De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Nota van Bevindingen
Utrecht: mei, 2007 Integraal Toezicht Jeugdzaken is een programmatische samenwerking van: • • • • •
Inspectie Inspectie Inspectie Inspectie Inspectie
voor de Gezondheidszorg van het Onderwijs jeugdzorg Openbare Orde en Veiligheid Werk en Inkomen
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
2
VOORWOORD Voor u ligt de nota van bevindingen van het onderzoek van Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) naar de aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg. In ITJ werken vijf inspecties samen om bij te dragen aan het oplossen en voorkomen van problemen rondom jongeren. ITJ onderzoekt in een bepaalde gemeente of regio in Nederland een probleem rondom jongeren. In dat onderzoek is de centrale vraag of organisaties er in die regio gezamenlijk in slagen om een maatschappelijk probleem rondom jongeren te verminderen of te voorkomen. Overgewicht heeft ernstige volgen en wordt ook gezien als een probleem voor jongeren. Ook bij overgewicht maakt samenwerking van verschillende beleidsterreinen en actoren deel uit van een goede aanpak van dit maatschappelijk probleem. Het was voor ITJ aanleiding om onderzoek naar overgewicht bij jongeren te doen. Voor dit onderzoek is Culemborg gekozen omdat verschillende risicofactoren voor overgewicht in deze gemeente veel voorkomen. Deze nota van bevindingen geeft de onderzoeksresultaten en de conclusies weer. ITJ vraagt de gemeente Culemborg om naar aanleiding van deze nota van bevindingen samen met andere betrokkenen te werken aan verbeteringen. Er waren veel professionals, jongeren en ouders uit Culemborg betrokken bij dit onderzoek. ITJ wil iedereen die aan het onderzoek heeft meegewerkt hartelijk bedanken en hoopt dat zij vanuit hun betrokkenheid bij het onderwerp verbeteringen in gang zullen zetten en eraan zullen bijdragen dat meer jongeren in Culemborg een gezond lichaamsgewicht hebben. De • • • • •
samenwerkende jeugdinspecties: Inspectie voor de Gezondheidszorg Inspectie van het Onderwijs Inspectie jeugdzorg Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Inspectie Werk en Inkomen
Namens deze, Voorzitter Stuurgroep Integraal Toezicht Jeugdzaken
mevrouw drs. J.F. de Vries Hoofdinspecteur jeugdzorg Utrecht, mei 2007
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
3
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
4
SAMENVATTING De afgelopen jaren is het aantal jongeren met overgewicht sterk toegenomen en ook in de nabije toekomst wordt een stijging van overgewicht onder jongeren verwacht. Overgewicht verhoogt het risico op allerlei ziekten, zoals kanker, diabetes en hart- en vaatziekten. De toename van overgewicht onder jongeren is daarmee een van de voornaamste volksgezondheidsproblemen van het moment. Er is nog veel onduidelijk over de wijze waarop overgewicht kan worden voorkomen of verminderd. Op basis van de wel beschikbare kennis lijkt het erop dat een integrale aanpak het meest effectief is. Deze benodigde integrale aanpak en de ernstige gevolgen voor de volksgezondheid zijn aanleiding voor Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) om de aanpak van overgewicht bij jongeren te onderzoeken. ITJ heeft ervoor gekozen om het onderzoek in Culemborg te doen, omdat jongeren daar een groot risico hebben op het ontwikkelen van overgewicht. In Culemborg gaat het naar schatting om rond de zevenhonderddertig jongeren van vier tot negentien jaar met overgewicht en tweehonderdvijftig jongeren met obesitas. De hoofdvraag van dit ITJ-onderzoek luidde: ‘Hoe zorgen de organisaties in Culemborg er samen voor dat kinderen van nul tot achttien jaar een gezond lichaamsgewicht hebben?’ Om deze vraag te beantwoorden zijn verschillende onderzoeksmethoden gebruikt. Het betreft: • interviews met professionals, jongeren en ouders; • een enquête onder ouders en jongeren; • een dossieronderzoek en trajectbeschrijving; • een documentenanalyse. Uit het onderzoek kwam – kort gezegd – naar voren dat hoewel ouders en kinderen het belangrijk vinden dat overgewicht in Culemborg wordt aangepakt, er op dit moment geen sprake is van een goede aanpak. Dit komt vooral voort uit een gebrek aan ervaren urgentie om het probleem aan te pakken; professionals herkennen het probleem in Culemborg niet en niet alle professionals rekenen het tot hun verantwoordelijkheid om het probleem aan te pakken. Daardoor voert de gemeente geen beleid rondom (de oorzaken van) overgewicht, ontbreekt een gezamenlijke doelstelling, worden activiteiten niet in samenhang uitgevoerd en is het onduidelijk of de activiteiten afgestemd zijn op de oorzaken van het probleem en de risicogroepen. Dit brengt met zich mee dat: • preventie onvoldoende gebeurt; • niet of niet tijdig wordt gesignaleerd dat jongeren overgewicht hebben; • na signaleren niet altijd actie volgt; • een groot deel van de jongeren met overgewicht geen hulp krijgt. Vanuit het belang van de gezondheid van de kinderen in Culemborg is het belangrijk dat de aanpak verbetert en dat mogelijkheden voor verbetering worden benut. Het inzicht in de lokale situatie en de wettelijke taken geven de gemeente een goede uitgangspositie om passende oplossingen te vinden voor het probleem overgewicht in Culemborg. De gemeente kan dat niet
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
5
alleen en zal professionals uit verschillende sectoren en inwoners van Culemborg nodig hebben om een goede aanpak en een goed resultaat te realiseren. ITJ stelt dan ook voor dat de gemeente Culemborg in samenspraak met de betrokken organisaties een actieplan maakt dat er op is gericht om overgewicht bij jongeren in Culemborg te verminderen en te voorkomen.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
6
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING...................................................................................5 1 INLEIDING .........................................................................................9 1.1 Aanleiding ...................................................................................9 1.2 Onderzoeksvragen ......................................................................10 1.3 Onderzoeksaanpak .....................................................................10 1.4 Leeswijzer .................................................................................12 2 CRITERIA VOOR EEN GOEDE AANPAK VAN OVERGEWICHT ................15 2.1 Wat verstaat ITJ onder een goede gezamelijke aanpak van overgewicht?...................................................................................15 2.2 Wat verstaat ITJ onder preventie, signalering en behandeling van overgewicht?...................................................................................18 3 WERKEN AAN EEN GEZOND LICHAAMSGEWICHT IN CULEMBORG.......21 3.1 Wie doet wat in Culemborg rondom overgewicht?..........................21 3.2 Welke samenwerkingsverbanden zijn er? .......................................27 4 HOE VERLOOPT DE AANPAK VAN OVERGEWICHT IN CULEMBORG? ....29 4.1 Preventie...................................................................................29 4.2 Signalering ................................................................................35 4.3 behandeling van overgewicht.......................................................38 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ....................................................45 5.1 Conclusie ..................................................................................45 5.2 Aanbevelingen en bestuurlijke boodschap......................................48 BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV DE AANPAK BIJLAGE V BIJLAGE VI
LIJST MET GEINTERVIEWDE PROFESSIONALS...................51 RESPONSANALYSE .........................................................53 DE ACHT KWALITEITSASPECTEN VAN ITJ UITGEWERKT ...55 SUGGESTIES VAN BETROKKENEN VOOR VERBETERING VAN VAN OVERGEWICHT IN CULEMBORG.................................61 UITGANGSPUNTEN VAN EEN ACTIEPLAN .........................65 GEBRUIKTE AFKORTINGEN ..............................................67
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
7
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
8
1 INLEIDING De afgelopen jaren is het aantal jongeren met overgewicht sterk toegenomen. Het gaat naar schatting in Nederland om meer dan 360.000 kinderen die te dik zijn en bijna 75.000 kinderen met ernstig overgewicht1. In totaal is ongeveer tien procent van de ziektelast en twee procent van alle kosten van ziekten toe te schrijven aan overgewicht2. Overgewicht is daarmee een van de belangrijkste volksgezondheidsproblemen van dit moment. Overgewicht op jonge leeftijd verhoogt het risico op grote gezondheidsaandoeningen op latere leeftijd, met name aan diabetes mellitus en hart- en vaatziekten. Daarnaast worden kinderen en jongeren met overgewicht vaker gepest en hebben zij een groter risico op psychische stoornissen. De verwachting is dat dit probleem de komende jaren alleen maar zal toenemen. Overgewicht is voor het overgrote deel terug te voeren op te veel ongezonde voeding3 in relatie tot onvoldoende beweging. De belemmeringen om gezond te eten en te bewegen liggen niet alleen bij de jongeren zelf, maar hebben ook te maken met allerlei omgevingsfactoren4, zoals de mogelijkheden om buiten te spelen in de buurt en het aantal verkooppunten met vette en calorierijke voeding. Al die factoren maken dat er vanuit verschillende sectoren en organisaties acties moeten worden ondernomen om overgewicht te voorkomen en te verminderen5. Er is nog veel onduidelijk over de wijze waarop overgewicht kan worden voorkomen of verminderd. Op basis van de wel beschikbare kennis lijkt het erop dat een integrale aanpak het meest effectief is. Dit betekent dat interventies op het terrein van voorlichting, regelgeving en omgeving moeten worden gecombineerd6. Voor Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) is er aanleiding om de aanpak van overgewicht bij jongeren te onderzoeken, vanwege de ernstige gevolgen van overgewicht voor de volksgezondheid en omdat het probleem een integrale aanpak vereist. 1.1 AANLEIDING ITJ beoogt een maatschappelijk probleem te onderzoeken in die gemeente waar het risico voor kinderen en jongeren op dat probleem groot is. Voor dit 1
2
3
4
5 6
Hurk K van den, Dommelen P van, Wilde JA de, Verkerk PH, Buuren S van, HiraSing RA. Prevalentie van overgewicht en obesitas bij jeugdigen van 4-15 jaar in de periode 2002-2004. Leiden: TNO, 2006. Hollander AEM de, Hoeymans N, Melse JM, Oers JAM van, Polder JJ (eds). Zorg voor gezondheid - Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006. rapportnummer 270061003. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2006. Het gaat om een hoge inname van voedsel met hoge energiedichtheid (en weinig micronutriënten), lage inname voedingsvezel, lage inname groente en fruit en hoge inname suikerhoudende frisdrank/vruchtensap. Visscher TLS, Seidell JC. Lichaamsgewicht In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM,
Gezondheidsdeterminanten\ Persoonsgebonden\ Lichaamsgewicht, 16 juni 2006. Publieke Gezondheid. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Den Haag, 2006. Visscher TLS, Seidell JC. Lichaamsgewicht In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Gezondheidsdeterminanten\ Persoonsgebonden\ Lichaamsgewicht, 16 juni 2006.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
9
onderzoek naar overgewicht bij jongeren is in twee stappen de gemeente Culemborg geselecteerd. Ten eerste blijkt uit onderzoek dat kinderen een hoger risico op overgewicht lopen in gezinnen waar volwassenen overgewicht hebben7. De regio Rivierenland kent het hoogste percentage volwassenen met overgewicht8. De helft van de inwoners heeft overgewicht en een zesde van de inwoners heeft obesitas9. Ook is het percentage volwassenen dat voldoet aan de norm voor gezond bewegen lager dan gemiddeld. Ten tweede heeft de gemeente Culemborg binnen de regio Rivierenland een hoog percentage jongeren met overgewicht: 12,2 procent van de jongeren in Culemborg heeft overgewicht versus 10,2 procent in de regio. Ook wat betreft ernstig overgewicht scoort Culemborg hoger dan de regio: 4,2 procent versus 3,9 procent regionaal10. Deze cijfers betreffen jongeren uit groep vier en zeven van het basisonderwijs en klas twee van het voortgezet onderwijs. Wanneer deze cijfers worden omgerekend naar het totaal aantal jongeren tussen de vier en negentien in Culemborg gaat het om rond de 730 Culemborgse jongeren met overgewicht en ongeveer 250 jongeren met obesitas11. 1.2 ONDERZOEKSVRAGEN De hoofdvraag van dit ITJ-onderzoek luidt: hoe zorgen de organisaties in Culemborg er samen voor dat kinderen van nul tot negentien jaar een gezond lichaamsgewicht hebben? Deze hoofdvraag is gesplitst in de volgende deelvragen: • Op welke manier werken de organisaties in Culemborg samen aan de preventie van overgewicht? • Hoe werken de organisaties in Culemborg samen aan de signalering en behandeling van overgewicht? • In hoeverre draagt de samenwerking tussen de organisaties er aan bij dat kinderen in Culemborg een gezond lichaamsgewicht hebben? Het is de bedoeling dat het antwoord op deze vragen de basis biedt voor een actieplan om overgewicht onder jongeren te voorkomen en te verminderen. Na het onderzoek vraagt ITJ de betrokken partijen in Culemborg om dit actieplan gezamenlijk op te stellen. 1.3 ONDERZOEKSAANPAK Bij het onderzoek zijn verschillende onderzoeksmethoden gebruikt. Het betreft: • interviews met professionals, jongeren en ouders; • een enquête onder ouders en jongeren;
7
Van den Elzen A. Childhood determinants of vascular damage and body mass index: a 27-year follow-up study. Rotterdam: Erasmus Universiteit, december 2004. 8 Er zijn geen landelijk vergelijkbare cijfers van overgewicht bij de jeugd. 9 Mac Gillavry E (RIVM). Overgewicht 2000-2003. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Beïnvloedende factoren\ Lichamelijke eigenschappen, 10 maart 2006. 10 Op basis van cijfers van de GGD Rivierenland over leerjaren 2004 en 2005. 11 In Culemborg woonden op 1 januari 2006 5.970 kinderen tussen de vier en negentien jaar.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
10
• •
een dossieronderzoek en trajectbeschrijving; een documentenanalyse.
Interviews met professionals, jongeren en ouders Er zijn 41 professionals geïnterviewd (zie bijlage I) waarvan werd verondersteld dat zij binnen Culemborg een rol hebben in het aanpakken van (de oorzaken van) overgewicht. In de interviews zijn de volgende onderwerpen besproken: • Herkent de professional het probleem overgewicht? • Heeft de organisatie waarvoor de professional werkt beleid op het gebied van overgewicht? • Hoe verloopt de uitvoering en de samenwerking met andere professionals? • Zijn er knelpunten? • Vindt er evaluatie van de activiteiten plaats? Daarnaast zijn twee groepsinterviews gehouden; één met jongeren met overgewicht en één met ouders van kinderen met overgewicht. De jongeren en ouders zijn geworven via: • de breedtesportconsulent van de Gelderse Sport Federatie; • leerkrachten lichamelijke opvoeding van scholen voor voortgezet onderwijs; • diëtisten van de Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk Rivierenland. Het werven van de jongeren en ouders verliep moeizaam, omdat de professionals het lastig vonden de jongeren voor het onderzoek te benaderen. Uiteindelijk hebben vijf kinderen die te kampen hebben met overgewicht en drie ouders meegewerkt. In deze twee groepsinterviews is enerzijds het verhaal van de ouders en jongeren aan de orde gekomen. Anderzijds is ingegaan op hun verwachtingen en ervaringen rondom preventie, signalering en behandeling van overgewicht. Enquête onder ouders en jongeren Er is een schriftelijke vragenlijst uitgezet bij ouders en jongeren uit Culemborg. Doel hiervan was te achterhalen hoe zij tegen overgewicht aankijken. Daarnaast was de vragenlijst bedoeld om te kijken hoe en wanneer jongeren en ouders gebruik maken van het (huidige) aanbod dat binnen de gemeente Culemborg gericht is op het voorkomen en verminderen van overgewicht. Bij de enquête is onderscheid gemaakt tussen kinderen van nul tot twaalf jaar en jongeren tussen de dertien en achttien jaar: • Voor de groep nult tot twaalf jaar zijn de ouders benaderd, omdat zij grote invloed hebben op de leefstijl van de jongeren. • Voor de groep dertien tot achttien jaar zijn zowel de ouders als de jongeren benaderd. Er zijn 1.456 ouders en 762 jongeren benaderd12. 597 ouders hebben de enquête ingevuld (respons: 41 procent). Daarvan hadden 174 ouders overgewicht. 265 jongeren hebben de enquête ingevuld (35 procent respons); 24 van hen hadden overgewicht. Bijlage II bevat een uitgebreidere beschrijving van de respons. 12
Via een steekproef uit de gemeentelijke basisadministratie.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
11
Dossieronderzoek en trajectbeschrijving Er zijn twaalf dossiers van de jeugdgezondheidszorg bestudeerd van jongeren met overgewicht om inzicht te krijgen in de manier waarop organisaties samenwerken om te zorgen dat overgewicht bij jongeren wordt gesignaleerd en aangepakt. Het dossieronderzoek richtte zich op de volgende vragen: • Wordt overgewicht tijdig gesignaleerd? • Welke acties worden genomen wanneer er overgewicht wordt geconstateerd? • Wie onderneemt welke actie en met welk resultaat? Om deze vragen te kunnen beantwoorden heeft de GGD Rivierenland dossiers getrokken van kinderen die op het laatste contactmoment13 van de jeugdgezondheidszorg overgewicht hadden, zodat het mogelijk was om terug te kijken op de ontwikkeling van het kind en de acties van de jeugdgezondheidszorg. Om de dossiers te kunnen inzien heeft de GGD toestemming gevraagd aan de ouders. Er is aan rond de zestig Culemborgse jongeren en ouders toestemming gevraagd en van twaalf jongeren en hun ouders is uiteindelijk toestemming verkregen14. Naast de dossierstudie is ook een trajectbeschrijving gemaakt van één kind met obesitas. Doel was om te kijken welke professionals bij dit kind betrokken zijn (geweest), op welk moment het kind overgewicht had en op welke wijze deze professionals met elkaar hebben samengewerkt om het overgewicht te signaleren en aan te pakken. In het kader van de levensloopreconstructie zijn gegevens uit het schooldossier, het dossier van de huisarts, het dossier van de jeugdgezondheidszorg en het dossier van de diëtist samengebracht. Documentenanalyse Voorafgaand aan het onderzoek is gezocht naar relevante documenten over: • overgewicht en risicofactoren; • effectieve interventies; • beleid op het gebied van volksgezondheid; • kenmerken van de regio Rivierenland en Culemborg. Tijdens de interviews hebben de professionals verschillende documenten overhandigd die ook zijn betrokken in de documentenanalyse. Deze documenten betroffen met name beleidsdocumenten en documenten waarin het aanbod werd verwoord. 1.4 LEESWIJZER Deze ‘nota van bevindingen’ is bedoeld voor de gemeente Culemborg en de verschillende professionals die bij dit ITJ-onderzoek zijn betrokken. De nota bevat naast de bevindingen ook de conclusies en aanbevelingen als opstap voor het actieplan. ITJ ziet overgewicht als een intersectoraal probleem dat een samenhangende en interdisciplinaire aanpak vereist, wil er sprake zijn van een succesvolle 13 14
In de tweede klas van het voortgezet onderwijs. Dat er aan een relatief groot aantal jongeren en ouders toestemming is gevraagd, heeft vooral te maken gehad met praktische problemen.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
12
aanpak. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op welke elementen ITJ belangrijk vindt in een goede aanpak van overgewicht. Hoofdstuk 3 gaat in op de aanpak van overgewicht in Culemborg. Wat doen de verschillende organisaties en welke samenwerkingsverbanden zijn er? Hoofdstuk 4 geeft de onderzoeksbevindingen weer voor wat betreft de preventie, signalering en de behandeling van overgewicht in Culemborg. Hoofdstuk 5 tenslotte geeft conclusies aan de hand van de in hoofdstuk 2 genoemde elementen van een goede aanpak. Het hoofdstuk eindigt met een aantal aanbevelingen dat als basis kan dienen voor het te ontwikkelen actieplan.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
13
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
14
2 CRITERIA VOOR EEN GOEDE AANPAK VAN OVERGEWICHT In het vorige hoofdstuk is aangegeven dat overgewicht een probleem is dat vanuit verschillende sectoren en organisaties tezamen moet worden aangepakt15. ITJ gaat ervan uit dat het noodzakelijk is dat aan acht kwaliteitsaspecten wordt voldaan om gezamenlijk resultaten te kunnen behalen16. In dit hoofdstuk worden deze acht kwaliteitsaspecten nader toegelicht. Daarna wordt aangegeven wat ITJ verstaat onder de preventie, signalering en behandeling van overgewicht. 2.1 WAT VERSTAAT ITJ ONDER EEN GOEDE GEZAMELIJKE AANPAK VAN OVERGEWICHT? ITJ wil een bijdrage leveren aan het oplossen en voorkomen van problemen met jongeren en onderzoekt daartoe complexe problemen die alleen door samenwerking tussen, en acties vanuit verschillende sectoren en organisaties kunnen worden opgelost. Die samenwerkingsverbanden worden door ITJ ketens genoemd17. Om te kunnen beoordelen in hoeverre de keten erin slaagt om het probleem op te lossen, heeft ITJ een waarderingskader ontwikkeld18. Dit kader bestaat uit acht kwaliteitsaspecten. Voor een positief oordeel moeten deze acht kwaliteitsaspecten in orde zijn bevonden. Daarnaast krijgt een keten pas een positieve waardering wanneer het aannemelijk te maken is dat de werking van de keten bijdraagt aan de vermindering van het probleem. De acht kwaliteitscriteria worden hieronder verder toegelicht, in relatie tot overgewicht. De precieze definities en een uitgebreidere toelichting op de kwaliteitsaspecten is te vinden in bijlage III. Doelconvergentie: een gezamenlijk doel gericht op het voorkomen en verminderen van overgewicht Organisaties streven vaak afzonderlijke doelen na. Om gezamenlijk resultaat te kunnen boeken is het belangrijk dat organisaties naast eigen doelen ook een gemeenschappelijk doel hebben rondom het voorkomen en verminderen van overgewicht. Wanneer alle samenwerkingspartners weten waar zij aan werken, dan wordt aan een belangrijke voorwaarde voldaan om de juiste beslissingen te nemen door iedere ketenpartner. Doelconvergentie wordt bijvoorbeeld zichtbaar doordat: • er een gezamenlijke doelstelling is ten aanzien van het voorkomen of verminderen van overgewicht bij jeugdigen in Culemborg; • organisaties beslissingen nemen die in lijn liggen met de doelstelling; • de gezamenlijke doelstelling is opgenomen in documenten van organisaties die betrokken zijn bij de aanpak van het probleem overgewicht; • de organisaties hun eigen doelen afstemmen op de gezamenlijke doelstelling; • de gezamenlijke doelstelling bij alle betrokkenen bekend is. 15
Publieke Gezondheid. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Den Haag, 2006. Integraal Toezicht Jeugdzaken. Ketens laten werken. Concept toezichtkader jeugdzaken 0-23. Utrecht, maart 2006. 17 Een keten is een samenwerkingsverband tussen ten opzichte van elkaar zelfstandige maar ook wederzijds afhankelijke partijen. De samenwerking is erop gericht afstemming tussen de activiteiten te bewerkstellingen die een resultaat tot gevolg hebben. 18 Integraal Toezicht Jeugdzaken. Ketens laten werken. Concept toezichtkader jeugdzaken 0-23. Utrecht, maart 2006. 16
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
15
Gedeelde probleemanalyse: hetzelfde beeld van de oorzaken, de omvang en de aangrijpingspunten om overgewicht te voorkomen of te verminderen Bij het aanpakken van overgewicht is het belangrijk dat er geen tegenstrijdige of onsamenhangende acties zijn. Om die te voorkomen is het belangrijk dat alle organisaties die een rol hebben in de aanpak van overgewicht een gezamenlijk beeld hebben van de omvang en oorzaken van overgewicht in Culemborg en van de aangrijpingspunten om overgewicht aan te pakken. Daarbij is het ook van belang dat de organisaties een beeld hebben van hoe jongeren en ouders aankijken tegen (oplossingen voor) overgewicht. Verder is een gedeelde probleemanalyse van belang om te beoordelen of de ingezette acties en de betrokken organisaties in totaal toereikend zijn om het probleem op te lossen, gezien de geïdentificeerde oorzaken, omvang en aangrijpingspunten. Een gedeelde probleemanalyse wordt bijvoorbeeld zichtbaar doordat: • er een analyse is van de omvang en oorzaken van overgewicht in Culemborg en duidelijk is onder welke groepen Culemborgers overgewicht vaker voorkomt (risicogroepen: wijk, leeftijd, etniciteit, dagbesteding, etc.); • er een gedeelde mening is over de mogelijke aangrijpingspunten om overgewicht aan te pakken; • er kennis is over hoe risicogroepen over overgewicht denken; • de organisaties die zich bezighouden met (de oorzaken van) overgewicht deze analyse onderschrijven; • de juiste organisaties betrokken zijn bij het oplossen van het probleem overgewicht (preventie, signalering en aanpak), op basis van de analyse; • er gedeelde definities bestaan van termen en begrippen. Ketenregie: sturing en afstemming om de gezamenlijke doelstelling te bereiken Zoals hiervoor aangegeven, is het belangrijk dat alle activiteiten van de betrokken organisaties erop zijn gericht om overgewicht te voorkomen of te verminderen. Om op een efficiënte manier aan deze doelstelling te kunnen werken, is het belangrijk de samenwerking en de activiteiten op elkaar af te stemmen. Dit vereist regie. Ketenregie wordt bijvoorbeeld zichtbaar doordat: • er één of meer organisaties zijn die het tot hun taak rekenen om de activiteiten op het gebied van overgewicht op elkaar af te stemmen en die taak formeel is vastgelegd en in de praktijk wordt uitgevoerd; • die organisatie(s) ook door anderen wordt/worden gezien als regisseur; • er prestatieafspraken zijn tussen organisaties die in relatie staan tot het voorkomen of verminderen van overgewicht; • organisaties elkaar aanspreken op (deel)resultaten en eventueel bevoegdheden hebben om organisaties te sanctioneren die zich niet aan de afspraken houden. Informatiecoördinatie: gegevens die nodig zijn om het gezamenlijke doel te bereiken worden verzameld en uitgewisseld Om jongeren met overgewicht tijdig te signaleren en hen snel te helpen kan het nodig zijn dat professionals signalen met elkaar delen en informatie aan elkaar overdragen. Verder is inzicht nodig in het traject dat jongeren Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
16
doorlopen om zo activiteiten op elkaar af te kunnen stemmen. Het gaat dan om het traject dat jongeren doorlopen voordat ze overgewicht krijgen, wanneer ze overgewicht hebben en wanneer ze worden geholpen om iets aan hun overgewicht te doen. Bovendien is informatie nodig om zicht te krijgen op de resultaten. Informatiecoördinatie wordt bijvoorbeeld zichtbaar doordat er: • informatie wordt uitgewisseld in het belang van het oplossen van het probleem overgewicht; • protocollen zijn over de informatieoverdracht en het gebruik van elkaars gegevens; • sprake is van dossiervorming; • ICT-toepassingen zijn om toegang en overdracht van informatie te regelen; • overzicht bestaat over alle activiteiten op het gebied van overgewicht in Culemborg. Bereik van de keten: de organisaties weten op welke jongeren en welk deel van het probleem zij zich richten en hebben zicht op de jongeren die zij wel en die zij niet bereiken Om overgewicht te voorkomen of te verminderen is het belangrijk dat de preventie de jongeren bereikt die een hoog risico lopen op overgewicht, en dat díe jongeren die overgewicht hebben worden behandeld. Het aandeel bereikte jongeren moet zo hoog mogelijk zijn. Organisaties moeten met elkaar hebben afgestemd welke acties zij ondernemen en welke doelgroepen zij beogen te bereiken. Een goed bereik van de keten wordt bijvoorbeeld zichtbaar doordat: • de organisaties afspraken hebben over afstemming en inzet; • de organisaties kennis hebben van de kenmerken van jeugdigen die binnen en buiten het bereik van de keten vallen; • de organisaties weten welke spelers wel en welke spelers niet betrokken zijn bij de keten; • wanneer wiens deskundigheid kan worden ingezet om jongeren goed te helpen. Continuïteit in de keten: ononderbroken activiteiten gericht op het voorkomen of verminderen van overgewicht Om te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip raken, is het belangrijk dat alle activiteiten van de organisaties goed op elkaar zijn afgestemd. Dit betekent voor overgewicht bijvoorbeeld dat er na het signaleren van overgewicht een goed aanbod moet zijn dat jongeren kan helpen om hun overgewicht aan te pakken. Continuïteit speelt overigens op verschillende niveaus: het geldt voor de keten als geheel maar ook voor de individuele jongere die een traject binnen de keten doorloopt. Continuïteit in de keten wordt bijvoorbeeld zichtbaar doordat: • er na signalering een goede behandeling wordt aangeboden; • doorverwijzingen zichtbaar en beredeneerd zijn en het duidelijk is of een jongere is aangekomen bij de organisatie waarnaar hij is doorverwezen; • er afspraken zijn over doorverwijzingen; • er na een niet succesvolle interventie wordt terugverwezen naar een organisatie die nieuwe interventies kan bieden;
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
17
• er zicht is op het bestaan en de omvang van wachtlijsten en wacht- en doorlooptijden; • er activiteiten worden ondernomen om de wachtlijsten te verminderen. Oplossingsgerichtheid: de activiteiten zijn gericht op het verminderen of voorkomen van overgewicht en afgestemd op de behoeften van jongeren Vaak hebben organisaties doelstellingen die er op zijn gericht dat jongeren hun aanbod doorlopen. Om overgewicht bij jongeren te kunnen voorkomen of te verminderen is het echter belangrijk dat die doelstelling voorop staat. Dat betekent dat het aanbod zal moeten worden afgestemd op de behoefte van (individuele) jongeren. Het belang van het kind prevaleert daarbij boven andere belangen. Oplossingsgerichtheid wordt bijvoorbeeld zichtbaar doordat: • de preventie en aanpak van overgewicht centraal staat; • organisaties structurele aandacht hebben voor de omstandigheden van de jongere en zijn of haar problemen; • het aanbod is afgestemd op de doelgroep; • goede informatie wordt gegeven aan de jongere en het gezin, bijvoorbeeld over het doel van de behandeling; • jongeren worden betrokken bij het zoeken naar oplossingen. Systematische evaluatie en verbetering: het waarborgen en verbeteren van de bijdrage van de activiteiten aan de omvang van het probleem overgewicht Het is belangrijk dat de organisaties systematisch kijken of hun activiteiten zo verlopen en zo werken als ze vooraf beoogden. Daarvoor is kwaliteitsbewustzijn noodzakelijk evenals het organiseren van kwaliteitsbewaking. Zo kan het zijn dat activiteiten in beleidsstukken op elkaar zijn afgestemd, maar in de praktijk langs elkaar heen lopen. Het is dan de bedoeling dat de activiteiten na evaluatie zo worden bijgesteld dat overgewicht beter kan worden voorkomen of verminderd. Aandacht voor systematische evaluatie en verbetering wordt bijvoorbeeld zichtbaar doordat: • de organisaties gezamenlijk periodiek meten welke resultaten zij behalen in de preventie en aanpak van overgewicht; • ze aantoonbaar gebruik maken van die metingen om een beter resultaat te kunnen behalen; • de gezamenlijke doelstellingen worden aangepast aan maatschappelijke ontwikkelingen; • er wordt gemeten hoe jongeren de geboden zorg waarderen. 2.2 WAT VERSTAAT ITJ ONDER PREVENTIE, SIGNALERING EN BEHANDELING VAN OVERGEWICHT? In de onderzoeksvragen is onderscheid gemaakt tussen preventie, signalering en behandeling van overgewicht.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
18
Preventie ‘Voorkomen is beter dan genezen’. Dit betekent dat de nadruk van activiteiten moet liggen op het bevorderen van een gezond gewicht bij jongeren, nog voordat er sprake is van overgewicht. Zo kunnen ernstige ziekten op latere leeftijd worden voorkomen. Bij preventie kan concreet worden gedacht aan zaken als: • het stimuleren van bewegen en gezond eten, zowel individueel als groepsgericht; • de gezonde keuze de gemakkelijke keuze maken - wegnemen van belemmeringen die gezond gedrag moeilijk maken en maatregelen invoeren die gezond gedrag bevorderen; • voorlichting over gezond gedrag en het uitzenden van een uniforme boodschap; • het stimuleren van borstvoeding; • specifieke aandacht gericht op risicogroepen; • sense of urgency bij jongeren, ouders en professionals stimuleren. Signalering Wanneer een jongere overgewicht heeft, moet dat zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd, zodat hij of zij kan worden geholpen om er iets aan te doen. Dit betekent dat: • het probleem moet worden herkend en op basis van gegevens geconstateerd; • het geconstateerde overgewicht moeten worden geregistreerd en de dossiers moeten volledig zijn; • wanneer overgewicht is gesignaleerd, de jongeren en ouders hierover moeten worden ingelicht; • professionals, ouders en kinderen het probleem niet bagatelliseren. • de signalen moeten komen bij degene die er iets mee kan. Dat betekent dat professionals signalen met anderen moeten delen. Behandeling Het is belangrijk dat na het signaleren wordt gezocht naar de meest effectieve behandeling, die is gericht op het bereiken van een gezond lichaamsgewicht. Zaken die verder van belang zijn bij een goede behandeling, zijn de volgende: • De behandeling is niet vrijblijvend, noch voor ouders en kinderen noch voor professionals. • De professionals hebben zicht op de voortgang van de (resultaten van de) behandeling en houden een volledig dossier bij. • Er zijn verschillende strategieën voor behandeling mogelijk. Wanneer er met de ene strategie geen resultaat is geboekt, wordt gezocht naar alternatieven. • Er zijn geen tegengestelde boodschappen en elkaar tegenwerkende activiteiten. • Er is in de behandeling aandacht voor de verschillende omgevingen waarin de jongeren verkeren (gezin, school, vrije tijd). • Het volgen van het kind en de ouders na de behandeling en het bieden van nazorg.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
19
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
20
3 WERKEN AAN EEN GEZOND LICHAAMSGEWICHT IN CULEMBORG In het vorige hoofdstuk is aangegeven welke aspecten van belang zijn als het gaat om de aanpak van overgewicht. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de wijze waarop overgewicht in Culemborg wordt aangepakt: welke organisaties spelen een rol, wie doet wat en welke samenwerkingsverbanden zijn er? 3.1 WIE DOET WAT IN CULEMBORG RONDOM OVERGEWICHT? Hieronder worden de verschillende organisaties en hun activiteiten nader toegelicht. Deze organisaties zijn als volgt geclusterd: • Gemeente - volksgezondheidsbeleid, sportbeleid, stedelijke vernieuwing en kleine stedenbeleid, speelruimtebeleid en beleid op het gebied van jeugdgezondheidszorg en onderwijs. • Jeugdgezondheidszorg - thuiszorg en GGD. • Overige gezondheidszorg - huisartsen, diëtisten, kindergeneeskunde, verloskundigen. • Onderwijs en kinderopvang - basis- en voortgezet onderwijs, kinderdagverblijven. • Welzijn - jongerenwerk. 3.1.1 De gemeente De gemeente Culemborg heeft een taak in het bevorderen en beschermen van de volksgezondheid van haar burgers19. Het is de bedoeling dat de gemeente daartoe iedere vier jaar een gemeentelijke nota volksgezondheidsbeleid vaststelt, het vastgestelde beleid uitvoert en daarover verantwoording aflegt. Veel van het gezondheidsbeleid van de gemeente Culemborg wordt op regionaal niveau ontwikkeld, samen met alle gemeenten uit de regio Rivierenland. Dit regionale beleid moet worden omgezet in gemeentelijk beleid dat specifiek op de inwoners van Culemborg van toepassing is. Volksgezondheidsbeleid De gemeente Culemborg heeft op dit moment geen beleid dat zich specifiek richt op de preventie van overgewicht. Het probleem overgewicht was in 2003 al bekend en is destijds als speerpunt benoemd, naast vier andere speerpunten. De gemeenteraad koos er toen echter voor om drie van de vijf speerpunten uit te werken, waarbij overgewicht afviel. In de meest recente nota volksgezondheidsbeleid20 van de gemeente Culemborg is het onderwerp dan ook niet opgenomen. Ook op de begroting 2007 van de gemeente ontbreekt het onderwerp. Eén van de wel gekozen speerpunten van de huidige nota volksgezondheidsbeleid is extra aandacht voor mensen met een lage sociaal-economische status.
19 20
Op basis van de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv). Nota Volksgezondheid. Gepokt en gemazeld. Culemborg: maart 2004.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
21
Het beleid gericht op sociaal-economische gezondheidsverschillen is in eerste instantie regionaal uitgewerkt21. In de uitwerking is onder meer gekozen voor het bevorderen van gezond gedrag en het aanpakken van overgewicht bij mensen met een lage sociaal-economische status. De invulling van dit regionale beleid is nog in ontwikkeling. De gemeente Culemborg heeft het plan om in 2008 een nieuwe nota gemeentelijk gezondheidsbeleid uit te brengen. Beleidsambtenaren van de gemeente geven aan dat overgewicht in deze nieuwe nota (waarschijnlijk) als speerpunt zal worden aangemerkt. Enkele gemeentelijke beleidsterreinen richten zich niet direct op overgewicht, maar wel op de oorzaken ervan: Sportbeleid Het gemeentelijk beleid op het gebied van breedtesport kent vier doelgroepen: jongeren, ouderen, allochtonen en gehandicapten. Voor jongeren wordt met name ingezet op het vergroten van de mogelijkheden om hen te laten kennismaken met sporten. Zo organiseert de breedtesportconsulent, die via de Gelderse Sport Federatie in de gemeente actief is, sportclinics op scholen. Naast het inzetten van een breedtesportconsulent ondersteunt de Gelderse Sport Federatie de gemeente Culemborg ook door het aanbieden van bewegingsbevorderingsprogramma’s, bijvoorbeeld op sportverenigingen en scholen. De gemeente heeft een discussienota opgesteld22, als opmaat naar de nota sportbeleid die in 2007 uitkomt. In dat kader kijkt de gemeente op welke manier schoolsport, bewegingsonderwijs en georganiseerde sport meer op elkaar kunnen worden afgestemd. Stedelijke vernieuwing en kleine stedenbeleid De gemeente beoogt de kwaliteit van wonen in oudere wijken en gebieden in de stad te verbeteren23. In de Staatsliedenbuurt, Nieuwstad en Achter de Poort wordt gekeken naar de woningvoorraad, de verbetering van leefbaarheid, (ervaren) veiligheid, de verkeersveiligheid en bevordering van bewonersparticipatie. Het kleine stedenbeleid richt zich op het verbeteren van de sociale aspecten van de wijken en de stedelijke vernieuwing op het verbeteren van de fysieke aspecten. Het bevorderen van bewegen in de openbare ruimte is niet als expliciete doelstelling in de plannen opgenomen. Speelruimtebeleid In het speelruimteplan van 2001 geeft de gemeente aan hoe de ruimte voor kinderen is verdeeld over de stad. In het bestemmingsplan zijn speelruimten echter niet herkenbaar onderscheiden. Sinds kort wordt er in het speelruimtebeleid een relatie gelegd met bewegingsonderwijs.
21
Ontwerpplan en Uitvoeringsprogramma Sociaal-economische gezondheidsverschillen (SEGV). Regio Rivierenland: 2006-2010. 22 Sport en bewegen in Culemborg. Discussienota Sport, januari 2006. 23 In het kader van het Ontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
22
Beleid jeugdgezondheidszorg en onderwijs Het beleid op het gebied van de jeugdgezondheidszorg richt zich onder meer op het stimuleren van opvoedingsvaardigheden en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Het beleid over de voorschoolse periode is erop gericht sociaal-emotionele, motorische achterstanden en taalachterstanden te verminderen. Wat betreft de onderwerpen zorg en school bekijkt de gemeente in overleg met de scholen voor welke zorg de school verantwoordelijk zou moeten zijn en voor welke zorg anderen dan de school verantwoordelijk zijn. 3.1.2 De jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg is bedoeld voor nul- tot negentienjarigen. In Culemborg levert de Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk Rivierenland (STMR) de zorg aan nul tot vierjarigen op het consultatiebureau. De GGD Rivierenland verzorgt de zorg voor kinderen van vier tot negentien jaar op de scholen. Consultatiebureau De medewerkers van het consultatiebureau zien kinderen tussen de nul en vier jaar op dertien momenten. Ze volgen hun ontwikkeling om mogelijke problemen te voorkomen en deze zo vroeg mogelijk te signaleren en aan te pakken24. Daarnaast kunnen ze risicogroepen extra zorg bieden, bijvoorbeeld in de vorm van opvoedkundige ondersteuning. Sinds maart 2006 registreren de medewerkers van het consultatiebureau het overgewicht bij kinderen boven de twee jaar, in het kader van het project Riversize (zie pagina 22). Zij stellen vast of een kind overgewicht of obesitas heeft wanneer het sterk afwijkt van de gebruikelijke lengte en gewicht in zijn leeftijdscategorie: • Wanneer is vastgesteld dat een kind overgewicht heeft, kan een jeugdverpleegkundige op huisbezoek gaan, wanneer de ouders dit willen. Het is de bedoeling om door het huisbezoek meer zicht te krijgen op de oorzaken van het overgewicht en om ouders te motiveren voor ondersteuning bij de aanpak van het overgewicht. • Wanneer is vastgesteld dat een kind obesitas heeft, dan verwijst de jeugdarts of –verpleegkundige door naar de kinderarts. Ook stimuleren de medewerkers van het consultatiebureau dat moeders borstvoeding geven. Verder hebben de jeugdverpleegkundigen een inloopspreekuur op peuterspeelzalen, om vragen die bij ouders leven te beantwoorden. GGD De medewerkers van de jeugdgezondheidszorg zien kinderen tussen de vier en negentien jaar op drie momenten. De jeugdarts ziet de kinderen in groep twee van het basisonderwijs en de VMBO-leerlingen uit het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs (VO). De sociaal-verpleegkundige ziet de kinderen in groep zeven van het basisonderwijs en de HAVO/VWO-leerlingen uit het tweede leerjaar van het VO. Daarnaast is het mogelijk om kinderen op afroep te zien. Verder is er op basisscholen het infopunt opvoeding. Afhankelijk van de vragen die ouders op het infopunt stellen kan overgewicht
24
Dit betreft de uitvoering van het uniforme deel van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
23
aan de orde komen. Ook participeert de jeugdarts in de zorgadviesteams van de VO-scholen en van twee basisscholen. Riversize Het project Riversize, een gezamenlijk project van STMR en de GGD, beoogt het percentage kinderen in de regio Rivierenland van nul tot negentien jaar met (neiging tot) overgewicht te stabiliseren. In het kader van dit project worden alle kinderen op de contactmomenten van de jeugdgezondheidszorg gewogen en gemeten. Kinderen met (neiging tot) overgewicht en hun ouders worden krijgen extra individuele ondersteuning in een consult of huisbezoek en/of worden daarna - indien nodig - doorverwezen naar een cursus voor kinderen met overgewicht, diëtist of kinderarts25. Naast signalering en doorverwijzing voorziet dit project in advisering. De GGD, STMR en de Gelderse Sport Federatie26 geven gezamenlijk advies over mogelijke lokale activiteiten ter preventie van overgewicht aan scholen, peuterspeelzalen en gemeenten. De daadwerkelijke advisering is nog niet gestart, om organisatorische redenen. 3.1.3 Overige gezondheidszorg Er zijn in Culemborg twee samenwerkingsverbanden van huisartsen, er is één verloskundigenpraktijk en er zijn twee diëtistenpraktijken. Daarnaast biedt de STMR diëtetiek aan. Wanneer ze een ziekenhuis bezoeken, gaan mensen uit Culemborg over het algemeen naar het Ziekenhuis Rivierenland in Tiel of het St. Antoniusziekenhuis in Nieuwegein. Het ziekenhuis Rivierenland in Tiel heeft ook een nevenvestiging in Culemborg. Daar wordt twee keer per week een kinderpolikliniek gehouden. Diëtisten De diëtisten van de STMR begeleiden individuele jongeren. In het algemeen verwijzen huisartsen, jeugdartsen of artsen van het consultatiebureau de jongeren naar de diëtisten, maar ouders kunnen ook direct naar de diëtist gaan. Bij de begeleiding van kinderen is gewichtsverlies geen doel op zich. Het uitgangspunt is meestal gewichtsbehoud; omdat kinderen nog groeien kan door gewichtsbehoud op langere termijn de juiste verhouding van lengte en gewicht worden bereikt. Huisartsen Huisartsen kunnen overgewicht bij jongeren signaleren en hen adviseren. Vanuit de beroepsvereniging en het Nederlands Huisartsen Genootschap wordt geen specifieke aanpak van overgewicht bij kinderen gepropageerd. Het is niet bij alle huisartsen gebruikelijk om jongeren met overgewicht op hun gewicht aan te spreken, als zij een hulpvraag hebben die niet met het onderwerp te maken heeft.
25
26
Zoals in het overbruggingsplan voor kinderen met overgewicht is beschreven. BulkBunschoten AMW, Renders CM, Van Leerdam FJM, Hirasing RA. Overbruggingsplan voor kinderen met overgewicht. Methode voor individuele primaire en secundaire preventie in de jeugdgezondheidszorg. Amsterdam: VUMC, 2005. Onlangs is het project omgedoopt tot Riversize, B-Fit!, gezien de samenwerking met de Gelderse Sport Federatie.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
24
Verloskundigenpraktijk De verloskundige is actief in het aanpakken van zeer ernstig overgewicht bij zwangeren, in het kader van de preventie van zwangerschapsdiabetes. Ook besteedt ze aandacht aan het belang van het geven van borstvoeding. Kinderpoli Ziekenhuis Rivierenland Tiel De afdeling kindergeneeskunde behandelt enkele keren per jaar kinderen voor vetzucht (adipositas). Binnen de afdeling zijn geen afspraken hoe met overgewicht en obesitas wordt omgegaan, wanneer kinderen voor iets anders worden doorverwezen. Ongeveer tien procent van alle patiënten van de kinderafdeling van het ziekenhuis komt uit Culemborg. Overgewichtpoli St. Antoniusziekenhuis 6,5 procent van de patiënten op de kinderafdeling komt uit Culemborg27. De overgewichtpoli is een onderdeel van de kinderafdeling van het St. Antoniusziekenhuis. Het uitgangspunt van de overgewichtpoli is dat alle kinderen met overgewicht op dezelfde manier worden behandeld. Huisartsen kunnen kinderen en jongeren naar de overgewichtpoli verwijzen, bijvoorbeeld op initiatief van de ouders. Wanneer medische oorzaken zijn uitgesloten, verwijst de poli de kinderen door naar beweeg- en voedingsprogramma’s voor kinderen met overgewicht (Fitkids of Fffunfittt). Na zes maanden komen de kinderen nog een keer op de poli om het resultaat te bespreken. Fffunfittt wordt aangeboden in IJsselstein en Houten. Het programma richt zich speciaal op kinderen met overgewicht. Het doel is om op een leuke manier een goede balans te vinden tussen voeding en beweging, waarbij een BMI-daling van twee punten wordt nagestreefd. Het programma duurt zeventien weken en kent drie onderdelen: • bewegen onder begeleiding van een kinderfysiotherapeut; • groepsvoorlichting door de diëtist; • (groeps)gesprekken met een psycholoog. Fitkids wordt aangeboden in Geldermalsen en duurt 26 weken. FitKids richt zich op gehandicapte of chronisch zieke kinderen met verschillende achtergronden, inclusief kinderen met overgewicht. Het kind krijgt eerst een intake bij de kinderfysiotherapeut, aan de hand daarvan wordt een individueel bewegingsprogramma samengesteld dat kan worden uitgevoerd zowel individueel als in groepsverband. De cursus heeft als doel de kinderen te stimuleren om te bewegen met plezier, inzicht te geven in relatie tussen beweging, voeding en overgewicht en inzicht te geven in een gezond eetpatroon. Voor FitKids is een verwijzing kinderfysiotherapie nodig. 3.1.4 Onderwijs en kinderopvang Culemborg telt dertien basisscholen. Er zijn twee brede (basis)scholen, waarvan een nog in de ontwikkelingsfase is. Daarnaast zijn er twee scholen voor voortgezet onderwijs. Eén van deze VO-scholen verzorgt ook het praktijkonderwijs. Er zijn vier aanbieders voor kinderopvang.
27
Deze kinderen komen niet allemaal speciaal voor de overgewichtpoli.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
25
Basisscholen Er is geen sprake van een gericht en eenduidig beleid ten aanzien van overgewicht op de in ons onderzoek betrokken scholen. Wel worden er activiteiten uitgevoerd op het gebied van voeding en bewegen. Zo krijgen de kinderen een aantal uren bewegingsonderwijs per week, meestal door de groepsleerkracht. Ook hebben de basisscholen regels voor trakteren opgenomen in hun schoolgids en geven ze algemene voorlichting aan kinderen en ouders over gezonde voeding en dergelijke. Er zijn momenteel geen initiatieven om (preventie van) overgewicht op te nemen in de programmering van de activiteiten van de brede scholen. Scholen voor voortgezet onderwijs De reguliere VO-scholen hebben het onderwerp overgewicht niet in het schoolbeleid opgenomen, met uitzondering van de locatie voor praktijkonderwijs. Beide scholen voeren wel activiteiten uit op het gebied van voeding en bewegen. Zo bieden ze gezonde voeding aan in de kantine. De scholen bieden, naast de reguliere gymlessen, ook extra sportactiviteiten aan. Het Koningin Wilhelmina College, één van de VO-scholen, heeft in de onderbouw een project waarin de nadruk ligt op gezonde voeding en voldoende beweging. Daarnaast biedt de school voor alle afdelingen sportactiviteiten aan op de vrijdagmiddag. Kinderdagverblijven Het - in het onderzoek opgenomen - kinderdagverblijf heeft een voedingsbeleid, dat onderdeel uit maakt van het algehele beleidsplan. Volgens de directeur van het kinderdagverblijf steunen de ouders dit beleid. De regel is dat er geen snoep wordt gegeven; wanneer ouders snoep als traktatie geven wordt het mee terug gegeven. De kinderen eten een broodmaaltijd in de opvang en eten er ook tussendoortjes (fruit, yoghurt, soepstengel). 3.1.5 Welzijn Culemborg kent één brede welzijnsorganisatie voor alle inwoners van Culemborg die ondersteuning nodig hebben. Jongerenwerk Het jongerenwerk is een onderdeel van de welzijnsorganisatie ELK. De jeugden jongerenwerkers vangen de jeugd op in het jongerencentrum en hebben een bus om jongeren op te vangen op plaatsen waar geen eigen plek is voor jongeren en in de buurt van hang- en overlastplekken. Daar bieden ze sporten spelactiviteiten aan die zijn gericht op verschillende groepen jongeren (meiden, jongens, allochtone groepen). Door middel van sport en spel werken de jongerenwerkers aan gedragsaspecten als leren omgaan met agressie en samenwerken. De jeugd- en jongerenwerkers hebben verder een rol in het signaleren van problemen van jongeren. 3.1.6 Samengevat Samengevat kan het volgende worden gesteld: • De gemeente voert geen beleid voert op het gebied van overgewicht. • In andere beleidsterreinen op het gebied van oorzaken van overgewicht is geen relatie gelegd met de aanpak van overgewicht. Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
26
• •
De jeugdgezondheidszorg adviseert, signaleert en intervenieert bij overgewicht, met name in het kader van het project Riversize; Ook andere organisaties bieden verschillende activiteiten aan op het gebied van overgewicht, voeding of bewegen, zowel voor jongeren met als zonder overgewicht.
3.2 WELKE SAMENWERKINGSVERBANDEN ZIJN ER? Er zijn binnen Culemborg verschillende samenwerkingsverbanden tussen professionals die een rol kunnen hebben in de aanpak van overgewicht28. Gemeente De gemeente heeft de volgende samenwerkingsverbanden: • Samenwerking tussen de Gelderse Sport Federatie en de gemeente, waarbij een breedtesportconsulent van de sportfederatie werkzaam is voor de gemeente Culemborg. De consulent initieert en ondersteunt allerlei initiatieven op het gebied van sport in de gemeente. • Sportadviesraad met gemeente, vertegenwoordigers van sportverenigingen en vertegenwoordigers van scholen. En wordt ook een ‘ongeorganiseerde sporter’ uitgenodigd om deel te nemen aan de raad. • Samenwerking in wijkteams tussen de wijkmanagers van de gemeente, welzijnswerk, wijkagenten van de politie en de woningcorporatie. • Kernnetwerk dat gericht is op het verbeteren van de leefbaarheid en bestaat uit een interventiewerker, de politie, raad voor de kinderbescherming, jeugdreclassering, het maatschappelijk werk en scholen. Samenwerking STMR en GGD De STMR en de GGD werken samen in het kader van de integrale jeugdgezondheidszorg voor kinderen van nul tot negentien jaar. Deze samenwerking is vastgelegd in een intentieverklaring tot samenwerking. STMR en GGD werken specifiek rondom overgewicht samen in Riversize. Samenwerking jeugdartsen en kinderartsen Twee maal per jaar komen de jeugdartsen van het consultatiebureau en de GGD en de kinderartsen van het ziekenhuis Rivierenland bij elkaar om activiteiten te initiëren en af te stemmen rondom gezondheidsonderwerpen. Het thema overgewicht en het project Riversize is hier verschillende keren besproken. Platform Eerstelijnszorg Culemborg Het Platform eerstelijnszorg Culemborg (PEC) komt een vier keer per jaar bij elkaar, op initiatief van de gemeente. Aan het overleg nemen onder meer deel: huisartsen, fysiotherapeuten, maatschappelijk werker(s), verloskundigen, psychologen en thuiszorg. Alle professionals uit de eerste lijn hebben daarnaast de mogelijkheid om elkaar informeel te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen binnen het Culemborgs Overleg Eerstelijnsgezondheidszorg (COEL). Sinds kort worden binnen het COEL ook themabijeenkomsten georganiseerd, zoals onlangs over kindermishandeling. 28
Er is voor gekozen om samenwerkingsverbanden tussen professionals van dezelfde discipline hier buiten beschouwing te laten.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
27
Multidisciplinaire zorgteams scholen De scholen voor voortgezet onderwijs hebben een zorgadviesteam, waarin ze samenwerken met professionele zorgverleners. In het basisonderwijs hebben twee scholen een multidisciplinair zorgteam, de andere basisscholen hebben geen samenwerkingsnetwerk met zorginstellingen. Samengevat Er is één samenwerkingsverband gericht op de aanpak van overgewicht, te weten de samenwerking in Riversize. Daarnaast is er een aantal samenwerkingsverbanden dat zich richt op de oorzaken van overgewicht (zoals te weinig bewegen) of jongeren. In de andere genoemde samenwerkingsverbanden is overgewicht niet aan de orde. Deze samenwerkingsverbanden zouden in de aanpak van overgewicht wel dienst kunnen doen, aangezien verschillende professionals met een rol in de aanpak van overgewicht daarin bij elkaar komen.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
28
4 HOE VERLOOPT DE AANPAK VAN OVERGEWICHT IN CULEMBORG? In het vorige hoofdstuk is beschreven welke activiteiten er in Culemborg plaatsvinden om (oorzaken van) overgewicht aan te pakken. Dit hoofdstuk beschrijft hoe jongeren, ouders en professionals aankijken tegen de preventie, signalering en behandeling van overgewicht. Ook wordt gekeken hoe de aanpak van overgewicht in de praktijk verloopt, op basis van de - in hoofdstuk 2 genoemde - criteria voor een goede aanpak van overgewicht. 4.1 PREVENTIE Een van de voorwaarden voor goede preventie is dat de professionals, ouders en jongeren het probleem herkennen. Verder is het belangrijk dat er inzicht is in de resultaten van de preventie, dat de activiteiten op elkaar zijn afgestemd en dat de preventie-activiteiten jongeren in het algemeen en risicogroepen in het bijzonder bereiken. 4.1.1 Hoe kijken professionals, jongeren en ouders tegen preventie aan? Probleemherkenning professionals Hoewel alle professionals ervan op de hoogte zijn dat het percentage kinderen met overgewicht in Nederland stijgt geven ze het probleem overgewicht ten opzichte van andere problemen geen hoge prioriteit. Zo zegt iemand van een school: ‘Het is niet zo dat overgewicht bij ons als non issue wordt gezien maar er wordt niet meteen mee aan de slag gegaan. Er zijn andere prioriteiten’. Ook wordt bijvoorbeeld aangegeven dat het aanpakken van overgewicht voor gemeenteraden geen ‘spannend’ onderwerp is en dat er meer urgente problemen zijn. De professionals zijn er niet van op de hoogte dat het percentage jongeren met overgewicht in Culemborg hoger is dan in andere gemeenten in de regio. Dat de cijfers voor ITJ reden waren om in Culemborg onderzoek te doen, heeft veel professionals verbaasd. Eén van de professionals verwoordt dat als volgt: ‘Culemborg staat binnen onze organisatie niet bekend als de gemeente met de meeste risico’s op overgewicht’. Probleemherkenning jongeren en ouders Culemborgse ouders vinden overgewicht een groot probleem waar echt iets aan gedaan moet worden (82 procent). Ook de jongeren zelf vinden overgewicht een belangrijk probleem. Een van de jongeren zegt hierover: ‘Overgewicht is eigenlijk net zo erg als roken. Er is te weinig informatie over de gevolgen van overgewicht. Dus moet er veel meer aan gedaan worden.’ Jongeren noemen hierbij met name gezondheidsredenen (63 procent). Daarnaast vinden jongeren het niet mooi om overgewicht te hebben (51 procent). De jongeren die zelf overgewicht hebben, hebben daar last van. Dit manifesteert zich op verschillende manieren: • Gezondheid - de jongeren hebben last van hun gewrichten, vinden dat ze er een slechte conditie door hebben en kunnen dan niet meekomen tijdens sportactiviteiten.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
29
• •
Uiterlijk - ze voelen zich minder mooi dan anderen, zijn onzeker over hun uiterlijk en vinden het kopen van leuke kleding een probleem. Sociale en psychische confrontatie - ze worden gepest of zijn bang gepest te worden en buiten de groep te vallen (je vindt bijvoorbeeld geen danspartner).
Ook ouders van kinderen met overgewicht zien negatieve gevolgen voor de gezondheid en zijn bang dat hun kind gepest wordt. Daarnaast relateren de ouders de gevaren van overgewicht aan conflictsituaties in hun gezin; de ouders hebben onenigheden met hun kinderen (gehad) over overgewicht, eten en bewegen. Oorzaken volgens professionals Professionals noemen drie belangrijkste oorzaken van overgewicht in de persoonlijke sfeer: ongezonde eetgewoonten, onvoldoende bewegen en opvoedingsproblemen (eten als troost, geen nee kunnen zeggen). Overgewicht komt volgens de professionals vaker voor onder mensen met een lage sociaal-economische status (ses) en onder allochtonen. Dat overgewicht meer voorkomt in Culemborg kan volgens professionals te maken hebben met het relatief hoge aantal laag opgeleiden in de gemeente29. Een andere verklaring – die professionals noemen - betreft de semi-stedelijke structuur van Culemborg waardoor er niet in alle wijken mogelijkheden zijn om buiten te spelen. Geen van de professionals beschikt overigens over informatie om deze verklaringen te ondersteunen. Een onderzoek waarin naar verklaringen voor overgewicht in Culemborg is gezocht, ontbreekt. Oorzaken volgens jongeren en ouders De jongeren met overgewicht en hun ouders geven verschillende oorzaken voor het feit dat zij overgewicht hebben. Een deel van die oorzaken ligt in het persoonlijke domein: • verkeerde eetgewoonten van de jongere - geen ontbijt, te veel eten, twee keer meedoen met avondeten omdat ouders apart van elkaar eten. • persoonlijke problemen - scheiding ouders en somberheid. • ontbreken van structuur en discipline. • erfelijkheid en medische oorzaken. Met betrekking tot voeding lijken jongeren met overgewicht het moeilijker te vinden om gezond te eten en te drinken dan hun leeftijdsgenoten zonder overgewicht. Zowel jongeren met als jongeren zonder overgewicht zien belemmeringen in de omgeving om gezond te eten. Ze zouden dan ook graag willen dat groente en fruit goedkoper werd gemaakt (figuur 1).
29
Ten opzichte van andere gemeenten in de provincie Gelderland.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
30
Figuur 1: jongeren over wat zij met betrekking tot voeding zouden willen om overgewicht te voorkomen. Ik zou willen dat...
groente en fruit goedkoper wordt gemaakt
er minder reclame zou zijn over snoep
meer lessen over gezonde voeding en leefstijl
snoepautomaten op scholen worden verwijderd
ik beter wist wat gezond is
0
20
40
60
80
100
120
140
160
aantal keer genoemd
De jongeren noemen het gebrek aan bewegen niet als oorzaak van hun overgewicht. Ouders vinden gebrek aan bewegen wel één van de oorzaken van het overgewicht van hun kind. Zij geven daarbij aan dat kinderen in Culemborg niet overal goed buiten kunnen spelen: verschillende schoolpleinen zijn afgesloten na schooltijd en op de speelvelden staan vaak groepen oudere jongeren, waardoor kleinere kinderen er niet durven spelen. Verantwoordelijkheden Veel professionals vinden dat ouders een grote rol hebben in de preventie van overgewicht. Ook de ouders vinden bijna allemaal dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het voorkomen van overgewicht bij hun kinderen. Ook zien zij een verantwoordelijkheid voor de kinderen zelf en voor de school (zie figuur 2). De jongeren vinden hun ouders eveneens belangrijk bij het voorkomen van overgewicht. Er is hun gevraagd van wie zij hulp zouden willen wanneer zij overgewicht zouden hebben. De jongeren zouden dan graag hulp willen van hun ouders. Ook verwachten ze hulp van vrienden en van de huisarts.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
31
Figuur 2: Actoren die volgens ouders een rol hebben in het voorkomen van overgewicht. Verantwoordelijk voor de preventie van overgewicht
ouders kinderen school GGD gemeente 0
100
200
300
400
500
600
aantal keer genoemd
Verschillen en overeenkomsten Er zijn verschillen en overeenkomsten in de wijze waarop ouders, kinderen en professionals aankijken tegen het probleem en de aangrijpingspunten voor preventie: • Ouders en jongeren vinden overgewicht een belangrijk probleem. Professionals daarentegen zien het als een van de vele problemen en herkennen de grootte van het probleem in Culemborg niet. • Ouders zien zichzelf als de eerst verantwoordelijke in de preventie en aanpak van overgewicht. Ook professionals vinden dat. • Ouders willen graag hulp van professionals bij de preventie van overgewicht. Ook professionals zien hierin voor zichzelf een rol, maar geven aan dat ze ook andere problemen moeten aanpakken. • Zowel ouders en professionals zien voeding en beweging als belangrijke oorzaken voor overgewicht. Jongeren met overgewicht noemen gebrek aan bewegen niet als oorzaak voor hun overgewicht. Wel zien zowel jongeren, ouders als professionals belemmeringen in de omgeving die gezond gedrag in Culemborg bemoeilijken. 4.1.2 Hoe verloopt de preventie? Inzicht in de bijdrage van de preventie aan het voorkomen van overgewicht Zonder lokale gegevens over overgewicht, voeding en bewegen is het niet mogelijk om inzicht te verkrijgen in de resultaten van de preventie van overgewicht in Culemborg. Ook zijn daarvoor gegevens nodig over risicogroepen en het bereik van de activiteiten. Professionals hebben momenteel echter weinig inzicht in de resultaten van de preventie in Culemborg. Ze kennen weinig lokale gegevens over overgewicht, voeding en bewegen in Culemborg. Ook is het hen niet duidelijk bij welke groepen in Culemborg overgewicht meer voorkomt. De beschikbare gegevens van de GGD zijn bij veel anderen (waaronder de gemeente, basisscholen, huisartsen)
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
32
niet bekend. Verder zijn er geen gegevens over bereikte en niet-bereikte groepen. Afstemming en regie Voor het boeken van resultaten is het van belang dat een of meer partijen het overzicht hebben over de aangeboden activiteiten en dat de activiteiten op elkaar worden afgestemd. Geen van de professionals heeft het overzicht of kan aangeven welke ander dit overzicht zou hebben. Wel worden de activiteiten in het kader van het project Riversize op elkaar afgestemd in overleg tussen GGD en STMR. Zo zijn er bijvoorbeeld projecten van de Gelderse Sport Federatie opgenomen in het aanbod van Riversize. De uitvoering van een aantal (preventie)onderdelen van Riversize is echter nog niet gestart door het ontbreken van geld in de gemeente Culemborg. Belemmeringen en bereik Niet op alle basis- en VO-scholen wordt aandacht gegeven aan gezonde voeding: • Zes van de tien van de Culemborgse jongeren geeft aan dat hun school voor voortgezet onderwijs aandacht besteedt aan gezonde voeding. • Twee van de tien ouders geeft aan dat de basissschool of kinderopvang van hun kind aandacht besteedt aan gezonde voeding. De scholen geven zelf eveneens aan dat zij hun regels op het gebied van gezonde voeding niet consequent toepassen. Zo verkopen zij vette en calorierijke producten in de kantine en hebben zij frisdrankautomaten30. De scholen veronderstellen dat leerlingen de producten anders bij supermarkten en eetgelegenheden in de omgeving van de school zouden kopen31. Dit zou voor overlast zorgen. Ook in 2004 gaven scholen uit de regio Rivierenland aan dat de wensen van leerlingen en een snackbar of winkel in de buurt een belemmering vormden voor het gezonder maken van het assortiment in de schoolkantine32. Twee andere belangrijke belemmeringen, die uit dat onderzoek naar voren kwamen, betroffen praktische factoren (zoals de houdbaarheid van fruit) en financiële factoren. De basisscholen passen hun regels voor traktatiebeleid en snoepen evenmin consequent toe. Verder vinden de basisscholen het moeilijk om ouders aan te spreken op de versnaperingen die leerlingen van hun ouders mee naar school krijgen, omdat ouders hen dit niet altijd in dank zouden afnemen. De basisscholen brengen naar voren dat de kwaliteit van het bewegingsonderwijs onder druk staat. Het aantal uren is minimaal en de vakdocenten zijn grotendeels verdwenen. Bovendien geeft de gemeente Culemborg geen subsidie meer voor het schoolzwemmen. Ook de scholen voor voortgezet onderwijs geven aan dat het aantal uren lichamelijke opvoeding beperkt is. De Culemborgse jongeren bevestigen dit beeld:
30
31
32
Het Koningin Wilhelmina College is bezocht in het kader van een onderzoek van de voedselen warenautoriteit. Dit onderzoek ging over de vraag in hoeverre scholen voldeden aan de richtlijnen van het voedingscentrum voor een gezonde schoolkantine. De leerlingen in de onderbouw mogen het schoolplein niet verlaten, maar leerlingen van de bovenbouw wel. Brinkhof MJ. Schoolkantines in het Rivierenland. Een onderzoek naar het assortiment. Een scriptie in het kader van de opleiding tot jeugdarts. Leiden: TNO, 2004.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
33
49 procent van de jongeren tussen de twaalf en achttien jaar heeft twee uur per week gym en 32 procent slechts één uur. Een van de oorzaken voor het beperkte aantal uur is de te lage beschikbaarheid van de gymlokalen tijdens schooltijd. De scholen organiseren buiten schooltijd sportactiviteiten voor de leerlingen. Een aanzienlijk deel van de jongeren maakt hiervan gebruik: 55 procent van de jongeren doet wel eens mee met de sportactiviteiten na schooltijd. Buiten school kunnen jongeren ook terecht bij sportverenigingen. Culemborgse ouders en jongeren zeggen over het algemeen tevreden te zijn over de mogelijkheden om in Culemborg te sporten. Wel geven de jongeren aan eerder of meer te gaan sporten wanneer sporten goedkoper zou zijn en wanneer ze meer mensen zouden kennen om mee te gaan sporten. Voor ouders zou het goedkoper maken van sport eveneens reden zijn om hun kind meer te motiveren te sporten. Ook zouden zij hun kind eerder laten sporten wanneer de route naar de sportclub veiliger zou zijn (figuur 3). Wat betreft de contributiekosten voor sportverenigingen, bestaat binnen de gemeente Culemborg de mogelijkheid een financiële tegemoetkoming te krijgen in het kader van bijzondere bijstand. De bekendheid met deze regeling is echter gering, zowel bij ouders als bij de verschillende organisaties. Figuur 3: Redenen om eerder of meer te gaan sporten. Ik/ mijn kind zou eerder of meer bij een club gaan sporten wanneer...
het minder geld zou kosten
de route veiliger zou zijn
de reistijd naar de sportclub minder lang zou zijn
mijn kind/Ik meer mensen zou kennen om mee te sporten
sportclubs andere sporten zouden aanbieden
jongeren 12-18 jaar
0
5
10
ouders
15
20
25
30
35
percentage
Veel jongeren fietsen of lopen naar school: 83 procent van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar fietst naar school en 8 procent komt met de auto. De mogelijkheden voor kinderen en jongeren om na schooltijd buiten te bewegen, zijn zeer verschillend per wijk. Verschillende professionals geven aan dat er wijken zijn waar stoepen ontbreken en dat speelveldjes niet voor alle kinderen veilig te bereiken zijn. Dit komt ook naar voren uit de leefbaarheidsmonitor, die in opdracht van de gemeente is uitgevoerd onder inwoners van Culemborg33. De wijken Achter de poort, Nieuwstad, Westerkwartier/Triosingel, Bloemenbuurt en Terweijde-staatslieden scoren 33
Thedinga en Reneman, 2006. Leefbaarheid in Culemborg.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
34
onvoldoende met betrekking tot de groenvoorziening, de speelvoorzieningen en de verkeersveiligheid Preventie gericht op risicogroepen Geen van de organisaties voert activiteiten uit die er op gericht zijn om overgewicht bij specifieke risicogroepen te voorkomen. Zo geeft bijvoorbeeld de Gelderse Sport Federatie aan dat hun projecten zich op alle kinderen richten en dat zij geen specifieke risicogroepen onderscheiden. In hoeverre risicogroepen met deze algemene preventie worden bereikt, is niet duidelijk. 4.1.3 Samengevat Kortgezegd wordt ten aanzien van preventie van overgewicht in Culemborg het volgende geconstateerd: • Professionals ervaren weinig urgentie in het aanpakken van overgewicht. • Het is onduidelijk in hoeverre de activiteiten bijdragen aan het voorkomen van overgewicht. • Gegevens over bereikte en niet-bereikte groepen ontbreken. • Er is weinig afstemming tussen de preventieactiviteiten in de praktijk. • Organisaties passen hun beleid op het gebied van voeding en bewegen niet consequent toe. • Ouders en jongeren ervaren belemmeringen om zich gezond te gedragen. • Er is geen preventie voor specifieke risicogroepen. 4.2 SIGNALERING Een goede kwaliteit van signalering houdt in dat overgewicht zo vroeg mogelijk wordt gesignaleerd, onder meer doordat professionals relevante signalen over het kind delen. Verder dient een kind met overgewicht snel te worden toegeleid naar hulp om het overgewicht aan te pakken en moet het in beeld zijn tot de behandeling effectief is gebleken. 4.2.1 Hoe kijken professionals, jongeren en ouders tegen signalering aan? De professionals zien een belangrijke rol weggelegd voor de jeugdgezondheidszorg als het gaat om het signaleren en aanpakken van overgewicht. De huisartsen zien voor zichzelf geen grote rol in het signaleren, omdat ze relatief weinig jongeren onder de achttien jaar op hun spreekuur zien. Bovendien hebben de jongeren die wél op hun spreekuur komen vrijwel nooit een hulpvraag met betrekking tot overgewicht, en het is niet gebruikelijk om op een andere vraag dan de hulpvraag in te gaan. Ook de kinderartsen van het ziekenhuis Rivierenland vinden het niet vanzelfsprekend om het overgewicht bij een kind aan te kaarten wanneer het kind met een andere hulpvraag bij de kinderpoli komt. De jongeren ontdekten dat zij overgewicht hadden door opmerkingen van hun ouders en familie. De ouders geven aan dat zij zagen dat hun kind forser was dan de andere kinderen van die leeftijd toen hun kinderen naar de peuterschool gingen. Zowel ouders als jongeren vinden het heel belangrijk dat ze er door een dokter of docent op worden aangesproken. Een jongere verwoordde het zo: ‘Overgewicht is gevaarlijk. Ook al is het niet leuk om te horen, je moet het ons wel vertellen.’
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
35
Wel willen jongeren en ouders dat professionals niet alleen vertellen dat er sprake is van overgewicht, maar ook hoe ze hier iets aan kunnen doen. 4.2.2 Hoe verloopt de signalering? Signaleren door de jeugdgezondheidszorg In de praktijk signaleert de jeugdgezondheidszorg overgewicht bij kinderen en jongeren wel, maar vaak in een laat stadium. Op basis van de in dossiers opgenomen lengte en gewicht heeft ITJ bepaald of een kind overgewicht had. In zes van de twaalf dossiers constateert de jeugdgezondheidszorg het overgewicht op het moment dat er sprake is van overgewicht. In de andere zes dossiers zit er een periode van één of meer contactmomenten tussen het moment dat er sprake is van overgewicht en het moment dat de jeugdgezondheidszorg dat signaleert (figuur 4). Dit kan oplopen tot een periode van zes jaar. Ook bij de jongen uit de trajectbeschrijving blijkt dat signaleren later gebeurt dan het moment waarop het overgewicht al aantoonbaar was (zie kader 1, blz. 40). Figuur 4: Het aantal contactmomenten van de jeugdgezondheidszorg dat zit tussen het moment dat uit het dossier van het kind blijkt dat het overgewicht heeft en het moment dat de jeugdgezondheidszorg overgewicht signaleert. Signaleren overgewicht: verschil in meetmomenten
geen een twee drie vier niet gesignaleerd
Daarnaast is het signaleren van overgewicht geen continue proces. Dit komt enerzijds doordat de jeugdgezondheidszorg de kinderen in groep zeven niet structureel weegt, zodat het signaleren van overgewicht op elfjarige leeftijd niet mogelijk is34. Anderzijds zit er vier jaar tussen het laatste contactmoment op het consultatiebureau en het eerste contactmoment met de jeugdarts en in die tijd kan er veel gebeuren. Signaleren door andere professionals Naast de jeugdgezondheidszorg kunnen ook huisartsen, kinderartsen, docenten op scholen en het jongerenwerk overgewicht signaleren. • De huisartsen richten zich niet op het signaleren van overgewicht bij kinderen. Ze geven aan slechts weinig kinderen voor overgewicht door te verwijzen naar een diëtist. Ook de diëtisten hebben de indruk dat huisartsen lang wachten voordat ze doorverwijzen.
34
Met de uitvoering van het project Riversize is hierin verandering aangebracht en worden kinderen in groep zeven van de basisschool wel structureel gewogen.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
36
• • •
De kinderartsen van het ziekenhuis Rivierenland hebben geen onderlinge afspraken over het signaleren van overgewicht. Nu signaleren sommige kinderartsen sporadisch en anderen helemaal niet. Docenten spreken leerlingen en ouders wel incidenteel aan, maar vinden het moeilijk om het onderwerp bespreekbaar te maken. De jeugd- en jongerenwerkers zouden overgewicht kunnen signaleren, maar doen dit nu nog niet. Zij zien geen problemen om de jongeren op overgewicht en ongezond gedrag aan te spreken, omdat zij de jongeren kennen.
Informatie-uitwisseling tussen professionals Er zijn geen overleggen waarin professionals signalen over kinderen met overgewicht delen. Verder verloopt overdracht van het consultatiebureau naar de GGD in de praktijk niet altijd goed. Vier van de twaalf kinderen uit de dossiers hadden overgewicht op het moment van overdracht. Bij drie van hen had het consultatiebureau het overgewicht daadwerkelijk gesignaleerd. Bij twee van deze drie werd in de overdracht overgewicht aangemerkt als risicofactor. Bij één van deze twee nam de GGD deze risicofactor daadwerkelijk over in het GGD-dossier. Acties na het signaleren van overgewicht In de praktijk blijkt dat acties na signalering makkelijk stokken: • Binnen het 20-minutenspreekuur van de jeugdarts is overgewicht niet voldoende bespreekbaar. Daarom is afgesproken dat ouders een eet- en beweegdagboek meekrijgen en het advies om een vervolgafspraak te maken voor het opstellen van een haalbaar veranderplan. Niet alle ouders maken deze vervolgafspraak. • Verder kaarten zowel de jeugdarts als het consultatiebureau het onderwerp niet aan wanneer zij het gevoel hebben dat de ouders niet willen of er problemen zijn die een hogere prioriteit hebben. • In acht van de elf dossiers onderneemt de JGZ actie op hetzelfde meetmoment als ze overgewicht constateert. Bij de andere drie dossiers volgt actie echter pas een contactmoment later35. Zicht op kinderen bij toeleiden naar hulp Drie procent van de Culemborgse jongeren tussen de twaalf en achttien jaar geeft aan dat ze vanwege overgewicht wel eens doorverwezen zijn naar een arts of diëtist. Er zijn in Culemborg nu geen afspraken rondom het doorverwijzen van kinderen met overgewicht. Er is wel schriftelijke uitwisseling van informatie, maar geen persoonlijk contact over verwijzingen tussen de diëtisten en de jeugdarts, huisarts en jeugdarts en de diëtisten en huisartsen. De diëtisten zien alleen de kinderen en ouders die zichzelf aanmelden na verwijzing. Dit zijn er jaarlijks een twintigtal. Volgens de diëtisten melden niet alle ouders en kinderen zich voor diëtetiek aan, wanneer ze daarnaar zijn verwezen. Maar gegevens over het aantal kinderen dat niet bij de diëtist aankomt ontbreken. Volgens de diëtisten zijn hoog opgeleide ouders eerder geneigd zich aan te melden bij de diëtist dan laag opgeleiden.
35
In het twaalfde dossier heeft de jeugdgezondheidszorg overgewicht niet gesignaleerd, waardoor interventie ook niet heeft plaatsgevonden.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
37
4.2.3 Samengevat In het kort kan worden geconstateerd dat: • jongeren en ouders het willen weten wanneer er sprake is van overgewicht, maar dat professionals het niet altijd tot hun taak rekenen om overgewicht aan te kaarten; • overgewicht niet of in een laat stadium wordt gesignaleerd; • professionals signalen over (het overgewicht van) kinderen niet vaak delen; • er na het signaleren niet altijd direct actie wordt ondernomen; • niet alle kinderen waarbij overgewicht is gesignaleerd worden toegeleid naar hulp; • het risico bestaat dat kinderen uit beeld raken voordat hun behandeling start door het ontbreken van afspraken over verwijzing en terugkoppeling. 4.3 BEHANDELING VAN OVERGEWICHT De behandeling van overgewicht moet passen bij de behoeften en mogelijkheden van de jongeren en ouders en moet zijn gericht op het verminderen van het probleem. Verder is het belangrijk dat wordt gekeken of de behandeling het beoogde resultaat bereikt, dat professionals indien nodig informatie uitwisselen over het resultaat en dat actie wordt ondernomen wanneer het beoogde resultaat niet is bereikt. 4.3.1 Hoe kijken professionals, jongeren en ouders tegen behandeling aan? Behandeling volgens professionals Veel professionals vinden dat ouders een grote rol hebben in de preventie, signalering en behandeling van overgewicht. Hoewel de professionals de ouders een grote verantwoordelijkheid toekennen, ervaren zij het als knelpunt dat de behandelingen in grote mate vrijblijvend zijn. Indien ouders niet ingaan op de aangereikte behandeling hebben professionals het gevoel dat zij met lege handen staan. Tegelijkertijd geven ze aan dat ouders zich niet gemakkelijk laten aanspreken op de leefwijze en het ongezond gedrag van hun kind en hun gezin. Daardoor zijn de professionals er huiverig voor dat het aanspreken van ouders ten koste gaat van hun relatie met de ouder. Zo hecht het consultatiebureau er sterk aan de contacten met de gezinnen vast te houden, ook als dit betekent dat er maar kleine stapjes kunnen worden genomen om overgewicht aan te pakken. Naast het feit dat het moeilijk is om overgewicht en ongezond gedrag aan te kaarten bij ouders geven professionals aan dat het ook voorkomt dat familie en vrienden zich er mee bemoeien. Eén professional verwoordt dat als volgt: ‘Familieleden vinden het vaak zielig voor kinderen wanneer hen snoep onthouden wordt. Ouders moeten dus ook familieleden ervan overtuigen dat het overgewicht van hun kind een probleem is’.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
38
Behandeling volgens ouders en jongeren Ouders met overgewicht vinden het krijgen van begeleiding wanneer hun kind overgewicht zou hebben belangrijker dan ouders zonder overgewicht. Ouders zonder overgewicht kiezen er eerder voor om zelf bewegen en gezonde voeding bij hun kinderen te stimuleren. In tegenstelling tot ouders met overgewicht lijken jongeren met overgewicht er eerder voor te kiezen van niemand hulp te willen dan jongeren zonder overgewicht (figuur 5): van de jongeren die van niemand hulp willen is het aandeel jongeren met overgewicht groter, dan van de jongeren die graag hulp zouden willen van vrienden, hun ouders, de huisarts of hun mentor. De ouders beschrijven dat de acties van de jeugdgezondheidszorg vaak niet verder gaan dan het maken van een nieuwe afspraak om na een jaar te kijken hoe het er nu voor staat. De ouders ervaren dat als onvoldoende. Verder hebben ouders en jongeren vaak een ander resultaat voor ogen dan professionals. Professionals zijn voorzichtig om gewichtsverlies als doel te nemen. Het uitgangspunt is dan gewichtsbehoud bij lengtegroei. Ook pleiten andere professionals ervoor om minder nadruk te leggen op bewegen en voeding en meer nadruk te leggen op acceptatie van het overgewicht bij kinderen, om zo psychische problemen te voorkomen. Ouders en jongeren zijn hiervan niet altijd op de hoogte en willen wel afvallen. Figuur 5: Van wie jongeren hulp zouden willen wanneer zij overgewicht zouden hebben, onderverdeeld naar jongeren met en zonder overgewicht. Gewenste hulp bij overgewicht
niemand
mentor
huisarts
ouders
vrienden
0
10
20
30
40
geen overgewicht
50
60
70
80
90
100
percentage
overgewicht
4.3.2 Hoe verloopt de behandeling? Hulp bij overgewicht door de jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg neemt na het signaleren van overgewicht met name inventariserende acties: inventariseren voeding, bewegen of bepalen motivatie (figuur 6). Uit slechts één van de twaalf dossiers is op te maken dat de jeugdgezondheiszorg na de inventarisatie van voeding, beweging of motivatie afspraken maakt met de jeugdige en/of de ouders om verandering te bewerkstelligen. Twee kinderen worden verwezen naar de diëtist vanwege
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
39
hun overgewicht. Ze hebben dan al gedurende drie en zes jaar overgewicht. Verder kan uit de dossiers niet één keer worden opgemaakt dat na een actie op het volgende meetmoment is nagevraagd wat er van die actie terecht is gekomen. Figuur 6: De acties die de jeugdgezondheidszorg onderneemt na het signaleren van overgewicht. Acties na signaleren
inventariseren voeding inventariseren bewegen pijlen motivatie doorverwijzen volgen kind huisbezoek
Behandeling door andere zorgverleners Er zijn weinig gegevens over het aantal kinderen dat vanwege hun overgewicht wordt behandeld bij diëtisten, kinderartsen of huisartsen. De diëtisten van de STMR schatten dat er jaarlijks een twintigtal kinderen uit Culemborg bij hen onder behandeling is vanwege overgewicht. Het aantal kinderen dat in 2006 in het ziekenhuis in Tiel voor vetzucht (adipositas) werd behandeld is zeven. Dit komt niet overeen met de geschatte aantallen kinderen met overgewicht en obesitas in Culemborg (respectievelijk zevenhonderddertig en tweehonderdvijftig). Via het wettelijk vastgestelde basispakket van de zorgverzekering wordt maximaal vier uur diëtetiek vergoed. Dat betekent dat een kind ongeveer zes tot zeven keer per jaar een diëtist kan bezoeken. Het is onduidelijk of het aantal consulten voldoende is om resultaat te boeken. Gegevens over de effecten van de behandeling ontbreken. Geen van de professionals kan aangeven hoeveel procent van de behandelingen succesvol zijn geweest. Informatie-uitwisseling tussen professionals Professionals hebben geen afspraken over het terugkoppelen van informatie over behandelingen. Er is wel enige schriftelijke uitwisseling van informatie, maar slechts sporadisch is er persoonlijk contact tussen de diëtisten en de jeugdarts, huisarts en jeugdarts en de diëtisten en huisartsen. Drie van de twaalf kinderen uit de dossiers is bij een diëtist onder behandeling. In deze gevallen onbreekt terugkoppeling in het dossier. Twee kinderen zijn bij de kinderarts geweest vanwege hun overgewicht. Het ene kind geeft dit aan in de zelfrapportage en het is onduidelijk in hoeverre de jeugdgezondheidszorg heeft nagevraagd hoe de behandeling verloopt. In het andere geval hebben de kinderarts en de jeugdgezondheidszorg wel gegevens met elkaar uitgewisseld om elkaar te informeren.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
40
Nazorg Het is belangrijk dat de behandeling wordt gevolgd door nazorg. De overgewichtpoli ziet bijvoorbeeld na de behandeling een terugval bij ouders en kinderen. Een jongere geeft dit als volgt aan: ‘Ik ben samen met mijn moeder naar een sportschool gegaan en we hebben samen een streng dieet gevolgd. Dit hielp wel maar het was een dieet dat moeilijk was vol te houden. Nu ben ik weer even dik’. De diëtisten gebruiken een lijst om cliënten op te zetten en nazorg te monitoren. Kinderen die voor overgewicht zijn behandeld staan hier niet standaard op. Wanneer er onvoldoende resultaat is geboekt rapporteren de diëtisten daarover aan de oorspronkelijke verwijzer. Zij volgen niet wat de verwijzer daarmee doet. De huisarts doet niets met zulk soort informatie. 4.3.3 Samengevat Wat betreft de behandeling van overgewicht komt uit het onderzoek het volgende naar voren: • Kinderen met overgewicht en hun ouders willen graag hulp die gericht is op afvallen. • De geboden behandeling is in hoge mate vrijblijvend. • Op dit moment wordt een groot deel van de kinderen met overgewicht en obesitas niet behandeld. • Professionals hebben geen gedeeld beeld over het doel van de behandeling. • De door de jeugdgezondheidszorg geboden zorg is weinig actiegericht. • Er is geen zicht op de resultaten van de behandeling. • Professionals wisselen weinig informatie uit, bijvoorbeeld wanneer een behandeling niet succesvol is. • Jongeren raken na hun behandeling uit beeld.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
41
Kader 1: Trajectbeschrijving Peter, geboren in mei 1996
Peter is een jongen van 11 jaar uit Culemborg. Hij houdt van computeren en tvkijken en niet zo van buitenspelen. Verder houdt hij van hartig eten en eet hij het liefst iedere ochtend gebakken eieren met spek. Peter heeft obesitas*. Peter komt op zeer jonge leeftijd al regelmatig bij de huisarts. Als de jongen 3,5 jaar is heeft hij zuigflescariës en doet de kaakchirurg een gebitssanering (aanbrengen van zeven vullingen en het trekken van twee melktanden/kiezen). De jongen behoort op dat moment tot de tien procent zwaarste kinderen voor zijn lengte en leeftijd. Op vierjarige leeftijd heeft Peter obesitas. Als de jongen zeven jaar is geeft de huisarts in het dossier voor het eerst aan dat de jongen te zwaar is. Er vindt geen doorverwijzing plaats. Dat zelfde jaar (groep vier) verwijst de basisschool wel naar een diëtist. De ouders geven echter geen gehoor aan deze verwijzing. De school merkt op dat Peter niet naar een diëtist is gegaan en moeder geeft aan dat het haar keuze is om ervan af te zien. Een jaar later constateert de jeugdgezondheidszorg het overgewicht en verwijst hem naar een diëtist. Opnieuw doen de ouders niets met deze verwijzing. De huisarts verwijst nogmaals na een consult van de dan bijna tienjarige jongen, waarna moeder en kind zich wel bij de diëtist melden. De diëtist meldt dat de jongen gemotiveerd is om veranderingen aan te brengen in zijn eet- en beweegpatroon. De diëtist stimuleert hem meer te bewegen en hij wordt lid van de hockeyclub. Tijdens de consulten bij de diëtist blijkt dat de moeder van Peter moeite heeft met het bereiden van gezond voedsel. Ondanks dat de jongen meer is gaan bewegen gaat zijn gewicht, na aanvankelijke daling, omhoog. Moeder en Peter vertellen dat verschillende personen in het gezin overgewicht hebben. Zij vinden het belangrijk dat alle gezinsleden Peter ondersteunen om gezond te eten: ‘anders is het moeilijk vol te houden’. Peter en zijn moeder vinden de voorlichting over gezonde voeding niet consequent en ook vinden ze dat de diëtisten geen gelijke doelen stellen. De ene diëtist beoogt gewichtsbehoud en de andere diëtist beoogt dat Peter afvalt. Zelf wil Peter graag afvallen. Peter en moeder zijn blij dat zij uiteindelijk bij de diëtist terecht zijn gekomen. Zij hadden er vooraf het beeld van dat je eenmaal bij een diëtist onder behandeling niets lekkers meer mocht eten. Dat blijkt mee te vallen. Deze trajectbeschrijving bevestigt eerdere bevindingen: • Er is in de dossiers geen informatie te vinden over het feit dat meer familieleden overgewicht hebben. • Er is sprake van obesitas wanneer Peter vier jaar oud is. Wanneer hij zeven jaar oud is, wordt het overgewicht pas daadwerkelijk gesignaleerd. • Huisarts, docent en jeugdgezondheidszorg signaleren alledrie afzonderlijk van elkaar dat er sprake is van overgewicht. Zij delen deze signalen niet met elkaar. • De verwijzing en behandeling zijn vrijblijvend. Wanneer een ouder afziet van een verwijzing wordt dit geaccepteerd. *
Hij is in januari 2007 1 meter 50 lang en hij weegt 66,4 kg. Zijn Body Mass Index (BMI: gewicht gedeeld door lengte in het kwadraat) is dan 29,9. De grens voor overgewicht ligt bij jongens van 11 jaar bij een BMI van 20,6 en de grens voor obesitas bij een BMI van 25,1.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
42
28-6-1999 1-11-2005 chronische ontsteking amandelen 10-11-2004 school, kan dwars zijn in gedrag schoolsignalen moeite met gym 12-4-2006 24-7-2006 buikkrampen , diëtist consult diëtist 20-6-2005 verslag rem .teaching tot kerst 3-12-1996 26-6-2006 oorontsteking consult diëtist 11-5-1999 29-3-2001 acute ontsteking keelamandelen 4-5-2004 20-12-2005 braken,diarree ,buikgriep kno arts school, test 12-2-1999 18-9-2006 spugen , diarree , koorts , buikgriep consult diëtist 23-8-1999 16-6-2005 verwijderen amandelen school, verbeteringen 20-10-2006 29-7-1996 7-8-1999 15-4-2003 8-3-2006 afmelding verwijzing huisarts naar huidarts buikgriep hoesten na griep . te zwaar buikkrampen 17-7-2000 verhuizing 5-12-2006 consult diëtist 24-2-1999 waterpokken
1-1-1997
1-1-1998
22-5-1996
1-1-1999
1-1-2000
1-1-2001
14-10-1999 verwijzing oogheelkunde
1-1-2002
1-1-2003
1-1-2004
1-1-2005
1-1-2006
1-1-2007 31-1-2007
6-5-2003 test remedial teaching
4-12-1998 acute infectie luchtwegen 14-3-1997 20-12-1999 verwijzing huisarts naar huidarts zuigflescaries , kaakchirurg, gebitssanering
23-3-2004 hoort slecht , kno en diëtist
20-11-2006 consult diëtist 29-5-2006 Behandeling diëtist
6-4-2005 leerlingbespreking met ouders 3-11-2003 advies school diëtist
1-5-2004 GGD , overgewicht , diëtist en bewegen
1997
1998
1999
2000
2001
2002
1-6-2005 GGD , overgewicht , jeugdarts
2003
2004
2005
18-4-2006 school overgewicht duidelijk
2006
2007
35
30
25
BMI
20
15
10
5
0
BMI bij overgewicht (jongens)* BMI Peter * Wanneer een kind een BMI heeft boven deze waarde, wordt er gesproken van overgewicht.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
43
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
44
5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De hoofdvraag van dit ITJ-onderzoek luidde: Hoe zorgen de organisaties in Culemborg er samen voor dat kinderen van nul tot achttien jaar een gezond lichaamsgewicht hebben? In dit hoofdstuk wordt deze vraag beantwoord. Eerst wordt de algemene conclusie gegeven. Daarna wordt verder ingegaan op deelconclusies over de criteria voor een goede aanpak, die in hoofdstuk twee aan de orde zijn geweest. Het hoofdstuk sluit af met een bestuurlijke boodschap en de aanbevelingen. Deze kunnen het startpunt vormen voor een actieplan om de aanpak van overgewicht onder jongeren in Culemborg te verbeteren. Het is de bedoeling dat de betrokken partijen in Culemborg dit actieplan gezamenlijk opstellen. 5.1 CONCLUSIE Veel jongeren uit Culemborg hebben overgewicht. Naar schatting gaat het om rond de zevenhonderddertig jongeren van vier tot negentien jaar met overgewicht en tweehonderdvijftig jongeren met obesitas. Deze jongeren hebben een grotere kans op psychische problemen en pesten dan hun leeftijdsgenoten zonder overgewicht. Bovendien lopen ze op latere leeftijd een groot risico op het krijgen van diabetes mellitus en hart- en vaatziekten. Hoewel ouders en kinderen het belangrijk vinden dat overgewicht in Culemborg wordt aangepakt, is er op dit moment – kort gezegd – geen sprake van een goede aanpak. Hoewel professionals de gevolgen van overgewicht kennen, herkennen ze het probleem in Culemborg niet en missen zij een gevoel van urgentie om overgewicht aan te pakken. Ook rekenen niet alle professionals het tot hun verantwoordelijkheid om het probleem aan te pakken. Daardoor ontbreekt een gezamenlijke doelstelling, worden activiteiten niet in samenhang uitgevoerd en is het onduidelijk of de activiteiten afgestemd zijn op de oorzaken van het probleem en de risicogroepen. Dit brengt met zich mee dat: • preventie onvoldoende gebeurt; • niet of niet tijdig wordt gesignaleerd dat jongeren overgewicht hebben; • na signaleren niet altijd actie volgt; • een groot deel van de jongeren met overgewicht geen hulp krijgt. Deze versnipperde aanpak van overgewicht in Culemborg draagt niet bij aan het verminderen en voorkomen van het probleem. Vanuit het belang van de gezondheid van de kinderen in Culemborg is het belangrijk dat de aanpak verbetert en dat mogelijkheden voor verbetering worden benut. Het gebrek aan gevoelde urgentie en de constatering dat de ouders als hoofdverantwoordelijken worden gezien, heeft als gevolg dat organisaties niet actief samenwerken om het probleem aan te pakken. Dat wordt weerspiegeld in de beoordeling van ITJ op de acht kwaliteitsaspecten voor een samenhangende en resultaatgerichte aanpak36:
36
Deze acht kwaliteitsaspecten zijn beschreven in hoofdstuk twee.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
45
1. Een gezamenlijke doelstelling voor Culemborg ontbreekt In Culemborg ontbreekt een gezamenlijke doelstelling die beoogt overgewicht te voorkomen en te verminderen. Binnen de sector van de gezondheidszorg is er in het project Riversize wel een gezamenlijk doel uitgewerkt op regionaal niveau, maar er is geen specifiek uitgewerkt doel voor de gemeente Culemborg dat alle betrokken partijen in Culemborg gezamenlijk met elkaar hebben afgesproken. Een gezamenlijk doel van waaruit alle betrokken organisaties en sectoren consequent handelen is wel van belang, omdat overgewicht vanuit verschillende sectoren integraal moet worden aangepakt. 2. Activiteiten worden los van elkaar uitgevoerd Organisaties ontplooien ieder afzonderlijke activiteiten die zich richten op overgewicht of op de oorzaken ervan. Deze activiteiten staan echter los van elkaar en er wordt niet bewust naar samenhang en samenwerking gezocht. De gemeente heeft in het kader van de Wet collectieve preventie volksgezondheid een rol in het creëren van een samenhangend volksgezondheidsbeleid. De gemeente geeft op het punt van overgewicht geen invulling aan die regisseursrol. Samenhang in de activiteiten is echter essentieel om overgewicht op een eenduidige en doelgerichte wijze intersectoraal te kunnen aanpakken. Daarnaast is het belangrijk dat organisaties elkaar kunnen aanspreken, wanneer activiteiten niet zo worden uitgevoerd als afgesproken. Binnen het project Riversize, waar wél sprake is van samenhangende activiteiten, is niet duidelijk wie de regie heeft. 3. Een analyse van overgewicht bij jongeren in Culemborg is niet beschikbaar Er zijn gegevens over het percentage jongeren met overgewicht in Culemborg, maar veel professionals kennen deze gegevens niet. Er is geen informatie beschikbaar waarin staat vermeld onder welke groepen Culemborgers en in welke wijken overgewicht vaker voorkomt en welke oorzaken in Culemborg het belangrijkste zijn. De doelgroep is zelf niet betrokken. Hierdoor weten professionals niet hoe ouders en jongeren denken over de aanpak van overgewicht. De professionals hebben wel ideeën over mogelijke verklaringen en risicogroepen, maar beschikken niet over informatie om deze verklaringen te ondersteunen. In hoeverre de uitgevoerde activiteiten passen bij de aard van het probleem is dan ook onduidelijk. 4. Niet alle Culemborgse jongeren worden bereikt Gegevens over bereikte en niet-bereikte groepen ontbreken. Als gevolg daarvan is het onduidelijk in hoeverre de activiteiten de jongeren in Culemborg bereiken. Wel komt uit dit onderzoek naar voren dat de preventie slechts een deel van de doelgroep bereikt. Zo zijn de voorlichtingsactiviteiten die in het kader van Riversize zouden worden uitgevoerd nog niet gestart, hebben niet op alle scholen aandacht voor gezonde voeding en passen scholen die wel beleid hebben op het gebied van gezonde voeding, dit niet consequent toe. Daarnaast ontbreken preventieactiviteiten in de fysieke omgeving. De invulling van het beleid op het gebied van stedelijke vernieuwing en kleine steden is er niet op gericht om (oorzaken van) overgewicht aan te pakken. Zowel professionals als ouders en jongeren
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
46
geven echter aan dat de fysieke omgeving van Culemborg in verschillende wijken niet zo is ingericht dat kinderen en jongeren er gemakkelijk en veilig kunnen bewegen. De preventie bereikt dus niet alle groepen. Ook het signaleren van overgewicht gebeurt onvoldoende. De jeugdgezondheidszorg signaleert slechts in een deel van de gevallen tijdig dat er sprake is van overgewicht. Het signaleringsprotocol en het overbruggingsplan overgewicht – die behoren tot het standaardbod dat iedere jeugdgezondheidszorg in Nederland zou moeten uitvoeren – worden hiermee niet consequent uitgevoerd. Naast de jeugdgezondheidszorg zouden ook anderen overgewicht kunnen signaleren, zoals huisartsen en docenten. Zij doen dit echter slechts sporadisch. De kinderen bij wie overgewicht is gesignaleerd zouden daar allemaal zorg voor moeten krijgen, bijvoorbeeld in de vorm van extra ondersteuning of in de vorm van behandeling. In Culemborg is dit niet het geval. De diëtisten, kinderartsen, huisartsen en de jeugdartsen van de jeugdgezondheidszorg hebben slechts een beperkt aantal jongeren in behandeling voor overgewicht. De diëtisten behandelen rond de twintig jongeren per jaar en de kinderartsen ongeveer tien. Dit is veel minder dan het aantal (geschatte) kinderen met overgewicht en obesitas (respectievelijk zevenhonderdertig en tweehonderdvijftig). Een mogelijke oorzaak hiervan is het feit dat ouders en kinderen het lastig vinden om zelf actief hulp te zoeken en dat de professionals de hulp niet actief aanbieden. 5. Signaleren en behandelen lopen niet in elkaar over Na het signaleren wordt niet altijd direct actie ondernomen, onder meer doordat professionals van de jeugdgezondheidszorg het probleem niet aankaarten nadat ze het hebben gesignaleerd. Verder wordt het aankaarten van het probleem in een derde van de gevallen niet direct gevolgd door actie. En wanneer jongeren voor hun overgewicht zijn behandeld, krijgen ze geen nazorg om gewichtstoename te voorkomen. 6. Beschikbare informatie wordt niet gedeeld Doordat het proces van signaleren en behandelen niet continu is, bestaat het risico dat jongeren uit beeld raken. Dit risico wordt vergroot door het ontbreken van afspraken over verwijzing en terugkoppeling en het ontbreken van onderling contact tussen de diëtisten en de schoolarts, de huisarts en de jeugdarts en diëtisten en huisartsen. Voor een vroegtijdige signalering en effectieve behandeling en nazorg is het essentieel om kennis over jongeren te delen. 7. De aanpak van overgewicht sluit niet altijd aan op de verwachtingen van jongeren en ouders De aanpak van overgewicht is gebaseerd op vrijwilligheid en centraal stellen van de eigen verantwoordelijkheid van ouders en jongeren. Vanwege deze vrijwilligheid is het van belang dat er geen misverstanden zijn tussen jongeren en ouders enerzijds en professionals anderzijds over de noodzaak en het doel van het signaleren en behandelen van overgewicht. In Culemborg zijn er wel
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
47
verschillen in de verwachting van jongeren en ouders over signaleren en behandelen ten opzichte van dat wat professionals bieden. Zo willen jongeren en ouders het weten wanneer er sprake is van overgewicht. Professionals kaarten dit echter niet altijd aan, omdat ouders overgewicht niet als probleem zouden zien. Verder willen jongeren met overgewicht en hun ouders graag hulp die gericht is op afvallen, terwijl professionals afvallen niet altijd kiezen als het primaire doel van de behandeling en de activiteiten van de jeugdgezondheidszorg weinig actiegericht zijn. 8. Er is geen zicht op de resultaten van de inspanningen rondom overgewicht in Culemborg In Culemborg is er op het gebied van overgewicht slechts beperkt sprake van samenwerking. De aanpak van overgewicht bestaat met name uit op zichzelf staande activiteiten die los van elkaar worden uitgevoerd. Het effect van deze afzonderlijke activiteiten is niet geëvalueerd en het is dus onduidelijk in hoeverre de activiteiten bijdragen aan het voorkomen en verminderen van overgewicht. 5.2 AANBEVELINGEN EN BESTUURLIJKE BOODSCHAP De gemeente Culemborg heeft toegezegd om aan de hand van het onderzoek van ITJ te werken aan verbeteringen in de aanpak van overgewicht. Daarmee laat de gemeente zien dat zij haar verantwoordelijkheid voor dit maatschappelijk vraagstuk serieus neemt en dat zij de aanpak van overgewicht wil verbeteren. De gemeente staat dicht bij de burgers en kent de (on)mogelijkheden van de lokale situatie; de Culemborgse inwoners en de fysieke omgeving. Daarnaast heeft de gemeente op basis van de Wet collectieve preventie volksgezondheid de taak om volksgezondheidsbeleid te voeren en de grootste volksgezondheidsproblemen in de gemeente aan te pakken. Uit dit onderzoek komt naar voren dat er een groot aantal mogelijkheden is om de aanpak van overgewicht in Culemborg te verbeteren. Onder meer hebben professionals, ouders en jongeren mogelijkheden aangegeven die zij vanuit hun perspectief zien (zie bijlage IV). Ook is er een overzicht van interventies beschikbaar, waarvan deskundigen aanraden om deze lokaal in te zetten37. Het inzicht in de lokale situatie en de wettelijke taken geven de gemeente een goede uitgangspositie om passende oplossingen te vinden voor het probleem overgewicht in Culemborg. De gemeente zal professionals uit verschillende sectoren en inwoners van Culemborg nodig hebben om een goede aanpak en een goed resultaat te realiseren. ITJ stelt dan ook voor dat de gemeente Culemborg in samenspraak met de betrokken organisaties een actieplan maakt dat er op is gericht om overgewicht bij jongeren in Culemborg te
37 Handleiding Preventie van overgewicht in lokaal gezondheidsbeleid. Den Haag: Voedingscentrum, 2007.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
48
verminderen en te voorkomen. ITJ beveelt aan om de volgende onderwerpen een plaats te geven in dat actieplan: • Het verkrijgen van een kwantitatief en kwalitatief beeld van de groep jongeren met (een hoog risico op) overgewicht. • Het sneller en consequenter signaleren wanneer er sprake is van overgewicht en het vergroten van het percentage jongeren dat voor hun overgewicht hulp krijgt. • Het verkleinen van het risico op overgewicht bij groepen jongeren en gezinnen die daarop een hoog risico hebben door achterliggende factoren aan te pakken als opvoedingsvaardigheden, ongezonde eetgewoonten, etc. Het vergroten van het bereik van de preventie, signalering en behandeling bij hoogrisicogroepen is daarbij een belangrijk aandachtspunt. • Een eenduidige aanpak op de verschillende plekken waar jongeren hun tijd doorbrengen, zoals op school, thuis, in de opvang buiten schooltijd en bij besteding van vrije tijd. • Het aanbrengen van veranderingen in de (fysieke en sociale) omgeving, zodat het gemakkelijker wordt om voor gezond gedrag te kiezen. ITJ zal het actieplan beoordelen (zie bijlage V) en de uitvoering van het actieplan monitoren. Tot slot: Naar verwachting zal het percentage jongeren met overgewicht in Nederland in de toekomst sterk toenemen. Zonder verbeteringen in de aanpak zal deze stijging in het percentage jongeren met overgewicht zich ook in Culemborg doorzetten. Het is dan ook belangrijk dat de aanpak van overgewicht in Culemborg verbetert. Dit onderzoek heeft laten zien waar mogelijke verbeteringen liggen. Het is aan de gemeente om samen met andere betrokkenen verbeteringen in gang te zetten en er zo - meer dan nu aan bij te dragen dat jongeren in Culemborg een gezond lichaamsgewicht hebben.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
49
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
50
BIJLAGE I
LIJST MET GEINTERVIEWDE PROFESSIONALS
Organisatie + functie medewerker
Naam
Gemeente, beleidsmedewerkers Onderwijs en jeugdgezondheidszorg, Sport, Speelruimtebeleid Gemeente, beleidsmedewerker Jeugd Julianaschool, directie Thuiszorg, JGZ arts Diëtiste, Weerens voeding Zorgcoördinatoren VO
Mevr. Rijninks Dhr. Van den Dries Mevr. De Bakker Dhr. Van de Warenburg Mevr. M. Boeschoten Mevr. B. Carmiggelt Mevr. C. Weerens Mevr. Zwart (KWC) Mevr. Baart (KWC) Mevr. de Vries (L&L) Mevr. I. Poulus Mevr. Cornelissen Mevr. M. de Swart Mevr. Bodegom Dhr. Van Heesewijk Mevr. Leferink Mevr. Van den Bosch Dhr. Van Zutphen Dhr. Dijkgraaf Mevr. Van Dijk Mevr. Honders Mevr. Molenkamp Mevr. Van Oorspronk Mevr. Van der Burg Dhr. Jansen Mevr. Van Laar Mevr. Ganzevoort Mevr. Van Logchem en Dhr. Burggraaf Mevr. R. Schuring Mevr. K. Jurriens Mevr. M. Preusterink
Verloskundige Thuiszorg, diëtisten VO scholen, locatiedirecteuren KWC en Lek en Linge GGD, gezondheidsbevordering en jeugdarts Directies PO
IB’ers en leerkrachten PO
Gemeente, wijkmanagers Julianaschool, leerkrachten
Gelderse Sport Federatie, coördinatoren Gelderse Sport Federatie, breedtesportconsulente Gemeente, beleidsmedewerker volksgezondheid St. Antonius ziekenhuis, kinderarts (overgewichtpoli) Consultatiebureau, jeugdverpleegkundige Astrid Lindgren, kinderopvang Stichting Elk (welzijnsorganisatie), jongerenwerkers Ziekenhuis Rivierenland, kinderarts Huisarts
Mevr. P. van Oostrum Dhr. H. Schipper Mevr. Van Loon Mevr. M. Eekhout Dhr. Bouchoiri Dhr. Bensaddik Mevr. Vincent Mevr. Barbian Mevr. A. van Vugt
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
51
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
52
BIJLAGE II RESPONSANALYSE Enquête voor ouders De enquête onder ouders is door 597 respondenten ingevuld. Dit betekent een respons van 41 procent. Bijna 80 procent van de respondenten is vrouw. Het overgrote deel van de respondenten is hoger opgeleid, namelijk 52 procent. Op basis van wat je zou mogen verwachten in de gemeente Culemborg is dit een erg hoog percentage, omdat van de bevolking in de gemeente Culemborg 21,8 procent hoogopgeleid is. In onze responspopulatie heeft 30 procent van de ouders overgewicht of obesitas ten opzichte van 69 procent overgewicht in de regio Rivierenland (Cijfers CBS). In de gemeente Culemborg is 21 procent van de bevolking van allochtone afkomst. Het percentage respondenten van allochtone afkomst is lager dan je op basis van deze 21 procent zou verwachten: in 6 procent van de gevallen zijn beide ouders van allochtone afkomst en in 6,5 procent van de gevallen is een van beide ouders van allochtone afkomst. In een van de interviews werd onderscheid gemaakt in de volgende groepen mensen met overgewicht: mensen met een lage sociaal economische status én tweeverdieners. Tweeverdieners hebben we gedefinieerd als ‘beide partners/ouders twintig of meer uur per week werken’. Het bleek dat ongeveer 42 procent van de respondenten dan valt in de categorie tweeverdieners. Enquête voor jongeren De enquête is uitgezet onder ongeveer 762 jongeren in Culemborg in de leeftijd twaalf tot en met achttien jaar. Er hebben 265 jongeren gereageerd, dat is een respons van 35 procent. De verdeling tussen jongens en meisjes is min of meer gelijk (zie tabel 1). Tabel 1 De respondenten
Meisjes
Aantal 127
Percentage 47,9
Jongens
138 265
52,1 100,0
Totaal
189 jongeren vallen in de categorie twaalf tot vijftien jaar en zeventig jongeren in de categorie zestien tot achttien jaar (zes hebben geen leeftijd ingevuld). Bijna 94 procent van de respondenten zit op het voortgezet, 5 procent in het hoger onderwijs en 1 procent op het basisonderwijs.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
53
Om de BMI te kunnen berekenen heb je voor de jongeren leeftijd, geslacht en lengte en gewicht nodig. Van twintig jongeren, 7,5 procent van de respondenten, miste een of meerdere van deze gegevens en kan dus geen BMI worden berekend. 72 procent van de respondenten heeft een gezond gewicht, 9 procent heeft overgewicht of obesitas. Dit is minder dan je zou verwachten, aangezien ongeveer 16 procent van de jongeren in Culemborg (ernstig) overgewicht heeft 38. Tabel 2 Percentage respondenten met overgewicht
Percentage jongens
Ondergewicht Gezond gewicht Overgewicht Obesitas Totaal
Percentage meisjes
Percentage respondenten (jongens en meisjes)
11
14,5
12,8
82
70,3
75,6
5 2 100
12,7 0,6 100
9,3 1,2 100
Percentage Culemborg (jongens en meisjes), gegevens GGD 86,6 12,2 * 4,2 * 100
38 En * Deze 16 procent geldt voor de jongeren in Culemborg tussen de 4 en 19 jaar. Dit is dus niet helemaal vergelijkbaar met de leeftijd van de respondenten: 12 tot 18 jaar.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
54
BIJLAGE III DE ACHT KWALITEITSASPECTEN VAN ITJ UITGEWERKT Bij de beoordeling van de kwaliteit van ketens die zich richten op de jeugd kijken we naar acht aspecten. Kwaliteitsaspecten ITJ Aspect Aspect Aspect Aspect Aspect Aspect Aspect Aspect
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Doelconvergentie Gedeelde probleemanalyse Ketenregie Informatiecoördinatie Bereik van de keten Continuïteit in de keten Oplossingsgerichtheid Systematische evaluatie en verbetering
De kwaliteitsaspecten 1 tot en met 4 zijn gericht op de organisatie en het proces van de keten. Zij scheppen de condities voor de kwaliteitsaspecten 5 tot en met 8, die zijn gericht op de resultaten van de keten. Aspect 1.
Doelconvergentie
Wat verstaan we eronder? Onder doelconvergentie verstaan we de mate waarin overeenstemming bestaat tussen ketenpartners over het gezamenlijke doel van de keten ten aanzien van het (maatschappelijk) probleem van de jeugdigen. Waarom is dit aspect belangrijk voor het beoordelen van de keten? Actoren en partijen streven afzonderlijke doelen na. Normatief kan worden gesteld dat in de keten actoren en partijen naast eigen doelen ook een gemeenschappelijk doel moeten hebben, een ketendoel, en dat partijen oog hebben voor elkaars doelen en het gezamenlijke doel. Het stellen van heldere en gemeenschappelijke doelen tussen ketenpartners levert een bijdrage aan het bereiken van effecten door de keten. Als iedereen weet waar hij/zij aan werkt dan wordt aan een belangrijke voorwaarde voldaan om de juiste beslissingen te nemen door iedere ketenpartner. Dit impliceert dat dit ook daadwerkelijk bij iedereen op het netvlies moet staan en dat dit doel eenduidig wordt geïnterpreteerd. Het werkt bevorderend wanneer deze gezamenlijke ketendoelen ook een heldere relatie hebben met de eigen doelen van de afzonderlijke ketenpartners en geen conflicterende belangen geven. Hoe wordt het zichtbaar? Dit aspect kan zichtbaar worden in de volgende elementen: • gezamenlijke doelstellingen (zo mogelijk vastgelegd); • besluitvorming in lijn met ketendoelstellingen; • ketendoelstellingen in documenten van ketenpartners; • bekendheid van relevante spelers met ketendoelstellingen; • conflicten over doelen tussen ketenpartners;
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
55
• • • • •
signalen over gebreken in de voortgang door wederzijdse onduidelijkheid; conflicterende doelstellingen tussen de keten als geheel en afzonderlijke partners; mate van handelen naar gemeenschappelijke doelen door ketenpartners waaruit het commitment aan de doelen blijkt. ketendoelstellingen binnen interne doelstellingen; afstemming van interne doelstellingen op ketendoelstellingen.
Aspect 2.
Gedeelde probleemanalyse
Wat verstaan we eronder? Bij probleemanalyse kijken we naar het bestaan van een gedeelde analyse door ketenpartners van wat het probleem van de jeugdigen is waarop zij zich richten. Daarbij is ook aan de orde in hoeverre de betrokken ketenpartners een invulling kunnen geven aan de aanpak van dit probleem en de mate waarin de analyse van het probleem toereikend is voor het oplossen van het probleem. Ketenpartners onderling en ketenpartners en hun klanten spreken dezelfde ‘taal’. Waarom is dit aspect belangrijk voor het beoordelen van de keten? Een keten kan pas effectief worden ingericht als partners het eens zijn over de elementen die deel uitmaken van het probleem en de analyse die hiervan gemaakt is. Dit vormt een voorwaarde om gelijksoortige acties te ondernemen en deze op elkaar af te stemmen. Niet alleen een convergent doel (uitkomst van de keten) is hiervoor van belang, maar ook een gedeeld beeld van het probleem. Een met elkaar gedeelde probleemanalyse voorkomt tegenstrijdige acties van ketenpartners in het oplossen van het gezamenlijke probleem en vormt bovendien een voorwaarde om vanuit de vraag te handelen (in tegenstelling tot handelen vanuit het aanbod van partners). De betrokken ketenpartners moeten vervolgens ook ‘passen’ bij het geanalyseerde probleem. De kwaliteit van de analyse is hierbij ook belangrijk; een gedegen en toereikende probleemanalyse vergroot de kans op een toereikende oplossing aanzienlijk. Uit de probleemanalyse moet blijken dat de keten zich richt op de jongeren. Hierbij gaat het er uiteindelijk om dat de ketenpartners geen verwarring hebben over visies, definities, opvattingen en benaderingen. Ze werken vanuit een gemeenschappelijke kennisbasis die op het onderhavige probleem van toepassing is. Hoe wordt het zichtbaar? Dit aspect kan zichtbaar worden in de volgende elementen: • beschrijving en analyse van het probleem door ketenpartners; • afspraken over de bijdragen van afzonderlijke ketenpartners over hoe (delen van) het probleem op te lossen; • afstemming tussen ketenpartners over probleemdefinitie en -analyse; • mate waarin betrokken ketenpartners passen bij het geanalyseerde probleem; • bestaan van een gedeeld beeld van de specifieke doelgroep waarop men zich richt en de kennis van deze groep; • kwaliteit van de probleemanalyse t.a.v. het oplossen van problemen voor of door jongeren;
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
56
• • • •
gebruik van definities in documenten (zowel gezamenlijke als van afzonderlijke partners); benodigde uitleg over termen, begrippen en visies; gemeenschappelijke en met externe partijen gedeelde beschrijving van de doelgroep; gedeelde beelden over de kenmerken van de doelgroep in hun omgeving (wonen, werken, onderwijs, gezondheidszorg).
Aspect 3.
Ketenregie
Wat verstaan we eronder? Onder ketenregie verstaan we iedere vorm van sturing en afstemming van de keten om het aan het probleem van de jeugdigen gerelateerde doel van de keten te behalen. Het betreft het managen van alle activiteiten die erop zijn gericht om partners in de keten zo samen te laten werken dat het doel van de keten wordt gerealiseerd. Waarom is dit aspect belangrijk voor het beoordelen van de keten? Ketenregie is belangrijk omdat er sprake moet zijn van een proces om doelgericht het resultaat te kunnen behalen. Het organiseren en ontwikkelen van een betere dienstverlening en het realiseren van de condities die nodig zijn op het niveau van de doelgroep vereist ketenregie. Ook voor de transparantie van de ketenzorg en het afleggen van verantwoording aan derden is het van eminent belang. Hoe wordt het zichtbaar? Dit kan onder meer zichtbaar worden in de volgende elementen: • erkenning of formalisering van de ketenregie/ketenregisseur door ketenpartners; • prestatieafspraken tussen ketenpartners onderling en gezamenlijk in relatie tot het probleem; • elkaar kunnen aanspreken op (deel)resultaten en interventies; • sanctioneringsbevoegheden of doorzettingsmacht; • verantwoording afleggen aan elkaar en aan derden; • bewaking van afstemming en samenwerking onderling en het herschikken van werkprocessen. Aspect 4.
Informatiecoördinatie
Wat verstaan we eronder? Onder informatiecoördinatie verstaan we de vastlegging, afstemming en overdracht tussen ketenpartners van gegevens die nodig zijn om de keten naar behoren te laten functioneren. Deze gegevens kunnen betrekking hebben op de klant en (het functioneren van) de keten. Waarom is dit aspect belangrijk voor de beoordeling van de keten? De informatiestroom stelt ketenpartners in staat om doelgericht hulp te verlenen aan de klant en stelt de klant in staat om inzicht te krijgen in het traject dat die doorloopt in de keten. Bovendien kan de informatie gebruikt worden om zicht te krijgen op de gezamenlijke activiteiten van de ketenpartners en de resultaten ervan. Uiteindelijk levert de informatiestroom ook managementinformatie op over de effectiviteit van de keten en de
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
57
ingezette middelen. Er is dus een grote (wederzijdse) afhankelijkheid van informatie in de keten. Hoe wordt het zichtbaar? Dit kan onder meer zichtbaar worden in de volgende elementen: • systematische routine van informatie delen; • protocollen over de relevantie van informatie en over de informatieoverdracht en het gebruik; • registratiesystemen die binnen de keten worden gebruikt; • dossiervorming en afspraken daarover; • ICT-toepassingen om toegang en overdracht van informatie te regelen; • beleidsdocumenten over afstemming en samenwerking op het gebied van informatiebeheer voor de keten. Aspect 5.
Bereik van de keten
Wat verstaan we eronder? Het bereik van de keten omvat de jeugdigen en het daarop afgestemde gezamenlijke of afzonderlijke aanbod van de keten(partners) dat gerelateerd is aan het probleem. De ketenpartners zijn daarbij overeengekomen waar de keten en ieders inzet zich op richt gegeven het probleem voor de doelgroep. Waarom is dit aspect belangrijk voor het beoordelen van de keten? Dit aspect is van belang om helderheid te creëren over het gebied waarop de keten zich richt maar ook vooral waar het zich níet op richt. Hoe wordt het zichtbaar? Dit kan onder meer zichtbaar worden in de volgende elementen: • afspraken tussen ketenpartners over afstemming en inzet van hen in relatie tot het probleem; • non-bereik en bestaan van witte vlekken; • inschakelen van de juiste functionaliteit en deskundigheid; • aansluiten op verantwoordelijkheden en kerncompetenties; • kenmerken van jeugdigen die binnen en buiten het bereik van de keten vallen; • beoogde resultaten van de keten. Aspect 6.
Continuïteit in de keten
Wat verstaan we er onder? Continuïteit in de keten betekent dat de activiteiten die de ketenpartners in de keten(s) uitvoeren ononderbroken verlopen. De voortgang en aansluiting van de stappen en trajecten in de keten leiden tot het oplossen van het probleem waarop het ketendoel is gericht en sluiten aan bij de levensloop en behoefte van de jeugdige(n). Waarom is dit aspect belangrijk voor het beoordelen van de keten? Stagnatie in de keten leidt tot discontinuïteit en tast de kwaliteit van het primaire proces aan en de realisatie van de ketendoelen. Voor ketens waar geen of maar weinig alternatieven voorhanden zijn is continuïteit een kritische eigenschap. In het geval van jeugdzaken loopt het functioneren van de keten
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
58
hier een bijzonder risico omdat de klant kwetsbaar of afhankelijk is en niet zelf de continuïteit van de keten (of van zijn of haar traject daarbinnen) kan of wil bewaken en afdwingen. Continuïteit speelt overigens ook op verschillende niveaus: het geldt voor de keten als geheel maar ook voor het individuele traject dat binnen een keten wordt doorlopen. Hoe wordt het zichtbaar? Continuïteit in de keten hangt nauw samen met de samenwerking in de keten. Het wordt mede zichtbaar door de kwaliteit van de afstemming en de mate waarin de ketenpartners de wederzijdse afhankelijkheden herkennen en hanteren. Daarnaast gaat het om de interactie tussen de ketenpartners: het signaleren, coördineren, doorverwijzen en reageren op elkaar. Dit aspect kan zichtbaar worden in de volgende elementen: • doorloop- en wachttijden zichtbaar in wachtlijsten; • helderheid van overdrachten aan elkaar van klanten; • herstel- of herhaalacties in de keten; • terugverwijzingen in de keten; • behoeften van klanten die blijven liggen; • bestaan en omvang wachtlijsten. Aspect 7.
Oplossingsgerichtheid
Wat verstaan we eronder? Ketenpartners richten hun dienstverlening op het probleem in relatie tot de behoefte van de jongere en zij zorgen ervoor dat zij zicht houden op dat probleem en die behoefte en dit vertalen naar afstemming van hun afzonderlijke bijdrage en hun bijdrage als partner in de keten. Waarom is dit aspect van belang voor het beoordelen van de keten? In het sociale domein gaan mensen ‘door de keten’: als gebruiker van publieke dienstverlening of als onderwerp van zorg of aandacht. Ketens worden daarbij vooral tot stand gebracht vanuit de vraag van de mensen. Jeugdzaken worden gezien als een onderdeel van het sociale domein waarbij een grote noodzaak is van maatwerk voor de individuele jongere. Het ligt daarom voor de hand dat de partners in de keten zich verbinden aan de situatie van de klant, waarbij in geval van het integraal toezicht jeugdzaken het belang van het kind prevaleert boven andere belangen. Hoe wordt het zichtbaar? Dit aspect kan zichtbaar worden in de volgende elementen: • structurele aandacht voor en systematische kennis over de omstandigheden van de jongere en zijn of haar proble(e)m(en); • afstemming van dienstverlening of het aanbod op de vraag van de jongere, weten wat nodig is, wat zij belangrijk vinden en wat ze verbeterd willen zien in het bestaande aanbod zodat het past bij het aanpakken van het probleem; • goede informatievoorziening en voorlichting aan de jongere; • actieve betrokkenheid van jongere.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
59
Aspect 8.
Systematische evaluatie en verbetering
Wat verstaan we eronder? Het inrichten van systemen om de kwaliteit van de ketendoelen en het bereiken van de beoogde effecten op de aanpak van het maatschappelijke probleem te waarborgen en te verbeteren. Waarom is dit aspect van belang voor het beoordelen van de keten? Op organisatieniveau van de keten en op het niveau van de jongere moet worden gekeken of wat men in de keten doet ook verloopt en werkt zoals men dat beoogt. De context van de ketens en de maatschappelijke dynamiek leiden tot veelsoortige problemen en de oplossingsrichtingen zijn continu in beweging. De doelen van een keten zijn door deze maatschappelijke druk dynamisch en verschuiven al naar gelang de ontwikkelingen rond de jeugd. De keten moet daarom zijn kwaliteitsbewustzijn en kwaliteitsbewaking organiseren en borgen. Hij moet zich daarbij ook richten op preventie van problemen. Hoe wordt het zichtbaar? Dit aspect kan zichtbaar worden in de volgende elementen: • de opzet, het bestaan en de werking van een systeem dat de kwaliteit(sontwikkeling) bewaakt en borgt; • hoe alert men is en hoe men omgaat met gesignaleerde complicaties en incidenten in de keten of in trajecten en welke registraties men heeft voor dergelijke complicaties of incidenten; • bijstellen van ketendoelstellingen op maatschappelijke ontwikkelingen; • professionele standaarden en professioneel handelen; • systematische tevredenheidsmetingen waarin de waardering van de geboden zorg wordt gepeild onder de jeugdigen en opvoeders/wettelijke vertegenwoordigers; • systematische effectiviteitsmeting van de keten als geheel en de ketenpartners afzonderlijk voor zover het hun bijdrage aan de keten betreft; • aantoonbaar gebruik van de resultaten van die metingen voor verbetering van het functioneren van de keten of van de trajecten in de keten; • meting van en sturing op resultaat.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
60
BIJLAGE IV SUGGESTIES VAN BETROKKENEN VOOR VERBETERING VAN DE AANPAK VAN OVERGEWICHT IN CULEMBORG In deze bijlage wordt - in willekeurige volgorde - aangegeven wat professionals, jongeren en ouders graag anders zouden zien, om zo te komen tot een verbeterde preventie en aanpak van het probleem overgewicht. Samenwerking: • Voor een integrale aanpak van overgewicht moeten verbanden worden gelegd tussen buurt, onderwijs, sport en jeugdgezondheidszorg. • Er zou een duidelijk aanspreekpunt moeten zijn, waardoor één persoon of organisatie het overzicht heeft. • Maak een sociale kaart zodat in beeld is welke interventies er zijn en wie welke rol kan spelen. • Minder versnippering in het aanbod van projecten. Er zijn nu allerlei verschillende organisaties die projecten aanbieden. • Een mogelijk op te richten ouder-kind-centrum in Culemborg biedt de gelegenheid om partijen die zich bezighouden met kleine kinderen bij elkaar te brengen. Sport en beweging: • De gemeente zou prestatie-afspraken kunnen maken in de subsidiecontracten over het bereik van doelgroepen, het aanbod voor kinderen met overgewicht, gezond kantinebeleid, etc. • Het opnieuw instellen van subsidie voor schoolzwemmen en het vaker open stellen van het zwembad. • Het faciliteren van duale aanstellingen, waarbij vakleerkrachten lichamelijke opvoeding ook trainers op sportverenigingen zijn. • Het activeren van sportverenigingen die geen nieuwe leden meer (kunnen) aannemen. Zij werken nu niet meer mee aan de activiteiten van de breedtesportimpuls. • Het combineren van lidmaatschap bij een sportclub en kinderopvang. • Goedkoper maken van het lidmaatschap van sportverenigingen. • Er bij de doelgroep meer bekendheid aan geven dat de mogelijkheid bestaat om een financiële tegemoetkoming te krijgen voor bijvoorbeeld lidmaatschappen van sportverenigingen (op basis van de wet Werk en bijstand). • Meer benutten van mogelijkheden om op eenvoudige wijze sport aan te bieden. Dit geldt bijvoorbeeld voor bewegen op de naschoolse opvang, scholen na schooltijd en de brede school. • Het stimuleren van sport en beweging onder Marokkaanse meisjes. • Betrekken van de breedtesportconsulent bij de bouw van nieuwe sportlocaties. Speelruimtebeleid en de inrichting van de openbare ruimte: • Het maken van fietspaden gescheiden van de rijweg. • Meer groenvoorzieningen met minder hondenpoep. • Het maken van meer speelgelegenheden in Culemborg-Oost.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
61
• •
Het creëren van mogelijkheden voor de oudere jeugd (boven de tien jaar) om buiten te sporten en buiten te spelen. Schoolpleinen ook buiten schooltijd toegankelijk maken.
Jeugdgezondheidszorg • Het maatwerkdeel van de jeugdgezondheidszorg wordt gezamenlijk met andere gemeenten uit de regio ingevuld. Er zou voor de gemeente Culemborg meer ruimte moeten zijn om specifieke verzoeken neer te leggen. • Het beleid op het gebied van jeugdgezondheidszorg is gericht op het stimuleren van opvoedvaardigheden. Hier zou ook de link tussen eten en opvoedvaardigheden kunnen worden gelegd: ouders leren om conflicten niet met snoep op te lossen. • Ouders zouden sneller moeten worden toegeleid naar opvoedondersteuning om de vaardigheden in het opvoeden te verbeteren. • Het overbruggingsplan overgewicht zou volledig moeten worden ingevoerd. • De JGZ zou de kinderen regelmatiger moeten (kunnen) zien en volgen wanneer risicofactoren, overgewicht of obesitas zijn geconstateerd. • JGZ-artsen zouden vaker en eerder moeten doorverwijzen. • De jeugdarts zou actiever moeten worden betrokken bij voorlichting aan ouders. Onderwijs • Scholen kunnen meer en consequenter beleid voeren ten aanzien van overgewicht: bijvoorbeeld wat betreft traktatiebeleid en aanbod sport. • Scholen zouden zich strikter kunnen houden aan hun streven naar gezonde voeding: in het kantinebeleid, maar ook met traktaties. Ze zouden ook kleinere porties kunnen aanbieden in de kantine. • Een duidelijk aanspreekpunt waar scholen signalen over kinderen met problemen kunnen afgeven. • (Sport)docenten zouden een rol kunnen spelen bij het signaleren van overgewicht. • Uitbreiding van het aantal uren bewegingsonderwijs. • Op scholen zouden bridgelessen niet moeten worden gegeven in de tijd van de gymlessen. • Meer voorlichting aan leerlingen over een gezonde leefstijl. • Het infopunt Opvoeding zou veel explicieter voorlichting over voeding en gewicht kunnen geven. • Ouders kunnen op school worden uitgenodigd om voorlichting te krijgen over voeding, bewegen en overgewicht. • Via school zou ondersteuning kunnen worden gegeven aan leerlingen met overgewicht.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
62
Wijkgericht werken • Meer wijkgericht werken om laagdrempelig te werken en meer ouders en jongeren te bereiken. • Breedtesportconsulent en jongerenwerk zouden meer met elkaar kunnen optrekken om nu moeilijk bereikbare groepen (zoals allochtone vrouwen) toch in beweging te krijgen. • De jongerenwerkers kennen veel jongeren en komen in alle wijken. Zij zouden voorlichting kunnen geven over overgewicht en het belang van de preventie ervan. • Werken aan veiligheid in de wijken, zodat kinderen gemakkelijk en veilig kunnen spelen. Gezondheidszorg: • Het onderwerp heeft iets persoonlijks. Daarom is het belangrijk dat professionals overgewicht bij kinderen en hun ouders op een goede manier aan de orde stellen. • Artsen moeten het eerder benoemen dat een kind overgewicht heeft. • Een beter aanbod voor kinderen met overgewicht vanuit de huisartsen en de kinderartsen. • Aanbieden groepsbehandeling voor kinderen met overgewicht; mogelijk aansluiten bij Fitkids Geldermalsen en intensievere samenwerking tussen diëtisten en fysiotherapeuten. • Er zou meer samenwerking kunnen zijn tussen diëtisten en fysiotherapeuten rondom de behandeling van overgewicht. • Huisartsen zouden vaker kunnen doorverwijzen naar diëtisten. • Betere terugkoppeling tussen de verschillende professionals, zodat vermeden wordt dat verschillende partijen met kinderen en gezinnen bezig zijn, zonder dat ze dat van elkaar weten. • Frequenter meten en wegen van kinderen en eerder signaleren. Informatie en advies: • Het bewust maken van de bevolking van de ernst van het probleem en de harde feiten over het aantal jongeren met overgewicht meer onder de aandacht brengen. • Jongeren en ouders persoonlijk benaderen. • Jongeren en ouders moeten van verschillende kanten dezelfde signalen en informatie horen. En er zouden geen tegenstrijdige signalen en adviezen moeten worden gegeven. • Zorgen dat professionals goed met elkaar afstemmen wat ‘gezonde’ voeding of wat de juiste aanpak is om overgewicht aan te pakken.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
63
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
64
BIJLAGE V UITGANGSPUNTEN VAN EEN ACTIEPLAN Het actieplan en de inhoud daarvan is een verantwoordelijkheid van de gemeente en de betrokken organisaties. Voor een resultaatgericht actieplan gelden de volgende uitgangspunten: • Er is duidelijkheid bij partijen over de uitgangspositie (dit is het probleem in cijfers uitgedrukt maar ook de in de nota van bevindingen beschreven situatie). • De partijen kiezen een gezamenlijk doel en indicatoren (waaraan valt af te lezen in hoeverre het doel wordt bereikt). • Partijen zijn het eens over de te volgen strategie, de in te zetten acties en de rol van de betrokken partijen daarin. • Partijen zijn bereid om tijdens uitvoering van het actieplan drie punten te monitoren: o Voeren we de strategie uit die we voor ogen hebben? o Bereiken we de doelgroep die we willen bereiken? o Halen we de resultaten die we willen halen? • Partijen zoeken in eerste instantie zoveel mogelijk naar oplossingen en maatregelen die binnen de bestaande mogelijkheden passen van wet- en regelgeving en de beschikbare middelen. • Jongeren en ouders worden waar mogelijk betrokken bij het opstellen van het actieplan. Tot slot moeten partijen zich eraan committeren dat zij de resultaten over twee jaar evalueren en dat ze ITJ daarin betrekken.
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
65
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
66
BIJLAGE VI GEBRUIKTE AFKORTINGEN BMI COEL GGD GSF IGZ IJZ IOOV ITJ IvhO IWI JGZ PGO Segv SES STMR VO Wcpv WMO
Body Mass Index Culemborgs Overleg Eerstelijnsgezondheidszorg Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gelderse Sport Federatie Inspectie voor de Gezondheidszorg Inspectie jeugdzorg Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Integraal Toezicht Jeugdzaken Inspectie van het Onderwijs Inspectie Werk en Inkomen Jeugdgezondheidszorg Periodiek gezondheidsonderzoek Sociaal-economische gezondheidsverschillen Sociaal-economische status Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk Rivierenland Voortgezet Onderwijs Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Nota van bevindingen: De aanpak van overgewicht bij jongeren in Culemborg Integraal Toezicht Jeugdzaken
67