Juni 2015
Kalender 2015
Aanmelden voor een ontmoetingsdag bij voorkeur via de website. E-mailen of bellen kan ook, de redactie geeft het door aan de organisator (zie colofon).
Bij de voorplaat Door Bill Nijhuis Ik ben in Almelo geboren en op mijn derde (november 1952) samen met mijn ouders en twee zussen geëmigreerd naar Australië per de ms Johan van Oldenbarnevelt. Op 7 december zijn we in Melbourne aangekomen en daar, na een verblijf van een paar maanden in Bonegilla (migranten hostel) ook blijven wonen. In november 1968 ben ik ‘op vakantie’naar Europa gegaan, samen met mijn zus. In oktober 1969 heb ik mijn huidige vrouw ontmoet in Oldenzaal en de rest is history! Hetzelfde jaar ben ik bij een van de voorlopers van Essent (N.V. IJsselcentrale) begonnen op de tekenkamer en via allerlei cursussen (waaronder Nederlands) kwam ik uiteindelijk in de ICT terecht in 1989. 2
Daarna zijn we (de afdeling automatisering) door een outsourcingstraject terechtgekomen bij Asnade, Roccade, PinkRoccade, Getronics en laatst bij KPN. Ik heb met veel plezier gewerkt op de afdeling On Site Support. Toen in 2009 de mogelijkheid zich voordeed het bedrijf vervroegd te verlaten heb ik die kans met beide handen aangegrepen. Ik geniet nu dus met volle teugen van mijn pensioen. Ik heb nog steeds mijn hobby’s (wo. ook Genealogie) en twee ochtenden per week zet ik me in als vrijwilliger: docent Nederlands bij een groep Armeniërs hier in Almelo. Tevens geef ik computerles (Windows 8.1) aan een groepje ouderen (70+) in Wierden.
Dus ik vermaak me prima. Hopelijk kan ik in de toekomst nog een keer op bezoek bij mijn broer en twee zussen in Melbourne; ik moet eerst nog volledig herstellen van een lichte hartaanval welke ik in januari jl. kreeg. Was wel even schrikken, maar het gaat nu alweer de goede kant op. Heb geluk gehad, des te meer bewijs van het belang van onze gezondheid. Een goede vriend van mij zegt altijd: “Pluk de dag”, en zo is het net. De foto is gemaakt in Australië toen ik daar op vakantie was in 2013 van februari tot eind april.
www.vggetronics.nl
Van de redactie Op 1 mei was uw redactie in Houten om de inhoud van deze uitgave te gaan vaststellen. Jazeker, op de dag van de arbeid, hoewel je dat aan de drukte in het pand niet kon zien. Eerste punt van de agenda is altijd de evaluatie van het laatste nummer. Meestal gaat dat over ‘hoe vinden we dat het geworden is’. (Bij gebrek aan ingezonden brieven doen we dit altijd zelf.) Maar deze keer had de redactie een mail ontvangen van Joep van den Berg, die ons meldde dat er in het interview met Ben Boulonois wat feiten met betrekking tot het samengaan van Getronics en PinkRoccade staan die volgens hem, Joep, onjuist zijn. Als redactie doen we niet aan waarheidsvinding, maar wel werden we geprikkeld door de mail van Joep. Wilt u ook meer weten, volg dan de link die onder dit stukje staat. Dit VGGmagazine ziet er wat ons betreft weer fantastisch uit en we wensen u veel genoegen bij het lezen ervan. Namens de redactie, Hans Kalkman
2 3 4-5 6-9 10-11 12-15 16-17 18-19 20
Kalender 2015 / Bij de Voorplaat Van de redactie Uit de bestuurskamer Jan van der Goorbergh debiteert Van ganzeveer tot tablet Late Rembrandt voorbij Mesdag jaar Leuke Musea Puzzel
COLOFON UITGAVE: juni 2015, jaargang 12 REDACTIETEAM: Hans Elsinger, Hugo Groeneveld, Janny Jonkman, Hans Kalkman, Theo de Lange, Henny Looijestein, Piet Riemens, Roland van Rossum, Maarten Sirag DRUKKER: Editoo B.V. te Arnhem REDACTIEADRES: Piet Riemens, Zülpichhof 37, 6662 CC ELST Telefoon: 0481-350374 E-mail:
[email protected] WEBSITE: www.vggetronics.nl
Volg deze link voor informatie van het ministerie van Financiën over Getronics PinkRoccade: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/28165/kst-28165-22? resultIndex=253&sorttype=1&sortorder=4
3
Uit de bestuurskamer
Het eerste halfjaar zit er al weer op; het bestuur is, met de ALV meegerekend, vier keer bijeen geweest. Het verslag van de ALV van 11 februari 2015 is ter inzage voor de leden op de website geplaatst. Onze nieuwe penningmeester Frans Egging heeft, met verve, de financiën van Jan van der Goorbergh en de ledenadministratie van Arie Kamphuis overgenomen. De secretaris draait al wat langer mee in het bestuur maar ook hij vertelt verderop iets meer over zichzelf. De focus van het bestuur is voor 2015 gericht op kostenbeheersing en visie van het beleid van de VGG op langere termijn. Ter realisatie hiervan en rekening houdend met de uitkomst van de enquête heeft het bestuur tijdens de ALV laten weten dat er voor de jaarlijkse ontmoetingsdag een per jaar vast te stellen eigen bijdrage, voor zowel leden als partners/begeleiders, gaat gelden. Voor 2015 bedraagt deze € 20,00. Ook is besloten om de functie van regioconsulent te laten vervallen. Hiervoor in de plaats vragen wij de leden om zelf met een idee te komen voor een te houden ontmoeting/activiteit in hun regio. Voor het organiseren hiervan krijgt het lid facilitaire ondersteuning vanuit het bestuur, zoals publicatie, inschrijving en bevestiging via de website. Voor de regionale ontmoetingen/activiteiten is de eigen bijdrage voor zowel leden als partners/begeleiders gelijk aan de kostprijs. De consumptie ter afsluiting wordt aangeboden uit de VGG-pot. In de Kalender 2015 op de VGG-website staan alle ontmoetingen/activiteiten in een overzicht bij elkaar. http://www. vggetronics.nl/N/Activiteitenoverzicht.php 4
Oproep bestuursfunctie(s) Rekening houdend met het VGGrooster van aftreden, (her)verkiezing en ter continuering van de bestuursfunctie(s) doen wij hierbij een oproep aan leden die interesse hebben voor een functie in het VGG-bestuur. Aanmelden bij:
[email protected] Rest mij een ieder een mooie zomer toe te wensen. Rob van der Velden, voorzitter
Even voorstellen Frans Egging, penningmeester en ledenadministrateur. Na bijna 30 jaar werkzaam te zijn geweest in het basisonderwijs maakte ik in 1998 de overstap naar het bedrijfsleven. TAS (ICT-bedrijf, red.) was daar mijn eerste werkgever en, als gevolg van overnames, KPN Corporate Market de laatste. Vanaf 2002 ben ik als ambtelijk secretaris werkzaam geweest voor verschillende raden en commissies binnen de medezeggenschap. Op verzoek nam ik in 2008 deze taak ook op me voor de Deelnemersraad van het pensioenfonds SVG. Tot augustus 2012 ben ik voor beide werkzaam geweest. Sinds de samenstelling van het ‘vernieuwde’ verantwoordingsorgaan (juli 2014) van het SVG ben ik daar namens de gepensioneerden lid van. Na al eens eerder benaderd te zijn geweest voor het bestuurslidmaatschap van de VGG deelde ik op de jubileumdag (8 september 2014) Rob als voorzitter mee, dat ik be-
Van links naar rechts: Rob van der Velden, voorzitter Jan Joost Beeke, secretaris Frans Egging, penningmeester, ledenadministrateur Bram Bloemendal, coördinator pensioenzaken Piet Riemens, coördinator VGGmagazine, website, regionale ontmoetingen
In de Kalender 2015 vindt u een overzicht van alle ontmoetingen/activiteiten. Inschrijven kan via de VGG-website of door te schrijven of te bellen. (zie colofon)
schikbaar was voor de functie van penningmeester. Ervaring vanuit het verleden als penningmeester bij een sportvereniging en secretaris/penningmeester bij een zelfstandig schoolbestuur gaven mij het vertrouwen dit wel te kunnen. In de ALV van 11 februari 2015 werd mijn kandidatuur bekrachtigd door de benoeming tot penningmeester van de VGG. In de eerstvolgende bestuursvergadering is besloten de ledenadministratie te koppelen aan het penningmeesterschap. Een compliment aan de vorige penningmeester, Jan v.d. Goorbergh, is op zijn plaats. Zijn administratie maakt het voor mij makkelijker om in te stappen. En u maakt het mij makkelijker door betalingen op tijd over te maken. Herinneringen zullen wel eens nodig zijn, maar hopelijk niet in die aantallen waar ik nu mee wordt geconfronteerd.
www.vggetronics.nl
Even voorstellen Van de redactie heb ik het verzoek gekregen mijzelf voor te stellen in dit fraaie magazine. En wat doe je dan? Ik ben Jan Joost Beeke, geboren op 26 maart 1946 en gehuwd met Astrid van Duuren. Onze zoon (36) heeft met zijn vriendin een zoon van 3 jaar en onze dochter (32) en echtgenoot hebben een dochter van 3 ½ en een zoon van 1 jaar. Mijn voornaamste hobby is zeilen en wij hebben dan ook heel veel jaren een (houten) zeilschip gehad. De laatste 24 jaar was dat steeds een Waarschip. Helaas hebben wij 3½ jaar geleden, wegens medische omstandigheden, hiervan afscheid moeten nemen. ‘De Waarschippers’ hebben een prachtige vereniging, waarvan ik 6 jaar met veel plezier secretaris ben geweest. Daarnaast ben ik operateur bij ons mooie Filmhuis Bussum. Met enige regelmaat mag ik aan onze bezoekers films vertonen. Ook het verzorgen van de zogenaamde playlists is een deel van mijn werkzaamheden. Bij toeval (?) zag ik een brief van Stichting Voorzieningsfonds Getronics (SVG), waarin stond dat er ook een personeelsvereniging van Getronics bleek te zijn. Tijdens de eerste ALV (ik was toen net 3 weken lid) bleek dat het bestuur naarstig op zoek was naar een secretaris. En zo geschiedde.
Ter informatie nog wat wetenswaardigheden over mijn werkachtergrond. Na mijn opleiding, tot aan mijn militaire dienst, ben ik werkzaam geweest bij het Rekencentrum Midden-Nederland te Tiel, waar ik als operator met de klassieke apparatuur van Bull General Electric kennis heb gemaakt. Na mijn militaire dienst ben ik in dienst gekomen bij Bull General Electric. Hier werd ik na een paar maanden bijgeschoold tot programmeur op de diverse klassieke apparaten, kort daarna gevolgd door bijscholing op de ‘Gamma 10’ (een Franse machine), de ‘Gamma 100/120/130’ (van Olivetti oorsprong) en de ‘Gamma 600/6000’ (het Amerikaanse mainframe van Honeywell Bull). Na een kleine 6 jaar Bull ben ik overgestapt naar een dochteronderneming van Hagemeyer, het Hagemeyer Rekencentrum, dat kort daarna is opgegaan in RAET Software Services. Zo ben ik in de IBM-mainframewereld terecht gekomen. Bij RAET heb ik 22 jaar gewerkt, waarvan de laatste 6 jaar als productmanager bij het bedrijfsonderdeel RAET Decentrale Overheid (RDO). In de RAET organisatie heb ik mij o.a. 8 jaar ingezet voor de medezeggenschapsraad. Ik heb RAET zien groeien van ongeveer 300 naar ruim 2.400 medewerkers en helaas ook weer zien krimpen. Na de ontmanteling van het RDO ben ik overgestapt naar Inter Access in Hilversum, alwaar ik tot aan het einde van mijn werkzame leven als personeelsmanager heb gewerkt.
E-mailadres beheer 'Dit bericht hebben wij niet kunnen afleveren omdat het e-mailadres niet bekend is.' 'Dit bericht kunnen we niet afleveren omdat de e-mailbox van de geadresseerde vol is.' Regelmatig ontvangen we meldingen van die strekking als we een nieuwsbrief of een herinnering voor de contributiebetaling versturen. Om de kosten onder controle te houden maakt het bestuur steeds vaker gebruik van e-mail. Ook de VGG-leden zijn blijkbaar met dit onderwerp bezig en stappen over naar een andere provider, wat zoveel betekent dat het e-mailadres wijzigt. Geef deze wijziging ook door aan de ledenadministratie, dan blijft u alle berichten van de VGG ontvangen en kunt u met uw nieuwe e-mailadres inloggen op de VGG-website. Hartelijk dank voor het doorgeven. ! Het e-mailadres kunt u niet zelf wijzigen. Stuur uw verzoek naar
[email protected]. U ontvangt een bevestiging van de wijziging. Om te controleren welk e-mailadres er in de ledenadministratie staat gaat u op de website naar Ledenadministratie > Mijn gegevens
Met een vriendelijke VGG-groet van uw secretaris, Jan Joost Beeke.
5
Jan van der Goorbergh debiteert De penningmeester Door Maarten Sirag Wie van onze leden kent hem niet? Deze aimabele Hagenees die nog echt Olivetti bloed door de aderen heeft vloeien. Onze onvolprezen penningmeester die sinds de oprichting van de VGG het kasboek elf jaar heeft bewaakt en die op de laatste ledenvergadering de pijp aan Maarten heeft gegeven. Wij kennen hem allemaal. Is het niet van de contributiebetaling dan in ieder geval van de verjaardagskaarten. Jan zit in zijn luie stoel en Loes, zijn vrouw, zit recht tegenover hem en waakt over verkeerde opmerkingen of vergeten herinneringen. Ik kijk om me heen in de knusse huiskamer met veel rood. Een muur is behangen met kleurige merklappen in allerlei soorten en maten, inclusief het exemplaar van een gulle VGG-gever. Een deur is het decor voor een collectie oud-Hollandse siertasjes en beursjes voorzien van zilveren beugels. Maar ter zake. “Hoe ben je nu in het bestuur gerold Jan?” begin ik ons interview. “Ja, dat zat zo, Chris van Teeseling claimt wel de formele oprichter van de VGG te zijn, maar wij Olivetti jongens hadden al eerder de Olivetti Sociëteit. Geen officiële vereniging maar een clubje van ca. honderd Olivetti gepensioneerden waaronder mensen als Piet van den Heuvel en Aad Peek. Iets dergelijks kenden ze ook bij RAET. En zo is het gekomen en ben ik samen met Niek de Ridder gestrikt voor het bestuur van de VGG.” “Nooit problemen gehad met het innen van contributies?”
6
“Nee Maarten, het heeft altijd op rolletjes gelopen, soms een keertje manen maar dat was het.” “Wat trof je tijdens je penningmeesterschap het meest Jan?” “Het plotselinge overlijden van Niek de Ridder in 2013. Toen was voor mij ook de kous af. Door het roulatieschema van het bestuur moest ik nog een jaar wachten maar in februari 2015 was het zover en kon ik op de leeftijd van 75 jaar abdiceren.” Intermezzo Uit de hoek van de kamer klinken nu verontrustende geluiden. Loes staat op een stoel en kijkt gebiologeerd naar een spinnetje. “Jan wil je ogenblikkelijk komen en deze spin onschadelijk maken?” Jan kent zijn plichten maar is wat traag in zijn bewegingen en de spin verdwijnt onder de kast. Boekhouder We kunnen weer verder graven in Jans verleden. “Waar ben je met werken begonnen?” “Eerst als boekhouder bij De Nederlanden van 1845 waar ik kennis maakte met de IBM Hollerith ponskaartsorteermachine. Daarna bij Vleeswarenfabriek Th.S. van der Laan, begin jaren 70. Het was hier niet ver vandaan richting Voorschoten. In militaire dienst heb ik mijn Middenstandsdiploma gehaald, later gevolgd door cursussen Praktijkdiploma Boekhouden, MBA
(Moderne Bedrijfs Administratie) en SPD (Staats Praktijk Diploma). Van der Laan was nog een ouderwets bedrijf dat geperste hammen in blik en een soort smac exporteerde naar Engeland en Amerika. De directeur-eigenaar had het voor het zeggen en drukte zijn snor als de Rijks Accountants Dienst kwam controleren. ‘Zeg maar dat ik er niet ben Jan’. Na de controle kwam hij dan even informeren of het goed was gegaan en ging dan steevast met de heren uit eten.” Olivetti “En toen kwam Olivetti in mijn leven via de A770. Het verhuisbedrijf bezorgde bij Van der Laan het driehonderdvijftig kg. zware gevaarte voorzien van twee magneetbandcassettes, een voor de programmatuur en de ander voor de bestanden. Voor het eerst in mijn leven kon ik automatisch een saldilijst laten printen op kettingpapier. Maar daar bleef het niet bij. Ik moest om de ‘voorraad gereed product’ bij te houden een programma laten schrijven. En zo zette ik mijn eerste stapjes in automatiseringsland.” Nu lijkt het of Jan een boekhouder is die van de rest van de wereld niets af weet. Niets is minder waar, Jan was ook commercieel. Hij had een zeer beproefde methode ontwikkeld om zijn salaris wat op te krikken met een jaarlijkse sollicita-
www.vggetronics.nl
tieronde in het Haagse. Hij leerde zo zijn marktwaarde kennen, liet een bod uitbrengen en ging vervolgens weer naar zijn werkgever met de mededeling dat salarisverhoging onvermijdelijk was gezien de interesse van andere marktpartijen. Toen Davitamon 10 f 500, - per maand meer bood, kon directeur Aad van der Laan niet achter blijven, en de salarisverhoging was in de knip.
Programmeur Jan werd regelmatig bij het hoofdkantoor van Olivetti op het Lange Voorhout uitgenodigd om nieuwe programma’s te bekijken. En u begrijpt het al, Bert Prins, hoofd softwareafdeling, liet z’n oog op Jan vallen. Hij kon bij Olivetti als programmeur A770 voor financiële toepassingen beginnen. Het snel kunnen intikken van getallen op een telmachine kwam goed van pas want de programmacommando’s waren toen tweëendertig cijfers lang. En zo programmeerde Jan zijn eerste grootboektoepassingen, die ook aan de klanten geïnstrueerd moesten worden. Hoogtepunt van zo’n opleidingsdag? Een lekkere lunch bij een bruin café in de buurt met Franse kaas en wijn. Heerlijk!
een cassette in het station?; zijn er geen andere apparaten in de buurt die veel stroom afnemen?’ En meer van die platitudes.” Customer Software Representative Jan praat, Loes haalt regelmatig koffie, begeleid door lekkernijen; er komt mosterdsoep, er komen broodjes en ik luister als we zijn aangeland bij zijn volgende functie: Customer Software Representative. Jan, goed in boekhouden en inmiddels een ervaren programmeur, gaat de sales ondersteunen bij de verkoop van de wat meer ingewikkelde softwareproducten. “Waar gaat dit plaatsvinden Jan?” “Eerst in het hele land, en daarna ga ik beginnen in het regiokantoor Utrecht en word ik later overgeplaatst naar regiokantoor NoordHolland in Amsterdam. Ik vond het leuk werk. Je kwam bij alle mogelijke klanten over de vloer en ik kon goed schakelen tussen de klant en de programmeurs op kantoor. We zaten toen in de periode van de zeer succesvolle Olivetti A5 cassette- en A6 diskette-kantoorcomputer.” “Ja Jan, dit is ook voor mij bekend terrein. Ik zat in die periode bij Centraal Beheer CEA en deze apparatuur maakte ook papertape- of cassette-invoer voor de salaris- en financiële systemen ILIAS, GEMAL en IRIS die in ons rekencentrum in Apeldoorn draaiden. Ik kwam regelmatig met klanten voor een demo op jullie kantoor in de Domstraat in Utrecht.”
En omdat de programma’s en apparatuur niet perfect waren, kwam er behoefte aan een helpdesk. “Hoe verliepen die meldingen Jan?” “Nou heel basic. Meestal werd er door de telefoon geschreeuwd: ‘Hij doet het niet!’ Het “Als software representative zat ik protocol was dan: ‘Zit de stekker veel langs de weg en maakte ik van wel in het stopcontact?; zit er wel alles mee. Ik moest eens naar de
gevangenis en maakte een afspraak onder de naam Van der Goorbergh. Het viel me op dat ik, toen ik binnenkwam, met veel egards werd behandeld. Achteraf hoorde ik dat een directeur van het Ministerie van Justitie een naamgenoot was. Een heel andere klant was op- en verkoper van oude marine-kaarten en atlassen op de Overtoom in Amsterdam. Aardige mensen waar ik nog jaren de boekhouding voor heb gedaan. Zo kwam ik ook bij schoonmaakbedrijf Van Troost uit Amstelveen over de vloer, huisschoonmaker van de RAI. Ze wisten dat ik van paardrijden hield en gaven mij een kaartje voor hun eigen VIP-box voor een concours hippique ‘Jumping Amsterdam’. Leuk om ook eens naast de skybox van – toen nog – koningin Beatrix te zitten.
Een hele andere ervaring. Ik was met een salesman bij Dow Chemical in Zeeland. De boekhouder zei op een gegeven moment: ‘Zullen we gaan eten?’ Hij stapte op zijn fiets en reed naar huis, ons in verbijstering achterlatend. Ook denk ik met veel genoegen terug aan de verkoop van een A770 met papertape-uitvoer voor het GAK. Een spectaculair project waarbij uitkeringsgerechtigden van de WW, die tot dan toe een postwissel kregen waarmee ze op het postkantoor geld konden innen, rechtstreeks op hun bankrekening werden uitbetaald.”
7
Storingen Ook Olivetti kantoorcomputers bleken in de praktijk nog weleens te storen. Er werden dus technische onderhoudsabonnementen afgesloten en er waren heel veel monteurs die een paar keer per jaar moesten bijstellen en afregelen. Zo vertelde Jan mij een mooi verhaal over het opheffen van een storing ten gevolge van een vermeende statische elektriciteitsbron. “Als de computer bij sommige secretaresses op hol sloeg, dan adviseerden wij om geen nylons te dragen. Wilde men dat toch doen, dan was de oplossing de aanschaf van een antistatische mat waarop de secretaresse kon plaats nemen. Een andere onoplosbare storing bij een accountantskantoor kon na veel speurwerk worden toegeschreven aan het draaien van een wasmachine op de 1e verdieping.” Olivetti aan de top We zijn aangeland bij de hoogtijdagen van Olivetti Nederland B.V. met Karel van Osch aan het roer als commercieel directeur, begin jaren 80 tot midden jaren 90. Ieder jaar werd in de RAI de tiendaagse Efficiency Beurs gehouden met natuurlijk een grote Olivetti stand.
Om de moderniteit van het ICT-gebeuren te benadrukken werd een keer de Olivetti Formule 1 raceauto (Olivetti was hoofdsponsor van Brabham BMW van 1984 tot 1988, red.) uit Italië overgebracht en tentoongesteld. Ook daar had Jan zijn rol en gaf hij demonstraties van
8
softwarepakketten; hij voelde zich te midden van zijn klanten als een vis in het water. De jaarlijkse Olivetti kick-off voor zo’n achthonderd medewerkers vond ook vaak in de RAI plaats. “Karel hield daar zijn peptalk. Ik zat meestal op een van de eerste rijen. Als het om de cijfers ging dan keek Karel meestal even mijn kant op. Als ik knikte dan was het goed en kon hij doorgaan.” Opleidingen “Het was de tijd van de pc-privé-projecten. De computers gingen met duizenden tegelijk over de toonbank. En in 1983 kwam de Olivetti M24 die was voorzien van een Intel 8086 processor en een diskette station. Volgens onderzoek van de Erasmus Universiteit was de processor 2x sneller dan de 8088 die in de IBM-pc huisde. Het ging toen heel hard. Er konden nu ook allerlei programma’s van derden op de M24 draaien: Wordperfect, Dbase, voorlopers van Excel, facturering en financiële toepassingen. Er brak een nieuw tijdperk aan. Klanten moesten worden opgeleid in het gebruik van standaardsoftwarepakketten. En dat werd mijn volgende station. Het geven van klassikale opleidingen aan klanten, bij Olivetti Opleidingen dat later werd omgedoopt tot Traintec. Toen we ook de opleiding voor het oude financiële pakket van Baan gingen geven, vonden de cursussen plaats in kasteel De Vanenburg in Putten. Het was een leuke tijd, zeker als je aan twintig man van een accountantskantoor les mocht geven.”
Banken Alle producten hebben een lifecycle, zo ook opleidingen. De concurrentie werd steeds groter en elk automatiseringsbedrijf pikte een graantje mee. Olivetti was in die periode erg actief om apparatuur aan banken te verkopen. De eerste order was van de ABN-AMRO Bank die uiteindelijk wel 40.000
apparaten afnam. Beeldschermen, toetsenborden, computers, printers, cash dispensers, etc. De administratie was niet echt op orde. En zo kwam er in de jaren 80 het verzoek van het hoofdkantoor om samen met Jan Wagenvoort de administratie op poten te zetten zodat er inzicht kwam in de ouderdom van de apparatuur en de staat van technisch onderhoud. “Ik ging akkoord en heb er tot mijn prepensioen in 1998 gewerkt op de administratie. Karel van Osch maakte zich sterk om ook de Rabobank binnen te halen. Hij liet op kantoor Leiden op een etage een bank nabouwen en wist met een team van zestien man een wereldorder van 750 miljoen gulden binnen te slepen. Ook dit bracht veel administratief werk met zich mee.” De neergang Het ging minder met Olivetti en in 1997 werd Olsy-Olivetti Solutions (de systemen- en services divisie
www.vggetronics.nl
van Olivetti, red.) gelanceerd dat leveranciersonafhankelijke IT-oplossingen bood. Vervolgens werd eerst de merknaam Olivetti verkocht en uiteindelijk zouden de activiteiten van Olsy aan Wang worden verkocht. ”Wat betekende dit voor jou?” “Ik zat al richting mijn pensioen, heb het zekere voor het onzekere genomen en gekozen voor een prepensioenregeling.” Ondeugd “Ok Jan maar deed je ook wel eens iets aparts?” “Ja, ik heb me een keer laten verleiden om een gebruikte A770 voor eigen rekening te kopen. Het was de bedoeling die machine op te tuigen, te voorzien van software en dan te verkopen. Het grote gevaarte van driehonderdvijftig kg stond lang in mijn garage, is nooit verkocht en uiteindelijk als oud ijzer opgehaald.” De ruiter Ieder mens heeft verborgen kwaliteiten en interesses. “Jan, doe je nog iets meer dan televisie kijken?” “Jazeker, ik heb vroeger veel getennist en altijd paardgereden, zelfs op vakantie in Ierland.” De liefde voor de ruitersport wordt me duidelijk als ik een kijkje mag nemen op zijn slaapkamer waar aan het voeteneinde twee prachtige paarden staan. Ze lijken op van die draaimolenpaarden, maar dan van hout.
Als Jan me een vitrine laat zien met tinnen en houten soldaatjes en paarden wordt hij echt enthousiast. “Hierin staan nog soldaatjes uit mijn jongensjaren. En zie je daar dat trommelpaard van de Horse Guards?” Ik zie inderdaad een
rood geüniformeerde cavalerist met twee trommels aan weerszijden van het paard. “Weet je hoe een trommelpaard wordt bestuurd?” “Geen idee Jan.” “De cavalerist heeft de leidsels aan zijn laarzen en stuurt met zijn voeten.” “Hoe kom je nu aan zo’n verzameling?” “Maarten, dat is gewoon rommelmarkten afstruinen. Pas geleden zijn Loes en ik nog naar een rommel- en antiekmarkt in Tongeren bij Maastricht geweest. Loes kleedt zich dan extra sjofel om de prijs te drukken en als je er dan vroeg bij bent kun je nog weleens een koopje sluiten.”
De vogels Nadat ik eerst de verpletterende Bert en Ernie poppenverzameling van Jans zoon heb mogen bewonderen gaan we naar het hobbydomein op zolder. Daar staat een volière met prachtige, veelkleurige Australische vogeltjes: Gouldamadines. “Is dat eigen kweek Jan?” “Ja, ik fok ze zelf en doe ook mee aan wedstrijden van de vogelclub en van de bond.” Op de bovenste boekenplank staat een indrukwekkende rij bekers en Jan tovert nog een aantal medailles tevoorschijn. “Hoe weet de vogelclub nu dat die vogeltjes van jou zijn?” “Vogelliefhebbers moeten direct na de geboorte van een jonkie een naadloos clubringetje over de tenen om de poot schuiven, wat hun nummer bij de bond bevat. Vrij snel daarna kan door de groei de ring niet meer van de poot af. Fraude uitgesloten.” Weer wat geleerd.
De zelfkennis We praten nog wat na. “Jan, even een onbescheiden vraag. Waar was jij nou echt goed in?” Jan kijkt bedachtzaam en zegt: ”Ik kon goed klanten uithoren, begreep waar het om ging en bedonderde de kluit niet. Er werd door de sales vaak meer beloofd dan mogelijk was en door mijn goede contacten bij de programmeurs wist ik dat dan weer recht te breien. Ik was er trots op dat toen ik vanuit Amsterdam in Noord-Holland opereerde er nooit een proces over schadevergoeding is gevoerd.” “Nog verdere brandende ambities die je wilt realiseren?” “Nee, niet echt; ik kijk tevreden terug op mijn carrière.” Nu ik Jan wat beter heb leren kennen, ben ik er van overtuigd dat de VGG na al die jaren een bescheiden, betrouwbare en vooral deskundige penningmeester verliest. We schudden elkaar de hand en bij het afscheid probeert Loes me nog wat broodjes in de zak te frommelen. “Voor onderweg”, zegt ze lachend.
9
Van ganzeveer tot tablet Door Henny Looijestein
10
www.vggetronics.nl
11
Late Rembrandt voorbij En niet in de rij voor de zelfportretten van de Meester Door Hugo Groeneveld De in- en aanleiding “En zo is het zeker dat dankzij de schilderkunst de gezichten van de dode kunstenaars lang voortleven”. (Dit schreef Leon Battista Alberti in Della pittura, Florence 1436.)
lijk dat we ze ooit nog te zien krijgen. Maar, exclusief voor VGG-leden: niet in de rij, maar in uw behaaglijke zetel lekker lezen over de zichzelf portretterende Rembrandt, inclusief schitterende beelden die hij ons heeft nagelaten. Ditmaal vier pagina's lang en naar ik hoop boeiend, pakkend en interessant. Genoeg in- en aanleiding, over naar de portretten en hun beschouwingen!
Zelfportret met opengesperde ogen Ets en burijn, 51 x 46 mm. 1630 Amsterdam, Rijksprentekabinet
Leon, deze grote Italiaanse alleskunner (schilder, schrijver, filosoof, architect etc.) heeft gelijk gekregen. Want Rembrandt heeft zichzelf op vele schilderijen en etsen vastgelegd, scherper en sprekender dan de zielloze fotootjes op onze identiteitskaart of rijbewijs. Meer dan 350 jaar geleden kwamen de meesterwerken tot stand en we raken er niet op uitgekeken.De schoonheid van de werken van Rembrandt is maandenlang, speciaal vanwege de tentoonstelling, in de media bejubeld, en terecht. “Kom naar de Late Rembrandt, voor het te laat is”, was de alom gehoorde lokroep. En nu is het te laat. Het merendeel van de grote werken is weer terug naar hun plek, ergens ver weg op deze aardbol. Verzekerings- en transportkosten maken het vrijwel onmoge-
12
ik het tegendeel aantonen van de bovenstaande beweringen! In de loop van de 19e en 20e eeuw begon men het oeuvre van Rembrandt te overzien en ontdekte men dat Rembrandt zichzelf minstens 40 keer had geschilderd en zijn portret 31 keer in etsen en tekeningen had vastgelegd. Een zeer respectabel aantal en belangrijk meer dan die van collega-schilders uit die tijd. Dan zou men verwachten dat de tijdgenoten die iets over Rembrandts werken hebben gezegd of geschreven, de kwantiteit van de Rembrandts als uitzonderlijk zouden hebben betiteld. Niets daarvan. Ook de auteurs die na Rembrandts dood meenden er iets over te moeten schrijven, noch
Zelfportret met boze blik Ets, 75 x 75 mm. 1630 Amsterdam, Rijksprentenkabinet
Selfies avant la lettre Lange tijd heerste onder kunsthistorici de opvatting dat Rembrandt zijn zelfportretten schilderde als een persoonlijke vorm van zelfonderzoek. Er is zelfs een criticus geweest die schreef dat het schilderijen waren van een eenzame oude man die met zichzelf in gesprek was. Ik vermeld deze opvattingen voor wat ze waard zijn. Persoonlijk heb ik de onbedwingbare neiging ze als flauwekul te bestempelen. Liever wil ik het hebben over de schoonheid en de interessante bijzonderheden van de zelfportretten van de Leidse Meester. Hiermee zal
Zelfportret met Sakia Ets 104 x 95 mm. 1636 Amsterdam, Rijksprentenkabinet
auteurs in de latere 18e eeuw, hebben zich over het grote aantal selfies van Rembrandt uitgelaten en er dus ook geen mening over geventileerd. Mooi toch! Het geeft mij de ruimte om zonder al te veel diepzinnigheid te schrijven over de man die ons een onmetelijke picturale en dus geestelijke rijkdom heeft nagelaten.
www.vggetronics.nl
Zelfportret met 2 cirkels Doek, 144 x 94 cm. 1665 - 69 Londen, English Heritage, Kenwood House
Zelfportret met twee cirkels Ongetwijfeld is dit het meest besproken zelfportret van Rembrandt. Kunsthistorici, wetenschappers en 'kenners' hebben de meest fantastische verklaringen gegeven voor de twee cirkels. Buiten dat, het werk is monumentaal, bijna een vierkante meter en het kleurgebruik kan alleen maar aan een grootmeester als Rembrandt worden toegeschreven. Hoe zit het dan met die ‘twee'? Wat dacht u van halfronden van een wereldkaart zoals die vaak ter decoratie in de sjieke huizen werden aangebracht? Binnen de cirkels is geen enkele aanwijzing te zien of te vinden die met topografie te maken heeft! Of deze: het zijn kabbalistische tekens die te maken hebben met een raadselachtige
denkwereld binnen het Jodendom. Hij had immers veel contact met Joodse mensen? Nog één: die cirkels dienen om de gebruikte meetkundige figuur in het schilderij te benadrukken. Rembrandt vormt namelijk zelf een driehoek en om aan te geven dat dat geen toeval is, laat hij zien op de hoogte te zijn van geometrische figuren en hun functie. De ware reden is, naar mijn stellige overtuiging, een geheel andere. Dat verhaal gaat als volgt. De Italiaanse kunstenaar Giotto (12e -13e eeuw) wilde in dienst treden van de paus en moest daarvoor een proef van waar kunstenaarschap afleggen. Hij pakte een stukje houtskool en schreef zijn naam op een stuk perkament. Maar in plaats van twee gewone
O's, trok hij in vloeiende bewegingen twee perfecte cirkels! Visitekaartje heet dat. Hij trad in dienst van de paus en omdat hij goed met geld kon omgaan, leidde hij een bovenmodaal bestaan. Op ons schilderij staan twee cirkels. Kende Rembrandt het verhaal van Giotto? Hierover valt niets met zekerheid te zeggen, maar de anekdote is er niet minder om. Hoewel, de cirkels in ons schilderij zijn niet in één vloeiende beweging neergezet, maar in opeenvolgende korte penseelstreken en het zijn perfecte cirkels! Rembrandt etaleerde zijn kunstenaarschap door zich met zijn schildersattributen, palet, penselen, schildersstok en schilderslap, af te beelden; voor hem tamelijk ongebruikelijk. De geometrie en Giotto deden de rest. Wat een meesterwerk! 13
Van links naar rechts 3 zelfportretten: met baret en opstaande kraag; met ringkraag; met baret. Rembrandt als apostel Paulus Dit doek is gedateerd 1661. Voor het eerst in zijn lange schildersloopbaan, hij was inmiddels 55 jaar oud, heeft Rembrandt de rol aangenomen van een bekend historisch, in dit geval Bijbels personage. Buitengewoon interessant omdat het schilderij bol staat van symbolische verwijzingen. Uit het wambuis steekt het handvat van een zwaard. Dat verwijst niet alleen naar zijn marteldood – Paulus werd onthoofd – maar ook naar hetgeen hij schrijft aan een jonge christengemeente in Efeze, het huidige Turkije. Hij schrijft er over het zwaard des Geestes. De bundel papier in zijn handen verwijst naar die brief, waarop links boven enkele Hebreeuws lijkende tekens kunnen worden gelezen als 'Efesis'. Zijn soort tulband verwijst ongetwijfeld naar het Midden-Oosten waarin het verhaal zich afspeelt.Bij de meest recente restauratie werd in de achtergrond een venster met tralies ontdekt, overigens niet zichtbaar op deze afbeelding. Reden te meer om aan te nemen dat Paulus hier in gevangenschap verblijft. Het felle licht van linksboven ten slotte, is symbool voor het Geesteslicht dat Paulus in zijn gevangenschap heeft beschenen, zo schrijft hij aan de Efeziërs. Veel gedachten over hetgeen de Rembrandt / Paulus ons wil vertellen, meedelen, doorgeven, wil laten
14
weten en laten raden, spelen mij door het hoofd. Vanwege de mij toegemeten schrijfruimte moet ik het helaas hierbij laten.
Zelfportret als apostel Paulus Doek, 93 x 79 cm. 1661 Amsterdam, Rijksmuseum
en als schilder Zeuxis Niet lang na 'Paulus' schildert Rembrandt opnieuw een historische figuur, zijn Griekse collega Zeuxis, beroemd schilder in de 5e eeuw vóór Chr. Wat van hem bewaard is gebleven zijn geen afbeeldingen, maar slechts vermeldingen in de veelheid aan verhalen en anekdotes die ons uit de Griekse oudheid zijn nagelaten. Karel van Mander, die van het Schilder-Boeck, vertelt dat Zeuxis op zijn oude dag letterlijk is gestikt van het lachen toen hij 'een berimpelt oudt drolligh Wijf' portretteerde. Zo'n anekdote spreekt tot de verbeel-
ding van kunstenaars. Meerdere leerlingen van Rembrandt hebben het tafereel geschilderd. Niet zo vreemd dat de meester zelf daarin meeging. Links op de afbeelding zijn de contouren van een figuur te zien. Rembrandt / Zeuxis zit achter zijn ezel en schildert iets drollighs met grote neus en puntkin. De lach is duidelijk op het gezicht van Zeuxis herkenbaar. Een aardig verhaal over Zeuxis is het volgende. Hij kreeg opdracht tot het maken van een schilderij van Helena van Troje, de mooiste vrouw van de wereld. Hij liet daarvoor de vijf knapste meisjes uit de buurt poseren. Van ieder van hen koos hij de mooiste lichaamsdelen en houdingen en voegde die samen tot het toonbeeld van ideale schoonheid.
Zelfportret als Zeuxis Doek, 82 x 65 cm. 1662 Keulen, Wallraf-Richartz-Museum
www.vggetronics.nl
Het laatste (?) zelfportret In zijn sterfjaar 1669, heeft Rembrandt zijn zoveelste magistrale zelfportret geschilderd. Maar volgens critici zou zijn konterfeitsel (een ouderwetse naam voor een geschilderd of getekend portret) trekken vertonen van het naderende einde: de wangen iets meer ingevallen dan op voorgaande portretten, meer onderkin, iets langere grijze lokken, een blik van verstilling en eenzaamheid in de ogen? Maar dan wordt er een spectaculaire ontdekking gedaan. Een ander zelfportret waarop Rembrandt zich zeer levenslustig heeft neergezet en zelfs met een zweem van een glimlach de beschouwer bekijkt, blijkt na restauratie ook gesigneerd plus het jaartal 1669! In dit jaar schildert níet de Rembrandt die er genoeg van heeft en zijn kwasten aan de wilgen wil hangen. Geen sporen van geestelijk verval, integendeel. Het werk dat u hier ziet afgebeeld toont gewoon een ouder geworden Rembrandt, maar één die vol inzicht en levenslust de nodige wijzigingen heeft aangebracht, alvorens zijn signatuur met jaartal neer te zetten. Een dergelijke signatuur duidde op tevredenheid over het eindresultaat bij de maker. Het kon er mee door, zouden wij zeggen. Door moderne röntgentechnologie kunnen de kleinste veranderingen die de maker heeft aangebracht worden opgespoord. En wat bleek? Behalve wat kleine veranderingen is het gezicht vrijwel onveranderd. Dat was al goed bij de opzet van het schilderij! Zo zag hij zichzelf in de spiegel en zo moesten zijn beschouwers zich hem ook herinneren.
Wel veranderde hij de muts. Die was in eerste instantie wit. Tijdens zijn werk droeg hij die, waarschijnlijk. Maar dit portret diende zijn voornaamheid uit te stralen en dus zette hij zich een fantasiemodel op. De muts waarbij de beschouwer veelal uitroept: "Kijk eens, gewoon een paar lange halen en je schildert een muts. Hoe is het mogelijk!" Ja, hoe is het mogelijk dat haute couture avant la lettre reeds eeuwen geleden in enkele penseelstreken werd neergezet.
Tot zover mijn bijdrage. Met veel plezier heb ik eraan gewerkt. Het grootste probleem was het maken van keuzes. De beperking die ik mijzelf oplegde bij het schrijven was: alleen zelfportretten! Maar elk portret was een verhaal op zich. En dat maakt Rembrandt tot een absoluut unieke schilder in onze vaderlandse geschiedenis. Van harte hoop ik dat deze bijdrage u aanzet tot het nog meer genieten van de schilderkunst. De lange rijen zijn verleden tijd, althans voorlopig, en het museumrestaurant biedt weer ruimte voor het nuttigen van versnaperingen. Een goede zomer gewenst met mijn gebruikelijke wens: “God Bless You All!” Hugo Groeneveld
Zelfportret Doek, 63 x 57 cm, 1669 Den Haag, Mauritshuis
15
Mesdag jaar Door Janny Jonkman In Den Haag is 2015 ‘Mesdag jaar’ – op 10 juli 1915 is Hendrik Willem Mesdag gestorven, 100 jaar geleden dus. Mesdag, hoewel in Groningen geboren, heeft in Den Haag een grote rol gespeeld, is er tot bloei gekomen als beroepsschilder en heeft ons, behalve zijn alom bekende Panorama, ook het Museum H.W. Mesdag nagelaten (recentelijk is de naam van dit museum aan de Laan van Meerdervoort 7F gewijzigd in museum De Mesdag Collectie). Hij had grote invloed in Pulchri Studio en was behalve ondernemer ook mecenas. De wijk waar zovele ‘Mesdag voetstappen’ liggen, heeft dan ook als ondertitel ‘Mesdag kwartier’. Panorama Mesdag, bij vele VGGers bekend van een vorig dagje Den Haag, is zojuist gereedgekomen na een restauratie van het bezoekerscentrum, zodat de te verwachten grote aantallen bezoekers in dit herdenkingsjaar passend kunnen worden ontvangen. Een speciale tentoonstelling van schilderijen uit de verzameling(en) van nazaten van Mesdag is ook onderdeel van de herdenkingen.
Om dit alles te realiseren was er medewerking van o.a. het Gemeentearchief en het Louis Couperus Museum, maar vanzelf ook van Pulchri Studio. 16
Laten wij deze interessante man en zijn vrouw, eens in vogelvlucht volgen. Hendrik Willem Mesdag, geboren 23 februari 1831, gestorven 10 juli 1915. Al jong moesten hij en broertje Taco hun moeder missen. Na de dood van diens vrouw voedde hun vader ze alleen op. Hij was bankier en had als hobby tekenen en schilderen; ook verzamelde hij kunst. Hij vond dat ook zijn twee zoontjes na schooltijd op tekenles moesten. Later ging H.W. Mesdag bij zijn vader in de zaak, gedurende 16 jaar. In 1856 trouwde hij met Sientje van Houten.
Zij moedigt zijn neiging tot schilderen aan, en als haar vader overlijdt en hun fl. 60.000 nalaat, verlaat hij het bedrijf van zijn vader en wordt hij fulltime amateurschilder. Amateur betekent liefhebber – vreemd eigenlijk dat daar vaak wat meewarig over wordt gedaan, want wat kun je beter hebben dan dat iemand iets met / uit liefde doet? Doch, ook H.W. Mesdag wordt door ‘beroeps’ lange tijd niet serieus genomen. In wanhoop schrijft hij aan neef Alma Tadema in Brussel: “Ik ben nu 35 jaar, heb een vrouw en een kind, ik ben opgeleid voor den handel maar daar deug ik niet voor. Ik ben schilder, help mij!”
Via deze neef kan hij voor 3 jaar in de leer bij schilder Roelofs ad fr. 1.200/jaar. Hij krijgt nog een waarschuwing van schilder Bilders, dat hij moet oppassen nu geen tweede Roelofs te worden! Eindelijk erkenning Zomer 1868 gaan ze, na een logeerpartijtje bij broer Taco, in Drenthe, nog een poosje naar een Duits Waddeneiland en daar ontstaat zijn fascinatie voor de zee – vele studies van meeuwen in alle mogelijke houdingen wekken de bewondering van zijn vrienden, maar het belangrijkste is, dat hij daar besloten heeft naar Den Haag te verhuizen en de zee tot ‘zijn’ onderwerp te maken. Maar... hoe moest hij toch dat etiket amateur kwijtraken? In 1870 doet hij iets stoutmoedigs: hij stuurt liefst twee schilderijen in naar de Parijse Salon. Het lukt! Want hoewel hij daar een volslagen onbekende was, wint hij er een gouden medaille en één van de juryleden koopt zelfs een schilderij en een ander jurylid zendt hem een gelukwenstelegram. Koning Leopold van België bestelt een doek en benoemt hem tot ridder en nu volgt dan de internationale erkenning. Nu gaan ook kunstkenners, vooral kenners van de Haagse School, vol lof over hem schrijven. Maar dan treft hem en zijn vrouw een tragedie: hun enig kind overlijdt, en dan besluit Sientje ook te gaan schilderen.
www.vggetronics.nl
Ook nemen ze een ander drastisch besluit: ze laten, samen met zwager Sam van Houten, een huis bouwen aan de Laan van Meerdervoort. Ruim van opzet; allen hebben er hun eigen atelier, maar ook vindt de kunstverzameling die ze begonnen (eigentijdse kunst, veel Haagse School en Barbizon) er de ruimte. En in datzelfde jaar krijgt H.W. Mesdag van onze zuiderburen de opdracht om een panorama te gaan maken. Dat is niet alleen modieus in die tijd, maar ook een unieke kans om het verdwijnende oude Scheveningen vast te leggen. Veel werk aan de winkel dus. H.W. Mesdag was en bleef een vriendelijke man, met veel goodwill, ook vanwege de steun en aanmoediging die hij gaf aan bestaande en beginnende schilders. Toen het Panorama klaar was, trokken vrienden met muziek en fakkels door de straten! In 1889 wordt hij voorzitter van Pulchri Studio tot 1907, daarna erevoorzitter. Hij regelt vele buitenlandse tentoonstellingen en feestelijke evenementen en op zijn initiatief verhuist Pulchri Studio naar het Lange Voorhout. Sientje en hijzelf steken geld in de verbouwing van het pand – daardoor hebben wij er nog steeds een mooie schilderijenzaal. Op zijn 70ste wordt hij Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Nalatenschap Ons liet hij na: ‘zijn’ Pulchri Studio, ‘zijn’ Panorama, ‘zijn’ huis en ‘zijn’ verzameling (De Mesdag Collectie). En wie weet hoeveel nog meer, want hij inspireerde ook anderen en gaf beginnende kunstenaars een steun in de rug, zeker toen hij, na de erfenis van zijn vader, een rijk man werd.
De bijzondere Haagse lichtinval was een van de dingen die tot de beroemde Haagse School leidden – onder invloed van Barbizon ontstond deze stijl, in het bijzonder in de werkende mens geïnteresseerd. Geen hoepelrok of pruik te bekennen in de Haagse School: mensen tijdens hun bezigheden, dieren, en in het geval van Mesdag dus typisch dat wat zich aan de kust afspeelde. En geen scherpe kleuren In 1903 schenkt H.W. Mesdag het maar de zachte tinten van zand en merendeel van zijn collectie aan de zee, verlicht met de lichtinval van Staat, met de behuizing, en dat deze streken (tot Katwijk aan toe). wordt daardoor een van de weinige openbare verzamelingen van eigentijdse kunst. Sientje overlijdt in 1909, Hendrik Willem Mesdag op 10 juli 1915 na een lang ziekbed.
Landelijk is vooral Panorama Mesdag bekend. Maar aan de Laan van Meerdervoort, een minuut of tien lopen vanaf het Panorama, is het museum De Mesdag Collectie, te bezoeken van woensdag t/m zondag. Aan het Lange Voorhout is Pulchri Studio te vinden. Daar konden schilders werken en elkaar ontmoeten en het is iets bijzonders om te bezoeken: een combinatie van ateliers, grote tentoonstellingszaal en op de begane grond nog altijd een restaurant. Een weetje: je ziet het niet vanaf de straat, maar het heeft ook een romantisch terras in de tuin. En het is er goed lunchen in een besloten ruimte. In het zgn. Mesdag kwartier kun je de plekken bezoeken waar Hendrik en Sientje graag samen in de buitenlucht schilderden. Hun huis aan de Laan van Meerdervoort werd gebouwd nog voordat het Vredespaleis (zo’n beetje in hun achtertuin) gebouwd werd. Daar waren ze niet zo blij mee, want het benam hun uitzicht en niet zo’n beetje. Daarom is het curieus dat de gemeente Den Haag juist het Museum Mesdag uitkoos om het 100-jarig bestaan van het Vredespaleis te vieren. Wat zou Mesdag daar wel niet van gezegd hebben? Hoewel er natuurlijk nog vele bijzonderheden over de Mesdags te vertellen zijn, is de ruimte in ons blad niet eindeloos, dus hierbij wil ik het laten.
In Den Haag vieren kunstliefhebbers het hele jaar Mesdag jaar!
17
Leuke Musea Door Roland van Rossum
Vlak voor de sluiting van het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg had ik hier een boekpresentatie van een collega-vrijwilliger. Hij heeft de geschiedenis van de B-25 Mitchell op papier gezet. Eind jaren 44 zijn de bruggen van Deventer door de geallieerden onder vuur genomen en dit vliegtuig heeft daar een grote rol in gespeeld. Inmiddels zijn we twee jaar verder en breng ik opnieuw een bezoek aan het in november heropende museum, dat nu Nationaal Militair Museum heet. Het Militair Museum wat in Delft gevestigd was is hier samengevoegd met het Militaire Luchtvaart Museum. Het museum bevindt zich op de voormalige vliegbasis Soesterberg in een speciaal hiervoor ontworpen gebouw. Met een Museumjaarkaart hoef je niet eerst langs een kassa en kan je direct via een controlepoort naar binnen. Met pijlen op de grond wordt een looproute aangegeven. Dat doe ik dan maar. Je komt eerst in een ruimte waar met filmbeelden duidelijk gemaakt wordt waarom het defensieapparaat altijd nodig zal zijn. Ook het begin van de 21ste eeuw is de wereld er niet veiliger op geworden. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat met 18
de zegeningen van de sociale media de veiligheid er op achteruit is gegaan. Daarna is er een zaal, waarin met een grote kaart aangetoond wordt hoe het water ons altijd behulpzaam is geweest. Interessant vind ik de filmcabines, waar veel oud-militairen hun eigen verhaal vertellen. Eén daarvan is het verhaal van twee dienstplichtigen uit begin jaren 60, toen nog de koude oorlog. Onwillekeurig gingen mijn gedachten terug naar mijn eigen ervaringen in november 1964. Daar stond je dan met je weekendtas op een donker Haags station te wachten op de militaire trein naar Vught. In die jaren reden er speciale militaire treinen door het land. Oude rijtuigen soms nog met derdeklasrijtuigen met houten banken. In Vught werd je op een drietonner gezet die je naar de kazerne van opkomst bracht.
Daar werd je begroet met de woorden: “En van nu af sta je onder de krijgstucht”. Je werd gelijk naar een slaapzaal gebracht waar je kennis maakte met je peloton, allemaal jongens van je leeftijd en in hetzelfde schuitje. Om je heen stapelbedden met strozakken, waar je op sliep. In het midden lange tafels. Dan naar de foerier, die je psu (persoonlijke standaard uitrusting) uitdeelt.
Voor de lunch loop je al in legergroen tot je ondergoed toe.
Dat was de eerste weken flink wennen en ik merkte dat niet iedereen er tegen kon. Een kamergenoot kon na twee weken al naar huis, wel met een stempeltje S5, wat je maar beter niet kon hebben. Want het kon wel eens lastig zijn daarmee in overheidsdienst te komen. Overigens een aardige jongen, die ik niet zo lang geleden in een tv-documentaire over de fotograaf Eddy de Jong weer zag. En blijkbaar is hij toch goed terechtgekomen want hij is psycholoog geworden. In die eerste twee maanden kreeg je een militaire basistraining. Met een wapen omgaan, veel exerceren en lichamelijke oefening. Theorie in klaslokalen. Daarnaast werd je discipline bijgebracht, al was het maar drie keer per dag schoenenpoetsen en je koppel met blanco insmeren. Vergeet daarbij vooral het koperwerk niet. En vooral je kast model inpakken. Wee je gebeente als die voor een verlofweekend niet model ingepakt was. Dan mocht je op de kazerne blijven om het nog eens dunnetjes over te doen. Omdat je alles moest leren had je een druk programma en vlogen die eerste twee maanden dus voorbij. Je had geen tijd om te bedenken of je dit nu eigenlijk wel leuk en zinvol vond. Achteraf is het misschien wel goed geweest. Hoe zou een verplichte dienstplicht er nu uitzien met al die verschillende culturen
www.vggetronics.nl
om ons heen? Een periode om elkaar beter te leren kennen of slaande ruzies? Aan het eind van de opleiding kreeg je te horen wat de volgende stap in je militaire carrière zou zijn. Sommigen gingen verder als onderofficier of reserveofficier. Bij mij waren leidinggevende eigenschappen nog te latent denk ik, want ik mocht naar Blerick bij Venlo. Weer twee maanden opleiding, nu om het militaire rijbewijs te halen. Daar had ik achteraf toch een voordeel aan, want later kon ik dit omruilen voor het burgerrijbewijs. Het was niet alleen de verkeersregels leren en dagelijks rondjes rijden, maar ook de technische kant van het voertuig leren kennen. Daar heb ik later toch nog plezier van gehad, maar gelukkig is doorsmeren niet meer nodig.
Na weer twee maanden dus eindelijk naar de parate hap, zoals dat werd genoemd. Ruim 14 maanden in Schalkhaar, de Westenbergkazerne. Hier zat in WOII de opleidingsschool van de NSB-politie, maar daar wist ik toen weinig van. Ik kwam daar op de stafcompagnie in het zgn. verkenningspeloton. Dat viel onder de S2, de officier inlichtingen. Bij grote oefeningen was ik zijn chauffeur, bediende ik de radiozender en mocht ik te velde koffiezetten en zo. Soms was hij scheidsrechter en kon ik met een witte vlag het oefengebied doorkruisen. Dat maakte mijn dienstplicht draaglijker en hoefde ik niet uren in een schuttersput op de Lünenburgerheide door te brengen. In die tijd, midden jaren 60, waren grote NAVO-oefeningen dicht bij het ijzeren gordijn popu-
lair. La Courtine was net voor mijn tijd. Over La Courtine vond ik in het museum niets terug. Misschien gemist bij de vele filmcabines met persoonlijke verhalen… In het museum zijn veel voorwerpen en voertuigen die mij aan die tijd herinneren. Zoals de motoren van de motorordonnansen uit mijn peloton. Dat waren BSA’s en Matchless’ uit begin 50. Ze waren meer kapot, dan dat ze bij een oefening konden rijden. Maar voor die jongens was dat gesleutel een grote hobby. Behalve objecten uit je eigen tijd zie je wapens uit veel tijdvakken. Indrukwekkend is een Dornier watervliegtuig dat in NederlandsIndië is gebruikt.
Boeiend is ook de afdeling posters, zoals de oproep voor de Nationale Reserve. Omdat ik niet op herhaling hoefde, kreeg ik hier een oproep voor. Maar ik heb voor die eer bedankt. Je kon toen als vrijwilliger in je weekenden soldaatje spelen. Deze reservisten moesten in oorlogstijd Nederland beschermen. Het leger was dan uitgerukt naar de grens met Oost-Duitsland om in NAVO-verband de Russen tegen te houden. Opvallend is de poster van de PSP (Pacifistisch Socialistische Partij), de voorloper van Groen Links. Deze heeft de nodige stormen doen opwaaien vanwege de blote dame.
Wie in het najaar zin heeft om onder leiding van een kundige gids kennis over ons militaire geschiedenis op te doen en daarbij wat persoonlijke herinneringen op te halen kan zich opgeven voor dit regio-uitje. Om een gids betaalbaar te houden moeten we wel meer dan tien aanmeldingen hebben. Wie herinneringen heeft aan La Courtine of de Nationale Reserve nodig ik uit dit op papier te zetten. Het lijkt me leuk om in een volgend magazine hier over te lezen.
Inschrijven voor de ontmoetingsdag naar het Militair Luchtvaart Museum in Soesterberg via de VGG-website of bel of schrijf naar de redactie. (zie colofon)
19
www.editoo.nl
Indien onbestelbaar: Zülpichhof 37, 6662 CC Elst
Puzzel Door Theo de Lange
Beste lezers, Hierbij weer een cryptogram. De letters in de grijze kolom vormen een woord dat niet alleen voor gepensioneerden van betekenis is, maar voor iedereen. Veel genoegen bij het oplossen van de puzzel.
1 Opnieuw de lust in je wakker maken 2 Deze tocht wordt door een groep vissen gemaakt 3 Als de weerlicht voorraden aanleggen 4 Het willen mooier maken dan het is 5 Viersprongen van de één naar de ander maken 6 Deze wet heeft bepaald dat men gebruik mag maken van het toilet 7 Deze personen maken tips tijdens het roosteren van het vlees 8 Met veel geduld trappistenbier maken 9 Hiermee kan men een goede zin maken 10 Veel dieren maken er een grote troep van 11 Laten we marihuana maar opmaken 12 Hiermee maken we het maar gelijk 13 Dit schijnt de armoede minder zwaar te maken 14 Deze dieren maken een groter aantal duikelingen, zonder pijn 15 Daarbij maken de geldschieters zich mee uit de voeten 16 Voer dat de dieren per ongeluk maken 17 Deze artiest is nogal geruchtmakend 18 Het alsmaar schoonmaken van een paard 19 Een pittig gemaakt drankje 20 Studentenhumor waar kinderen zich goed mee vermaken