Dagboek voor de 40 dagen tijd 5 maart – 19 april 2014
- GKV Putten -
‘Het licht van de Heer beschijnt de geest van de mens, het dringt door tot in zijn diepste gedachten.’ Spreuken 20:27
Begin februari belde Corrie van Baardewijk mij op. Ze zei: ‘Ik heb een idee en dat wil ik graag met jou gaan uitdenken’. We maakten een afspraak en samen hebben we de plannen uitgezet. Eerst dacht ik, dat lukt vast niet… ! Het is vaak al moeilijk om mensen te vragen om mee te doen met een activiteit. En nu hebben we heel veel mensen nodig… Maar goed, samen hebben we de stap gezet van de eerste mail naar de gemeente. God heeft ons verrast! Er waren zoveel mensen die enthousiast reageerden op het plan! En ook in de afrondingsfase werden we gezegend. We kregen prachtige, persoonlijke overdenkingen. Er werden mooie tekeningen ingeleverd. We zien het als een zegen van God. De reden om dit Bijbelboekje te maken voor de 40-dagen tijd voor Pasen, ligt voor een deel in de tekst uit Spreuken 20:27. Gods licht komt over de mensen, Hij alleen weet je te raken in jouw diepste gedachten. Dat doet Hij op verschillende manieren. Maar de meest belangrijke manier waarop Hij contact met je maakt is als je in de Bijbel leest en als je bidt. We hopen dat dit dagboekje, helemaal geschreven door ons als gemeente, je mag stimuleren om na te denken over Gods liefde voor jou. Iedere week heeft een nieuw thema. Zo kun je in de komende 40 dagen via verschillende invalshoeken geraakt worden door Gods liefde.
Ga met God!
José Korsaan Putten, 26 februari 2014
Waarom 45bijbelstukjes in de 40-dagen tijd? Dit komt omdat de zondagen niet als vastentijd wordt gerekend. We geven deze dag wel een Bijbeltekst mee.
Je kunt dit 40-dagenboekje ook downloaden op de site www.gkvputten.nl
Week 1 Waarom? Deze week zoomen we in op waarom-vragen van het leven. In de Bijbel kun je lezen over verschillende mensen die deze ‘waarom-vraag’ stelden: Waarom gebeurt dit? Waarom lukt me dit niet? Waarom moet IK dat doen? Waarom?? Het is de start van de lijdenstijd. Waarom moest Jezus lijden? Waarom zou ik daarover nadenken?
Daniël in de leeuwenkuil – Marten Bomhof
Woensdag 05 maart 2014 Lezen: Mattheüs 8: 23-26 ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed?’ vraagt Jezus aan zijn leerlingen als ze die stormachtige nacht in paniek naar hem toekomen. Voor mij wel herkenbaar, het ontbreekt mij ook zo vaak aan moed. Moed om een stap te zetten als ik iets moet doen wat ik moeilijk vind, moed om op die ander af te stappen. Als ik de dagtekst van vandaag lees dan weet ik dat het ook bij mij een kwestie is van gebrek aan vertrouwen in Hem. Maar tegelijk is daar ook het mooie: Hij wijst ons niet alleen op ons gebrek aan moed en vertrouwen maar Hij spreekt ook de wind en het water toe en geeft zo het antwoord: ‘jullie kleingelovigen hebben Mij nodig.’ Is Hem nodig hebben ook niet de essentie van Goede Vrijdag en Pasen? Vandaag is het de start van de zogenaamde Veertigdagentijd. Veertig dagen tijd van bezinning, inkeer, gebed en soberheid ter voorbereiding op Pasen. Ter voorbereiding op het vieren, dat er een einde zal komen aan beproeving, gebrek aan vertrouwen, ellende en ziekte als gevolg van de zonden. Door Goede Vrijdag en Pasen mogen we een leven verwachten met God en leven in Zijn liefde. Voor altijd. Houd dus moed!!
Ina Nieland
Donderdag 6 maart Lezen: Genesis 3:8 – 13a Adam en Eva verstoppen zich op een zeker moment voor God. Op de vraag van God of ze van de verboden boom hebben gegeten, geeft Adam allereerst Eva de schuld. En Eva daarna de slang. God vraagt aan de mens in vers 13a: ‘Waarom heb je dat gedaan?’ Hoe is eigenlijk nu de verhouding van God tot de zondeval? Is dat Gods wil geweest of heeft hij dit toegelaten? Volgens art 13 van de Ned. Geloofbelijdenis is God de bestuurder van alle dingen, dus ook van het kwade, maar zonder dat Hij de veroorzaker is van het kwade. Want er staat: ‘Nadat Hij alle dingen geschapen had, heeft Hij ze niet aan zichzelf overgelaten, of aan het toeval of lot’. En: ‘Want zijn macht en goedheid zijn zo groot en gaan ons menselijk verstand zo te boven, dat Hij zijn werk zeer goed en rechtvaardig beschikt en doet, ook al handelen de duivelen en goddelozen onrechtvaardig’. God heeft de mens geschapen om met Hem te leven, Hem te kennen en ook Hem te prijzen en te loven. God heeft de zondeval niet gewild, Hij verafschuwt het. Daarom was er de waarschuwing naar de eerste mens dat ze niet van de verboden boom mochten eten. Maar waarom heeft God het kwade toegelaten in de wereld? God heeft de zonde kunnen toelaten, omdat Hij zelf zo machtig is dat hij deze vreselijke zonde gebruikt om tot Zijn doel te komen. Heer, onze God, die aard en hemel schiep Zeeën en land met macht tevoorschijn riep. Wat zijn wij mensen dat U aan ons denkt En ons uw heerlijkheid en luister schenkt? Gz 145
Klarijn Haitsma
Vrijdag 7 maart Lezen: Exodus 1: 1-22 Hoe bizar duidelijk was het dat die nieuwe koning van Egypte, onderkoning Jozef, niet heeft gekend. Jozef had Egypte toch van de hongersnood gered? En nu, nu was die nieuwe koning bang geworden van hun aantal. Onbekend maakt onbemind. Zoveel als zandkorrels aan de zee, had God zelf aan Abram beloofd. De Israëlieten hielpen de Egyptenaren als geen ander. Als dank op Jozefs reddingswerk mochten ze daar komen wonen en nu werden ze gedegradeerd tot slaven. Om hun groei te stoppen werden hun eigen mensen tegen hen ingezet: elk net geboren jongentje zou gedood worden. Twee moedige Israëlische verloskundigen gingen niet door hun knieën. Toen volgde een nog weerzinwekkender bevel: "Gooi alle jongentjes tot 2 jaar in de Nijl." Daar lagen ze, een zee verdronken peuters, ontelbaar als zandkorrels op de oever. Wat een geschiedenis. Jozef door zijn eigen familie gevangen en als slaaf verkocht, werd bevrijd om een Egyptische koning te dienen. Om zo Gods volk en vele heidenvolken, van een hongerdood te redden. En nu de nakomelingen van zijn vader Israël op aantal komen, worden ze een catastrofe in gedreven. Iedereen op dwangarbeid en eindigend in grote vernietiging. En opnieuw komt een van hen in toppositie, bij het koninklijk huis. Mozes, een driftkop die moordde, TBS had hij hier nu gehad. Onze Schepper koos juist hem als leider voor de uittocht van Zijn volk. Als een schaduw van Jezus. Jezus, die juist de hemelse troon verliet. Jezus die ook niet-joden genas. Jezus werd door zijn volksgenoten verraden, door heidenen onschuldig gevangen genomen, gruwelijk gemarteld en gedood. Maar hoe anders ging het verder. Hij stond op uit de dood om Zijn Koninkrijk te vestigen, de menigte van in Abram gezegende volken definitief te verenigen tot één gemeente. De God van Israël is ook mijn God en bevrijder geworden! Waarom staan de joden op de wereld en in Israël, die deze hele story inclusief de Holocaust met zich meedragen nog zo ver van ons? En waarom krijgen ze in Israël nu wéér raketten op zich, dagelijks. En, dichterbij op dit moment. Waarom moeten de joden ons vakantieland Frankrijk ontvluchten vanwege de haat? Waarom lijken zoveel van mijn broeders en zusters het volk Israël niet te zien? Onbekend maakt onbemind? Maak Uw verbondsvolk één, Uw Koninkrijk kome! Jankees van Baardewijk
Zaterdag 8 maart Lezen: Exodus 18:12-24 In het bijzonder vers 13 en 14 Mozes moet leidinggeven aan en rechtspreken over Gods volk. God heeft hem er letterlijk de woestijn mee ingestuurd. En dat is dan de weg naar het beloofde land. Zowel Mozes’ opgave als de route door de woestijn lijken in onze ogen een onmogelijke opdracht... Laten we op de vierde dag van de veertigdagentijd eens stil staan bij de getalssymboliek van vier en veertig. In de Bijbel komt het getal 40 vaak voor: het verbeeldt een tijd van voorbereiding en verwachting. Zo leven wij nu 40 dagen naar Pasen toe. En zo bereidde Israël zich in de woestijn voor op een toekomstige situatie van sjaloom, vrede en heil. 40 symboliseert ook een tijd van vasten en boetedoening: het volk moest 40 jaar opnieuw de woestijn in vanwege ongeloof. Het getal 4 staat voor het aardse: 4 windstreken, 4 jaargetijden en het kleed van Jezus dat bij het kruis gevierendeeld wordt. De aardse opdracht van Mozes is: leidinggeven aan het volk van God. In de praktijk betekent het: dag en nacht klaarstaan voor de problemen van het volk. Schoonvader en Midjanitisch priester Jetro ziet dat Mozes bijna bezwijkt onder die taak. Hij stelt hem kritische vragen: ‘Waarom moet jij steeds voor iedereen klaarstaan? Waarom houd jij als enige zitting?’ Die ‘waarom’-vragen zijn kennelijk belangrijk, zolang we ‘onderweg’ zijn naar het eeuwig sjaloom. God is uit op een levende relatie met zijn kinderen. Met Mozes, zijn volk, én met ons. Hij wacht op onze ‘waaroms’, op ons gebed. Om vervolgens passende raad te geven. Verrassend genoeg soms bij monde van iemand die niet van ‘het eigen volk’ is! Welke kritische vragen durf jij aan jezelf stellen als je eerlijk durft te kijken naar hoe jij je leven hebt ingericht, als je jezelf beziet door de ogen van Jetro, of van een liefhebbende naaste? En wat zou je willen veranderen? Ik wens je op jouw reis naar Pasen, dwars door jouw eigen woestijn vol ‘waaroms’, de volgende zegen van Mozes toe uit Deut. 33, 27: ‘Van oudsher is God een schuilplaats, zijn armen dragen jou voor eeuwig.’ Elise G. Lengkeek
Week 2 Vreselijk Misschien heb je het goed naar je zin op dit moment. Misschien beleef je wel de mooiste tijd van je leven… Dat kan, God geeft tijden van rust, van oase. Gelukkig maar! En toch zijn er ook nu mensen die het zwaar hebben. De onrust in Oekraïne, de slachtpartijen in Syrië.. ze zijn niet om aan te zien. Het verdriet wat je kan hebben als je je verlaten voelt. Onbegrepen en onmachtig. Je hoeft maar een dag flinke hoofdpijn te hebben om te beseffen hoe zwaar het is om écht ziek te zijn. Denk eens aan al die mensen die in ziekenhuizen liggen, of al jaren thuis verpleegd worden. Als je beseft hoeveel mensen van de honger sterven. Als je je realiseert hoeveel mensen verkracht worden of gemarteld omdat ze… ja, omdat ze in God geloven. Dan besef je hoe vreselijk het leven hier op aarde kan zijn. Misschien beleef je een periode van rust. Neem dan te tijd om te investeren in mensen die het zoveel moeilijker hebben dat jij. Misschien herken je veel van de pijn die deze week in de Bijbeloverdenkingen wordt genoemd. Laat je bemoedigen door de woorden die God aan jou wil doorgeven!
Zondag 9 maart Lezen: Genesis 37:23-28 De angst ligt als twee verstikkende handen om je keel. Je bent gevangengezet en je hoort hoe er plannen gemaakt worden om je te vermoorden. Hoe? Daar zijn ze het nog niet over eens, maar dat je het er levend vanaf zal brengen is onwaarschijnlijk. Je gedachten schieten angstig heen en weer. De put is te diep om zelf uit te klimmen en zelfs als dat zou lukken, waar moet je heen vluchten? Terug naar huis kan niet, want daar wonen de mensen die je dood wensen. In een flits schiet je leven aan je voorbij en een wanhopig schietgebed stijgt op naar de hemel. Als er iemand een groot wonder nodig heeft, dan is het Jozef wel... Gelukkig weten wij al hoe dit verhaal gaat aflopen. Jozef krijgt zijn levensreddende wonder, maar op dit moment weet hij dat nog niet. Hij zit diep in de put. Zijn situatie lijkt uitzichtloos. Vroeg of laat komen er momenten in ieders leven die uitzichtloos lijken, waarop je net als Jozef diep in de put zit. Niet gewoon even een ‘rotdag’, maar misschien wel maanden of zelfs jaren van lijden en onzekerheid. Misschien wordt je enorm gepest op school, lukt het je maar niet om een baan te vinden of legt een ziekte je leven stil. Jaren waarin de angst regeert en dat vreugdevolle leven met God ver weg lijkt te zijn. Had Jozef op dat moment buiten de muren van de donkere put kunnen kijken, dan had hij geweten dat het plan van God altijd doorgaat en dat zijn leven nooit echt in gevaar is geweest. Ja het is zelfs zo dat zijn hopeloze situatie gebruikt wordt voor een veel mooiere toekomst. Onderkoning van Egypte en een hereniging met zijn familie! Het is zo makkelijk om jezelf gevangen te zetten door dikke muren van paniek, angst, wanhoop en verdriet. Ze sluiten je af van het leven dat God je geeft. Hij wil dat je niet naar de donkere put staart, maar naar de blauwe hemel die daarboven prijkt. Vertrouw op Hem in elke situatie en weet dat Gods plan altijd, soms heel stilletjes, doorwerkt. Alles om jou een glorieuze toekomst te geven. Gebedspunt: Vader, geef ons een rotsvast vertrouwen op Uw plan voor ons leven en in Uw liefde voor ons. Ook wanneer wij geen uitweg meer zien, bij U is alles mogelijk. Schenk ons Uw rust en vrede in alle situaties. U weet welke kant we opgaan, laat ons volgen als kinderen aan Uw vaderhand. Annette O'Shea
Maandag 10 maart Lezen: 1 Koningen 17:10-12 Wat een vreselijke situatie...Deze vrouw is haar man al verloren, leeft in armoede met haar zoon en ze beseft zich tijdens het sprokkelen van hout dat ze ook zelf snel zal sterven van de honger. De verzen ervoor geven aan dat door de lange droogte, deze weduwe en haar zoon waarschijnlijk niet de enigen zijn die de dood voor ogen hebben. Ze zal vast en zeker moe en verslapt zijn en toch gaat ze nog water halen, voor een vreemde! Ze kent Elia niet, puur uit goedheid doet ze iets voor de ander. Sterven van de honger, een langzame, afschuwelijke dood. Wij kunnen ons dat niet voorstellen en toch is het aan de orde van de dag voor vele, vele mensen op deze wereld. Deze moeder en haar kind worden hiervan gered. Door haar goedheid, om haar laatste voedsel te delen met Elia, heeft ze levenslang te eten. En door haar geloof, zo lees je later, geeft God haar zoon terug uit de dood.
“Heer, geeft ons heden ons dagelijks brood…” Het lijkt inmiddels zo’n standaard zinnetje, maar beseffen we ons wel goed wat het belang ervan is? Dat ons leven ervan afhangt? Soms vraag ik me af…waarom ik wel en mijn broer/zuster in Afrika niet? Dan kom ik niet verder dan dat het Gods goedheid is dat wij mogen leven in overvloed. En dan kan ik niet anders dan hem daarvoor eerbiedig dankbaar zijn. Elke dag weer
Anne Koppelaar
Dinsdag 11 maart Lezen: 2 Kronieken 6:28-31 Heb je ook wel eens het gevoel dat het allemaal tegenzit? Je kunt er in de put van raken. Vooral als je niemand hebt om er over te praten of als het erop lijkt dat niemand je begrijpt. Je kunt je dan zomaar alleen voelen en misschien voel je je op zo’n moment ook wel ver bij God vandaan…. In zijn gebed bij de inwijding van de tempel, waarvan we vandaag een gedeelte hebben gelezen, benadrukt Salomo dat God klaarstaat om naar zijn volk te luisteren, hun zonden te vergeven en hun relatie met Hem te herstellen. God wacht op je, niet alleen als het allemaal tegenzit, maar elke dag en onder alle omstandigheden. Het kan juist als alles tegenzit een geweldige troost zijn, als je beseft dat God weet wat er in je hart omgaat. God, de Schepper van hemel en aarde. Hij, die de oorsprong is van ons bestaan. Die machtige God wil iedere dag opnieuw door ons aanbeden worden. Hij wacht en luistert naar onze schuldbelijdenis en belofte om Hem in gehoorzaamheid te volgen. Hij wacht op ons en staat klaar om ons te vergeven en de relatie met Hem te herstellen. Dankzij het offer van Christus. Is dat niet een reden om vandaag (opnieuw) voor Hem te knielen…? Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart. Zie mij voor U staan, zondig en onrein. O, Jezus raak mij aan, van U wil ik zijn.
Jan Venema
Woensdag 12 maart Lezen: Lucas 13:10- 12 Je zou kunnen spreken over een chronische ziekte bij de vrouw. Al 18 jaar is ze in het bezit van een geest die haar zo ziek maakt, dat ze niet meer rechtop kan staan. Ze gaat er letterlijk onder gebukt. Een vaccin of medicijn helpt niet tegen chronische ziektes, maar in dit verhaal is het Medicijn zeker wel aanwezig en geeft Zichzelf aan de ander. Hij verlost haar van de ziekte: De boze geest wordt verdreven. Hoe stá ik in het leven? De vrouw wist het antwoord wel : “Niet! Ik heb pijn. Ik heb verdriet. Ik ga gebúkt door het leven.” En ik? Ik denk niet dat deze tekst in de eerste plaats bedoeld is voor de mensen waaraan je ziet dat die gebukt door het leven gaan. Die vrouw ben ik, bent u. En Jezus roept mij en zegt: “Ik verlos je van jouw ziekte”. Hij gaat het gezwel (de boze geest), dat in mij zit, verwijderen. En wat het gevolg is? Lees vers 13 er maar bij! Dit wordt werkelijkheid op de Grote Dag!
Ik bouw op U Mijn schild en mijn verlosser Niet eenzaam ga ik op de vijand aan. Sterk in uw kracht Gerust in uw bescherming. Ik bouw op U En ga in uwe naam.
Gerard Heek
Donderdag 13 maart Lezen: Lucas 8: 40-42a en 49-56 Wat een tijd! Jezus heeft nog maar net een man genezen die ontelbaar veel demonen had. Hij stapt in de boot en aan de andere kant van het meer, wordt hij alweer opgewacht door heel veel mensen die hem enthousiast begroeten. Jezus heeft echt geen rust! Als Hij aan wal stapt, komt er direct een soort dominee, de leider van de synagoge, naar Jezus toe. Het verdriet en de wanhoop staan in zijn ogen te lezen. Hij smeekt of Jezus mee wil komen naar zijn lieve en enige dochter van 12 jaar. ‘Help haar Jezus, ze gaat sterven!...’ Maar dan, dwars door het geduw van de mensen komt er iemand aan. Hij huilt. ‘Ze is al gestorven…’ zegt hij. Dan grijpt Jezus in. ‘Nee! Geloof Me, Ik zal haar redden.’ Als ze naar het huis gaan, waar al veel mensen staan te huilen, zegt Jezus: ‘Hou op met dat gehuil, ze slaapt!’ Iedereen lacht Hem uit, ze weten wel beter. Maar Jezus pakt de hand van het meisje en zegt: ‘Sta op!’ En dat doet ze. Iedereen is helemaal onder de indruk. Hoe is het mogelijk?! En ze mogen er niet over praten?! Wat bijzonder allemaal! Ook nu, in 2014 gebeuren dezelfde vreselijke dingen als toen. Ik ken mensen die depressief zijn. Sommigen zijn verslaafd. Er is zoveel ziekte. Mensen sterven. Soms op heel jonge leeftijd. Jezus geneest - net als toen Hij op aarde leefde - lang niet altijd en iedereen. Volgens mij is genezing niet het belangrijkst wat Jezus wil bereiken. Ik denk dat Hij wilde voorkomen dat de mensen hem als een ‘wonderdokter’ zouden zien. Het gaat Jezus erom dat we ontdekken dat je alleen maar gered wordt als je gelooft. Het gaat niet om mijn geluk op deze aarde. Ik mag weten dat ik een toekomst heb, bij God. Daar kan ik soms ontzettend naar verlangen.
Voor wie wil jij vandaag speciaal bidden, omdat hij of zij (nog) niet gelooft?
José Korsaan
Vrijdag 14 maart Lezen: Jesaja 53: 1-11 “Begrijpt u wat u leest?” Dit gedeelte in Jesaja gaat over de kruisiging van Jezus. : Een onopvallende man, iemand waar op neergekeken werd. Gemarteld en onschuldig ter dood veroordeeld. Vreselijk! En dan die beroemde tekst die de kamerling uit het Morenland las en die Philippus op zo’n wonderbaarlijke wijze mocht uitleggen: Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid ….. Dit betekent dat die vreselijke dood, niet meer mijn straf zal worden. Dat wil niet zeggen dat ik een gemakkelijke dood zal hebben. Destijds - en ook nu zijn er nog veel mensen op een vreselijke manier gestorven: oorlog, ziekte, rampen, ongelukken. Maar het is niet het eindpunt. Je kan beroerd aan je eind komen, maar gelukkig mag je een beroep doen op Christus die al voor je zonden betaald heeft. Dat geeft rust. Vs 8: Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad? Onschuldig veroordeeld en geen protest kwam over zijn lippen. Begrijp je dat? Ja, nu wel! Vele eeuwen later. Het staat in deze zelfde tekst trouwens: vs 10: door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde: Hij de straf, wij het eeuwige leven! Wie van mijn tijdgenoten heeft er nog oog voor?
Anke Huizing
Zaterdag 15 maart Lezen: Lucas 21:9-19 Wees ondanks verleiding en vervolging verkondigers van het blijde nieuws! De Here Jezus geeft de discipelen onderwijs over wat er in de toekomst zal gaan gebeuren. Ze zijn geschrokken van de aankondiging van de verwoesting van de tempel. Met deze aankondiging stort hun hele toekomstverwachting in elkaar. Ze zijn toch op weg naar het glorierijk van de Messias? Straks zal Hij de Romeinen verslaan en het land uit drijven. Straks zal de heerlijke messiaanse tijd – zoals zij deze zien - aanbreken! Nee, zegt de Here Jezus dan, jullie blikrichting is niet juist. Kijk niet langer naar de tempel en wat daarom heen gebeurt. Richt je op Mijn toekomst. Die toekomst zal voorafgegaan worden door een tijd van lijden. Pas daarna heerlijkheid! De Here Jezus waarschuwt de discipelen dan dat ze niet moeten schrikken wanneer dat lijden gaat komen. Dat hoort er eigenlijk gewoon bij! Jullie gaan de straten in en de pleinen op om daar van mij te getuigen. Door zo te doen roep je vervolging etc. over je af. Dat brengt de keuze voor mij met zich mee. Tegelijk bemoedigt de Heiland zijn discipelen: ze zullen kracht ontvangen om dit lijden te ondergaan. De Heilige Geest zal ze de woorden in de mond leggen. Alle mensen zullen het moeten horen: toekomst is er alleen wanneer je gelooft in Jezus Christus! Er zal dus gekozen moeten worden. Voor velen zal dit een eeuwigdurende redding blijken te zijn voor anderen is er het oordeel. Bovenstaande betekent voor mij dat het leven hier op aarde niet is: eten, drinken en vrolijk zijn, maar – de handen uit de mouwen – op mijn eigen plek en binnen mijn eigen mogelijkheden actief getuigen van mijn Heiland! Ik zie uit naar zijn heerlijke toekomst. Vraag: Ons leven hier op aarde en in deze tijd is kiezen. Ga jij ook vandaag achter je Heiland aan?
Wytze Dreschler
Week 3 Fout Vorige week stonden we erbij stil hoe moeilijk het kan zijn in een mensenleven. We hebben er ook over gelezen hoe vreselijk Jezus moest lijden. Dat deed Hij, puur en alleen omdat Hij van jou houdt. Soms zoek je de oorzaak van de ellende buiten jezelf. De oorlog, de honger en het verdriet wat je ziet, dat kan toch niet door mijzelf komen? Soms denk je misschien dat de ellende ‘gewoon’ in de wereld zelf zit. Jij kunt er toch niks aan doen dat er orkanen zijn? Dat er overstromingen of jarenlange droogte het onmogelijk maken om aan voedsel en een goed onderkomen te komen? Is dat écht zo? Al vanaf de zondeval van Adam en Eva zit het in ons bloed. Egoïsme. Oneerlijkheid. Gemeenheid. Hebberig zijn. Jaloers voelen. Kortzichtig zijn… Dat zijn eigenschappen die ik liever niet laat zien. Ik vertel niet graag dat ik jaloers ben. Of dat ik maar een halve waarheid heb verteld. Met alle gevolgen van dien… Jezus kwam om jou en mij te redden. Dat heb ik nodig om kwetsbaar te durven zijn. Om dus wel eerlijk toe te geven dat ik mijn tijd niet altijd even goed besteed. Dat ik liever iets voor mezelf koop dan geld stort voor een hulporganisatie. Deze week is bedoeld als een spiegel. Wees eerlijk en kijk naar jezelf. Jij bent het zelf die een Dokter nodig heeft!
Zondag 16 maart Lezen: Genesis 4:3-8 Dit verhaal is bij velen bekend. Kaïn is boer en Abel is herder. Het offer dat Kaïn brengt wordt niet geaccepteerd door God, maar het offer dat Abel brengt wel. Waarom dit precies zo was, is niet bekend gemaakt. Welke gevolgen dit heeft gehad op het leven van Kaïn en Abel wel. Namelijk de dood die erop volgde. Deze tekst vertelt mij dat God sinds de totstandkoming van de wereld, met ons een relatie wil. In het hele Oude Testament geeft God zijn wetten en geboden. God wilde op deze manier Zijn volk beschermen tegen verkeerde invloeden van buitenaf en dat Zijn volk heilig voor hem leefde. Dit heeft helaas bij de mens geresulteerd dat het snel wettisch gaat denken van God, maar ondanks de offers die ook Kaïn bracht was het niet wat God zocht. God kwam bij Kaïn en zocht de relatie met hem op. Maar in plaats dat Kaïn op de knieën ging voor God en zijn nederigheid betoonde, lokte hij zijn broertje het land in en sloeg hij hem dood. Er wordt in dit verhaal niet verteld of het offer juist was dat gebracht werd. Jezus kwam naar de aarde om ook relaties aan te gaan. Hij had een hechte vriendenkring opgebouwd die Hem wilde volgen. In die groep van 12 had hij drie vertrouwelingen om zich heen. Jezus maakte de band tussen de mens en God weer goed en gebruikt daar ook ons voor om elkaar tot een hand en een voet te mogen zijn maar ook tot een vriend! Gebedspunt. Jezus, wilt u mij leren dat ik mijn broeder en zuster door Uw ogen zie en mijn hart open voor hen en U.
Gerrit Jan Hiemstra
Maandag 17 maart Lezen: Genesis 11:1-4 Toen God klaar was met het maken van de wereld, wilde Hij voor de mens een stuk van zijn eigen goddelijkheid achterlaten. Een vonk van zijn wezen, een belofte aan de mens wat hij kon worden als hij zich zou inspannen. Hij zocht naar een plaats om deze goddelijke vonk te verbergen. Want wat de mens te gemakkelijk kon vinden, zou hij niet voldoende naar waarde weten te schatten. “Dan moet U de vonk op de hoogste berg verbergen”, adviseerden de engelen. God schudde het hoofd: “De mens is een avontuurlijk schepsel en hij zal vlug genoeg leren de hoogste berg te beklimmen.” “Verberg het dan, o eeuwige Vader, midden in de oceaan.” “Nee”, antwoordde God, “Ik heb de mens verstand gegeven en op een zekere dag zal hij leren om schepen te bouwen en de machtigste oceanen over te steken.” “Waar dan, Meester?” riepen de engelen. God glimlachte: “Ik zal het op de meest ontoegankelijke plaats verbergen, de enige plaats waar de mens nooit zal zoeken. Ik zal het diep in de mens zelf verbergen.”
In ons leven zijn we druk bezig met aan de buitenwereld te laten zien wat we uit onszelf allemaal kunnen en willen bereiken. Daardoor kunnen we niet zijn hoe God ons bedoeld heeft. Dit zie je ook bij de mensen in Sinear. Ze zijn druk bezig om beroemd te worden, terwijl ze daarbij niet nadenken over welk plan God met hun leven heeft.
Hoeveel ruimte geef jij/geeft u God om zijn plan met jou/u uit te voeren?
Jos en Thirza Fissering
Dinsdag 18 maart Lezen: Lucas 6:1-4 Dit verhaal kun je zien gebeuren. Jezus die met zijn leerlingen door de korenvelden loopt op sabbat. Het plukken van korenaren gold niet als diefstal. (Deut 23:25). Maar Lucas voegt er aan toe: “ze wreven ze stuk met hun handen”. Wellicht heeft Jezus dit ook gedaan. Het plukken van de aren kon als oogstarbeid worden beschouwd en het stuk wrijven als klaarmaken van het voedsel. En arbeid was op de sabbat niet toegestaan door de Farizeeën. Ze spreken Jezus daarop aan. Wat mij opvalt, is dat Jezus geen discussie begint over wat wel of niet mag. Hij verontschuldigt zijn leerlingen niet, noch verwijt Hij de Farizeeën dat ze kleinzielig zijn. Bij het lezen merk ik, dat ik een oordeel over de farizeeën heb in dit verhaal. Wat een betweters, die farizeeën. Zij voelen zich beter, dan Jezus en zijn leerlingen. En ik? Ik ben gelukkig niet zoals zij. Maar doe ik dan in gedachten niet hetzelfde ten opzichte van hen? Het gebeurt snel, elkaar de maat nemen, een oordeel hebben over anderen. Over anderen ‘iets’ vinden is veiliger, de spotlights draaien mooi van je eigen mindere kanten af. In de kerk wordt vaak gereageerd op gedrag van de ander en daarmee beoordelen we elkaar. Daarmee verbinden wij vaak iemands identiteit, zoals in het liedje van Elly en Rikkert: hokjes-vakjes, we stoppen iedereen in hokjes/vakjes. Wanneer je naar de ander wijst, wijzen er 3 vingers naar jezelf. Laten we ons zelf onderzoeken en zonder oordeel naar de ander kijken en luisteren. Jezus leert je om opnieuw naar je eigen gedrag te kijken met een vraag. Zo mag je denk ik ook kritisch naar je eigen gedrag kijken. Tegelijk geeft Jezus ruimte om op een eigen manier, met jouw gave bewust God te dienen. Geef die ruimte ook aan de ander. Dan ‘moeten’ we niet van of door de ander, maar ont-moeten we die ander. Herken je bij jezelf het oordelen, wijzen naar het gedrag van de ander? Probeer eens te ontdekken wat het over jezelf zegt? Gebed: leer mij verder kijken dan gedrag, open luisteren naar de ander en geef mij de ruimte om zo de ander ont-moeten? Jenny Dekker
Woensdag 19 maart Lezen: 1 Timoteüs 6: 9 en 10 Boven het Bijbeldeel staat ’de ware rijkdom’. En direct hierna spreekt Paulus Timoteüs aan als ‘jij, dienaar van God’! Wie, ik? Ja jij! Weet je wat bij jou past? Dit, zegt Paulus: ‘rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid.’ Dat is rijkdom, er komt geen euroteken in voor. En de rijke jongeman deed het allemaal. Ja, echt! Jezus zegt niet ‘leugenaar!’ tegen de man, als hij zegt dat hij zich aan de geboden houdt. Nee, Jezus keek hem liefdevol aan. Hij was er … bijna. Want toch gaat het mis. De jongen wilde zijn rijkom niet opgeven voor Christus. Jezus reageert: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Hij waarschuwt, net als Paulus. Het verlangen om rijk te zijn en het hechten aan je bezit kan je flink opbreken. Jezus zegt in Matteüs 6: 19 ‘Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.’ Hier, op aarde, zorgen schatten voor zorgen. Als je je schat ‘onderbrengt’ bij God, hoef je geen zorgen meer te hebben. Dan kan je je rijkdom vieren, er van genieten. Geld? Niets mis mee. Totdat ze mijn zekerheid gaan bepalen. Totdat ik meer verwacht van mijn inkomen en spaarrekeningen, dan van de trouwe zorg van mijn God en Vader. Zoek eerst het koninkrijk van God! Gebed: Lieve Vader, vergeef het me, als ik vergeet dat u voor mij zorgt. Tip: stuur iemand vandaag een kaart en schrijf erop wat je aan hem of haar waardeert. Hij/zij zal zich de koning te rijk voelen. Dus jij ook!
Eric Korsaan
Donderdag 20 maart Lezen: Jakobus 4:1-7 Nou, geen vrolijk stukje vandaag. Jakobus schrijft deze brief aan de twaalf stammen in de diaspora. Deze stammen zijn, als je Jakobus hoort, niet goed bezig. Er is veel jaloezie, moordlustigheid en gebekvecht in deze stammen. Hij vertelt de stammen dat deze conflicten voortkomen uit hartstochten, naar iets dat ze niet krijgen. Als reden geeft Jakobus dat ze niet, of verkeerd bidden. Maar hoe bid je goed? De discipelen hadden hier ook vragen over en zij stelden deze vraag aan Jezus. Hij geeft duidelijk antwoord op de vraag: Het onze Vader. Ik denk niet dat God verwacht dat we alleen maar het onze Vader bidden, maar dat we Hem ook vertellen hoe we ons voelen en wat we gedaan hebben deze dag. We mogen dingen vragen aan God, maar we moeten wel bedenken of het goed voor ons is als we krijgen waar we om hebben gevraagd. God heeft het beste met ons voor. Daar mogen we op vertrouwen. Dus als we iets niet krijgen waar we om vragen, dan heeft God iets nog veel beters voor ons. Bidden is de communicatie met God. Dit moet je dus goed onderhouden. Jacobus vertelt aan het einde van dit stukje nog wel iets heel moois. Hij wijst ons naar Gods onwijs grote genade! Jacobus zegt: Hou vol! Vecht tegen de duivel en hij zal weg gaan! God helpt je hierbij! Hij zorgt voor jou, zelfs als je niks van Hem wil weten. Laat je leiden door Hem en dan komt het goed. Hoe dan ook. “God heeft ons geen prettige reis belooft, maar wel een behouden aankomst”
Jeroen Leeflang
Vrijdag 21 maart Lezen: Psalm 51:1-8 David denkt steeds aan de vreselijke dingen die hij heeft gedaan. En dat is nog niet alles: hij weet dat hij vanaf zijn geboorte al zondig is. Kan dat ooit goed komen? Hij doet een beroep op wie God is: trouw en vol mildheid. En God belooft vervulling met waarheid en wijsheid. Als ik zo doordrongen ben van mijn eigen slechtheid, hoef ik niet te wanhopen. God wil mij vullen met waarheid en wijsheid. Hoe meer ik me laat vullen, hoe minder plaats voor slechtheid.
Bidden dat tussen mijn zonden, Gods waarheid en wijsheid steeds meer mogen opvullen en opvallen. Danken voor hoop in plaats van wanhoop.
Anneke Wildeboer
Zaterdag 22 maart Lezen: Spreuken 20: 1, 3-7 Spreuken 20:4 Een luiaard ploegt niet in de herfst, en vraagt zich in de zomer af waarom hij niet kan oogsten. Deze week is het thema FOUT, en voor vandaag vraagt bovengenoemde tekst over de luiaard onze aandacht. Het spreekt eigenlijk voor zichzelf, de luiaard die niet wil ploegen (en zaaien) kan ook niet oogsten. Hij weet dat van te voren, zeker in Israel waar in die tijd veel mensen in de landbouw werkten. Waarom zoveel aandacht voor iemand, die van te voren kan weten dat hij op zijn eigen blaren moet zitten vanwege niets-doen? In Spreuken, geschreven door Salomo, wordt vaker aandacht gevraagd voor de luiaard. Denk maar aan “Al heeft de luiaard zijn hand in de schotel gestoken, hij brengt ze niet eens aan de mond”en “De begeerte van de luiaard brengt hem ten dode, want zijn handen weigeren te werken”. Welke wijsheid mogen wij hier uit de Spreukenverzen leren? Professor H.M Ohmann geeft in zijn boekje “Spreuken” een antwoord. Hij ziet dat de luiaard tegen Gods scheppingsorde en geboden ingaat. Het behaagt God niet dat de luiaard “dood gaat”, God is een God van leven. Bij de schepping heeft God de mens opdracht gegeven de aarde te bebouwen en te bewaren. De luiaard heeft hier geen boodschap aan, en gaat zijn eigen weg. In de kern is dit als zonde te benoemen. Salomo laat met de “luiaard” ons in een spiegel kijken. Ook in de tijd van Salomo waren er mensen, die er de kantjes van af liepen. God vraagt van ons een oprechte en eerlijke inzet en levenshouding. Gebedspunt: Heer, wilt U ons inzicht geven voor ons dagelijks doen en laten.
Rients Boiten
Week 4 Geven
In deze tijd van vasten en voorbereiden op Pasen, staan we stil bij het lijden van Jezus. Jezus gaf zijn eigen Zoon. Een onvoorstelbaar groot offer. Jezus gaf, toen Hij op aarde rondliep een belangrijke boodschap door voor ons: Hou van God en hou van je naaste. Dat betekent veel voor het leven van een christen. Want een gevende houding past niet bij je natuurlijke aard. En toch wil Jezus dit aan je leren. Want door te geven, kun je een stukje van je dankbaarheid laten zien.
Zondag 23 maart Lezen: Handelingen 20:33-35 ‘Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen’. “Dingen die je geeft horen je gelukkiger te maken dan dingen die je krijgt.” Analyseer je het dan blijft het erg positief en heerlijk vrijblijvend. Geven maakt je gelukkig. Waarom haalt Paulus in Handelingen 20 deze woorden van Jezus aan? Paulus heeft ervaren: Het is gelukkiger te geven, omdat je uit genade zoveel ontvangen hebt! Ontvangen gaat voor geven. Paulus heeft Gods rijke genade gaven ontvangen en leren kennen. Hierdoor is zijn leven radicaal veranderd. Getuigen van het evangelie van Gods genade is zijn levenstaak geworden. De Bijbel staat vol Gods genade gaven. God gaf leven in de schepping, gaf zijn liefde in zijn verbondsbeloften, gaf zijn volk Israël keer op keer de tijd om tot inkeer te komen. God gaf vervolgens zijn Zoon. Die gaf op zijn beurt aandacht, genezing, liefde, woorden van leven, vergeving en tenslotte zijn eigen leven aan het kruis van Golgota. Met het lijden en sterven van de Here Jezus gaf God ons zijn mooiste gave: “God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die in hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.” (Joh. 3:16) “Hier is mijn geliefde Zoon. In Hem herkennen jullie Mij. “ Deze genadegave is duizelingwekkend, oneindig groter dan de duizenden sterrenstelsels in het heelal. Wie Gods gave van genade leert kennen, zal ervaren dat je gaat geven, omdat je ontvangen hebt. Wie geeft, zit in het hart van het evangelie.
Els Zomer
Maandag 24 maart Lezen: Matteüs 7:7-12 De Here Jezus is hier zelf aan het woord. Hij was de berg opgegaan en onderwees de mensen die bij Hem gekomen waren met hun vragen. Hoe moet je als kind van God door dit leven gaan? Er bestond onder de Joden meningsverschil over wat je in je gebed aan God mocht vragen. Jezus zet zijn luisteraars in de ruimte: vraag alles wat je als kind van God denkt nodig te hebben. Mijn vader geeft immers waar je Hem om vraagt? Hij zet Zijn Vaderhart voor je open als jij klopt om binnen te mogen in Zijn koninkrijk. Hij laat Zich vinden als jij Zijn liefde, geduld en vergeving zoekt. Geeft God dan ongelimiteerd wat je vraagt? Rijkdom, voorspoed, gezondheid? Nee, Jezus vergelijkt het geven van de hemelse Vader met een aardse vader. Als vader en moeder geef je wat je kind nodig heeft om zijn talenten te ontwikkelen. In de wijsheid van een volwassene weet je wat goed is en vermijd je om ongezonde of gevaarlijke dingen te geven. Soms is dat een moeilijke keuze en vraag je je af wat je moet doen. Gods wijsheid is zo groot dat Hij precies weet wat Hij geeft aan Zijn kinderen. Want welke vader gaf zelfs zijn eigen zoon, omdat dat goed was voor Zijn kinderen? En welke Zoon gaf Zijn leven om ons te redden? Voor mij betekent dit, dat ik onbezorgd mag leven in de zekerheid dat Mijn hemelse Vader mij geeft wat ik nodig heb. Het betekent ook dat ik in tegenspoed bid om rust te vinden in Zijn wijsheid. Om over na te denken: Hoe kun je vandaag vers 12 in praktijk brengen: “ Behandel de anderen dus steeds zoals je zelf zou willen, dat ze jullie behandelen? “ Merk je dan ook dat je bij het hart van het evangelie uitkomt? Om te zingen met de kinderen: Als je bidt zal Hij je geven. E&R bundel nr. 226
Gretha Dreschler
Dinsdag 25 maart Lezen: 2 Korintiërs 9:6-8 Is dit allemaal niet heel erg idealistisch gezegd van Paulus? Hij schrijft deze woorden in verband met een collecte die in Korinte gehouden wordt voor de gemeente in Jeruzalem. Die zit in de financiële problemen. De Korintiërs wordt gevraagd om te helpen. Het gaat hier vooral over de manier van geven. Niet onder dwang en zeker niet met tegenzin, maar blijmoedig! God kan ons overstelpen ons met al zijn gaven, lezen we. Overvloed dus…… Hij geeft ons zo veel, dat we volop kunnen bijdragen aan allerlei goed werk. Allereerst heel praktisch: Hoe dragen we bij voor de kerk? Dat heet zo mooi: “Vaste Vrijwillige Bijdrage”(VVB). Daarmee zorgen we er samen voor dat alle kerkenwerk kan worden gedaan; zoals huur kerkgebouw, traktement van de dominee, enz. Daarnaast dragen we bij aan de projecten die vanuit onze gemeente worden gefinancierd, maar ook aan de inzameling voor de voedselbank, aan goede doelen en deurcollecten. Maar het gaat hier om meer dan geld! De Here geeft ieder van ons gaven om allerlei goed werk te kunnen doen. Dat betekent o.a.: aandacht geven aan broeders en zusters die het moeilijk hebben; voor hen klaar staan met raad en daad! De Here Jezus zei: “Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven” (Matth 10 : 8). Zo mogen we meebouwen aan Gods Koninkrijk. - Hoe is jouw geefgedrag? - Hoeveel aandacht/tijd heb je voor je medebroeders/zusters? - Jezus zei: ”Geven maakt gelukkiger dan ontvangen”(Hand. 20: 35b). Ervaar je dat ook?
Piet van Hoffen
Woensdag 26 maart Lezen: Micha 6:8 Dit jaar vallen de veertigdagentijd en de gemeenteraadsverkiezingen in dezelfde periode. Dat is dus een hele drukke tijd. Een tijd waarin ik naast de normale werkzaamheden in alle haast ook nog iets extra’s moet doen voor de campagne. Laten zien dat je er bent en duidelijk maken wat je wilt in de plaatselijke politiek. Voor je het weet slurpt deze tijd je helemaal op en is het Pasen voor je dat goed beseft. Maar als fractie zijn we ook altijd veel bezig met wat de HERE van ons vraagt. En dat is niet alleen dat we geen politieke spelletjes spelen, hoewel boze tongen dat natuurlijk wel beweren. Dat is ook luisteren naar wat de HERE van ons vraagt, op zoek zijn naar wat het belangrijkste is in het leven voor het aangezicht van Allerhoogste God en dat is niet heel erg makkelijk. Daar heb je steun en bemoediging bij nodig en gelukkig vinden we die bij onze HEER. Als fractie bidden we veel. Om wijsheid voor onszelf, voor “onze” wethouder en voor alle inwoners van Putten, ook als we beseffen dat het besluit dat we nemen, niet voor iedereen altijd een leuk besluit is. Zo zijn we ook bezig in de campagnetijd. We weten dat de uitslag van de verkiezingen door de HERE wordt geleid. We hoeven alleen maar ons best te doen, zijn naam belangrijk te maken. Onze verantwoordelijkheid te nemen. En verder de rest aan Hem over te laten. En dan is het mooi dat de veertigdagentijd samenvalt met de campagne. Dat bepaalt ons er weer bij wat het belangrijkste is in het leven van ieder mens.
Peter Brink
Donderdag 27 maart Lezen: Galaten 6:9,10 Wie op de akker van de Geest zaait, oogst het eeuwige leven (vers 6), daarom roept Paulus de Galaten op het goede te doen, zonder op te geven. Want de oogst zal groot zijn; het eeuwige leven. Dus geloven en vertrouwen op de Vader, die door zijn Zoon de wet vervulde. Geen strenge joodse regels maar de christelijke oproep tot naastenliefde. Het goede doen, anderen helpen, verzorgen, op waarde schatten, liefhebben. “Want de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing”! Wat een opdracht: geef niet op en doe het voor iedereen! Best moeilijk toch?
We kennen allemaal de wet uit ons hoofd, kunnen we zo ook de vruchten van de Geest opnoemen?
Lied 473 Neem mijn leven laat het Heer, toegewijd zijn aan uw eer.
Anneke van de Veen
Vrijdag 28 maart Lezen: Matteüs 25:34-40 De koning, de Mensenzoon spreekt op “de jongste dag” de mensen aan zijn rechterhand toe. Hij noemt ze gezegend door God de Vader en Hij nodigt ze persoonlijk uit het koninkrijk in ontvangst te nemen. Dat is voor hen bestemd al vanaf de schepping van de wereld. Hij legt uit waarom: Wij hebben Hem gesteund en verzorgd toen Hij diep zat. De groep reageert verbaasd: “Wanneer hebben we dat gedaan?” Ze kunnen zich daar absoluut niets van herinneren. Uit de reactie van Jezus blijkt, dat Hij zich vereenzelvigd met mensen die in moeite verkeren en die smachten om hulp, aandacht en medeleven. Allereerst valt mij de diepe betrokkenheid en mee-lijden op van onze Heer. Hij voelt de pijn en het leed alsof Hij het zelf ondergaat. Daarnaast draagt Hij mij op, dat ik oprecht betrokken moet zijn op de mensen om mij heen. Hij plaatst deze op mijn pad om zo door mijn handelen Zijn onmetelijke liefde te laten zien. Betrokkenheid uit eigen belang staat haaks op de opdracht van de Heer. Mat. 6:3 zegt : “Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet.” Al met al een opdracht waar ik iedere dag mijn handen meer dan vol aan heb.
Vader, leer mij oog te hebben voor en betrokken te zijn op de mensen om mij heen, ze daadwerkelijk te zien. Dat uw Naam door mijn gedrag wordt geprezen.
Gerrit Jan Zomer
Zaterdag 29 maart Lezen: Matteüs 20: 25-28 Jezus begint hier te vertellen hoe de situatie er op dat moment uitziet: onderdrukking en corruptie. Nu, jaren later, is dat helaas in sommige landen onveranderd gebleven. Toen al gaf Hij zijn leerlingen een andere opdracht mee. Namelijk om de ander te dienen en zelfs je leven te geven. Geven is in dit geval vooral: de minste willen zijn. Vraagt Jezus hier van ons dat we ons altijd moeten wegcijferen? Nee, hij vraagt hier letterlijk van ons te zijn zoals Hij was. Makkelijker gezegd dan gedaan. Want het zit juist ook in ons om de beste en de eerste te zijn. En van een beetje status zijn we ook niet vies! En het wordt ons toch ook van God gegeven dat we soms ergens de beste in zijn, of een zekere status hebben omdat we op een bepaalde functie zitten? Is dat dan verkeerd? In Gods ogen ben je vanwege een prestatie en/of functie niet meer of minder dan de ander. Het gaat Hem er vooral om hoe je het doet en wat je er vervolgens mee doet. Je hoeft niet letterlijk de dienaar te zijn om toch te dienen. Delen uit liefde en geven zonder te verwachten. En God zorgt er uiteindelijk voor dat een ieder krijgt wat hem/haar toekomt. Want alleen Hij is echt rechtvaardig!
Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot uw lof en dienst bereid. Neem mijn handen, maak ze sterk, trouw en vaardig tot uw werk. Maak dat ik mijn voeten zet op de wegen van uw wet.
Anne Koppelaar
Week 5 Ontvangen
Geven is één van de kenmerken van een christen. Daarover lazen we vorige week. Maar het is ook een kunst om te ontvangen. We hoeven het niet allemaal zelf te doen. Je mag ook leren ontvangen. Een compliment ontvangen, een maaltijd of aandacht van anderen, mag je dankbaar krijgen! Deze week is een week om te danken, te ontvangen en onder de indruk te raken van Gods liefde.
Zondag 30 maart Lezen: Matteüs 25: 14-30 De gelijkenis over talentmanagement is de laatste voor Jezus passie en kruisdood. De heer vertrekt voor een onbepaalde tijd naar het buitenland, en hij vertrouwt zijn vermogen toe aan zijn knechten. Ze vertegenwoordigen een enorm fortuin, een overvloed, immers Gods totale genadegaven voor de wereld. Die vertrouwt hij toe aan zijn leerlingen. Deel hebben aan Gods onmetelijke liefde, en daarmee werken in de wereld. Een gave die het in zich draagt om te verdubbelen. Zoals gedeelde vreugde dubbele vreugde oplevert, zo is dat ook met Gods liefde. Maar de derde knecht weet zich deze gave niet eigen te maken. Hij weigert er de gave van Gods liefde te verstaan. Hij gaat er niet op in. Zijn heer noemt hem dan ook een slechte en luie knecht. Dit is ingewikkeld. Betrekt het nu eens op uzelf. Ken ik mijn talenten? Zet ik mijn talenten wel in? Of word ik ook beheerst door angst en ken ik Gods liefde nog niet. Deze gelijkenis leert ons naar onszelf te kijken en onszelf af te vragen hoe wij omgaan met onze talenten. En of dat er nu één is, of dat het er meerdere zijn, is niet relevant. De vraag is of we trouw zijn. Of we dienstbaar willen zijn met die talenten die we hebben gekregen. Onze talenten? Denk hierbij aan uw verstand, uw vaardigheden, uw geld of creativiteit. De talenten die wij van God hebben gekregen zijn waardevol, voor de groei en opbouw van Zijn Koninkrijk! Wat doet u met de grote cadeaus die u van God hebt gekregen?
Japke de Haas
Maandag 31 maart Lezen: Deuteronimium 28:1-10 In dit Schriftgedeelte vinden we een waslijst van zegeningen die God zijn volk ten goede wil laten komen. Deze belofte houdt God gestand wanneer we Hem gehoorzaam zijn en Zijn geboden zorgvuldig naleven. Alle zegen komt van God! Eigenlijk staat hier in de Bijbel: Was ik maar zonder zonden, dan krijg ik een paradijselijk leven. Vraagt God niet te veel van mij? Vraagt hij niet iets onmogelijks? Is deze belofte er niet één om bij de pakken neer te gaan zitten? Of maakt het juist duidelijk in wat voor een ellendige positie ik verkeer? Wie is er God wel volledig gehoorzaam en wie kan zijn liefdeswet wel houden? Wie kan mij dat paradijselijk toekomstperspectief komen brengen? Dat kan toch geen mens? Wie komt mij redden en mij te hulp? God kom mij te hulp?! Komt dit Bijbelgedeelte positief of negatief bij u over?
Jos de Vries
Dinsdag 1 april Lezen: Psalm 24: 1-6 God is de Schepper van alles: de aarde met alles erop en eraan. En wie mag er dichtbij die God komen? De mens die schoon is van binnen en van buiten. Degen die Hem zo zoekt, zal zegen ontvangen. God is met hem. Wat een wonder dat ik in de buurt mag komen van die machtige Schepper! Voor dat ik dat doe, vraagt Hij wel van mij dat ik mij schoonwas van mijn vuilheid. Helpt U mij om te beseffen met Wie ik van doen heb, als ik bid. Was mijn hart en handen, zodat ik Uw zegen ontvang.
Anneke Wildeboer
Woensdag 2 april Lezen: Johannes 13:4-10a Jezus gaat met zijn discipelen eten. Maar voordat ze gaan eten gaat Jezus de voeten van zijn discipelen wassen. Als Jezus bij Petrus komt, weigert Petrus. ‘U kunt toch niet mijn voeten wassen Heer?’ Jezus kijkt hem aan en zegt: ‘Als ik dit niet mag doen, dan kun je niet bij mijn horen.’ Dan weet Petrus het wel: Was me dan maar helemaal… Jezus waste de voeten van de discipelen als voorbeeld. Wat Jezus deed, kunnen wij bij onze naasten doen. Verbeter de wereld, begin …. zelf. Jezus doet het ons voor. De discipelen zitten elkaar aan te kijken, doe jij het vandaag? Misschien heeft er zelfs wel iemand gewezen naar een ander… Hé ’t is jouw beurt…. Jezus zegt niets, kijkt niet wie er als eerste gaat staan, maar neemt het initiatief. Hij pakt de kom met water en doet het werk van een knecht. Jezus wast de voeten van zijn leerlingen. Dit leert ons ook over het reinigende werk van Jezus. We horen bij Jezus, maar elke keer hebben we het weer nodig dat het stof van onreinheid , schaamte en schuld wordt af gewassen. Jezus laat Zijn oneindige liefde zien aan zijn discipelen, aan ons. Wij mogen Jezus nadoen. Door elkaar de voeten te wassen. Door elkaar elke keer weer te overtuigen van de kracht van de reiniging door Jezus. Dat is het cadeau wat we van Jezus krijgen en door mogen geven. Durf jij Gods liefde écht van jezelf te maken? Hoe kan je vandaag Jezus voorbeeld volgen?
Corrie van Baardewijk
Donderdag 3 april Lezen: 2 Korintiërs 1:3-7 In Gods hand God, Ik zoek een hand die mij vasthoud en moed geeft, die mij rustig maakt en beschermt. Ik tast naar een hand, die mij leidt en voert, die mij heeft en redt. Ik heb een hand nodig, die sterk is en die mij draagt, die mij vastpakt, mij niet meer loslaat. Ik zou zo graag een hand hebben, die het goed met mij voorheeft, die zacht op mij wordt gelegd. Ik verlang naar een hand waaraan ik me- onvoorwaardelijk – kan toevertrouwen, die trouw is, die mij liefheeft. God, uw hand nodigt mij uit: Kom! Uw hand laat mij merken: wees niet bang! Uw hand schenkt de zekerheid: Ik hou van je! In uw hand ben ik geborgen en bewaard voor altijd. En mocht ik toch in een afgrond storten, ik weet, op de bodem van die afgrond wacht uw hand op mij. Uw goede, alles behoedende hand. Aan uw liefhebbende hand kan niemand mij ontrukken. God, in uw hand leg ik alles. Uw hand laat mij niet meer los. Dank U, goede, tedere hand. (Ingestuurd door Gerlinde Doppenberg)
Vrijdag 4 april Lezen: Matteüs 18:24-38 Deze gelijkenis vertelt Jezus over een dienaar met een hele berg schulden bij zijn baas. Hij wordt geroepen naar zijn baas en omdat hij niks van het geld kan afbetalen, moet hij de gevangenis in. Maar dan smeekt de dienaar aan zijn baas of hij nog wat tijd extra mag om zijn schulden af te lossen. Zijn baas krijgt medelijden met de dienaar, laat hem vrij en scheldt al zijn schulden kwijt! De dienaar gaat naar buiten en ziet iemand waarvan hij nog een beetje geld moest krijgen. De dienaar grijpt hem en laat hem gevangenzetten tot hij het geld heeft betaald. De baas van de dienaar is boos. Híj had medelijden gehad met zijn dienaar en zijn schulden kwijtgescholden, maar de dienaar had helemaal geen medelijden met de man die hij gevangen had gezet! De baas is zó boos, dat hij zijn dienaar gevangen laat zetten tot hij zijn hele berg met schulden heeft betaald. En Jezus zegt: “Zo zal God je ook behandelen als je je naasten niet vergeeft.” Ik denk dat ik veel meer de genade van God mag uitstralen. God gaf mij een geweldig cadeau van genade door Jezus te sturen, en daar mag ik heel dankbaar voor zijn. Maar ik moet dat niet voor mezelf houden zoals de man in het verhaal, ik mag de genade van God doorgeven en laten zien aan mensen wat een geweldige God wij hebben. Geef de genade van God door: probeer vandaag niet te mopperen en blij te zijn met wat je hebt.
Zaterdag 5 april Lezen: Romeinen 8:15-17 Romeinen 8, een prachtig hoofdstuk in de Bijbel. De apostel schrijft over het nieuwe leven door de Geest van Christus. De grote vraag hierachter is: Laten we ons beheersen door vertrouwen op God of door angst en bezorgdheid? God is niet boos op ons, wanneer we bang zijn of angstig, maar God is boos op onze reactie wanneer we bang zijn. Wanneer we ons vertrouwen stellen op onze regeltjes, onze wijsheid, onze dokters om onze angst te beheersen. Maar, zegt Paulus, dáárvoor hebben we de Geest of geestelijke gezindheid van Jezus niet ontvangen. Jezus liet zich immers niet beheersen door angst en bezorgdheid, ook al waren situaties vaak angstaanjagend voor Hem. Hij bleef altijd ‘Abba, Vader’ zeggen oftewel kiezen voor het blijven vertrouwen op God. Ook Jezus moest - als gelovige en rechtvaardige - lijden om tot zijn heerlijkheid te komen. Zo zullen ook wij vaak moeten lijden om naar de heerlijkheid te komen die God voor ons bedacht heeft. Verwonder je niet als je moet lijden, maar aanvaard dat als de weg naar Gods luister. Wat hebben we veel ontvangen met Christus . En wat gaan we nog veel meer ontvangen omdat we erfgenamen zijn. “ Mijn kind, jij bent altijd bij mij en wat van mij is van jou!! Bij vertrouwen gaat het lukken om door de gebrokenheid de grootheid van God en Zijn liefde te zien, Zijn luister. Hij herstelt alle relaties. Luister is het delen in een ononderbroken verbondenheid met de Vader, door Jezus Christus. Zingen: Abba Vader U alleen behoor ik toe.
Ineke Scholte
Week 5 Vasten De 40-dagentijd wordt ook de vastentijd voor Pasen genoemd. Deze week geven we 7 dagen lang aandacht voor vasten. Vast je wel eens? Of heb je het nog niet eerder gedaan? Misschien is dit de eerste keer dat je zal gaan vasten. Wat wil je deze week laten staan/ niet doen om in deze momenten extra tijd aan God te geven? Aan de hand van Bijbelteksten die ons leren over vasten, maken we een toepassing voor onszelf.
Zondag 6 april Lezen: Matteüs 6:6-8, 16-18 Een gedicht:
Zoek de stilte Stilte is ver te zoeken Geen ruimte in het hoofd Het kan ook niet worden gezien Wie vertelt mij wat ik voelen kan?
Stilte moet worden gevonden Ontsnappen aan de drukte Bewust zoeken naar de juiste richting Wie vertelt mij wat ik voelen ga?
Stilte kan worden gevonden Dingen gewoon laten gaan Ervaren dat een mens best zonder kan Wie vertelt mij wat ik voelen wil?
Stilte wordt gevonden Er rijzen stille gedachten Wandelend met God Is dat niet de beloning die God je geven wil?
Klarijn Haitsma
Maandag 7 april Lezen: Marcus 2: 18-22
Het was een logische vraag: ‘Waarom vasten de leerlingen van Jezus niet?’ Vasten in Israël, was een onderdeel van het geloofsleven. Door te vasten dachten de Joden na over hun zonden, en ze bereidden zich voor op de komst van de Messias. Dus ja: Waarom doen de leerlingen van Jezus niet mee? Een vreemde zaak… Jezus veroordeeld het vasten niet. Hij vastte zelf ook. Bijvoorbeeld die woestijnperiode van 40 dagen, vlak voordat Hij met Zijn werk zou starten. Jezus legt uit hoe het zit, aan de hand van een voorbeeld. Een wijnzak was een dichtgenaaide geitenhuid die een waterdichte zak vormde. Daarom kon nieuwe wijn niet in een wijnzak worden gedaan die al uitgerekt was. De oude stugge huid zou barsten. De Farizeeën waren star en stug geworden als oude wijnzakken. Zij konden het geloof in Christus niet aanvaarden, omdat dat niet in hun denksysteem paste. Jouw hart kan, net als een wijnzak, star worden en daardoor kun jij verhinderd worden het nieuwe leven aan te nemen dat Christus jou aanbiedt. Houd je hart open en gewillig om de levensvernieuwende waarheden van Christus’ boodschap te aanvaarden. Vasten voor de schone schijn of vanuit de traditie heeft geen waarde voor God. Vasten om je te richten op Gods liefde is wel een zuivere motivatie. - Aan welke gewoonte of traditie in de kerk hecht jij waarde? - Hoe zou je hier op een andere manier, de manier van Jezus, naar kunnen kijken? Naar een uitleg uit ‘Het Leven’
Dinsdag 8 april Lezen: Ezra 8:21-23 Ik heb geprobeerd; via Google Maps en de routeplanner van Michelin. Hoe ver is dat? Babylon-Jeruzalem? Waar moet je langs? Met de auto wijst de routeplanner me via Egypte naar Jeruzalem. Dat is toch een heel eind om? ‘Lopen’? Dat moest Ezra ook. Maar dan wijst de planner me via Italië!? Wacht ‘es… Mozes had met Israël in de woestijn ook geen routeplanner. Wel een gids. Een wolkkolom. Die wolk ging ook niet ‘als een streep’ van Egypte naar Kanaän. God leidt anders, niet perse de kortste weg. Maar: zolang het volk volgt, komen ze dichter bij hun bestemming. Als ze – voor de zoveelste keer – zelf achter het stuur gaan zitten, zegt God: dat kost je veertig jaar extra. Zonder mij duurt het langer. Nee, erger: zonder mij kom je er niet. Want degenen die zelf het stuur pakken, sterven in de woestijn. Met het beloofde land in zicht… Ezra vind de kaart niet het belangrijkste. Hij wil geen kaart, maar een gids. Het vertrouwen spat er van af in deze tekst. Want Ezra weet hoe het werkt: God biedt bescherming. Dat vertrouwen zorgt er bij voorbaat voor dat hij de escorte van de koning afwijst. Hij schaamt zich er voor dat te accepteren. ‘Koning, ik weet beter: met of zonder leger: alleen met onze Heer halen we ons doel!’ Hij weet ook: God biedt bescherming aan hen die hem daarom vragen. Terwijl hij vertrouwt, laat hij ook merken dat het niet vanzelfsprekend is. Ezra weet dat hij afhankelijk van God is en geen recht heeft op zijn bescherming. Daarom vast hij, met het volk dat het hem op pad gaat. Stel je voor: ruim 900 kilometer lopen, met ongeveer 5000 personen, mannen, vrouwen, kinderen, ouderen. Hun bezittingen op karren en ezels, op de rug…. Honderden kilometers woestenij, slechte wegen en bergen. Zie! We weten niet hoe, maar God laat het merken ‘…hij verhoorde ons’. Mensen, kinderen van me: ik ga met jullie mee. Niet bang zijn; vertrouw mij! Gebed: Almachtige Vader, uw macht en uw liefde groeien me soms boven het hoofd. Terwijl ik weet dat u alles kunt, terwijl ik weet dat u mij alles geeft wat ik nodig heb. Toch grijp ik vaak zelf naar het stuur. Heer, wilt u mij leiden!? Tip: Moet je vandaag een (belangrijke) beslissing nemen? Neem dan eerst de tijd om je vraag voor te leggen aan de Here. Bidden, luisteren, vertrouwen… Wat kan je in die tijd achterwege laten, zodat je aandacht telkens op God gericht blijft? Eric Korsaan
Woensdag 9 april Lezen: Ester 4: 16,17 en 9: 29-31 Ester… Ester is een vrouw waar ik diep respect voor heb. Bij de Joden werd van vrouwen verwacht dat zij rustig waren, in huis werkten en aan de rand van het geestelijke en politieke leven bleven. Ester was een Joodse vrouw, die uit deze rol stapte. Bij alle scholingen voor calamiteiten en EHBO leer je: Veiligheid van jezelf voorop. Ester doet het tegenovergestelde. Ze riskeert haar eigen leven door in de bres te springen voor haar God en haar eigen volk! Ester roept het volk op om te gaan vasten. Wat dapper! Het wordt zelfs een jaarlijkse traditie om het Poerimfeest te vieren. Een tijd van vasten en gebed, in leven geblazen door een vrouw. Zie deze 40-dagen tijd óók als tijd om te vasten en heel bewust te bidden met God. Vier het Poerimfeest mee! Net als Ester mag jij je leven in dienst van God stellen. Wat of waar jouw plaats in het leven ook is, God kan je gebruiken. Wees open en beschikbaar. Vandaag wil ik een speciale oproep doen aan vrouwen - en ook mannen - die zich te verlegen of te klein voelen om hun mening te laten horen. Wees sterk en moedig! Dat kan op je eigen, bescheiden manier. Wanneer zwijg jij liever, terwijl je weet dat je op zou moeten komen voor de zwakheid van een ander? Breek er vandaag doorheen. Zeg er wat van als je iemand Gods Naam hoort beledigen. Zeg er wat van als iemand uitgescholden of gekleineerd wordt. Thuis, op school, op je werk of als ouderen onder elkaar. Wees eerlijk in de handel die je vandaag zal drijven. Roddel niet mee over een ander, maar buig het gesprek om tot iets positiefs. God geeft je de redding die je nodig hebt, net als aan Ester.
José Korsaan
Donderdag 10 april Lezen: Jesaja 58: 3 en 4 en 6 - 11 ‘God, waarom merkt U niet op dat wij ons houden aan de religieuze plicht van vasten. We doen het echt alleen voor U…!’ ‘Omdat het jullie teveel gaat om de buitenkant. Jullie eigen hart blijft onveranderd en onder het leed van de ander blijf je onbewogen. Er verandert niets! Dit moet er veranderen: Bekommer je om de last en het leed van je medemens in daden! Behandel hem zoals jezelf behandeld wil worden! Dan zal de Heer met je zijn, je leiden en krachtig maken in alle omstandigheden en je zult een weldaad zijn voor Hem en de ander!
Een mooie religieuze buitenkant betekent alleen iets als ik mijn hart openstel voor de ander en in daden zijn noden help te verlichten, steeds weer. God zegent mij in allerlei opzichten als ik op die manier leef.
Verlang jij er ook naar om een bron van zegen voor de ander te zijn die nooit opdroogt? Neem jezelf eens onder de loep: wat mag bewogenheid kosten als je denkt aan tijd, privacy, geld, opzij zetten van je lekker voelen, geduld, ego?
Anneke Wildeboer
Vrijdag 11 april Lezen: Joël 2:12-13 De harten van de Joden gingen in de tijd van Joël uit naar de wereld en hun natuurlijk bestaan waardoor zij hun blik niet meer op God gericht hielden. Wij leven in een wereld die gedomineerd wordt door globalisering, internet en media. Veel van onze tijd gaat op in werk, slapen en gezin. Veel van onze vrije tijd, zit in ontspanning, sporten, kerkbezoek en kerkenwerk. Maar hoe voorkom je dat je niet opgeslokt wordt in de waan van de dag en je hart meer bezig is met het natuurlijke leven dan het geestelijke leven? In de kerkgeschiedenis werd als voorbereiding op het Paasfeest 40 dagen gevast. Dat was de veertigdagentijd. Dat was een periode van vasten en bezinning op de feitelijke christelijke levenspraktijk. Dit kennen wij niet meer. Maar zou het niet mooi zijn om bij jezelf te ontdekken op welke manier jij bezig kunt zijn met de 40 dagentijd? Vorig jaar onthield ik mij van genotsmiddelen. Dit jaar hebben wij besloten om te gaan consuminderen. Wij vinden dit een mooi moment om naar Pasen toe te leven door ons af te zonderen van de afleidingen van alle dag en zo onze blik en ons hart gericht te houden op Jezus die zichzelf opofferde voor ons en onze zonden. Op welke manier bereid jij je voor op Pasen?
Gerrit Jan Hiemstra
Zaterdag 12 april Lezen: Handelingen 12: 1-4 Het leven, nadat Jezus is opgestaan uit de dood, is er zeker niet gemakkelijker opgeworden. Petrus zit in de gevangenis. Zonder televisie, toilet of andere voorziening. Een donkere plek. Het stinkt er en hij heeft geen contact met de buitenwereld. Het enige wat hij ziet, zijn de schimmen van vier soldaten. Maar deze mannen zoeken geen contact met hem. Ze kijken wel uit! Petrus wordt streng door hen bewaakt, alsof hij een topcrimineel is. Daar zit hij, met z’n hoofd vol gedachten die hem kwellen. Want vlak voordat hij gevangen werd genomen, hoorde hij van de marteling die andere christenen zouden krijgen. De Joodse leiders stimuleren dit steeds meer. Herodes is er zelfs trots op dat hij zoveel christenen heeft kunnen pakken. Christenen moeten van de kaart verdwijnen, vindt hij. Een week lang, zal er geen vooruitgang in het proces van Petrus zijn. Het is Pesach en dan wordt er geen rechtgesproken. Dus daar zit hij… Wat Petrus niet weet, is dat de gemeente een muur van gebeden naar God zendt. 24/7 wordt er gebeden en gevast. De gelovigen bidden vol vuur voor Petrus. Als je verder leest in Handelingen, lees je dat God het gebed van deze christenen verhoort. En hoe! Midden in de nacht komt een engel naar Petrus toe. De engel spoort Petrus aan: ‘Toe, sta op! Trek je schoenen en je jas aan.’ De ijzeren boeien vallen als touwtjes van Petrus af. Als Petrus opstaat en verder loopt gebeurd er weer iets vreemds. Petrus heeft nog nooit deuren gezien die automatisch opengingen, dit wordt zijn eerste keer: De zware gevangenisdeuren zwaaien voor hem open. Petrus is vrij! Het gebed van de gemeente heeft grote invloed op de loop van de gebeurtenissen. Zo is God. Hij luistert écht naar je gebed. Hij luistert naar ons, als we morgen in de kerk zullen bidden, met elkaar. Onderschat het niet! Je gebed heeft grote gevolgen voor de loop van de gebeurtenissen in het leven van jezelf én die van anderen. Neem vandaag serieus de tijd om te bidden. José Korsaan
Week 7 Vrijheid Jezus kwam naar de aarde om het goed te maken tussen God en de mensen. Deze week is alles gericht op de genade die God geeft door zijn lijden, sterven en opstanding uit de dood. Hij alleen geeft vrijheid!
Zondag 13 april Lezen: Marcus 14: 35-41 Het moment waarop Judas met de soldaten zal arriveren is nu bijna aangebroken. Jezus moet het verlies van de liefde van de Vader onder ogen zien. Die liefde, die Hij in alle eeuwigheid genoten had, zal Hem onthouden worden. Die werkelijkheid dringt zich op dat moment aan Jezus op. Voor zijn voeten opent zich een afgrijselijke afgrond. Het is niet zomaar het sterven dat Hem benauwt. Maar het is het door God verlaten worden. Geen lijden is met dat van Hem te vergelijken. Jezus gebed tot de Vader is: Abba, is er ook een andere weg tot uw doel? Voor U is alles mogelijk, neem deze beker van Mij weg! Maar tot drie keer toe zegt Hij: Nee! Nee, mijn lieve Zoon! Je moet deze beker leegdrinken. Hoe graag de Vader zijn Zoon ook ter wille zou zijn, het kan niet anders dan zo. Dit is de enige weg tot doel: de redding en het behoud van de mensen! Petrus, Jakobus en Johannes zijn in slaap gevallen terwijl Jezus gevraagd had of ze wakker wilden blijven om te bidden. Ze slapen als Jezus lijdt. Jezus richt Zich op Gods wil en Gods reddingsplan. Hij kreeg vrede in de weg van de Vader. Zo kan Hij na driemaal gebeden te hebben, opstaan en zeggen: ‘We gaan, het is tijd.’ Hij is klaar om de weg te gaan. Dit maakt mij duidelijk hoe lief de Vader mij heeft. Dus kan elk lijden dat mij overkomt geen teken zijn van afwijzing. Jezus is door God verlaten, opdat wij nooit meer door Hem verlaten zouden zijn. Is Hij door Zijn leegdrinken van de beker voor ons de oorzaak van eeuwige redding geworden? Vraag Hem erom. Hij is nog steeds een Verhoorder van het gebed! Om Jezus wil.
Alie van Dijk
Maandag 14 april Lezen: Marcus 15:16-20
Jezus met doornen gekroond In dit Bijbelgedeelte zien we Jezus. Moe van een lange nacht. Ondervraagd, bespot en geslagen. Het oordeel is geveld. Hij moet sterven aan het kruis. Maar eerst nemen de Romeinse soldaten hem mee. Op de binnenplaats van de rechtbank trekken ze Hem een oude versleten soldatenjas aan. Een kroon van doorntakken op zijn hoofd. Zo brengen ze Hem hulde: “Wees gegroet, koning van de joden.” Zo maken ze Hem belachelijk. Hier kun je zien hoe de zonde doorwerkt in mensen. Wat mensen elkaar aan kunnen doen. Weerloze mensen worden gepest en vermoord. Jezus maakte het allemaal mee. Het staat al beschreven in Jesaja 53. Voor ons werd hij veracht, verguisd en geminacht. Om de zonden van mij(n volk) werd hij geslagen, zijn striemen brachten ons genezing. Maar door dit alles wordt Jezus onze bevrijder. Omdat Hij ons – zijn onderdanen – zo intens liefhad, wilde Hij dit alles ondergaan. Zo neemt Hij onze pijn op zich, onze straf, Jezus, met doornen gekroond. Voor ons, voor u en jou en mij … gaat Hij zijn weg naar het kruis. Corrie van Baardewijk
Dinsdag 15 april Lezen: Marcus 15:27-39 In dit Schriftgedeelte wordt Jezus in zijn laatste uren van alle kanten beschimpt. De misdadigers naast hem , de voorbijgangers, de hogepriesters en schriftgeleerden ze drijven allemaal de spot met Hem: Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet; laat die messias, die koning van Israël, nu van het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven! Dan breekt er midden op de dag een pikzwarte duisternis aan. Die duurt 3 uur lang en Jezus schreeuwt het dan uit: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Jezus slaakt een laatste kreet en sterft. Het lijkt in dit stukje alsof alles reddeloos is verloren. Jezus blijft levenloos ontredderd achter. Velen hadden hem gesard: je kunt je zelf toch redden. Het gebeurde niet. Misschien kan Elia hem redden. Nee Elia ook niet. In het meest verlaten uur doet Jezus nog een laatste poging: Mijn God, Mijn God waarom hebt u mij niet gered. Het mag niet baten. Hij mocht niet gered worden. Hij is gelukkig reddeloos verloren. Het is volbracht en wij zijn eindelijk vrij. De voorzegde scheur door het voorhangsel in de tempel is ons tot teken en de ongelooflijke uitspraak van de centurio: “Werkelijk, deze mens was Gods Zoon” stemt tot navolging.
Jos de Vries
Woensdag 16 april Lezen: Efeziërs 2:8-10 Voor de context is het goed vanaf vers 1 te lezen.
Aan een middeleeuws theoloog Martinus van Bibberach worden de volgende woorden toegeschreven: Ik leef en weet niet hoelang. Ik sterf en weet niet wanneer. Ik reis en weet niet waarheen. ’t Verbaast me dat ik vrolijk ben. Eigenlijk verbazingwekkend als dit alles is, maar toch gaan veel mensen ondanks deze drie onzekerheden “vrolijk” hun dagelijkse gang. Paulus peilt deze gang dieper. Wat hij zegt liegt er niet om. Zij volgen zelfzuchtige verlangens en gedachten die in hen opkomen en staan van nature bloot aan Gods toorn. Maarten Luther stelde hier dan ook tegenovergestelde versie tegenover: Ik leef zolang God wil, Ik sterf wanneer en hoe God wil, Ik reis en weet zeker waarheen, Het verbaast me dat ik treurig ben. Hoewel wij dood waren door onze overtredingen en zonden, heeft God vanwege zijn grote liefde ons liefgehad - wij die niet lief zijn- en samen met Jezus Christus levend gemaakt. De mens wordt door genade gered, van dood levend gemaakt, mee opgewekt. Dood voor de zonde, levend voor God. We hebben zo door dankbare aanvaarding en omarming van het Evangelie een nieuw leven gekregen en zelfs een plaats in de hemel. Om zo, geschapen in Christus Jezus, de weg te gaan van goede daden die God mogelijk maakt.
Wim Haitsma
Donderdag 17 april Lezen: 2 Korintiërs 12:6-10
‘Mijn genade is u genoeg’, zegt Paulus. Dit aanvaarden in het leven is een waagstuk. Christus’ kracht en genade wordt zichtbaar in zwakheid. Waarin ligt onze kracht? Wat is sterk en wat is zwak? Die vraag speelde in Korinte. Paulus is in gesprek met gelovigen die sterke verhalen te vertellen hebben. Bijzondere ervaringen in dit geval. Paulus’ reactie is ontnuchterend. ‘Waar praat u over?’ vraagt hij. ‘Is dat uw kracht?’ Ik praat liever over mijn zwakke kant. Niet dat ik er zo blij mee ben. Maar omdat God me ermee iets heeft laten zien. Er is een doorn in mijn vlees gestoken. Een engel van de Satan kwelt mij. Het belemmert me. Maar God heeft laten weten: Met deze moeite wil ik je voor overmoed bewaren en wil ik je laten zien dat je mag leven van genade. Ik gebruik jouw zwakte om ruimte te maken voor Christus’ genade en kracht, die voor jou genoeg is en alles mag zijn. Gods kerk leeft van genade, eet genadebrood. Immers alleen een ter dood veroordeelde heeft gratie (genade) nodig. En zo leeft Gods kind: de eeuwige dood verdiend, maar om Christus’ wil genade geschonken. Wie genade heeft, heeft niet veel, maar alles.
Wat betekent ‘Mijn genade is u genoeg’ persoonlijk, voor jou?
Wim Haitsma
Vrijdag 18 april Lezen: Romeinen 10:9-13
Wij mogen leven vanuit genade. Dat betekent dat we Gods liefde mogen aannemen zonder er iets voor te moeten doen. Jezus heeft om onze zonden aan het kruis gehangen, maar Hij is ook opgestaan! En zo zijn wij gered. God vraagt van ons om deze boodschap te delen met anderen. Daarvoor geeft Hij ons Zijn Heilige Geest. Ook als gemeente mogen we Gods naam groot maken en Jezus liefde laten zien, in Putten en daarbuiten. Dit lied (Sela, Gezegend is de Vader) gaat over de genade en liefde van onze Vader: Gezegend is de Vader, die ons gezegend heeft. Ons liefdevol gekozen en deel aan Christus geeft. Met Hem zijn wij gestorven, begraven in zijn dood, om opgewekt te leven; te leven van de hoop! Geworteld zijn in Christus, die ons zijn vruchten geeft, van hoop, geloof en liefde; de vruchten van de Geest. Vergevende de ander, verdragende elkaar, gekleed in medeleven; zo dienen wij elkaar! Geprezen is de Vader, die ons verzekerd heeft. van liefde en genade; een leven door de Geest. Wat kan ons van Hem scheiden? Geen leven en geen dood. Wij roepen: Abba Vader; Uw goedheid is zo groot!
Jos en Thirza Fissering
Zaterdag 19 april Lezen: Johannes 3:16-18 De laatste dag van de veertigdagentijd is aangebroken. Het vasten, bidden en zich verootmoedigen voor God, om wie we zijn zonder Gods genade, is bijna voorbij. Morgen is het Pasen. Het uitzien en verwachten van wie gelooft in Jezus Christus, als de Verlosser van onze zonden, loopt uit op het feest van Gods liefde en genade. Voor een wereld die verloren en verstrikt is geraakt in haar zonden en hoogmoed. Voor een wereld die niets met Hem te maken wenst te hebben. Voor wie dat inziet, groeit het besef hoe indrukwekkend dit geschenk van God is. Met Pasen gaat eindelijk de moederbelofte uit Genesis 3:15 in vervulling. Na de overheersing van zonde en dood over het menselijk geslacht, 3 x 14 generaties lang, staat de Mensenzoon Jezus Christus, Zoon van God, Redder van de wereld, op uit de dood. Als overwinnaar! Door zijn liefdevol en vrijwillig lijden en sterven als zondeloze mens én als Heer van schepping, heeft Hij in volmaakte gehoorzaamheid de wil van zijn Vader volbracht. Het was de enige, maar ook de meest onbegrijpelijke weg om al die ongehoorzaam geworden mensen te verzoenen met God, hun Schepper. En eeuwig leven te schenken aan wie zich aan Hem toevertrouwen. Met Pasen breekt een nieuwe realiteit aan. Die zorgt onvermijdelijk voor een tweedeling in de wereld. Tussen mensen die van harte in Hem geloven en het eeuwige leven nu al in hun hart ontvangen. En mensen die niets van Hem willen weten en daarmee hun veroordeling in dit leven al over zich afroepen. Geloof jij van harte dat Jezus Christus ook voor jouw zonden is gestorven? Kom dan, droog je tranen en trek op Paasmorgen je mooiste feestkleren aan. Want zoals de winter het voorjaar niet kan tegenhouden, kan ook niets hier op aarde verhinderen dat je in dat geloof de vrede van God ontvangt. Een innerlijke vreugde die alle verstand te boven gaat. Zo zie je maar. Het eeuwige leven breekt nu al door. Onweerstaanbaar. En dwars door de pijn, de moeite en momenten van vreugde die je ervaart in je leven van nu! Dank God en Prijs de Vader, de Zoon en de Heilige Geest met lied 89 uit het Gereformeerd Kerkboek: Jezus, leven van mijn leven. Elise G. Lengkeek
Paasbest Het doek dat Hem gebonden hield in dood en graf viel van Hem af toen Hij de derde dag verrees naar ’t Woord dat Hij gesproken heeft. Hij legde het met zorg ter zij maar nu als sluier voor zijn liefste bruid, die Hij naar zijn victorie voert van dood en schuld en zonde vrij Elise G. Lengkeek