Waarom?
Daarom! themadossier
“Zullen we met de auto’s spelen, Wendy (drie jaar)?” Jules (vijf jaar) gaf zijn zusje een paar blokken en voegde er aan toe: “Jij maakt de garage en ik kom straks parkeren” Wendy kroop tegen haar broer aan. “Mama” riep Jules, “Raad eens wat Wendy heeft!” Moeder kwam meteen: “We zullen een schone luier omdoen, Wendy” Wendy ontweek haar moeder: “Nee” “Wendy, ik zie dat je het fijn vindt om met Jules te spelen. Je kan nog een paar minuten spelen, dan leg ik alles vast klaar.” Toen ze weer naar Wendy toeging, gromde Wendy: “Nee” “Ik moet je luier verschonen. Wil je de blokjes meenemen of hier laten?” Wendy greep de blokjes. “Wil je zelf lopen of gedragen worden?” Wendy tilde haar armen op om gedragen te worden. Jules lachte: “Ik wed dat ze blij is als ze zo groot is als ik en niemand meer de baas over haar speelt”.
T H EM A 3 : Peuterpuberteit
De peutertijd is een spannende en leerrijke periode voor je kind. Je kind ontdekt dat hij een zelfstandig persoon is en krijgt een eigen wil. ‘Van mij’, ‘ikke’, ‘zelluf doen’, en ‘nee zeggen’ zijn typische uitspraken van een peuter. Niet willen eten, tegensputteren bij het slapen gaan, bijten of een driftaanval krijgen in de supermarkt, het hoort er allemaal bij. Men noemt deze fase ook wel ‘peuterpuberteit’, omdat je peuter, net zoals een puber zijn grenzen verkent, zelfstandig en op zijn eigen manier wil handelen. Hierna staan we stil bij de vraag wat peuterpuberteit nu concreet inhoudt, aangevuld met tips om je peuter te ondersteunen doorheen zijn ontwikkeling als peuter.
2
3
OUDERS VERTELLEN...
Tips • Kies je regels zorgvuldig uit: peuters hebben moeite met regels. Welke regels vind je echt belangrijk en welke zijn enkel uit gewoonte ontstaan? De regels die je echt belangrijk vindt, daar hou je ook aan vast! • Stel duidelijke grenzen & pas ze consequent toe: jij hebt de leiding, een duidelijke ‘nee’ geeft je peuter een gevoel van veiligheid en houvast! • Wees duidelijk in je communicatie: als je vindt dat iets moet, formuleer het dan niet als een vraag. • Laat je peuter ook eens kiezen, biedt wel een beperkte keuze aan. vb. “Je mag kiezen tussen schoenen of laarzen aandoen” Er zijn ook momenten dat je hier geen tijd voor hebt, dit kan je duidelijk communiceren.
Koppigheid: ‘Nee’ en ‘Van mij!’ Onze Ferre is bijna twee jaar en een echte peuter met een eigen willetje. Tegenwoordig is zijn standaard antwoord op elke vraag: “Nee”. Je hebt de hele dag met die emmer gespeeld, laat Klaartje nu even. “Nee!”. Mag zij er niet mee spelen? “Nee!” Wil je niet dat Klaartje blij is? “Nee!”. Als we de emmer dan uiteindelijk toch geven aan Klaartje schreeuwt hij “Van mij, van mij!!!”. Ik ben echt doodmoe na zo’n dag...
(moeder van Klaartje en Ferre)
Je kind ontdekt dat hij een eigen persoontje is los van jullie met eigen wensen en ideeën: hij ontwikkelt een eigen wil en mening. Hij ziet zichzelf als het middelpunt van alles en kan nog geen rekening houden met anderen. Hij denkt dat datgene wat hij ziet en vastpakt, zijn eigendom is. Je peuter kent nog nauwelijks het verschil tussen ‘mijn’ en ‘zijn’. Dat verklaart de ruzie om de emmer. Als je peuter het speelgoed van een ander kind ‘afpakt‘, reageert hij vanuit een drang om nieuwe dingen te ontdekken. Hij wil het speelgoedje vasthouden en onderzoeken. Pas later zal hij het speelgoed kunnen ‘delen’. Het ‘van mij’ roepen heeft dezelfde functie Het gaat er dus niet om dat hij dwars WIL doen, maar omdat hij gewoon niet anders kan. Je peuter wil de wereld ontdekken en steeds weer nieuwe dingen leren. Hij gaat op ontdekkingstocht in zijn omgeving en tast jouw grenzen voortdurend af.
• Geef je peuter tijd door op voorhand verandering aan te kondigen. Vb. wanneer hij diep verzonken is in zijn spel: “Ik ga nu een kopje koffie drinken, daarna vertrekken we naar de winkel.” • Bied alternatieven. Vb. kleuren op het behang mag niet, maar wel op dit papier. • Probeer rustig te blijven, ook al haalt je peuter het bloed onder je nagels vandaan. Wordt het je even te veel? Stap even naar een andere ruimte, adem rustig in en uit of tel tot tien. Nadien kan je rustiger reageren. • Heb je je stem toch eens te fel verheven? Laat je kind nadien weten dat het je spijt en leg uit waarom je zo kwaad werd. • Zeg niet alleen maar NEE, maar leg ook steeds uit WAAROM u nee zegt.
4
5
OUDERS VERTELLEN...
Tips • Bescherm je kind tegen een te grote driftaanval door hem op tijd af te leiden en hem te helpen bij het benoemen van wat hij wil en wat hij voelt. • Probeer te vermijden dat je op voorhand toegeeft om een driftbui te voorkomen. Wat je wel kan doen is even stilstaan bij de vraag of je wel een realistische verwachting stelde. • Blijf rustig, als je zelf gaat roepen, gaat je kind er meestal net zo hard tegenin. • Bij het ene kind helpt tegen je aandrukken, bij het andere even stevig vastpakken en toespreken. Bij nog een ander kind helpt het om hem even apart te zetten.
Driftbuien “Kevin (twee jaar) is sinds een paar dagen niet te genieten bij momenten. Als hij niet direct zijn zin krijgt, begint hij te roepen en met zijn speelgoed te gooien. Ik leg dan uit dat zoiets echt niet kan of ik negeer hem, soms helpt het, soms niet. Naar mijn gevoel wordt het erger, eerst deed hij het alleen thuis als hij zijn zin niet kreeg, maar nu ook als we ergens zijn (in de winkel of zo) en zonder reden...”
(vader van Kevin)
Driftbuien en gilpartijen zijn niet uitzonderlijk tijdens de peuterleeftijd. Meestal heeft dit te maken met onmacht. Als je peuter iets niet mag of kan, moe of ziek is, geraakt hij snel van slag. Op deze leeftijd kan hij zijn gevoelens nog niet beheersen en wordt hij er zelfs door overspoeld. Ook kan hij zijn gevoelens zoals boosheid nog niet onder woorden brengen. Hij kent dus geen andere manier dan zich op de grond te laten vallen, te schoppen, te schreeuwen, te huilen, enzovoort om zijn gevoelens duidelijk te maken. Als ouder kan je hem geleidelijk aan leren omgaan met deze gevoelens van boosheid en frustraties.
• Een driftbui kan je best negeren. Je laat je peuter uitrazen terwijl jij een andere activiteit opneemt. Het helpt om even te ‘mogen’ uitrazen. Nadien kunnen jullie weer verder praten. • Hou vast aan wat je wil van hem, geef het even tijd. • Troost hem achteraf, geef hem een knuffel, praat kort over wat hij voelde: ”Ik zag dat je boos was, gelukkig is het nu over!”
Wat met driftbuien onderweg? • Probeer je niets aan te trekken van opmerkingen en blikken van andere mensen. Dit is iets tussen jou en je peuter. Weet wel dat je peuter beseft dat hij aandacht krijgt van de omgeving en dit kan uitspelen naar jou, negeren is dan moeilijk. • Beter is om direct in te grijpen en je kind toe te spreken: “Stop met brullen! In de winkel mag je niet schreeuwen. Als jij schreeuwt gaan we terug naar buiten.” Als hij doorzet ga je uit de winkel met de boodschap: “Omdat jij zo schreeuwt, moeten we uit de winkel.” Als je buiten bent, maak je een duidelijke afspraak met je peuter: “Ik begrijp dat je schreeuwt omdat je zo graag die koekjes wilt maar dat kan nu niet (Geef dus niet toe). Als je peuter tot rust gekomen is, kan je verder winkelen, soms zal je huiswaarts moeten keren en een beter moment moeten uitzoeken. Het beste is dat je peuter ervaart dat jij je plannen niet wijzigt omwille van zijn gedrag. 6
7
OUDERS VERTELLEN...
Tips • Hou je aan een vast patroon: eten, verhaaltje voorlezen, slapen gaan .... Zo leert je kind vanzelf de regels en gewoonten van het gezin. • Voor je peuter is het belangrijk dat je vaste en duidelijke regels stelt. Vb. “Als ik je naam roep, kom je naar mij toe, waar je ook bent, en wat je ook aan het doen bent”. Dit geeft je peuter een gevoel van veiligheid en ruimte om te experimenteren binnen bepaalde grenzen. • Je peuter gaat zich regels eigen maken doordat jij de regels blijft herhalen: peuters vergeten snel, straffen heeft hier geen zin. • “Niet doen, mag niet” leert af maar leert niet hoe het dan wel moet: “Je mag geen andere kindjes omduwen, je mag ze wel aaien”.
Gehoorzamen, luisteren is moeilijk “Lucas (20 maanden) is een zeer levenslustige peuter. Op dit moment zit hij precies in een fase waarin hij van alles wil doen wat niet mag. Ik geef voortdurend zijn speelgoed, maar het enige wat hem interesseert is kasten opentrekken, met natte vingers op de ramen en over de vloer wrijven, met speelgoed gooien, enzovoort. Je mag 10 maal zeggen: “Niet doen” en toch zal hij het doen. Soms toch wel vermoeiend hoor. Ik hoop dat deze fase voorbij gaat...”
Je kind weet niet van nature hoe hij zich ‘passend’ moet gedragen. ‘Passend’ gedrag moet worden aangeleerd. Het geweten van je kind (weten wat mag/niet mag) heeft zich in de peuterleeftijd nog niet voldoende ontwikkeld. Jouw aanmaningen dringen niet voldoende door. Als ouder ben jij zijn geweten, ben je uit zijn buurt dan vergeet je kind alweer dat iets niet mag. Pas in de kleuterleeftijd begint een kind zelf te begrijpen waarom iets wel of niet mag en begint er zich een geweten te ontwikkelen waardoor hij een rem ervaart.
(moeder van Lucas)
• Hou de regels eenvoudig en beperkt. • Geef kleine opdrachtjes: “Kom maar helpen met de autootjes op te ruimen”. • Beloon goed gedrag met een kusje, aai ... zo maak je duidelijk dat hij goed handelde en geef je hem hiervoor waardering. • Volhouden, herhalen en geduld bewaren is moeilijk maar wel belangrijk. • Zet liever een aantal spullen weg of leid zijn aandacht af, dan weer te verbieden. • Soms is de afstand te groot om de boodschap goed te kunnen horen en door te laten dringen. Praat daarom van dichtbij: evenveel meters afstand als leeftijd (tot vijf jaar). Voor een kind van twee jaar is twee meter de optimale luisterafstand, voor een kind van drie jaar is dat drie meter. • Is je kind erg verdiept in zijn spel, dan kan het ook helpen om hem even aan te raken en dan pas te vertellen wat je te zeggen hebt. • Wanneer je peuter negatief gedrag stelt, probeer dan zijn negatief gedrag om te zetten in positief gedrag. Vb. wanneer je kind met speelgoed gooit, zeg dan: “Ach, het beertje wil niet op de grond, het wil graag voor het raam zitten.“ Wanneer hij het beertje opraapt en wegzet voor het raam, prijs hem dan. Doe het eventueel samen met je kind, wanneer het protesteert. • Bij herhaling van moeilijk gedrag, kan je je peuter even op een apart plekje in de ruimte zetten, vb. op een stoeltje, een kussen, ... Je geeft hierbij een korte boodschap: ‘slaan mag niet, daarom ga je even op de stoel’. Na enkel minuten herhaal je nog eens kort waarom hij op de stoel zat en laat je hem terug spelen. 8
9
OUDERS VERTELLEN...
Tips • Bied een vertrouwde, gestructureerde omgeving aan met vaste gewoonten. • Moedig aan en stimuleer je peuter in zijn zelfstandig gedrag. Hou er rekening mee dat iets de ene dag wel lukt, de andere weer niet. • Bied geborgenheid en veiligheid op dagen dat je peuter zich terug wat ‘kleiner’ gedraagt. • Help je peuter door nieuwe dingen in tussenstapjes aan te leren. Vb. ritssluiting: maak het slotje vast, laat hem toeritsen. • Geef je peuter veel waardering voor de dingen die hij zelf al kan. • Bied je peuter een eigen plekje om te spelen door je huis aan te passen zodat gevaarlijke situaties makkelijker vermeden kunnen worden
Alles zelf willen doen en alles willen weten “Wout wil de dingen op zijn manier doen. Hij is er erg mee aan het experimenteren, steeds hulp vragen bij werkelijk de onnozelste dingen die hij gemakkelijk zelf kan. En aan de andere kant mij wegsturen als ik bij de toilet kom om zijn broek vast te maken. Hij wil het dan per sé allemaal zelf doen, zijn broek los maken, onderbroek naar beneden, en zegt ‘zelluf doen’ als ik er aan kom. Vervolgens loopt hij vol trots de kamer weer binnen om te melden dat het hem helemaal gelukt is! En dan te bedenken dat hij een paar maanden geleden het nog vertikte om zindelijk te worden ...”
(papa van Wout)
Je peuter is nieuwsgierig en ondernemend, wil alles zelf doen om bij te leren en zo te groeien naar zelfstandigheid. Zo ontwikkelt ook zijn zelfvertrouwen. Als hij daarbij nog eens kan lopen, lijken er voor hem geen grenzen meer te bestaan. Je peuter heeft immers een enorme bewegingsdrang en zijn lichamelijke ontwikkeling maakt bijgevolg een enorme evolutie door: trappen oplopen, rennen, fietsen met een driewieler, balspel, nadien ook fijne bewegingen zoals tekenen, knippen, enzovoort. Dit is natuurlijk heel spannend, maar het betreden van een nieuwe wereld kan ook heel beangstigend zijn. Je ziet dan dat je peuter zich tegen je afzet maar ook juist steun en veiligheid van je zoekt. Vaak vertonen ze dan wat hangerig gedrag.
• Leer je peuter met zijn angsten en ervaringen om te gaan via spel, verhaaltjes over bepaalde thema’s voor te lezen, enzovoort.
10
11
TENSLOTTE De peutertijd is voor je kind een heerlijke en opwindende periode. De wereld is nieuw voor hem en nodigt uit tot onderzoek, alles lijkt mogelijk. Je peuter merkt dat hij een eigen persoontje is, een bepaalde reactie kan uitlokken en zo soms in bepaalde omstandigheden zelf de touwtjes in handen kan hebben. Dit alles kan een verklaring zijn voor lastig peutergedrag bij eten, slapen, zindelijk worden of dingen die hij niet mag doen (vb. bijten, overal aanzitten, speelgoed afnemen, enzovoort). Ook bang zijn voor het donker, jaloers zijn op de baby, verlegen zijn, eenkennig zijn: ‘mama doen’, veel waarom vragen, er niet genoeg van kunnen krijgen: ‘nog een keer’, ‘ik ook’, enzovoort, kunnen we plaatsen onder typisch gedrag tijdens de peuterpuberteit. Indien je nog vragen rond de peuterpuberteit van je kind hebt, kan je altijd contact opnemen met Opvoedingswinkel Leuven,
[email protected], Charles Deberiotstraat 2, 3000 Leuven, GSM: 0473-42 54 91.
12
13
REFERENTIES EN BOEKEN VOOR OUDERS & ANDERE OPVOEDERS OM JE IN TE VERDIEPEN Amstutz, K. (2005). Moeders vertellen over driftbuien, eenkennigheid, jaloezie en veel meer - 18 problemen, 425 oplossingen.
Utrecht: Kosmos- Z&K. In dit boek vertellen moeders elkaar hoe ze met hun peuters omgaan. Ze voeren levendige gesprekken over onderwerpen als ‘nee zeggen’, ‘consequent zijn’, ‘zelf doen’ en ‘jaloezie’. Boost, E. (2006). Opvoeden, geniet ervan! De meest gestelde vragen aan de opvoeddesk.
Antwerpen: Kosmos- Z&K Uitgevers. In dit boek staat er per hoofdstuk een bepaalde levensfase centraal. Voor elke levensfase wordt aangegeven wat wel en niet op o.a. talig vlak van een kind verwacht mag worden. Zo komen de fasen van baby tot en met puber kort aan bod. Het boek is geheel vanuit de praktijk geschreven met veel voorbeelden, veel praktische tips en veel herkenning voor opvoeders.
Schiet, M. (2005). Peuterpuberteit. Houten: Uitgeverij Unieboek. Peuterpuberteit geeft uitleg over de ontwikkeling van peuters en praktische tips over bijvoorbeeld angsten, agressie, slaap- of eetproblemen. Daarnaast bevat het vele adviezen, opdrachten en manieren om het gedrag van je kind (zonodig) bij te sturen. Valinejad, C. (2008). Een gelukkige peuter. Tips en adviezen voor ouders.
Gouwerok, M., Nelis, M. & Bierens, S. (2004).
Houten: MOM/Unieboek BV. Dit boek staat boordevol deskundig advies en praktische voorbeelden van positief ouderschap. Onvoorwaardelijke liefde, positieve aandacht en wederzijds respect staan centraal.
Peuter-opvoedboek over: Slapen, eten en luisteren.
Van der Zande, I. (2006). 1, 2, 3... de peuter-
Baarn: Tirion Uitgevers. In dit boek vinden ouders alle informatie over deze drie onderwerpen. Per onderwerp worden praktijkvoorbeelden besproken en adviezen meegegeven. Marx, H., Westpalm van Hoorn, M. & Molenaar H. (2007). Je peuter. Amsterdam: Het spectrum. In het boek “Je peuter” komt alles waarmee je tijdens de peuterjaren van je kind mee te maken krijgt, aan bod. Van voeding en verzorging tot en met de peuterpuberteit en het ontstaan van een eigen ik. Sagasser, J. (2007). Peuterpuberteit: zo overleef je hem samen! Ouders van nu.
Baarn: Tirion uitgevers.
14
In dit boek uit de serie van het tijdschrift ‘Ouders van nu’ wordt beschreven hoe de ontwikkeling verloopt en wordt specifiek ingezoomd op herkenbare probleemgedragingen (eten, woede, zindelijk worden en dergelijke). Het biedt veel informatie maar vooral ook veel tips.
jaren. Een praktische gids voor ouders en professionals.
Amsterdam: SWP. Aan de hand van concrete voorvallen uit de dagelijkse praktijk komen verschillende thema’s aan de orde, zoals koppigheid, grenzen opzoeken, keuzes maken, eten, emoties. Hoewel de meeste voorbeelden zich afspelen in de kinderopvang, vormt dit boek ook voor ouders een heldere ondersteuning in het begeleiden en het genieten van hun peuter.
INTERESSANTE WEBSITES www.opvoedingswinkel-leuven.be www.peuterplace.nl
Ook in je plaatselijke bibliotheek kan je heel wat info en literatuur vinden, zowel opvoedingsboeken als leuke (voor)leesen kijkboeken voor je kind.
15