Verzelfstandigingseditie
startnummer/ januari 2008
www.openbaaronderwijsrotterdam.nl
Christa Thoolen, rector Thorbecke VO ‘Met deze identiteit kunnen we ons positief profileren’
Dick van der Aa, directeur obs De Catamaran ‘We kunnen op deze manier onze kwaliteit en kracht tonen’
op weg naar een nieuwe toekomst
2/ Startnummer
3/
magazine
Nieuw
WedergeBOORte Wellicht heeft u het al vernomen, maar voor de zekerheid meld ik het nog maar even: het bestuur
Ikben
Dit is de starteditie van BOORmagazine. De verzelfstandiging betekent voor het openbaar onderwijs een nieuwe start en daar hoort natuurlijk een nieuw blad bij. De oude en vertrouwde Foorum gaat niet mee in het nieuwe tijdperk. Bij kwaliteitsonderwijs hoort namelijk ook een kwaliteitsmagazine. Dat zal dan ook de ambitie van de redactie zijn. Hoe we die precies gaan verwezenlijken, zal de lezer de komende maanden ontdekken als BOORmagazine in zijn definitieve gedaante het licht zal zien. Want dit is vooral nog een startnummer, dat helemaal in het teken staat van de verzelfstandiging. / De redactie
trots ophet
openbaar onderwijs! De grootste openbare onderwijsinstelling in Nederland bevindt zich in Rotterdam. In onze stad zijn 66 scholen voor primair onderwijs, zeven scholen voor speciaal basisonderwijs, een school voor praktijkonderwijs, acht scholen voor WEC-onderwijs en zes scholen voor voortgezet onderwijs op openbare leest geschoeid. Dagelijks krijgen ongeveer 30.000 leerlingen les op deze 88 scholen.
openbaar onderwijs is verzelfstandigd. Dat wil zeggen dat het scholenveld en het bestuur zijn ondergebracht in een stichting, de stichting BOOR. Het administratiekantoor, de vroegere dOO is ondergebracht in een andere stichting met een nieuwe naam, stichting Prosco. Het is ons stellige voornemen om ervoor te zorgen dat BOOR met zijn scholen, nog meer, het verschil gaat maken. Er is samen met de scholen een ambitieus strategisch beleidsplan gemaakt. Er komt een BOOR Academie; we gaan nadrukkelijker onze successen melden; we hebben onze interne organisatie veranderd; er is een nieuw bestuur en we hebben een fonds opgericht om onze scholen te prikkelen om projecten elders op de wereld te adopteren om zodoende leeftijdgenoten te helpen een betere kans
in ter view/
14.
6. 12.
8.
6. Christa Thoolen, rector Thorbecke VO ‘Met deze identiteit kunnen we ons positief profileren’ 8. Dick van der Aa, directeur obs De Catamaran ‘We kunnen op deze manier onze kwaliteit en kracht tonen’ 12. Stijn Brakkee, ouder obs Vierambacht ‘Binnen het o penbaar onderwijs zijn goede ontwikkelingen aan de gang’ 14. Jan Pieter van Bruchum, directeur De Piloot ‘Iedere leerkracht, iedere conciërge, iedere directeur moet zijn steentje bijdragen’
Inhoud
BOOR
gaat zelfstandig verder
4 Over de ambitie, de identiteit, de kernwaarden en de strategische thema’s en doelen
Ik vind dat Rotterdamse scholen moeten voldoen aan hoge kwaliteits eisen. De school moet een omgeving bieden waarin leerlingen zich maximaal kunnen ontwikkelen. Van belang daarbij is dat leerlingen de aandacht krijgen die ze verdienen. Dat betekent onderwijs achterstanden terugbrengen en talenten stimuleren. Voor iedere leerling moet er een school zijn die bij hem of haar past.
op een toekomst te verwerven. Daar moeten
Het openbaar onderwijs Rotterdam werd traditioneel altijd door de gemeente Rotterdam bestuurd. De gemeente was verantwoordelijk voor de onderwijsinrichting, de besturing, de financiering en de huisvesting. In 2006 is besloten een andere koers te varen. Met ingang van 2008 heeft de gemeente haar wettelijke verantwoordelijkheden in de vorm van een stichting geregeld en houdt daar toezicht op.
een aantal nieuwe initiatieven en met het nieuwe
De verzelfstandiging van het openbaar onderwijs leidt tot versterking van het profiel van het openbaar onderwijs: actief pluriform, algemeen toegankelijk en niet discriminerend. Dat het steeds beter gaat met het (basis)onderwijs in Rotterdam, is in de eerste plaats te danken aan de inzet en het enthousiasme van het onderwijspersoneel. Mijn waardering voor hen is groot. Ik hoop dat we met de nieuwe koers ons kompas nog beter kunnen richten op de kansen van kinderen.
hoogte houden. Het betekent
Ik ben trots op het openbaar onderwijs in Rotterdam! Wethouder Leonard Geluk, Jeugd, Gezin en Onderwijs
leerlingen en leerkrachten bij betrokken zijn. Ook de governance gaan we nadrukkelijk invullen. Kortom, haast een wedergeBOORte. In dit eerste BOOR magazine maakt u kennis met bestuur. We hebben een ingewikkelde periode van verzelfstandiging achter de rug waarin we reorganiseerden en onze ambities hebben geformuleerd. Alles lijkt klaar voor een bloeiende toekomst. Daar willen we u door middel van dit magazine van op de wel dat de oude vertrouwde Foorum ophoudt te verschijnen. Maar de krant verdwijnt niet helemaal, want naast dit BOOR magazine komt er ook weer een BOOR-uitgave op tabloidformaat. Ik wens u veel leesplezier. Wim Blok, voorzitter College van Bestuur
10 De goede doelen 16 Een nieuwe toekomst Colofon Dit is een speciale uitgave van BOOR magazine, in het kader van de verzelfstandiging van BOOR per 1 januari 2008. BOOR Magazine is een uitgave van het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam en verschijnt onder verantwoordelijkheid van de directie. Medewerkers: Paul Kamps, Wim Blok Fotografie: Tineke de Lange (cover), Jan van der Meijde Redactie: Pnyx media Ontwerp en vormgeving: VerheulCommunicatie.com Druk: Okay Color
4/ Startnummer
5/
magazine
Deambitievan geformuleerd in het Strategisch Beleidsplan 2008-2012, luidt als volgt: Het openbaar onderwijs in Rotterdam heeft de ambitie verbetering aan te brengen in de onderwijssituatie van kinderen, hun vermogen tot een leven lang leren te vergroten en hun kansen te verbeteren om naderhand een plek op de arbeidsmarkt in te nemen. Het vergroten van kansen van kinderen komt uiteraard ook de Rotterdamse samenleving ten goede. Daarom willen de Rotterdamse openbare scholen onderwijs verzorgen waarin kwalitatief hoogwaardig onderwijs en maximale talentontwikkeling centraal staan. Onderwijs dat is gebaseerd op behoeften van onze belanghebbenden en waarbij scholen deel uitmaken van netwerken van onderwijsprofessionals, scholen en maatschappelijke partners, gericht op de belangen van het kind.
Deuniekeidentiteitvanhet openbaaronderwijs Het openbaar onderwijs in Rotterdam biedt onderwijs aan vanuit een eigen, kenmerkende identiteit. In het Strategisch Beleidsplan wordt de identiteit beschreven als: passend onderwijs voor iedereen, zonder onderscheid naar godsdienst of levensovertuiging, seksuele voorkeur, etniciteit, politieke overtuiging of welk ander onderscheid dan ook. Onderwijs dat een kind leert een open opstelling ten opzichte van anderen te hebben, en een klimaat realiseert waarin kinderen elkaar leren kennen, begrijpen en waarderen op basis van respect en vertrouwen. Dekernwaarden De kernwaarden van het openbaar onderwijs luiden als volgt: 1. Maximale talentontplooiing Het openbaar onderwijs helpt leerlingen hun talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen door hen aan te sporen het maximale uit zichzelf te halen en hen daarin te ondersteunen. Taal-, reken- en sociale vaardigheden zijn onmisbaar bij het vergroten van de kansen van leerlingen in het onderwijs en de samenleving. Daarom wordt er allereerst voor gezorgd dat leerlingen op deze gebieden voldoende basiskennis ontwikkelen.
2. A ctieve pluriformiteit Het openbaar onderwijs is toegankelijk voor iedereen en is daarom pluriform van aard. Dit houdt in dat iedere leerling zich in principe mag en kan ontplooien en daarbij zijn of haar eigenheid en unieke karakter behoudt en ontwikkelt. De identiteit en de kernwaarden van het Openbaar Onderwijs Rotterdam stellen grenzen aan het gedrag van de leerling en diens ouders. Kenmerkend voor het openbaar onderwijs is bijvoorbeeld het respect en de betrokkenheid ten opzichte van verschillende levensbeschouwingen en overige verschillen tussen mensen. 3. N aleving van kinderrechten en -plichten De kinderrechten afkomstig uit de Nederlandse grondwet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zijn verankerd in de doelstellingen van het openbaar onderwijs Rotterdam. De scholen zijn erop gericht leerlingen hiervan bewust te maken. Kinderen hebben naast deze rechten echter ook plichten, wat betekent dat zij in zekere mate medeverantwoordelijk zijn voor hun leerproces. Ook ouders zijn verantwoordelijk voor de talentontwikkeling van hun kinderen, namelijk voor een goede opvoeding en zorgen voor het welbevinden van hun kind. 4. S terke binding met de samenleving Het openbaar onderwijs wil zich verbinden met de maatschappelijke omgeving waarin het zich bevindt.
5. Nieuwsgierig, betrokken en toekomstgericht Leerlingen van het openbaar onderwijs Rotterdam worden opgeleid tot nieuwsgierige en betrokken mensen die zijn gericht op de toekomst. Deze nieuwsgierigheid en betrokkenheid strekt zich uit naar medeleerlingen, maar ook naar de stad, het land, de wereld waarin zij leven en de ontwikkelingen die daarin plaatsvinden. Destrategischethema’s De strategische thema’s, zoals in het Strategisch Beleidsplan vermeld, zijn: 1. Maximaal ontwikkelen van talent en verhogen van onderwijsprestaties Het streven van Nederland een top kenniseconomie te worden en de situatie op de Rotterdamse arbeidsmarkt vragen om meer kennis, meer mensen met minstens een startkwalificatie en meer hoger o pgeleiden. Vernieuwing van het onderwijs is n odig om een meer passende begeleiding aan te kunnen bieden voor kinderen. Ook zal het onderwijs beter aan moeten sluiten bij de interesses en kwaliteiten van leerlingen. Op die manier worden de vele soorten talenten die kinderen hebben beter ontwikkeld. 2. Sociale samenhang en burgerschap versterken Het ontwikkelen van burgerschap en het streven naar sociale samenhang is in een stad als Rotterdam van groot belang. Scholen doen dat door het aanbieden van onderwijsprogramma’s die daarop zijn
Ook ouders zijn verantwoordelijk voor de talent ontwikkeling van hun kinderen Om dit voor elkaar te krijgen geven de scholen actief inzicht in wat zij doen, welke maatschappelijke bijdrage zij leveren en welke resultaten de leerlingen bereiken. Onze scholen zijn sterk gericht op de wijk en/of de stad en gedragen zich als maatschappelijk ondernemer. Leerlingen ontwikkelen zich daardoor tot zelfbewuste burgers.
Foto: Tineke de Lange
De ambitie van het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam, zoals
gericht. Daarnaast worden ouders en andere partners in onze omgeving meer bij het onderwijs betrokken om bijvoorbeeld veiligheid in en om de school te realiseren. 3. G oed bestuur en maatschappelijk ondernemen verbeteren Het openbaar onderwijs Rotterdam streeft ernaar een maatschappelijke onderneming te zijn door uit te gaan van de behoeften van belang hebbenden bij het onderwijs. De school wordt steeds meer verweven met de samenleving. Om deze rol optimaal te vervullen moet worden gestreefd naar voortdurende verbetering en vernieuwing. Verder dient de bedrijfsvoering gezond te zijn en moet duidelijke verantwoording plaatsvinden naar binnen en buiten. Destrategischedoelen Op basis van de strategische thema’s zijn de volgende doelen geformuleerd, die tussen 2008 en 2012 gehaald moeten worden. 1. H et verhogen van onderwijsprestaties en het versterken van talentontwikkeling Dit betekent het verder versterken van de samenhang tussen primair, voortgezet en speciaal onderwijs om doorlopende leerlijnen te realiseren; het verbeteren van de begeleiding van en zorgverlening aan leerlingen; het maximale uit leerlingen halen op basis van erkenning van talenten en het verbeteren van de samenwerking tussen scholen en andere maatschappelijke organisaties. 2. Het vergroten van het marktaandeel Dit gebeurt door verhoging van de kwaliteit van de scholen en de verheldering van de identiteit van het openbaar onderwijs. 3. H et doorontwikkelen van het maatschappelijk ondernemerschap Dit gebeurt door het ontwikkelen van een keurmerk als waarborg voor de kwaliteit die scholen minimaal moeten leveren; door het werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken en de professionaliteit van de medewerkers te vergroten; door het versterken van de verantwoording van scholen naar belanghebbenden zoals ouders, deelgemeenten, politie, welzijns instellingen, sport-, kunst- en cultuurorganisaties en justitie en hen meer te betrekken bij het maken van beleid op de school en door het efficiënter inzetten van middelen, zodat meer geld besteed kan worden aan het onderwijs zelf. /
6/ Startnummer
in ter view/
7/
magazine
Christa Thoolen, rector Thorbecke VO
‘Met deze
identiteit kunnen we ons
positief profileren’ Als schoolleider was rector Christa Thoolen van Thorbecke VO nauw betrokken bij de totstandkoming van het strategisch beleidsplan. ‘Heel inspirerend vind ik de identiteit en de kernwaarden.’
‘H
Foto: Jan van der Meijde
et beleidsplan is best een goed verhaal geworden. Als school voelen we ons daarmee erg gesteund. Aanvankelijk had ik er een hard hoofd in. Hoe moest zo’n proces tot een goed einde komen? Het ging ook met veel vallen en opstaan. Maar met het resultaat ben ik blij. Heel leuk vond ik ook de gesprekken met de schoolleiders uit het primair onderwijs. Zo hebben we duidelijkheid gekregen over onze onderscheidende prioriteiten en waar de overeenkomstige belangen liggen.’ ‘Heel inspirerend vind ik de identiteit en de kernwaarden zoals die in het beleidsplan staan. We hebben nog steeds een beetje een lastig imago. Door de nadruk op de algemene toegankelijkheid ontstaat soms het idee dat we het afvoerputje van het onderwijs zijn. Met deze identiteit hebben we iets in handen waarmee we ons positief kunnen profileren. We zijn helemaal niet identiteitloos! Onze identiteit ontlenen we aan artikel 1 van de Grondwet, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind. Daar liggen onze waarden en daaraan doen we geen concessies! Wat dat in de praktijk betekent? Aan de hand van praktijkvoorbeelden zullen we daar helderheid over moeten krijgen.’
‘Dat we gaan werken aan de versterking van de interne samenhang tussen primair en voortgezet onderwijs juich ik toe. Slechts een kwart van de leerlingen van openbare basisscholen stroomt door naar openbare vo-scholen. Op deze doorstroom moeten we veel scherper zijn. Ook vind ik het keurmerk voor openbare scholen een goed idee. Daarmee kunnen we laten zien waarvoor we staan. Het is een hele uitdaging om zo’n keurmerk waar te maken. Dat gaat gelukkig verder dan de kwaliteitskaart, want die beschrijft alleen de onderwijs prestaties. Kwaliteit gaat bij ons verder. Het openbaar onderwijs wil bijdragen aan de ontwikkeling van gezonde, sociaal competente wereldburgers, die weten waar hun talenten liggen.’ ‘Het BOOR-gevoel? Dat groeit. Het hele proces rond het beleidsplan heeft op mij zeker effect gehad. Door het beleidsplan zie ik weer waar we staan als BOOR-scholen. We zijn echt meer dan alleen maar algemeen toegankelijk o nderwijs. We kunnen nu beter uitdragen in welke traditie wij kinderen op willen voeden. Daar zullen ouders echt voor moeten kiezen. Dat vind ik een g rote stap voorwaarts.’ /
8/ Startnummer
9/
magazine
Basisschooldirecteur Dick van der Aa hoopt dat de discussies rond het beleidsplan voortgezet worden. ‘Want daar komen we vaak niet aan toe, omdat allerlei ontwikkelingen binnen de school ons bezighouden.’
in ter view/
‘We kunnen op deze manier onze
kwaliteit en kracht tonen’ Dick van der Aa, directeur obs De Catamaran
‘Juist omdat we als openbaar onderwijs zoveel onderwijstypen in huis hebben, vind ik het belangrijk dat we de interne samenhang tussen primair, speciaal en voortgezet onderwijs versterken. Dat moeten we dan wel op basis van kwaliteiten doen, want dat is vaak het enige criterium waar ouders naar kijken als ze een school voor hun kinderen uitzoeken. Of een school openbaar is, doet er voor ouders vaak niet toe.‘ ‘Wat we zijn als openbaar onderwijs, onze identiteit, vind ik positief geformuleerd. In het verleden werd
nogal eens opgesomd wat we allemaal niet waren. Ook is de typering ‘algemeen toegankelijk’ veel te vlak. Het is erg belangrijk dat we weten wat we wel zijn. Positionering in de vorm van kwaliteitskenmerken is sterk, getuigt ook van lef.’ ‘Wat die publieke verantwoording betreft, vind ik het een goede zaak dat we transparant maken wat we aan het doen zijn als openbaar onderwijs. We kunnen op deze manier onze kwaliteit en kracht tonen. Zeker naar de ouders toe is dit van groot belang. Om dit te vertalen naar de wijk vind ik lastiger. Natuurlijk is er samen werking met andere instellingen, met logopedisten, welzijn, bso en wijkagent. En natuurlijk wordt daarin wel duidelijk waar je voor staat en wat je nastreeft. Maar om daarmee van verantwoording te spreken?’ ‘Dat neemt allemaal niet weg, dat ik me op hoofdlijnen herken in het beleidsplan. Onze school past daar trouwens al heel aardig in. Ik heb wel moeite met de mate van uitwerking en gedetailleerdheid van sommige delen van het plan. Een strategisch beleids plan beperkt zich wat mij betreft tot hoofdlijnen, stelt ruime kaders. Daarbinnen moeten scholen de ruimte hebben om maatwerk te leveren en hun profilering te realiseren. De koers in het strategisch beleidsplan vind ik wel helder.’ /
Foto: Jan van der Meijde
‘D
e ambitie die uit het beleidsplan spreekt, kan ik waarderen. De lat wordt hoog gelegd en dat spreekt me aan. Dat is heel gezond. We komen er vanzelf achter als we bepaalde doelstellingen niet halen. Voor zaken die je morgen zo even kunt realiseren, hebben we geen beleidsplan nodig. Dat we uitgebreid in het totstandkomings proces hebben kunnen participeren, vond ik positief. Tijdens de verschillende bijeenkomsten hebben we aardige discussies gevoerd over hele fundamentele zaken als onze identiteit, principes en ambities. Ik hoop dat we dit soort discussies vaker zullen voeren, ook nu het beleidsplan afgerond is. Want daar komen we vaak niet aan toe, omdat allerlei ontwikkelingen binnen de school ons bezighouden.’
10/ Startnummer
11/
magazine
SchoolhulpprojectSuriname
ondersteuning vragen of die een breed Rotterdams karakter hebben.
Nauw betrokken bij dit project is Wim van Aalst, directeur van obs Het Landje. Hij is secretaris van de stichting Schoolhulpproject Suriname, die scholen in Suriname wil voorzien van meubilair, boeken, methodes en computers. Tijdens een studiereis naar Suriname ziet een van de initiatiefnemers van deze stichting, Cees Verschoor, onder welke miserable omstandigheden en met welke aftandse middelen de leerkrachten daar moeten lesgeven. Al snel werd daarna het plan geboren om de hier inmiddels afgeschreven meubilair en lesmiddelen naar Suriname te brengen. Van Aalst: ‘Die spullen zijn nog altijd stukken beter dan wat ze nu in Suriname gebruiken.’ De stichting zoekt momenteel afgedankte school meubilair en onderwijsmethodes voor de Surinaamse scholen en slaat dit op, in afwachting van de verscheping naar Suriname. De stichting heeft onder de 316 scholen in Suriname geïnventariseerd aan welke middelen dringend behoefte is, om zo gericht op de vraag in te kunnen spelen. /
Het gaat om de volgende projecten.
Meer info: www.shps.nl.
De goede doelen van BOOR heeft een aantal goede doelen geadopteerd. Het gaat daarbij om projecten die door individuele scholen zijn opgezet en die bredere
Het schoolmeubilair uit Nederland gaat met zeecontainers naar Suriname
Koen,watgajevoorMexicodoen? Takaungu-project inKenia Een project van obs De Triangel. In 2006 hebben drie leerkrachten, waaronder directeur Els Koster, drie maanden vrijwilligerswerk gedaan in het Keniaanse dorp Takaungu. De klassen op de scholen in het dorp zijn groot – 70 tot 80 leerlingen per klas is geen uitzondering – en de leermiddelen schaars. Zij ontdekten dat daar met voor Nederlandse maatstaven kleine bedragen heel veel bereikt kan worden. Terug in Nederland besloten de leerkrachten het onderwijs in Takaungu te gaan steunen met de aanschaf van lesmateriaal en de sponsoring van leerlingen. De directeuren van de drie overheidsscholen is gevraagd om over een termijn van vier jaar aan te geven welke materialen ze denken nodig te hebben en daar een begroting van te maken. ‘Zomaar geld daar naartoe brengen, dat doen we niet’, aldus Els Koster. ‘Daarom schaffen wij zelf ook het lesmateriaal in Kenia aan en brengen het vervolgens naar de scholen. Dan weten we zeker dat het op de goede plaats terechtkomt.’ Met een relatief klein bedrag kan betrekkelijk veel lesmateriaal aangeschaft worden, aldus Koster. Daarnaast sponsort De Triangel ook de schoolkosten voor een aantal gemotiveerde leerlingen.
Met een relatief klein bedrag kan betrekkelijk veel lesmateriaal aangeschaft worden, aldus Els Koster
Voor 35 tot 150 euro per jaar kunnen zij een passende opleiding volgen. De Triangel heeft ook nog een ander doel met dit project. De school wil de leerlingen meer bewust maken van het feit dat miljoenen kinderen geen onderwijs kunnen volgen en structureel te weinig te eten hebben. / Meer info: www.triangelrotterdam.nl.
Thorbecke VO haalt aanzienlijke bedragen op voor de vuilnisbeltkinderen in Mexico.
Sinds twee jaar heeft Thorbecke Voortgezet Onderwijs in Nieuwerkerk a/d IJssel een project voor een goed doel, namelijk onderwijs mogelijk maken voor vuilnisbeltkinderen in Mexico. Rotary Club Nieuwerkerk heeft de school destijds benaderd om zich te binden aan dit project. ‘Een leerling van de school, Koen Groeneweg, werd ambassadeur van het project en heeft in Mexico met eigen ogen gezien hoe het daar aan toe gaat’, aldus locatiedirecteur Selma Klinkhamer. ‘Zijn verhaal heeft veel indruk gemaakt op de leerlingen van de school en zij zijn massaal aan de slag gegaan om geld in te zamelen.’ Thorbecke Voortgezet Onderwijs is in januari 2006 gestart met het Mexico-project. Honderden kinderen uit het tweede en derde leerjaar brachten ruim vierduizend euro bijeen door een dag te sporten en zich per kilometer te laten sponsoren. / Meer info: www.koenwatgajevoormexicodoen.nl
BOORzoektnogeenvierdeproject Drie projecten heeft BOOR nu geadopteerd. Er is nog ruimte voor een vierde. Welke school heeft een project voor een goed doel en wil voor deze adoptie in aanmerking komen? Mail dit voorstel naar
[email protected].
12/ Startnummer
13/
magazine
in ter view/
Vierambacht-ouder Stijn Brakkee was via de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad primair onderwijs betrokken bij het proces rond het beleidsplan. ‘We moeten geen lucht gaan verkopen.’
‘Binnen het
openbaar onderwijs zijn
goede ontwikkelingen aan de gang’ Stijn Brakkee, ouder obs Vierambacht
’Wat ik ook erg goed vind, is de focus op kwaliteit. Het is heel belangrijk dat leerlingen goed van de scholen komen. Dat het openbaar onderwijs zich daarop wil profileren is een goede zaak. Het moet natuurlijk wel in de juiste volgorde gebeuren. Als het openbaar onderwijs zich sterker wil positioneren door betere pr en marketing, dan zal ze eerst voldoende kwaliteit in huis moeten hebben. Om dat vervolgens op een goede manier onder de aandacht te brengen in Rotterdam. We moeten geen lucht gaan verkopen.’ ‘Dat er een goede doorstroom via doorlopende leerlijnen moet komen van het basisonderwijs naar
het voortgezet openbaar onderwijs lijkt mij logisch. Al moet daar nog wel wat voor gebeuren. Hier in Rotterdam-West zijn bijvoorbeeld geen openbare scholen voor voortgezet onderwijs. Ik sta over een paar jaar dus voor de overweging om een fiets te kopen voor mijn kinderen, zodat ze de vijftien kilometer naar een openbare school kunnen fietsen, of om ze naar een school van een ander bestuur hier om de hoek te sturen.’ ‘De versterking van de publieke verantwoording van de school naar ouders vraagt ook aandacht, al gaat het steeds beter. Wat dat betreft, is de Vierambacht misschien een bijzondere school. Ouders zijn heel intensief betrokken bij de verandering van een zwarte naar een gemengde school. Die betrokkenheid gaat behoorlijk ver, soms wel heel ver. Het is aan de school en de ouders om daar een goede balans in te vinden en ieder zijn eigen verantwoordelijkheid te laten nemen. Maar de wens je te willen verantwoorden als school kan de kwaliteit ten goede komen. Het dwingt de school ertoe bewust met onderwijs bezig te blijven. Terugkijkend op het hele proces rond het beleidsplan zeg ik: binnen het openbaar onderwijs zijn goede ontwikkelingen aan de gang.’ /
Foto: Jan van der Meijde
‘D
e formulering van de identiteit van het openbaar onderwijs, zoals vermeld in het beleidsplan, vind ik heel erg geslaagd. Wat mij betreft had het zelfs nog wel wat scherper, nog onderscheidender gemogen. Als ik op internet zoek naar vergelijkbare documenten van andere schoolbesturen, dan zie ik meer overeenkomsten dan verschillen. De vraag is dan waarin het openbaar onderwijs zich echt onderscheidt. In ieder geval doet het openbaar onderwijs een beroep op de mensenen kinderrechten. Dat tref je bij anderen niet zo aan.’
14/ Startnummer
in ter view/
15/
magazine
Jan Pieter van Bruchum, directeur De Piloot
‘De vraag is:
dragen we dit met zijn allen uit?’
Hij hield zich in een werkgroep bezig met de identiteit van het openbaar onderwijs. Piloot-directeur Jan Pieter van Bruchum: ‘We mogen laten zien wie we zijn.’
‘N
Foto: Jan van der Meijde
aarmate het proces rond het beleidsplan vorderde, vond ik het steeds inspirerender. Het had wat tijd nodig om de mensen erbij te betrekken. Goed ook, dat het bestuur dit zo breed in het onderwijsveld heeft neergezet. Zo’n proces zorgt ook voor veel onderlinge ontmoetingen. Dat heb ik erg kunnen waarderen. Je spreekt veel collega’s, dat levert weer veel contacten op.’ ‘Dat het openbaar onderwijs geen identiteit zou hebben, daar ben ik het helemaal niet mee eens. Hoewel het vaak gezegd wordt. Zelf zat ik in de werkgroep identiteit en dan merk je hoe lastig het is om die identiteit precies te formuleren. Toch is een duidelijke identiteit erg belangrijk. Ik sta helemaal achter de omschrijving, zoals die in het beleidsplan staat. Hier hoeven we ons echt niet voor te schamen, bepaald niet. We mogen laten zien wie we zijn en welke kwaliteiten we in huis hebben. Daarover mogen we best krachtige uitspraken doen. De vraag is natuurlijk wel: dragen we dit met zijn allen uit? En doen we dat tot de laatste medewerker? Iedere leerkracht, iedere conciërge, iedere directeur moet zijn steentje bijdragen aan de identiteit van het openbaar onderwijs. Nu zal dat natuurlijk nooit helemaal lukken en dat komt omdat het openbaar onderwijs wel heel veel medewerkers telt. Maar toch zou dat wel de intentie moeten zijn.’ ‘De verzelfstandiging van het openbaar onderwijs en
het strategisch beleidsplan hebben niet per se wat met elkaar te maken. Toch is het een gelukkige combinatie omdat de verzelfstandiging een heel goed moment is om met elkaar opnieuw richting te bepalen. Ik zie ook dat alle veranderingen die dit proces met zich meebrengt, best veel problemen opleveren, maar dat is vooral intern. Wat naar buiten toe telt, is dat de leerlingen gewoon kwaliteitsonderwijs krijgen. Nu denk ik dat het imago van het openbaar onderwijs voor het regulier onderwijs nog belangrijker is dan voor onze wec-school in cluster 4. Ons soort leerlingen bepaalt op een andere manier de beeldvorming van onze school. Maar door hun perspectief te bieden, hopen wij het beeld weg te nemen dat het hier om een restgroep gaat. Overigens helpt een sterke identiteit ons ook erg bij alle veranderingen rond passend onderwijs. Als we een duidelijk beeld hebben van onszelf, dan lukt het ons beter een eigen plaats in te nemen in de regionale samenwerking, die in de toekomst nog intensiever zal worden.’ ‘Of ik me gesteund voel door het beleidsplan? Ja, zeker wel. Al moeten we wel voor ogen houden dat het plan toch een stuk papier zal blijven, zolang we daar niet de schouders onder zetten. En hard werken aan goed onderwijs, dat deden we al voor 1 januari en dat doen we ook daarna. Met of zonder beleidsplan.’ /
Foto: Tineke de Lange
16/ Startnummer
magazine
Het Bestuur Openbaar Onderwijs telt in totaal: 66 scholen voor basisonderwijs, 7 scholen voor speciaal basisonderwijs, 1 school voor praktijkonderwijs, 8 scholen voor speciaal onderwijs, 6 scholen voor voortgezet onderwijs, 134 locaties en 30.000 leerlingen.
Het openbaar onderwijs in Rotterdam: Op weg naar een nieuwe
toekomst! Het nieuwe logo van BOOR In het kader van de verzelfstandiging is het logo van het openbaar onderwijs iets aangepast. In plaats van Openbaar Onderwijs Rotterdam staat er nu rond de ‘zwaan’ Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam. Dit in het lettertype Times New Roman. Het onderschrift Kwaliteitsonderwijs in een wereldstad bleef in stand en staat in het lettertype Arial. De kleuren bleven gelijk, namelijk donkerblauw en oranje.
Op naar een gegarandeerde hoge kwaliteit! www.openbaaronderwijsrotterdam.nl