Opleiding Ergotherapie HvA Junior Adviseurs: Elianne de Geus Suzanne Jonker Antoinette Kaldenbach Senior Adviseur: Soemitro Poerbodipoero In opdracht van: Slotervaartziekenhuis, Brynnin Berendsen, Marlies Verkade Datum: januari 2008 tot juni 2008 1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave.............................................................................................................................. 2 1. Inleiding...................................................................................................................................... 3 1.1 Algemene inleiding............................................................................................................. 3 1.2 Inleiding op deel 2 .............................................................................................................. 4 2. Flowchart ................................................................................................................................... 5 3. Werkwijze kwaliteitshandboek................................................................................................ 6 4. Activiteitenaanbod.................................................................................................................... 9 Activiteit Afwassen .................................................................................................................... 9 Activiteit Borduren................................................................................................................... 10 Activiteit Breien........................................................................................................................ 11 Activiteit Koper poetsen ......................................................................................................... 13 Activiteit Marokkaanse bitterkoekjes.................................................................................... 14 Activiteit Marokkaanse couscous ......................................................................................... 15 Activiteit Marokkaanse salade .............................................................................................. 17 Activiteit Marokkaanse sesamkoekjes ................................................................................. 19 Activiteit Marokkaanse tajine ................................................................................................ 20 Activiteit Muziek opzetten en luisteren ................................................................................ 22 Activiteit Schoenenpoetsen................................................................................................... 23 Activiteit Sjoelen...................................................................................................................... 24 Activiteit Turkse flensjes ........................................................................................................ 26 Activiteit Turkse koekjes ........................................................................................................ 27 Activiteit Turkse mercimek köfte........................................................................................... 28 Activiteit Waterpijp monteren en schoonmaken................................................................. 29 5. Activiteitenaanbod HAN ........................................................................................................ 31 Activiteit 1: Spel ‘Okey’ voor Turkse mannen.....................................................................31 Activiteit 2: dammen voor Marokkaanse mannen ............................................................. 39 Activiteit 3: thee zetten voor Turkse vrouwen.................................................................... 42 Activiteit 4: thee zetten voor Marokkaanse vrouwen......................................................... 47 6. Checklist observatie ergotherapeutische screening ......................................................... 52
2
1. Inleiding 1.1 Algemene inleiding Het afstudeerproject ‘Ouder Worden Ver Van Thuis’ heeft als doel een protocol te ontwikkelen voor de ergotherapeutische screening op de dagkliniek geriatrie, met als doelgroep Turkse en Marokkaanse cliënten die verdacht worden van milde cognitieve stoornissen. Voor de totstandkoming van het protocol zijn zeven eindproducten opgesteld, namelijk: Deel 1: Protocol ‘ergotherapeutische screening Turkse en Marokkaanse cliënten dagkliniek geriatrie’ Deel 2: Samenvatting protocol ‘ergotherapeutische screening Turkse en Marokkaanse cliënten dagkliniek geriatrie’. Dit is een werkbare versie van het protocol, het bevat de werkwijze van de ergotherapeutische screening, een flowchart, het activiteitenaanbod en de checklist observatie ergotherapeutische screening. Deel 3: Theoretische onderbouwing van het protocol. Dit deel bevat informatie uit boeken, scripties, artikelen en internetbronnen. Het betreft informatie over diversiteit, cultureel, interculturele ergotherapie. Eveneens worden het activiteitenaanbod, de checklist observatie ergotherapeutische screening, de intakelijst CMOP ergotherapeutische screening en de methodiek van het protocol onderbouwd. Deel 4: Achtergrondinformatie De achtergrondinformatie heeft als doel om de ergotherapeuten, werkzaam in het Slotervaartziekenhuis, te informeren over onderwerpen met betrekking tot Turkse en Marokkaanse ouderen. De onderwerpen belichten diverse aspecten met betrekking tot de doelgroep, zoals: migratie, demografische gegevens over Turkije en Marokko, cultuur, religie, sociaal netwerk, (in)formele hulp en gezondheidszorg. Deel 5: Huidige en wenselijke situatie ergotherapeutische screening dagkliniek. De huidige situatie betreft de ergotherapeutische screening op de dagkliniek geriatrie aan de hand van kwaliteitshandboek ‘Slotervaartziekenhuis, ergotherapie’. Naar aanleiding van observaties van de ergotherapeutische screening bij allochtone cliënten zijn aanpassingen in het kwaliteitshandboek verwerkt, dit betreft de wenselijke situatie. Deel 6: Theoretische onderbouwing interviews bij Turkse en Marokkaanse mensen. In dit verslag is de onderbouwing van de interviews opgenomen en zijn de uitwerkingen van de interviews en vraaggesprekken uitgewerkt. Deel 7: Werkgroepinterventies ter bevordering van implementatie van het protocol. Dit deel bevat interventies die door de werkgroep zijn uitgevoerd ter bevordering van de implementatie van het protocol: materialenlijst, ingrediëntenlijst, activiteiten aftekenlijst, uitwerking workshop, artikelen en een folder.
3
1.2 Inleiding op deel 2 Dit document betreft een samenvatting van het protocol ‘ergotherapeutische screening Turkse en Marokkaanse cliënten dagkliniek’ (deel 1). In deze samenvatting zijn drie onderdelen opgenomen: 1. De flowchart. De flowchart geeft een overzicht van de werkwijze voor de ergotherapeutische screening. 2. Werkwijze kwaliteitshandboek. Dit betreft het verwijs- en behandelprocedure van de allochtone cliënten op de dagkliniek geriatrie. 3. Het activiteitenaanbod. Dit betreft de uitwerkingen van 20 activiteiten die geschikt zijn voor de uitvoering van de screening bij Turkse en Marokkaanse cliënten.
4
2. Flowchart Ergotherapeutische screening Turkse en Marokkaanse cliënten dagkliniek geriatrie. De flowchart geeft een overzicht van de werkwijze voor de ergotherapeutische screening. Voordat er wordt aangevangen met de screening moeten de omgevingsfactoren in de ergotherapie ruimte in orde zijn. Dit betreft de volgende factoren: licht, temperatuur, geluid, inrichting, meubilair.
1. De verwijzing en aanmelding.
2. Verzamelen gegevens middels raadplegen verpleegkundige status, verwijsformulier, ergotherapeutisch dossier.
4. Cliënt, eventueel tolk en familielid ophalen vanuit de wachtkamer dagkliniek geriatrie. Of voorbereidingen tolktelefoon treffen.
3. Overdracht van 10-15 minuten met de behandelend geriater.
5. Tolk instrueren om letterlijk en objectief te vertalen.
6. Korte kennismaking en uitleg en doel van de screening. 7. Uitvoeren van de intake a.d.h.v. van het CMOP, ongeveer 30 8. Activiteit kiezen a.d.h.v. informatie en keuze van de cliënt.
minuten.
9. Observatie van de uitvoering van een activiteit m.b.v. ‘checklist observatie ergotherapeutische
screening’. 10. Afronding. Bespreken van de ervaringen, bevindingen en vervolg.
11. Aftekenen tijdsregistratieformulier.
12. Opstellen professionele adviesrapportage naar de geriater a.d.h.v. CMOP en ‘observatie screeningsformulier’. 13. Aan elkaar nieten van alle gegevens klaarleggen in het daarvoor bestemde bakje .
5
3. Werkwijze kwaliteitshandboek Kwaliteitseisen allochtone cliënten ergotherapeutische screening dagkliniek Dit betreft het verwijs- en behandelprocedure van de allochtone cliënten op de dagkliniek geriatrie. De behandelende ergotherapeut hoort aan deze kwaliteitseisen te voldoen. 1. Verwijzing door arts. Toelichting werkwijze De dagkliniekplanning wordt wekelijks opgehaald door één van de ergotherapeuten. Een patiënt wordt aangemeld bij de afdeling ergotherapie door middel van het formulier “aanvraagformulier afdeling ergotherapie’. Op dit formulier zijn de patiëntgegevens, diagnose en observatievraag vermeld. Er vindt een overdracht plaats tussen geriater en ergotherapeut van ongeveer 15 minuten, nadat de patiënt bij de geriater is geweest. De behandelend ergotherapeut stelt vast of de verwijzing volledig en duidelijk is en of op basis daarvan kan worden doorgegaan met stap 2. Anders zal de ergotherapeut navraag doen bij de arts. De ergotherapeut gaat na of de patiënt al bekend is bij de ergotherapie. Indien dit het geval is dossier opzoeken en bijvoegen aan de status. De ergotherapeut maakt het patiëntendossier aan met de verwijzing, tijdregistratieformulier, voorblad en vervolgformulier. 2. Verzamelen gegevens: Toelichting werkwijze De ergotherapeut legt het doel uit van de screening. In deze toelichting wordt uitgelegd wat het nut is van de screening voor de patiënt. De uitleg hiervan draagt bij aan de motivatie van de patiënt. Indien er een tolk aanwezig is deze mee laten komen. De tolk krijgt voor het gesprek duidelijke instructies van de ergotherapeut om letterlijk en objectief te vertalen en geen eigen invullingen te geven. Tijdens dit gesprek stelt de ergotherapeut de vragen aan de patiënt en maakt hierbij ook oogcontact met de patiënt. Als er familieleden aanwezig zijn, worden deze betrokken bij het gesprek. De verkregen informatie wordt gecontroleerd en bij onduidelijkheden worden hierover vragen gesteld. Voor het afnemen van de ergotherapeutische intake vormt het voorblad SAMPC of de intakelijst CMOP ergotherapeutische screening de leidraad. De ergotherapeut houdt structuur in het gesprek met behulp van de onderdelen van het SAMPC of de onderdelen van de intakelijst CMOP ergotherapeutische screening.
Norm/ Referentie
Norm/ Referentie
6
De ergotherapeut licht de patiënt in over de inhoud en het doel van het ergotherapeutisch consult. De ergotherapeut verricht onderzoek door middel van een screening, gericht op het in kaart brengen van stoornissen in functies, beperkingen in activiteiten en/of participatie (m.b.v. AMPS of de checklist observatie ergotherapeutische screening). De screening bestaat uit een intakegesprek en het uitvoeren van een activiteit. De behandelend ergotherapeut stelt een passende observatietaak vast, passend bij het niveau van functioneren en handelingsgewoonte van de patiënt. De ergotherapeut staat open voor het uitvoeren van een activiteit die voor de patiënt belangrijk is, op de gebieden ontspanning, zelfredzaamheid en productiviteit. De ergotherapeut vraagt vóór de uitvoer van de activiteit naar de gewoontes van de patiënt, zodat onduidelijkheid wat betreft cultuur en gewoonte verschillen vermeden wordt. Zij neemt stapsgewijs door hoe de patiënt gewend is te activiteit uit te voeren. De ergotherapeut maakt tijdens het uitvoeren van de activiteit aantekeningen volgens de structuur van de AMPS of de checklis t observatie ergotherapeutische screening. Tijdens het uitvoeren van de activiteit, staat de ergotherapeut in de buurt (naast of achter) de patiënt. De ergotherapeut grijpt in als er een onveilige situatie ontstaat. De ergotherapeut maakt zo min mogelijk contact en laat de patiënt de activiteit zelfstandig uitvoeren zodat de objectiviteit behouden blijft. Indien het voor de veiligheid van de patiënt niet nodig is om dichtbij te staan, wordt er een gepaste afstand van ongeveer twee / drie meter gehouden om de activiteit te observeren. Specifieke observaties: • Motorisch functioneren: mobiliteit, kracht, uithoudingsvermogen • Procesmatig functioneren: overzicht, planning, oriëntatie, geheugen, inzicht (t.a.v. veiligheid) • Trainbaarheid: zowel op motorisch als procesmatig gebied een ingang vinden voor training of compensatie. Mate van zorg: welke zorg is aanwezig en is deze afgestemd op huidige functioneren van de patiënt. De ergotherapeut vraagt naar de beleving van de patiënt na afloop van de gehele screening. Binnen 1 screening (60 minuten) wordt een uitspraak gedaan over motorische en procesmatige problemen die zich voordoen in het handelen van de patiënt en zo mogelijk over de veiligheid, trainbaarheid en mate van zorg. Aanvullende gegevens kunnen worden verkregen middels de verpleegkundige status. 7
In het gehele onderzoek worden de mogelijkheden voor (ergotherapeutische) behandeling bepaald. 3. Analyse van de verzamelde gegevens en het stellen van een ergotherapeutische diagnose. Toelichting werkwijze Norm/ Referentie De tot dan toe verkregen gegevens worden geanalyseerd en op basis daarvan wordt er in overleg met de patiënt een ergotherapeutische conclusie/diagnose geformuleerd. De eventuele mogelijkheden voor ergotherapeutische behandeling worden met de patiënt besproken. 4. Opstellen adviesrapportage Toelichting werkwijze Er wordt een professioneel verslag van de screening opgesteld, met daarin een conclusie en advies. Dit verslag is opgesteld aan de hand van het SAMPC of de checklist observatie ergotherapeutische screening. Het doel van dit verslag is om de geriater te informeren over de uitkomsten van de ergotherapeutische screening. Er kunnen adviezen gegeven worden met betrekking tot onderwerpen als: huisbezoek afleggen, opname in verpleeg/verzorgingshuis, faciliteiten om thuis te kunnen blijven wonen. Indien er een AMPS-observatie is uitgevoerd, wordt er gebruik gemaakt van het rapportageformulier: Verslag dagkliniek Ergotherapie AMPS: interpretatie rapport.
Norm/ Referentie
5. Afsluiten van de behandeling Toelichting werkwijze Norm/ Referentie De interventie wordt afgetekend op het tijdsregistratieformulier voor in het patiëntendossier. Voor elke 15 min behandeltijd wordt een x genoteerd. Het verwijsformulier met terugrapportage aan de geriater en het verslag van de screening wordt dezelfde dag in het postvak van de verwijzend geriater op de dagkliniek gelegd. Eventueel toelichting per e-mail/telefoon indien aansluitend aan ergotherapie het artsengesprek plaatsvindt. Administratieve afronding gebeurt door het aaneen nieten van alle gegevens en het klaarleggen in het daarvoor bestemde bakje in het kantoor t.b.v. registratie door het secretariaat.
8
4. Activiteitenaanbod
Activiteit Afwassen Gemiddelde tijdsduur 15 min – 30 min Benodigdheden • Afwasborstel • Schuursponsje • Afwasteil • Afwasmiddel • Afdruiprek • Theedoek Deelstappen 1. Afwasteil en afdruiprek pakken
Variatie op deelstappen Stop in de gootsteen een stop.Geen afdruiprek gebruiken.
2. Kraan open draaien 3. Kraan dicht draaien
4. Afwasmiddel toevoegen aan het water
Kraan niet dicht draaien tijdens het afwassen. Alle vaat spoelen met water. Geen wasmiddel toevoegen aan het water.
5. Afwasborstel pakken
Schuursponsje, doekje of de hand.
6. Afwassen
Omspoelen.
7. Afdrogen
Laten opdrogen.
9
Activiteit Borduren Gemiddelde tijdsduur 10-30 minuten. Benodigdheden • Naalden van verschillende diktes. • Katoenwol in diverse kleuren • Een witte achtergrondstof. • Borduurpatronen van verschillende moeilijkheidsniveaus Deelstappen 1. Het aanhechten van de draad. 2. Met kruissteken het borduurpatroon volgen. 3. De draden afhechten. Aanhechten Regel 1 bij het aan- en afhechten is dat er geen knoopjes gemaakt moeten worden. Die blijven vrijwel altijd zichtbaar door het borduurwerk heen, zeker als het werk ingelijst wordt. Een goede manier om een aanhechting te maken bij het gebruik van een even aantal draden is door de helft van de benodigde draden te nemen, maar dan twee keer zo lang (dus i.p.v. twee draden van 80 cm 1 draad van 160 cm). Laat de draad uitdraaien, vouw hem dubbel en haal de beide uiteinden door de naald. Maak nu de eerste halve steek, maar laat de draad ongeveer een cm uitsteken. Haal de naald door de lus die is ontstaan om deze te verankeren en trek de draad aan. Een andere manier is een knoop te maken en deze vanaf de bovenzijde van de stof, enkele steken van het beginpunt door de stof te halen. Na dat er een aantal steken zijn geborduurd wordt de knoop afgeknipt en kan het uiteinde van de draad aan de achterzijde van de stof onder de gemaakt steken doorgehaald worden. Afhechten Het mooiste resultaat wordt verkregen door het restje draad onder een aantal steken door te halen aan de achterzijde van het werk. Voor extra stevigheid kan er halverwege van richting veranderd worden of kan er halverwege een slag om een draad gemaakt worden.
10
Activiteit Breien Gemiddelde tijdsduur: 10-30 minuten. Benodigdheden • Diverse breipennen van verschillende diktes. • Wol van verschillende diktes. Deelstappen Maak een eerste steek zoals de opzetlus bij het haken, maar niet aan het einde van de draad. Het draadeinde moet minstens driemaal zo lang zijn als de gewenste breedte van het breiwerk. Zet deze steek op de rechternaald. 1. De opzetlus op de rechternaald. De lus aantrekken maar niet al te strak, dat geldt trouwens voor het hele opzetten. 2. Schuif duim en wijsvinger van uw linkerhand tussen beide draden en houd deze strak met de drie overige vingers. Kantel uw hand achterover en spreid duim en wijsvinger.
3. Neem de breinaald met de eerste steek (opzetlus) in de linkerhand en steek met de rechter breinaald van links naar rechts door deze steek.
4. Sla de rechterdraad (die komt van de kluwen) van onder naar boven om de rechternaald, trek de draad aan.
De breinaald waarop de opzetsteken staan, houdt u in uw linkerhand. De werkdraad (waar de kluwen aan zit) zit rechts. Neem de tweede naald in uw rechterhand en ga 11
als volgt te werk:
1. Steek van voren naar achteren in de eerste steek. 2. Sla de draad van onder naar boven om de punt van de rechternaald. 3. Haal de omgeslagen draad door de steek op de linkernaald. 4. Laat deze afglijden.
1. Insteken
2 Omslaan
3. Doorhalen
4. Af laten glijden
12
Activiteit Koper poetsen Gemiddelde tijdsduur Per koperstuk vijf minuten. Benodigdheden • Koperpoets • Groene zeep • Ammonia • Terpentijn • Petroleum • Melk • Zout • Azijn • Antikal • WC-eend • Schuurspons • Schoonmaakdoekjes De deelstappen 1. Koper plaatsen op de tafel. 2. Koper afstoffen/schoonmaken. 3. Middel om het koper mee te poetsen, op het doekje of schuursponsje aanbrengen. 4. Het koper poetsen door met het doekje of schuursponsje over het koper te wrijven tot het glimt. 5. Het koper afspoelen of napoetsen met een schoon doekje. 6. Het koper terug zetten. Deze deelstappen kunnen in een keer worden uitgevoerd of per koperstuk. Variaties op deelstap drie • Koper schoonmaken met groene zeep en ammonia. • Koper schoonmaken door het af te wassen met terpentijn of petroleum. • Koper laten glimmen door poetsen met melk en wat zout. • Koperen laten glimmen met een papje van azijn met zout. • Koper schoonmaken met Antikal, een paar druppels op een vochtig sponsje. Na het poetsen even afspoelen en afdrogen. • Zwart koper laten glimmen door het te poetsen met een schuurspons en in warm water opgelost (of zonodig pure) ammonia. • Zwart koper insmeren met tomatenpuree en dit een nachtje laten staan. De zuren lossen de aanslag op. Met lauw water afspoelen en daarna gewoon poetsen met koperpoets. • Erg smerig koper schoonmaken door het in te spuiten met WC-eend en dit een tijdje te laten staan. Afspoelen met lauw water en zonodig herhalen. Daarna gaat het poetsen een stuk makkelijker.
13
Activiteit Marokkaanse bitterkoekjes Gemiddelde tijdsduur 30 minuten (exclusief baktijd) Benodigdhe den • Twee kommen • Bakplaat • Bakpapier • Vijzel of keukenmachine Ingrediënten • 150 gram fijne suiker • 100 gram fijne griesmeel • Amandelen • Drie eieren • Een zakje rijspoeder (natriumbicarbonaat) • Sinaasappelboezemwater, indien niet aanwezig gewoon water • Rasp van een citroen, indien niet aanwezig citroensap • Poedersuiker Deelstappen 1. Klop de eieren schuimig. 2. Pel de amandelen en hak ze fijn met een vijzel of in een keukenmachine. 3. Meng in een kom de eieren, suiker, rijspoeder en de citroenrasp. 4. Langzaam de amandelen en het griesmeel toevoegen. 5. Deze massa flink mengen totdat het een zachte egale massa is geworden. 6. Maak dan je handen nat met het sinaasappelbloem water, neem een bolletje deeg ter grootte van een walnoot en druk hem een beetje plat op de poedersuiker. 7. Plaats het deegstukje, suiker omhoog, op bakpapier. 8. Bak het bij 170-180 graden gedurende 20 tot 25 minuten in de oven.
14
Activiteit Marokkaanse couscous Gemiddelde tijdsduur 30 minuten Benodigdheden • Potten • Pannen • Stoompan • (Magnetron)schaal met deksel • Snijplank • Messen • Opscheplepels • Keukenweegschaal • Maatbeker • Bestek • Vijzel • Kookwekker/klok Ingrediënten • Couscous • (Uien)zout • Bouillonpoeder • ± ½ liter lauwwarm water • 20 tot 30 gram boter of twee tot drie eetlepels olijfolie Voor de bereiding met een stoofpan • Laurierblad • Pimentkorrels Eventuele ingrediënten • Gehakte noten • Gesnipperde dadels • Gedroogde abrikozen • Ui • Komijnzaad (Djinten) • Gemberpoeder • Koriander • Cayennepeper • Snijbonen • Wortel • Rozijnen Let op: Er bestaan veel verschillende manieren om Couscous te maken, met veel verschillende ingrediënten. De basis is Couscous met kruiden en groenten naar keuze. 15
Het is belangrijk dat de cliënt van te voren goed aangeeft hoe hij/zij gewend is om Couscous te maken. Deelstappen bij bereiding in magnetron 1. Doe de couscous in een ruime schaal. 2. Strooi er naar smaak wat bouillonpoeder en uienzout over. 3. Schenk er een deel van het lauwwarme water bij. 4. Roer het met een vork goed los tot er geen klontjes meer in zitten. 5. Laat de couscous ± 10 minuten staan tot het vocht goed is opgenomen en de couscous begint te zwellen. 6. Schenk er dan weer wat van het water bij en roer weer goed door. 7. Laat het nogmaals 10 minuten zwellen en roer het af en toe even met de vork los. De couscous is nu vrij vochtig. 8. Doe de couscous in een schaal. Dek de schaal af met het deksel of magnetronfolie en laat de couscous 3 minuten op 650 W garen. 9. Maak de couscous weer goed los en voeg zo nodig nog wat vocht toe, de couscous moet vochtig aanvoelen. De couscous nogmaals afgedekt 2 minuten op de hoogste stand laten garen. 10. Roer er een stukje boter of scheutje olijfolie door en laat ± 4 minuten buiten de magnetron nagaren. Deelstappen bij bereiding met de stoompan (na punt 7) 1. Breng water met een laurierblad en pimentkorrels in het onderste deel van de stoompan aan de kook. 2. Leg in het bovenste deel van de stoompan (met de gaatjes) een dunne schone theedoek. 3. Schep er de voorgeweekte couscous in, vouw de doek dicht en stoom de couscous, met het deksel op de pan, in ± 20 minuten gaar. 4. Roer er een stukje boter of scheutje olijfolie door. De couscous wordt extra lekker door er voor het stomen gehakte noten en/of gesnipperde dadels, gedroogde abrikozen en ui door te mengen.
16
Activiteit Marokkaanse salade Gemiddelde tijdsduur 30 minuten Benodigdheden • Snijplank • Schilmesje • Messenblok met verschillende messen • Koekenpan • Grillpan • Grilloven • Kwastje om in te vetten • Salade schaal • Knoflookpers • Vijzel Ingrediënten (verschillende variaties zijn mogelijk) • (Punt) paprika's • (Vlees) tomaten • Aubergines • Ui • Groene olijven zonder pit • Knoflook • Fijngesneden peterselie • Gemalen komijn • Ingelegde citroen (kant-en-klaar te koop) in reepjes • Citroensap • Zout • Cayennepeper • Paprika poeder • Peper • Kaneel(stokje) • Muntblaadjes/muntkruiden • Gemalen kruidnagel • Olijfolie • Merguez-worstjes Deelstappen 1. Verzamel de ingrediënten 2. Snijd de groenten in stukjes van gewenste grootte 3. In het geval dat er groenten gebakken dienen te worden: - besmeer de groenten met olijfolie óf doe olijfolie in de koekenpan of grillpan - bak de groenten in de pan. 4. In het geval dat er groenten gebakken dienen te worden: - doe de grilloven aan 17
5. 6. 7. 8.
- besmeer de groenten met olijfolie - leg de groenten in de grilloven, de grilltijd hangt af van wanneer de groenten klaar zijn. Bak of grill de Merguez worstjes in een grillpan. Snijd of hak de kruiden Meng alle ingrediënten Breng de salade op smaak met kruiden.
18
Activiteit Marokkaanse sesamkoekjes Gemiddelde tijdsduur 25 minuten (exclusief baktijd) Benodigdheden • Koekenpan • Kom • Keukenmachine of vijzel • Twee bakplaten • Bakpapier Ingrediënten • 100 gram bloem • 200 gram geroosterd sesamzaad • 125 gram poedersuiker • een zakje bakpoeder • 2 kleine eieren • Rasp van een sinaasappel • (olijf)olie • Kristal suiker Voorbereiding 1. Verwarm de oven voor op 160 graden (heteluchtoven op 145 graden). 2. Bekleed twee platen met bakpapier Deelstappen 1. Rooster de bloem in een droge koekenpan lichtbruin, tijdens het roosteren voortdurend de bloem omscheppen. 2. Laat de bloem afkoelen. 3. Maal het sesamzaad fijn in een keukenmachine of met behulp van een vijzel. 4. Meng de bloem met de gemalen sesamzaad, de poedersuiker, het bakpoeder en de sinaasappelrasp. 5. Klop de eieren los en meng ze door het bloemmengsel tot een taai en vochtig deeg. 6. Vet de handen in met olie. 7. Vorm bolletjes van het deeg ter grootte van walnoten. 8. Druk de bolletjes een beetje plat in de kristalsuiker en leg ze, met de besuikerde kant boven, op de bakplaat. 9. Bak de koekjes in circa 15 minuten goudbruin en gaar. 10. Laat de koekjes op een rooster afkoelen.
19
Activiteit Marokkaanse tajine Gemiddelde tijdsduur 30 minuten tot 45 minuten, afhankelijk van ingrediënten Benodigdheden • Een snijplank voor groenten e n de verse kruiden. • Een snijplank voor het vlees/vis. • Een scherp mes voor de groenten en verse kruiden. • Een scherp mes voor het vlees/vis. • Verschillende bakjes om de gesneden ingrediënten in te bewaren. • Een Tajine (of een hapjespan met deksel). Ingrediënten De ingrediënten zijn afhankelijk van de voorkeur van de cliënt, hieronder een aantal voorbeelden: • Kip • Verschillende witvis • Zalm • Rundvlees ( bereidingstijd duurt langer, omdat dit volledig gaar moet zijn.) • Lamsvlees (bereidingstijd duurt langer, omdat dit volledig gaar moet zijn.) • Paprika • Ui • Knoflook • Verschillende koolsoorten (witte kool, groene kool, chinese kool etc.) • Tomaten • Kousenband Er kan gewerkt worden met verschillende kruiden: • Basilicum • Saffraan • Peterselie • Tijm • Marjolein • Rozemarijn • Kerrie • Ketoembar • Kaneel Deelstappen Voorbereiding: 1. Groenten snijden/ schoonmaken. 2. Eventueel vlees en vis schoonmaken/ snijden . 3. Verse kruiden klein snijden.
20
Bereiden: 1. Een ui fruiten met eventueel knoflook. 2. Vlees in de pan, dichtschroeien. 3. Groenten erbij, tijd is afhankelijk van soort groenten en vlees. 4. Droge kruiden eventueel erbij, vaak ook water. 5. Verse kruiden erbij, en de stoofschotel laten inkoken.
21
Activiteit Muziek opzetten en luisteren Gemiddelde tijdsduur 10 minuten-30 minuten. Benodigdheden • Muziek platen (verschillende muzieksoorten/culturen) • Platenspeler • Cassetterecorders (verschillende muzieksoorten/culturen) • Cassettespeler • Cd’s (verschillende muzieksoorten/culturen) • Cd-speler Deelstappen Platenspeler 1. Er wordt een muziekplaat uitgekozen. 2. De platenspeler wordt open geklapt. 3. De plaat wordt in de platenspeler gelegd. 4. Plaats de vinger op de plaat. 5. Druk op de ‘aan’ knop of ‘play’ knop. Cassetterecorder 1. Er wordt een cassettebandje uitgekozen. 2. De cassetterecorder wordt uitgeklapt (door op een ‘ope n’ knopje te drukken). 3. Het bandje wordt in de cassetterecorder geplaatst. 4. Het klepje met de cassettebandje wordt dichtgeklapt. 5. Er wordt op ‘play’gedrukt. Cd-speler 1. Er wordt een cd uitgekozen. 2. Er wordt op een ‘open’ knopje gedrukt, waardoor het cd schuifje omhoog komt. 3. De cd wordt in de cd schuiver gelegd. 4. Het cd schuifje wordt ingeslikt. 5. Er wordt op ‘play’ gedrukt. Opdracht Een voorbeeld van een opdracht kan zijn dat de cliënt de opdracht krijgt om een bepaald nummer te zoeken. Hierbij kan de ergotherapeut het cd-doosje aan de cliënt geven, en een nummer aanwijzen. De cliënt moet dan zelf de cd erin doen en het nummer opzoeken.
22
Activiteit Schoenenpoetsen Gemiddelde tijdsduur: • Exclusief intrekken van schoensmeer ongeveer 15-20 minuten. • Inclusief intrekken van schoensmeer ongeveer 45-50 minuten, inwerktijd van 30 minuten. Benodigdheden1: • Twee tot drie paar schoenen. • Diverse soorten schoenpoets. Bijvoorbeeld schoensmeer of vloeibare schoenpoets. • Poetsmiddelen. Bijvoorbeeld een borstel, een doek (oud T-shirt), tube waarop borstel zit. • Doek of borstels voor het uitpoetsen. • Krant. • Vuilnisbak. Voorbereiding therapeut1: De therapeut dient na te gaan wat de cliënt normaal gesproken gebruikt om zijn schoenen te poetsen, welk paar schoenen gepoetst worde n en of de cliënt de veters eruit gaat halen. Deelstappen: • Leg een krant op de tafel. • Verwijder vuil, zoals zand en stof, met een droge doek. • Breng schoensmeer aan op een oud T-shirt of borstel. • Poets de schoen in. • Laat de schoensmeer ongeveer 30 minute n intrekken. • Poets de schoen uit met een oud T-shirt of borstel. • Was uw handen aangezien de schoensmeer snel intrekt. Opruimen1: • De cliënt dient de geopende verpakkingen te sluiten, alle spullen op hun oorspronkelijke plaats terug te leggen en het vuil op te vegen en in de vuilnisbak doen. • Indien de cliënt de schoenveters verwijdert, dienen deze weer in de schoenen te worden gedaan.
1
Hensgens, J. (2003) AMPS, taken en vaardigheden. Landgraaf: Scholing en advies ergotherapie.
23
Activiteit Sjoelen Gemiddelde tijdsduur Ongeveer 15 tot 30 minuten Benodigdheden • Een tafel • Een sjoelbak • Sjoelstenen • Pen e n papier om de stand bij te houden. Deelstappen • Verzamel de sjoelstenen. • Maak stapeltjes van de sjoelstenen en leg deze op de dwarsliggende lat. • Werp (1 ste keer) de stenen, probeer zoveel mogelijk stenen in de poorten te krijgen. • Haal de stenen die niet i n de poorten terecht zijn gekomen weer terug. • Werp nogmaals (2e keer). • Haal de stenen die niet in de poorten terecht zijn gekomen weer terug. • Werp nogmaals (3e keer). • Tel de punten. Dit kan volgens de officiële manier, maar ook op een simpele manier: Als men in elk vak achter de opening een steen heeft zitten, dan is die combinatie geen 10 maar 20 punten waard. Eventuele overgebleven stenen zijn de waarde van de poort. De officiële puntentelling Iedere poort heeft een andere puntenwaarde. Aan de buitenkant zitten de 1 en de 2. In het midden de 3 en de 4. Als men in elk vak achter de opening een steen heeft zitten, dan is die combinatie geen 10 maar 20 punten waard. In ieder vak 2 stenen is dan 40 punten enz. Eventuele overgebleven stenen zijn de waarde va n de poort. Met de 30 stenen kan 148 punten worden behaald, dat wil zeggen 7 combinaties van 4 stenen van elk 20 punten + 2 stenen × 4 punten. Bovenop die maximale score van 148 punten kan nog een bonus van maximaal 8 punten worden behaald indien de speler de score van 148 punten behaald heeft in maximaal twee onderbeurten. Indien 148 in één onderbeurt is behaald krijgt de speler twee keer één schijf terug. Is de 148 behaald in twee onderbeurten, dan krijgt de speler één keer één schijf terug. De schijf wordt gespeeld waarna opnieuw wordt gestapeld. Indien de schijf twee keer terug moet worden gegeven, wordt diezelfde schijf nogmaals gespeeld. Alleen het resultaat van de gespeelde schijf in de eerste en, indien van toepassing, tweede keer telt. Het aantal behaalde bonuspunten wordt berekend volgens bovenstaande puntentelling, maximaal 24
kan dus twee keer 4 bonuspunten worden behaald. De uiteindelijke score is de som van de behaalde punten en bonuspunten. Voorbeelden: Een speler heeft 148 punten gescoord in twee onderbeurten. Hij krijgt nu nog één schijf terug, welke hij in vak 2 werpt. De speler heeft nu 148 + 2 = 150 punten behaald. Een speler heeft 148 punten gescoord in één onderbeurt. Hij krijgt nu nog twee keer één schijf terug. De eerste keer werpt hij de ze in vak 4, de tweede keer in vak 1. De speler heeft nu 148+4+1=153 punten gescoord. Het absolute maximum is dus 148 + 4 + 4 = 156.
25
Activiteit Turkse flensjes Gemiddelde tijdsduur 30 minuten Benodigdheden • Een grote kom • Koekenpan • Borden • Eventueel schaal en pan (met kokend water) Ingrediënten • 100 gram gepelde hazelnoten of walnoten. • 50 gram poedersuiker • 100 gram bloem • 100 gram honing • Een ei • Twee deciliter melk • Acht eetlepels vloeibare margarine. • mespuntje zout Deelstappen 1. Maal de hazelnoten of walnoten en meng er de poedersuiker door. 2. Zeef de bloem met het zout boven een kom. 3. Voeg het ei en de helft van de melk er aan toe. 4. Roer tot een goed beslag en verdun het beslag met de rest van de melk. 5. Verwarm in een koekenpan een eetlepel vloeibare margarine. 6. Giet in de pan 1/8 van het beslag en laat dit over de bodem uitvloeien. 7. Keer het flensje wanneer de onderkant lichtbruin en de bovenkant bijna droog is. 8. Bak de andere kant ook lichtbruin. 9. Laat het flensje op een warme schaal glijden. Houd de schaal warm op een pan met kokend water of in een warme oven van 120 graden. 10. Bak nog zeven flensjes. 11. Verwarm au bain marie de honing. 12. Verdeel het notenmengsel over de flensjes, rol ze op en leg ze op borden. 13. Giet de hete honing erover.
26
Activiteit Turkse koekjes (Sari Burma, zoete deegrol) Gemiddelde tijdsduur 30 minuten (exclusief baktijd) Benodigdheden • Deegroller • Pan • Bakblik of ovenschaal Ingrediënten • Een plakje diepvries bladerdeeg • Amandelen • Walnoten • Boter • Bloem • Suiker • Honing • Water Deelstappen 1. Bestrooi het aanrecht met bloem en rol het (ontdooide) plakje bladerdeeg papierdun uit. 2. Snipper de walnoten en de amandelen, meng deze en voeg naar smaak suiker toe. 3. Smelt wat boter en smeer de deeglap in met de gesmolten boter 4. Strooi het notenmengsel over de gehele lengte midden op de deeglap. 5. Rol de deeglap op, bestrijk de bovenkant met boter. 6. Schuif het bakblik in de voorverwarmde oven ( 200C ). 7. Bak de deegrol 20 minuten tot het deeg bros en bruin is 8. Eventueel: kook wat water, voeg hier honing en suiker aan toe (nadat het water van het gas af is) en roer dit goed doorelkaar. Schenk dit over de afgebakken deegrol en laat het goed intrekken.
27
Activiteit Turkse mercimek köfte (Linzen sigaartjes)
Gemiddelde tijdsduur 20-30 minuten. Benodigdheden • Koekenpan, hapjes pan, wokpan of braadpan. • Kookpan Ingrediënten • 1 glas fijne bulgur (soort Turkse Couscous) • 1,5 glas rode linzen • 2 uien • Olie • 1 el tomaten salca (tomatenpuree kan ook) • 1 el pul biber (pittig paprika peper) • Bosje peterselie • Paar gedroogde mintblaadjes (nana) • 2 tenen knoflook • Zout • Peper *Pul biber, nana en salca is te koop in een Turkse winkel Deelstappen 1. De rode linzen koken in een pan met water, de linzen moeten net onder het water staan. koken totdat het een puree is. Deze mag niet afgegoten worden. 2. Ui, knoflook en peterselie fijn hakken. 3. Flinke scheut olie warm maken in de koekenpan. 4. Uien en knoflook hierin glazig bakken. 5. Tomatenpasta en Pul Biber toevoegen en goed roeren. Dit moet even blijven staan, het mag niet meer warm zijn, maar nog wel lauw. 6. De linzenpuree (ook lauw) toevoegen aan bulgur. Doe dit met kleine mate, want het moet een kneedbaar mengsel worden, dus niet te droog maar ook niet te nat. 7. Kneed dit samen met de peterselie en mintblaadjes (toevoegen naar smaak). 8. Voeg het uienmengsel hier ook bij en kneed nogmaals. 9. Maak van dit mengsel langwerpige ballen ten grote van een ei. Doe dit door een handje mengsel te pakken en het vocht er stevig uit te knijpen door een vuist te maken. Als het goed is vallen de ballen dan niet uit elkaar.
28
Activiteit Waterpijp monteren en schoonmaken Gemiddelde tijdsduur 30 minuten Wat is een waterpijp? Een waterpijp is een apparaat voor het roken van speciale pijptabak met fruitsmaak. Het roken van pijptabak is in het Midden-Oosten al 900 jaar traditie en het wordt veel gedaan in restaurants en cafés. In India waar de pijp oorspronkelijk vandaan komt is het roken van de waterpijp onder jongeren erg populair. Het roken van zogenaamde "Herbal Molasses" wordt steeds populairder en is een alternatief voor waterpijptabak. Deze "Herbal Molasses" zijn een mix van onder andere suiker en fruitextracten en is nicotine- en teervrij. 'Herbal Molasses' vallen onder andere onder de merken: SOEX, Black Label en High Life. Benodigdheden • Een waterpijp, deze bestaat in principe uit vier hoofddelen 1. Tabakskommetje: hier komt de rookwaar in. 2. Metalen schacht: deze loopt van onder het tabakskommetje tot in het glazen reservoir, net onder het waterniveau. 3. Glazen reservoir: gevuld met vloeistof (meestal water, maar er kan ook alcohol in gedaan worden voor een dubbel effect.) 4. Slang: flexibele slang met mondstuk waardoor de rook wordt opgezogen. • Pijptabak (fruittabak). Herbal Molasses. • Water • Aluminiumfolie • Een vork • Houtskool • Een tablet gemaakt van houtskoolgries • Een schone doek Deelstappen 1. Verzamel de benodigdheden 2. Vul het voetstuk (de fles) met water, zodat de metalen schacht ongeveer drie a vier cm onder water komt. (niet meer, anders komt er water in de slang als je later aan de slang zuigt) 3. Plaats het rubbertje op het voetstuk. 4. Sluit de metalen schacht aan met een draaiende beweging door het rubbertje, luchtdicht af in het voetstuk. 5. Sluit de slang aan op de schacht. 6. Draai het blad op de schacht. 7. Vul de tabak kom totdat deze bijna vol is. Druk de tabak niet aan. (zie foto’s) 29
8. Dek de tabak kom af met aluminium folie. 9. Prik gaatjes met de vork in het aluminium folie. 10. Leg een brandend kooltje met de bolle kant naar boven op het aluminium folie. 11. Maak de waterpijp na gebruik weer schoon.
omt er geen lucht meer door de tabak heen. Verdeel de tabak goed over de hele kop en doe daar weer aluminium folie overeen. Maak nu in de aluminium folie gaatjes, 25 tot 30jvoorbeeld een tandenstoker.
Bovenstaande foto’s laten zien hoe een pijp in elkaar gezet wordt en op welke wijze de tabak in de tabakkop gedaan wordt.
30
5. Activiteitenaanbod HAN Activiteit 1: Spel ‘Okey’ voor Turkse mannen Achtergrond en uitleg Conselho adviseert het Slotervaart ziekenhuis voor de screening van Turkse mannen op de dagkliniek de activiteit: Okey spelen, aan te bieden. Okey Een typisch Turks spel is het spel Okey. Okey is een populair Turks spel van de Rummy familie. Okey wordt gespeeld met genummerde stenen en is in Turkije erg populair. Het is een typisch mannenspel waarmee mannen in de theehuizen hun tijd doorbrengen. Conselho heeft contact gezocht met het SWON. Zij hebben daar contact gehad met een Turkse medewerker met wie zij naar het STON (Stichting Turkse Ouderen Nijmegen) zijn gegaan, waar Turkse mannen spellen spelen en andere activiteiten ondernemen. Daar hebben zij kennis gemaakt met het spel Okey. Volgens het SWON kent en speelt 80% van de Turkse mannen dit spel. Materiaal Er dient gebruik gemaakt te worden van het spel Okey. Dit spel is een soort Turks Rummicub. Dit is te koop in de grotere Turkse supermarkten en winkels in Nederland. De kosten hiervoor bedragen rond de 20 euro. Het spelen van Okey Het spel Okey wordt met een reeks van 106 stenen gespeeld. De stenen zijn genummerd van 1 tot 13 en in 4 verschillende kleuren. Er zijn 8 stenen van elk getal: 2 rode, 2 zwarte, 2 groene en 2 blauwe. Daarnaast zi jn er 2 speciale stenen zonder getallen. Deze worden in dit spel valse jokers genoemd. De ruggen van de stenen zijn blank, zodat alle stenen die op tafel liggen er voor alle spelers hetzelfde uit zien. Okey wordt bijna altijd gespeeld door vier spelers, hoewel het voor twee of drie mensen ook mogelijk is te spelen. Het gehele spel wordt gespeeld tegen de wijzers van de klok in. Tijdens het spel heeft elke speler een hand van 14 stenen. Het doel is, door stenen te trekken en door te geven, de eerste te zijn om een hand te vormen die volledig uit reeksen gelijke genummerde stenen, en/of oplopend van opeenvolgende stenen van de zelfde kleur bestaan. Het verdelen van de stenen en het bepalen van de joker Er zijn verschillende manieren waarop gedeeld kan worden. Hieronder staat één variatie beschreven. De mogelijkheid bestaat dat de cliënt een andere manier gebruikt. Het is belangrijk dat na het verdelen van de stenen, de speler rechts naast de deler vijftien stenen heeft en de andere spelers veertien. Een manier om te delen: De eerste deler wordt willekeurig gekozen. In de volgende rondes verplaatst de plek van de deler naar rechts. De stenen worden vervolgens verdeeld in 21 stapels van 5 stenen. De stenenstapel moet met de blanco kant naar boven liggen. Er blijft een steen over die tijdelijk bewaard wordt door de deler. De stapels worden voor de spelers neergelegd, zoals hieronder: 31
Het maakt niet uit hoeveel stapels er voor elke speler liggen. De deler moet in ieder geval zes stapels voor zich hebben liggen. De deler gooit twee keer met de dobbelsteen. De eerste worp bepaald welke stapel de deler moet gebruiken, gerekend van links naar rechts. De deler legt de overgebleven steen op deze stapel. De geselecteerde stapel heeft nu zes stenen. De tweede worp bepaald welke steen van de geselecteerde stapel geselecteerd wordt. Er wordt hier geteld van onder naar boven. De geselecteerde steen wordt, met het plaatje naar boven gericht, op de stapel gelegd. Wanneer de geselecteerde steen een valse joker is, dan wordt hij weer terug in de stapel gelegd en wordt er steeds opnieuw gegooid totdat er een gewone steen geselecteerd is. De geselecteerde steen (ook wel vergelijksteen genoemd) bepaald de joker (okey) voor het spel. De joker is de steen met dezelfde kleur, maar een nummer hoger dan de vergelijksteen. Bijvoorbeeld als de vergelijksteen de groene 10 is, dan is de groene 11 de joker. Als de vergelijksteen rode 13 is, dan is de rode 1 joker. De stenen liggen nu in stapels voor de spelers. De speler die rechts naast de deler zit krijgt 15 stenen en de andere speler krijgen 14 stenen. De speler die rechts naast de deler zit pakt de stapel die rechts naast de geselecteerde stapel ligt. De andere spelers pakken tegen de klok in ieder de volgende stapel, totdat elke speler 10 stenen heeft. Vervolgens krijgt de speler die rechts van de deler zit de volgende stapel. De andere spelers pakken ieder vier stenen van de volgende stapels.
32
In de bovenstaande afbeelding gooide de deler een 5 met de eerste worp en een 2 bij de tweede worp. De deler heeft de tweede steen van onderen gepakt en bovenop de stapel gelegd. Het is een rode 4, dus de rode 5 is de joker. Nu moet speler 2 stapel ‘a’ pakken, speler 3 stapel ‘b’, speler 4 ‘c’, speler 1 ‘d’, speler 2 ‘e’, speler 3 ‘f’, speler 4 ‘g’, speler 1 ‘h’ en speler 2 ‘i’. Daarna pakt speler 3 de bovenste 4 stenen van stapel ‘j’, speler 4 de laatste steen van stapel ‘j’ en drie stenen van stapel ‘k’, en speler 1, twee stenen van ‘k’ en twee van ‘l’. De stenen moeten op de houder gezet worden, zodat de speler zelf de stenen kan zien en de andere spelers niet. De stenen die nog op tafel liggen worden tijdens het spel gebruikt. Ze worden naar het midden van de tafel verplaatst, zonder de volgorde te veranderen.
33
Het spel Okey spelen Voordat het spel begint kan de speler die dezelfde steen heeft als de geselecteerde steen dit laten zien. Hij krijgt dan -10 punten, wat positief is. De speler die rechts naast de deler zit begint met het weggooien van een steen, zonder er een van de stapel te pakken. Hierna kan elke speler beurtelings of een steen van de stapel pakken of de door de vorige speler afgegooide steen pakken en aan het einde van zijn beurt een steen wegleggen/doorgeven. Dit herhaalt zich tegen de wijzers van de klok in verder tot een speler een winnende hand vormt en het blootstelt. Afgegooide stenen worden rechts van de speler die ze afgegooid heeft gelegd op een stapel, zodat alleen de meest recent afgegooide steen zichtbaar is. Het is toegestaan om te kijken naar alle stenen, die je zelf hebt afgegooid e n die de speler links van je heeft afgegooid.
Het doel van het spel is het verzamelen van reeksen. De steen die aan het einde van de beurt weggelegd moet worden, wordt op de steen van de vorige ronde gelegd omdat andere spelers niet mogen blijven zien wat de speler in eerdere rondes weggelegd heeft. Sets en reeksen Een set bestaat uit 3 of 4 stenen van het zelfde aantal en verschillende kleuren, (Bijvoorbeeld een zwarte 7 en 2 rode 7's vormen geen geldige set.) Reeksen bestaan uit 3 of meer opeenvolgende stenen van de zelfde kleur. De 1 kan als laagste steen, onder de 2, of als hoogste steen, boven de 13, maar niet allebei worden gebruikt. Zo zijn een groene 1 + 2 + 3 of een groene 12 + 13 + 1 een geldige reeks zijn, maar een groene 13 + 1 + 2 zou niet geldig zijn. 34
Een winnende hand bestaat uit 14 stenen die volledig in reeksen en/of sets worden gevormd. Een steen kan niet in meerdere sets tegelijkertijd gebruikt worden. Als u een winnende hand hebt, dan kunt u het spel beëindigen door alle 14 van uw stenen aan de overige spelers te tonen door het bordje om te draaien. De stenen worden altijd getrokken van de bovenkant van de volgende beschikbare stapel. Wanneer er geen stenen meer over zijn op de stapels in het midden van de tafel is het spel beëindigd. Joker Deze stenen kunnen worden gebruikt om een steen te vertegenwoordigen om een reeks of set te voltooien. Als een speler uit is en hij legt als laatste steen de joker weg, moeten de medespelers hun punten dubbel tellen. Een speler die alle 14 stenen in een reeks heeft gebruikt met behulp van een joker kan er voor kiezen om te wachten op een steen die de joker kan vervangen, zodat hij de joker weg kan gooien. Als een andere speler dan toch eerder uit is en de speler met de joker de steen niet weggegooid heeft krijgt hij 50 strafpunten. Score • De bedoeling is zo min mogelijk punten te hebben. • Als een speler in het begin van het spel de vergelijksteen heeft moet hij deze laten zien en krijgt hij – 10 punt, wat positief is. • Als een speler als laatste steen een joker weggooit worden de punten van de medespelers dubbel geteld. • Als een speler uit is moeten zijn medespelers alle stenen die niet in setjes passen optellen als punten. De waarde van wat er op een stenen staat wordt geteld. Bijvoorbeeld. Speler A is uit omdat hij op zijn bordje alle stenen in setjes heeft staan op één na die hij nog moet wegleggen. Speler B heeft op zijn bordje nog drie losse stenen en voor de rest setjes. De 8, de 3 en de 10 heeft hij nog staan. Deze speler moet dan 21 punten opschrijven. Als speler A als laatste een joker weglegde dan moet hij 42 punten opschrijven. Als speler B echter de vergelijksteen had bij aanvang van het spel en deze heeft laten zien aan zijn medespelers dan gaan er weer 10 punten vanaf en heeft hij nog 32 punten. Als het spel eindigt zonder een winnaar (omdat er geen stenen over waren om te trekken, en de speler die aan de beurt is niet kan winnen), dan is er geen score. Het spel moet officieel 11 keer gespeeld worden. Voor de screening echter is 1 keer spelen waarschijnlijk voldoende om een beeld van het cognitieve functioneren van de cliënt te krijgen. De punten van alle 11 keer spelen horen opgeteld te worden. De speler met de minste punten heeft dan gewonnen.
35
Enkele voorbeelden
In bovenstaand voorbeeld is de groene 9 bij de 10 en 11 geplaatst om een juiste reeks samen te stellen. Sets mogen uit 3 of 4 stenen bestaan maar mogen niet 2 keer dezelfde kleur bevatten. De zwarte 6 is de steen die als laatste wordt weggegooid.
In dit voorbeeld is de rode 5 de openingssteen, dus is de rode 6 een joker en de blinde joker geldt dan alleen als rode 6. Deze joker is hier ingezet als een zwarte 9. De blinde joker kan alleen bij de set van zessen worden geplaatst.
36
In dit voorbeeld is de zwarte 1 ingezet als een 14 waardoor er een reeks ontstaat van 12 + 13 + 14. De groene 10 in het voorbeeld is een joker en is hier ingezet als rode 4 om de reeks compleet te maken.
37
Handleiding voor de therapeut Activiteit 1: Spelen van het spel Okey Essentie van de taak De cliënt dient (a) het spel op te bouwen voor twee personen, (b) de stenen te verdelen en (C) het spel volgens de spelregels met de ergotherapeut te spelen en (d) het Okey spel weer op te ruimen. Keuzemogelijkheden • Het verdelen van de stenen kan ook op een alternatieve manier gedaan worden. Belangrijk is dat de speler na de deler 15 stenen heeft en de andere spelers 14 blokjes. • Er kan een andere puntentelling worden aangehouden. Opruimen: De cliënt dient na het spelen de stenen en bordjes weer in de doos van het spel op te bergen. Voordat begonnen wordt, dient de cliënt: Volledig vertrouwd te zijn met het spel en de spelregels. Voordat begonnen wordt dient de therapeut • na te gaan of de cliënt vertrouwd is met de spelregels • zelf bekend te zijn met de spelregels Benodigdheden: • het spel Okey • (prikkelarme) ruimte • tafel en twee stoelen Opmerking: Wanneer mensen erg religieus zijn kan het voorkomen dat zij geen spel horen te spelen. Zij zien dit als een spel van Satan en zullen het spelen van een spel dan ook weigeren.
38
Activiteit 2: dammen voor Marokkaanse mannen Achtergrond en uitleg Dammen Onder Marokkaanse mannen wordt het spel Dammen veel gespeeld. De regels zijn onder Marokkanen wat anders dan bij de Nederlanders. Het belangrijkste verschil in spelregels is dat er met minder stenen wordt gespeeld. Bij het Nederlandse dammen hebben de spelers 20 stenen per personen terwijl bij het Marokkaanse spel de spelers 12 ste nen per persoon hebben. Verder wordt bij Marokkaans dammen gebruik gemaakt van een schaakbord. Schuin achteruit slaan mag bij de Marokkaanse variant niet en bij de Nederlandse variant wel. Benodigdheden. Er is geen speciaal Marokkaans dambord nodig. Het spel kan gespeeld worden op een schaakbord met gewone damstenen die in dit geval niet allemaal nodig zijn. Spelregels Marokkaans dammen. Hieronder staan alle regels van het Marokkaanse damspel op een rij. Veel regels zijn echter gelijk aan de Nederlandse regels. Begin van het spel • Dit spel wordt op een schaakbord gespeeld. Het vakje rechtsonder op het bord is zwart. • De damstenen van iedere speler staan op de donkere velden. Het spel wordt begonnen met drie rijen stenen, dat zijn er twaalf per persoon. De middelste twee rijen van het bord blijven onbezet. Verplaatsen van de stenen • De stenen mogen iedere keer 1 plaats schuin naar voren gezet worden. Dat mag schuin naar links en schuin naar rechts, maar niet achteruit. De plek waar naar toe gezet wordt, moet leeg zijn. Bij dammen worden alleen de donkere velden gebruikt om op te zetten. Dit schuiven van de stukken mag zolang een stuk van de tegenstander niet geslagen kan worden. Slaan van de stenen • Een speler moet slaan als een steen van de tegenspeler schuin tegenover hem staat. Slaan is verplicht. Net als bij Nederlands dammen mag dit alleen als daarachter een leeg vakje is waar de steen die slaat kan belanden. Als er van daaruit nog een steen gelagen kan worden, dan is dat verplicht (meerslag). Anders dan bij Nederlands dammen, mag niet achteruit geslagen worden. • Het slaan van meerdere stenen tegelijk (meerslag) gaat boven het slaan van één steen. (enkelslag). Het slaan van een Dam (Damslag) gaat niet boven enkelslag of meerslag. • De speler die slaat zet zijn steen schuin over een andere steen. • Als iemand kan slaan maar dit niet ziet en dus verzuimt te slaan, mag de tegenstander (zodra hij/zij aan beurt is) de steen die hij had kunnen slaan 39
‘blazen’, ofwel van het bord halen. Het blazen komt niet in de plaats van de eigen zet. De speler die ‘blaast’ mag daarna dus ook nog zetten. De Dam • Als een steen de overzijde van het bord bereikt wordt het een dam. In dat geval moet een extra steen van dezelfde kleur (die al uit het spel is) op deze steen gelegd worden. Dat is de Dam. Met een Dam mag veel verder gezet worden dan met een gewone steen. Met een Dam mag diagonaal gezet worden naar elk vrij veld, zolang de speler geen andere steen tegen komt. Dit mag voor- en achteruit. • Op het moment dat een speler over 3 dammen beschikt, dan moet hij/zij binnen 12 zetten gewonnen hebben. Lukt dit niet, dan mag de tegenstander een dam of steen 'blazen'. • Als speler A de laatste steen niet meer kan bewegen, maar speler B zijn stenen nog wel, dan mag speler A alle eerder door speler B geslagen stenen op zijn laatste zetten. Hij heeft dan "12 maal verloren" en is de 'ezel', zo zeggen de Marokkanen. Einde van het spel • Een speler heeft verloren als deze geen stukken meer heeft, óf als deze geen enkele zet meer kan uitvoeren omdat al zijn stukken geblokkeerd zijn door die van de tegenstander. • Sommige partijen eindigen onbeslist: remise. Dan kunnen beide spelers niet meer winnen.
40
Handleiding voor de therapeut Activiteit 2: Spelen van een potje Marokkaans dammen met twee personen Essentie van de taak De cliënt dient (a) het damspel klaar te zetten met alle stenen op de juiste plek, (b) het spel te spelen met gebruik van de juiste spelregels voor Marokkaans dammen en (c) het damspel weer op te ruimen. Keuzemogelijkheden Bepaalde spelregels kan men anders gewend zijn dan hierboven beschreven. Als de cliënt deze regels logisch en consequent toepast hoeft dit niet negatief beoordeeld te worden. Opruimen: De cliënt dient het damspel weer op te bergen. Voordat begonnen wordt, dient de cliënt: Volledig vertrouwd te zijn met het spel en de spelregels Voordat begonnen wordt dient de therapeut: • na te gaan of de cliënt volledig vertrouwd is met de spelregels • zelf bekend te zijn met de spelregels Benodigdheden: • Schaakbord • 12 witte- en 12 zwarte damstenen • (prikkelarme) ruimte • tafel en twee stoelen
41
Activiteit 3: thee zetten voor Turkse vrouwen Achtergrond en uitleg Conselho adviseert het Slotervaartziekenhuis voor de screening van Turkse vrouwen op de dagkliniek de activiteit: thee zetten, aan te bieden. Thee De nationale drank van Turken is Turkse thee (Çay), niet te verwarren met de toeristische appelthee. De Turkse thee heeft een typisch aroma. Thee speelt een belangrijke rol binnen de Turkse cultuur. Turken drinken thee om de sociale functie die het met zich mee brengt. Deze thee wordt op ieder moment van de dag gedronken. In Turkije krijg je thee en geef je het weg, de hele dag door. Thee weigeren is onbeleefd. Glazen worden zodra ze leeg zijn weer gevuld. Om te laten merken dat er genoeg thee gedronken is legt men het theelepeltje over het glas. Çay wordt gedronken uit een klein glaasje, dat wordt gevuld met ongeveer een derde aan thee, aangevuld met heet water. Suiker wordt er altijd los bijgegeven. Turkse thee wordt gemaakt van losse theebladeren, die in zakken te koop zijn. Materiaal Voor het maken van specifieke Turkse thee gebruikt men een dubbele theepot, Turks theeservies en zwarte thee. Dubbele theepot: de bovenste pot bestaat het liefst uit porselein. Dit is niet noodzakelijk. Het kan ook een combinatie van twee potten zijn die op elkaar passen. Zwarte thee: lijkt op Earl Grey, maar heeft een sterkere smaak en is bitter. Turks theeglas: dit is een klein dun glaasje in de vorm van een vrouwenlichaam, ook wel peervorm of tulpvorm genoemd. De bereiding van Turkse thee Turken maken gebruik van een dubbele waterketel. De grootste ketel wordt gevuld met water en op het vuur / gasfornuis geplaatst. Boven op de grote ketel komt de kleinere ketel te staan, die gevuld is met gedroogde theebladeren en water. In 1 liter water gaan drie kleine tulpvormige glaasjes met gedroogde thee. De onderste ketel wordt aan de kook gebracht, waardoor de bovenste ketel warm wordt, zodat de thee goed kan trekken. De thee moet 15 tot 20 minuten trekken. Daarna wordt er uit de kleinste ketel de sterke thee (çay) in een Turks theeglas geschonken. (ongeveer één derde deel, afhankelijk van de gewenste sterkte van de thee). Meestal bevindt zich in de tuit van de ketel een zeef. Zoniet, dan dient de thee ingeschonken te worden met een zeef boven het glas. De rest van het glas wordt aangevuld met het water uit de grotere ketel. Hierdoor kan de sterkte van de thee zelf worden bepaald: hoe meer thee, des te sterker de smaak. Turken gebruiken veel suiker in de thee. Vaak per glaasje één tot twee klontjes suiker.
42
Opmerking: Thee drinken is een aparte ervaring. Wanneer thee gedronken wordt met een belangrijk persoon, dan is het belangrijk op te letten met welke snelheid hij of zij de thee opdrinkt. Is het glaasje thee van de belangrijke persoon leeg dan is dat een signaal dat het tijd wordt om te gaan. Wanneer je thee drinkt bij iemand die jouw belangrijk vindt dan zal hij of zij de thee langzaam opdrinken of maar half opdrinken. Zodat je rustig kunt blijven zitten.
43
Handleiding voor de therapeut Activiteit 3: Pot thee zetten op Turkse wijze- twee of drie personen Essentie van de taak De cliënt dient (a) een pot thee te zetten voor twee of drie personen, (b) de thee in Turkse thee glazen te schenken en (C) de theeglazen met suiker en een theelepeltje te serveren aan tafel of aan het aanrecht. Specifieke criteria • De cliënt dient de thee te serveren in een Turks theeglaasje met suiker en een lepeltje. • Het uitdoen van het gas is vereist. Keuzemogelijkheden 1. Het water in de bovenste pot mag zowel koken als alleen maar warm gehouden worden. 2. Er is óf een zeefje aanwezig in de theekan, óf een los zeefje om boven het glas te houden. De cliënt mag de losse zeef gebruiken als deze dat gewend is, ook als er een zeefje in de kan zit. 3. De cliënt mag, indien gewenst een dienblad gebruiken. Opruimen De cliënt dient gebruikte spullen in geschikte verpakkingen op hun oorspronkelijke plaats terug te zetten, vuil keukengerei in of naast de gootsteen te zetten, het geknoeide op te ruimen en afval in de vuilnisbak te doen. Voordat begonnen wordt, dient de cliënt: Volledig vertrouwd te zijn met de inrichting van de omgeving, inclusief de plaats van de benodigdheden en de werking van het gasfornuis. Voordat begonnen word t dient de therapeut: • na te gaan voor hoeveel personen de cliënt thee gaat zetten • er zeker van te zijn dat de te gebruiken producten en benodigdheden aanwezig zijn en in goede staat zijn
44
Benodigdheden: • zwarte thee (gedroogde theebladeren) • suiker • gasfornuis/kookplaat • Turkse dubbele waterkan/theepot • Turks theeservies • theelepeltjes • spons, vaatdoek of keukenpapier • vuilnisbak • keuken Alternatief Het water in de onderste ketel mag voorgekookt worden met een waterkoker om de duur van de activiteit te verkorten. Het water in de bovenste ketel mag voorgekookt in de ketel gedaan worden. Wel is van belang dat de ketels beide op het fornuis nog gekookt worden gedurende 15 minuten om de thee te laten trekken. Opmerking: Ga na of de cliënt suiker mag, zo niet bied dan een alternatief aan.
45
Voorbeelden van benodigdheden voor het zetten van Turkse thee
Dubbele theepot
Dubbele theepot
Theeservies
46
Activiteit 4: thee zetten voor Marokkaanse vrouwen Achtergrond en uitleg Conselho adviseert het Slotervaartziekenhuis voor de screening van Marokkaanse vrouwen de activiteit: thee zetten aan te bieden. Thee Thee in Marokkaanse culturen heeft een heel andere betekenis dan in de Hollandse. Het wordt gezamenlijk gedronken en er hoort een stuk gezelligheid bij. Nederlanders drinken thee om de thee, Marokkanen drinken thee om de sociale functie die het met zich meebrengt. Marokkaanse thee wordt gloeiend heet gedronken in versierde glazen die ‘rabat’ heten en die in het midden tussen duim en wijsvinger wordt vastgehouden. Voor het theeritueel wordt de groene Chinese thee gebruikt, het zogenoemde gunpowder. Daarna worden verse muntbladeren (nana) toegevoegd en gemiddeld per halve liter vijf tot zeven klontjes suiker toegevoegd. De bereiding van Marokkaanse thee (variatie 1) Marokkanen koken eerst water met een waterkoker of fluitketel. Dan wordt er ongeveer 1,5 eetlepel Chinese groene thee (gunpowder) per liter water in een theepot gedaan. Om de bittere smaakt te verminderen en om de thee schoon te maken wordt hij overgoten met kokend water en wordt dit water daarna weer weggegooid. Dit kan één tot drie keer gebeuren. Er wordt opnieuw kokend water aan de gunpowder toegevoegd en de theepot wordt op het fornuis gezet. Na even koken worden (verse) muntbladeren (nana) en suiker toegevoegd (voor 1 liter ongeveer 14 klontjes). Dit moet 5 tot 10 minuten trekken op het gasfornuis. Er mag niet geroerd worden in de thee. Om hem toch wat te mengen gieten de Marokkanen een glaasje vol met thee en gieten dat vervolgens terug in de theepot. Het komt er nu op aan om zelf een evenwicht te vinden tussen de verhouding gunpowder, suiker en nana. Bij het inschenken wordt de theepot eerst omhoog gebracht, om dan met een vloeiende beweging omlaag te worden gebracht. Dit zorgt voor een schuimend laagje. Variatie 2: In deze variatie laat men de gunpowder vijf minuten trekken in plaats van de gunpowder te spoelen. Dit zorgt voor een minder sterke smaak van de gunpowder. Dit hangt af van ieders gebruiken en smaak. De Berbers bijvoorbeeld houden van een bittere thee en zullen daarom de gunpowder maar heel kort laten trekken voor ze hem afgieten. Variatie 3: Sommigen Marokkanen zullen het mengsel van de gunpowder, nana en suiker weer terug zetten op het fornuis om nog vijf tot tien minuten te laten koken. Anderen zullen deze alleen laten trekken en niet terug plaatsen op het fornuis.
47
Opmerkingen: • Voor een pot thee van ongeveer een liter gebruikt men vaak ongeveer 1,5 eetlepel gunpowder. Er worden vrij veel muntbladeren gebruikt en erg veel suiker. (afhankelijk van iemands voorkeur). • Soms zal men verse muntbladeren gebruiken, in andere gevallen gebruikt men gedroogde muntbladeren. • Het kan voorkomen dat Marokkanen muntbladeren (zonder steeltje) in de glazen doen. De thee wordt daardoor nog wat sterker. • Het is belangrijk dat de muntbladeren volledig onder water zijn
48
Handleiding voor de therapeut Activiteit 4: Pot thee zetten op Marokkaanse wijze- twee of drie personen Essentie van de taak De cliënt dient (a) een pot thee te zetten voor twee of drie personen, (b) de thee in Marokkaanse thee glazen te schenken en (C) de theeglazen te serveren aan de tafel of het aanrecht. Specifieke criteria • De cliënt dient de thee te serveren in een Marokkaans theeglaasje. • Het uitdoen van het gas is vereist. Keuzemogelijkheden • Er is óf een zeefje aanwezig in de theekan, óf een los zeefje om boven het glas te houden. De cliënt mag de losse zeef gebruiken als deze dat gewend is, ook als er een zeefje in de kan zit. • De cliënt mag, indien gewenst een dienblad gebruiken. • De verhouding gunpowder, nana en suiker mag naar eigen smaak gekozen worden • De cliënt mag kiezen of de gunpowder 5 minuten getrokken wordt of alleen gespoeld wordt. De cliënt kan één tot drie keer spoelen. • De cliënt mag de waterkoker gebruiken om het water te koken of de fluitketel. • De cliënt mag het eindproduct terug op het vuur zetten om te laten koken of alleen maar laten trekken op het aanrecht. • De cliënt mag de muntbladeren ook in de glazen doen. • De cliënt kan ervoor kiezen om het gekookte water op de muntbladeren te gieten of om de muntbladeren bij het gekookte water te doen. (verschil in volgorde) Opruimen: De cliënt dient gebruikte spullen in geschikte verpakkingen op hun oorspronkelijke plaats terug te zetten, vuil keukengerei in of naast de gootsteen te zetten, het geknoeide op te ruimen en afval in de vuilnisbak te doen. Voordat begonnen wordt, dient de cliënt: • volledig vertrouwd te zijn met de inrichting van de omgeving, inclusief de plaats van de benodigdheden en de werking van het fornuis. Voordat begonnen wordt dient de therapeut • na te gaan voor hoeveel personen de cliënt thee gaat zetten • er zeker van te zijn dat de te gebruiken producten en benodigdheden aanwezig zijn en in goede staat zijn Benodigdheden: • Marokkaanse theepot • Waterkoker/ fluitketel • Evt. zeefje • Eetlepel • Spons, vaatdoek of keukenpapier 49
• • • • • • •
Marokkaans theeservies Groene Chinese thee, het zogenoemde Gunpowder (ongeveer 1,5 eetlepel per liter water) Muntblaadjes, oftewel Nana Suikerklontjes (veel) Keuken Gasfornuis/kookplaat Vuilnisbak
Opmerking: Ga na of de cliënt suiker mag, zo niet bied dan een alternatief aan.
50
Voorbeelden van benodigdheden voor het zetten van Marokkaanse thee
Marokkaanse theepot en dienblad
Marokkaanse theeglazen
51
6. Checklist observatie ergotherapeutische screening Naam ____________________________ Geboortedatum _______________Datum_______________ Taak ____________________________
Cognitie Perceptie/cognitie ? Proprioceptie ? Attentie/concentratie ? Oriëntatie (tijd, plaats, persoon) ? Geheugen (lange/korte termijn) ? Probleemoplossend vermogen Planmatig handelen Keuzes maken Inzicht hebben in veiligheid ? Organisatievermogen ? Instructies volgen ? Doelgericht werken
Temporele organisatie ? ? ? ?
Initiatief nemen Continueren Volgorde aanbrengen Beëindigen
Ruimte en voorwerpen ? ? ? ?
Zoeken/lokaliseren Verzamelen Organiseren Opruimen
Adaptatie ? Opmerken/reageren ? Communicatie
Motoriek ? ? ? ? ? ?
Houding (balans, rompfuntie) Mobiliteit Tillen Transporteren Uithoudingsvermogen Tempo houden
Arm/hand functie ? Coördinatie ? Grijpen ? Reiken ? Grove/ fijne handmotoriek
Sensoriek ? Visus ? Gehoor ? Sensibiliteit (gnostich, vitaal)
52