nd zomer
nederlands dagblad vrijdag 7 augustus 2015
boeken – consument – koken – kunst – cultuur - gezondheid - exposities - jeugd
de zomer van Teunie Luijk
De Alblasserwaard is zó mooi ▶ pagina 3
Eigen groente ▶ pagina 8
Échte spaghetti
Koninklijke inteelt
▶ pagina 10
▶ pagina 15
2
nd zomer
vrijdag 7 augustus 2015
cultuur
agendatips 15 augustus Zomertijd, festivaltijd. Op zaterdag 15 augustus vindt in Amsterdam festival The Brave plaats, met onder meer een aantal christelijke initiatiefnemers. Festivalthebrave.nl T/m 23 augustus Is in de Stevenskerk in Nijmegen een tentoonstelling van hedendaagse beeldende kunst. Twaalf kunstenaars maakten onder de titel ‘Seizoenen van het leven’ miniaturen voor een gelijknamig getijden- en pelgrimsboek. Een van de miniaturen is deze van Marjoke Schulten.
Leren van slimme dieren Dick Schinkelshoek beeld uit genoemd boek Dieren zijn veel slimmer dan mensen denken. Dat is het uitgangspunt van het kleurrijke kinderboek Superslimme dieren van Jan Paul Schutten (Uitg. Kluitman, Alkmaar 130 blz. € 15,99). Want wie kennen er al duizenden jaren ingebouwde airco’s en elektriciteit, wie vonden het bouwen van dijken uit en wie bouwde er als eersten gebouwen die honderden keren hoger waren dan zijzelf? Precies. Dieren. Dat er nogal wat verschillende diersoorten zijn, doet er even niet toe. Het uitgangspunt levert een geweldig leuk en leerzaam boek op voor kinderen tussen zes en twaalf jaar. Want dieren blijken niet alleen slim, ze zijn ook nog eens vaak veel sterker en sneller dan mensen. Beetje meer respect, dus – als je de volgende keer ‘Domme koe!’ roept. ■
soundtrack van de zomer
Maurice Hoogendoorn
In de zomer is het leven licht. De geur van zonnebrand, een trillende horizon en altijd op zoek naar je slippers. Daar hoort muziek bij. Daarom: liedjes die de zomer nóg beter maken. Vandaag: All Summer Long van Kid Rock.
Een zomerliefde van 1989 Er is weinig tot geen bewijs voor de these dat de twee op dat moment getrouwd waren. Wel denkt de jongeman in de zomer van 1989 nog dat zijn liefde voor het meisje voor eeuwig zal zijn – dat is in hem te prijzen. Maar aan het einde blijkt dat ze toch uit elkaar zijn gegaan – wanneer en hoe is niet duidelijk. ‘Sipping whiskey out the bottle, not thinking ‘bout tomorrow’ zou je kunnen interpreteren als een mooie leliën-des-velds-mentaliteit, maar de eerste regels doen vermoeden dat we eerder met jeugdige lichtzinnigheid te maken hebben. Deze man heeft zich als jongen een beetje laten gaan. Wat wil je ook met gedachten die korter zijn dan je haar.
Waarom dit liedje? It was 1989, my thoughts were short my hair was long, caught somewhere between a boy and man. She was seventeen and she was far from in-between. It was summertime in Northern Michigan.
Zand, kampvuur, water, romantisch maanlicht, dagen zonder einde en een vakantieliefde: dit liedje is een en al zomer. Ook al is het de zomer van 1989 en niet die van 1969.
Wat voor liedje is het? Splashing through the sand bar, talking by the campfire, it’s the simple things in life, like when and where. We didn’t have no internet, but man I never will forget the way the moonlight shined upon her hair. And we were trying different things, we were smoking funny things, making love out by the lake to our favorite song. Sipping whiskey out the bottle, not thinking ‘bout tomorrow, singing ‘Sweet Home Alabama’ all summer long. Catching Walleye from the dock, watching the waves roll off the rocks. She’ll forever hold a spot inside my soul. We’d blister in the sun, we couldn’t wait for night to come, to hit that sand and play some rock and roll.
All Summer Long is een zogeheten mash-up van twee hits uit de jaren zeventig: Sweet Home Alabama van Lynyrd Skynyrd en Werewolves of London van Warren Zevon. De melodie heeft van beide liedjes veel weg. Daarnaast noemt de hoofdpersoon in All Summer Long – volgens de tekst iemand ‘tussen een jongen en een man’, een adolescent dus – Sweet Home Alabama als zijn favoriete nummer.
Waar moet je luisteren? Bij voorkeur op het strand of bij het kampvuur. En om in de nostalgische sfeer van het liedje te blijven, het liefst vanaf een cassettebandje. In ieder geval niet via Spotify, want ‘we didn’t have no internet’ in 1989.
Wat drinken we erbij? Whiskey natuurlijk. Uit de fles.
Now nothing seems as strange as when the leaves began to change, or how we thought those days would never end. Sometimes I’ll hear that song and I’ll start to sing along and think man I’d love to see that girl again.
Waar gaat het over? Een man denkt bij het horen van Sweet Home Alabama terug aan een zwoele zomer in 1989. Hij was toen waarschijnlijk ergens tussen de achttien en twintig jaar en ontmoette in NoordMichigan een meisje van zeventien. Maar als we de man mogen geloven was ze ondanks haar jonge leeftijd al een echte vrouw. In elk geval: het maanlicht schijnt prachtig op haar haar, en de jongen wordt smoorverliefd. En
liedje: All Summer Long album: Rock N Roll Jesus jaar: 2008
zij ziet ook wel wat in hem, klaarblijkelijk, want het komt tot intimiteiten tussen de jonge geliefden, onderwijl Sweet Home Alabama luisterend. Aan het einde komen we te weten hoe het is afgelopen met deze zomerliefde. Het meisje van zeventien is een verre herinnering geworden waaraan de man af en toe nog terugdenkt als hij Sweet Home Alabama hoort.
Is het een beetje christelijk? Het liedje begint nog aardig onschuldig, maar in het refrein nemen de hormonen van de jongeman het heft in eigen handen. De geliefden beginnen allerlei gekke dingen te roken en hebben seks aan het meer.
Nog een weetje? De Nederlandse zanger Martin van der Starre maakte een parodie op All Summer Long, genaamd Una Paloma Blanca Heel de Zomer Lang. Dit liedje gaat eveneens over een verliefd stel in de zomer, maar nu hebben de geliefden Una Paloma Blanca van ‘onze’ George Baker Selection als lievelingsliedje. Een geinige poging, maar metrisch gezien is het een draak van een liedje.
Wauw! Nog meer? Kid Rock (echte naam: Robert James Ritchie) is getrouwd geweest met actrice en model Pamela Anderson, die ooit bekend werd in een rood badpak in de tv-serie Baywatch. Daarin gaat het ook veel over water, strand en liefde, dus misschien heeft zij hem wel geïnspireerd tot dit meesterwerk.
3
vrijdag 7 augustus 2015
nd zomer interview
Eenvoudig-levenblogger Teunie Luijk werd een keer met man en tien kinderen uitgenodigd bij een vriendin in Zwitserland. ‘Onvergetelijk.’ Niek Stam beeld Niek Stam
Veel reuring en een tikje chaos De zomer begint pas echt … ‘… op de dag dat de zon ’s ochtends vroeg al vrolijk m’n slaapkamerraam binnen schijnt. En dat is vroeg: iedere werkdag om vijf uur, om rustig de dag te kunnen beginnen en alles voor te bereiden voor ons drukke gezin.’
Wat is uw vakantiebestemming deze keer? ‘Dit jaar is het voor ons staycation: thuisvakantie. Dan maken we een paar keer per week een uitstapje, met de negen kinderen van ons die nog thuiswonen. Vaak gewoon in de Alblasserwaard waar wij wonen, die is zó mooi. Of als het mooi weer is naar het strand. We rijden dan heel tegendraads pas om drie uur naar Ouddorp. Tegen die tijd gaat de grote meute naar huis, en wij hebben tot zonsondergang het hele strand nagenoeg voor onszelf.’
Wat is de rol van het gezin, kinderen en partner in uw zomerinvulling? ‘Voor de jongsten is de zomer gevuld met logeerpartijtjes over-en-weer, en de ouderen hebben hun eigen programma: jongerenvakantie, werken, met familie mee op vakantie, kamperen. Dit zorgt al met al voor een hoop drukte van halen en brengen, inpakken en uitpakken en natuurlijk bulten wasgoed. Het is leuk, het brengt veel reuring en verhalen en ervaringen. Maar het is ook wel erg druk en een tikje chaotisch. Willem, mijn man, heeft dit jaar voor het eerst sinds twaalf jaar drie hele weken vrij. Daar genieten we enorm van. Tijdens die weken hebben we elke dag een ’braspotje’ dat leeg mag. Daarvan betalen we uitstapjes, ijsjes, drinken op een terrasje, patatjes op het strand. En wat niet opgegaan is, gaat in het potje voor de dag erna. Op die manier ‘sparen’ we voor iets duurs, bijvoorbeeld met z’n allen uit eten. Dat doen we dan als afsluiting van de vakantie. In Zwitserland spaarden we een keer voor een uitstapje met de kabelbaan, en de kinderen gingen met een grote step van de berg af; mij niet gezien trouwens.’
Op vakantie: afzondering of juist ontmoeting? ‘Vakantie is vooral ‘ontmoeting’. We doen meestal ook wat familiebezoekjes, naar Willems broers en zussen bijvoorbeeld, die verspreid over het land wonen.’
Wat waren gedenkwaardige zomers in uw leven? ‘De meest memorabele zomer was ook de verdrietigste, die van 2009. Toen werd eind juni ons laatste kindje veel te vroeg geboren: Theo. Hij is na enkele uren overleden, terwijl er op de operatiekamer voor mijn leven werd gevochten. Toen ik eenmaal thuiskwam, was daar eerst de begrafenis. Het was allemaal zo verdrietig. Na een poosje kreeg ik ook nog een longembolie en werd ik opnieuw opgenomen. Eigenlijk heb ik die hele zomer zo’n beetje op bed doorgebracht. In die periode van verdriet kregen we een mailtje van iemand die mijn blog volgde: Ellen. Zij woont in Zwitserland en schreef dat wij met ons hele gezin van harte welkom waren. En ze bleef dat aanbod maar herhalen. Zo kwam het dat we in de zomer van 2010 met twee auto’s volgeladen, met z’n allen naar Zwitserland reden. En dat terwijl wij – behalve Willem – nooit verder geweest waren dan de grens. Ik had nooit gedacht dat ik ooit de bergen zou zien, en dat ik ze zo mooi zou vinden: onvergetelijk! Aan Zwitserland hebben we allemaal ons hart verloren. Ellen en haar man Marco zijn goede vrienden geworden en we zijn er nu drie keer geweest. Ook gaat er van ons weleens een van de kinderen apart heen. Dingen kunnen soms wonderlijk lopen. Ellen en Marco hebben een andere geloofsinvulling dan wij. Dat geeft helemaal niet, ik vind dat juist leerzaam. Bijvoorbeeld op zondag schermen wij ons heel secuur af: zondag is ons eilandje in de tijd, ook op vakantie.’
Lukt het in de zomer om vrij te zijn? ‘Thuis of op vakantie: het huishouden gaat altijd door. Maar in de zomervakantie zet ik alles wel op een lager
de zomer van
Teuntje Adriana Luijk-Bakker
Blogger over eenvoudig leven ▶ 1968: geboren in Utrecht ▶ 1986: getrouwd met Willem Luijk ▶ 1988-2009: geboorte van de kinderen: Wim (26), Trijnie (25), Dirk (24), Leendert (19), Hans (17), Maaike (16), Koos (15), Maria (13), Jan (12) en Henk (9). ▶ 2008: begint blog over haar levensstijl ▶ 2009: verlies jongste kind Theo ▶ 2010: eerste buitenlandvakantie ▶ Haar blog eenvoudigleven.blogspot.com trekt tussen de zes- en achtduizend lezers per dag.
Wel hebben we in 2012 de reactiemogelijkheid op de site uitgezet, om tijd uit te sparen voor het gezin.’
Omschrijf een memorabele zomerliefde. ‘Willem is de liefde van mijn leven, dus bij zomerliefde denk ik vooral aan onze verkeringstijd. Ik weet nog hoe we in 1984 in de polder samen naar de zonsverduistering keken, door een fotonegatief, was het advies. En hoe ik de bloemen voor m’n herbarium bijeen zocht. In mijn herinnering was het altijd licht en warm en waren er muggen en had ik hooikoorts.’
Wat is voor u de essentie van de zomer? ‘Oogstrijkdom: bramen en vlierbessen plukken, takken die doorbuigen vol appels en peren, en combines op de akker die tot ’s avonds laat het graan binnenhalen. Een tijd van warmte ook, zodat je batterij weer oplaadt. Bij een graad of 30 ben ik helemaal in mijn element. Misschien zit er ergens tropisch bloed in m’n voorgeslacht?’
Na de zomer hoop ik … pitje. Bovendien helpen alle kinderen die thuis zijn elke dag een uurtje mee. Zo schiet er voor mij ook vrije tijd over. Bloggen doe ik wel hoor, dat is gewoon ontspanning. Ik schrijf ongeveer drie stukjes per week, zo tussen alles door. Dat kost per stuk maar tien minuutjes ofzo.
‘… er weer zin in te hebben. 1 september is voor mij altijd een soort Nieuwjaarsdag: dan maak ik goede voornemens. Het is net zoals vroeger, als je aan een nieuw schooljaar begon: met nieuwe, lege schriften en potloden met scherpe punten. En ik hoop dat de vogels dan niet al m’n zwarte bessen hebben weggegeten.’ ■
4
nd zomer
vrijdag 7 augustus 2015
consument
zomermode Jacqueline Imminkhuizen beeld Jacqueline Imminkhuizen
Er goed uitzien, maar niet te gelikt Het kan warm worden deze zomer. Wollen truien en lange pantalons liggen veilig opgeborgen op zolder en in de kast hangen alleen wat luchtige zomeroutfits. Wat dragen we als de temperatuur gaat stijgen? Vandaag: mannen
naam: Freerk Jan Bruins (23), student geschiedenis draagt: Grijs T-shirt, lichte spijkerbroek en sneakers
naam: Theo Mentink (53), eigenaar groenvoorzieningsbedrijf draagt: Witte blouse, groene korte broek en sneakers
naam: Wilco van Hal (21), student commerciële economie draagt: Zwarte polo, paarse korte broek, sneakers en een zonnebril
‘Het ligt een beetje aan de gelegenheid wat voor kleding ik draag. Als ik iets belangrijks heb waarbij ik wil dat mensen mij serieus nemen, trek ik een overhemd aan. Anders ga ik casual gekleed en dan best wel basic. Het liefst effen kleuren en geen drukke prints. Meestal ga ik naar WE of First In Jeans.
‘In de zomer draag ik altijd blouses of polo’s. Die zitten lekker luchtig; T-shirts vind ik te strak zitten. Als het warm is, heb ik er meestal een korte broek met slippers of sneakers bij aan. Ik vind het belangrijk om er goed uit te zien, maar niet te gelikt.
‘Ik ga meestal casual gekleed. De kleding die ik nu draag, typeert mijn stijl: sportief maar niet te druk. Op mijn stages wil ik er graag netjes uitzien. Ik heb dan meestal een overhemd met nette broek aan. Zodra ik thuis ben, vind ik het fijn om iets makkelijks aan te trekken.
Het maakt mij eigenlijk niet zo veel uit welke winkel het is, als ik de kleren maar mooi vind en ze bij mij passen. Het hoeft van mij niet van een bepaald merk te zijn. Shoppen doe ik een keer in de twee of drie maanden. Ik ga ook weleens met mijn moeder. Dan gaan we voor de gezelligheid de stad in en kopen we meteen kleding. Via internet kopen, doe ik vrijwel nooit. Ik wil het toch eerst passen voordat ik iets koop en ik vind het zo’n gedoe.‘
Winkelen doe ik hooguit twee keer per jaar. Als we op vakantie zijn, gaan we meestal ook wel even shoppen. Deze kleding heb ik een keer in Noordwijk gekocht. Wit of zwart vind ik goed staan bij mezelf, maar ik draag ook wel felle kleuren. Mijn broeken heb ik altijd van het merk G-Star. Dit zitten het fijnst. Verder koop ik vaak bij The Sting, Score of Jeans Centre.’
Winkels waar ik mijn kleding haal, zijn onder andere Jack&Jones, Score, Chasin en G-Star. Ik vind het belangrijk dat de kleding van goede kwaliteit is. Meestal haal ik veel tegelijk en kan ik er nog wel een leuke korting uit slepen. Op zonnige dagen als vandaag heb ik altijd een zonnebril bij me. Ik heb er standaard eentje in mijn auto liggen’.
5
vrijdag 7 augustus 2015
nd zomer expositie
Kunstenaar Rob Scholte begon in Den Helder een eigen museum, dat officieel niet bestaat. ‘Mensen kopen Ikea-kunst maar gooien het borduurwerk weg, waaraan hun oma maanden werkte.’ Johan Bakker beeld website Rob Scholte Museum, Johan Bakker
Naar een museum dat niet bestaat Het geeft een surrealistisch gevoel op reis te gaan naar een museum, dat volgens de gemeente Den Helder niet bestaat en dat door de plaatselijke VVV wordt genegeerd. Bij aankomst op het NSstation zijn de vrolijk wapperende Nederlandse vlaggen en het grote rode bord met de sierlijk geschreven letters ‘Rob Scholte Museum’ echter nauwelijks over het hoofd te zien. Bezoekers worden in de entreehal verwelkomd door een nostalgisch ogend schilderij met de tekst: ‘Wentel uwen weg op den Heere.’ De bovenverdieping, waar zich het atelier van kunstenaar Rob Scholte bevindt, is bereikbaar met een lift. Scholte zit in zijn kantoor, waar de wanden zijn gesierd met oude schoolplaten van ‘De Christenreize naar de eeuwigheid’, ‘De tempel te Jeruzalem’ en de tekst: ‘Aangaande mij, en mijn huis, wij zullen den Heere dienen!’ In de vensterbank prijkt een uit een blok hout gesneden Christusbeeld. Na een officieel nooit opgehelderde bomaanslag in de Amsterdamse Laurierstraat in 1994 raakte Rob Scholte zijn onderbenen en knieën kwijt. De
Museumzaal.
Mariken van Nimweghen In een fles geplaatste kruisscènes.
Mercurius
Rob Scholte: de gemeente Den Helder houdt niet van kunst. kunstenaar woonde jarenlang op Tenerife, waar hij naast zijn schilderactiviteiten obsessief bezig is geweest met het boven tafel halen van de waarheid over het moment dat zijn leven tekende. Inmiddels heeft hij rust gevonden en een stabiele relatie. Scholte is de trotse vader van twee kinderen en het gezin woont al weer twaalf jaar in Nederland.
Copyright Knikkers in giethars.
romantisch
Behalve kunstenaar is Scholte nu dus ook museumeigenaar. ‘Toen ik dit voormalig postkantoor betrok, nota bene op uitnodiging van de gemeente, leek Den Helder een grote Vogelaarwijk. Ik zie dit als een samenhangend project. Je bent niet alleen met kunst bezig als je schildert. Ook dit gesprek is deel van mijn kunst. Mijn grote voorbeeld is het Dali-museum in Figueres, waar Salvador Dali leefde tussen zijn werk en de bezoekers.’ In een minutieus nagebouwd Huis ten Bosch in een themapark in de Japanse stad Nagasaki werkte Scholte jarenlang onder het toezien oog van het publiek aan een enorme muurschildering. ‘Dat is mijn ideaal: kunst maken waar het publiek met de neus bovenop staat. Kunst is geen linkse hobby. Aan mijn werk zijn geen subsidiegelden te pas gekomen. Subsidie vervuilt de markt. Het is geen enkel probleem wanneer mensen kunnen zien dat assistenten schilderwerk van me overnemen. In het atelier van Rembrandt waren ook leerlingen aan het werk. Het is dus onzin om te willen onderzoeken of een schilderij een echte Rembrandt is of het werk van een leerling. Als Rembrandt zijn goedkeuring eraan heeft gegeven is het van hem. Punt uit. Het hele idee van de kunstenaar als geniale eenling is een romantische notie die is ontstaan naar aanleiding van het gedramatiseerde levensverhaal van Vincent van Gogh.’ Als kunstenaar laat Scholte zich inspireren door de werkelijkheid zoals die zich aan hem voordoet, onder meer via de media. Door bestaande beelden een twist te geven, weet hij er een nieuw, vaak verrassend licht op te werpen. In het Rob Scholte Museum hangt – naast zijn eigen werk – kunst van Jan Cremer, meestervervalser Han Van Meegeren, Andy Warhol, Jeff Koons, Jan Toorop en Jan Sluijters: ‘Sluijters maakte naast zijn populair
Museumingang
‘Waarover zal ik zingen.’
geworden schilderijen ook geëngageerde kunst. Ik heb een verzameling prenten herontdekt waarin Sluijters protesteert tegen de wapenhandel waarmee het ‘neutrale’ Nederland zich verrijkte tijdens de Eerste Wereldoorlog.’ Intarsia versus Bamboo is een tentoonstelling waarin Scholte de ‘meesterwerken’ van tientallen anoniem blijvende makers in het zonnetje zet.
komt op kofferbakmarkten de mooiste boeken tegen. Ik struinde er vroeger altijd graag rond en stuitte daarbij regelmatig op artistieke pareltjes. Een van mijn favoriete boeken is Geschiedenis van een ziel van Therèse van Lisieux. Ze nodigt ons allen uit ons klaar te maken voor haar bruiloftsfeest wanneer zij met Christus trouwt op de Dag des Oordeels. Ik vind het prachtig dat een non van nog geen twintig jaar oud zoiets schrijft. Zij introduceert een nieuwe spiritualiteit, die kracht geeft in het hier en nu. Het Museum voor Religieuze Kunst in Vaals vroeg me ooit te exposeren met de collectie neogotische heiligenbeelden. Zo kwam ik erop de teksten die in ons collectieve bewustzijn staan gegrift, boven de beelden op te hangen. Bijna als de tekstballonnen van de heiligen.’ Ze hebben nu een plaats gekregen in het Rob Scholte Museum samen met drie (als een scheepje in een fles geplaatste) kruisscènes.
bruiloft
‘Toen ik terugkeerde naar Nederland viel me op dat de samenleving hier vluchtig is geworden. Mensen kopen kunst voor boven de bank bij Ikea, maar gooien het prachtige borduurwerk weg, waaraan hun oma maandenlang heeft gewerkt. Dat is merkwaardig. Zo’n borduurwerk vertegenwoordigt niet alleen hun persoonlijke geschiedenis, maar de beeldkwaliteit is ook veel groter dan kunst die voor de massa is gemaakt.’ Scholte stelde ooit omgekeerde borduurwerken ten toon, om te benadrukken dat we in spiegels en raadselen zien. Volgende zomer is hiervan een overzicht te zien in Museum De Fundatie te Zwolle. ‘Met pijn in mijn hart merk ik hoe achteloos we omgaan met bijvoorbeeld oude bibliotheken. Je
onbeantwoord
Rob Scholte heeft besloten niet langer om te zien naar wat gebeurd is, maar zijn blik te richten op de toekomst. Het is treurig dat hij in zijn pogingen een culturele oase te creëren in het door de
Portret Rob Scholte, gemaakt door Job Boersma.
Marine gedomineerde Den Helder zo wordt dwarsgezeten. ‘Vlak na de feestelijke opening meldde de gemeente plotseling dat dit hele gebied op de schop zou gaan. Op allerlei manier proberen ze me weg te pesten: het museum bestaat uit twee gedeelten; een nu al open deel van 900 vierkante meter, dat we echter nog niet mogen verbinden met het grote nieuwe gedeelte van 2000 vierkante meter, waardoor onze opknap-inspanningen tot nu toe voor niets zijn geweest. Brieven erover blijven onbeantwoord. Ik vermoed dat ze op de plek waar wij nu zitten dure nieuwbouw willen neerzetten. De gemeente Den Helder interesseert zich blijkbaar niet voor kunst. Gelukkig steunt de gewone jutter me wel. Evenals de Bekende Nederlanders en de vele anderen die de protestpetitie hebben ondertekend.’ ■
expositie Rob Scholte Museum Middenweg 172 – 174, Den Helder. Entree: € 2,50
>> robscholtemuseum.nl
6
nd zomer
vrijdag 7 augustus 2015
film Het prachtige kinderboek De kleine prins heeft nog altijd veel zeggingskracht, want volwassenen blijven rare mensen. Mark Osborne waagde zich aan een verfilming. Maurice Hoogendoorn beeld independent films
De kleine prins in nieuw jasje Toen regisseur Mark Osborne het aanbod kreeg Le petit prince van de Franse schrijver en piloot Antoine de Saint-Exupéry te verfilmen, bedankte hij voor de eer. Begrijpelijk, want als je zo veel van dit poëtische en filosofische kinderboek houdt als Osborne, durf je je vingers er niet aan te branden. Uiteindelijk kwam de film er toch, op een andere manier. Osborne besloot een raamvertelling te maken; geen letterlijke verfilming, maar een ode aan het boek, een oud verhaal gewikkeld in een
De piloot leert dat alles van belang onzichtbaar is, en alleen met het hart kan worden gezien. nieuw jasje. Voor de ongelukkigen die onbekend zijn met Le petit prince (1943): de kleine prins woont op een asteroïde met drie vulkaantjes en een roos. Op een dag verlaat hij zijn asteroïde om te zien hoe de rest van het heelal eruit ziet. Op andere planeetjes ontmoet hij diverse, nogal vreemde volwassen mensen. De ijdeltuit bijvoorbeeld, die door iedereen wil worden bewonderd. En de zakenman, druk met het tellen en kopen van sterren. De kleine prins bezoekt ook de aarde, waar hij een neergestorte piloot ontmoet, de auteur van het verhaal. De piloot leert van de prins – een christusfiguur, aan het einde moet hij vertrekken en laat hij zich bijten door een slang – dat alles wat werkelijk van belang is in het leven, onzichtbaar is en alleen met het hart kan worden gezien.
aangeharkte tuintjes
De kleine prins (de film) begint in het heden. Met de modernste animatietechnieken is een kille wereld gecreëerd die bestaat uit rechte straten, strak ingerichte huizen, aangeharkte tuintjes en
mensen die druk aan het werk zijn in kantoren. In een van de huizen woont een meisje dat zo hard studeert (want ze moet goed terechtkomen van haar moeder) dat ze voor vriendschappen geen tijd heeft. Hoe anders is de buurman van het meisje, een oude piloot met een rommelig huis. Jaren terug heeft hij in de Sahara, toen hij daar met zijn vliegtuig neerstortte, de kleine prins ontmoet. Die ontmoeting heeft zijn leven veranderd. Via de piloot krijgt ook het meisje over de kleine prins te horen. En het verhaal verandert ook haar leven. De fragmenten die rechtsstreeks uit het boek komen, zijn gemaakt met de oude stopmotiontechniek. De personages lijken precies op de illustraties die Antoine de Saint-Exupéry in zijn boek maakte. Het zijn prachtige, warme beelden. Achteraf is het jammer dat Osborne niet voor een letterlijke verfilming koos, want juist de boekgedeelten zijn het mooist. Het verhaal over het meisje is daarbij vergeleken clichématig en sim-
plistisch. En aan het einde ontspoort de film zelfs, wanneer – in een ontmoeting met een opgegroeide kleine prins – drieste avonturen worden verkozen boven de poëzie van Le petit prince. Jammer, maar het moet Osborne niet te zwaar worden aangerekend. Zijn liefde voor de kleine prins is door het scherm heen voelbaar. ■
animatie/fantasy ★★★✩✩ De kleine prins (3D) Regie: Mark Osborne. Met (de stemmen van): Bram van der Vlugt, Jada Borsato e.a. 108 minuten, kijkwijzer alle leeftijden. In 97 bioscopen.
ogen zijn blind De kleine prins staat vol met prachtige, filosofische zinnen. Een voorbeeld is deze dialoog tussen de kleine prins en de piloot, verteller van het verhaal. - Bij jou kweken de mensen vijfduizend rozen in een tuin, zei het prinsje, en ze vinden daarin niet wat ze zoeken. - Nee, dat vinden ze niet, antwoordde ik. - En toch zouden ze kunnen vinden wat ze zoeken in een enkele roos of in een beetje water. - Ja, dat is zo, antwoordde ik. - En het prinsje voegde eraan toe: maar ogen zijn blind. Met het hart moet men zoeken.
Hoe ga je als familie van een slachtoffer om met een dader die onschuldig pleit? Broadchurch durft pittige thema’s aan te roeren. Maurice Hoogendoorn beeld triple p entertainment
In Broadchurch is plek voor een blik omhoog De Britse detective Broadchurch was vorig jaar een groot succes. De serie viel in de prijzen en trok veel kijkers, ook in Nederland. Dat er een tweede seizoen zou komen, lag dus in de lijn der verwachting. Sinds 21 juli zijn de acht nieuwe afleveringen op dvd verkrijgbaar. Meer nog dan het eerste seizoen wijkt Broadchurch seizoen 2 af van de gangbare detective. In positieve zin. Het eerste seizoen ving aan met de moord op de elfjarige Danny Latimer in het tot dan toe vredige (fictieve) kustplaatsje Broadchurch. Plaatselijk agent Ellie Miller – een goede vriendin van de moeder van het slachtoffer – wordt op de zaak gezet en bijgestaan door een rechercheur van elders: de nukkige Alex Hardy die zijn hartproblemen met
detective ★★★★✩ Broadchurch seizoen 2 (DVD) Regie: James Strong e.a. Met: David Tennant, Olivia Colman e.a. 360 minuten (8 x 45 minuten), kijkwijzer vanaf 12 jaar. Op dvd verkrijgbaar.
sterke drank en ontkenningsgedrag te lijf gaat. Seizoen 2 opent met het proces tegen de verdachte van de moord. Hij pleit
onschuldig en dat betekent een nieuwe klap voor de familie van het slachtoffer. Zeker in de eerste afleveringen is dit seizoen meer een misdaaddrama dan
een detective. Er wordt veel tijd genomen om het verdriet, de woede en de vragen van de betrokkenen in beeld te brengen. Wat een verademing is het
dat de personages ook God in hun vragen betrekken. Uit angst op seculiere tenen te trappen, laten veel hedendaagse series religie en zingeving maar buiten beeld, terwijl de realiteit in tijden van hevig lijden vaak anders is, hoe seculier iemand ook is. In Broadchurch is er wél ruimte voor een blik omhoog. Elk personage gaat op zijn manier om met lijden. De een schreeuwt vooral tegen God, een ander vindt troost bij Hem. In de tweede helft van seizoen 2 komt een oude onopgeloste zaak van inspecteur Hardy meer centraal te staan. Detective neemt het dan weer over van drama. Het slot is bloedstollend spannend en doet uitzien naar nog een seizoen Broadchurch. ■
7
vrijdag 7 augustus 2015
nd zomer op pad
Dagje uit deze zomer? Dat hoeft niet altijd een aanslag te zijn op je portemonnee. Op zoek naar uitstapjes die gemiddeld niet meer kosten dan vijf euro entree per persoon. Rien van den Berg beeld nd
Het heerlijke hoge Noorden Alles klopt, als je de kleine wandeling maakt van museumboerderij naar de Borg Verhildersum: dit is het Noorden zoals het hoort te zijn. Groen en ruim, en zelfs als je naar het water van de Hoornse Vaart kijkt, zie je de spiegeling van de open hemel. Gloriejaren waren het, eind negentiende eeuw. De landbouw maakte het Hogeland rijk. Een wandeling door Leens maakt dat nog steeds duidelijk. Er staan jugendstilvilla’s die je in zo’n dorp eigenlijk niet verwacht. Leens kreeg een smid, een paardentram, een modezaak, drie bakkers en twee logementen. Veearts Werkman was rijk genoeg om een riant huis te laten bouwen. In de tuin en op het plein speelden zijn drie kinderen. De jongste, Hendrik, geboren in 1882, zou een groot kunstenaar wor-
Qr-codes leiden je via je smartphone naar filmpjes over dorpsbewoners. den. Aan hem is dit jaar in het Groninger Museum een overzichtstentoonstelling gewijd, maar ook de zomertentoonstelling in de Museumboerderij is geïnspireerd op deze beroemde ‘Leenster’. Op een bijzondere manier: de hele dorpsgemeenschap is bij de tentoonstelling betrokken. Kinderen van de drie basisscholen maakten kijkkasten, uit het hele dorp werden foto’s aangedragen over de tijd waarin Hendrik Werkman leefde. De glorie van de negentiende eeuw is vergaan – maar niet helemaal. Modezaak Ekster is er nog, bijvoorbeeld, en veel van de huizen verraden nog altijd de welstand van weleer. Op veel gevels is een plaquette aangebracht met daarop een qr-
code. Ze leiden je via je smartphone naar allerlei filmpjes over Werkman, Leens en de andere dorpsbewoners. Gratis. De Pieterskerk is door alle oostelijke dorpsuitbreidingen wat buiten het centrum geraakt, maar vergeet niet het romaanse monument op te zoeken. Het ligt prachtig in het groen en zelfs als de deur gesloten is, is er genoeg te zien. Drie hagioscopen bijvoorbeeld, ook wel leprozenvenster genoemd, of zelfs dodenlicht. Je ziet dit soort vensters vaker in de kerkjes van het terpenland. Ooit boden ze zicht op het altaar van de kerk, of op belangrijke relieken. Maar voor wie? We weten het niet. Het zou voor heilige mannen en vrouwen kunnen zijn, of juist voor onheilige … Er wordt wel gedacht dat monniken en nonnen vanuit hun cellen zicht hielden op de heiligdommen. Maar er wordt ook aan misdadigers, overspelplegers en leprozen gedacht, die de kerk niet in mochten, maar via dit laagvenster toch een beetje in de buurt van God mochten komen.
De borg Verhildersum dateert uit de veertiende eeuw.
beddengoed stijven
Maar het doel van de reis is het robuuste adellijke huis van Leens, de borg Verhildersum. Veertiende-eeuws in aanleg, maar opnieuw staat de negentiende eeuw centraal. De oude kamers verraden luxe, maar op een huiselijke schaal. In tal van huizen konden de heren en dames hun knechten en meiden ontlopen, hier moeten ze eigenlijk wel enig contact gehad hebben. Leuk detail: de oude zolder, waarop diensters de was deden en het beddengoed steven, is weer toegankelijk voor publiek. In de museumboerderij is, behalve de gevarieerde zomertentoonstelling, nog veel meer te zien. De schuur is ingericht zoals een graanschuur er in de negentiende eeuw moet hebben uitgezien. De wandeling van boerderij naar borg voert je langs het arbeidershuisje dat Jacob de Vries en Janna Bijma in 1880 lieten bouwen aan de Hoornse Vaart. Tot 1959 was het bewoond. Nu laat het huisje zien hoe een landarbeider en zijn vrouw leefden, op de drempel van de twintigste eeuw. Kijk als je rond dat huisje loopt, vooral ook om je heen. De horizon is heel ver weg en nergens, nergens wordt het plaatje verstoord door een gebouw dat daar niet hoort. De borg links, de boerderij rechts, de appelboomgaard ademt rust. Alles klopt. Dit is het Noorden zoals het hoort te zijn: groen en ruim onder een open hemel. ■
De duivenslagpoort stond ooit bij de Boelsemaheerd in Lellens, maar werd verhuisd naar het landgoed Verhildersum.
Op de borgzolder werd de was gedaan.
budget uitstapjes meer in de omgeving
De Borg Verhildersum
Leens ▶ Lauwersmeergebied: uitgestrekt natuurgebied waar je heerlijk kunt wandelen. (8 km)
▶ Dijktilsterweg 4 / Wierde 40, Leens verhildersum.nl ▶ Geopend van april tot en met oktober, van dinsdag tot en met zondag. Elke derde zaterdag van de maand is er een streekmarkt die gratis toegankelijk is. De dorpswandeling met de QR-codes kost niks.
np-lauwersmeer.nl
Lelystad
Bunnik
doezoo.nl
Nederhemert Waalwijk Bergeijk
▶ Entree: volwassene € 6,-, kinderen 13-18 jaar € 4,-, kinderen tot en met 12 jaar gratis.
▶ DoeZoo in Leens: leukste uitje van Groningen 2015. Een belevenisdierentuin (slang om de nek, stinkdier aaien, kikker kussen ...), waar alles draait om insecten en dieren die insecten eten.
▶ Vlinderbalg: voor een vaartocht over het Lauwersmeer. Diverse opstapplaatsen. € 12,voor volwassenen, € 6,- voor kinderen. (8 km) lauwersmeer.nl
▶ De bekende zeehondencrèche in Pieterburen. Entree € 8,-, kinderen € 6,-. (10 km) zeehondencreche.nl
8
nd zomer
vrijdag 7 augustus 2015
muziek
cd-recensies Herman Veenhof, Johan Bakker en Roel Sikkema luister naar fragmenten van deze cd’s op nd.nl/muziek
onthaastingsrock ★★★✩✩
Het was een grote rage dit voorjaar: de moestuintjes van supermarkt Albert Heijn. Wat is er terechtgekomen van deze actie? Eten klanten inmiddels van hun eigen groenten? Petra Noordhuis beeld anp, nd
‘Albert Heijn had be
Can’t Forget. A Souvenir of the Grand Tour Leonard Cohen. Sony Music
Op 24 september wordt Leonard Cohen, de Canadese dichter, schrijver en sinds 1967 ook zanger, 81 jaar oud. Na een faillissement – klassiek geval, zijn manager lichtte hem op – ging hij een jaar of tien geleden weer optreden. Dat werd een complete rage, na tientallen volle stadions is Cohen nu een knuffeldier van vele cultscenes. Twee nieuwe platen verschenen er en iets te veel live albums en dvd’s. Nu weten we het wel. Deze mag er nog bij omdat er een handvol songs op staan die nog nooit op plaat verschenen en niet vaak te horen waren, zoals twee covers (‘Choices’ van George Jones en ‘La Manic’ van George Dor). De eigen nieuwe songs ‘Never Gave Nobody Trouble’ en ‘Got a Little Secret’ zijn aardig, niet overdonderend goed. Wel leuk dat de cd verder is gevuld met nummers die niet al op andere albums staan, zoals ‘Joan of Arc’ en het grappige ‘Field Commander Cohen’. (HV)
ffranstalig ★★★✩✩ ★ EEncores CCharles Aznavour. Universal Music
Hoe vaak zal de nu negentigjarige Franse chansonnier Charles Aznavour het wel niet gehoord hebben, ‘Encore!!’. De oude zanger brengt nu een plaat uit die zo heet. Hij koos twaalf songs uit, meestal nostalgisch en vol beelden uit zijn rijke leven. Hij schreef de teksten zelf, maar koos ditmaal ook zelf de arrangementen en produceerde de plaat zelf. Natuurlijk, zijn stem is oud, hier en daar gebarsten en bij de lange tonen soms niet helemaal meer vast. Maar dat timbre, die warmte, die frasering om met een enkele lettergreep het totale verschil te maken. Niemand kan het woord Wehrmacht zo zingen, als Charles Aznavour in ‘Chez Fanny’. Er staan meer mooie nummers op deze plaat, zoals de ingetogen swing van ‘Les petits pains au chocolat’, de weemoedige vioolmuren rond de regels van ‘Ma vie sans toi’ en ‘Des ténèbres a la lumière’, of de onverzettelijke trouw aan het eigen artiestenvak in ‘Et moi je reste la’. De Engelstalige toegift valt qua titel op, voor een stokoude man: ‘You Ve Got To Learn’. (HV)
hiphopjazzgenre ★★★✩✩ ★ TThe Jam Sessions TThe Kyteman Orchestra. 3cd. Kytopia Records
Colin Benders kwam enkele jaren geleden op het briljante idee hiphopjazz te maken met een groot orkest. Als Kyteman bedacht hij zijn eigen muzikale taal. Hoewel er ruimte was voor improvisatie, ontkwam Benders niet aan het maken van afspraken met de deelnemende koorleden, rappers en andere muzikanten. Om de spontaniteit terug te krijgen in zijn muziek stelde Kyteman voor jamsessies met zijn orkest te organiseren. Omdat er voor deze optredens nauwelijks sprake was van een duidelijk plan, laat staan van het uitschrijven van muziek, verliepen de concerten elke keer anders. Wel stond opnameapparatuur opgesteld om mogelijke magische momenten te bewaren. The Jam Sessions verscheen als driedubbel-album. Het is een beetje veel van het goede, zelfs voor liefhebbers van Kyteman. Als muzikale coach heeft Kyteman de ergste chaos weten te voorkomen, maar enkele improvisaties gaan te lang door en sommige ideeën zijn te mager. Gelukkig staan daar stukken van grote schoonheid tegenover. (JB)
orgel o ★★★★✩ ★ Allure A K Kathedrale Basiliek van Sint-Jan ‘s-Hertogenbosch. Véronique van den Engh, orgel. Tulip Records Ture 201520 V
Nadat Véronique van den Engh vorig jaar heeft verrast met haar debuutcd Imposant, is nu haar tweede cd te beluisteren. Evenals op de eerste laat ze het prachtige Sint-Jansorgel stralen, maar ook fijnzinnig meditatief klinken, bijvoorbeeld in de jazzy ‘Meditation’ van Mons Leidvin Takle. Haar programma is niet chronologisch, ze begint met Widor en laat dit direct volgen door Sweelinck. Die vreemde sprongen in de tijd zijn qua sfeer en afwisseling toch goed te verdedigen. Van den Engh presenteert haar instrument vaardig en kundig. Haar spel is levendig zonder overdreven virtuositeit, er spreekt steeds een zekere rust uit. Dat past goed bij de weelderige akoestiek van de kathedraal. Het orgel klinkt prachtig, maar heeft ook beperkingen. Het is jammer dat het orgel alleen tertsmixturen heeft. Daardoor kun je niet een echt Frans Plein Jeu (bij Clérembault) maken. Ook bij Bruhns voeren de tertsen soms te veel de boventoon. Waardevol zijn de teksten waarin Van den Engh vertelt wanneer en hoe ze door bepaalde muziekstukken is geraakt. (RS)
Groenten kweken gaat niet vanzelf, die boodschap van Albert Heijn is wel overgekomen. De supermarktketen deelde in februari en maart 44 miljoen ‘moestuintjes’ uit. Wie de planten in leven hield, heeft al veel kunnen oogsten. ‘Er zijn voorbeelden van mensen die kunnen oog sten van hun Albert Heijn-moestuintje, maar ik hoor van veel mensen dat er niets van is terechtgekomen’, zegt dr. Jan Willem van der Schans, onderzoeker korte voedselketens en regionale voedselnetwerken van Wageningen UR. Hij vindt het ‘makkelijk’ van Albert Heijn om moestuintjes weg te geven zonder klanten te helpen groene vingers te krijgen. ‘Als je moestuinieren echt van waarde vindt, zou je een coachingsprogramma moeten aanbieden om de kans op succes te vergroten’, stelt hij. Moestuinieren is waardevol, vindt Van der Schans. ‘Je kunt met moestuinen de wereldbevolking niet voeden, maar moestuiniers zijn wel de ambassadeurs van kwaliteitsvoedsel.’
platteland afstruinen
De onderzoeker vindt de reclamespotjes van Albert Heijn van de afgelopen maanden ‘bijna cynisch’ over de trend dat mensen groente liefst biologisch, uit de regio of zelfs uit eigen tuin willen. ‘Er is een spotje van een vrouw die het platteland afstruint voor groente, terwijl je biologische groente toch ook ‘gewoon’ bij Albert Heijn kunt kopen.’ Hij verdenkt Albert Heijn ervan met de moestuinpotjes vooral te willen bewijzen dat je volgend jaar je groenten beter bij de supermarkt kunt kopen. Dat is ook zo, erkent Els van Dijk, woordvoerster van Albert Heijn, alhoewel zij het anders ver-
woordt. ‘We zijn met de moestuintjes begonnen, omdat klanten het belangrijk vinden de oorsprong van hun voedsel te kennen en omdat we wilden laten zien hoeveel zorg en aandacht je de planten moet geven, voor je kunt oogsten.’ Daarnaast vond de supermarkt het tijd worden voor een educatieve spaaractie, na een hele trits gewone spaaracties.’ Van der Schans vindt dat Albert Heijn erg laat aansluit bij de moestuiniertrend. ‘Albert Heijn pretendeert trendsettend te zijn en is er trots op Neder-
‘Klanten vinden het belangrijk de oorsprong van hun voedsel te kennen.’ landers aan de sherry en de avocado te hebben gekregen, maar is met de moestuintjes trendvolgend. De trend van moestuinieren is al in 2007 al begonnen. Er worden sindsdien meer groentezaden dan bloemenzaden verkocht. Intratuin deelde in 2011 al moestuintjes uit, onder de naam ‘intratuintjes’.’ Zijn tip voor een eventuele volgende moestuinactie van Albert Heijn: doe niet cynisch over moestuinieren, maar erken dat zelf gekweekte groente het lekkerste is en presenteer de groente van Albert Heijn als beste ‘tweede keus’. Aardbeienteler Jan Robben uit Oirschot heeft zich ‘kapot gelachen’ om sommige foto’s van de moes-
eten uit eigen tuin Marian de Graaf-Watsing: ‘Ons moestuintje is uitgegroeid tot een ware groentevoorziening. We hebben alle moestuintjes gespaard en verbouwd. En tot onze grote verrassing is ook alles uitgekomen. We hebben in de afgelopen weken vijf keer heerlijk gegeten van onze kropsla en rucola. De kruiden zijn uitgegroeid tot grote plantjes en hebben al vele gerechten op smaak gebracht. Binnenkort kunnen we gaan genieten van de wortels en broccoli, ook die zijn in de laatste weken ontzettend gegroeid. Al met al is het ons erg meegevallen en hebben we onszelf en andere mensen al voorzien van de heerlijkste groenten.’
Anthoinet van der Veen: ‘Vooral onze zesjarige zoon Rob was heel druk met zijn kropsla. Die hij steevast propsla noemde en wij Robsla. Het was leuk om samen de eerste ontkiemende zaadjes te bekijken. Uiteindelijk zijn de plantjes uitgegroeid tot behoorlijke kroppen. Ze smaken wel wat bitterder dan we gewend zijn, maar met appel, komkommer, tomaat, opgebakken spekjes en een pot witte bonen in tomatensaus was het een feestje om te eten. Met een glunderende Rob, omdat iedereen zijn sla zo lekker vond. We hebben nu nog wat spinazie in de tuin staan die goed groeit, maar ik verwacht dat daar uiteindelijk niet veel meer dan een babyhapje van overblijft. De lenteui is mislukt, omdat we op een gegeven moment niet meer het verschil tussen de plantjes en het onkruid zagen.’
Tom Freijsen: ‘De eerste is nooit uitgekomen en de tweede ben ik na een paar weken vergeten water te geven en is toen een langzame, pijnlijke dood gestorven.’
9
vrijdag 7 augustus 2015
nd zomer achtergrond
tere moestuiniers kunnen kweken’ Moestuinen voor dummies
tuintjes die hij op Facebook voorbij zag komen. ‘Komkommers die in februari worden gezaaid. Dat wordt natuurlijk niks.’ Toch is hij positiever dan Van der Schans. ‘Ik vind het wel een leuke actie. Het is niet erg als het mislukt. Mensen krijgen er toch wat van mee. Ze leren dat groente en kruiden kweken niet vanzelf gaat. Als dat het doel is van Albert Heijn, dan is de actie geslaagd.’
Als Albert Heijn je niet helpt bij het moestuinieren, moet je maar een tuinierboek kopen. Een voorbeeld van zo’n boek is Moestuinen voor dummies, onlangs uitgekomen en bedoeld voor de beginnende moestuinier. Het boek geeft basisinformatie over de moestuin. Waar moet je tuin aan voldoen, hoe ontwerp je hem en hoe onderhoud je hem? Handig is de uitleg per groentesoort: hoe kweek je bijvoorbeeld tomaten, wintergroenten, bladgroenten en ‘bijzondere groenten’ als suikermaïs (dat meestal op grote velden wordt gekweekt), mizuna (een oriëntaalse bladgroente) of pinda’s, die je ook niet veel in de groentetuin ziet. De uitleg per plant is zo duidelijk, dat het helemaal geen gemis is dat in dit tuinboek geen foto’s staan.
aardbeien
Net als Van der Schans vindt Robben dat Albert Heijn de kersverse moestuiniers wel wat meer advies had mogen geven. De aardbeienteler heeft veel ervaring in het begeleiden van amateurkwekers. ‘Ik teel mijn hele leven al aardbeien. De laatste vijftien jaar heb ik mij meer op smaak gericht en ben ik zeldzame rassen gaan telen. Het bleek helaas niet rendabel deze kwetsbare aardbeien te verkopen. Mensen vonden het jammer. Ik heb daarom een paar jaar geleden de Aardbeienacademie bedacht. Mensen kunnen de zeldzame aardbeienrassen thuis telen en krijgen van mij zo veel advies als ze maar willen. Enkele duizenden mensen doen dat.’ De basistips staan op internet.’ Daarnaast kunnen mensen aan Robben vragen stellen via Facebook, Twitter of per mail. Robben: ‘Mijn aardbeienplantjes worden verkocht in supermarkten via Willem & Drees. Op een kaartje bij het plantje staat dat je voor advies over het telen op mijn website terechtkunt. Dat zou Albert Heijn ook kunnen doen: een website opzetten waarop alle soorten worden beschreven en waar mensen tips vandaan kunnen halen.’ Het bosaardbeitje dat bij de Albert Heijn-Moestuintjes zat, is een verhaal apart, zegt Robben. ‘Ze komen soms moeilijk op. Als ze opkomen, moet je ze zo snel mogelijk in de grond zetten. Daarna is het verder net onkruid: ze groeien wel.’ ■
Moestuinen door Dummies
Charlie Nardozzi. BBNC uitgevers. 336 blz. € 14,95.
Albert Heijn deelde afgelopen voorjaar 44 miljoen moestuinplantjes uit. Wie er goed voor heeft gezorgd, kan er inmiddels van eten.
Wendolyn van Pijkeren: ‘Ik doe nooit boodschappen bij Albert Heijn. Ik was erg blij dat al die moestuintjes aan mijn neus voorbij gingen. Ik hou namelijk niet van moestuintjes; veel te bewerkelijk! Doe mij maar gesneden en gewassen groentes in een zak, kant en klaar bij de Jumbo. In de klas van mijn dochter en zoon had ik ze al wel zien staan. Mooi dacht ik, krijgen ze er toch nog iets van mee. Het is wel interessant om zoiets te zien groeien, dat ontken ik niet. Toen kwam de dag dat mijn dochter en zoon helemaal happy thuiskwamen met allebei een paar moestuintjes, gekregen van meester en/of juf en/of klasgenootjes. En daar stonden ze in de vensterbank. Elke dag even kijken of we al wat zagen. Ja, daar komt wat. En elke dag groeit het; prachtig! Ze werden groter en groter, er moest echt een grotere bak komen. Alle plantjes verpoot; twee grote bakken in de vensterbank. Elke dag weer kijken, af en toe water geven. Tjonge, wat groeit dat hard. Toen maar een plekje vrijgemaakt in de tuin. Ook daar deden ze het goed. En daar staan ze nu; sla, tomaatjes, peterselie. Het staat eigenlijk wel mooi! Nooit gedacht, ik en een moestuin. Vanavond eten we sla, gewassen door mijn lieve man!’
Liesbeth Domen: ‘Mijn oudste zoon Thijs heeft met veel geduld de zaadjes geplant en verzorgd. Daarna heeft hij ze overgeplant in grotere potten. Toen heeft hij mij overgehaald om bij het tuincentrum een tuinbak te kopen, waarbij er wel echt goede moestuingrond in moest worden gedaan. Vervolgens bietste hij bij opa een kleine kas die over de tuinbak werd geplaatst, want het kon nog behoorlijk koud zijn in mei. De verzorging, de kas en de goede grond zorgden voor een mooi resultaat. De kruiden worden in elk gerecht gedaan. Regelmatig vind ik bakjes in de koelkast waarin gewassen sla en kruiden liggen, afgedekt met plastic. Thijs’ broertje van drie vraagt bij elke avondmaal of het uit de tuin van Thijs komt. Bij een positief antwoord wordt er echt beter gegeten. Zo hebben we al sla, rucola, radijs, spinazie en diverse kruiden kunnen oogsten. Vol verwachting kijken we uit naar de oogst van tomaten, lente-ui, prei, wortel en paprika. De broccoli schiet omhoog en begint zich te vormen tussen de bladeren. Wordt vervolgd!’
Thirza Zwijnenburg: ‘Zelf vond ik het een leuk idee. Scheelt je weer een ritje naar de supermarkt voor bijvoorbeeld aardbeien. Toen ik ze ingezaaid had en er een beetje water bij had gedaan (en dat een paar dagen achter elkaar) waren de potjes helemaal beschimmeld.’
■ndmeedenken Over dit artikel werd meegedacht door lezers. Wilt u ook meedenken over artikelen? Ga naar ndmeedenken.nl of mail naar
[email protected].
Jannine Kamman: ‘Wat vonden we die moestuinpotjes leuk! Het begon heel klein in de woonkamer, en toen? Onze tuin staat vol met planten die in allerlei seizoenen bloeien. Er was helaas geen plaats voor sla, aubergine en prei. Tot ik opeens op het idee kwam de kruiwagen met de lekke band te gebruiken. Die stond tegen ons fietsenschuurtje aan mooi te zijn. Er zat nog geel zand in. Waar moest dat heen? Daarom er maar gewoon zwart zand bovenop gegooid. Wonder boven wonder groeit en bloeit alles welig! De radijsjes zijn al geoogst. Voor de rest proberen we uit wat wel of niet klaar is om op te eten. Het is een lust voor ons oog en straks genieten we van onze eigen gezaaide AH-producten. Nu maar hopen dat de omzet van AH niet achteruitgaat, omdat we uit eigen ‘kruiwagen’ kunnen eten. Een ding is heel zeker: we genieten van ons ‘volkstuintje’. De groei van deze planten is toch echt een wonder van onze Schepper.’
10
nd zomer
vrijdag 7 augustus 2015
koken
smaak van Europa Annemarie Eversdijk beeld nd
Spaghetti carbonara: stevig maaltje van di mama Niets is lekkerder dan een patatje mét. Maar nu we in de zomerperiode massaal over de grens op vakantie gaan: wat eten andere Europeanen eigenlijk graag? Vandaag: spaghetti carbonara (Italië).
Wat waren ze moe, de kolenbranders uit de Italiaanse streek Lazio. De hele dag hadden ze hard gewerkt. Van ’s morgens vroeg tot het einde van de dag waren ze bezig geweest met houtskool branden. De maag knorde na zo’n dag behoorlijk, dus was het extra fijn om thuis te komen. Di mama stond gelukkig al achter het aanrecht. Als de kolenbranders even later aan tafel zaten met vrouw en kinderen, kregen ze eindelijk het gerecht waar ze zo’n zin in hadden: spaghetti carbonara. Carbonara betekent ‘van de kolenbrandersvrouw’. En daarom gaat het verhaal dat spaghetti carbonara vooral door arbeiders werd gegeten, omdat het een stevige en voedzame maaltijd is. Lazio is de streek in Midden-Italië, ter hoogte van Rome. Opvallend is dat juist deze stad, die bekend staat om z’n triomfbogen, grandioze monumenten en superdeluxe renaissancistische villa’s, vooral armeluisvoedsel op de kaart heeft staan. Spaghetti carbonara is er een voorbeeld van. Veel heb je niet nodig om het te maken. Alleen wat eieren, spekjes en kaas. En spaghetti natuurlijk. Di mama maakte haar spaghetti natuurlijk zelf. Dus doen wij dat ook. Moeilijk is het niet, je hebt er alleen een pastamachine voor nodig. Wie zo’n apparaat niet in huis heeft, kan natuurlijk ook voor gedroogde of verse spaghetti uit de supermarkt kiezen.
spaghetti
ingrediënten voor 4 personen voor de spaghetti: • 300 gram bloem type 00 (wordt in de supermarkt ook verkocht als ‘bloem voor verse pasta’) • 3 eieren • 1 lepel olijfolie
saus
wie geen verse spaghetti maakt: • 350 gram gedroogde of verse spaghetti voor de saus: • 25 g boter • 100 g pancetta of spek, in blokjes • 1 teentje knoflook • 2 eieren, losgeklopt • 40 g Parmezaanse kaas, geraspt • 40 g pecorino, geraspt
bereidingswijze spaghetti Kneed bloem, eieren en olijfolie met de hand of in een keukenmachine tot een stevige deegbal. Rol er plastic folie overheen en leg het deeg minimaal een uur in de koelkast. Verdeel het deeg in 8 stukken en rol er met de pastamachine eerst pastavellen van. Met een spaghettiopzetstuk draai je er vervolgens spaghettislierten van.
saus Smelt de boter in een pan, doe er de spekblokjes en knoflook bij en bak dit tot de knoflook bruin wordt; haal de knoflook vervolgens uit de pan en gooi weg. (De smaak van de knoflook is in de olie getrokken en de knoflookstukjes zelf zijn bitter.) Kook de spaghetti in een grote pan water met zout beetgaar, laat ze uitlekken en doe ze bij de spekblokjes. Haal de pan van het vuur
en roer de rauwe eieren, de helft van de Parmezaan, de helft van de pecorino en wat peper door de spaghetti. Roer goed: de eieren moeten zich hechten aan de pasta. Roer er de rest van de kaas door en dien het gerecht op. ▶▶ Dit recept komt uit het boek De Zilveren Lepel. Uitg. Van Dishoeck, 2008. ▶▶ Volgende week: fish and chips. ▶▶ Reageren? Mail naar
[email protected].
11
vrijdag 7 augustus 2015
nd zomer
interview Een vrijgevochten dochter probeert op ontroerende wijze haar vader te begrijpen. Margriet Hogeweg over haar vader, oprichter van De Hoop in Dordrecht. Hilbrand Rozema beeld ND
Een goede meester als vader Veertig jaar geleden richtte Jac. Hogeweg in Dordrecht De Hoop op, een christelijk centrum voor verslavingszorg. In mei verscheen zijn biografie, geschreven door zijn dochter Margriet, journalist. De lezer ontmoet de nu 84-jarige Hogeweg: koppig, aanwezig, rechtlijnig, joviaal en gedreven. Mensenvriend met meningen, zendingsdrang en hart voor vertrapten.
Hoe is het om een rechtlijnig, markant man als Jac. Hogeweg als vader te hebben? ‘Door de jaren heen gaf hij me speldenprikjes. Begon hij over bekeringsverhalen, of de vervolgde kerk in China. Ik vatte dat op als hints: meisje, kom toch terug, bij de kudde van Jezus. Lange tijd had ik geen idee of hij überhaupt wist waarmee ik bezig was. Dat ik de EO verliet en naar de VARA ging, stelde hem teleur. Dat deed hem verdriet. Hij kon dat niet volgen en vroeg er nooit naar. In die tijd voelde ik me soms weggeblazen door een orkaan van stelligheid. Ik overwoog het contact te verbreken. Een collega zei: niet doen! Absoluut nooit breken met je ouders. Ik heb wel altijd geweten dat er een vloer was, waar ik niet doorheen kon zakken: “Ik blijf altijd van jou houden, je blijft altijd mijn dochter.”’
Waarom konden jullie in die tijd niet bij elkaar komen? ‘Ik vreesde dat mijn vader dacht dat ik verloren zou gaan. Mijn moeder, zij overleed in 1992, had een rustig, vertrouwend geloof. Zij had totaal geen behoefte het op te dringen. Ik ‘hoor’ haar stem nog vaak. Bij mijn vader draaide alles om Kerk, Staat en Maatschappij. Het gezin kwam daarna. Hij was zelden thuis. Hij was de wetgevende macht, mijn moeder de uitvoerende macht. In reactie daarop staat bij al zijn kinderen het gezin nu fier bovenaan.’
Was jullie gezin een open of gesloten gezin? ‘Heel open en warm. Iedereen mocht altijd binnenvallen. Al mijn vriendinnen waren dol op mijn vader: zo charmant, zo grappig. Ikzelf was als kind een beetje bang voor hem. Hij is niet iemand tegen wie je zomaar ‘nee’ zegt. Door de striktheid van zijn geloof voelde ik me tekortschieten. Het ingewikkelde van gereformeerd-zijn is dat al het goede dat je doet, niet van jezelf komt maar al het kwade wel. Maar je kunt nooit alleen goed zijn. Een mens is goed en kwaad tegelijk.’
Kan dat wel, een objectieve biografe zijn van je eigen vader? ‘Ik heb er goed over nagedacht. Ik besefte dat dit een kans was om tijd met hem door te brengen nu het nog kon. Het is niet de biografie van een heilige geworden. Ik kon bovendien putten uit zijn enorme archief. Hij bewaarde elke snipper die over hem ging. En ik las de vijfhonderd brieven die hij tussen 1956 en 1970 vanuit Nederlands Nieuw-Guinea en Curaçao aan familie in Nederland schreef.’ Meneer Hogeweg hield deksels goed in de gaten wat zijn dochter over hem ging schrijven. Hun gekibbel over de inhoud komt op vermakelijke wijze terug in het boek. De dialogen zijn vaak hilarisch. ‘Velen kennen hem als die krachtige barricadenman die iets voor elkaar krijgt. Die altijd de mogelijkheden voor actie ziet. Die meteen de telefoon grijpt, die mensen kan mobiliseren. Ik zag een universeler verhaal, dat het gereformeerde milieu overstijgt. Een moslima-collega herkende het helemaal: de generatiekloof, en zijn bezorgdheid, over de kinderen als die hun eigen weg gaan. Mijn vader was ook een schoolmeester van de oude stempel. In Ouderkerk aan den IJssel vroeg het schoolbestuur hem te ondertekenen dat hij geen lijfstraffen zou uitdelen. Hij weigerde dat. Ook in Nederlands Nieuw-Guinea, waar hij werkte, hoorden lijfstraffen erbij.’
Is je vader ooit ergens op teruggekomen? ‘Zelden. Enkele jaren terug mocht dominee Gideon van Dam preken in de Gereformeerde Kerk van Dordrecht.
Margriet Hogeweg ▶ Geboren op Curaçao, 1966. Woont in Utrecht, gehuwd met forensisch psycholoog Barend van Giessen, moeder van Maarten (15) en Tom (11). Was twaalf jaar werkzaam bij de EO, de VARA en de NRCV. Schreef twee kinderboeken, De God van oma Vanouds (Lemniscaat, 1999) en Verboden voor Sinterklaas (Lemniscaat, 2008). Ze is de jongste van vijf kinderen en heeft drie broers en een zus. Met haar vader reisde ze alle scholen langs waar hij ooit meester was. Het resultaat is een roadmovie door het gereformeerde Land van Ooit en door de historie van de gereformeerde zending, van de Evangelische Omroep en christelijk Nederland. Onderweg probeert een vrijgevochten dochter op ontroerende wijze haar vader te begrijpen.
Ooit startten kerkleden een campagne tegen deze predikant omdat hij lid bleek te zijn van de PvdA. Mijn vader liep daarbij voorop. Onlangs werd hij uitgenodigd voor een dienst waarin Van Dam opnieuw zou voorgaan. Het was bedoeld als verzoening. Maar hij ging niet, hij vertikte het! Wel erkent hij soms dingen. Zo zei hij laatst: “Het is wel zo dat jullie moeder jullie heeft opgevoed.’’’
Een man van paradoxen. Zo maakt hij graag, hartelijk en makkelijk contact met iedereen, zonder aanzien des persoons. ‘Ja, als weduwnaar stortte hij zich in reizen naar de Roma, de zigeuners in Roemenië. En toen er in zijn eigen woonwijk in Dordrecht een woonwagenkamp kwam, was mijn vader als een van de weinige omwonenden niet boos. Integendeel. Hij vindt dat juist interessant, steekt de straat over en maakt contact. Hij regelde zelfs een straatfeest met de hele buurt, zodat iedereen eens fijn kennis kon maken. Die kampers dragen ‘Opa Koos’ nu nóg op handen. ’s Winters komen ze zijn straatje schoonvegen als het sneeuwt. Mijn vader is nieuwsgierig, geboeid door mensen. Hij was een goede journalist geweest.’
Biografie, vader-dochterboek Goede Meester. Uitg. Brave New Books, 197 pag. € 17,50 Te bestellen via margriethogeweg.nl of bol.com.
Wat geloof je zelf? ‘Laatst zei onze jongste zoon: ‘‘Mam, wij zijn buitenkerkelijk, hè?’’ Ik: “Wát?! Natuurlijk niet.’’ Ik kom nooit in de kerk, maar beschouw mezelf niet als buitenkerkelijk. Ik ben religieus, maar de vraag wat ik geloof is lastig. Daarover kun je beter terloops spreken. Zoals ik ook houd van kunst die niet af is, die gehavend is. Religie draait om een geheim, dat je niet vast moet pinnen. Niet al te uitgesproken. Want de tong is een tweesnijdend zwaard.’
Heeft dit boek jullie nader tot elkaar gebracht? ‘Ik denk dat dat tijdens de drieënhalf jaar dat we regelmatig samen op pad waren zeker het geval was. We hadden in die tijd ook een duidelijke rolverdeling. Ik was de toehoorder en hij was de verteller. Ik stelde de vragen, hij gaf de antwoorden. Ik was de journalist, hij de geïnterviewde. Ik was het publiek, hij de acteur. En ik voelde me wel comfortabel in die positie. Toen onze queeste ten einde was, voelde ik me enigszins ontheemd.’ ■
12
nd zomer
vrijdag 7 augustus 2015
boeken Het Gruuthuse-handschrift werd verguisd, geprezen, het land uit gesmokkeld en het leidde tot een nationale rel. Het verhaal van het beroemde middeleeuws manuscript leest bovendien als een detective. Rien van den Berg beeld kb
De schat en de adellijke ‘Het nu volgende verzoek krijgt u alleen als u belooft dit verzoek volstrekt geheim te houden ...’ Op 27 november 2003 kreeg Herman Brinkman, expert middeleeuwse letterkunde, deze merkwaardige vraag. Hij zei ja, en was daarmee lid geworden van een geheime commissie van de Mondriaan Stichting. Hij moest adviseren over de aankoop van een van de laatste Middelnederlandse verzamelhandschriften die nog in particu-
Het Gruuthuse-handschrift is geen spectaculair boek vanwege de illustraties, het ziet er sober uit.
lier bezit was: het Gruuthuse-handschrift, het boek waarin onder meer het beroemde Egidiuslied staat: ‘Egidius, waer bestu bleven ...’ Brinkman was opgetogen en zenuwachtig tegelijk. Al in 1994 had het Constantijn Huygens Instituut, het wetenschappelijk onderzoek naar dit kostbare handschrift bovenaan haar verlanglijstje gezet. In 2000, toen Brinkman bij het instituut kwam werken, kreeg hij de opdracht zich aan die taak te wijden. Maar het kon niet. De toenmalige eigenaar was een nauwelijks benaderbare Vlaamse edelman, uitermate terughoudend, die zeker geen toestemming zou geven voor een facsimile editie of een restauratie van het handschrift.
Ook vrijwel niemand van de topdeskundigen op het gebied van middeleeuwse handschriften, had het boek ooit in het echt gezien.
lied en liefdesverklaring
Waar ging het om? Het Gruuthuse-handschrift is geen spectaculair boek vanwege de illustraties, het ziet er eigenlijk uitermate sober uit. Dat het handschrift nog bestónd, ontdekten de Brugse atheneumleraar Antoon De Jonghe en de priester Charles-Louis Carton, in de jaren dertig van de negentiende eeuw. Carton had een goede band met baron Charles-Joseph de Croeser de Berges, en had het handschrift in diens bibliotheek aangetroffen. Carton beheerste het Nederlands niet zo goed, zei hij zelf, maar hij zag wel als eerste de waarde van het boek in. Hij liet het overschrijven en bracht de eerste editie ervan op de markt, onder de plechtstatige titel Oud-vlaemsche liederen en andere gedichten der XIVde en XVde eeuwen. Het Gruuthuse-handschrift was daarmee aan de vergetelheid ontrukt. Een klein kringetje wist nu van het bestaan van een handschrift met enkele van de allermooiste gebeden en liederen uit de gloriejaren van de Vlaamse stad Brugge, tot stand gekomen rond 1400, mét een muzieknotatie bovendien – hoewel die nog altijd niet volledig ontcijferd is. Het was overigens niet zo dat iedereen op de banken stond te springen vanwege de literaire kwaliteit van het werk. Een
13
vrijdag 7 augustus 2015
nd zomer boeken
familie literatuurhistoricus schreef, een paar jaar na de publicatie over een van de dichters van het boek: ‘Er is weinig of geene poëtische vlugt in zyne gedachten, de tael is door bastaerdwoorden ontsierd, alles is langdradig, tot vervelens toe en zonder vuer behandeld; verder draegt het de kenmerken van de wansmakige beeldenspraek, die destyds heerschte.’ Het is eigenlijk pas de dichter-wetenschapper Klaas Heeroma (ook bekend van zijn bijdragen aan het Liedboek voor de Kerken) die in 1966 volledig van zijn sokkel raakt van de kwaliteit van de gedichten, er vele bladzijden analyse aan wijdt (Frits van Oostrom schatte: duizend bladzijden!) en, eerlijk is eerlijk, in zijn enthousiasme ook de wetenschappelijke bandbreedte uit het oog verliest. Hij ontdekt de prachtigste dingen in de gedichten. Het Egidiuslied! Bestaat er een gedicht in het Nederlands dat dieper het verdriet voelbaar maakt van een vriendschap die kapotloopt op de dood? Het lied van de Leeuwerik! Aloeette, voghel clein. Een lied en een liefdesverklaring, zo dartel als de vogel die het bezingt. Maar Heeroma verbindt er ook conclusies aan die hij niet goed onderbouwen kan. Heeroma was een gerenommeerd neerlandicus, maar hij koerste in zijn gedachten over het Gruuthuse-handschrift ook vaak op zijn dichterlijke intuïtie. Hij stelde theo-
Na het onverwachte overlijden van de baron wilden de erfgenamen nóg meer geld zien. rieën op waaraan voordien nauwelijks iemand zich gewaagd had. Een tijdlang is Heeroma daarom onder vakgenoten berucht geweest. Wat klopt er nu wel en niet aan zijn analyses? Een mijnenveld, zegt Herman Brinkman in de nu verschenen wetenschappelijke editie. Maar Brinkman doet Heeroma wel recht. Heeroma heeft een hele generatie neerlandici aan de haren bij dit unieke liedboek gesleept, en zijn intuïtie heeft hem ook naar waardevolle inzichten geleid. Sinds Heeroma staat het Gruuthuse-handschrift in elk geval onafgebroken hoog op het verlanglijstje van de wetenschap. Als die edelman het boek nou maar eens een keer zou willen afstaan voor bestudering en wellicht ook restauratie ...
schat en cultuurschat
Op 15 december 2003 ontmoeten in Den Haag de leden van de geheime commissie elkaar én een oude man met een koffertje. Het was Baron François van Caloen. ‘Zonder dat iemand uit de wereld van de medioneerlandistiek of de musicologie daar iets van vermoedde, zon de baron – naar achteraf zou blijken – op een manier om het handschrift tegen marktwaarde bij een betrouwbare instelling te gelde te maken’, zo blikt Brinkman terug in de tweedelige wetenschappelijke editie van het Gruuthuse-handschrift. De baron had dus een dubbele agenda: hij wist dat hij een smak geld voor zijn boek zou kunnen krijgen – en als hedendaagse edelman kon hij wel wat geld gebruiken, dus voor minder dééd hij het ook niet – en tegelijk had hij voldoende historisch benul om te beseffen dat hij niet alleen de eigenaar was van een schat, maar ook van een cultuurschat, van historisch erfgoed. De baron opende zijn koffertje. Voor alle aanwezige experts was het de eerste keer dat ze het boek in het echt zagen.
‘We mochten het boek voorzichtig doorbladeren, en na afloop nam de baron het weer mee terug naar België, waar hij het, zo bleek later, in een bankkluis te Brussel bewaarde.’ Waarom deed de baron zo geheimzinnig? Omdat hij wist dat het handschrift voor zijn vaderland een nationale schat was. Hij had eerder tevergeefs geprobeerd het aan een Belgisch instituut te verkopen. En hij wist één ding zeker: als men er lucht van zou krijgen dat hij het naar het buitenland, naar Nederland, zou willen brengen, zou het in België op een lijst van beschermd cultuurgoed worden gezet – waarmee verkoop onmogelijk zou worden. Dan kon de baron dus fluiten naar zijn centen. Ook de wetenschappers hadden belang bij geheimhouding – ze wilden immers niet dat de baron het handschrift zou verpatsen aan een rijke oliesjeik of zoiets – maar tegelijk konden ze hun tong er wel afbijten. Er moest een grote som geld bij elkaar gebracht worden. Hoeveel? Dat maakt Brinkman ook nu nog altijd niet bekend. In elk geval was er een lange adem nodig, jarenlang. Maar de wetenschap staat niet stil, er werden symposia gehouden over het boek, en al die tijd was er zwijgplicht. Het boek werd in bruikleen gegeven aan de KB, de voorbereidingen voor een wetenschappelijke editie werden gestart. De baron en de Koninklijke Bibliotheek sloten de deal. Op 1 januari 2007 zou het boek van eigenaar veranderen. De Mondriaan Stichting, het VSBfonds, de BankGiroLoterij, de VandenEnde Foundation en de Vrienden van de Koninklijke Bibliotheek hadden het vereiste vermogen bijeen gebracht. En toen, in de zomer van 2006, stierf onverwacht de baron. Nieuwe hoogspanning. Wat zouden de erfgenamen doen? Die wilden méér geld. Ze stuurden een expert van veilinghuis Christie’s langs voor een taxatie. Brinkman besefte: de kans om het boek te bestuderen kon binnen een half jaar verkeken zijn. Hij kreeg haast. Uiteindelijk legden de erfgenamen zich neer bij de prijs die eerder met de Koninklijke Bibliotheek was overeengekomen, en zo kwam het Gruuthusehandschrift heimelijk op 1 januari in handen van de KB. De perspresentatie zou samenvallen met de presentatie van de webeditie, maar het nieuws lekte uiteindelijk toch uit, op Valentijnsdag 2007, twee weken voor de webeditie in de lucht ging. Een luide storm in Vlaanderland! Onvervreemdbaar cultuurgoed was naar het buitenland verdwenen, naar de Hollanders nog wel! Tot in het parlement werden vragen gesteld. Kon dit nog worden teruggedraaid? Uiteindelijk zagen de Belgen in dat de afloop per saldo niet zo ongunstig was. Het boek bleef dichtbij, werd publiek toegankelijk en deugdelijk beschermd. En, mooi gebaar, in 2013 werd het voor het eerst publiek tentoongesteld in ... Brugge. Inmiddels is het onderzoek zo ver gevorderd dat je het hele boek digitaal kunt inzien, en ook een aantal van de liederen in gereconstrueerde vorm kunt beluisteren (je moet wel even goed zoeken trouwens, de KB is nog altijd een wetenschappelijk instituut, en dat merk je soms nog aan de publieksvriendelijkheid). Met de zojuist verschenen wetenschappelijke editie, decennialang begeerd door alles wat de Nederlandstalige literatuurgeschiedenis een warm hart toedroeg, is een lang verhaal tot een goed einde gekomen. ■
literatuur Het Gruuthuse-handschrift Herman Brinkman (inleiding en kritische editie), Ike de Loos (melodieën). Uitg. Verloren, Hilversum 2015. Twee delen, gebonden, met leeslint. € 80,-
>> kb.nl/bladerboek/gruuthuse. Veel liederen uit het handschrift zijn via Youtube te vinden.
Het Egidiuslied Egidius, waer bestu bleven? Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn. Du coors die doot, du liets mi tleven. Dat was gheselscap goet en de fijn, het sceen ten moeste gestorven zijn.
Egidius, waar blijf je nou? Mijn lieve vriend, ik wacht op jou. Jij kreeg de dood, mij bleef het leven. Wat goed was, aangenaam en fijn, lijkt voor de dood bestemd te zijn.
Nu bestu in den troon verheven, claerre dan der zonnen scijn. Alle vruecht es di ghegheven. Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn. Du coors de doot, du liets mi ’t leven.
Nu ben je hemelhoog verheven, helderder dan zonneschijn. Volmaakte vreugde is jou gegeven. Egidius, waar blijf je nou? Mijn lieve vriend, ik wacht op jou. Jij kreeg de dood, mij bleef het leven.
Nu bidt vor mi, ik moet noch sneven ende in de weerelt liden pijn. Verware mijn stede di beneven: ic moet noch zinghen een liedekijn, nochtan moet emmer ghestorven zijn.
Bid maar voor mij. Ik moet nog leven in deze wereld lijd ik pijn. Houd maar een plaatsje naast je vrij. Ik heb hier nog een lied te zingen. Eens zal daar ook mijn einde zijn.
Egidius, waer bestu bleven? Mi lanct na di, gheselle mijn. Du coors die doot, du liets mi tleven. Dat was gheselscap goet en de fijn, het sceen ten moeste gestorven zijn.
Egidius, waar blijf je nou? Mijn lieve vriend, ik wacht op jou. Jij kreeg de dood, mij bleef het leven. Wat goed was, aangenaam en fijn, lijkt voor de dood bestemd te zijn.
Een deel van het Egidiuslied in het Gruuthuse-handschrift.
Aloeette, voghel clein Aloeette, voghel clein dien nature es zoet ende rein, so es dijn edel zanc. Daer dienstu met den Here allein te love om sinen danc.
Aloeëtte, kleine vogel, van nature lief en zuiver, net als jouw edel lied. Daar mee dien je de Heer alleen, Jij looft hem zodat hij geniet.
Daeromme bem ic met di ghemein. Ander voghel willic ghein dan di, mijn leven lanc. Aloeette, voghel clein dien nature es zoet ende rein, so es dijn edel zanc.
Daarom wil ik bij je zijn. Andere vogels dan jij alleen, mijn leven lang, die wil ik niet. Aloeëtte, kleine vogel, van nature lief en zuiver, zo is jouw edel lied.
Nider boos, onreine vilein, de rouc die es wel dijn compein, neemt dien in u bedwanc. Laet minlic hertzen sijn bi ein sonder loos bevanc.
Roddelaar, jij vuile valserik, kies jij als vriend vooral de kraai, en houd die in bedwang. Maar laat verliefde harten samen zijn, zonder angst en onbevangen.
Aloeette, voghel clein dien nature es zoet ende rein, so es dijn edel zanc. Daer dienstu met den Here allein te love om sinen danc.
Aloeëtte, kleine vogel, van nature lief en zuiver, net als jouw edel lied. Daar mee dien je de Heer alleen, Jij looft hem zodat hij geniet.
14
nd zomer
vrijdag 7 augustus 2015
boeken Amerika was decennia een van de trouwste, meest behulpzame bondgenoten van nazimisdadigers. Geheime diensten wisten alles over hun oud-medewerkers, maar stopten dit in de doofpot. Hilbrand Rozema beeld ap
Verenigde Staten veilige haven voor nazi’s Op de dag van zijn uitzetting naar Duitsland stierf Johann Breyer, 89, in een ziekenhuis in Philadelphia. Hij had 62 jaar gastvrijheid genoten in de Verenigde Staten, waar hij had gewerkt als gereedschapsconstructeur. Breyer had als jongeman meegedaan aan het vergassen van 216.000 Joodse Europeanen in het KZ Auschwitz, het door de Duitsers gebouwde kamp naast het Poolse stadje Oswiecim. Hij had zich vrijwillig gemeld bij de SS. Lichtblau diept handenvol van deze biografieën op. De meeste laten maar één conclusie toe: pure slechtheid en opportunisme gaan hand in hand. Hij beschrijft opkomst, bijna-ondergang en herstel van het OSI, het Office for Special Investigations. Dit bureau speurde naar vergeten nazi’s in de villawijken en arbeidersbuurten van Amerika’s steden. CIA en FBI saboteerden deze onderzoeken stelselmatig, omdat ze tientallen van de gezochten kenden als medewerker. In een intern rapport uit 2010 staat: ‘Amerika, dat er trots op was een veilige haven te zijn voor vervolgden, werd – op kleinere schaal – ook een veilige haven voor vervolgers.’ Nog in de oorlog maakte inlichtingenman Allen Foster Dulles in Italië afspraken met Himmlers rechterhand, de SS’er Wolff. Het motto was: Hitler is nu de vijand van gisteren en om de communisten te verslaan, mag je samenwerken met de duivel. De Koude Oorlog was een uitkomst voor begaafde nazi-uitvinders. De bekendste onder hen
De ijdele raketwetenschapper Wernher von Braun kijkt, in 1944 met een groep Duitse soldaten naar een raketlancering op de basis Peenemünde. Hij leidde in nazi-Duitsland de ontwikkeling van de V1en V2-raket.
was de ijdele raketgeleerde Wernher von Braun. Zoals hij waren er tientallen. Hun kennis was de VS van groot nut; het bracht het land in 1969 zelfs op de maan. Veel van die kennis was opgedaan over de ruggen van duizenden slaven in de naziraketbases van Peenemunde, waar velen zich hadden doodgewerkt met medeweten van diezelfde
Duitse geleerden. Sommigen van die wetenschappers hadden er wrede tests gedaan op menselijke proefkonijnen, kennis die later de Amerikaanse ruimtevaart weer van pas kwam. Daarnaast zijn er nazi’s – mogelijk tienduizend – die niet voor de CIA of als wetenschapper werkten maar moeiteloos het land in kwamen en een leven opbouwden als keurige, zij het wat stille buren, harde werkers, kerkleden en in een enkel ontypisch geval als openlijk extreemrechts agitator. Hun vermogen om te verdwijnen en zich aan te passen, duidt op groot opportunisme. Otto von Bolschwing maakte zijn zoon Gus wijs dat hij verzet had gepleegd. Ook had hij een half-Joodse vrouw gehuwd (dat was wel waar). Het kostte Gus een half leven om de waarheid onder ogen te zien. Zijn vader sprak in de VS weliswaar geen onvertogen antisemitisch woord – maar hij was toch echt dezelfde Von Bolschwing als degene die dagelijks met Adolf Eichmann had samengewerkt.
Pat Buchanan
Het Office of Special Investigations kreeg felle tegenwerking van sommige Congresleden, zoals de Republikein Pat Buchanan. Treblinka was een doorgangskamp geweest, vond hij, en geen vernietigingskamp. Buchanan was niet de enige met een luchtje. Zelfs onder de bevrijders van de kampen waren antisemieten geweest. Zo etaleerde een
van de geallieerde bevrijders van Europa, beroemd om zijn vechtlust, de ijzervretende generaal George Patton, openlijk zijn diepe weerzin tegen de Joodse gevangenen. Hun nazibewakers vond hij nuttige figuren. Hij besloot ze nota bene in functie te laten, zolang hun Joodse slachtoffers nog niet gerepatrieerd waren. Generaal Patton zou Amerika niet terugzien. In 1945 vond hij de dood bij een verkeersongeluk in Luxemburg. Tot overmaat van ramp schoot het ‘Office’ zich, in alle gedrevenheid, in de voet. De poging John Demjanjuk te berechten als Iwan de Verschrikkelijke lukte niet. Dat bleek een persoonsverwisseling, al was deze man wel kampbewaker geweest. Lichtblau bewijst dat voor de CIA de macht altijd zwaarder woog dan de moraal. Maar ook dat de waarheid de leugen soms achterhaalt. Of dat ook geldt voor de duizenden nog niet ontmaskerde nazi’s in Amerika? Je mag hopen dat die schuifelende ouden van dagen opschrikken, als zij dit boek in de winkel zien liggen. ■
geschiedenis Nazi’s in Amerika. Hoe Amerika een thuishaven bood aan Hitlers mannen. Eric Lichtblau. Vertaler Jevgenia Lodewijks. Uitg. Meulenhoff Boekerij, Amsterdam 2015. 366 blz., €. 27,99.
Roel Sikkema en Jan Willem Veenhof
boekenkort
geschiedenis
reizen
sociologie
medisch
psychiatrie
ZIJ, die voor U paraat stonden. Herinneringen van Ch. Szerkowski bij het Rode Kruis
Er gaat niets boven Zweden. Eigenzinnige noorderling over land en volk
Het ABC van de Nederlandse gezelligheid.
Het onvoltooide kind. Op zoek naar de grenzen van pril leven
Diagnose Depressie
Uitg. Drukkerij Kuipers, Huissen 2014. 72 blz. € 6,50
Gerrit Jan Zwier. Uitg. Atlas Contact, Amsterdam 2015. 190 blz. € 21,99
Jaap Bartelds. Uitg. Boekerij, Amsterdam 2015. 244 blz. € 15,-
Brenda van Osch. Uitg. Balans, Amsterdam 2015. 253 blz. € 18,95
Robert Schoevers en Selma Parmentier. Uitg. Balans, Amsterdam 2015. 223 blz. € 19,95
Chill Szerkowski was een in 1900 geboren Pool die na de Eerste Wereldoorlog in Nederland terechtkwam. Toen de Tweede Wereldorlog begon, werkte hij bij het Rode Kruis in Arnhem. Tijdens de oorlogsdagen van 1940, maar ook later tijdens de bombardementen in 1944, heeft hij zich verdienstelijk gemaakt. Wat hij allemaal deed, is beschreven in een dagboek dat hij in die dagen bijhield. Dat is vorig jaar herdrukt en indrukwekkend om te lezen. Indrukwekkend juist door zijn soberheid. Want wat Szerkowski en zijn mannen onderweg tegenkwamen, was niet niks. Zwaargewonde militairen – zowel Duitsers als Nederlanders, later ook geallieerden – doden, met soms afgeschoten ledematen. Hij hielp vriend en vijand, te meer bijzonder omdat zijn Joodse moeder in Auschwitz om het leven kwam. Zijn verhaal is ook na zeventig jaar nog waard gelezen te worden. (RS)
De titel van dit boek doet denken aan de reclameslogan voor onze meest noordelijke provincie. Een van de inwoners daarvan zoekt het nog verder naar het noorden. Zwier is vele malen in Zweden geweest en dat zullen we weten ook. Soms is dat interessant, als hij vergelijkingen tussen eerdere en latere bezoeken maakt; soms is het irritant omdat hij wat betweterig overkomt. Maar wie zich daardoor niet laat weerhouden, leest een aardig boek dat een interessant beeld geeft van dit merkwaardige land. Een land, waar sommige mensen surströmming eten, gefermenteerde (‘bedorven’) haring uit blik. Het spul stinkt een uur in de wind en Zwier aarzelt niet om geregeld zijn afkeer van dit voedsel te uiten. Verder komen we veel te weten over de melancholieke regisseur Ingmar Bergman, wiens huis op het eiland Fårö door Zwier met een bezoek wordt vereerd. (RS)
Een leuk boek, dat precies biedt wat het belooft. Een – letterlijk – ABC van de Nederlandse gezelligheid, trefwoorden die ons (moeten) typeren. Dat gaat van ‘Appie met de bonuskaart’ tot de ‘Zesjescultuur waarin we leven’, en alles wat daar tussenin zit. Bijvoorbeeld flessenlikker (‘Hollandse zuinigheid is een sport’), Frans Bauer (‘Iedereen is dól op Frans Bauer’) en het Ikea-ontbijt (‘We staan voor vijftien euro in de file om voor één euro te ontbijten’). Het boek wil een ode zijn aan de Nederlandse identiteit, maar dan alleen de ‘leuke dingen’. En het moet gezegd worden, journalist Jaap Bartelds (Nieuwe Revu, Adformatie, Winq) is geslaagd in het opsporen van erg leuke dingen (al valt over smaak natuurlijk niet te twisten). Nog ééntje om af te sluiten: de snackbar. ‘We zijn zo trots op onze snacks dat sommige ketens ze tentoonstellen achter glazen luikjes.’ (JWV)
Haar boek is ‘een persoonlijke zoektocht naar hoe ver we willen gaan met het redden van veel te vroeg geboren kinderen en hoe dat soms mooi uitpakt en soms minder mooi’, schrijft Brenda van Osch (1972) in Het onvoltooide kind. Van Osch is politicoloog en journalist, maar ook moeder van Eva. Eva werd in 2002 veel te vroeg geboren, woog 680 gram (‘minder dan een pak suiker’) en kampte met veel handicaps en problemen. Brenda van Osch schrijft persoonlijk over het leven van en met haar gehandicapte dochter. Maar negen jaar later bezoekt moeder Van Osch opnieuw een afdeling neonatologie. Nu als verslaggever die andere te vroeg geboren baby’s volgt, in de tijd dat de behandelgrens voor ‘prematuren’ net was verlaagd naar 24 weken. Die combinatie van een persoonlijke én professionele Van Osch tekent dit indringende boek. (JWV)
Een aansprekende keuze: het verschijnsel depressie beschreven door een deskundige én een ervaringsdeskundige. Diagnose Depressie is afwisselend geschreven door Robert Schoevers (1962), hoogleraar en afdelingshoofd psychiatrie in het Universitair Centrum Groningen, en Selma Parmentier (1964), sinds haar vroege jeugd ernstig depressief, met psychoses. Een op de vijf volwassen Nederlanders krijgt een stemmingsstoornis als depressie. Suïcide is onder hen een belangrijke doodsoorzaak. En hoewel openheid over psychiatrische aandoeningen de afgelopen jaren – gelukkig – is toegenomen, leven er tegelijk nog veel vragen. Diagnose Depressie probeert op een toegankelijke manier die vragen te beantwoorden, als gezegd vanuit het perspectief van psychiater én patiënt. De titel dekt de lading van dit boek: psychiater en patiënt schrijven over de dagelijkse werkelijkheid, de behandeling en de toekomst. (JWV)
15
vrijdag 7 augustus 2015
nd zomer serie
knap lelijk Willem Bouwman beeld ap en nd
Uitgekiende huwelijken, uitgestoken kaken Knap lelijk is een serie over lichamelijke eigenaardigheden van machtige mensen. En de gevolgen daarvan. Vandaag: inteelt.
Inteelt is het verschijnsel dat mensen of dieren die nauw met elkaar verwant zijn, samen nageslacht verwekken. Inteelt wordt mogelijk als een man met de zus van zijn moeder trouwt, zoals Anton Mussert deed. De kinderen die uit zo’n huwelijk geboren worden, hebben meer kans op genetische afwijkingen. Om dat te voorkomen, was het wettelijk verboden dat een man met zijn tante trouwde. Om met Maria Witlam te trouwen moest Mussert ontheffing vragen van het verbod op het sluiten van een huwelijk tussen personen met te nauwe bloedverwantschap. Bij zijn huwelijk was Anton Mussert 23 jaar en zijn tante en echtgenote 41. Kinderen hebben ze niet gekregen. Het inzicht dat huwelijken tussen neef en tante, oom en nicht, of broer en halfzus vervelende gevolgen kon hebben voor de gezondheid van de kinderen, is pas laat gegroeid. In kleine, afgelegen dorpen had een man die wilde trouwen
vormen. In 1496 trouwde ze met Filips de Schone, heerser van de Bourgondische Nederlanden, waartoe ook Holland en Zeeland behoorden. De oudste zoon van Filips en Johanna heette Karel, de latere keizer Karel V van Duitsland, koning van Spanje, heer der Nederlanden. Karel trouwde in 1526 ook met een nicht, Isabella, de dochter van de koning van Portugal. Zij werden de ouders van Filips, de latere koning Filips II van Spanje. Zowel de ouders als de overgrootouders van Filips, ‘den koning van Hispanje’, waren dus neef en nicht van elkaar. Wie de portretten van Karel V en zijn zoon Filips II goed bekijkt, ziet dat hun onderkaak ongewoon ver naar voren staat. Het is een afwijking van het kaakgewricht die vaker in de familie voorkwam en die bekendstaat als de Habsburgse kin, omdat ze zo typerend is voor het vorstengeslacht van de Habsburgers. De herkomst van de Habsburgers is overigens tamelijk onduidelijk. Ze zijn genoemd naar het stamslot Habichtsburg in Aargau in het noorden van Zwitserland, vanwaar ze hun macht gestaag uitbreidden, ook met uitgekiende huwelijken tussen bloedverwanten. De minder fraaie gevolgen daarvan waren na verloop van tijd af te lezen aan het lichaam van de Habsburgers. Velen hadden niet alleen een fors geschapen onderkaak, maar ook een opvallend grote onderlip, een lange, grote neus, oppervlakkig liggende ogen en een hoog voorhoofd.
darmverstoppingen
Philips III van Spanje
maar weinig te kiezen. Een huwelijk met een nicht was gauw gesloten. In vorstelijke kringen gebeurde hetzelfde, maar om andere redenen. Een vorstelijk huwelijk diende het belang van de dynastie. Haar reputatie en zo mogelijk haar grondgebied moesten er groter van worden.
Ferdinand en Isabella
Een goed voorbeeld is het huwelijk van Ferdinand van Aragon. Hij trouwde in 1469 met zijn nicht Isabella van Castilië, waardoor hun beider koninkrijken, Aragon en Castilië, aan elkaar gekoppeld werden en het fundament van de Spaanse natie werd gelegd. De dochter van Ferdinand en Isabella, Johanna, was geestelijk labiel en is als Johanna de Waanzinnige de geschiedenis ingegaan. Zij was de eerste koningin van Aragon en Castilië, die nu het koninkrijk Spanje
Door zijn afwijkende onderkaak had Karel V als kind al moeite met kauwen. Wegens het slechte kauwen verteerde het voedsel niet goed en kreeg hij last van darmverstoppingen. Op latere leeftijd leed hij aan jicht en liep hij mank. Hij was vroeg oud en droeg in 1555 de macht over aan zijn zoon, Filips II, die met eenzelfde onderkaak geboren was en aan jicht ging lijden toen hij 36 was. Na drie huwelijken trouwde Filips in 1570 óók weer met zijn nicht, Anna van Oostenrijk, die 22 jaar jonger was dan hij. Zij kregen vijf kinderen, van wie er vier op jonge leeftijd stierven. Het kind dat in leven bleef, werd Filips’ opvolger, Filips III. Kindersterfte kwam buitenproportioneel veel voor bij de ‘Spaanse Habsburgers’, zoals de tak van Karel V en Filips II wordt genoemd. Acht van de tien Habsburgerbaby’s stierven voor hun eerste levensjaar. Elders in Spanje haalden vijf van de tien kinderen hun eerste verjaardag niet.
zwak en willoos
De Spaanse Habsburgers leden ook aan geestelijke kwalen, mogelijk een erfenis van Karels moeder, Johanna de Waanzinnige. Alle kwalen leken samen te komen bij de laatste telg van het geslacht, Karel II, een achterkleinkind
Karel II de laatste Spaanse Habsburger.
van Filips II. Karel II werd geboren in 1661 als jongste van dertien kinderen, van wie de meesten zeer jong stierven en drie de volwassenheid bereikten. Van die drie trouwde er een met de Franse koning Lodewijk XIV, bijgenaamd de Zonnekoning, een ondernemende man met een agressieve buitenlandse politiek. Karel II was het tegendeel van zijn zwager, de Zonnekoning. Hij was een lichamelijk en geestelijk wrak dat nauwelijks tot regeren in staat was. Karels Habsburgse kin stak zo ver naar voren dat hij amper kon praten en kauwen. Hij kon pas lopen toen hij acht was en bleek niet in staat nageslacht te verwekken. ‘Iemand kan met hem doen wat hem goeddunkt, want hij heeft geen eigen wil’, schreef een gezant. Toen Karel II in het jaar 1700 na een lange lijdensweg overleed, schoof zijn
zwager Lodewijk XIV een troonopvolger naar voren, zijn eigen kleinzoon, wat ze elders in Europa een slecht idee vonden. Er brak een oorlog uit, de Spaanse Successieoorlog, die elf jaar duurde en in 1713 met de Vrede van Utrecht beëindigd werd. Onlangs is uitgerekend in welke mate Karel II een product van inteelt was. Zijn nabije voorzaten sloten elf huwelijken, waarvan negen tussen nauwe verwanten, zoals een neef en een nicht, of een oom en een nicht. Daardoor vertoonde Karel II bijna evenveel inteelt als een kind uit een relatie tussen een broer en een zus, of een vader en zijn dochter.
Margaretha van Oostenrijk
16
nd jong
beeld novum
vrijdag 7 augustus 2015
wat zei je?
lach van de dag
Zie je dat lege tekstwolkje in de foto hiernaast? Jij mag zelf een tekst verzinnen. Zo krijgt de foto jouw eigen verhaal. Heb je een leuke tekst bedacht? Stuur dan een mailtje naar
[email protected] en zet in het onderwerp ‘wat zei je?’ Wie weet, komt jouw inzending volgende week op deze pagina. De inzending hieronder komt van Sjirk Sikkema.
Een vliegje wil graag naar een popconcert. Zijn moeder zegt: ‘Ik vind het goed, maar pas alsjeblieft goed op voor applaus!’
Wat doet die knakker in onze school?
Ken jij ook een goede mop? E-mail ‘m naar
[email protected] en zet in het onderwerp ‘mop’.
Eline Visscher beeld sxc Johan van den Beld beeld ap
Siamese tweeling meer weten
Hoe kan het dat de lichamen van een Siamese tweeling aan elkaar zijn gegroeid in de buik van hun moeder?
God zoeken: 7 tips Flaneren in je maxidress over de boulevard, onbeperkt ijs eten, marktjes afstruinen voor leuke souvenirtjes … Die zomer mag van jou nog wel even duren! En van mij ook :-). Ik merk dat de zomer mensen vrolijker maakt. Er wordt veel gelachen, gechilld, genoten. Ook ikzelf sta wat positiever in het leven nu er weinig verplichtingen meer zijn en ik meer van het moment kan genieten. Heerlijk! Toch merk ik bij mezelf dat dit ultiem chillen ook een keerzijde heeft. Doordat m’n dagen weinig structuur hebben, vind ik het moeilijk om God op te zoeken. En toch is het zó belangrijk om je relatie met Hem te onderhouden! Zoals Jezus zelf zegt in Johannes 15 vers 4: ‘Blijf in Mij, en Ik in u. zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.’ In Jezus blijven, dat betekent zoiets als: dicht bij Hem leven. Je voor Hem openstellen. Hoe doe je dat? Hier wat tips om God te zoeken in je vakantie.
Begin dit jaar beviel een vrouw uit de Verenigde Staten van een trio heel bijzondere kinderen. Niet alleen kreeg deze dame een drieling, ook waren twee kinderen bij de buik aan elkaar vastgegroeid. In het Nederlands noemen wij dat een Siamese tweeling. Hoe kan het eigenlijk dat de twee lichamen aan elkaar groeien in de buik van de moeder? Wetenschappers denken dat bij een Siamese tweeling de eitjes van de kinderen met elkaar fuseren. Dat betekent dat ze langzaam in elkaar groeien. Hoe eerder dit gebeurt, hoe meer lichaam de kinderen met elkaar delen. De naam ‘Siamese tweeling’ komt van de broers Chang en Eng Bunker. Deze jongens leefden ongeveer tweehonderd jaar geleden in Siam, het land dat nu Thailand heet. Daar vonden ze de twee-
ling zo bijzonder, dat ze jarenlang met een circus meereisden en heel bekend werden. Iedereen die dan hoorde over een tweeling die aan elkaar was gegroeid, moest meteen denken aan de Siamese tweeling. Dat de baby’s aan elkaar zitten, is erg speciaal. Het komt bijna nooit voor. Als je ongeveer 180.000 willekeurige baby’s kiest, dan heb je kans dat er ongeveer één Siamese tweeling bij zit. Nog specialer zijn Siamese drie- of vierlingen, waarbij drie of vier baby’s aan elkaar vast zitten. Overigens is bij jongens de kans dat ze geboren worden als Siamese tweeling veel kleiner; bij meisjes is dit drie keer zo vaak het geval. Tegenwoordig kunnen de kinderen veel vaker uit elkaar worden gehaald. Dan hoeven ze niet hun hele leven aan hun broertje of zusje vast te zitten.
tip 1: Probeer stille tijd in te bouwen. Zoek een vast moment van de dag, bijvoorbeeld een half uurtje na het avondeten, en word stil. Vertel God waar je Hem voor wilt bidden en danken, en lees een stukje uit de Bijbel. Weet je niet wat je moet lezen? Ga op zoek naar een rooster, of begin in een bijbelboek. Zeker als je elke dag een stuk leest, merk je dat het fijn is om structuur te hebben! tip 2: Neem je Bijbel mee naar het park of strand. Met vriendinnen op stap? Gezellig! Neem naast je picknickspullen ook een Bijbel mee en laat iemand een stuk voorlezen dat haar aanspreekt. Samen kun je erover napraten, en daar leer je weer van! Plus: door samen over geloofszaken te spreken, schep je een band. tip 3: In een (buitenlandse) stad? Bezoek eens een oude kerk. Dat kan leerzaam zijn en het maakt je stil. tip 4: Praat met God tijdens je wandeling. Mijn vader wilde altijd úúúren door de Oostenrijkse bergen wandelen. Pittig! Maar een goede mogelijkheid om met God te praten (als je in je eentje loopt natuurlijk), terwijl je zijn prachtige schepping aan het bewonderen bent. Weet je niet wat je moet zeggen, of raak je afgeleid? Zingen kan uiteraard ook! Pas wel op dat je niet verdwaalt. tip 5: Verwonder je over Gods schepping. Aanschouw het in de bergen, maar ook bij de zee, in het bos, of waar dan ook: God is groot! Bestudeer bijvoorbeeld eens wat zandkorrels: per korrel zie je al zo veel verschillen! tip 6: Zoek deze tips nog eens op. Wie weet heb je sommige tips al toegepast, maar je kunt vast nog wel iets extra’s doen! tip 7: Neem de Belle mee op vakantie! Heerlijk leesvoer voor tijdens een lui moment op het strand, in je hangmat of waar dan ook. Je hebt natuurlijk ook andere christelijke vrouwenbladen. Misschien heeft je moeder er nog wat liggen! Veel succes! Ik ga zelf ook m’n best doen ;). Blijf in Hem! ▶▶ Dit artikel komt van het meidenblog huisvanbelle.nl. Hier vind je iedere week een heleboel nieuwe blogs over verschillende onderwerpen, net als in hun magazine Belle. Dit artikel is geschreven door blogger Eline Visscher. Zij schrijft regelmatig over geloofsonderwerpen.
huis van belle