Tolkien “abroad” — deel 1
Tolkien en Zuid-Afrika Renée Vink
Behalve uiteraard in Engeland verbleef Tolkien tijdens zijn lange leven in nog zeven andere landen. Daarnaast deed hij op een Middellandse-zee-cruise nog een aantal landen aan. In een nieuwe artikelenreeks wordt Tolkiens verblijf in/ bezoek aan elk van deze landen nader uitgespit. In chronologische volgorde: Zuid-Afrika, Zwitserland, Frankrijk, Ierland, België, Italië (plus de cruise) en Nederland. Hieronder volgt deel 1:
D
at de ras-Engelsman Tolkien niet in Engeland geboren was en zijn vroegste jeugd elders had doorgebracht, wist zelfs Mellie Uyldert. Alleen dacht zij dat hij uit Ierland kwam. Dat klopt natuurlijk niet, maar wat ook niet echt klopt, is dat Zuid-Afrika Tolkiens geboorteland is. Bloemfontein, waar hij het levenslicht zag, was destijds de hoofdstad van de Oranje Vrijstaat, een onafhankelijke republiek in het gebied van wat pas in 1909 officieel de staat Zuid-Afrika zou worden. Deze vrijstaat was gesticht door Boeren die de Grote Trek noordwaarts hadden gemaakt nadat de Kaapkolonie aan het begin van de negentiende eeuw door de Britten van de Hollanders was overgenomen. Tolkiens geboorte viel tussen de Eerste (1880-81) en Tweede (1899-1902) Boerenoorlog in. Bij de eerste was de Oranje Vrijstaat niet direct betrokken, in de tweede zou ze het onderspit delven om vervolgens een Britse kroonkolonie te worden. Tolkiens moeder Mabel Suffield was in maart 1891 kort na haar eenentwintigste verjaardag per stoomboot uit Southampton naar de Kaap vertrokken, en in april van dat jaar in Kaapstad met de vierendertigjarige Arthur Tolkien getrouwd. Deze was sinds 1890 manager van het filiaal van de Bank of Africa in Bloemfontein. (Deze bank bestaat nog steeds, maar het filiaal in Bloemfontein werd al in 1912 gesloten.) Arthur woonde in een appartement op de bovenste verdieping van het bankgebouw op de hoek van Maitlandstraat en Wes-Burgerstraat, omringd door bedienden — zwarten, kleurlingen en blanke immigranten — en Mabel trok bij hem in.
4
* * * Het bankgebouw met de woning van de Tolkiens heeft de tand des tijds niet overleefd. Op de plaats ervan kwam het Bradlowgebouw, een meubelzaak. Nadat de juiste plek door het Zuid-Afrikaanse Tolkiengenootschap Haradrim was gelokaliseerd, stelde ene Cyrus Smith, destijds universitair docent sociologie, de autoriteiten in 1983 voor om hier een gedenksteen te laten aanbrengen. Op 10 december dat jaar ontving hij de mededeling: “Dit is met genoeë dat ek u kan meedeel dat die Raad vir Nasionale Gedenkwaardighede tydens hul onlangse vergadering besluit het om ’n bronsplaat by bogenoemde terrein te laat aanbring.” Het werd een tweetalige plaquette; de Afrikaanse versie luidt: “John Ronald Reuel Tolkien skrywer van The Lord of the Rings is op 3 Januarie 1893 op hierdie terrein gebore.” Ter gelegenheid van de onthulling van deze plaquette werd zelfs de straat afgesloten. Verder ging de herdenking gepaard met een dienst in de kathedraal en een symposium aan de universiteit. De brief waarin Priscilla Tolkien de erkentelijkheid van de familie jegens de organisatoren uit, wordt in de archieven van Bloemfontein bewaard. “De Stad van die Rose”, zoals Bloemfontein wel werd genoemd, was omstreeks vijfenveertig jaar voor Mabels komst gesticht destijds nog steeds een soort pioniersnederzetting. Het beviel haar er absoluut niet. Het open veld, waarover wolven, jakhalzen en wilde honden schuimden, begon op maar een paar honderd meter van het bankgebouw. Een krantenartikel meldt zelfs dat de beesten zich “tot by woonhuise se voor-
deure gewaag het”. De wind blies het stof van de vlakte recht door de straten, en het plaatselijke park bestond uit tien wilgen en een vijvertje. Mabel klaagde erover in brieven aanhaar familie. Ook het klimaat — ’s zomers een drukkende hitte, ’s winters kil en schraal — stond haar tegen, maar tot haar schrik voelde de niet 100% gezonde Arthur zich er prettig bij. En ze zouden pas over jaren met verlof mogen. Gelukkig was ze dol op Arthur. Over de zoon die het paar op 3 januari 1892 kreeg — de gynaecoloog was een zekere dokter Stollreither —, schreef Arthur een dag later onder andere dat hij sterk en gezond was. De baby had mooie handen met lange vingers, fraai gevormde oren, heel licht haar, de ogen van de Tolkiens en de mond van de Suffields. Mabel vergeleek hem later met een elf. Het knaapje werd John genoemd naar Arthurs vader, Ronald omdat Mabel dat mooi vond, en Reuel omdat dat traditie was bij de familie Tolkien. Zijn roepnaam werd Ronald en soms John Ronald (en veel later “Tollers” voor intimi). Hij werd op 31 januari in de kathedraal van Bloemfontein gedoopt. Tien maanden later werd de eerste foto van baby Ronald genomen; hij wordt daarop vastgehouden door zijn kindermeisje, dat naast de zittende Mabel staat. Arthur staat aan de andere kant naast Mabels stoel, erachter staan twee bedienden. De foto werd met Kerstmis als kaart naar familie en vrienden in Engeland gestuurd.
Niet lang daarna nam een van de bedienden op de foto, Isaak, de kleine Ronald mee naar zijn kraal om daar vol trots de witte baby te laten zien. Beroering alom, maar Isaak bracht het kind gewoon terug — en hij werd niet ontslagen: de Tolkiens waren tolerante mensen. Mabel vond de houding van de Boeren tegenover zwarten en kleurlingen afkeurenswaardig, een standpunt dat Tolkien later zelf ook aan de dag legde: “The treatment of colour nearly always horrifies anyone going out from Britain, & not only in South Africa”, schreef hij zijn zoon Christopher toen deze tijdens de Tweede Wereldoorlog in een trainingskamp voor RAF-piloten in Zuid-Afrika verbleef (Letters, 73). Cyrus Smith, de initiatiefnemer tot de herdenking van 1984, speculeert erover dat Isaak het jongetje misschien wel verhalen heeft verteld over de “tokkelossie”, “’n harige, kwaadwillige, klein kabouteragtige, magiese skepsel” (http://af.wikipedia.org/wiki/Tokkelos) dat tot de inheemse Zuid-Afrikaanse folklore behoort. Een figuur, schrijft Smit, “die presies ooreenkom met die fantasieryke visie van die driejarige Tolkien (is dit Sauron, Gollum, die gedierte in die moeras?) is moeilik voorstelbaar en nog minder absoluut feitelik te staaf, maar die fantasie vermeng met vrees voor wat ons in die skrywer se skepping van die ka-
5
boven: Bloemfontein rechts: kerstkaart Mabel Suffield
rakers aantref, laat ’n mens bepaald wonder…” (Kalender, Bylag tot beeld, Saterdag 5 mei 1984) Het lijkt wat vergezocht, en Sauron of “die gedierte in die moeras” zal het zeker niet zijn, maar speculeren blijft natuurlijk leuk. Zelf zal Tolkien zich nauwelijks iets van zijn uitstapje naar de kraal hebben herinnerd, maar van wat er de zomer daarop gebeurde (jaarwisseling 1893-94) bleef hem wel iets bij. Toen hij op een dag net als anders in de tuin speelde, werd hij door een tarantula gebeten. Geschrokken rende hij weg, maar zijn kindermeisje wist hem te achterhalen en zoog het gif uit de wond. Later herinnerde hij zich wel zijn schrik en het wegrennen, maar niet de spinnenbeet zelf. Hij is altijd blijven volhouden dat hij er geen afkeer van de beesten aan had overgehouden; over Shelob schrijft hij: I knew that the way was guarded by a Spider. And if that has anything to do with my being stung by a tarantula when a small child, people are welcome to the notion (supposing the improbable, that any one is interested). I can only say that I remember nothing about it, should not know it if I had not been told; and I do not dislike spiders particularly, and have no urge to kill them. I usually rescue those whom I find in the bath! (Letters, 217) Desondanks doet de hoeveelheid enge spinnen in zijn werk (behalve Shelob ook Ungoliant en de populaties van de Ered Gorgoroth, Nan Dungortheb en het Demsterwold) de vraag rijzen, wat er onbewust bij hem is blijven wroeten na deze gebeurtenis… Of hij bij het schrijven van In de ban van de Ring beïnvloed is door de spanningen die aan het eind van het decennium tot
6
de Boerenoorlog tussen Engeland en de Oranje Vrijstaat zouden leiden, zoals een Zuid-Afrikaanse hoogleraar oppert, lijkt een stuk dubieuzer. In diezelfde Afrikaanse zomer werd op 17 februari 1984 Ronalds broertje Hilary geboren, en aan het begin van de volgende nam Mabel haar beide zoontjes mee naar de kust bij Kaapstad: het hete klimaat in het binnenland was slecht voor Ronalds gezondheid. Zijn eerste bewuste herinnering aan Kerstmis, op bijna driejarige leeftijd, zo schreef hij zestig jaar later aan W.H. Auden, was aan brandende zon, dichte gordijnen en een verlepte eucalyptusboom. Mabel, die Bloemfontein en het klimaat goed zat was, begon nu serieus voorbereidingen te treffen voor de verloftrip van het gezin naar Engeland. Ze had al eerder willen gaan, maar haar tweede zwangerschap was ertussen gekomen. Bovendien had Arthur, die helemaal niet weg wilde, steeds weer nieuwe redenen aangevoerd om de reis uit te stellen. Dat hij tijdens zijn verlof maar de helft van zijn salaris zou krijgen, speelde ongetwijfeld ook een rol. Ook begin 1895 meende hij niet weg te kunnen, maar omdat Mabel en Ronald ernstig onder de hitte leden, werd besloten dat zij en Hilary vast vooruit zouden gaan. Begin april 1895 gingen ze met het kindermeisje scheep in Kaapstad. Na drie weken kwamen ze in Southampton aan, waar ze werden opgewacht door
tein begraven. Veel later, in een brief van 24 april 1944 aan zijn zoon Christopher, die in Zuid-Afrika een opleiding tot RAF piloot volgde, vroeg Tolkien zich af, of zijn vaders graf er nog was. “I have never done anything about it, but I believe my mother had a stonecross put up or sent out (…). If not, it will be lost now, prob., unless there are any records…” (Letters, 75). (Interessant detail: Een van de brieven die Christopher uit Zuid-Afrika aan zijn vader stuurde, was “deur Sensor oopgemak” (Letters, 71). Dat moet “oopgemaak” zijn — verschrijvinkje van Tolkien, of zetfoutje? In een noot meldt Christopher T. dat dit “Dutch” is (Letters, 438). De verwarring is mogelijk ontstaan doordat Nederlands nog tot 1983 als officiële taal naast het Afrikaans in gebruik bleef en het verschil Tolkiens zoon niet geheel duidelijk was.
graf can Arthur Tolkien
Mabels jongere zus Jane. Ze trokken in bij Mabels ouders in Birmingham, en Ronalds gezondheid ging er merkbaar op vooruit. Het tegendeel was het geval met de gezondheid van Arthur, die zijn reis steeds maar was blijven uitstellen. Eind 1895 kreeg hij acuut reuma, een streptokokkeninfectie die tot hartklachten kan leiden. Toen dit in januari 1896 nog steeds niet over was, besloot Mabel naar Bloemfontein terug te gaan om hem zelf te verplegen. Ze boekte passage op een schip dat op 2 maart zou vertrekken. Zo’n twee weken voor die datum schreef de kleine Ronald een ontroerende brief aan zijn vader: hij verlangde er naar hem terug te zien, hij hoopt dat het schip hen allemaal zal terugbrengen, ondertussen is hij groot geworden en draagt hij een mannenjas, en hij heeft een heleboel kerstcadeautjes om te laten zien. “Hilary sends lots of love and kisses and so does your loving Ronald” (Carpenter, 24). De brief is nooit verstuurd. Nog diezelfde dag, 14 februari, arriveerde er een telegram met het nieuws dat Arthur een ernstige bloeding had gekregen en dat Mabel zich op het ergste moest voorbereiden. Hij overleed de volgende dag, drie dagen voor zijn veertigste verjaardag. Na een uitvaartdienst in de kathedraal werd hij op het Anglicaanse kerkhof van Bloemfon-
De historie vermeldt niet of Christopher inderdaad naar zijn grootvaders graf is gaan zoeken, maar hij zou waarschijnlijk niets gevonden hebben. Het graf was er nog wel, maar had geen steen of kruis meer. In 1992 — tevens het jaar waarin ter herdenking van Tolkiens honderdste geboortedag een tweede plaquette werd onthuld, nu in de kathedraal van Bloemfontein — werd het na veel speurwerktoch gelokaliseerd. De vinder was een zekere Frans van der Walt, die het grafnummer had teruggevonden in hetregister van het President Brandt Cemetery, zoals het kerkhof tegenwoordig heet. Twee jaar daarna werd het door de familie Tolkien en het Zuid-Afrikaanse Tolkiengenootschap Haradrim van een nieuwe grafsteen voorzien. (zie http://kloofstreet.blogspot.nl/2008/03/one-withphoto-of-tolkiens-fathers.html) Tussen de nagelaten papieren van Tolkiens vader die in de archieven zijn teruggevonden, zitten o.a. een overlijdensbericht in een plaatselijke krant, de “sterfkennis” (ofwel akte van overlijden), een boedelinventaris en Arthurs testament. Het eerste is in het Engels, en er staat in te lezen dat “the deceased, through his sterling qualities, gained the esteem of all with whom he came in contact”. Ook het keurig gekalligrafeerde testament is in het Engels; De overige documenten zijn in het Nederlands, destijdsnog de officiële ambtelijke taal in de Oranje Vrijstaat, dus niet in het Afrikaans. In de boedelbeschrijving zijn o.a. een piano met kleed, 9 “bottels” whiskey, een schaakspel, 2 thee blikken, 6 “lamp glassen” — in de “spens” oftewel bijkeuken —, 2 kinder wagens en een houweelaan te treffen. (De spatieziekte had in Zuid-Afrika dus al voor 1900 toegeslagen — geen wonder, met al dat Engels in de
7
buurt). Alle spullen bij elkaar brachten op een veiling nog net geen tweehonderd pond op, bijna twee keer het bedrag waarop de blijkbaar al te conservatief getaxeerde boedel was begroot. Uiteindelijk bedroeg de totale erfenis na aftrek van alle kosten ruim 1348 pond voor Mabel en haar zoons samen. Daarnaast leverden Arthurs mijnaandelen een inkomen van dertig shilling per week op. Eén pond is nu ongeveer honderd keer zoveel waard als in 1896, dus 1348 pond is nu ruim 180.000 euro; dertig shilling een kleine 200 euro. Geen vetpot, zeker als je bedenkt dat het gezin ook nog ergens moest wonen en de erfenis van de jongens niet kon worden aangebroken. De familie legde wat geld bij — totdat Mabel in 1900 tot het Rooms-katholicisme overging. Maar dat is een ander verhaal. Tolkien is nooit meer naar zijn geboortegrond teruggekeerd. Begin 1921, toen hij in Leeds doceerde, werd hij uitgenodigd om te solliciteren naar diverse aanstellingen als hoogleraar. Een van de mogelijkheden was de nieuwe De Beers Chair voor Engels aan de universiteit van Kaapstad. Tolkien solliciteerde hier inderdaad op en kreeg al eind januari bericht dat hij welkom was. Hij bedankte alsnog. Zijn vrouw en zijn drie maanden oude, tweede zoon Michael waren niet in staat de reis te ondernemen. Maar dat wist hij natuurlijk al toen hij die sollicitatiebrief schreef — dus waarom deed hij het dan? “It would have meant a return to the land of his birth, and he had always wanted to see SouthAfrica again,” aldus Carpenter in zijn biografie (111). Maar waarschijnlijk speelde Tolkien hooguit met de gedachte. Zijn hart was en bleef in Engeland. In Zuid-Afrika is de interesse voor Tolkien na de aandacht rond de herdenking van 1984 en een korte opleving rond de LotR-films ver weggezakt. Het Tolkiengenootschap van Zuid-Afrika bestaat niet meer, het “Tolkien-trail” vanaf de plaquette aan Maitlandstreet tot aan het graf van Arthur wordt zelden meer gevolgd, de plannen om in Bloemfontein een standbeeld voor Tolkien op te richten, liggen al jaren in de ijskast. Het onderwerp leeft er niet. Zoals een kelner in Bloemfontein tegen een nieuwsgierige Britse journalist zei: “He was a great writer but his books weren’t based on our landscapes or weather. They’re not culturally connected to South Africa — he was just born here” (http:// www.theguardian.com/world/2013/jan/03/hobbitauthor-tolkien-birthplace-south-africa). En dat lijkt me een waarheid als een Kaapse buffel.
8
Gebruikte literatuur Carpenter, Humphrey, J.R.R. Tolkien, A Biography. London: Unwin Paperbacks, 1978 Scull, Christina & Hammond, Wayne G., The Tolkien Companion and Guide. I, Chronology. London: HarperCollins, 2006 The Letters of J.R.R. Tolkien. Edited by Humphrey Carpenter, with the assistance of Christopher Tolkien. London: George Allen & Unwin, 1981 Van Zon, Cecile, ‘Teruggevonden sporen van Tolkien in Zuid-Afrika’. Lezing voor Tolkien Genootschap Unquendor en (Engelse versie) de Deutsche Tolkien Gesellschaft Kopieën van archiefmateriaal en krantenartikelen, in Zuid-Afrika verzameld door P.-W. Schellen
Websites http://af.wikipedia.org/wiki/Tokkelos http://kloofstreet.blogspot.nl/2008/03/one-withphoto-of-tolkiens-fathers.html http://tolkiengateway.net/wiki/Bloemfontein http://tolkiengateway.net/wiki/ Haradrim_%28Tolkien_Society%29 http://www.theguardian.com/world/2013/jan/03/ hobbit-author-tolkien-birthplace-south-africa