Op 20 augustus organiseerde de coalitie Amsterdam voor Palestina een bijeenkomst over de samenwerking/stedenband die Amsterdam wil aangaan met Tel Aviv. Namens Een Ander Joods Geluid sprak Jaap Hamburger daar over de redenen dat EAJG tegen deze samenwerking is. Dames en heren, Mijn naam is Jaap Hamburger, ik ben voorzitter van Een Ander Joods Geluid en mij is gevraagd u de redenen te geven dat mijn organisatie even heftig gekant is tegen de voorgenomen ‘stedenband Amsterdam Tel Aviv’ als tegen de ‘samenwerking’ tussen beide steden in de door de gemeente Amsterdam voorgestelde vorm. Voor alle duidelijkheid: ik spreek dus namens Een Ander Joods Geluid, maar er heeft wel een vorm van overleg en afstemming plaatsgehad met de organisatoren van deze avond. Allereerst dit: we moeten ons niet voor de gek laten houden door het gemeentelijk apparaat en de burgemeester. De ambtelijke stukken over de stedenband Amsterdam-Tel Aviv spreken duidelijke taal. We lezen daar dat ambtenaren en bestuurders van Amsterdam niet hechten aan een formele benaming als 'stedenband' voor samenwerkingsovereenkomsten. Op de inhoud van de samenwerking komt het aan, staat er geschreven. Stuit de term 'stedenband' op verzet uit publiek of politiek, dan verandert het apparaat dat eenvoudigweg in 'samenwerking'. In de woorden van Marjolein Moorman, fractievoorzitster van de PvdA, na haar ommezwaai (de PvdA was eerst tegen een stedenband, daarna wel voor samenwerking): 'we trouwen niet, we daten slechts'. Maar ook daten doe je niet met Jan en alleman. Tegen die misleiding verzet Een Ander Joods Geluid zich, net als ‘Amsterdam voor Palestina’, samen met vele andere organisaties en Amsterdammers. Omdat wij niet onder het mom van 'samenwerking' materieel een stedenband met Tel Aviv in gerommeld willen worden, die opeens niet zo meer heten mag. En om duidelijk te maken dat wij niet de naïevelingen zijn waarvoor men ons op het stadhuis kennelijk houdt. Wat denken ze daar wel, om ons met woorden te willen inpakken. Nu moet ik een droge analyse inlassen. Tot de vergaderstukken van de Raadsvergadering in Amsterdam van 1 juli behoorde ook een brief van de burgemeester waarin hij het presidium verzoekt om in te stemmen met een 'bestuurlijk werkbezoek van hem aan Tel Aviv en Ramallah met als doel de mogelijkheden voor samenwerking met beide steden nader te verkennen'. Tevens verzoekt de burgemeester in te stemmen met zo’n werkbezoek van wethouder Ollongren aan Tel Aviv van 5 tot 8 september met als belangrijkste doel deelname aan het aan technologie gewijde DLD Innovatiefestival in Tel Aviv, aansluitend bij het werkbezoek van mevrouw Kroes, 'speciaal gezant Start-up Delta'. Inmiddels, heb ik gezien, is de delegatie verder ge-upgraded met de aanwezigheid van een VVD-minister, Kamp van Economische Zaken. Met die twee verzoeken, van de burgemeester aan de Raad, is iets vreemds aan de hand. De burgemeester mag namelijk zijn reizen naar eigen behoefte en inzicht plannen, hij heeft daar geen toestemming voor nodig. Daar kòn de Raad dus geen 'nee' tegen zeggen. Maar let op de formulering: "…met als doel de mogelijkheden voor samenwerking met beide steden nader te verkennen". Zo wordt de Raad via een onverplichte 'toestemming' de samenwerking met Tel Aviv en Ramallah binnengerommeld. Eerst wordt het Amsterdamse publiek met een kluitje het riet ingestuurd, dan wordt de Raad gepaaid op weg naar die samenwerking.
1
Waarom is noch de stedenband van Amsterdam met Tel Aviv, noch de ‘samenwerking’ met die stad wenselijk? Naast vele andere redenen, waar ik op terug kom, alleen al hierom: omdat in Tel Aviv het belangrijkste ministerie van Israël staat, het Ministerie van Defensie, waar, naast al die duizenden kleine acties, al de oorlogen, invasies en veldtochten 'made in Israel' zijn uitgedacht, die de Libanezen en de Palestijnen over zich heen gekregen hebben, militaire campagnes met cynische namen, als Peace for Galilea, Grapes of Wrath, Defensive Shield, Summer Rains, Operatie 'Juiste Beloning', Cast Lead en Protective Edge, bij elkaar goed voor tienduizenden doden, gewonden en levenslang geïnvalideerden. Leve het ‘creatieve Tel Aviv’, de oorsprongsstad van deze destructieve oorlogen! En ook hìerom is samenwerking niet wenselijk: omdat Tel Aviv volgens de gemeente en het CIDI en allerlei anderen zo'n leuke, levendige, innovatieve, creatieve, artistieke, blije en links-liberale stad is. Zo leuk, levendig, innovatief, creatief, artistiek en blij dat men zich daar, uitzonderingen daargelaten, vooral niet wil bezighouden - en niet van de wijs wil laten brengen - door wat er dertig kilometer verderop gebeurt in bezet Palestina, waar Israël dagelijks alle levendigheid, innovatie, creativiteit, artisticiteit en vooral levensblijheid te lijf gaat met, ik kan het niet anders zeggen, de knoet van de bezetting. Bij alle ook in Israël aanwezige verschillen en tegenstellingen, heerst er op nationaal, regionaal en lokaal niveau al decennia één dominante politieke ideologie, het zionisme. Het spijt mij als jood te moeten vaststellen dat het hedendaagse zionisme in Israël op alle bestuurlijke niveaus en in alle lagen van de bevolking een politiek voorstaat die Palestijnen in hun rechten en vrijheden beknot, ook als zij inwoners van Israël zijn. Er zijn in Israël zelf meer dan vijftig wettelijke regelingen en voorschriften met discriminerende werking ten aanzien van Palestijnen. De belangrijkste daarvan betreffen stedelijke uitbreidingsplannen, het recht op grondbezit, immigratie, mogelijkheden een huwelijkspartner te kiezen onder Palestijnen buiten Israël, dat laatste in samenhang met woon- en vestigingsrechten. Die discriminerende wetten en regelingen houden geen halt voor de stadsgrenzen van Tel Aviv, al wil de burgemeester dat niet weten. Laat ik het nu met u hebben over de terreinen waarop de stedenband zich volgens de plannen van de gemeente zou moeten richten, als eerste op de rechten van Lesbo’s, Homo’s, Bisexuelen en Transgenders, de LHBT-gemeenschap. Natuurlijk is er in de Israël omringende landen van alles en nog wat mis met de rechten en de positie van de LHBT-gemeenschap; bekend is ook dat Israël daar soms gebruik van maakt door Palestijnse verklikkers te werven, door hen te chanteren met hun geaardheid. De Israëlische LHBT-gemeenschap heeft zich bij mijn weten nog nooit tegen die praktijk uitgesproken. Zo ver gaat de solidariteit nu ook weer niet. Maar belangrijker acht ik wat verstaan wordt onder 'pinkwashing', de term voor de in het oog springende inspanning van Israël zich als een oase van tolerantie, als het LHBT-paradijs bij uitstek in de regio te profileren, en zo de bezetting en beknotting van Palestijnen te verdonkeremanen. Dit staat bekend als ‘het normaliseren van de bezetting’, en ook als ‘branding Israel’, van Israël een ‘merk’ maken met een progressief, vrijgevochten en artistiek-wetenschappelijk imago. Tel Aviv als stad, en met zijn gay parade en start-ups speelt daarin een sleutelrol. ‘Economie’ en start-ups is een ander en belangrijk gebied waar samenwerking wordt voorgesteld. Hiervoor zijn Neelie Kroes en minister Kamp ingeschakeld. Het is bekend hoe nauw start-ups en ICT technologie in Israël verbonden zijn met de defensie-industrie en de diverse geheime diensten, en met de bezetting en met bewaking, beveiliging en vooral ook met monitoring tot achter de voordeur van burgers, in het bijzonder van Palestijnen. Geen regio zo actief op dit gebied als 'Silicon Wadi' in en rond 'groot Tel Aviv'. Burgemeester Van der Laan heeft evenwel beloofd dat er geen zaken worden gedaan met bedrijven die profiteren van de bezetting. Hij stelt Amsterdam zogezegd 'koosjere partners' in het vooruitzicht.
2
Het stadhuis mag dan 100 extra FTE’s aannemen om daarop controle uit te oefenen; Israël is bekwaam in het maskeren of op verontwaardigde toon negeren van gemaakte afspraken. In het bewustzijn van teveel Israëli’s is, in wat ik zie als een vorm van collectieve zinsbegoocheling, het onderscheid tussen Israël en Palestina achterhaald; zij beschouwen dat onderscheid als een anachronisme van naïeve Europeanen: voor hen is alles 'Israël', ook als het aankomt op zakendoen. De roep om over te gaan van bezetting tot annexatie van het zogenoemde C-gebied, 62% van Palestina klinkt momenteel in Israël steeds luider. Op onderwijsgebied zouden Amsterdam en Tel Aviv van elkaar kunnen leren. Oh ja? Wat kan Amsterdam leren daar? Hoe het merendeel der joodse kinderen vanaf de crèche tot en met hun diensttijd grootgebracht wordt in een leer-en opvoedingssysteem dat joodse traditie en 'joodse waarden' bijbrengt en kinderen opvoedt tot nationalistische om niet te zeggen chauvinistische burgers, voor wie Palestijnen bij uitstek 'de bedreigende ander' zijn, indringers eigenlijk, wier bestaan en geschiedenis er niet toe doen? Het stelsel is onderzocht en beschreven door de met de Sacharovprijs van het Europarlement onderscheiden hoogleraar literatuurwetenschap Nurit PeledElhanan, die er harde woorden aan wijdt. God verhoede dat ook maar één element uit dat door haar beschreven systeem van socialisatie en ‘indoctrinatie’ geïntroduceerd wordt in Amsterdam. Denkt u overigens niet dat zij een kamergeleerde is; zij heeft de bezetting ervaren in haar persoonlijk leven: haar 13 jarige dochter is omgekomen bij een Palestijnse zelfmoordaanslag. En tenslotte bovenop al deze gotspes de grootste van allemaal: Amsterdam zou iets op kunnen steken van de manier waarop het samenleven van verschillende bevolkingsgroepen in Tel Aviv wordt gemanaged. Ik weet nog steeds niet hoe ik mijn verontwaardiging over deze drogreden onder woorden moet brengen. Dat samenleven heeft al in 1948 een fatale slag moeten incasseren, waarvan het nooit hersteld is. Ik citeer een voormalige Nederlandse ambassadeur Erik Ader, partijgenoot van burgemeester der Laan, over hoe het er toen aan toeging: "…mortieren van Etzel, -een van de toenmalige Joodse ondergrondse terreurorganisatiesbombarderen meedogenloos het centrum van de stad Jaffa bij Tel Aviv, en bewerkstelligden de massale vlucht van de Arabische bevolking." “Deze tekst’, vertelt Ader, “staat in het Engels op een muur in een museum, gelegen tussen Jaffa en Tel Aviv: Israëlische terreurdaden tegen een weerloze burgerbevolking om etnische zuivering op grote schaal te bereiken, open en bloot bezongen voor ieder die het horen wil, de schaamte ver voorbij. Twintig ton explosieven regende die dag, 25 april 1948, neer op Jaffa. De 80.000 Palestijnse inwoners vluchtten naar het zuidwesten, naar Gaza. Bij het beëindigen van de vijandelijkheden mochten zij, in strijd met het internationaal recht, van Israël niet terug naar hun huizen en zij strandden in de inderhaast opgezette vluchtelingenkampen.” Wie in het Amsterdamse ambtenarenapparaat heeft de perverse gedachte verzonnen, dat de voorgenomen stedenband ons hier iets kan leren over het samenleven van bevolkingsgroepen, waar een van deze groepen zo goed als geheel verdreven is? Is er in dat apparaat dan helemaal geen kennis van de ontstaansgeschiedenis van Israël, of zelfs maar van Tel Aviv en het huidige Yaffo? Gaan we straks naar de Republica Srpska, om te bestuderen hoe Serviërs en moslims samenleven? En dan nog iets. "Samenwerking met Tel Aviv zou passen … gezien de grote joodse gemeenschap in Amsterdam en de met die gemeenschap gedeelde geschiedenis (binnen het criterium) herkomstland", staat er in de gemeentelijke stukken. Ik verzin dit niet, het staat er echt! ??? Hoezo??? Wat wordt hier bedoeld? Welke geschiedenis word ik geacht te delen met de huidige bevolking van Israël, of van Tel Aviv, of zij met mij? Als ik al een ‘gedeelde geschiedenis’ heb, dan met de bevolking van Amsterdam, en Nederland.
3
‘Herkomstland’ ziet op de mogelijkheid een stedenband of samenwerking aan te gaan met plaatsen die liggen in een land van waaruit delen van de Amsterdamse bevolking afkomstig zijn. Welk dwaallicht in het gemeenteapparaat heeft bedacht hier dit criterium toe te passen? Welk land is hier nu ‘herkomstland’, voor wie? Israël herkomstland voor Amsterdamse joden, voor mij? Mijn joodse grootouders komen uit Winschoten, Nijmegen en Utrecht. Mijn ouders komen uit Utrecht en Winschoten. Mijn land van herkomst is de kraamafdeling van het Diaconessenziekenhuis te Eindhoven. De geografische kennis van de betreffende ambtenaar zal toch nog wel zo groot zijn dat hij of zij weet dat Eindhoven niet in het Midden-Oosten ligt? De burgemeester heeft eerder in De Metro verklaard: "Dat -hij sprak nog over een stedenband- laat overigens onverlet dat mensenrechten altijd op de agenda staan tijdens dit soort bezoeken." De stedenband als forum voor moeilijke gesprekken? Ik wens de burgemeester sterkte toe. Als in EUverband met Israël halfjaarlijks over mensenrechten gesproken werd, bepaalde Israël de agenda. Het gesprek werd van een dag teruggebracht naar een halve dag, en tachtig procent van de resterende tijd ging op aan een discussie, niet over de mensenrechten van Palestijnen, maar over die van de Roma in Roemenië en Hongarije, waarvoor de EU-functionarissen verantwoording af moesten leggen. Voor de bespreking van de mensenrechtensituatie van de Palestijnse bevolking schoot dan een half uur over, waarin de EU mocht vernemen dat daarmee inderdaad van alles mis is, door toedoen van de Palestijnen zelf, wel te verstaan. Militaire bezetting? Nooit van gehoord! Israël is immers een normaal land! Het aaien en paaien van Israël, het tonen van begrip, het oefenen van geduld, jarenlange consideratie, banden aangaan - het heeft ons nog nooit een stap dichter bij een oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict gebracht. Israël steekt in zijn zak wat het kan binnenhalen, op naar de volgende ronde. Sommige gemeenteraadsfracties zijn de optimistische mening toegedaan dat Amsterdam een mooie rol kan spelen bij het bij elkaar brengen van gemeenteraadsleden van Tel Aviv en Ramallah, voor ‘de dialoog’ en ‘de verzoening’. Wat is verzoening zonder rechtvaardigheid, hebben zij zich dat afgevraagd? Hebben zij hun droompje getoetst door te vragen of er behoefte aan is in Tel Aviv en Ramallah met elkaar rond de tafel te zitten, met Amsterdam in de mediatorrol? Zouden de leden van die gemeenteraden daar niet prima in staat zijn elkaar te vinden zonder tussenkomst van Amsterdam, als zij daar enige behoefte aan zouden hebben? Zou Amsterdam lukken, wat Kerry in negen maanden niet is gelukt: Palestijnen en Israëli’s met elkaar verzoenen? Wat een naïviteit van het CDA, van D’66 en de PvdA ook. Wat een onkunde verraadt dit en wat een malle pretenties. De vertegenwoordiger van de Partij voor de Dieren zei tijdens de Cie. Vergadering van 18 juni hierover tegen zijn collega van het CDA: “ach mevrouw, wij slagen in onze stad er nog niet in mensen hun grof vuil op de aangegeven dag buiten te laten zetten, en u wilt vrederechter spelen in het IsraëlischPalestijnse conflict?” Het zionisme, de discriminatie en de bezetting van Palestina, waar Tel Aviv en haar inwoners en activiteiten niet met een kunstgreep uit losgeknipt kunnen worden, staan haaks op de waarden uit het Amsterdamse stadswapen: heldhaftig, vastberaden en barmhartig. De militaire bezetting van Palestina is lafhartig, koppig en meedogenloos. De stedenband en de samenwerking met Tel Aviv voeren ons een wereld binnen die alles ontkent waar Amsterdam zijn faam aan ontleent. Realisatie van deze plannen is in de huidige verhoudingen een smet op onze stad. Ik vat samen: 1e Ik stel vast dat er niets veranderd is door de aanduiding ‘stedenband’ te schrappen. Ook in de ambtelijke stukken was te lezen dat de naamgeving onbetekenend is, maar dat het aankomt op de aard en inhoud van de samenwerking. Daaraan is juist weinig tot niets veranderd.
4
2e Het initiatief stoelt op de illusie van een ‘evenwichtige benadering’ van conflictpartijen: als het gemeentebestuur van Ramallah heeft afgehaakt, waar kans op is, kan zelfs die illusie niet overeind gehouden worden en daarmee ontvalt de voorstanders een belangrijk excuus om de stedenband/samenwerking met Tel Aviv aan te gaan. 3e Het initiatief stoelt op de illusie van gelijkgeaardheid: Amsterdam en Tel Aviv zouden veel gemeen hebben. Schijn bedriegt: Tel Aviv is Israël, dwz. historisch gezien verdrijving en ontzegging van recht op terugkeer, en in het heden: structurele achterstelling van Palestijnen. Geplaatst tegenover Amsterdam: ook hier weliswaar grote verschillen in posities van bevolkingsgroepen, maar niet voor de wet, zoals in Israël. Die discriminerende wetten en regelingen, circa 50 in getal, houden geen halt voor de stadspoorten van Tel Aviv. Mickey Gitzin, Meretz raadslid in Tel Aviv, verklaarde 28 juni publiekelijk op de door het CIDI belegde bijeenkomst tot steun aan de stedenband, dat hij zijn komst naar Nederland als mislukt beschouwde als er mensen van mening bleven dat Tel Aviv en Israël verschillende grootheden zijn en verschillende werkelijkheden representeren. 4e Het initiatief stoelde op de illusie van gelijkgezindheid: een traditie en een cultuur van openheid, tolerantie en een losse levenstijl zou beide steden kenmerken. De verdrijvingsgeschiedenis van Palestijnen uit Yaffa -70.000 à 80.000, in 1948- wordt hiermee volkomen genegeerd en prijsgegeven aan de vergetelheid; de kustkant van het Palestijnse Yaffa is nu een strook van luchtig vertier voor meerendeels de joods-Israëlische bevolking. Amsterdam draagt met de bevesting van het beeld van Tel Aviv als ‘open en tolerante stad’ bij aan de heersende collectieve verdringing van de verdrijving, juist in Tel Aviv een pijnlijk hoofdstuk uit een niet afgesloten geschiedenis. 5e Het initiatief stoelde op de illusie van gelijkgestemdheid: de dark side van Tel Aviv is in de opgewekte, rooskleurige en misleidende voorstelling van een vrijgevochten stadscultuur helemaal uit beeld verdwenen. In Tel Aviv staat het Ministerie van Defensie, waar de afgelopen 10 jaar naast ontelbare kleinere aanvallen en acties, 4 omvangrijke en dodelijke militaire aanvallen zijn gepland, één tegen Libanon, in 2006, 3 tegen het Palestijnse volk, in 2008/2009, in 2012 en in 2014. Tel Aviv heeft daarnaast een omvangrijk immigratieprobleem in de arme stadswijken in het zuiden, waar tegen de 20.000 grotendeels uit Afrika afkomstige vluchtelingen in armoe en illigaliteit leven, omdat hun aanvragen niet in behandeling genomen worden, met alle bijbehorende etnische en sociaaleconomische spanningen vandien. 6e Het initiatief stoelde op de illusie van kennisverwerving tbv Amsterdam. Welbeschouwd valt er voor Amsterdam weinig tot niets te leren van Tel Aviv op de voor samenwerking beoogde gebieden, sterker nog: Amsterdam doet er goed aan weg te blijven van start-ups, het educatiesysteem en de omgang met minderheden problematiek, voor zover van dat laatste überhaupt sprake is. 7e Het initiatief stoelde op de illusie van a-politieke uitwisseling; in Israël is echter alles politiek en dat geldt in dit geval des te meer voor enkele van de benoemde aandachts- en samenwerkingsgebieden, zoals start-ups, educatie en LHBT. 8e Het initiatief stoelde op de illusie van dialoog en ‘verzoening’. Praten met Israël is in het verleden of mislukt of heeft tot niets geleid; ook het willen bevorderen van dialoog en verzoening tussen Tel Aviv en Ramallah is je reinste illusiepolitiek. Het getuigt van onwetendheid en zelfoverschatting als Amsterdam meent daar iets substantieels aan te kunnen bijdragen, zulks afgezien van het feit dat zo’n ‘dialoog’, zelfs als die tot stand zou worden gebracht, een oplossing van het IsraëlischPalestijnse conflict werkelijk geen stap dichterbij brengt. Dat conflict is immers een kwestie van nationale en internationale politiek, en niet van lokale.
5