginnend onderzoeker moet je echt leren omgaan met die frustratie. Een dag bestaat voor mij vooral uit experimenteren. Na een experiment kijk ik naar de uitkomsten en analyseer die, waarna ik vervolgexperimenten bedenk. Als een proef echt lukt, dan is dat fantastisch. Daar schrijf ik dan een artikel over. Wat ik hierna ga doen, dat probeer ik nu te bepalen. Ik vind de wetenschap erg leuk en de vrijheid is prettig. In het bedrijfsleven heb je een baan voor langere tijd en je verdient een stuk meer, dat is daarbij een voordeel. Ook werk je dan nauwer samen met anderen, dat mis ik soms een beetje in het onderzoek.
21
Na het hbo Biochemie aan de Hoge School van Leiden studeerde ik Scheikunde aan de universiteit (20022004), richting fysische chemie. Ik besloot vervolgens te promoveren in de biofysica aan de VU en als postdoc werk ik weer in Leiden.
Stella van Boom
Docent en stagecoördinator farmakunde bij de Hogeschool Utrecht
22
Ik studeerde Scheikunde tot 1990 en deed promotieonderzoek. Ik werd projectmanager bij Unilever (’96-‘01) en volgde er een MBA programma. Bij ZonMW was ik communicatie- en implementatiemedewerker (tot ‘09) en na een jaar consultancy bij Innotact kwam ik bij de Hogeschool Utrecht.
Bij de faculteit Gezondheidszorg van de Hogeschool Utrecht kun je verschillende opleidingen volgen. Naast Farmakunde zijn er opleidingen in fysiotherapie, mondzorg, huidzorg, logopedie en verpleegkunde. Farmakunde is een brede managementopleiding op hbo-niveau met bedrijfskunde, communicatie en farmacie, gericht op de farmaceutische branche. Met het diploma word je geen apotheker, maar manager bij bijvoorbeeld een centrale hoofdafdeling van een apotheek als Medic of bij een grote ziekenhuisapotheek.
De mensen aan wie ik les geef, zijn bijvoorbeeld voormalig apothekersassistenten en havo- en vwo-scholieren. Ze willen iets gaan doen in de farmaceutische wereld of gezondheidszorg, vinden medicijnen interessant en zijn op zoek naar een veelzijdige functie. Meestal krijgen ze een functie waar je te maken hebt met management, bedrijfsvoering, kwaliteitsbewaking en het opzetten en evalueren van medicatieprogramma’s. Ik heb zowel voor het bedrijfsleven als voor de overheid gewerkt en bij een heel groot en een heel klein bedrijf. Ik vond de dynamische omgeving en de vele collega’s in een grote organisatie prettiger. Ook de commerciële werkwijze en het resultaatgericht en projectmatig werken bij Unilever vond ik leuk. Zeker na mijn promotie, omdat ik tot dat moment vooral bezig was geweest met fundamenteel onderzoek. Bij de overheid was het juist niet commercieel. Daar stond het maatschappelijke belang voorop en die verandering in perspectief vond ik interessant. Ik had er te maken met verschillende doelgroe-
pen en politieke belangen, wat het werk complexer maakte en soms ook trager. Om het gewenste resultaat te bereiken, moest ik draagvlak creëren en voorlichting geven. Toen ik naar Utrecht verhuisde, wilde ik een baan in de buurt zodat ik het kon combineren met mijn gezin. De vacature voor docent farmakunde bij de Hogeschool Utrecht kwam als geroepen. We voeren projectgestuurd onderwijs, daarbij heb je verschillende rollen. Ik geef vaklessen, begeleid het onderwijsproces en daarnaast ben ik stagebegeleider en stagecoördinator. Ik geef les aan alle jaren in zowel farmacie, communicatie als bedrijfskunde. Wat ik boeiend vind, is dat ik nu mijn medische, farmaceutische en scheikundekennis kan gebruiken en dat mijn werk maatschappelijk relevant is. Elke dag weer geef ik met plezier onderwijs aan jonge mensen en ik geniet van het sociale element en de interactie. Ik ben trots als ik zie dat studenten zichzelf overtreffen. Als ze zich in een korte tijd weten te ontwikkelen tot professionals.
Op het vwo vond ik eigenlijk alles interessant, ook de alfavakken. Ik koos exact omdat je daarmee meer kunt in de toekomst. In mijn tijd als au pair in Amerika besloot ik voor mijn opleiding toch terug te gaan naar Nederland. In het eerste jaar van de scheikundeopleiding kreeg ik veel wiskunde en natuurkunde, wat ik eigenlijk alleen maar fijn vond, en later kon ik vakken kiezen die pasten bij mijn specifieke belangstelling. Ik studeerde gemakkelijk en had geen problemen met zelfdiscipline. Ook had ik genoeg tijd over voor de studentenvereniging. Ik hield van de gezelligheid bij het dispuut. Wat ik precies wilde worden, had ik tijdens de opleiding nog niet besloten. Met plezier heb ik gewerkt aan mijn promotieonderzoek en daarna zou ik eigenlijk postdoc worden in Amerika. Op het laatste moment veranderde ik van idee en koos ik voor het bedrijfsleven. Ook als docent heb ik het naar mijn zin; het lesgeven, voor een groep mensen staan. Het klikt goed met de studenten en dat is in deze functie natuurlijk het belangrijkst.
23
24
Colofon Uitgever: Universiteit Leiden, Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Coördinatie: Universiteit Leiden, Michel Crama. Interviews, redactie, eindredactie: De Teksttafel, Mirjam Endendijk. Foto’s: Peter van Evert, Martijn de Koning, Roland Kanaar, Wilfred van der Donk en Siet van den Wildenberg. Vormgeving: ratiodesign.nl Druk: van Zessen Klaar, Leiden. Met dank aan alle alumni die in deze brochure hun verhaal wilden vertellen. © november 2011, eerste druk Dit is een uitgave van de Universiteit Leiden, Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd of vermenigvuldigd zonder de toestemming van de auteur en de uitgever. Deze brochure is met de meeste zorg samengesteld. Aan de inhoud ervan kunnen geen rechten worden ontleend.
25
www.studereninleiden.nl www.mastersinleiden.nl