31/05/2015
Dag van het Buitengewoon Kind
Nr. 27
Uilse bermen worden natuurvriendelijk beheerd > pag. 3
Turfvaart geopend > Pag. 4
Gedicht van de week
Op zaterdag 30 mei van 9.30u tot 16u konden de kinderen zich uitleven op de boerderij van Jan en Rien Uytdewilligen, Kraaienberg 77 in Essen. Van verveling was er geen sprake want de dag begon met een fotosessie vol glitter en glamour. De rest van de dag konden de kinderen samen met hun begeleider allerlei activiteiten doen. Zo kon men knutselen, een ritje op de quad of met de tractor,
reuze zeepbellen blazen of genieten van een rustig momentje in de leeshoek. ’s Middags maakten ze een aangenaam ritje op de huifkar. Niemand moest iets meebrengen want sapjes en hapjes werden voorzien. Wanneer iedereen moe gespeeld was werd deze onvergetelijke dag afgerond met een heerlijke pannenkoek en een fantastische clownshow.
Margo Tilborghs
Tingelingeling tbelleke bij Mieke ging Mieke deed het deurtje open en ze zag de bengels lopen Wat zei Mieke belleke trek Hou je moeder voor de gek Tingelingeling tbelleke alweerom ging Mieke speelde nu de dove maar ze trok heel stil naar boven Wacht zei Mieke keert ge weer Kgiet een emmer water neer Tingelingeling Plof hoe twater neerwaarts ging en de bengels van daaronder kregen twater op hun donder He zei Mieke keert ge weer kGiet dan nog een tweede keer
Gedicht uit de oude doos - PS
Nieuws Column Guy Van Den Broek Speenkruidpad 'Schriekse Beemd' of 'Speenkruidpad', het zijn namen van straten of kleine wegeltjes op Horendonk, die amper gekend zijn. Essen heeft de meeste buurtwegen en de zogenaamde trage wegen een naam gegeven. Doorgaans leverde de cultuurraad die adviezen. Die zocht zijn inspiratie in planten en kruiden of bloemen die op die buurtwegen groeien. Die trage wegen zijn recentelijk ook wettelijk beschermd en moeten open gehouden worden. Sommige wegeltjes, zoals de Schiekse Beemd worden zelden bewandeld door de gewone burger, enkel door landbouwers, die daar hun grond hebben. Dat wegeltje bevindt zich aan de rechterzijde van de Postbaan, komende van Horendonk, net voor de afslag naar de Schriek. Andere weggetjes zoals het Speenkruidpad worden wel intensief gebruikt te voet of met de fiets. Als we zeggen het CVP-padje tussen Kraaienberg en Postbaan, weet direct iedereen waarover we het hebben. Kwatongen beweren dat geprobeerd is dat weggetje, CVPweg te noemen om de dubbele betekenis ervan. Maar daar doen we niet aan mee. Het paadje is aangelegd na de verkiezingen van 1976 en geeft de inwoners van Kraaienberg en de Deckerslaan en zelfs van de nieuwe wijk Den Uil een veilige en vlotte verbinding naar de kleuterschool. Iedereen gelukkig, de nieuwe naam nemen we er graag bij, maar er komt een 'grote Maar' bij kijken. Het padje, nu Speenkruidpad, wordt elk jaar een beetje kleiner, omdat de naburige boer zijn jaarlijkse maïs steeds dichter bij het pad wil inzaaien. Bij het ploegen raakt hij dan ook meermaals het asfalt, zodat de berijdbare oppervlakte kleiner wordt. Wanneer de maïs in de zomer zijn volle groei heeft bereikt, hangen de kolven bijna over het fietspad. Veel kleutertjes nemen dat weggetje met hun fietsjes of step en worden zo gehinderd. Het zal voor die plaatselijke landbouwer toch niet op die ene rij maïs aankomen om al dan niet te overleven. Als bewoners van Horendonk vragen we dan ook aan de landbouwer en/of het loonbedrijf dat inzaait, om een beetje begrip en respect voor de voetganger en fietser, die dagelijks soms tot viermaal toe kinderen van de kleuterschool haalt of ze brengt.
2
Beekdal gaat plat Boekhoudkantoor in de plaats
Op donderdag 21 Mei was de parochiezaal gereserveerd om onze leden een aangename namiddag te bezorgen. Er kwamen 2 vrijwilligers van CODA , ons vertellen over hun werking, in Gooreind. Een video film hoorde hier ook bij .Tijdens de pauze kregen onze leden koffie of thee. Vervolgens het tweede gedeelte, nadien konden er desgewenst vragen gesteld
ziekenzorg worden. Dan volgde een overheerlijk etentje, en zelfs een dessert kon er nog bij. Nadien ging iedereen tevreden en voldaan huiswaarts. Noteer alvast 17 Augustus, dan rijden we met de bus naar Meerseldreef. 13 September is het de parochiale ziekendag.
Bastianen Gemma
Ik ben Kathleen Van der Vloedt Tel. 03.295 74 03 Ik woon in de wijk Den Uil, nummer 37. Mijn echtgenoot is Dirk Schrooyen, we zijn natuurlijk ook lid van het Nieuwsplatform, onder de mail naam
[email protected]. Ik ben honden kapster, en mijn eigen zaak is nu per 1 april volledig fulltime gestart.
Nieuws
3
Uilse bermen worden natuurvriendelijk beheerd Essen heeft zo’n 114 km bermen buiten de bebouwde kom. Ongeveer de helft daarvan ligt naast baangrachten. Normaal werden deze bermen maximaal twee maal per jaar gemaaid in overeenstemming met het Bermdecreet. Een eerste maal kon dit slechts na 15 juni, een eventueel tweede maaibeurt gebeurde na 15 september. In de toekomst zullen de Essense bermen echter gemaaid worden aan de hand van een Ecologisch Bermbeheersplan. “Dat plan werd in opdracht van het gemeentebestuur opgesteld door de dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid van de provincie Antwerpen. Zij inventariseerden op 69 locaties telkens in proefvakken van 10 m² alle aanwezige planten in de bermen. Van de 153 soorten die voorkomen in de Essense bermen zijn er sommige die zeer frequent voorkomen zoals smalle weegbree of ruw beemdgras. Andere zoals het zandblauwtje een plant uit de kloksjesfamilie, komt dan weer slechts twee maal voor. Aan de hand daarvan is voor iedere berm de meest geschikte beheersmaatregel uitgewerkt”, zegt Helmut Jaspers, schepen van leefmilieu en groenbeleid (sp.a). “Hierdoor zullen de bermen op termijn niet alleen soorten- en bloemenrijker worden, maar bieden ze zo ook meer kansen aan bijen, dagvlinders en vlinders. Bovendien zijn bermen ook een verbindingsgebied of toevluchtsoord voor allerhande dieren”, aldus Jaspers. Om veel bloeiende planten in de bermen te krijgen is niet alleen de verarming van de bodem noodzakelijk. De planten moeten ook hun zaad kunnen verspreiden. Daarom is het belangrijk om sommige bermen bijvoorbeeld iets vroeger te maaien of de berm maar 1 keer te maaien. Het Bermbeheersplan deelt de bermen op in vier verschillende maairegimes en er werd een afwijking bekomen op het Bermdecreet. Het bermbeheersplan houdt naast het ecologische uiteraard ook rekening met
de verkeersveiligheid. Zo mag de begroeiing naast een fietspad uiteraard de veiligheid van fietsers niet in het gedrang brengen. Op termijn zullen meer dan waarschijnlijk met het nieuwe beheer hoog opgroeiende grassoorten in de berm trouwens afnemen. De Essense bermen werden ingedeeld volgens 4 maaischema’s. Begin maart werden de bermen en taluds die in beheer zijn van de werkgroep leefmilieu één maal gemaaid. Zo kunnen de verschillende vaste planten in deze bermen ongestoord ontluiken. Tussen 15 mei en 5 juni en van 30 september tot 15 oktober worden de voedselrijke bermen/ taluds gemaaid. Van 15 juni tot 15 juli en tussen 30 september en 15 oktober komen de kruidige bermen/taluds aan de beurt. En tot slot is er voor de voedselarme bermen maar één maaibeurt voorzien in het najaar tussen 30 september en 15 oktober. De maaiwerken werden onlangs door het schepencollege voor een bedrag van € 39,114,29 gegund aan een externe firma. Die maakt gebruik van klepelmaaiers met afzuiging op voldoende hoogte, zodat wél het maaisel maar zo weinig mogelijk insecten worden meegezogen of in sommige gevallen handmatig. De maaihoogte is ook begrensd tussen de 7 en 10 om de bestaande wilde fauna en flora zoveel mogelijk te vrijwaren.
Zwerfvuil en onkruidverdelgers Door de Essense bermen te beheren volgens dit plan hopen we binnen een paar jaar tot mooie resultaten te komen. Ondanks de ‘zwerfvuilcampagnes’ zijn er toch nog regelmatig mensen die blijven sluikstorten of blikjes en verpakkingen wegwerpen. Dat is een zeer spijtige zaak. De enige plaats waar die thuishoren is de afvalbak. En daar zijn er de laatste jaren heel wat van geplaatst ! Tot slot nog dit: chemische bestrijdingsmiddelen zijn kankerverwekkend en bij-
zonder slecht voor het milieu. Daarom gebruikt het Essense gemeentebestuur – met nog een tijdelijke uitzondering voor de begraafplaatsen - geen pesticiden meer. Bovendien is het gebruik van chemische onkruidverdelgers om de berm "proper" te houden zeker uit den boze. Het resultaat daarvan is immers dat de onbegroeide aarde gewoon wegspoelt op straat met verstopping van de riolering als gevolg. Zeldzame planten overleven deze behandeling niet terwijl andere soorten zoals brandnetel en distel op termijn vrij spel krijgen. Na vijf jaar worden het bermbeheersplan en het bijhorende nieuwe maaischema geëvalueerd en eventueel bijgestuurd.
Willy Gommeren
Klik hier en zie hoe het kruispunt van
Over d’Aa - Steenpaal
is geëvolueerd
Nieuws
4
Toeristisch zomerseizoen geopend Op zaterdag 30 mei was het een drukte van jewelste aan de Mikvaart. Een rally met old timers passeerde er, side cars maakten een toertje vanuit de boerderij van Jan Uytdewilgen en het VVV opende het zomerseizoen 2015 door een turfbelevingspunt officieel open te stellen. Dat gebeurde met de nodige toeters en bellen en in aanwezigheid van de burgemeester, schepenen en een 50-tal geïnteresseerden. Er werden enkele toespraken gehouden en een traktatie bestond uit een ijsje en een drankje. Door een samenwerking van het Regionaal Landschap de Voorkempen, Gemeentebestuur Essen, MarkAante Kempen en VVV De Tasberg is er aan de Mikvaart een vergeten hoekje bos omgetoverd tot een mooie locatie. In het nieuw aangelegde turfbelevingspunt aan de Mikvaart in Horendonk is de geschiedenis van de turfwinning de voorbije maanden terug tot leven gebracht. Met houten beelden wordt duidelijk gemaakt hoe er in de regio turf werd gewonnen en via de vaarten werd vervoerd naar de havens in de omgeving.
ger het veenlandschap hier vroeger was en een doorkijkpaneel toont bovendien een tafereel van het vervoer van turf over het water.
Zo is er een sculptuur van een turfsteker, een turfdrager en een turfschip te zien. De veenpaal met toepasselijk gedicht laat zien hoeveel ho-
Mededeling voor bewoners en weekendverblijvers in het Uilenbos (weekendzone) In juni valt er een enquetebrief in uw brievenbus om te zien hoe groot de problemen met internet en vaste telefoon (niet mobiel!!) etc in het Uilenbos zijn. Als er voldoende animo is, volgt een handtekeningactie richting Proximus en mogelijk gaan we dan ook Telenet benaderen voor alternatieven. Ons is verteld dat er glasvezelkabel van Proximus ligt tot aan een kast in de Wilgendreef en van Telenet tot ergens in de Blikstraat/Nieuwmoer (???). De Minister schijnt opdracht te hebben gegeven aan de telefomaanbieders om landelijk de
infrastructuur verder te verbeteren. Soms kan plaatsing van een snel VDSL2 modem de capaciteit van koper oprekken en uw situatie verbeteren (er zijn er al enkele geplaatst in het bos!). Met de vele nieuwe gebruiksmogelijkheden kan glasvezel mogelijk ook rendabel worden in de weekendzone. Zeker als oude kabels vervangen moeten worden. Mits er voldoende abonnementen komen bv voor snel internet, digitale tv etc. ....
De initiatiefnemers: Charles Koolschijn, Frank Verhulst, Tjeerd Ossewaarde
Voor fietsers en wandelaars is het een aangenaam rustplekje geworden met zitbanken om te genieten van dit alles.
WiGo / Foto’s: AnGa
De tijd van toen
5
Willy Verleysen
MIJN TIJD VAN TOEN - DEEL 2/4 Tot mijn plechtige communie moest ik elke zondag van ons thuis om 10.00 uur naar de hoogmis op de statie. Daar ben ik maar zelden geweest want ik reed met mijn fiets de Sint Antoniuskerk voorbij en recht naar de kruidenierswinkel van Robert en Rina Francken-Van Wezel op de Moerkantsebaan 33. Daar kocht ik van het geld dat ik mee had gekregen om in de schaal te gooien en een paar zondagen had opgespaard een klein pakje Belga sigaretten (12 stuks) voor zes frank. Hier wachtte ik op boer Van Ginneken uit de Oude Baan die daar altijd kort na tien uur met paard en kar passeerde (er was toen nog geen viaduct) om bij de boeren op Heikant volle melkbussen op te halen en lege achter te laten. Boer Van Ginneken wist dat ook al en stopte dan om mijn fiets op de kar te leggen. Ik kroop naast hem op de bok van de kar en terwijl wij bij de boeren langs reden rookte ik net als hij enkele sigaretjes. Als het dan even na elven was en de hoogmis zeker was afgelopen, pakte de boer mijn fiets van de kar en reed ik weer naar huis. Op werkdagen hoorde men bestelwagens al bellend door de straten rijden, dat waren de soepboeren, o.a. Soep Van Boom, Van Campen, Heide Soep, die alle dagen twee soorten verse soep bij de burgers te koop aanboden. Van Campen verkocht zelfs ook kant en klare pudding. Zuivere Van Boom aangelegenheden waren ieder jaar het raden van het gewicht van een os en een loterij waarbij auto's van het merk Ford te winnen waren. In de zomer van 1966 heb ik zelf ook nog 6 weken met een Renault 4 bestelwagen met soep rondgereden. Ik deed dit tijdens mijn zomervakantie bij “Heide Soep” van Frans De Nijs om de vaste chauffeurs aldaar ook gelegenheid te geven om op vakantie te gaan. Dat waren toen nog 6-daagse werkweken. Cor Hoendervangers reed in de zomer met een ijsco triporteur en een bel rond om verse crème glacé te verkopen. Zijn echtgenote Jeanne Peeters deed de Roma crèmerie in de Stationsstraat, meestal hadden ze alleen maar vanillesmaak, chocoladesmaak en slagroom, af en toe eens mokka- of aardbeiensmaak. In de wintermaanden
reden Cor en Jeanne op donderdag met hun auto rond om verse vis te verkopen. Bij ons thuis reden ze meestal op donderdagmiddag naar de vismijn in Roosendaal om verse vis. Vrijdag was toen nog de vaste dag dat er vis gegeten werd. Dag en nacht hoorde je het geluid van de diesellocomotief die op het station rangeerwerkzaamheden aan het uitvoeren was. In Essen had je ook enkele van die typische dorpsfiguren, twee van hen waren Pol Lampist (Roelands) en Jan Miep (Mielbouw). Zij waren geen van beiden honderd procent zoals men dat zegt. Pol woonde bij zijn zuster en schoonbroer in de Hofstraat en omdat hij aan epilepsie leed was hij altijd te voet. Hij rookte pijp en deed altijd simpele karweitjes of boodschappen voor zijn familie. Tegen iedereen die hij op straat tegen kwam vertelde hij dat hij op 2 december jarig was en dat hij dan van de garde van de Wildert altijd een doos sigaren kreeg. Een stille wenk waaruit ieder voor zich zijn gevolgtrekkingen kon maken. Jan woonde bij zijn ouders in de Kammenstraat en verplaatste zich per fiets. Ondanks dat hij volwassen was gedroeg hij zich een beetje kinderlijk, zo kwam hij altijd bij ons in de buurt langs om te kijken of wij geen verstoppertje of een ander spel aan het spelen waren want dan speelde hij mee. Tijdens het fietsen zong hij weleens keihard Engelse liedjes uit de tweede wereldoorlog. Hij hing heel veel in de buurt van het station rond en keek vol belangstelling naar de vertrekkende, aankomende en passerende treinen. Als je moest weten om hoe laat een trein vertrok of aankwam vroeg het dan maar aan Jan, hij kende heel de dienstregeling uit zijn hoofd. Pol en Jan moesten elkaar niet. Pol zei altijd van Jan dat die zot was en Jan zei altijd van Pol dat die zot was. Centrale verwarming had toen bijna nog niemand. Voor de verwarming gebruikte men meestal kolenkachels en als bijverwarming petroleumkacheltjes. Voor de petroleum kwam iedere maandagvoormiddag het petrolboerke met zijn Fordje vol jerrycans langs. Voor de steenkolen had men de kolenboeren, o.a. Fons en Albert Nelen (de mannen van schepkes),
Sooi Theuns, Sooi Konings, gebr. Charel, Laurent en Marcel De Bie, die zo zwart als roet met een doek op hun hoofd en een volle baal op hun schouders, op bestelling aan huis de kolen kwamen aanvullen. Als kind ben ik verscheidene keren meegereden met Marcel De Bie zijn vrachtwagen om in Sint-Lenaarts bakstenen te gaan halen. In de zomer kwam er iedere zaterdagmiddag een busje dat een speciaal deuntje speelde door de straat om Ola ijs te verkopen. Verse eieren haalden wij iedere week bij de boerderij van Louis en Trien Van Loon in de Zandstraat op de Wildert. In onze kelder stond een grote houten bak die in het najaar door een boer met aardappelen werd gevuld als wintervoorraad. Mosselen gingen wij met enkele kennissen zelf rapen in Woensdrecht of Stavenisse, 's avonds was het dan mosselfeest. Ik vond het prachtig dat ik met mijn vader en nonkel Pierre mee mocht gaan vissen in Willemstad, gewoon met een vaste hengel vanaf de kant in een singel. De gevangen vis werd mee naar huis genomen, schoongemaakt, gebakken en opgegeten. Hij smaakte wel wat naar de grond maar dat deerde niet want hij was zelf gevangen en dus toch lekker. Schoenmaker, Jef Schellekens, kwam regelmatig langs om te kijken of er geen schoenen te repareren vielen. Als deze dan klaar waren bracht hij ze terug. Als het nodig was kwam er een boer met paard en beerkar bij ons thuis langs om met een emmer de inhoud van de beerput over te laden in zijn kar. Er reed in Essen ook een grijze tankwagen en aanhangwagen met slangen rond om bij de mensen die daarom gevraagd hadden de beerput leeg te maken. Af en toe kwam Toon Wuyts met een oude vrachtwagen door de straat gereden en riep dan door een luidspreker: “ijzer, koper, lood en zink, alles voor de hoogste prijzen”. Zo kwam er ook wel eens een voddenkoopman met luidspreker door de straat rijden of er belde bij iedere deur een scharenslijper aan om te vragen of er soms iets geslepen moest worden, deze had een speciaal hiervoor ingericht wagentje bij zich. In de zomer kwam er op zaterdag rond de middag een man met een fiets met grote mand voorop door de
De tijd van toen Molenakkersstraat, hij had een bel in de hand en terwijl hij belde riep hij: “kreukels en garnalen”. Deze man kwam ergens uit de buurt van Hoogerheide en verkocht verse kreukels en ongepelde garnalen. Bij ons in de buurt was beenhouwer Jos Wuyts en als ik om vlees moest voor bij het warm eten dan werd dat in die tijd niet uitgedrukt in lapjes of gram maar vroeg ik bv. “graag voor 30 frank malse paardenbiefstuk Jos”. Dat was toen genoeg voor drie volwassenen en twee kinderen. Sommige mensen lieten het vlees en/of de charcuterie zelfs thuisbezorgen. Bij Jos Wuyts deed dat zijn zoon Pol te voet, bij beenhouwer René Geers die net als Jos ook woonachtig was in de Molenstraat deed dat zijn echtgenote Julia met een groen BMW-tje 600 waarbij je met een deur aan de voorkant in en uit kon stappen. Brouwers, o.a. Cha
rel Van Oevelen, Marcel en Jos Konings, Marcel Van Hees, Stan Baeten, Frans Hoppenbrouwers, Van Roten, Cassimon, Van Looveren, brachten met een kleine vrachtwagen alle dranken wekelijks aan huis, zelfs tot in de kelder. Bakkers, o.a. Kamerling, Gust en Ludo Peeters, Willem Van Peer, Jos Van Wezel, Rik Keuppens (Hense), Pee Van Wezel, Luysterborg, Gaston Arnold, Van Tichelt, Dockx, brachten het brood dagelijks aan huis. Zeker de helft reed met een triporteur met een klep of een bakkersfiets (met mand voorop). Langzaam schakelden zij ook over, de meesten op een besteleend of Renault viertje. Als men een auto bezat was men rijk. Halverwege de jaren vijftig wist ik van iedereen in Essen wie een auto had en welk merk en kleur het was. De bestuurders waren praktisch allemaal mannen, er waren in heel Essen maar een paar vrouwen die
6 met een auto konden rijden. Als men ergens naartoe of op visite ging was dat te voet, per fiets, per bus of met de trein. Mijn grootouders reden met een brommertje, moeke met een Solex (motor voorop) en vava met een Mobylette. Bij hoge uitzondering liet men zich brengen en/of halen door een taxi. Taxibedrijven waren er vier in Essen, Ceeske Mariën, Mon Luyts, Hugo Van de Velden en de gebr. Schrauwen. Ze hadden allen een mooie zwarte Ameri-kaanse slee. Ceeske Mariën woonde toevallig bij mij achter in de Molenakkersstraat wat toen nog een zandweggetje was. Hij had van zijn voortuin een parkeerplaats gemaakt waarop zijn Buick overdag stond te pronken. Er mocht geen vuiltje op zitten of hij stond er gelijk met een poetsdoek bij om het er af te halen.
Zuster Lea (Dymphna LOOS) uit Horendonk vierde onlangs te Aarschot haar 75 jarig of Albasten kloosterjubileum op 92 jarige leeftijd Zuster Lea is de zus van Elisa Loos van het schanker. Ze is geboren op de boerderij, nu van Hugo Peeters en Greet Claessens. Zuster Lea trad in bij de zusters van Berlaar op 2 februari 1937. Ze deed er haar noviciaat en studeerde voor onderwijzeres. Van 1943 tot 1947 stond ze al in de lagere school van Sancta Maria in Aarschot. Men had al gauw gemerkt dat ze lenig was en ze moest daarom intussen een cursus van lichamelijke opvoeding volgen. Ze is in Aarschot wellicht de meest bekende , de meest beruchte en fel te dulden non, maar ook een van de meest geliefde zusters. Ze was tien jaar lerares lichamelijke opvoeding in de middelbare school van het Sancta Maria Instituut . Ze gaf turnles in haarlange kloosterrok, die ze met spelden omhoog hield tussen haar benen. Ze werd niet voor niets de springende non van Aarschot genoemd. Een kwarteeuw, van 1957 tot 1981, was zij directrice van de basisschool. Ze was bekend om haar strengheid, stiptheid en nauwkeurigheid, en daarom ook gevreesd, maar vooral geliefd omwille van haar eerlijkheid, haar doorzittingsver-
mogen, haar wilskracht, haar inzet op vele vlakken. Ook voor haar bekommernis voor alle leerkrachten , voor de kinderen en personeel, en haar minzaamheid naar de ouders toe. Maar ze kreeg een nieuw elan toen ze met pensioen ging. Ze schoot dan echt in volle actie en was door niets of niemand nog in te tomen of te stuiten. Zij werd de rechterhand van de nieuwe directeur van de lagere school, de duivel-doet-al voor de administratie en het vele secretariaatswerk. Als het werk op de school voorbij was, kon ze zich uitleven en ontspannen, in de dekenij van Aarschot. Daar doet ze nog steeds veel werk waar de deken doorgaans een hekel aan heeft. De administratie bijhouden, de rekeningen van de VZW en de boekhouding . Zij telt ook alle gelden van de omhalingen van de kerk. Ze kan daar uren tijd in steken, zonder haar geduld te verliezen, en brengt dat dan keurig verpakt in hulzen naar de bank. Zuster Lea is iemand die werk ziet en er ook dadelijk aan begint. Zij schrikt er niet voor terug haar handen vuil te maken in de tuin. Ook doet ze graag de afwas mee in het klooster. Zij weet alleszins van aanpakken, en
steeds haar handen uit de mouwen te steken. Soms geeft ze de indruk dat ze wel drie handen heeft, zoals een madonna op een Russische icoon. Uit dankbaarheid kreeg zuster Lea van de Aarschotse parochiegemeenschap zo’n icoon van de Madonna met drie handen overhandigd. Haar Albasten kloosterjubileum vierden we met de kloostergemeenschap en onze familie.
Wies Peeters
Varia
7
APENBROODBOOM: DE EUPEN ZIJN PRATERS, DE SLECHTERIKEN DOENERS Zoals we weten, gingen de EUPEN praten met de slechteriken om vrede te stichten. Want bij de EUPEN families draait alles om overleg, overleg en nog eens overleg. Maar de slechteriken zitten anders in elkaar: die letten meer op wat je doet dan op wat je zegt. En ze doen! De slechteriken snappen niets van al dat gepraat. Dat is toch alleen maar voor de sier. Ze zijn ook meer bezig met geld en macht. De slechteriken zijn bang dat ze straks minder PINGAAS kunnen leveren aan de andere apenfamilies. En ze willen natuurlijk geen uitbreiding van de faapbriek HET GROENE PARADIJS. Want als iedereen NINDA’s gaat eten is het afgelopen met de slechteriken en dus ook met de PINGAAS handel. En daar gaat veel geld in om. De slechteriken proberen dan ook om de ONDERNEMER apen uit te schakelen: ze dreigen met nieuwe wapens en vragen extra veel geld voor de PINGAAS. Ook vallen de slechteriken de apenfamilie OEK aan. Want die kopen
sinds kort NINDA’s om van de nog vele slechterik OEKEN goeieriken te maken en ze willen minder PINGAAS want die vinden ze te duur. Ook willen de OEKEN zich aansluiten bij de EUPEN (families). Allemaal tegen de zere apenpoot van de slechteriken! Gelukkig voor de goeieriken raken de slechterik apen onder elkaar slaags. Want de gemiddelde slechterik aap ziet niets van al die inkomsten uit PINGAAS en moet gewoon sappelen om rond te komen. En dan ook nog verplicht oorlog voeren. Wat echt niet alle slechteriken willen. Veel slechteriken willen gewoon slecht zijn en verder slecht doen waar ze zin in hebben. De gewone slechterik komt in opstand tegen de slechterik APEN BAZEN. Maar wat heet opstand in slechterik land kennen ze dat helemaal niet. Een op de tien slechte apen doet mee en dat is niet veel. Want protesteren valt niet goed bij de slechterik APEN BAZEN. Die zijn gewend orders te geven en niet te luisteren. Heel moeilijk
Natuur op Den Uil Frank Rossen
voor ze. Nog moeilijker dan je opstaan tijd te veranderen van bv 7.30 u naar 7u. Of in de ochtend tanden te gaan poetsen terwijl je het eerst in de avond deed. Gewoonten zijn heel moeilijk te veranderen. Dus komt er zwaar ruzie want de protesten worden niet gehoord want er wordt niet geluisterd. Twee slechterik APEN BAZEN worden door protesterende slechteriken in elkaar gemept met de nieuwe supermeppers. Ondertussen werd er geroepen: wij willen gewoon slecht zijn en verder niets, geen oorlog, wel pinda’s. Want alle apen houden van pinda’s. Geen wonder dat die ook wel “apennoten” worden genoemd. Daardoor is er toch tijd om de faapbriek HET GROENE PARADIJS uit te breiden. En BAAS AAP van de familie SNURK besluit om met de EUPEN families te gaan praten. Om samen de slechteriken aan te pakken. Een goed plan! Nu zien wat er van terecht komt!!
Wordt vervolgd…
Tjeerd Ossewaarde