Donderdag 5 maart 2015 Schermen en focus.
Het is mijn voornemen om er deze week een echte preek van te maken. Niet een met het vingertje in de lucht, maar een waarmee ik de toehoorder hoop in te laten zien dat we ons “scherm-gedrag” wellicht wat moeten bijstellen, voor onszelf en onze omgeving. Dat het gebruik van schermen in het dagelijkse leven een onderwerp is dat ons bezig houdt, illustreer ik door te verwijzen naar drie interessante berichten die mij in de laatste twee dagen bereikte: 1. Dinsdag, twee pagina’s over TWICKEL Delden, een groot artikel in de Tubantia. Twickel Delden had breed in de school aandacht besteed aan “Social media - verslaving”. Super toch! Onze concurrent zal zeggen: slim getimed. (Het is immers inschrijvingstijd!) 2. Op Grundel deze week een “social media”- bijeenkomst voor ouders. Deze was binnen de kortste keren volgeboekt! 3. Woensdag, gisteren in de Tubantia, een artikel met als titel: “Techneut stap voor stap leren communiceren.” Citaat: “Met name jongeren hebben tegenwoordig meer moeite met communiceren. Dat is wel raar, want ze communiceren bij het leven. Ze lopen de hele dag met hun smartphone en appen zich suf. Maar iemand opbellen durven ze niet en ook face-to-face contacten mijden ze.” Deze berichten gaan allemaal over “de schermen” in onze omgeving. Ze houden ons bezig. Als ouder, als pedagoog en zeker ook als kind. We weten dat voor die laatste categorie het gebruik wat excessief aan het worden is, inmiddels worden cijfers genoemd van 3 uur per dag per kind. Maar geven wij wel het juiste voorbeeld?
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand ……….. Kijk eerst in de spiegel die ik je voor houd. Durf erin te kijken. Als je je aangesproken voelt, tijdens mijn betoog, dan is dat een teken dat je, wil je een efficiënte en effectieve voorbeeldige schoolleider zijn, je gedrag zult moeten veranderen: het scherm houdt je immers gevangen! Daarna ga ik naar onze leerling. De “digital native”, waar we eigenlijk van verwachten dat die zich niet zal laten vangen. Maar voordat ik dit betoog start wil ik het volgende accentueren. De kracht van de moderne ICT, en het unieke vermogen van ons brein om na te denken, kunnen samen leiden tot inzicht en kennis die elk van ons alleen nooit zal kunnen verwerven. Als je goed gebruik maakt van ICT, kun je je intellectuele prestaties enorm verbeteren. Maar………….. als je die ICT onbedoeld verkeerd gebruikt en geen rekening houdt met de sterke en zwakke kanten van het brein, sla je je hersenen in de boeien in plaats van de kracht van het brein te vergroten. (Compernolle!) In de praktijk gebruiken we ICT vaak op een manier die onze intellectuele productiviteit en creativiteit aantast in plaats van versterkt. Wim Kerkhofs
1
Wat is er aan de hand? Ken je dat beeld? Aan het begin van een vergadering gaan de schermen open en zit eenieder een tijdje naar dat scherm te turen, volledig in de ban van nieuwe mails, tweets of apps. Er zijn er zelfs die tijdens de vergadering de trilfunctie aan laten staan om, als er een trilling of belletje wordt waargenomen, direct hun scherm te raadplegen. Sommigen wagen het om vervolgens ongegeneerd antwoorden te gaan versturen. Ook de plaspauze wordt weer massaal gezien als een ultiem contactmoment met de andere wereld. Zelfs gedurende de gehele dag, op elk rustig moment klappen onze collega’s het scherm open of nemen plaats achter het scherm van hun computer op de kamer. Je mag immers niets missen. Onder het mom van adequate communicatie houden we deze manier van werken in stand. We vergissen ons als we denken dat dit een efficiënte en adequate werkwijze is. Een korte uitleg: Ons brein bestaat uit drie delen: Het reflecterende brein (abstract denken), het reflex brein ( alleen hier en nu), en het archiverende brein (heeft een pauze hard nodig). Het grote misverstand: Het reflecterende brein kan niet multitasken. (Er zijn onderzoekers die denken aan te kunnen tonen dat 2% van de mensen wél het vermogen hebben om beperkt met meerdere processen tegelijk bezig te zijn. Overigens zijn dat niet per se de vrouwen) Ons reflecterende brein blijkt te fungeren als een seriële microprocessor en niet als het fantastisch verspreide en parallelle verwerkingsproces dat zich afspeelt in andere delen van ons brein: het reflecterende brein kan slechts 1 gedachte met haar specifieke context tegelijk verwerken. Als we dus denken dat we multitasken, zijn we in feite voortdurend bezig met schakelen tussen taken. Dat is gevolgd op moderne hersenscans die zichtbaar maken wat onderzoekers tot nog toe alleen vermoeden. Wanneer we met 1 eenvoudige taak bezig zijn, werken beide voorhoofdskwabben samen. Wanneer we twee eenvoudige taken uitvoeren, wordt het werk min of meer over de linker- en rechterkant verdeeld. Wanneer we aan een derde taak beginnen, verdwijnt een van de eerste taken gewoon van het scherm. Als je een rapport schrijft, ben je misschien in staat om er nog een tweede taak bij te doen, zoals het checken van 1 mailtje, zonder je gedachtegang kwijt te raken. Maar als die mail om een beslissing vraagt die enig nadenken vereist, komt dat neer op een derde taak en raakt je brein overbelast en gaat het domme fouten maken. Elke keer dat je je e-mail checkt, schakelt je brein terug naar de reactieve modus, die het vijf minuten lang onmogelijk maakt om proactief en creatief te denken. Beste collega’s: Jij (ook jij Bert) kunt geen mails met kwaliteit behandelen tijdens een vergadering en daarbij de vergadering volgen: het kan gewoon niet. (Het woordje kwaliteit doet het hier!) Jouw reflecterende brein staat dat niet toe!
2
Als je zestig minuten aan een memo werkt en daarbij twintig “Ping-geluidjes” binnenkrijgt van e-mails of aps zonder deze te lezen, verlies je dertig minuten je concentratie. Maar in werkelijkheid is het nog erger vanwege de tijd die het kost om in of uit je taak te komen. Parrallel aan taken werken brengt ernstige problemen mee voor je intellectuele prestaties. Om optimaal intellectueel productief te zijn moet je je op 1 taak concentreren. Zelfs Schopenhauer en Einstein wisten dat!
Arthur Schopenhauer, Duits filosoof (begin 19de eeuw) schreef in 1851: Een groot verstand zakt af naar het niveau van een doorsneeverstand zodra het wordt onderbroken en verstoord, en zijn aandacht wordt afgeleid van datgene wat aan de orde is. En Albert Einstein maakte in latere tijd de opmerking: Ik ben helemaal niet zo slim, ik blijf alleen langer met problemen bezig. Deze wijze mannen bezaten nog geen mobiel, Ipad of computer: ik noem ze daarom “gezegend scherm-loos”. Of deze uitspraak over iemand die als het ware ons scherm heeft uitgevonden: Als Steve Jobs verkleefd was geraakt met zijn iPhone, zou hij de iPhone nooit hebben uitgevonden. (Theo Compernolle in “Ontketen je brein”)
Het blijkt dat je geregeld moet pauzeren om het archiverende brein de gelegenheid te geven om taken te verwerken. Dit geldt vooral als de ene taak zich richt op de fysische, mechanische en mathematische wereld en de andere taak op de emotionele en sociale context. Deze twee gebieden verdringen elkaar. Na een wiskundig probleem zijn we minder empathisch. (Dat kwam hard aan bij deze wiskundige!) Met de agenda van een vergadering kan men hiermee rekening houden. Tussen een agendapunt over begrotingen en een agendapunt over het verplaatsen van personeel dient men een pauze in te lassen om de reflecterende breinen de gelegenheid te geven over te schakelen. Als je elk moment aangrijpt om je reflexbrein tevreden te stellen en op elk piepje reageert, dan krijgt dit brein de overhand. Je archiverende brein krijgt nooit pauze. De kwaliteit van je hele werk zal hiervan te lijden hebben.
Dale Carnegie (een Amerikaanse schrijver van cursussen in interpersoonlijke vaardigheden) vertelt het volgende verhaal van de twee houthakkers. De ene werkt de hele dag door en nam geen pauzes. De andere last pauzes in en neemt zelfs tijd voor een dutje in de middag. Op het einde van de dag had de tweede meer houtgehakt dan de eerste. De eerste snapte het niet en vroeg om een mogelijke verklaring aan de tweede. Die zei: heb je niet gezien dat ik tijdens de pauzes bezig was mijn bijl te slijpen!
3
Een ander fenomeen in de ICT-sociale-media-wereld is “Waar en wanneer je maar wilt”. Inmiddels is dat verworden tot “Overal en altijd”. De vrijheid om te kiezen lijkt verdwenen. Veel mensen zijn niet meer in staat om offline te gaan. Ze zijn hyperconnectief geworden: een slechte gewoonte. Psychiater spreken inmiddels zelfs van een verslaving! Er is sprake van voortdurende partiële aandacht hetgeen leidt tot onnodige achtergrondstress, slechte slaappatronen, geen tijd voor herstel en het is slecht voor …………. de sociale contacten.
Heel belangrijk is het om je te realiseren dat je je brein in een voortdurende reactieve modus van impulsieve reacties plaatst. Je reflexbrein krijgt de overhand. Je reactieve modus verpest ook besprekingen en vergaderingen. Omdat zoveel professionals geen ongestoorde tijd meer hebben om eerder ontvangen informatie serieus te bestuderen en erop te reflecteren, komen ze slecht voorbereid en met hun brein in een reactieve modus op vergaderingen. De enige denkarbeid die ze kunnen verrichten, is reageren op opmerkingen van anderen. Dit leidt ertoe dat vergaderingen een reactief karakter krijgen, een uitwisseling van meningen die niet op eerdere studie van feiten gebaseerd zijn. Er was geen pauze voor je werkgeheugen om de informatie naar je langetermijngeheugen over te brengen, zonder tijd voor je prachtige archiverende brein om de informatie op te slaan en interessante verbanden te leggen, en zonder tijd om je op de vergadering voor te bereiden. Je archiverende brein heeft echte rusttijd nodig om op zijn best te functioneren. Rust in de zin dat het inactief is en niet door enige taak in beslag genomen (o.a. slaap, maar gelukkig kan dat ook in de vorm van dagdromen: dit wordt daarmee de ultieme vorm van hard werken) Zelfs jonge kinderen kunnen ons een spiegel voorhouden: Een kind van vier speelde “moedertje”. Ze zat op een stoel met een gesloten boek op haar knieën waar ze op zat te tikken alsof het een laptop was, en ze hield een houten blok tussen haar schouder en oor geklemd. Toen haar moeder haar iets vroeg, reageerde ze met: “zie je niet dat ik bezig ben?”
NAAR DE JEUGD Wij denken dat onze jeugd, de digital natives, opgroeien met media en dus beter om kunnen gaan met de veelheid van taken - die hun huiswerk maken bij radio en/of tv, - die drie vensters open hebben staan op hun computer, - met vijf Instand Messaging gesprekken tegelijkertijd, - om aandacht vragende tweets, - facebook - of een whatsapp die om aandacht piept, - terwijl er om de vijf minuten een boodschap binnenkomt op hun mobieltje. Maar…..Veel jongeren gebruiken hun onlinetools alleen op de meest eenvoudige, oppervlakkige, reflectieve en consumptieve manier. Heel veel onderzoek toont aan dat geboren digitalen veel aan reflextaken doen en zich veel minder vaak concentreren op één enkel ding.
4
Kinderen die frequent hyperonline zijn, doen het aanmerkelijk slechter op school: - ze kunnen zich slechter concentreren, - hoe minder ze studeren, hoe slechter ze hun huiswerk doen, - hoe langer ze over hun huiswerk doen, - hoe slechter hun cijfers zijn, - hoe minder ze lezen, - en hoe minder gelukkig en hoe eenzamer ze zich voelen. Want er is aangetoond dat er een sterk negatief verband is tussen hyperonline en de emotionele en sociale ontwikkeling. Het treurige feit is dat jonge mensen, in hun hyperonline omgeving, niet leren om de concentratie op te brengen die nodig is voor denken, reflectie en innovatie. “ICT intelligente scholen” (een mooie naam!) moeten hun leerlingen leren hoe ze veel beter met ICT kunnen omgaan in plaats van hun onderwijs af te stemmen op het meest oppervlakkige en verstrooiende gebruik van ICT. Ouders en leerkrachten moeten zorgvuldig nadenken over de werkelijke waarde van wat jonge kinderen met ICT kunnen doen voordat ze het gebruik ervan aanmoedigen, in plaats van later te proberen hun gedrag te corrigeren en te kanaliseren
TOT SLOT
Opvoeders denken dat je met de moderne trends moet meegaan en dat je leerlingen online moet laten. Ze denken dat de leerkrachten zo boeiend moeten zijn dat ze de studenten van hun digitale afleidingen weglokken. Het is erg naïef om te denken dat leerkrachten, zelfs hele goede, deze strijd om de aandacht kunnen winnen van het verslavende hyperonline zijn. Dit gemakkelijke “roeien met de stroom mee” is een enorme gemiste kans. Kinderen moeten juist leren het verschil te maken tussen enerzijds zich op een verstrooiende en consumptieve manier door ICT te laten verleiden en verslaven, en anderzijds op een gecontroleerde, gerichte en productieve manier van ICT gebruik te maken. Het probleem is niet wat kinderen met ICT doen, maar wat ze er niet mee doen. Het probleem is niet wat je leert, maar wat je niet leert, niet wat je doet, maar wat je nalaat te doen, zoals verbale interactie, echte sociale contacten, leren door doen en door objecten te manipuleren, fysieke activiteit, je concentreren, aandacht geven, intensief lezen, studeren en denken.
Laat na vanmiddag die smartphone en Ipad eens even uit. Gebruik rustige momenten om te reflecteren en te archiveren. Dring je reflexbrein in zijn hok, koester je reflecterende brein en geef je archiverende brein de nodige rust. Over dit onderwerp wordt daarom niet getweet, geblogged of anderszins op sociale media gebabbeld. Wim Kerkhofs, 5 maart 2015
5