De Aanbestedingswet is in werking getreden! Maar wat betekent dit nu concreet voor uw organisatie? De Aanbestedingswet bevat veel wijzigingen ten opzichte van het juridische kader voor Europese aanbestedingen zoals dat was neergelegd in het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) en het Besluit aanbestedingen speciale sectoren (Bass). De nieuwe voorschriften hebben onder meer tot gevolg dat aanbesteders gedwongen worden om hun aanbestedingen meer af te stemmen op de kenmerken van de specifieke opdracht en de potentiële opdrachtnemers. Daarnaast bevat de Aanbestedingswet diverse nieuwe procedurevoorschriften. Dat neemt niet weg dat aanbesteders nog de nodige vrijheid hebben bij de inrichting van een aanbesteding. Afwijkingen van de algemene uitgangspunten in de Aanbestedingswet dienen aanbesteders wel te kunnen motiveren volgens het ‘comply or explain’-principe. Maar wat betekent dit nu concreet voor uw organisatie? In de bijlage bij dit bericht zijn door Boot advocaten te Amsterdam de voornaamste aandachtspunten en belangrijkste wijzigingen in verband met de Aanbestedingswet voor uw praktijk op een rij gezet.
Is een gebouw een optelsom van zelfstandige appartementsrechten? In een appartementencomplex bestaande uit een winkel met 4 bovengelegen woningen ( 5 appartementsrechten) wordt de winkel gesloopt waarna alleen de dragende delen voor de woonappartementen overblijven. Daarna wordt de winkel opnieuw gebouwd. De uitbouw van de oude winkel wordt onbebouwde grond. De Hoge Raad oordeelt dat elk appartement afzonderlijk moet worden beoordeeld en dat de winkel zodanig is verbouwd dat sprake is van nieuwbouw. Lees meer. Een gebouw is gesplitst in 5 appartementsrechten, bestaande uit een supermarkt en 4 bovengelegen woonappartementen. De supermarkt wordt geheel gesloopt inclusief de vloer en fundering van et deel dat uitsteekt buiten de woonappartementen. Daarna wordt de benedenverdieping opnieuw gebouwd als modewinkel met een kleiner oppervlak. Het appartementsrecht winkel is geleverd met een vrijstelling voor de btw. De verkrijger heeft 6% overdrachtsbelasting voldaan en tegen deze aangifte bezwaar aangetekend. Hij is van mening was dat de levering belast is met btw omdat sprake is van een nieuw vervaardigde onroerende zaak waardoor een vrijstelling overdrachtsbelasting van toepassing is. De Hoge Raad oordeelt dat het winkelgedeelte van het gebouw dat horizontaal of verticaal is gesplitst in appartementsrechten afzonderlijk in aanmerking moet worden genomen bij de beoordeling of sprake is van de levering van een onroerende zaak. Omdat van de winkel niet meer dan de draagconstructie onder de woonappartementen is overgebleven, is sprake van een zelfstandige onroerende zaak die zodanig is verbouwd dat sprake is van nieuwbouw. De verkrijger heeft terecht een beroep gedaan op een vrijstelling overdrachtsbelasting. Ook voor de verkopende partij is dit een gunstige beslissing. Nu de levering is belast met btw kan verkoper de btw op de sloop en bouwkosten verrekenen als voorbelasting. Deze visie van de Hoge Raad kan tot verschillen leiden bij ingrijpende verbouwingen bij gebouwen die wel en gebouwen die niet zijn gesplitst in appartementsrechten . Een gebouw dat niet is gesplitst in appartementsrechten dient voor het oordeel of sprake is van vervaardiging als geheel te worden gezien. Als het gebouw is gesplitst is appartementsrechten kan een deel van het gebouw door verbouwing worden vervaardigd terwijl de rest van het gebouw intact blijft. Het lijkt er op dat de Hoge Raad zijn vaste leer dat fysiek gescheiden bouwwerken voor de heffing van btw afzonderlijk in aanmerking worden genomen, tenzij zij zich niet lenen voor zelfstandig gebruik, heeft verlaten.
Fiscale Kennisbank: extra functies en gebruiksgemak in nieuwe versie! Een goed product verbetert zichzelf regelmatig. Op basis van gebruikerswensen en – ervaringen, zijn extra mogelijkheden ontwikkeld die u nog beter in staat stellen uw fiscaliteit te borgen en samen te werken met andere gemeenten. In dit artikel nemen wij een aantal van deze verbeteringen in het EFK fiscale informatiesysteem voor gemeenten met u door. Een nieuwe interface De nieuwe schermen sluiten aan op de gebruikersinterface van Windows 8 en helpt de gebruiker eenvoudiger zijn of haar weg te vinden. De ‘lichtere’ interface heeft meer witruimte waardoor pagina’s zijn geoptimaliseerd voor mobiele en tablet gebruikers. Daarnaast zijn er praktische buttons naar veelvoorkomende informatie zoals de modellabeling, het btw handboek of de nieuwsbrieven. In het gemeentelijke deel zijn buttons per gemeente instelbaar wat de herkenbaarheid van belangrijke gemeentelijke informatie ten goede komt.
Meer functionaliteit De zoekfunctie is op een aantal punten verbeterd. Op basis van een ingebouwde analyse zijn de zoekresultaten beter afgestemd op de gebruiker, die daarnaast eenvoudig extra zoekverfijningen en – suggesties kan instellen. De resultaten zijn snel te bekijken door de ‘preview’ mogelijkheden. Om het gebruikers makkelijker te maken hun gemeentelijke of samenwerkingsdossier op te bouwen is het nu mogelijk om met ‘drag & drop‘ documenten vanuit Windows Verkenner te uploaden. Informatie kan eenvoudiger worden gedeeld door het eenmalig toegang geven tot een specifieke map of document. Het gemeentelijke- en samenwerkingsdeel zijn uitgebreid met: a) b) c)
een prikbord voor algemeen gebruik; een Fiscalpedia waar de gemeente zelf een eigen wiki met gemeentelijke fiscale wetenswaardigheden/afspraken kan maken; een overzicht van de meest recente documenten.
Het werken met dynamische links vanuit documenten naar andere documenten is nu mogelijk en documenten kunnen op basis van documentsets over mappen heen gekoppeld worden. Mocht u informatie vanuit uw financiële administratie gaan koppelen aan de Kennisbank, dan is het goed te weten dat uitgebreide business intelligence mogelijkheden zijn. Ook is een koppeling met uw intranet mogelijk.
Kennis vinden, delen en samenwerken Het vinden van (fiscale) kennis, kennis doelgericht inzetten binnen uw gemeentelijke proces en het mogelijk maken van samenwerking met collega gemeenten blijft het uitgangspunt van het EFK fiscale informatiesysteem. Ook deze nieuwe versie, waarvan een deel van de nieuwe mogelijkheden zijn toegelicht, helpt u uw fiscale proces beter te borgen en uw (advies)kosten te verlagen. Mocht u afgelopen jaar een demonstratie van de Tabonnee of de Kennisbank hebben gehad, dan loont het zeker de moeite om nog een keer kennis te maken met deze nieuwe versie. Wij komen graag bij u langs voor een demonstratie of neemt u contact met ons op voor een vrijblijvende proefperiode. Lezersvraag: btw-bouwterrein en zakelijk recht Een gemeente biedt kopers bouwrijpe kavels in erfpacht aan voor nieuwbouw. Vraag is of bij de vestiging van het recht van erfpacht altijd btw is verschuldigd. Voor het antwoord
. Antwoord De eerste gedachte is dat grond die kwalificeert als btw-bouwterrein altijd btw-belast moet worden geleverd waarbij de koper een beroep kan doen op een vrijstelling overdrachtsbelasting. Echter het vestigen van het zakelijk recht van erfpacht zorgt voor (mogelijke) complicaties. Hoe komt dat? Via een fictie in de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt het vestigen van zakelijke rechten onder een voorwaarde aangemerkt als levering. De voorwaarde is dat de te berekenen contante waarde (van toepassing bij canon) of de eenmalige (af)koopsom ten minste gelijk is aan de kostprijs van de onroerende zaak waarop het recht betrekking heeft. Als aan deze voorwaarde niet wordt voldaan wordt het vestigen van het zakelijke recht aangemerkt als een verhuurdienst. In beginsel is verhuur vrijgesteld van btw, tenzij verhuurder en huurder kunnen opteren voor btw-belaste verhuur. Als opteren niet mogelijk is, is het vestigen van het recht vrijgesteld van btw en is de koper overdrachtsbelasting verschuldigd. Voor kopende ondernemers is overdrachtsbelasting een ongewenste kostenpost en voor de gemeente bestaat geen recht op aftrek van btw ter zake van alle uitgevoerde (bouwrijpmaak)werkzaamheden. Om deze dubbele teleurstelling te voorkomen is het raadzaam vooraf contact met uw adviseur op te nemen als u gebruik wilt maken van zakelijke rechten.
De drie musketiers en de btw (publieke samenwerking en de btw) Vanaf 4 februari 2013 is geen btw-dag meer gelijk aan de dagen daarvoor. Gemeenten en provincies hebben gezamenlijk ingestemd met een door het Rijk te plegen gemaximeerde uitgave uit het BTW-compensatiefonds tot een bedrag van € 3.079.000.000. Omdat de individuele gemeente zelf geen plafond ervaart, is het maar de vraag of dit plafond een rol gaat spelen in besluitvorming. Voor grote structurele veranderingen, zoals het instellen van Regionale Uitvoerings Diensten (RUD) of Shared Service Centers (SSC) zou dat wel moeten. Over het hoe en waarom. Samenwerkingsverbanden van publiekrechtelijke lichamen, zoals de Gemeenschappelijke Regeling er één is, kunnen onder voorwaarden kiezen uit twee btw-mogelijkheden: 1. Het verrichten van btw-belaste prestaties aan de deelnemende gemeenten; 2. Het verrichten van btw-vrijgestelde prestaties aan de deelnemende gemeenten. De dienstverlening zelf zal er niet anders zijn, maar de financiële uitgangspunten daarentegen wel. Voor situatie 2 is veelal sprake van een open-kostencalculatie, waaraan de individuele gemeente bijdraagt naar rato van zijn aandeel in de gezamenlijke uitgaven. Sturing op de uitgaven via het gebruikelijke stelsel van begroting en verantwoording alsmede bestuurlijke invloed, zal het risico van kostenoverschrijding van de eigen gemeentelijke begroting dienen te beperken. In situatie 1 ligt dit risico minder voor de hand. De deelnemende gemeenten nemen in beginsel prestaties af tegen een van te voren gesteld tarief. Staat de gemeentelijke begroting geen extra kosten toe, dan worden geen prestaties van het samenwerkingsverband afgenomen. BTW-verwerking Aannemende dat de gemeente de dienstverlening in beide situaties afneemt voor compensabele doeleinden, zal de btw in eerste aanleg geen probleem opleveren. Immers of de gefactureerde btw of de doorgeschoven btw (transparantiemethode) komt voor compensatie in aanmerking. Echter, in de absolute omvang van het te declareren btw-bedrag maakt het wel uit. In de eerste situatie wordt de volledige dienstverlening aan de heffing van btw onderworpen, terwijl in de tweede situatie alleen btw wordt doorgeschoven, zoals die aan het samenwerkingsverband in rekening wordt gebracht. Het belangrijkste verschil zit dus in het al dan niet in de heffing betrekking van btw van de ‘eigen’ loonkosten. Een tweede aspect bij de transparante methode is de onmogelijkheid te kunnen opteren voor btwbelaste huur (het samenwerkingsverband verricht immers btw-vrijgestelde prestaties). Dit betekent dat het samenwerkingsverband soms wordt gedwongen btw-schade te betalen aan de verhuurder. Hierdoor stijgen de kosten van de dienstverlening en dus ook de gemeentelijke uitgave. Gestileerd weergegeven: Omschrijving Netto kosten Btw-schade Doorschuif btw Subtotaal 21% btw Totaal Gemeentelijke kosten (zonder compensabele btw)
Situatie 1 € 100 € 0 € 100 € 21 € 121 € 100
Situatie 2 € 100 € 10 € 1 € 111 € 0 € 111 € 101
Shared Service Centre Voor deze vorm van samenwerking zal niet altijd de keuze voor situatie 2 mogelijk zijn. Dit wordt veroorzaakt door de uitzondering op de btw-vrijstelling voor dienstverlening op het gebied van financiële administraties en automatisering. De gemeentelijk afweging Wij kunnen goed begrijpen dat een gemeentelijke projectleider kiest voor situatie 1. Dit levert ogenschijnlijk de laagste kosten voor de eigen gemeente op. Maar of dit in gemeente brede zin de juiste keuze is, betwijfelen wij ten zeerste.
Uit het voorbeeld blijkt dat het samenwerkingsverband in situatie 1 veel meer btw in rekening brengt als in situatie 2. In situatie 1 wordt sneller het bcf-plafond bereikt en dus worden gemeenten gekort op hun uitkering gemeentefonds als ze er door heen schieten. Met situactie 2 blijven de gemeenten eerder beneden het bcf-plafond. Als er gelden overblijven in het Btw-compensatiefonds, worden deze gelden toegevoegd aan het Gemeentefonds en komt dit ten goede aan alle gemeenten.
Tot slot Als gemeenten, indachtig het bcf-plafond, met elkaar de lijfspreuk van de drie musketiers “Eén voor allen en allen voor één” overnemen, dan zal de keuze snel voor situatie 2 de juiste zijn. Blijft het bij ‘ieder voor zich’, dan hangt een korting op de uitkering van het Gemeentefonds 2014 als het zwaard van Damocles boven ieders hoofd.
Het nieuwe werken met I-pads, Tablets en smartphones Onlangs bent u waarschijnlijk geïnformeerd over het feit dat de verleggingsregeling omzetbelasting vanaf 1 april 2013 ook van toepassing is op de aankoop van Tablets en andere elektronische producten, waaronder mobiele telefoons, als deze worden geleverd aan ondernemers en de koop een waarde van € 10.000 of meer vertegenwoordigt. Een gemeente koopt dergelijke producten echter nagenoeg volledig in haar hoedanigheid van overheid. De vraag is nu of u dus een factuur moet accepteren ter zake van dergelijke leveringen als daarop de omzetbelasting aan u is verlegd? Om de vraag te kunnen beantwoorden nemen we eerst in kijkje in de toelichting van het ministerie. Daarin staat het volgende aangegeven: Artikel VIII, onderdeel C (artikel 24ba van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968) Het doel van deze verlegging van btw is het voorkomen en het stoppen van btw-carrouselfraude in de producten, genoemd in de onderhavige wijziging. Deze regeling houdt in dat de ondernemer die tegen betaling de genoemde goederen levert geen omzetbelasting mag vermelden op de factuur die hij uitreikt. Die ondernemer vermeldt dan wel op de factuur «btw verlegd». De afnemer van de goederen dient dan de verschuldigde belasting in zijn aangifte op te nemen als door hem verschuldigde belasting. Op dezelfde aangifte kan die omzetbelasting met toepassing van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 in aftrek worden gebracht. Om te voorkomen dat ondernemers voor elke kleine levering de verleggingsregeling moeten toepassen, is een ondergrens ingesteld van € 10 000 per levering per soort goed. Kunstmatig opgeknipte leveringen worden voor het drempelbedrag als één levering gezien. Uit het doel van de regeling en omdat in andere situaties, zoals de verwerving van de goederen van andere EU-ondernemers door een gemeente op eigen aangifte de btw wordt verschuldigd in combinatie met het gegeven dat iedere gemeente ook btw-ondernemer is (en dus aangifte doet), kun je afleiden dat de regeling ook bij gemeenten van toepassing zou moeten zijn. Er staat namelijk niet expliciet dat de afnemer ondernemer moet zijn. Dat kun je alleen afleiden uit het feit dat de afnemer de aan haar verlegde btw op haar aangifte moet voldoen. En daarvoor moet je dus als ondernemer ingeschreven zijn bij de Belastingdienst. Vervolgens staat er dat de afnemer de btw met toepassing van artikel 15, van de Wet op de omzetbelasting 1968 in aftrek kan brengen. Dat kunnen gemeenten maar voor een klein deel (gemiddeld een procent of 4). Het grootste deel van de btw kan de gemeente declareren bij het BTWcompensatiefonds. Risico-vermijding: opgave btw-nummer Het risico als de gemeente een factuur accepteert waar btw op staat vermeld en de gemeente deze btw betaalt aan de verkoper, terwijl naar de mening van de Belastingdienst de verleggingsregeling van toepassing, deze btw daardoor ten onrechte in rekening is gebracht en u de btw niet op aangifte mag aftrekken of voor een bijdrage uit het Btw-compensatiefonds in aanmerking mag laten komen. Dit risico kunt u voorkomen door bij bestelling van dergelijke apparatuur uw btw-nummer op te geven waardoor de verkoper de verschuldigde btw aan u kan verleggen. U geeft deze btw op in vakje 2a van het aangiftebiljet. Deze btw verwerkt gelijk aan de wijze waarop u de btw zou hebben verwerkt als de btw die op factuur in rekening zou zijn gebracht. Dit betreft veelal een forfaitair percentage.
Tijdelijk laag btw-tarief voor renovatie en onderhoud woningen De tijd dat de meeste gemeenten nog over een eigen woningbedrijf beschikten ligt al weer een tijd achter ons. Toch heeft menig gemeente nog wel ergens een woning in bezit, al is het maar vanwege de tijdelijke exploitatie in een bestemmingsplan/exploitatiegebied. Als aan deze woning onderhoud moet worden gepleegd of een renovatie moet worden uitgevoerd is er tijdelijk het lage btw op de arbeid van toepassing. Maar ook voor de lezer zelf een belasting besparende mogelijkheid. Vanaf 1 maart 2013 tot 1 maart 2014 is het mogelijk dat bij onderhoud, renovatie maar ook bij serviceabonnementen het lage btw-tarief toe te passen als de werkzaamheden betrekking hebben op een woning ouder dan twee jaar. Bij de publicatie van het besluit is tevens een lijst met genummerde vragen en antwoorden toegevoegd. Immers is een aanvullende lijst met geletterde vragen en antwoorden verschenen. Klik hier voor het besluit en de lijst. De regeling komt in sterke mate overeen met de eerdere regeling voor het lage btw-tarief op arbeid. In de nieuwe regeling is speciaal iets geregeld voor architecten, hoveniers en op maat gemaakte goederen, zoals deuren en kozijnen. Toch kunnen er situaties zijn, die niet helemaal zijn beschreven in het besluit en in de vragen en antwoorden. Voor die situatie kunt u een lezersvraag via [email protected] insturen of contact opnemen met uw adviseur.