D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
Finaal ADVANCEauditschema en richtlijnen
www.eu-advance.eu
Pagina 1 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
ADVANCE – Audit- en certificatieprogramma tot verhoging van de kwaliteit van duurzame mobiliteitsplannen in steden Coördinator:
Auteur:
Kastelic Jörg
Duportail Veerle Meerschaert Vincent
Austrian Mobility Research (FGM-AMOR) (Oostenrijks mobiliteitsonderzoek)
Traject
[email protected] +43 316 / 810451-36
[email protected] +32 9 / 242 32 80
Startdatum van de actie:
08/11/2011
Website van het project:
Einddatum van de actie:
07/11/2012
www.eu-advance.eu
Duur:
12 maanden
Project:
ADVANCE
Contractnr.:
IEE/10/199 (S12.589412)
Onderwerp:
WP2 – Ontwikkelen en verbeteren van het ADVANCE-auditschema
Versie:
1
Opgesteld door:
Veerle Duportail, Traject Vincent Meerschaert, Traject
Datum:
29/10/2013
Herzien door:
UNIPI
Datum:
08/11/2012
Gewijzigd door:
TRAJECT
Datum:
015/11/2013
Wettelijke afstandsverklaring: Alleen de auteurs zijn aansprakelijk voor de inhoud van deze publicatie. Deze is niet noodzakelijk de weergave van de opinie van de Europese Unie. Noch de EACI noch de Europese Commissie is verantwoordelijk voor het gebruik dat gemaakt wordt van de hierin vervatte informatie.
www.eu-advance.eu
Pagina 2 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
Inhoudsopgave 1 ADVANCE ................................................................................................................................ 5 1.1 Introductie van ADVANCE ............................................................................................. 5 1.2 Totaal kwaliteitsbeheer in duurzame mobiliteitsplanning .............................................. 6 1.3 Doelstellingen van de ADVANCE-audit ......................................................................... 7 1.4 Doelgroep....................................................................................................................... 7 1.5 Leeswijzer ...................................................................................................................... 7 2 SUMP - Duurzame Mobiliteitsplan in Steden ........................................................................... 9 2.1 Inleiding .......................................................................................................................... 9 2.2 Definitie .......................................................................................................................... 9 2.3 Wat is het doel van een SUMP? .................................................................................... 9 2.4 Wat is de omvang van een SUMP? ............................................................................... 9 2.5 Voordelen van een SUMP ........................................................................................... 10 2.6 Kenmerken van de SUMP methode ............................................................................ 11 2.7 Het SUMP-proces ........................................................................................................ 12 3 De ADVANCE-audit – stapsgewijze beschrijving .................................................................. 14 3.1 ADVANCE-audit stap voor stap ................................................................................... 15 3.2 Gedetailleerde beschrijving van de sleutelelementen van de ADVANCE-audit .......... 28 3.3 Rollen van de ADVANCE-audit.................................................................................... 39 4 Bijlage I – Gedetailleerde beschrijving van de missievelden en actievelden ......................... 44 4.1 Opdrachtdomein 1 – Eerste vereiste ........................................................................... 45 4.2 Opdrachtdomein 2 – Visie en strategie ........................................................................ 48 4.3 Opdrachtdomein 3 – Organisatie ................................................................................. 50 4.4 Opdrachtdomein 4 – Toepassing ................................................................................. 52 4.5 Opdrachtdomein 5 – Monitoring en evaluatie .............................................................. 54 4.6 Actieterrein 1 – Parkingbeheer .................................................................................... 55 4.7 Actieterrein 2 – Stratenontwerp, stratenlandschap en verkeersluwte ......................... 56 4.8 Actieterrein 3 – Wandelen............................................................................................ 57 4.9 Actieterrein 4 – Fietsen ................................................................................................ 59 4.10 Actieterrein 5 - Openbaar vervoer ............................................................................... 61 4.11 Actieterrein 6 – Maatregelen voor auto’s ..................................................................... 63 4.12 Actieterrein 7 – Mobiliteitsbeheer ................................................................................ 64 4.13 Actieterrein 8 – Vrachtbeheer ...................................................................................... 66 5 Bijlage II – ADVANCE-vragenlijst........................................................................................... 67 6 Bijlage III – Glossarium .......................................................................................................... 69 6.1 Algemeen Glossarium .................................................................................................. 70 6.2 Glossarium ADVANCE-audit ....................................................................................... 73 6.3 Referenties ................................................................................................................... 75
www.eu-advance.eu
Pagina 3 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
Lijst met figuren Figuur 1: Toepassingsproces van het ADVANCE-project ............................................................ 5 Figuur 2: Lijst voor het uitwerken van het kwaliteitsbeheer .......................................................... 6 Figuur 3: SUMP-cyclus in relatie tot de missievelden en actievelden ......................................... 12 Figuur 4: Dynamisch karakter van het SUMP-proces in ADVANCE ........................................... 13 Figuur 5: ADVANCE-auditschema .............................................................................................. 14 Figuur 6: Grafiek missievelden .................................................................................................... 32 Figuur 7: Grafiek actievelden ...................................................................................................... 33 Figuur 8: Staafdiagram missievelden .......................................................................................... 33 Figuur 9: Voorbeeld van het ADVANCE-certificaat ..................................................................... 36 Figuur 10: organogram van de ADVANCE certificatie ................................................................ 37 Figuur 11: Elementen van de eerste vereiste in de SUMP-cyclus .............................................. 45 Figuur 12: Elementen van de visie en strategie in de SUMP-cyclus .......................................... 48 Figuur 13: Elementen van de organisatie in de SUMP-cyclus .................................................... 50 Figuur 14: Elementen van de toepassing, met inbegrip van de actievelden .............................. 52 Figuur 15: Elementen van monitoring en evaluatie in de SUMP-cyclus ..................................... 54 Figuur 16: Extract van de ADVANCE-vragenlijst – werkblad missievelden ................................ 67 Figuur 17: Extract van de ADVANCE-vragenlijst – werkblad actievelden .................................. 68
www.eu-advance.eu
Pagina 4 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
1 ADVANCE 1.1
Introductie van ADVANCE
ADVANCE is een door IEE gefinancierd project dat loopt van 2011 tot 2014. Het beoogt de verhoging van de energie-efficiëntie van het stedelijk vervoer en de vermindering van de vraag naar vervoer in Europese steden. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, ontwikkelt en test ADVANCE de ADVANCE-audit en past deze toe.
Figuur 1: Toepassingsproces van het ADVANCE-project
De ADVANCE-audit is een tool waarmee de sterke en zwakke punten in de huidige duurzame stedelijke mobiliteitsplanning worden geanalyseerd en die duidelijke aanwijzingen voor verbeteringen geeft. Maatregelen en actieterreinen om de duurzame stedelijke mobiliteitsplanning te verbeteren, kunnen rechtstreeks worden afgeleid van het actieplan dat voortvloeit uit het auditproces. Het actieplan kan worden gebruikt als basis voor de ontwikkeling van een nieuwe of geüpdatete SUMP (Sustainable Urban Mobility Plan, Duurzaam mobiliteitsplan in steden). DEFINITIE De ADVANCE-audit is een praktische audittool voor het verbeteren van de SUMP (Duurzame Mobiliteitsplannen in Steden). De ADVANCE-audit omvat een systematische evaluatiemethode en richtlijnen, toont de mogelijkheden voor een (nog) succesvolle(re) SUMP en betekent een meerwaarde voor de stad. Een stad die een ADVANCE-audit uitvoert en die voldoet aan de overeengekomen criteria (zie 3.2.6) krijgt het ADVANCE-certificaat. Door de ADVANCE-audit elke 5 jaar uit te voeren, wordt een indicatie verkregen over de vooruitgang in verband met de duurzame mobiliteitsplanning van de stad.
www.eu-advance.eu
Pagina 5 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
1.2
Totaal kwaliteitsbeheer in duurzame mobiliteitsplanning
Volgens de principes van totaal kwaliteitsbeheer is uitstekende kwaliteit het resultaat van 1 continue verbetering die wordt bereikt door de repetitieve cyclus van succes toe te passen om te voldoen aan de behoeften van de stad. Op basis daarvan beschouwt ADVANCE duurzame mobiliteitsplanning als een dynamisch proces dat kan worden voorgesteld met het ADVANCEauditschema. De evaluatiebasis voor het ADVANCE-auditschema wordt gevormd door de zogenaamde actieterreinen en opdrachtdomeinen van de Duurzame Mobiliteitsplannen in Steden: Actievelden zijn acties en maatregelen die worden beschreven in een SUMP; Missievelden zijn gerelateerd aan het proces van een SUMP.
Figuur 2: Lijst voor het uitwerken van het kwaliteitsbeheer Er worden drie categorieën gedefinieerd om de status van een SUMP en het beleid inzake duurzame stedelijke mobiliteit vast te stellen: 1. Beginnende steden “Starting cities”: Deze steden hebben helemaal geen SUMP of geen strategie inzake duurzame mobiliteit. De stad neemt ad hoc maatregelen wanneer zich een dringend mobiliteitsprobleem voordoet en geeft enkel zuiver technische oplossingen op korte termijn voor de mobiliteitsproblemen. Voor beginnende steden bezorgt het ADVANCE-auditschema een eerste mogelijkheid om na te denken over duurzame stedelijke mobiliteitsplanning met behulp van een erkende auditor. De ADVANCE-audit leidt tot een actieplan dat op termijn de basis kan vormen voor de ontwikkeling van een SUMP. 2. Vorderende steden “Advancing cities”: de stad heeft een SUMP en een gemeenschappelijke visie over welke mobiliteitsstrategie gevolgd moet worden. Er bestaat een systematische methode van actuele of verwachte mobiliteitsproblemen. De stad begint met een eerste evaluatie van het huidige mobiliteitsbeleid om uit te zoeken in welke terreinen verbeteringen mogelijk zijn. Vorderende steden “Advanced cities” zullen in staat zijn om hiaten of zwakkere punten in hun SUMPs op te sporen via de gestandaardiseerde methode van het ADVANCEauditschema. De betrokkenheid van belanghebbenden en de prioriteit van acties, geleid door de auditor, maken het mogelijk om het lokale mobiliteitsplan en –beleid te updaten/upgraden. 3. Gevorderde steden: De stad heeft een SUMP en een duidelijke mobiliteitsstrategie. Het mobiliteitsbeleid wordt voortdurend geëvalueerd en daarbij worden kwaliteitsindicatoren gebruikt. De stad loopt vooruit op verwachte mobiliteitsproblemen via monitoring. Het mobiliteitsbeleid is gericht op de toekomst en er worden innovatieve oplossingen toegepast. Voor gevorderde steden bezorgt het ADVANCE-auditschema een tool om kritisch te kijken naar het actuele mobiliteitsbeleid. De voordelen van de ADVANCE-audit zijn te vinden in de 1
De repetitieve cyclus van succes verwijst naar de SUMP-cyclus, zoals gedefinieerd in het ELTIS plus project (zie 2.6)
www.eu-advance.eu
Pagina 6 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
verfijning van de mobiliteitsstrategie en de verbetering van de processen in verband met een SUMP.
1.3
Doelstellingen van de ADVANCE-audit
Het ADVANCE-auditschema is bedoeld om het proces inzake mobiliteitsplanning te systematiseren door het duurzame stedelijke mobiliteitsplan en –beleid te evalueren; de sterke en zwakke punten in de verschillende planningsonderdelen te beschrijven; prioriteit te geven aan acties ter verbetering samen met de desbetreffende belanghebbenden; een ADVANCE-actieplan op te stellen dat een basis kan vormen voor een nieuwe of geüpdatete SUMP Het auditprogramma beoogt niet alleen de verbetering van de kwaliteit van de SUMP als document voor het mobiliteitsplan en -beleid van de stad, maar beoogt ook om het volledige proces voor de ontwikkeling van de SUMP te analyseren, te systematiseren en te verbeteren (betrokkenheid van de burgers en belanghebbenden, een duidelijke visie, samenwerking tussen de verschillende afdelingen (stadsplanning, verkeer… enz.). Deze “proces”-elementen worden geanalyseerd door de Missievelden, de toepassing van maatregelen en acties in de stad wordt geanalyseerd door de Actievelden.
1.4
Doelgroep
Het zijn hoofdzakelijk de steden die baat hebben bij de implementatie van het ADVANCE Audit Schema, onder meer door:
De ontwikkeling van een lokaal actieplan (inclusief aanbevelingen om duurzame mobiliteisplanning in de stad te verbeteren)
Het creëren van een positief imago als duurzame stad
Het verlenen van het ADVANCE certificaat
Een versterkte basis voor toekomstige EU-gefinancierde projecten
De ADVANCE-audit kan worden uitgevoerd in kleine, middelgrote en grote steden. De partnersteden die de ADVANCE-audit testten en toepasten variërden in omvang van ongeveer 35.000 inwoners (Agioi-Anargyroi, Griekenland) tot meer dan 400.000 inwoners (Szczecin, Polen). Maar ook grotere steden kunnen de ADVANCE-audit uitvoeren. Het aantal inwoners is niet het enige criterium dat de doelgroep bepaald. Er dient ook rekening te worden gehouden met de competentie van de stad om beslissingen inzake mobiliteit te nemen.
1.5
Leeswijzer
Het ADVANCE-auditschema stelt steden in staat om de sterke en zwakke punten in de huidige SUMP en het stedelijk beleid te analyseren. De steden worden doorheen het auditproces begeleid door een bekwame ADVANCE-auditor. Steden die met succes slagen voor de ADVANCE-audit krijgen een certificatie. Dit document toont de verschillende stappen in het auditproces, geeft richtlijnen voor zowel de stad als de auditor en beschrijft de criteria voor de certificatie. Het ADVANCE-auditschema is geen theoretisch model maar werd al in de praktijk toegepast tijdens zijn ontwikkelingsfase.
www.eu-advance.eu
Pagina 7 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
2
Het finale ADVANCE-auditschema is gebaseerd op discussies binnen het consortium , een 3 eerste test-run in 3 steden , de feedback van het netwerk EUROCITIES,de feedback van de 4 de 5 wetenschappelijke raad van QUEST en een 2 test-run in 6 steden en 7 Brusselse 6 gemeenten . Eerst wordt het concept van SUMPs beschreven in hoofdstuk 2, met de definitie, het doel, het terrein en de kenmerken van SUMPs. In hoofdstuk 3 wordt de ADVANCE-audit stap voor stap voorgesteld. In Bijlage I wordt een gedetailleerde beschrijving gegeven van de Missievelden en de Actievelden. Bijlage II omvat enkele indrukken van de ADVANCE-vragenlijst en Annex III bevat de ADVANCE woordenlijst.
2
3de consortiumvergadering, Brussel 18-20 april 2012 en 4de consortiumvergadering, Malmö 3-5 december 2012 Szczecin, Malmö en Schaarbeek, zomer – herfst 2012 4 De leden van de wetenschappelijke raad van QUEST: Heiner Monheim, Allen Creedy,Tony May 5 Agioi-Anarg & Kamatero, Judenburg, Maribor, Ploiesti, Terrassa, Ziina, Spring-Summer 2013 6 Anderlecht, Evere, Ganshoren, Jette, Schaerbeek, Ukkel, Watermael-Bosvoorde, Spring-Summer 2013 3
www.eu-advance.eu
Pagina 8 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
2
SUMP - Duurzame Mobiliteitsplan in Steden
2.1
Inleiding
SUMPs (duurzame mobiliteitsplannen in steden) omvatten een reeks onderling gerelateerde maatregelen, ontworpen om te voldoen aan de huidige en toekomstige mobiliteitsbehoeften van mensen en bedrijven. Ze zijn het resultaat van een geïntegreerde planningmethode en behandelen alle wijzen en vormen van vervoer in steden en in de stedelijke rand. De sterkte van de SUMPs ligt in het feit dat ze voortbouwen op de bestaande planningactiviteiten. Doorheen Europa kent men verschillende manieren om de duurzame stedelijke mobiliteitsplanning aan te pakken. Daar waar landen als bijvoorbeeld Frankrijk en het VK worden beschouwd als voorlopers, zijn duurzame mobiliteitsplannen een nieuwe of nog onbekende planningtool in andere delen van de EU. Duurzame mobiliteitsplannen in steden betekenen: “Planning voor mensen”. Duurzame mobiliteitsplanning in steden heeft alles te maken met vooruitgang in de juiste richting. In het ELTIS plus project worden de voordelen van SUMPs in de verf gezet en vergeleken met de traditionele vervoersplannen. Verder wordt een poging gedaan om de minimale vereisten te definiëren voor het opstellen van kwaliteitsvolle SUMPs, de inhoud van de plandocumenten, 7 alsook de toepassing ervan.
2.2
Definitie
Een duurzaam stedelijk mobiliteitsplan is een strategisch plan dat wordt ontworpen om te voldoen aan de mobiliteitsbehoeften van mensen en bedrijven in steden en in de stedelijke rand met het oog op een betere levenskwaliteit. Het plan bouwt voort op bestaande planningpraktijken en houdt rekening met de integratie-, participatie-, en evaluatieprincipes.
2.3
Wat is het doel van een SUMP?
Een SUMP heeft de bedoeling om een duurzaam stedelijk vervoerssysteem op te stellen door – ten minste – de volgende doelstellingen te behandelen: De toegankelijkheid van vervoersystemen garanderen voor iedereen; Verbeteren van de veiligheid; Verminderen van luchtvervuiling en geluidsoverlast, van de emissies van broeikasgassen en het energieverbruik; Verbeteren van de doeltreffendheid en verantwoorde kosten met betrekking tot het vervoer van mensen en goederen; Verhoogde aantrekkelijkheid en kwaliteit van de stedelijke rand.
2.4
Wat is de omvang van een SUMP?
De beleidslijnen en maatregelen, gedefinieerd in een SUMP, omvatten alle wijzen en vormen van vervoer in de hele stedelijke agglomeratie, met inbegrip van openbaar en privévervoer, reizigers- en vrachtvervoer, gemotoriseerd en ander vervoer, zich verplaatsen en parkeren.
7
ELTIS plus 2011: Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan. (werkdocument onderdeel van Deliverable 2.2) – www.mobilityplan.eu
www.eu-advance.eu
Pagina 9 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
2.5
Voordelen van een SUMP
Het is belangrijk te benadrukken dat duurzame mobiliteitsplanning in steden geen volledig nieuwe planningmethode is, maar voortbouwt op bestaande planningactiviteiten. Bijgevolg zouden gemeenten een SUMP niet te hoeven beschouwen als weer een ander plan op de stedelijke agenda. Er zijn heel wat voordelen aan duurzame mobiliteitsplanning in steden, zoals: Betere levenskwaliteit: aantrekkelijker openbare ruimtes, verbeterde (verkeers-) veiligheid, betere luchtkwaliteit, minder uitstoot of minder lawaai. Daartoe bevat duurzame mobiliteitsplanning in steden ook een emotionele boodschap (veiliger stedelijke omgeving, veiligheid van kinderen). Voordelen op het gebied van milieu en gezondheid: naast de positieve gevolgen in termen van luchtkwaliteit en lawaai, is er ook een positieve weerslag op de gezondheid zodat aanzienlijk bespaard kan worden op de gezondheidskosten. Verbeterde mobiliteit en toegankelijkheid: de toepassing van duurzame mobiliteitsprojecten of –maatregelen betekent een verbetering van de mobiliteitssituatie van de burgers en vergemakkelijkt de toegankelijkheid tot stedelijke gebieden en hun diensten. Verbeterd imago van een stad: een stad die zich bezighoudt met duurzame mobiliteitsplanning krijgt het imago van een stad die innovatief en toekomstgericht is. Mogelijkheid om meer mensen te bereiken: duurzame mobiliteitsplanning in steden biedt de planners een geïntegreerde en interdisciplinaire methode voor het plannen van mobiliteit. Planners krijgen de kans om meer mensen te bereiken en beter te reageren op de behoeften van de verschillende gebruikersgroepen. Beslissingen, gesteund door burgers en belanghebbenden: door de belanghebbenden en burgers erbij te betrekken kunnen beslissingen voor of tegen specifieke stedelijke mobiliteitsmaatregelen een aanzienlijk niveau van “publieke legitimiteit” bereiken. Doeltreffend naleven van de wettelijke verplichtingen: zoals de Richtlijn inzake luchtkwaliteit van de Europese Commissie of de nationale reglementeringen inzake geluidsoverlast. Nieuwe politieke visie: voor functionarissen bij de lokale overheden geeft een SUMP een agenda op lange termijn en een duidelijk werkprogramma. Indien goed uitgevoerd, kan een SUMP betere resultaten met minder conflicten opleveren. Integratiemogelijkheid: de relevantie van het SUMP-beleid is niet beperkt tot mobiliteit en transport, deze geïntegreerde planningmethode draagt ook bij tot het halen van andere lokale doelstellingen (economisch, sociaal, en ecologisch). Verbetering van de concurrentiekracht van een stad en toegang tot financiële middelen: SUMPs kunnen planners helpen met bepaalde financiële middelen die beschikbaar zijn voor innovatieve oplossingen of geïntegreerde planningmethodes.
www.eu-advance.eu
Pagina 10 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
2.6
Kenmerken van de SUMP methode
Een duurzaam stedelijk mobiliteitsplan is een manier om de transportproblemen in stedelijke gebieden efficiënter aan te pakken. Voortbouwend op de bestaande praktijken en reglementaire kaders, omvat het de volgende kenmerken: Een participatieve methode: burgers en belanghebbenden van bij het begin en doorheen het hele proces betrekken bij de besluitvorming, toepassing en evaluatie, opbouwen van lokale capaciteit voor het behandelen van complexe planningproblemen, en zorgen voor gendergelijkheid; Een belofte van duurzaamheid: evenwicht tussen economische ontwikkeling, sociale gelijkheid en milieukwaliteit; Een geïntegreerde methode: spreiden van praktijken en beleidslijnen over de beleidssectoren (bijv. transport, gebruik van land, milieu, economische ontwikkeling, sociale insluiting, gender-gelijkheid, gezondheid, veiligheid), over de overheidsniveaus (bijv. district, gemeente, agglomeratie, regio, natie, EU), en over naast elkaar liggende overheden (intergemeentelijk, interregionaal, transnationaal enz.); Focus op het realiseren van meetbare doelen, afgeleid van de doelstellingen op korte termijn, afgestemd op een visie op transport en ingebed in een algemene strategie van duurzame ontwikkeling; Herziening van transportkosten en -voordelen, rekening houdende met bredere maatschappelijke kosten en voordelen, ook over de beleidssectoren heen; Een methode die de volgende taken omvat: 1. Statusanalyse en basisscenario; 2. Definiëren van een visie, doelstellingen en doelen; 3. Selecteren van beleidslijnen en maatregelen; 4. Toewijzen van verantwoordelijkheden en middelen; 5. Afspraken voor monitoring en evaluatie.
www.eu-advance.eu
Pagina 11 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
2.7
Het SUMP-proces 8
Op basis van de methodologie die werd ontwikkeld binnen het ELTIS plus project , werd een ideale SUMP gedefinieerd (Figuur 3). In dit subhoofdstuk worden de belangrijkste stappen en elementen van duurzame stedelijke mobiliteitsplanning beschreven. Het ADVANCE-auditproces dat is gebaseerd op deze SUMP-ontwikkelingscyclus, maakt een onderscheid tussen missievelden (5 missievelden, gerelateerd aan het proces voor het opstellen van een SUMP) en actievelden (8 actievelden, gerelateerd aan de toepassing van de maatregelen die zijn gedefinieerd in een SUMP), die samen de belangrijkste elementen van een SUMP vormen.
Figuur 3: SUMP-cyclus in relatie tot de missievelden en actievelden (Bron: richtlijnen SUMP - ELTISplus 2011)
8
ELTIS plus 2011: Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan. (werkdocument dat onderdeel vormt van Deliverable 2.2) – www.mobilityplan.eu
www.eu-advance.eu
Pagina 12 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
Het belangrijkste element waarmee rekening gehouden moet worden, is het zich herhalende proces om het plan uit te werken: het uitwerken van een SUMP mag niet het samenvattende resultaat zijn van opeenvolgende studiefasen maar moet een geïntegreerd proces zijn met het oog op een gedeelde diagnose van de situatie, een progressieve definitie van de doelstellingen en de consistentie van de middelen. Het dynamische karakter van het SUMP-proces wordt behandeld in de missievelden.
Figuur 4: Dynamisch karakter van het SUMP-proces in ADVANCE Bijlage I bevat een gedetailleerde beschrijving van de missievelden en de actievelden.
www.eu-advance.eu
Pagina 13 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
3 De ADVANCE-audit – stapsgewijze beschrijving Het ADVANCE-auditschema helpt een stad om het duurzame stedelijke mobiliteitsplan en beleid (SUMP) op te stellen en de kwaliteit ervan te verbeteren. Het ADVANCE-auditschema leidt steden in 5 stappen doorheen de audit gedurende een periode van maximaal 6 maanden. Figuur 5 toont het ADVANCE-auditproces. Paragraaf 0 geeft een stapsgewijze beschrijving van de ADVANCE-audit met uitleg over de activiteit die plaatsvindt, de timing, de benaderende duur en de betrokken partners.
Figuur 5: ADVANCE-auditschema Bepaalde sleutelelementen van de ADVANCE-audit (taken van de stad, rol van de auditor…) worden gedetailleerd uiteengezet in de paragrafen 3.2 en 3.3.
www.eu-advance.eu
Pagina 14 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en Richtlijnen
3.1
ADVANCE-audit stap voor stap
3.1.1
Legende
LEGENDE
Acties
Te controleren taken
Suggesties, aanbevelingen
Opleidingsmateriaal (sjablonen, documenten) beschikbaar voor de auditor
www.eu-advance.eu
Pagina 15 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
3.1.2
Eerste contact
De stad toont belangstelling voor de ADVANCE-audit en wordt gecontacteerd door een erkende ADVANCE-auditor. Betrokken spelers
Activiteit
Periode
Duur
EERSTE CONTACT Er wordt een ontmoeting georganiseerd tussen de auditor en de stad. Aan de hand van een inleidende presentatie geeft de auditor een uiteenzetting over het ADVANCE-auditproces en over het vereiste engagement van de stad. De auditor legt 9 duidelijk uit wat zijn rol is als facilitator van het auditproces en beschrijft wat de mogelijke outputs en voordelen voor de stad zijn (doelstellingen van de audit, omvang van het actieplan, certificatiecriteria …). 10 De auditor beschrijft de capaciteiten en middelen die nodig zijn voor het samenstellen van de ADVANCE-werkgroep . Daarbij 11 legt de auditor bijzondere nadruk op de betrokkenheid van de desbetreffende belanghebbenden . Daarbij wordt rekening gehouden met de gewoonten van de stad inzake het betrekken van belanghebbenden en wordt een definitieve beslissing genomen over de samenstelling van de werkgroep. De stad en de auditor komen samen de definitieve samenstelling van de werkgroep overeen.
Week 1
1,5 u vergadering
Week 1
2u
Auditor Contactpersoon van de stad
Er wordt een contactpersoon voor ADVANCE binnen de stad (bijvoorbeeld mobiliteitscoördinator) aangesteld. De relevante documenten (mobiliteitsplan, vervoersplan, SUMP, lijst van belanghebbenden…) worden bezorgd aan de auditor. -
Om een hoog niveau van politieke interventie mogelijk te maken, moet een politicus lid zijn van de ADVANCEwerkgroep. Om een goede opvolging en continuïteit van het auditproces te garanderen is het belangrijk om meteen de juiste personen te betrekken, zowel de contactpersoon als de leden van de ADVANCE werkgroep, gedurende het volledige proces.
De auditor verzamelt bepaalde inhoudelijke indicatoren. Deze indicatoren helpen de auditor om de basissituatie van 12 de stad uit te tekenen.
Auditor
Daarbij wordt voorgesteld een compendium te vragen van persartikels over de laatste 2 jaar die handelen over mobiliteit en stedelijke planning. De opinies van de journalisten geven een indruk van de publieke discussie. Ook alle publicaties van de stad over de laatste 2 jaar inzake mobiliteit vormen een belangrijke bron van informatie.
9 10 11 12
Zie 3.3.2 voor meer gegevens over de rol van de auditor. Zie 3.2.1 voor meer gegevens over de werkgroep. Zie 3.3.3 voor meer gegevens over de betrokkenheid van de belanghebbenden. Zie 3.2.3 voor meer gegevens over de inhoudelijke indicatoren.
www.eu-advance.eu
Pagina 17 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
Activiteit Er wordt een uitnodiging voor de eerste vergadering gestuurd aan alle deelnemers, met inbegrip van de externe belanghebbenden. De uitnodiging vermeldt een informeel moment (bijvoorbeeld broodjeslunch) als onderdeel van de eerste vergadering van de werkgroep.
www.eu-advance.eu
Periode
Duur
Week 1
1u
Betrokken spelers Auditor
Pagina 18 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
Stap 1 – Analyse van de huidige situatie
3.1.3 Activiteit
De auditor voert een eerste onderzoek uit van de relevante documenten (SUMP, mobiliteitsplannen, vervoersplan enz.). De auditor brengt een bezoek aan de stad. Dit plaatselijke bezoek kan gecombineerd worden met de eerste vergadering van de werkgroep.
Periode
Duur
Betrokken spelers
Week 2–3
16 u
Auditor
Week 3 (Week 1)
4u
Auditor
Week 3
3u vergadering
Het is raadzaam om het terreinbezoek samen te doen met iemand van het mobiliteitsdepartement. Zorg wel dat het terreinbezoek hierdoor niet beïnvloed kan worden. De auditor stelt fotodocumentatie op van de vooren nadelen, die een goede basis kunnen vormen voor latere besprekingen tijdens de vergaderingen. M1 – INLEIDENDE VERGADERING (= eerste vergadering ADVANCE-werkgroep) De eerste vergadering van de ADVANCE-werkgroep begint met een informeel moment (lunch) waar alle deelnemers elkaar kunnen leren kennen. Dit vergemakkelijkt het samenwerken tijdens de rest van het auditproces. Na het informele moment verklaart de auditor aan de hand van een presentatie alle details van het ADVANCEauditproces. Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de rol van de deelnemers en wat van hen wordt verwacht. De positie van de auditor en de definitieve doelstelling van de ADVANCE-audit moeten voor alle deelnemers van bij de aanvang duidelijk zijn. Daarna wordt een tijdschema opgesteld voor de hele procedure: er worden datums bepaald voor de volgende 3 of 4 13 vergaderingen en alle deelnemers beloven deze vergaderingen bij te wonen. De auditor bezorgt iedereen de ADVANCE-vragenlijst die gebruikt zal worden om van de kwaliteit van de mobiliteitsplanning in de stad te evalueren. Het doel van deze vragenlijst wordt uitgelegd aan alle partners en de verschillende onderwerpen worden kort belicht. De auditor vermeldt ook het glossarium op het einde van de vragenlijst. De deelnemers kunnen al vragen stellen over het proces en de vragenlijst. De auditor benadrukt dat hij/zij tijdens het hele proces beschikbaar is voor alle bijkomende vragen, bijvoorbeeld als bepaalde vragen of gebruikte termen nadere uitleg behoeven.
Auditor ADVANCEwerkgroep
Het wordt aangeraden dat een van de politieke spelers de start geeft voor de inleidende vergadering om zo het politieke engagement voor het toepassen van de ADVANCE-audit te tonen.
13
Het kan nodig zijn een tweede vergadering te houden over de huidige stand van zaken om te komen tot een consensus over de mogelijke elementen voor het opstellen van een eerste lijst met acties tot verbetering. Zie 3.1.4 Stap 2 – Evaluatie.
www.eu-advance.eu
Pagina 19 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
Activiteit
Periode
Duur
Betrokken spelers
Inleidende standaardpresentatie van ADVANCE, ADVANCE-vragenlijst, Samenvattende tool voor de ADVANCE-vragenlijst, Sjabloon van de ADVANCE prioriteitentabel M3 Sjabloon van het ADVANCE actieplan Sjabloon van het ADVANCE-auditrapport.
www.eu-advance.eu
Pagina 20 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
Stap 2 – Evaluatie
3.1.4 Activiteit
Periode
Duur
De leden van de ADVANCE-werkgroep vullen de vragenlijst individueel in. De ADVANCE-auditor blijft standby per telefoon en e-mail voor vragen en hulp.
Week 5–7
± 1u30 u per persoon
Alle individuele antwoorden worden verzameld, samengevat en geanalyseerd door de auditor. Hij/zij maakt een overzicht van de resultaten, een lijst van de individuele opmerkingen en bereidt de consensusvergadering voor.
Week 8–9
16 u
Betrokken spelers ADVANCEwerkgroep Auditor
De auditor kan de samenvattende tool van de ADVANCE-vragenlijst gebruiken om de individuele resultaten te analyseren. Er worden ook automatisch grafieken opgesteld die helpen bij de interpretatie van de algemene resultaten en die de discussie en het bereiken van een consensus vergemakkelijken. M2 – CONSENSUSVERGADERING(EN) HUIDIGE STAND VAN ZAKEN De auditor presenteert de resultaten van de enquête. Daarbij wordt gefocust op de punten waar de antwoorden sterk verschillen. Via een plenaire bespreking wordt voor elk opdrachtdomein gezocht naar een consensus over de score of het antwoord. Er zijn verschillende mogelijkheden om een consensus te bereiken: het wiskundige gemiddelde behouden, vermeerderen of verminderen op basis van de argumenten van de individuele groepsleden, stemmen over een gemiddelde score … De auditor speelt in de hele discussie de rol van facilitator. Dezelfde discussie wordt ook gevoerd voor de actievelden. Op basis van het eerste onderzoek en het plaatselijke bezoek door de auditor en de scores voor de verschillende actievelden wordt duidelijk op welke actievelden de stad zich in de toekomst moet concentreren. Voor elke verklaring inzake de missievelden en actievelden mag er slechts één score worden gegeven door de ADVANCE-werkgroep.
Week 10
4u Auditor vergadering ADVANCEof 2x3 u werkgroep vergadering de als 2 consensusvergadering nodig is
In sommige steden kan een tweede vergadering over de huidige stand van zaken nodig zijn om te komen tot een consensus over de mogelijke elementen voor het opstellen van een voorlopige lijst met acties ter verbetering. Het behoort onder andere tot de taken van de auditor om aan te voelen of er nood is aan een tweede consensusvergadering. Suggesties voor tijdens het overleg: Het is aan te raden om de presentatie te starten met een SWOT-analyse van de huidige mobiliteitssituatie gebaseerd op desk research en het terreinbezoek. De meerderheid van de mensen kent de SWOT-benadering en het is een goed vertrekpunt om te starten met de resultaten van de vragenlijst. Houd halverwege het overleg een pauze: de deelnemers zullen actiever zijn als er een pauze is voorzien halverwege het 4 uur durend overleg.
www.eu-advance.eu
Pagina 21 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
Activiteit
Periode
Duur
Betrokken spelers
Week 10
4u
Mobiliteitscoördinator / medewerker van de afdeling Mobiliteit
Het is nuttig om op het einde van het overleg één slide te presenteren met de conclusies van het overleg. Dit kan vervolgens ook gebruikt worden als startpunt voor het actieplan. Maak het overleg zo interactief als mogelijk is en laat de deelnemers de resultaten van de vragenlijst bespreken. Laat de deelnemers de 3 sterkste en de 3 zwakste maatregelen raden alvorens de resultaten te presenteren.
Herzien van de bestaande beleidslijnen en –strategieën binnen de stad en opmaken van een lijst met huidige acties ter verbetering die gepland zijn in de stad en die relevant zijn voor de verbetering van de duurzame stedelijke mobiliteit. Een voorlopige lijst opstellen van mogelijke acties voor toekomstige verbetering zoals die naar voor komen tijdens de consensusvergadering.
www.eu-advance.eu
Pagina 22 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
Stap 3 – Prioriteiten stellen
3.1.5 Activiteit
Periode
Duur
Betrokken spelers
Week 11 – 14
60 u
Auditor / Mobiliteitscoördinator / medewerker van de afdeling mobiliteit
Het ontwerp AP wordt besproken met de mobiliteitsafdeling om de lijst met verbeteringsmaatregelen te finetunen.
Week 15 – 16
8u
Auditor / Mobiliteitscoördinator / medewerker van de afdeling mobiliteit
De auditor stuurt het herziene AP naar de leden van de werkgroep met het oog op de vergadering. Tijdens het overleg zullen de prioriteiten bepaald worden.
Week 15 – 16
2 u per persoon
De auditor stelt, in overleg met de stad (afdeling mobiliteit) een voorlopig actieplan op (AP) op basis van de lijst met mogelijke acties ter verbetering die het resultaat zijn van Stap 2. Om de discussie over prioriteiten te voeden kan de auditor gebruik maken van de prioriteitentabel M3. Deze tabel bevat de algemene doelen zoals uitgezet in het mobiliteitsbeleid, aangevuld met enkele specifieke doelen die de auditor in samenspraak met de stad bepaald. Het is belangrijk dat deze tabel louter als kwalitatief hulpmiddel gebruikt wordt door de auditor om de discussie tijdens overleg M3 te voeden, en niet als communicatieinstrument. In dit AP worden concrete doelstellingen en acties uiteengezet in een tijdstabel met specifieke budgetten en verantwoordelijken of afdelingen, alsook de impact op de vermindering van CO2 en op energiebesparingen.
M3 –VERGADERING OM DE PRIORITEITEN TE BEPALEN Er wordt gediscussieerd over de prioriteiten op de lijst met acties die is opgenomen in het ontwerp van AP. De discussie gebeurt tijdens een plenaire sessie of in de verschillende werkgroepen. De auditor leidt de discussie en helpt de werkgroep bij het bepalen van de prioriteiten. Voor de volgende stap wordt er rekening gehouden met alle opmerkingen (opstellen van het definitieve actieplan). De werkgroep bespreekt en wordt het eens over welke (andere) belanghebbenden geraadpleegd moeten worden alvorens het definitieve AP op te stellen. 14
Kort na deze vergadering neemt de contactpersoon van de stad contact op met de primaire spelers vraagt hun advies over de lijst met prioriteiten.
en
Week 17
Week 18 – 19
ADVANCEwerkgroep
4u Auditor vergadering ADVANCEwerkgroep
4u bilaterale contacten
Contactpersoon van de Stad
De auditor wordt op de hoogte gesteld van de opmerkingen van de primaire spelers. Suggesties voor tijdens het overleg: Om het debat te voeden, is het behulpzaam om voorbeelden te introduceren.
14
Belanghebbenden die geraakt worden door mobiliteitsmaatregelen, bijv. NGO’s; zie hoofdstuk 3.2.5
www.eu-advance.eu
Pagina 23 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
Activiteit
Periode
Duur
Betrokken spelers
Het is belangrijk om de vergaderingen zo levendig mogelijk te maken en deelnemers te stimuleren zo actief mogelijk deel te nemen. Het ontwerp van het actieplan moet voldoende op voorhand aan alle leden van de ADVANCE-werkgroep bezorgd worden. Gesuggereerde methodologie om prioriteiten te stellen. Ster-methodologie: De prioritisering bestaat uit twee stappen: - Stap 1 is een stemronde om de acties te prioritiseren. Daarbij wordt rekening gehouden met de volgende criteria voor prioritisering: toegankelijkheid tot alle transportmiddelen, toegankelijkheid voor iedereen, levenskwaliteit, verkeersveiligheid, bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid. Elke actie wordt beoordeeld met 1, 2 of 3 sterren. De beoordeling wordt gevolgd door een discussie over de verschillende beoordelingen. Op het einde wordt het gemiddelde voor elke actie getoond om zo de prioritaire acties te bepalen. - Stap 2: de leden van de werkgroep brengen de haalbaarheid (mogelijke succesfactoren) en de tijdsduur voor uitvoering in kaart.
Prioritisatie door de belangrijkste actoren: - Er zullen 2 M3-vergaderingen plaats vinden: één met de leden van de WG en een met de belangrijkste actoren. Er worden 2 vergaderingen georganiseerd zodat langs de ene kant de WG vanaf het begin betrokken is waardoor ze het proces goed kennen en zodat langs de andere kant de belangrijkste actoren zich vrij zouden voelen om te kunnen spreken. Het proces van prioritisatie is het resultaat van deze twee vergaderingen. - Tijdens M3 dient elk lid van de WG zijn mening te uiten over de prioritisatie van acties binnen het veld waarin hij expert is. Prioritisatie voorafgaand aan M3: - Na de consensusvergadering worden alle leden van de WG die verschillende organisaties vertegenwoordigen, stakeholders en de stad gevraagd om hun lijst met prioriteiten op te stellen. - Zij zenden hun lijst naar de auditor. - De auditor bekijkt de lijsten en vergelijkt de resultaten met die van M2 om zo de finale lijst van prioriteiten op te stellen voor de prioritisatiemeeting M3. - de finale versie van de lijst wordt naar alle leden van de WG verzonden voorafgaand aan M3.
www.eu-advance.eu
Pagina 24 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
Activiteit
Periode
Duur
Betrokken spelers
De manier waarop de primaire spelers worden geraadpleegd is afhankelijk van de gewoonten van de stad: bilaterale vergaderingen met de belangrijkste actoren na M3 In aanwezigheid van de belangrijkste actoren uit M3 per telefoon door de auditor
www.eu-advance.eu
Pagina 25 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
Stap 4 – Definitieve actieplan
3.1.6 Activiteit
Op basis van de vorige stappen stelt de auditor het definitieve ADVANCE-actieplan op.
Periode
Duur
Week 20
8u
Betrokken spelers Auditor
Het AP wordt voor de laatste opmerkingen naar de werkgroep gestuurd. M4 – VERGADERING DEFINITIEF ACTIEPLAN De ADVANCE-werkgroep presenteert het definitieve AP aan de politieke vertegenwoordigers van de stad. Na de discussies wordt tot een akkoord gekomen over de acties ter verbetering en de prioriteiten.
Week 21
4u Auditor vergadering ADVANCEwerkgroep
Week 21 – 22
4u
Auditor
De auditor keurt het definitieve AP goed.
Week 23
1u
Auditor
Het AP wordt goedgekeurd door de politieke vertegenwoordigers van de stad.
Week 23
De auditor herziet het definitieve AP op basis van de opmerkingen van de vertegenwoordigers.
www.eu-advance.eu
Auditor ADVANCE werkgroep Politieke vertegenwoordigers van de stad
Pagina 26 van 76
D2.5 Final ADVANCE Auditschema en richtlijnen
3.1.7
Stap 5: Auditrapport en certificatie
Activiteit De auditor schrijft het auditrapport met daarin: – de aantekeningen over de vergaderingen van de werkgroep – de aanbeveling voor de certificatie Het definitieve goedgekeurde actieplan wordt als bijlage bij het auditrapport gevoegd. 15
Als de stad voldoet aan de certificatiecriteria, ontvangt ze het ADVANCE-certificaat . Dit gebeurt tijdens een ceremonieel moment in aanwezigheid van de politieke vertegenwoordigers, de ADVANCE-werkgroep en de desbetreffende belanghebbenden.
15
Periode
Duur
Betrokken spelers
Week 24
16 u
Auditor
Week 25
Iedereen
De ccriteria voor ertificatie worden bepaald onder 3.2.6.
www.eu-advance.eu
Pagina 27 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
3.2 3.2.1
Gedetailleerde beschrijving van de sleutelelementen van de ADVANCE-audit De ADVANCE-werkgroep
De ADVANCE-werkgroep is de hoofdspeler in het auditproces. De werkgroep is samengesteld om te discussiëren over de sterke en zwakke punten van de stedelijke mobiliteitsplanning en om manieren voor verdere verbetering te bepalen. De werkgroep moet samengesteld zijn uit de belangrijkste interne en externe spelers inzake stedelijk vervoer en stedelijke mobiliteitsplanning. Het is belangrijk dat de samenstelling van de groep een weerspiegeling is van de afdelingen en belanghebbenden binnen de stad die verantwoordelijk zijn voor de functies met betrekking tot de missievelden en actievelden. Maar om redenen van doeltreffendheid wordt de werkgroep beperkt tot een maximaal aantal mensen. Het wordt aangeraden werkgroepen samen te stellen van 10 tot 15 deelnemers. De precieze samenstelling van de groep is niet bepaald – daarover moet de stad zelf beslissen – maar tot de beoogde functies, vertegenwoordigd in de werkgroep, behoren onder andere de mensen die verantwoordelijk zijn voor de planning van het landgebruik, voor de planning en leveringsinfrastructuur en voor allerhande diensten (bijv. zij die het fietspadennet plannen, maar ook zij die dit toepassen en onderhouden), en ook de privé-organisaties die diensten leveren zoals in sommige steden, het openbaar vervoer. Verder is het belangrijk mensen op te nemen die verantwoordelijk zijn voor het financieren van het vervoer; zij die verantwoordelijk zijn voor het verzamelen van gegevens over de stad (bijv. verkeerstellingen, socio-economische gegevens) en zij die verantwoordelijk zijn voor de mobiliteitsmaatregelen die worden genomen door de stad. Het is belangrijk dat niet alleen de sleutelactoren (spelers die verantwoordelijk zijn voor het uitwerken van de audit: openbare administratie, politieke spelers …) maar ook de desbetreffende toepassers (spelers die verantwoordelijk zijn voor het toepassen van de maatregelen van een SUMP: operatoren van openbaar vervoer, spelers verantwoordelijk voor infrastructuur …) vertegenwoordigd zijn in de werkgroep. Door bijvoorbeeld primaire spelers (gebruikersverenigingen) te betrekken bij de activiteiten van de werkgroep is een evenwichtiger en dus geloofwaardiger evaluatie mogelijk van de duurzame mobiliteit van een stad. Door ook belangrijke externe leveranciers van mobiliteit te betrekken bij het hele evaluatieproces kunnen verbeteringsacties worden uitgewerkt die algemeen worden aanvaard. Er dient ook rekening te worden gehouden met de gewoonten van de stad met betrekking tot de betrokkenheid van de belanghebbenden bij het samenstellen van de werkgroep. De betrokkenheid van de belanghebbenden wordt hierna beschreven (3.3.3 Betrokkenheid van belanghebbenden). Het is belangrijk uit te zoeken welk belang het politieke niveau heeft bij de ADVANCE-audit alvorens het reële auditproces te starten. Zeker de stadsadviseurs voor vervoer en mobiliteit moeten een korte inleiding krijgen over het ADVANCE-auditschema en hoe dit werkt. De stad en de auditor bepalen samen de samenstelling van de werkgroep bij de start van het auditproces. Tijdens de ADVANCE-audit komt de werkgroep ten minste vier keer bijeen. Met het oog op een efficiënt en productief auditproces moet de samenstelling van de werkgroep zo veel mogelijk dezelfde blijven tijdens het hele proces. Bij het selecteren van de leden van de werkgroep vormen hun engagement en beschikbaarheid een van de criteria waarmee rekening dient te worden gehouden. De belangrijkste activiteiten van de werkgroep omvatten het evalueren van de missievelden en actievelden, discussiëren over de sterke en zwakke punten, en manieren bepalen voor verdere
www.eu-advance.eu
Pagina 28 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
verbetering (actieplan). Tijdens het eerste contact moet nog één specifieke rol worden opgenomen door één persoon, namelijk de rol van de contactpersoon van ADVANCE die het belangrijkste contactpunt vormt tussen de stad en de ADVANCE-auditor. De ADVANCE-auditor stuurt het proces en heeft een objectiever beeld op het mobiliteitsbeleid van de stad. Het is belangrijk een gemeenschappelijk begrip te hebben van het ADVANCE-auditschema en de gegevens over de missievelden en actievelden te delen met de leden van de ADVANCEwerkgroep. Tijdens de inleidende vergadering moet de auditor een inleidende voorstelling geven van de ADVANCE-audit, omvattende het hele proces, het ADVANCE-auditschema, de ADVANCE-vragenlijst en het ADVANCE-materiaal.
3.2.2
Wat is beschikbaar?
De auditor beschikt over het volgende ADVANCE-materiaal Inleidende voorstelling van ADVANCE: ADVANCE introductie.ppt (PowerPoint) ADVANCE-vragenlijst: ADVANCE-vragenlijst.xls (Excel) Samenvattende tool voor de ADVANCE-vragenlijst: ADVANCE samenvattende tool.xls (Excel) Sjabloon voor het ADVANCE actieplan: Lokaal actieplan.doc (word) Sjabloon voor het evaluatierapport: Evaluatierapport ADVANCE-audit.doc (Word)
3.2.3
Indicatoren voor de stedelijke context
Alvorens de reële audit te starten, verzamelt de auditor bepaalde contextuele indicatoren om een duidelijk en objectief totaalbeeld te krijgen van het mobiliteitsbeleid van de stad. De stad dient daarover alle informatie te verstrekken. De contextuele indicatoren worden ondergebracht in twee hoofdgroepen. Enerzijds die indicatoren die de auditor helpen om de basissituatie van de stad te bepalen en, anderzijds die indicatoren die de auditor helpen om veranderingen in de lokale mobiliteitsbeleidslijnen te evalueren. De gegevens zijn belangrijk om de gevolgen van de toepassing van de ADVANCE-audit te evalueren. De auditor moet deze gegevens verzamelen en opnemen in het sjabloon voor het evaluatierapport. Contextuele indicatoren Basisindicatoren Bevolking
Aantal inwoners
Bevolkingsdichtheid
Aantal inwoners / km²
Gebied
Km²
Bevolking boven 65 jaar
In %
Bevolking onder 18 jaar
In %
Studenten
Totaal aantal studenten
Modale opsplitsing (voetgangers, fietsers, openbaar vervoer, auto) in % Voertuigeigenaars
16
Voertuigen / 1.000 inwoners
Werkloosheidspercentage
16
Jaar
In %
Voor meer informatie: Eurostat Urban Audit – indicator number of cars per 1000 inhabitants. http://www.eea.europa.eu/data-en-maps/figures/passenger-car-ownership-in-the-eea
www.eu-advance.eu
Pagina 29 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
BBP per hoofd
17
In EUR
Organisatorische indicatoren Verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in de stad. Aantal wegen in de stad die vallen onder een hoger regeringsniveau. Verantwoordelijk voor het opleggen van het parkeerbeleid binnen de stad. Relatief aantal medewerkers betrokken bij de mobiliteit binnen de stad Bestaande mobiliteitsgroepen in de plaatselijke administratie Frequentie van politieke besluitvormingsgroepen Frequentie van de administratieve besluitvormingsgroepen met betrekking tot mobiliteit Betrokkenheid van de belanghebbenden bij de besluitvormingsprocessen
3.2.4
De ADVANCE-vragenlijst
De ADVANCE-vragenlijst is het belangrijkste instrument om (Stap 2) zowel de SUMP als de actuele mobiliteitsstrategie van de stad te evalueren. De ADVANCE-vragenlijst omvat de 5 missievelden en de 8 actievelden. Inhoud van de ADVANCE-vragenlijst 18
De ADVANCE-vragenlijst is een Excel-document bestaande uit de volgende werkbladen : Gebruiksaanwijzingen: uitleg en richtlijnen voor het invullen van de vragenlijst (bedoeld voor de leden van de werkgroep) Ondervraagde: sjabloon voor de contactgegevens van de ondervraagden Missievelden: werkbladen voor het evalueren van de missievelden Actievelden: werkblad voor het evalueren van de actievelden Score: samenvatting van de scores van zowel de missievelden als de actievelden Output: grafieken / kaarten die automatisch worden gegenereerd om de evaluatieresultaten weer te geven Op welke manier een score geven aan elk opdrachtdomein en elk actieterrein? ADVANCE verstrekt een interactieve vragenlijst visueel weer te geven (Figuur 6 en Figuur 7).
19
om een score te geven en de resultaten
De missievelden en actievelden worden geëvalueerd op een schaal van 1 tot 4. Niveau 4 is de hoogste prestatiescore of implementatieniveau en niveau 1 de laagste (Tabel1). De actievelden worden geëvalueerd aan de hand van de score bij de beweringen op het werkblad actievelden. Alle beweringen dienen te worden beoordeeld met JA gepland, JA toegepast of NEEN. Prestatieniveau Niveau 1
We doen dit sporadisch of ad-hoc. We hebben weinig informatie. Heel laag prestatieniveau.
17
Voor meer informatie: Eurostat (2010). Regional GDP per inhabitant in 2008. Zie http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_PUBLIC/1-18022010-AP/EN/1-18022010-AP-EN.PDF Momenteel is de ADVANCE-vragenlijst een excel tool. Mogelijks wordt dit een online tool. Dit wordt op dit moment nog onderzocht. 19 ADVANCE-vragenlijst.xls – zie Bijlage II 18
www.eu-advance.eu
Pagina 30 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Brandprincipe: We nemen enkel actie wanneer het nodig is, zolang het nodig is en enkel wanneer strict noodzakelijk. Niveau 2
We zijn dit aan het implementeren en/of hebben dit al enkele keren gedaan voor een kleine hoeveelheid sites. We hebben informaties voor bepaalde deelgebieden. Enig prestatieniveau.
Niveau 3
We hebben dit geïmplementeerd en doen dit regelmatig of op meerdere sites. We beschikken over goede informatie. Eerder sterk prestatieniveau. Er zijn structurele initiatieven maar er is nog ruimte voor verbetering.
Niveau 4
We hebben dit geïmplementeerd en herbekijken dit systematisch. We werken op een systematische en innovatieve manier. Sterke prestatie. Op dit gebied scoren we uitstekend. Tabel 1: prestatie- of implementatieniveau
Berekeningsmethodologie en outputs De leden van de ADVANCE-werkgroep vullen de ADVANCE-vragenlijst individueel in. Alle individuele antwoorden worden verzameld, samengevat en geanalyseerd door de auditor. De auditor stelt een overzicht van de resultaten op, een lijst van de individuele opmerkingen en bereidt de consensusvergadering voor. De ADVANCE-werkgroep dient één enkele score te geven voor elke bewering. In het geval van verschillende meningen moeten de leden van de ADVANCE-werkgroep tot een consensus komen via overleg, berekening van een gemiddelde score, of een meerderheidsbeslissing.
www.eu-advance.eu
Pagina 31 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Voorbeeld De score voor de verschillende missievelden en actievelden wordt voorgesteld als een spinnenwebdiagram voor de missievelden (Figuur 6) en voor de actievelden (Figuur 7).
Mission fields room for improvement
performance
M1 - Precondition 4
3
2
M5 - Monitoring and evaluation
M2 - Vision and strategy
1
0
M4 - Implementation
M3 - Organisation
Figuur 6: Grafiek missievelden In het voorbeeld in Figuur 6 ligt het sterke punt van de stad in opdrachtdomein M2 – Visie en strategie. Het zwakke punt van de duurzame stedelijke mobiliteitsplanning ligt in opdrachtdomein M5 – Monitoring en evaluatie.
www.eu-advance.eu
Pagina 32 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Action fields room for improvement
performance
A7 - Mobility management 4
3
A6 - Car related measures
A1 - Parking Management
2
1
A2 - Street design, street scape and traffic calming
A3 - Walking
0
A8 - Freight transport
A4 - Cycling
A5 - Public Transport
Figuur 7: Grafiek actievelden In het voorbeeld van Figuur 7 ligt het sterke punt van de stad in de actievelden A3, A4. Het zwakke punt ligt in actievelden A6. De score voor de individuele vragen per opdrachtdomein en per actieterrein wordt voorgesteld als een staafdiagram voor de missievelden (Figuur 8).
M1.1 M1.2 M1.3 M1.4 M2.1 M2.2 M2.3 M2.4 M3.1 M3.2 M3.3 M4.1 M4.2 M4.3 M5.1 M5.2 M5.3
Mission Fields Evaluation SMART indicators Monitoring Communication Sustainable measures Proper management Participation
Internal collaboration Financial and human resources Multimodal approach Integrated planning approach Strategy Vision Current state Political agreement Regional/ national framework Sustainability principles
0
1
2
3
4
Figuur 8: Staafdiagram missievelden
www.eu-advance.eu
Pagina 33 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
In het voorbeeld van Figuur 8 zijn de elementen van M2.1 Visie en M2.2 Strategie de sterke punten. De zwakke punten zijn de elementen M3.1 financiële middelen en personeel, M5.1 Monitoring en M5.3 Evaluatie. Als er meerdere elementen het antwoord “weet niet” kregen is het de taak van de auditor om tijdens de consensusvergadering te proberen achterhalen waarom deze elementen dat antwoord kregen. Resultaten van de evaluatie Tijdens de consensusvergadering moet de auditor de discussie over de sterke punten en de zwakke punten stimuleren. Mogelijke vragen daartoe zijn: Waarom presteert de stad sterk in een bepaald actieterrein of opdrachtdomein? Is het mogelijk om dit met weinig inspanningen nog te versterken? Waarom presteert de stad zwak in een bepaald actieterrein of opdrachtdomein? Is het mogelijk om dit met weinig inspanningen te verbeteren? Is deze verbetering mogelijk binnen een korte tijdsspanne? Of zijn er acties op lange termijn nodig? Zijn er concrete voorstellen ter verbetering onder de leden van de werkgroep? Alle informatie die wordt bijeengebracht tijdens deze besprekingen kan de stad helpen om de prioriteit te bepalen van de mogelijke verbeteringen/acties.
3.2.5
Het ADVANCE-actieplan
De definitieve output van het ADVANCE-auditproces is een actieplan (AP) met concrete acties om het lokale stedelijke mobiliteitsplan en –beleid te verbeteren. Het AP is geen SUMP in de strikte zin maar kan de basis vormen voor de uitwerking (in beginnende steden zonder SUMP) of de upgrade (in vorderende of gevorderde steden) van de lokale SUMP. De ontwikkeling van een coherent en uitgebreid actieplan is belangrijk om de succesvolle implementatie er van in de toekomst te garanderen. Het AP moet bestaan uit acties die snel kunnen geïmplementeerd worden (quick-wins) en moet tezelfdertijd meer strategische lange termijn acties bevatten. Het AP zou in dezelfde lijn dienen te liggen als de huidige situatie van de stad (starter, vorderend, gevorderd). Op basis van alle resultaten van de evaluatie van de missievelden en actievelden en op basis van een voorbereidende lijst van sterke en zwakke punten, moeten de auditor en de stad de prioriteitenvergadering voorbereiden en organiseren tijdens welke de acties ter verbetering zullen worden besproken. De stad dient de volgende taak uit te voeren om de prioriteitenvergadering voor te bereiden: Herzien van de bestaande beleidslijnen en -strategieën van de stad met een lijst van huidige acties ter verbetering die gepland zijn in de stad en die belangrijk zijn voor de verbetering van de duurzame mobiliteit binnen de stad; Opstellen van een voorbereidende lijst van mogelijke acties ter verbetering zoals vermeld tijdens de consensusvergadering. Om het stellen van prioriteiten te vergemakkelijken kan de auditor gebruik maken van de prioritiseringstabel M3 (zie 3.1.5 stap 3 – prioriteiten stellen) De prioriteitenvergadering heeft tot doel te discussiëren over de haalbare trajecten voor de stad op basis van de resultaten van de ADVANCE-vragenlijst. In het AP worden concrete doelstellingen en acties voorgesteld in een tijdstabel met een schatting van het budget en de verantwoordelijken van de afdelingen. Het is van essentieel belang dat de volgende punten worden opgenomen in het AP: Bepalen van acties ter verbetering op basis van het auditproces (lijst met verbeteringen);
www.eu-advance.eu
Pagina 34 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Opstellen van een lijst met prioriteiten (niet alles kan op hetzelfde ogenblik worden
veranderd); Aanduiden van de verantwoordelijken voor het toepassen van de acties; Aanduiden van de betrokken medewerkers en afdelingen; Bepalen van een tijdsschema voor het toepassen van de doelstellingen met mogelijkheid voor tussentijdse evaluatie; Opstellen van een budget voor het uitvoeren van de acties; Berekenen van de mogelijke modale verschuiving en de mogelijke energiebesparingen.
Doel
Verhoogde veiligheid voor voetgangers en fietsers - invoering van zone-30
Maatregelen om het doel te bereiken
- invoering van shared space - verbeterde zichtbaarheid voor autobestuurders ter hoogte van zebrapaden
Verantwoordelijkheden
Initiatiefnemer
Stadsbestuur
Trekker
Mobiliteitsafdeling
Uitvoerder
mobiliteitsafdeling / afdeling wegen / Locale politie
betrokkene Tijdsbestek
6 maanden / korte termijn maatregel (quick-win)
Budget
xxx euro
Financieringsbronnen
Lokaal budget - minder ongevallen
Te verwachten impact
- meer voetgangers door betere voetgangersinfrastructuur Tabel 2: Voorbeeld van een actie in het AP
De uitvoering van een volledige SUMP kan wel meer dan vijf jaar in beslag nemen, maar de in het AP voorgestelde acties moeten binnen de volgende 5 jaar kunnen worden toegepast. Het AP moet het engagement van de belangrijkste spelers en toepassers weerspiegelen en zal worden voorgesteld aan de politieke vertegenwoordigers van de stad. Om het ADVANCEcertificaat aan te kunnen vragen, moet het AP worden goedgekeurd door de politieke besluitvormers.
www.eu-advance.eu
Pagina 35 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
3.2.6
De ADVANCE-certificatie
Het ADVANCE auditschema stelt steden in staat de sterktes en zwaktes te bepalen van het SUMP en mobiliteitsbeleid. De steden worden doorheen het auditproces gegidst door de ADVANCE gecertifieerde auditor. Steden die de ADVANCE audit succesvol doorstaan en de afgesproken criteria halen kunnen het ADVANCE certificaat behalen. Het certificatieproces en de certificatiecriteria zijn beschreven in document D2.4 ADVANCE certification. De belangrijkste elementen zijn hieronder opgelijst. Het ADVANCE-certificaat Nadat de stad is geslaagd voor de ADVANCE-audit, kan een certificatie worden aangevraagd. Het ADVANCE-certificaat is het bewijs van een correct auditproces en een duidelijk engagement van de stad om het duurzame mobiliteitsplan en –beleid van de stad verder te verbeteren.
Figuur 9: Voorbeeld van het ADVANCE-certificaat
www.eu-advance.eu
Pagina 36 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
De ADVANCE commissie beoordeelt het auditrapport en gunt het certificaat. Het certificaat dient ondertekend te worden door de auditor en de ADVANCE commissie. De ADVANCE commissie is een onafhankelijk controleorgaan. De belangrijkste taken van de ADVANCE commissie zijn het nakijken van het auditproces en de standaardisatie van alle audits (en actieplannen) die de volgende jaren uitgevoerd zullen worden in Europa. De geloofwaardigheid van het ADVANCE certificaat en de ADVANCE audit is afhankelijk van de expertise van de auditor, de aantrekkelijkheid van het (toekomstige) ADVANCE netwerk en de accreditatie van de ADVANCE commissie.
Figuur 10: organogram ADVANCE certificatie
Voorwaarden voor de certificatie Een stad kan het ADVANCE certificaat ontvangen als het de volgende procedures heeft gevolgd:
Indienen van een aanvraag voor de ADVANCE audit bij de ADVANCE ASSOCIATION.
www.eu-advance.eu
Pagina 37 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Toepassing van de ADVANCE audit in aanwezigheid van een ADVANCE gecertifieerd auditor.
Oprichting van een ADVANCE werkgroep gedurende het auditproces.
Ontwikkeling van een lokaal actieplan dat duidelijk de intentie van de stad aantoont om het SUMP verder te verbeteren.
De auditor een aanbeveling tot certificatie verleent.
Procedure Op het einde van de ADVANCE-audit stelt de auditor het auditrapport op dat aanbevelingen bevat voor het aanvragen van het ADVANCE-certificaat. Drie leden van de ADVANCE commissie zullen de nauwkeurigheid van elke audit nagaan. Het auditrapport, inclusief het goedgekeurd actieplan en de aanbeveling tot certificering, worden aan de leden van de ADVANCE commissie bezorgd voorafgaand aan de evaluatievergadering. De commissie beslist al dan niet de auditor te contacteren in geval van onduidelijkheden. De ADVANCE commissie verifieerd de ontvangen documenten en beslist over de uiteindelijke gunning van het certificaat op basis van een checklist voor certificatie. Nadat de stad op de hoogte is gebracht van de beslissing wordt een certificatieceremonie georganiseerd. Tijdens deze ceremonie zal de stad het ADVANCE certificaat officieel ontvangen. De leden van de werkgroep, politieke vertegenwoordigers, alle belanghebbenden en de media zullen uitgenodigd worden voor deze ceremonie. Het overhandigen van het certificaat dient een positieve invloed te hebben op het imago van de stad.
3.2.7
Auditrapport
Om de resultaten mee te delen aan de politici, de maatschappij en de andere belanghebbenden, en ook als herinnering aan het proces en de resultaten, moet het werk worden gedocumenteerd in het ADVANCE-auditrapport. Dit is ook een nuttig document wanneer de evaluatie wordt herhaald. Om dit werk te vergemakkelijken, bestaat er een sjabloon ADVANCE-auditrapport (zie 3.2.2) dat de belangrijkste elementen die gedocumenteerd moeten worden bevat, zoals: Wie heeft deelgenomen aan de werkgroep? Hoe werden de rollen verdeeld? Het proces, de vergaderingen en het besluitvormingsproces De evaluatie van de missievelden en actievelden aan de hand van de ADVANCE-vragenlijst, met inbegrip van de verwijzing naar ondersteuning tijdens het auditproces Illustratie van de resultaten Aanduiding van de sterke en zwakke punten, met inbegrip van mogelijke oorzaken Aanbevolen acties Conclusies De ADVANCE-auditor stuurt een ontwerp van het ADVANCE auditrapport naar de leden van de werkgroep en vraagt opmerkingen, correcties en wijzigingen. Daarna stelt de auditor het definitieve ADVANCE auditrapport op.
www.eu-advance.eu
Pagina 38 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
3.2.8
Re- audit
Na drie jaar zal het implementatieproces van het actieplan door de ADVANCE commissie gecontroleerd worden. De controle zal gebeuren op basis van een update van het actieplan. De stad zal geinformeerd worden over de timing van de re-audit. Het ADVANCe certificaat moet elke 5 jaar bevestigd worden door het ADVANCE comité. De stad zal geinformeerd worden over de vervaldatum van het ADVANCE certificaat Een stad die het ADVANCE-certificaat wil bevestigen moet een re-audit uitvoeren. Een stad kan een re-audit uitvoeren als het de volgende procedure volgt:
De stad heeft na drie jaar een geupdate versie van het actieplan bezorgd aan het ADVANCE secretariaat
De stad heeft minstens 50% van de acties uitgevoerd sinds de certificatie.
Voor de re-audit zal de procedure van de audit de initiële certificatie.
20
en het certificatieproces gelijkaardig zijn aan
Deze methode garandeert de duurzaamheid van acties ter verbetering van de duurzame mobiliteit in de stad.
3.3
Rollen van de ADVANCE-audit
Deze alinea bevat richtlijnen voor de twee belangrijkste spelers in de ADVANCE-audit: de medewerkers van de stedelijke administratie (meer bepaald de contactpersoon van de stad) en de auditor.
3.3.1
De stad in het ADVANCE-auditproces
De stad is het belangrijkste onderwerp en de belangrijkste begunstigde van het ADVANCEauditproces en haalt er ook het meeste voordeel uit. De stad moet tijdens het auditproces de volgende rollen vervullen: Initiatiefnemer (vóór de audit): de stad die een aanvraag wil indienen voor een ADVANCE21 audit neemt contact op met de ADVANCE-ASSOCIATION of met de ADVANCE-commissie. De initiatiefnemer kan de vertegenwoordiger van de afdeling mobiliteit van de stad zijn, de burgemeester … Tijdens het eerste overleg tussen de afgevaardigden van de stad en de auditor wordt de ADVANCE-werkgroep gevormd. Logistieke facilitator: de stad is verantwoordelijk voor de praktische organisatie van de vergaderingen en verstrekt daartoe de ruimte (vergaderzaal, verfrissingen…), verzekerd de aanwezigheid van de partners en verstuurt de uitnodigingen. Aangezien vrij veel interne en externe partners de vergaderingen van de ADVANCE-werkgroep zullen bijwonen, wordt aangeraden om de data voor de verschillende vergaderingen van bij het begin vast te leggen. Geëngageerde partner: een sterk engagement van de stad is een eerste vereiste voor een succesvol auditproces en ook een van de criteria voor het verkrijgen van het ADVANCEcertificaat. Ook het politieke niveau moet zich engageren, alhoewel de mate van engagement kan verschillen van stad tot stad. In elk geval moet het actieplan een duidelijk engagement zijn van de stad om het duurzame mobiliteitsbeleid verder te verbeteren De stad moet begrijpen dat ADVANCE een gestandaardiseerde manier is voor het evalueren en verbeteren van een lokaal stedelijk mobiliteitsplan en -beleid. Er zijn striktere procedures die
20
21
Het tweede auditproces zal licht afwijken van het eerste omdat het eerste contact overgeslaan kan worden en stap 1 verlicht zal worden De activiteiten van de ADVANCE ASSOCIATION focussen op de certificatie en het verzekeren van de kwaliteit van de ADVANCE audit. De leden zijn de ADVANCE steden en gemeentes, de ADVANCE auditors en de partners binnen het ADVANCE consortium. Zie D2.4 ADVANCE certification
www.eu-advance.eu
Pagina 39 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
gevolgd dienen te worden in overeenstemming met de plaatselijke situatie en wet. De stad moet ook begrijpen dat de output van de ADVANCE-audit geen SUMP is in de strikte zin van het woord, maar een actieplan (AP) dat gebruikt kan worden als basis om een (nieuwe) SUMP uit te werken.
3.3.2
De auditor in de ADVANCE-audit
In het algemeen De auditor begeleidt de stad doorheen de hele audit. Hij/zij is de adviseur/facilitator voor het proces Hij/zij begeleidt het auditproces Hij/zij analyseert het mobiliteitsbeleid van de stad Hij/zij geeft als expert aanbevelingen voor verbetering Hij/zij geeft aanbevelingen voor de certificatie en/of certificeert de stad zelf De auditor geeft meer geloofwaardigheid aan het auditproces en de output ervan voor de belanghebbenden van de stad in het SUMP-proces. De voorgestelde acties ter verbetering hebben baat bij de kennis en expertise die de auditor heeft opgedaan tijdens gelijkaardige acties in andere steden. De auditor treedt op als een objectieve persoon die staat boven alle interne gevoeligheden binnen de werkgroep en/of tussen de werkgroep en andere betrokken belanghebbenden. De auditor is tijdens de evaluatiesessies verantwoordelijk voor het evenwicht tussen een cognitieve methode (geven van scores), een leermethode (expertise en kennis van de auditor) en een gespreksmethode (discussie tussen de spelers). De auditor heeft een dubbele rol: hij is zowel een facilitator als een expert. Tijdens de test-runs van de ADVANCE-stad kwamen verschillende verwachtingen aan het licht over de rol van de auditor als expert: de meeste steden verwachtten van de auditor niet alleen een vergemakkelijking van het proces maar vooral advies bij het uitwerken van een mobiliteitsstrategie en bij het kiezen van mobiliteitsacties. In een gevorderde stad is de rol van de auditor hoofdzakelijk die van facilitator van het proces, vooral omdat de stad zelf al behoorlijk wat ervaring had met stedelijke mobiliteit. Specifieke taken De taak van de auditor kan als volgt worden beschreven: Verzamelen van bewijsmateriaal met betrekking tot de verschillende missievelden en actievelden via bureauonderzoek en een bezoek ter plaatse; Zorgen voor het politieke engagement om de ADVANCE-audit toe te passen; Adviseren van de stad bij het selecteren en betrekken van de relevante belanghebbenden; Optreden als moderator voor de verschillende werkgroepvergaderingen en voor het behoud van de goede sfeer tussen alle betrokken partners. Dit is vooral het geval tijdens de consensusvergadering(en) en de prioritiseringsvergaderingen; Rapporteren over het auditproces door middel van een voortgangsrapport na elke vergadering; Het uitwerken van het actieplan samen met de stad; Opstellen van het auditrapport op basis van de voortgangsrapporten van de werkgroepvergaderingen; Geven van aanbevelingen voor de certificatie van de stad gebaseerd op het auditproces en het actieplan.
www.eu-advance.eu
Pagina 40 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Profiel ADVANCE richt zich tot vervoersexperten, mobiliteitsconsultants en andere personen die werken in het domein van vervoer en mobiliteit in het bijzonder. Een toekomstige ADVANCEauditor moet beschikken over de volgende eigenschappen: Hij/zij moet bekwaam zijn om op te treden als moderator en om de besprekingen te bevorderen; Hij/zij moet beschikken over de werkkennis en –ervaring op het gebied van stedelijke mobiliteitsplanning; Hij/zij moet flexibel zijn en zich kunnen aanpassen aan de plaatselijke situaties en praktijken; Een degelijke kennis van de plaatselijke situatie en context is een voordeel voor de auditor. Opleiding Om een erkende auditor te worden, dient men de ADVANCE-opleidingsworkshops gevolgd te hebben. Tijdens de workshop wordt opleidingsmateriaal bezorgd, met inbegrip van alle sjablonen, wordt het auditproces voorgesteld en zijn er ook sessies met vragen en antwoorden. Na een succesvolle deelname aan de opleiding, krijgt men een erkenning als ADVANCEauditor.
3.3.3
Betrokkenheid van de belanghebbenden
Alvorens te bepalen welke belanghebbenden tijdens welke fase betrokken moeten worden bij het ADVANCE-proces, moet eerst onderscheid worden gemaakt tussen de drie verschillende types belanghebbenden volgens hun specifieke machtspositie: Sleutelactoren: de spelers die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de audit. – politieke spelers (burgemeester, adviseurs) – spelers die verantwoordelijk zijn voor de financiële middelen (ministeries) – autoriteiten en ervaren spelers uit de overheidsadministratie: afdeling mobiliteit, gebruik van land, milieu, vervoer, …
Toepassers: de spelers die verantwoordelijk zijn voor het toepassen van de maatregelen van een SUMP – operatoren van het openbaar vervoer – (verkeers-) politie – spelers verantwoordelijk voor de infrastructuur
Primaire spelers: de spelers die geraakt worden door de maatregelen. Dit zijn de gebruikersgroepen en alle betrokken gemeenten en buurten. – verschillende sociale groepen of beroepen – NGO’s Tijdens het eerste contact wordt de ADVANCE-werkgroep samengesteld. De sleutelactoren en de betrokken toepassers zijn lid van de ADVANCE-werkgroep. Zij moeten erbij betrokken worden vanaf stap 1 tot stap 4. Afhankelijk van de gewoonten van de stad, is het mogelijk dat de betrokkenheid van de politieke spelers beperkt wordt tot hun aanwezigheid tijdens de inleidende en afsluitende vergadering. Als de politieke spelers niet alle vergaderingen kunnen bijwonen, wordt er een vertegenwoordiger aangesteld die aan hen verslag uitbrengt. De primaire spelers worden erbij betrokken in stap 3 verbetering werd opgesteld. De stad neemt contact op in te winnen over de prioriteitenlijst. De manier geraadpleegd is afhankelijk van de gewoonten van de
nadat een prioriteitenlijst met acties ter met de primaire spelers om hun advies waarop de primaire spelers worden stad (bilaterale vergaderingen, gewone
www.eu-advance.eu
Pagina 41 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
vergadering en telefonische contact). De opmerkingen van de primaire spelers worden doorgegeven aan de auditor. Alle belanghebbenden worden uitgenodigd op de ceremonie voor het overhandigen van het ADVANCE-certificaat (stap 5). Het is belangrijk te benadrukken dat de betrokkenheid van de belanghebbenden bij de ADVANCE-audit verloopt volgens de gewoonten van de stad. De auditor moet de stad adviseren bij het selecteren en betrekken van de relevante belanghebbenden voor hun stad. Dit betekent dat de keuze van de individuele belanghebbenden voornamelijk afhankelijk is van: Prioriteitenacties: als we onze maatregelen concentreren op bijv. openbaar vervoer, moeten we de vertegenwoordigers van de OV-operator uitnodigen. Als we ons concentreren op gehandicapte mensen, moeten we de desbetreffende verenigingen en vakbonden uitnodigen …
www.eu-advance.eu
Pagina 42 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Potentiële belanghebbenden per actieterrein Mobiliteitsbeheer: Mobiliteitsexperten en verkeersingenieurs, NGO’s gericht op mobiliteit, organisatoren van de EMW, operatoren van openbaar vervoer, operatoren van voorstedelijk vervoer, operatoren van regionaal vervoer, vertegenwoordigers van mensen met een mobiliteitsbeperking, vertegenwoordigers van scholen, vertegenwoordigers van grote werkgevers, belanghebbenden met een belang in toerisme, ... Parkingbeheer: Vertegenwoordigers van de privésector, bijv. handelaren, politie, stadsplanners, verkeersingenieurs, ... Voetgangers: Operator van openbaar vervoer, stadsplanners, verkeersingenieurs, NGO’s (gericht op mobiliteit, of milieuproblemen), vertegenwoordigers van mensen met een mobiliteitsbeperking, vertegenwoordigers van scholen, belanghebbenden met een belang in toerisme, ... Fietsers: Verkeersingenieurs, stadsplanners, fietsbonden, NGO’s gericht op fietsers, organisatoren van de EMW of fietstochten, belanghebbenden met een belang in toerisme, ... Openbaar vervoer: Mobiliteitsexperten en verkeersingenieurs, NGO’s’ gericht op mobiliteit, operatoren van openbaar vervoer, operatoren van voorstedelijk vervoer, operatoren van regionaal vervoer, vertegenwoordigers van mensen met een mobiliteitsbeperking, vertegenwoordigers van scholen, vertegenwoordigers van grote werkgevers, ... Vrachtbeheer: Vertegenwoordigers van de privésector, bijv. handelaren, stadsplanners, verkeersingenieurs, ... Stadsontwerp: Experten in stadsontwerp, NGO’s gericht op stedelijke ontwikkeling, ... Maatregelen in verband met auto’s: Mobiliteitsexperten en verkeersingenieurs, NGO’s gericht op mobiliteit, operatoren van openbaar vervoer, operatoren van voorstedelijk vervoer, operatoren van regionaal vervoer, vertegenwoordigers van grote werkgevers, ...
Ervaring en stand van zaken: de stad werkt meestal samen met bepaalde belanghebbenden en belangengroepen bij het plannen of toepassen van bepaalde gerichte maatregelen. Zij moeten dus uitgenodigd worden zodat de bestaande samenwerking voortgezet kan worden. Expertise: het kan nuttig zijn om mensen uit te nodigen die expert zijn in disciplines waarmee de stad niet vertrouwd is. Bijv. stadsontwerpers of experten voor vrachtbeheer... Met betrekking tot het hoofddoel: bijv. veiligheid, milieuproblematiek...
www.eu-advance.eu
Pagina 43 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4 Bijlage I – Gedetailleerde beschrijving van de missievelden en actievelden In deze bijlage wordt een gedetailleerde beschrijving gegeven van de missievelden en actievelden die het kernelement vormen van het ADVANCE-auditschema. De beschrijving van de missievelden is gebaseerd op de SUMP-elementen van de SUMP-cyclus die wordt 22 beschreven in de richtlijnen . De richtlijnen bevatten ook talrijke voorbeelden voor het uitwerken en toepassen van een SUMP. De missievelden en actievelden vormen de bouwstenen van de ADVANCE-vragenlijst. Ze zijn samengenomen in een gestructureerde checklist. Missievelden: 1 – Basisvereiste 2 – Visie en strategie 3 – Organisatie 4 – Implementatie 5 – Monitoring en evaluatie Actievelden: 1 – Parkeerbeleid 2 – Straatontwerp en “traffic calming” 3 – Wandelen 4 – Fietsen 5 – Openbaar vervoer 6 – Maatregelen m.b.t. auto’s 7 – Mobility management 8 – Beheer van goederenvervoer
22
ELTIS plus 2011: Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan. (werkdocument onderdeel van Deliverable 2.2) – www.mobilityplan.eu
www.eu-advance.eu
Pagina 44 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.1
Missieveld 1 – Basisvereiste
Mobiliteitsplanning begint allereerst met een grondige analyse van de huidige stand van de mobiliteitspraktijken. Bij het uitwerken van een SUMP moet elke stad de stand van zaken met betrekking tot de mobiliteitsbeleidslijnen analyseren. Voor deze analyse wordt rekening gehouden met alle beschikbare gegevens: bestaande verkeersonderzoeken, indicaties van andere strategische plannen of documenten, bijdragen van experten, studies, feedback uit bevragingen van de inwoners, informatie over lopende transportprojecten … Om de ADVANCE-audit uit te voeren, moeten alle belanghebbenden worden samengebracht om alle gegevens en de perceptie van de huidige situatie te delen, om te bepalen welke studies nog vereist zijn voor de analyse.
Figuur 11: Elementen van de eerste vereiste in de SUMP-cyclus
In dit opdrachtdomein wordt gefocust op 3 elementen: de kans op een succesvolle SUMP; het ontwikkelingsproces en de omvang van het plan; de diagnose omtrent de huidige situatie. Element 1: Bepalen van de kans op een succesvolle SUMP Een SUMP is geen statisch document maar een geïntegreerd proces. De verschillende afdelingen van de stadsadministratie, externe belanghebbenden en inwoners moeten worden betrokken bij het opstellen van de SUMP. Het niveau van samenwerking is daarom een belangrijke indicator voor de kwaliteit van de SUMP. Bij het evalueren van de kwaliteit van de SUMP van een stad moet de auditor uitzoeken of er een duidelijk beheersysteem bestaat, met inbegrip van projectbeheer, financieel beheer en personeelsbeheer.
www.eu-advance.eu
Pagina 45 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Bij het begin van het planningproces moet worden bepaald of de kans bestaat om een succesvolle SUMP uit te werken. Dit is afhankelijk van verschillende interne en externe factoren die een algemeen kader leveren voor het planningproces en de plantoepassing. Daartoe behoren de volgende activiteiten: een basisbegrip van de principes van duurzaamheid vormt een essentieel element om het ontwikkelingsproces te richten op een algemeen strategisch beleidsniveau; de invloed van het regionale / nationale kader moet geëvalueerd worden om kansen ten volle te kunnen benutten en om conflicten met hogere autoriteiten op een later tijdstip te voorkomen; bewust zijn van de beschikbare middelen voor het uitvoeren van het SUMP-proces en voor het toepassen van maatregelen, met inbegrip van personeels- en financiële middelen; de juiste timing vormt een sleutel voor het succes: houd rekening met de lopende planning en beleidsactiviteiten bij het bepalen van de timing voor het planningproces; identificeren van de belanghebbenden inzake stadsmobiliteit en begrijpen van hun mogelijke rol en positie in het proces zijn belangrijke voorwaarden voor het realiseren van de algemene doelstellingen van een SUMP: ze kunnen helpen om de mogelijke conflicten en coalities tussen belanghebbenden te vinden; Element 2: Bepalen van het ontwikkelingsproces en de omvang van het plan Het tweede element voor het evalueren van de eerste vereiste is het ontwikkelingsproces en de omvang van het plan. Het SUMP-proces moet worden aangepast aan de plaatselijke situatie. Dit omvat het bepalen van de geografische omvang van het plan, die idealiter de functionele stedelijke agglomeratie moet omvatten. De samenwerking van belanghebbenden en de beleidsintegratie zijn ook vervat in dit element, waarvoor een overeenkomst over het werkplan en het beheer moet worden afgesloten. Daartoe behoren de volgende activiteiten: Enerzijds dient er rekening te worden gehouden met het domein waarvoor de respectievelijke plaatselijke of regionale overheden verantwoordelijk zijn, om het plaatselijke/regionale vervoersnetwerk te verbinden met vervoerscorridors over langere afstanden. Anderzijds dient rekening te worden gehouden met de actuele mobiliteitspatronen, die idealiter de functionele agglomeratie omvatten; Een uitdaging voor duurzame mobiliteitsplanning in de steden is een betere samenwerking tussen beleidslijnen en organisaties en integratie van de vervoersvormen, die zelf een bron van innovatie en verbetering kunnen vormen; Alle verschillende soorten belanghebbenden met hun specifieke eisen moeten worden betrokken bij het hele planningproces, zodat het plan erkend kan worden en de kwaliteit ervan verbeterd. Er is een gerichte strategie nodig voor de betrokkenheid van de belanghebbenden, waarbij men kan terugvallen op verschillende vormen en technieken voor de contacten met overheden, privéondernemingen, burgerlijk-maatschappelijke organisaties, of deze allemaal samen; Een SUMP bouwt voort op bestaande planningpraktijken, er moeten dus nieuwe taken worden opgenomen en bepaalde procedures en inhouden dienen te worden veranderd. Dit betekent dat het nodig zal zijn om over de grenzen heen te werken en om uitgewerkte planningpraktijken te optimaliseren en om te vormen. Alle spelers die betrokken zijn bij het uitwerken en toepassen van het plan moet een duidelijk begrip hebben van wie wat en wanneer doet.
www.eu-advance.eu
Pagina 46 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Element 3: Analyseren van de mobiliteitssituatie en ontwikkelen van opties Bij de diagnose over de huidige mobiliteitspraktijken in het stedelijk gebied (of de relevante perimeter) moet rekening worden gehouden met alle beschikbare gegevens: Gekwantificeerde beoordeling van de huidige status: bestaande verkeersonderzoeken, indicaties uit andere strategische plannen of documenten, bijdragen van experten, studies, feedback uit bevragingen van inwoners (behoeften van de gemeenschap), informatie over lopende vervoersprojecten, … Samenbrengen van alle belanghebbenden: om de gegevens en perceptie van de huidige situatie te delen, om te bepalen welk verder onderzoek nodig is voor een grondige analyse. Opstellen van een lijst met sterke punten, zwakke punten, kansen, stuwende krachten en beperkingen voor de vervoersontwikkeling (institutioneel, wettelijk en financieel). Links voor meer informatie en beste methoden www.mobilityplans.eu/docs/SUMP_guidelines_web0.pdf – p. 16 www.mobilityplans.eu/docs/SUMP_guidelines_web0.pdf – p. 18 www.tfl.gov.uk/assets/downloads/corporate/tfl-business_plan-2012.pdf – p. 3 www.dot.ny.gov/portal/page/portal/main/transportation-plan/repository/masterplan111406.pdf – p. 25 (19) – 36 (30)
www.eu-advance.eu
Pagina 47 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.2
Missieveld 2 – Visie en strategie
In dit missieveld wordt gefocust op het uitwerken of het bestaan van een duidelijke (duurzame) visie op de mobiliteit binnen de stad en de manier waarop deze visie wordt vertaald in een strategie. Strategie betekent de manier waarop de stad inhoud geeft aan haar visie.
Figuur 12: Elementen van de visie en strategie in de SUMP-cyclus
Element 4: Ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie en betrokkenheid van inwoners en belanghebbenden Er dient een strategische visie met twee of drie doelstellingen te worden ontwikkeld op het politieke niveau en deze visie moet met de belanghebbenden worden gedeeld. De visie vormt de basis voor alle daaropvolgende stappen waarin concrete doelen en maatregelen gedefinieerd zullen worden. Deze hoofddoelstellingen vormen een basis voor de communicatie over de SUMP naar inwoners en relevante belanghebbenden toe. De communicatie naar de inwoners toe over de doelstellingen van de SUMP en de verschillende stappen bij de toepassing ervan is van essentieel belang. Het informatiemateriaal over de uitwerking van de visie en de resultaten ervan moet worden bijeengebracht en verspreid. Element 5: Prioriteiten stellen en haalbare doelen bepalen Voor dit element van het opdrachtdomein moet duidelijk antwoord worden gegeven op de vraag “wat moet worden bereikt en wanneer”. Met andere woorden er moeten duidelijke prioriteiten worden gesteld om de doelstellingen, zoals bepaald in element 4, te realiseren. Deze prioriteiten moeten worden gesteld na onderzoek van de verschillende scenario’s met hun respectievelijke voor- en nadelen, met een kosten-batenanalyse en/of analyse van de verschillende criteria en met respect voor de behoeften van belanghebbenden en burgers.
www.eu-advance.eu
Pagina 48 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Zo bijvoorbeeld kunnen de volgende doelstellingen worden bepaald: het modale aandeel van fietsers verhogen; de diensten van het openbaar vervoer uitbreiden; de instelling van innovatieve leveringsdiensten vergemakkelijken; verkeersopstoppingen door auto’s beperken; verbeterde veiligheid op de weg; organisatie en regeling van parkeren op straat; beheren van vrachtvervoer; stimuleren van pendelplannen voor bedrijven; geïntegreerde ticketing; … Bepalen van doelstellingen omvat alles wat gedaan moet worden voor sociale, ecologische en economische verbeteringen: wat verminderd, vermeerderd en behouden moet blijven. Doelstellingen (bijv. verkeersopstoppingen door auto’s verminderen) zijn hogere doelstellingen van de SUMP terwijl maatregelen (bijv. aanleggen van een tramlijn) de middelen zijn om dit te realiseren. Doelen vormen de meest concrete vorm van verbintenis in een SUMP, die de gewenste graad van verandering geeft binnen een bepaalde tijdsspanne. Deze zijn nodig om te beoordelen of een goedgekeurde maatregel ook echt leidt tot het gewenste resultaat. Doelen moeten SMART (Specifiek, Meetbaar, hAalbaar, Realistisch, Tijdgebonden) zijn en verwijzen naar de overeengekomen doelstellingen. Doelen zijn van essentieel belang voor het monitoren en evalueren (zie element 8). Het bepalen van doelen geeft transparantie en duidelijkheid over wat men van plan is te bereiken in termen van veranderingen voor het vervoer en de mobiliteit in de stad. Element 6: Uitwerken van doeltreffende pakketten met maatregelen Er moeten doeltreffende pakketten met maatregelen worden uitgewerkt om de in element 5 bepaalde prioriteiten te halen, daarbij rekening houdend met alle mogelijke actievelden. Alleen goed geselecteerde maatregelen garanderen dat de bepaalde doelen en doelstellingen worden gerealiseerd. Het bepalen van de meest doeltreffende maatregelen moet ook gebaseerd worden op de ervaring van mensen die de maatregelen die worden overwogen voor de lokale context al hebben toegepast, en voor de meeste maatregelen worden zeer waarschijnlijk andere plaatsen gevonden in het land en/of elders in Europa waar men ermee geëxperimenteerd heeft. Zo worden het “heruitvinden van het wiel” en dure fouten waarvan anderen al hebben geleerd, vermeden. Een ander belangrijk element waarmee rekening gehouden moet worden is een geïntegreerde methode: dit is van essentieel belang aangezien maatregelen die worden genomen in een specifiek actieterrein gevolgen kunnen hebben voor andere elementen (bijvoorbeeld aanleggen van speciale banen voor openbaar vervoer zonder rekening te houden met laadplaatsen die noodzakelijk zijn voor het leveren van goederen). Links voor meer informatie en beste methoden www.mobilityplans.eu/docs/SUMP_guidelines_web0.pdf – p. 64 www.london.gov.uk/thelondonplan/docs/londonplan08.pdf www.ctps.org/bostonmpo/3_programs/1_transportation_plan/plan/2035_LRTP_Chapter6_9.11. pdf www.dot.ny.gov/portal/page/portal/main/transportation-plan/repository/masterplan111406.pdf – p. 53 (59) en 67 (73)
www.eu-advance.eu
Pagina 49 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.3
Missieveld 3 – Organisatie
Het missieveld “Organisatie” omvat alle organisatorische aspecten van de SUMP, zoals de interne organisatie (afdelingen, verantwoordelijkheden…), samenwerking met andere domeinen, afdelingen en interactie met en communicatie naar de belanghebbenden en andere doelgroepen (burgers, studenten, handelaars…) toe, overleg- en communicatiestructuur (operatoren van openbaar vervoer…) enz.
Figuur 13: Elementen van de organisatie in de SUMP-cyclus
Element 7: Duidelijke verantwoordelijkheden bepalen en financiële middelen toekennen Dit is van essentieel belang aangezien de SUMPs niet alleen plandocumenten zijn maar ook voorbereidende werktools. Dit element omvat de volgende voorbereidende werkelementen: kalender voor de toepassing van de acties; kostenramingen en bepalen van de financiële middelen; bepalen van de verantwoordelijkheden; aanduiden van de privé- en openbare investeerders; … Deze elementen zijn van fundamenteel belang voor de toepassing en moeten worden beschreven in het actie- en budgetplan. Dit plan omvat een gedetailleerd overzicht van de maatregelen, van de gestelde prioriteiten voor de toepassing, en van de tijdschema’s. Deze specificaties vormen ook de basis voor de vlotte toepassing van de maatregelen; dit plan vereist ook de brede overeenstemming van de besluitvormers en belanghebbenden, en vormt een kerndeel van het definitieve plan.
www.eu-advance.eu
Pagina 50 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Element 8: Opnemen van monitoring en evaluatie in het plan De voortdurende evaluatie van de toepassing vormt een ander fundamenteel aspect en wordt gebruikt om het plan aan te passen aan de resultaten en de evolutie van de context. Het moet ook volgende elementen omvatten: Sleutelindicatoren die overeenstemmen met de twee of drie belangrijkste politieke doelstellingen, bepaald in element 4; Bepalen van het monitoring- en evaluatieproces (daarbij de belanghebbenden betrekken,…); Enkele indicatoren voor het monitoren van de toepassing van de acties, aangeduid in het plan/beleid – outputindicatoren; Enkele indicatoren voor de evaluatie van de impact van de resultatenindicatoren. Voor elk van deze indicatoren moet de evaluatiemethodologie duidelijk de vereiste gegevens vermelden, met hun oorsprong, beschikbaarheid en de regelmaat van updaten. Element 9: Goedkeuren van de SUMP De kwaliteit van het document, en van de actie- en budgetplannen dient te worden gecontroleerd. De goedkeuring van de SUMP moet officieel en duidelijk worden meegedeeld aan het grote publiek. De stad zelf dient ervoor te zorgen dat het plan algemeen aanvaard wordt door de belanghebbenden en burgers. Links voor meer informatie en beste methoden www.mobilityplans.eu/docs/SUMP_guidelines_web0.pdf – p. 26 – 28 / p. 84 www.mobilityplans.eu/docs/SUMP_guidelines_web0.pdf – p. 43 – 48 www.dot.ny.gov/main/transportation-plan/the-planning-process www.fhwa.dot.gov/environment/environmental_justice/case_studies/fruitvale.pdf www.portlandoregon.gov/transportation/article/370482
www.eu-advance.eu
Pagina 51 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.4
Missieveld 4 – Implementatie
Het missieveld “implementatie” verwijst naar hoe het (duurzaam) mobiliteitsbeleid wordt toegepast of welke concrete acties/ maatregelen worden genomen. Het is de bedoeling om een opsomming te geven van alle strategische elementen en acties/ maatregelen die worden genomen in de stad met betrekking tot de visie, zoals beschreven in de SUMP.
Figuur 14: Elementen van de toepassing, met inbegrip van de actievelden
Element 10: Zorgen voor een degelijk beheer en een degelijke communicatie (bij het toepassen van het plan) De SUMP moet worden toegepast op technisch niveau en worden gecontroleerd op een strategisch niveau waarbij alle belanghebbenden worden betrokken. Een projectteam geleid door de projectmanager aangeduid in element 1 kan zorgen voor de link tussen de twee niveaus. Er moet regelmatig worden gecommuniceerd over de toepassing van het plan of het beleid om de burgers te stimuleren deel te nemen. Naast informatie en communicatie over de SUMP kan de betrokkenheid van de burgers immers worden verbeterd door hen echte spelers te maken die deelnemen aan de uitvoering van de maatregelen. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt tijdens autoloze dagen, tijdens de week voor duurzame mobiliteit, tijdens speciale gebeurtenissen … Dit kan ook worden gepland in de SUMP, aangezien het kan opgenomen worden in de acties voor mobiliteitsbeheer. Links voor bijkomende informatie en beste methoden www.mobilityplans.eu/docs/SUMP_guidelines_web0.pdf – p. 104 – 108 Actievelden Door actievelden te bepalen wordt beoogd een kaart samen te stellen van alle acties en maatregelen die worden bepaald en uiteengezet in de SUMP van de stad (mobiliteitsvisie van
www.eu-advance.eu
Pagina 52 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
de stad). De maatregelen en acties kunnen worden gezien als de praktijktoepassing van de SUMP. Het is belangrijk om er hier op te wijzen dat een SUMP een evenwicht moet vinden tussen de verschillende doelstellingen, daarbij rekening houdende met de volgende 4 fundamentele punten: Recht van iedereen op mobiliteit, ook van mensen met een handicap Bescherming van het milieu en de gezondheid Koppeling tussen landgebruik en vervoer Verkeersveiligheid Elk van deze actievelden moet dus compatibel zijn met deze punten.
www.eu-advance.eu
Pagina 53 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.5
Missieveld 5 – Monitoring en evaluatie
Dit missieveld verwijst naar de manier waarop de resultaten van de SUMP-toepassing worden geanalyseerd en gebruikt om het beleid te sturen. Het is van fundamenteel belang dat het wordt aangepast aan de resultaten en de evolutie van de context: SUMP-doelstellingen voor monitoring en indicatoren om de gevolgen van de SUMP te evalueren. Dit is de manier waarop (goede en slechte) resultaten worden gebruikt om conclusies te trekken en voort te bouwen op eerdere ervaringen.
Figuur 15: Elementen van monitoring en evaluatie in de SUMP-cyclus
Element 11: Lessen leren Dankzij een regelmatige evaluatie, zoals beschreven in element 8, kunnen er lessen worden getrokken uit wat werd uitgewerkt en toegepast. Zo kan worden gegarandeerd dat de SUMP wordt geüpdatet in termen van resultaten en evolutie van de context zonder de fundamentele structuur van de SUMP te veranderen. Links voor bijkomende informatie en beste methoden www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3079 www.mobilityplans.eu/docs/SUMP_guidelines_web0.pdf – p. 71 – 73, p. 110 www.mobilityplans.eu/docs/SUMP_guidelines_web0.pdf – p. 91 – 93
www.eu-advance.eu
Pagina 54 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.6
Actie 1 – Parkeerbeleid
4.6.1
Definitie
Parkeerbeleid verwijst naar de verschillende beleidslijnen en programma’s voor een doeltreffender gebruik van de parkeervoorzieningen. Parkeerbeleid is een krachtig mechanisme om invloed uit te oefenen op hoe mensen zich verplaatsen naar en binnen de stad. Parkeren is een ambivalent instrument, zowel ten dienste van de auto als van de verkeersregeling.
4.6.2
Inhoud van dit actieterrein
Prijsonderscheid voor parkeren op straat. Voorkeursbehandeling voor verschillende doelgroepen (d.w.z. bewoners, pendelaars,
carpoolers, mensen met een handicap, …) Parkingvergoedingen in autoparkings onderscheiden volgens emissie. Er worden normen bepaald voor het voorzien van maximale parkeerplaatsen in nieuwe gebouwen wanneer er mobiliteitsoplossingen als alternatief voor de auto bestaan. Het aantal parkeerplaatsen op straat wordt beperkt en mogelijk vervangen door andere plaatsen. In het stadscentrum wordt het totale aantal autoplaatsen verminderd. Park + Ride voorzieningen Park + Bike voorzieningen Er bestaat een begeleidingssysteem voor parkeren rond het stadscentrum.
4.6.3
Links voor bijkomende informatie en beste methoden
Zie voor voorbeelden: www.vtpi.org/tdm/index.php#parking www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3666
www.eu-advance.eu
Pagina 55 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.7
Actie 2 – Straatontwerp en “traffic calming”
4.7.1
Definitie
Het straatontwerp kan invloed hebben op ons gedrag en onze beslissingen op straat door een bepaalde vervoerwijze te bevoordelen of het gebruik ervan te stimuleren. Verkeersluwte moet worden gezien als een uitgebreider concept met alle soorten initiatieven, bedoeld om de straatruimte te beheren in het voordeel van de niet- gemotoriseerde gebruikers.
4.7.2
Inhoud van dit actieterrein
Straatontwerp en “traffic calming” De maatregelen in dit domein hebben tot doel om de openbare ruimte aantrekkelijker te maken en ervoor te zorgen dat de mensen ook in de openbare ruimte blijven. Verminderen van de snelheid van het verkeer (30 km/u) Gedeelde ruimte Voetgangerszone Speelstraten Stadscentra afsluiten voor auto’s Groene straten met bomen en parken Openbare ruimte Dit actieterrein gaat over het inrichten van de openbare ruimte en wegen om ze aantrekkelijker te maken voor voetgangers en fietsers. Winkels en bedrijven dichterbij brengen; Voetgangerszones; Groene ruimte (laantjes, meer bomen); Verlichting geschikt voor de doelgroepen; Integratie van MB in het planningproces; Toegang tot openbaar vervoer en diensten als een voorwaarde voor nieuwe ontwikkeling; Ruimtelijke vereisten voor nieuwe ontwikkelingen, zoals parkeerruimtes, leveringszones,…
4.7.3
Links voor bijkomende informatie en beste methoden
Zie voor voorbeelden: www.gehlarchitects.dk/files/projects/110518_Figueroa_OS_ENG.pdf www.nyc.gov/html/dot/html/sidewalks/stadbench.shtml www.dezeen.com/2010/09/22/stair-by-jds-architects-for-bench-10/ www.dezeen.com/2012/07/05/escale-numerique-by-mathieu-lehanneur-en-jcdecaux/ www.gehlarchitects.com/#/159503/ www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=1366
www.eu-advance.eu
Pagina 56 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.8
Actie 3 – Wandelen
4.8.1
Definitie
Wandelen is de meest natuurlijke van alle verschillende opties die beschikbaar zijn voor het ontwikkelen van duurzame mobiliteit. Steden kunnen stadsbewoners en bezoekers aanmoedigen om de benenwagen te nemen in plaats van de metro, ten minste toch voor korte afstanden.
4.8.2
Inhoud van dit actieterrein
Infrastructuur voor voetgangers Voetgangersinfrastructuur; Voetgangerszones; Aanleggen van een voetgangernetwerk over de hele stad dat toegankelijk is voor iedereen, vooral voor mensen met een handicap; Vermelden van bestemmingen met wandeltijden; Straatmeubilair (bijv. rustbanken); Vermijden van omwegen / lange rondwegen voor voetgangers (bijv. toegankelijkheid van het treinstation langs beide kanten; voetgangersbruggen)
Bijkomende infrastructuur Veilige wegen naar school; Wandelbus voor schoolkinderen; Analyseren / verminderen van mogelijke gevaarlijke plaatsen; Maatregelen voor veiliger routes naar school; Verlichting van voetgangerspaden; Vermijden van plaatsen die angst aanjagen (bijv. onderdoorgangen / tunnels op kruispunten; lege gebouwen); Toegankelijkheid voor mensen met een handicap; Informatie weergeven over snelheid (snelheidscontrole) in de buurt van kleuter- en andere scholen
4.8.3
Links voor bijkomende informatie en beste methoden
Zie voor voorbeelden: www.metropolismag.com/html/inhoud_0802/ped/ www.nyc.gov/html/dot/html/sidewalks/pedestrian projects.shtml www.eltis.org/index.php?id=13&study_id=2844 www.eltis.org/index.php?id=13&study_id=2255 www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3624 www.eltis.org/index.php?id=13&study_id=3484
www.eu-advance.eu
Pagina 57 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
www.seattle.gov/transportation/walk_map.htm www.eltis.org/index.php?id=13&study_id=1835
www.eu-advance.eu
Pagina 58 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.9
Actie 4 – Fietsen
4.9.1
Definitie
Fietsen is een zeer efficiënte en doeltreffende wijze van vervoer voor korte tot gemiddelde afstanden. De fiets biedt vele voordelen in vergelijking met motorvoertuigen, zoals lichaamsbeweging, een alternatief voor het gebruik van fossiele brandstoffen, geen luchtvervuiling of lawaaioverlast, minder verkeersopstoppingen, gemakkelijker parkeren, grotere manoeuvreerbaarheid en toegang tot zowel wegen als paden. De voordelen kosten financieel ook minder aan de gebruiker en de maatschappij.
4.9.2
Inhoud van dit actieterrein
Fietsinfrastructuur Optimalisatie en uitbreiding van het fietspadennet Aanleggen van een fietspadennet over de hele stad; Analyseren / verwijderen van hiaten in het fietspadennet; Analyseren/ verminderen van mogelijke gevaarlijke plaatsen; Aanduiden van bestemmingen met rijtijden; (verkeertekens van het fietspadennet) Uitstekende mogelijkheden voor kortere wegen; Goede verbinding met grensoverschrijdende fietspadennetten (interregionaal,…); Groene golf voor fietsers Fietsenstalling Verbeteren en uitbreiden van de fietsenstallingen Installeren van fietsenrekken of fietsengarages; bewaakte en overdekte fietsenstalling Self-servicestations aan de fietsenstallingen Fietsenrekken voor speciale fietsen (vrachtfietsen, kinderfietsen, fietsen met aanhangwagentje) Openbare diensten (bijv. stations voor zelfherstellingen) Voorkomen van fietsendiefstal (bijv. registratie van fietsen) Diensten voor verhuren en delen van fietsen (diensten voor fietsenverhuur over een groot gebied zijn een alternatief voor het aankopen van een eigen fiets en bieden fietsen aan op geschikte plaatsen in een bepaald gebied) Routeplanner voor fietsers; Voordelen voor gebruikers (goedkopere tickets) Fietsen en openbaar vervoer In voldoende mate voorzien van veilige, toegankelijke en aantrekkelijke fietsenstallingen, bij voorkeur in de buurt van belangrijke bestemmingen en op intermodale punten. Fietsenstallingen voor kort en lang parkeren (fietsenrekken, maar ook overdekte parkeerfaciliteiten; fietsenstations (met inbegrip van faciliteiten voor begeleiding, herstellen en huren)
www.eu-advance.eu
Pagina 59 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Verbinden van het fietspadennet met het openbaar vervoer (fietsenstallingen in de buurt van haltes voor openbaar vervoer); Mogelijkheid om de fiets mee te nemen op de tram, bus, metro; Omvang van het netwerk voor openbaar vervoer bepalen in functie van fietsers (afstand tussen stations, …)
4.9.3
Links voor bijkomende informatie en beste methoden
Zie voor voorbeelden: www.presto-cycling.eu/en/policy-guidelines-a-fact-sheets www.nyc.gov/html/unccp/gprb/downloads/pdf/Bogota_CycleRoute.pdf www.nyc.gov/html/dot/html/bicyclists/installsched.shtml www.eltis.org/index.php?id=13&study_id=158 www.eltis.org/index.php?id=13&study_id=3486 www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3095 www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=1568 www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3087 www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3611 www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3507
www.eu-advance.eu
Pagina 60 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.10
Actie 5 - Openbaar vervoer
4.10.1 Definitie Openbaar vervoer omvat alle vervoersystemen waarbij de passagiers niet met eigen voertuigen rijden, maar het vervoer delen. Meestal worden vaste dienstregelingen geboden op vaste routes waarvoor geen reservering nodig is.
4.10.2 Inhoud van dit actieterrein Kwaliteit Garanderen van de kwaliteit van het netwerk voor openbaar vervoer en dit ook voortdurend verbeteren: Dagelijkse en regelmatige dienstregelingen; Regelmatig en over een groot gebied; Verbinding tussen steden; Aantrekkelijk tarief (voor verschillende doelgroepen: studenten, senioren, pendelaars, toeristen enz.); Goede verbindingen met een nachtbus over de hele stad; Overdekte en verlichte haltes; ITS; Groene vloot voor openbaar vervoer; Voertuigen met lage vloer die toegankelijk zijn voor iedereen, als onderdeel van het globale beleid inzake toegankelijkheid voor iedereen; Rijdienst volgens de vraag; Partnerschap tussen verschillende operatoren van openbaar vervoer; Synchronisatie van de dienstregelingen van het openbaar vervoer; Cameratoezicht (veiligheid); Informatie in real time in het openbaar vervoer; Betalen met GSM; Elektronische tickets (SMS-tickets, on-linetickets); Verhoogde veiligheid op het openbaar vervoer; Integratie van het openbaar vervoer met trein, voorstedelijke en regionale busdiensten Prioriteit Er wordt prioriteit gegeven aan het openbaar vervoer: speciale rijbanen voor het openbaar vervoer (meer lijnen of optimalere lijnen); regeling van de verkeerslichten, groene golf van openbaar vervoer; Informatiebord over aankomsten van de bus aan de bushalte
www.eu-advance.eu
Pagina 61 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Openbaar vervoer en stedenbouwkundige planning Definiëren van een minimale bebouwingsdichtheid rond de stations voor openbaar vervoer Parkeernormen in nieuwe gebouwen afhankelijk van de diensten voor openbaar vervoer
4.10.3 Links voor bijkomende informatie en beste methoden Zie voor voorbeelden: www.by-banen.no/rapporter_og_planer Scroll naar HiTRANS Project guides “Public transport – planning the networks”; “Public transport – mode options and solutions”; en “Public transport – citizens’ requirements”. www.civitas.eu/thematic-categories/collective-passenger-transport www.civitas.eu/thematic-categories/transport-telematics
www.eu-advance.eu
Pagina 62 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.11
Actie 6 – Maatregelen voor auto’s
4.11.1 Definitie Maatregelen voor auto’s verwijzen naar het vervoer per auto en naar bijkomende maatregelen. Daarbij wordt beoogd om het autovervoer op een duurzame wijze te behandelen, bijv. door het delen van de auto.
4.11.2 Inhoud van dit actieterrein Collectief vervoer Acties voor het ontwikkelen van innovatief collectief vervoer dat inspeelt op de vraag Instellen van diensten voor carpooling Instellen van diensten voor het delen van auto’s Zones met snelheidsbeperking en beperkte toegang Maatregelen om het autoverkeer te vertragen, om het autoverkeer weg te houden uit het stadscentrum. Algemeen plan voor het instellen van zones met snelheidsbeperking en beperkte toegang in de hele stad. Dynamische verkeersborden; Laadzones om verkeersopstoppingen te voorkomen; Verkeersplannen; Gedeelde ruimtes; Groene zones; Zones met lage emissie. Hoofdwegen Verkeersinformatie in real time om de vrije doorgang met lage snelheid op de hoofdwegen te garanderen.
4.11.3 Links voor bijkomende informatie en beste methoden Zie voor voorbeelden: www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3647 www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3272 http://civitas.eu/thematic-categories/safety-and-security
www.eu-advance.eu
Pagina 63 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.12
Actie 7 – Mobility management
4.12.1 Definitie Mobility management is een concept voor het promoten van duurzaam vervoer en het beheren van de vraag naar autogebruik door het gedrag van de reizigers te veranderen. De kern van het mobiliteitsbeheer omvat "zachte" maatregelen zoals informatie en communicatie, organiseren van diensten en coördinerende activiteiten van de verschillende partners. “Zachte” maatregelen verbeteren vaak de doeltreffendheid van "harde" maatregelen in het stedelijk vervoer (bijv., nieuwe tramlijnen, nieuwe wegen en nieuwe fietspaden). Maatregelen voor mobiliteitsbeheer (in vergelijking tot "harde" maatregelen) vereisen meestal geen grote financiële investering en 23 hebben een hoge kosten-baten-verhouding
4.12.2 Inhoud van dit actieterrein Informatie over duurzame mobiliteit Deze maatregelen worden in essentie aangestuurd door de vraag van de reiziger. Ze geven de reiziger informatie en advies door middel van een hele reeks verschillende middelen. Ontwikkelen van een mobiliteitscentrum of mobiliteitspunt; Informatie over niet-gemotoriseerde mobiliteit; Vervoersinformatie via een hele reeks technologieën, voor en tijdens de reis; Stadskaarten voor gebruikers van het openbaar vervoer, voetgangers en fietsers; Ticketinformatie (op website); Acties over de veiligheid van weggebruikers (bijv. fietsers, voetgangers); Veiligheidscampagnes; Mobiliteitspakketten voor nieuwe werknemers of nieuwe burgers; Promotie van duurzame mobiliteit Deze maatregelen zijn vooral gefocust op het aanmoedigen van een vrijwillige gedragsverandering door sensibilisering, promotie van alternatieven voor de auto, motivatie en het verstrekken van informatie. Reclamecampagnes voor de burgers, scholen, bedrijven, … om mensen aan te moedigen te wandelen, te fietsen, en/of het openbaar vervoer te gebruiken (Bike to Work, Europese autoloze dag,…); Persoonlijk reisadvies; Gerichte promotie van alternatieve wijzen en reistijdvermindering / aaneenschakeling; Incentives voor alternatieve wijzen en schone voertuigen; Marketing van duurzame wijzen door adverteren en het gebruik van andere verkooptechnieken, zoals huis-aan-huis bezorgen van brochures (aan huishoudens); Verhoogde bewustwording omtrent de gevaren van CO2 die wordt gegenereerd door het verkeer
23
Bron: EPOMM – European Platform on Mobility Management (www.epomm.eu)
www.eu-advance.eu
Pagina 64 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Mobiliteitsbeheer in de gemeente Dit omvat het aanbieden, organiseren en coördineren van verschillende soorten MB-diensten om een alternatief te bieden voor het gebruik van de auto met slechts één inzittende, gericht op de werknemers van de stadsadministratie. Installeren van fietsenstallingen bij bedrijven Invoeren van job-tickets voor openbaar vervoer Installeren van douches Lokaal gericht mobiliteitsbeheer MB is vooral een lokaal gerichte activiteit voor een plaats die vervoer genereert, zoals een bedrijf, school, universiteit, concertgebouw… Een mobiliteitsplan moedigt de werknemers aan om zich m.b.t. mobiliteit bewust te gedragen. – Regelen van parkeerruimtes in de buurt van stadsgebouwen; – Fietsendienst en delen van bedrijfsauto’s; – Ontmoedigen van het gebruik van de auto om naar het werk te gaan; – Mogelijkheid om op het werk te douchen; Het gebruik van de bedrijfsauto’s wordt beschreven in een mobiliteitsplan zodat de voertuigen efficiënt worden gebruikt, zeker wat brandstofverbruik betreft. – Huidige staat van de voertuigen in gebruik en balans; – Aankopen van groene auto’s (elektrische auto’s, CNG, hybride); – Cursus milieuverantwoordelijk rijden voor werknemers; – Mensen motiveren om de fiets of het openbaar vervoer te gebruiken voor verplaatsingen in de stad Het mobiliteitsplan van een school is vergelijkbaar met dat van een bedrijf, behalve dat er een hoog niveau van betrokkenheid van kinderen en ouders, en werkgevers en werknemers is zowel bij de planning als de toepassing. Een SUMP moet mobiliteitsadvies voor en de ontwikkeling van mobiliteitsplannen bij bedrijven aanmoedigen. Het kan een kader omvatten voor het uitwerken van dergelijke plannen en doelstellingen met betrekking tot de vermenigvuldiging ervan in het stedelijk gebied. Maar een SUMP kan niet al deze plannen omvatten.
4.12.3 Links voor bijkomende informatie en beste methoden Europees Platform inzake Mobiliteitsbeheer: www.epomm.eu ELTIS: portaal stedelijke mobiliteit (www.eltis.org) Zie voor voorbeelden transalt.org/campaigns/pedestrian/playstreets www.nyc.gov/html/dot/summerstreets/html/home/home.shtml
www.eltis.org/index.php?id=13&study_id=3634 http://civitas.eu/thematic-categories/mobility-management
www.eu-advance.eu
Pagina 65 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
4.13
Actie 8 – Beheer van goederenvervoer
4.13.1 Definitie Beheer van goederenvervoer is het proces voor het verplaatsen van verschillende soorten goederen van het ene naar het andere punt met een hele reeks vervoersmogelijkheden. Het vervoer van vracht kan gebeuren via de weg, lucht of via waterwegen om de vracht van het punt van oorsprong naar een bestemming te brengen. Beheer van vrachtvervoer omvat verschillende strategieën voor het verhogen van de doeltreffendheid van vracht- en commercieel vervoer. Een SUMP moet de voorwaarden bepalen voor de bevoorrading van de stad die nodig is voor de bedrijven en winkels.
4.13.2 Inhoud van dit actieterrein Reorganisatie Reorganiseren en rationaliseren van de leveringen door een bedrijf en/of door leveranciers om het vrachtvervoer van en naar de stad te verminderen. Consolideringscentrum; Rijbanen voor vrachtvervoer; Leveringen ‘s nachts; Vrachtbeperkingen; Reglementering voor vrachtvervoer: leveringsuren, omvang van de laadplaatsen, …; Modale verschuiving in vrachtvervoer Gebruik van vrachttrams voor leveringen binnen de stad Gebruik van uitrustingen voor niet-gemotoriseerd vrachtvervoer (wandelen en fietsen – karretjes, vrachtfietsen) Fietskoeriers
4.13.3 Links voor bijkomende informatie en beste methoden Zie voor voorbeelden www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3520 www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3014 www.eltis.org/index.php?id=13&lang1=en&study_id=3177
www.eu-advance.eu
Pagina 66 van 76
Description
M1.4.1 - Mobility behaviour
M1.4 Current state
M1.3 Politial agreement
M1.2 Regional/ national framework
M1.1 Sustainability principles
In urban transport and mobility, the knowledge on the current state is often very fragmented and incomplete. Like pieces of a puzzle, data and information need to be put together in order to describe the current situation, and to name the related problems. This analysis is crucial in helping to define appropriate policies, relevant perimeter and to provide the necessary baseline against which progress can be measured. Degree to which the mobility behaviour of the city users (citizens, visitors, commuters, transport generators,…) is known (modal split, travel habit survey,…).
Degree to which there is a political support for the sustainable urban mobility planning
Degree to which sustainability principles are part of the policy on mobility. Sustainable urban mobility planning is focused on the level of the urban agglomeration. Nevertheless it is embedded in a wider regional and national framework for planning activities in the field of urban mobility. This includes for example regulations, funding streams or higher level strategies for spatial and transport development. Degree to which the relevant national and/or regional policies for urban mobility planning are taken into consideration at the beginning of the planning process.
A sustainable transport system meets society's needs whilst minimising its undesirable impacts. A mobility plan can only call itself sustainable if economic, social and environmental criteria are taken into account throughout the whole planning process.
The starting point of mobility planning is a robust analysis of the current state of the mobility practices. When starting to set up a SUMP, each city should analyse its state of the art regarding mobility policies. To carry out the ADVANCE Audit is the chance to bring together all the stakeholders, to share data and perception of the current situation, to identify further studies that are necessary for the analysis.
M1 - Precondition
MISSION FIELD
level 1
level 2
level 3
We have done this sporadically We have implemented this and We are implementing this and/or or ad-hoc. We have some have done this regurarly or at have done this a couple of times anecdotal information. Very little many sites. We have good or at a small number of sites. performance. Fire principle: we information. Rather strong We have information related to take action if necessary, as long performance. There are indeed some areas. Some as necessary and only when structural initiatives, but there is performance. necessary. still room for improvement.
level 4 We have implemented this and are regurarly reviewing this in a systematic way. We work in a systematic and innovative way. Strong performance. In this area we score excellent.
Comment
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
5 Bijlage II – ADVANCE-vragenlijst
De ADVANCE-vragenlijst kan worden gedownload op www.eu-advance.eu.
Figuur 16: Extract van de ADVANCE-vragenlijst – werkblad missievelden
www.eu-advance.eu
Pagina 67 van 76
not applicable
Description
Parking fees in car parkings are differentiated according to emissions. The number of on-street parking spaces are reduced and possibily replaced with off-street places (underground parking facilities). The total number of car spaces (both on-street and underground parking facilities) are reduced in the city center . Providing Park + Ride facilities Providing Park + Bike facilities A parking guiding system around the city centre exists.
A1.4 Move to off-street parking
A1.5 Reduction of parking
A1.6 Park + Ride
A1.7 Park + Bike
A1.8 Parking guiding system
Preferential treatment for different target groups (i.e. residents, commuters, carpoolers, people with disabilities, …)
A1.2 Differentiation for target groups
A1.3 Differentiation according to emissions
Price differentiation to on-street parking is applied.
A1.1 On-street parking
Parking management refers to various policies and programs that result in more efficient use of parking resources. Parking management is a powerful mechanism to influence how people travel to the city and within the city. Parking is an ambivalent instrument: it serves both the car and traffic regulation.
A1 - Parking management
ACTION FIELDS
level 1
level 2
level 3
We have done this sporadically We have implemented this and We are implementing this and/or or ad-hoc. We have some have done this regurarly or at have done this a couple of times anecdotal information. Very little many sites. We have good or at a small number of sites. performance. Fire principle: we information. Rather strong We have information related to take action if necessary, as long performance. There are indeed some areas. Some as necessary and only when structural initiatives, but there is performance. necessary. still room for improvement.
level 4 We have implemented this and are regurarly reviewing this in a systematic way. We work in a systematic and innovative way. Strong performance. In this area we score excellent.
Comment
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Figuur 17: Extract van de ADVANCE-vragenlijst – werkblad actievelden
www.eu-advance.eu
Pagina 68 van 76
not applicable
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
6 Bijlage III – Glossarium
www.eu-advance.eu
Pagina 69 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
6.1
Algemeen Glossarium
Audit
Is een evaluatie van een persoon, organisatie, systeem, proces, onderneming, project of product.
i
Meestal verwijst de term naar audits in de boekhouding, maar er bestaan soortgelijke concepten in projectbeheer, ii kwaliteitsbeheer, en energiebehoud. Audits door derden
Worden uitgevoerd door onafhankelijke auditorganisaties, zoals regelgevers of zij die een registratie of certificatie iii afleveren. Hier is de klant niet dezelfde als de auditor.
Benchmarking
Is een proces dat algemeen gebruikt wordt in management, voornamelijk in strategisch management, waarmee organisaties verschillende aspecten van hun processen evalueren in vergelijking met de beste praktijken, meestal in iv de eigen sector of het eigen domein. Dit geeft organisaties de mogelijkheid om plannen te ontwikkelen voor het toepassen van zulke beste praktijken, meestal met het doel om bepaalde prestatieaspecten te verbeteren. Benchmarking moet worden gezien als een continu proces waarmee organisaties hun praktijken regelmatig kritisch onderzoeken. Het proces om deze beste praktijken bij andere organisaties te identificeren en ervan te leren vormt een krachtige tool bij de zoektocht naar verbetering en prestatiedoorbraken.
Belanghebbende
Een individu, groep of organisatie die beïnvloed wordt door een voorgesteld project, of die invloed kan hebben op een project en de toepassing ervan. Deze term omvat het grote publiek, alsook een hele reeks andere groepen v (bijvoorbeeld bedrijven, autoriteiten, en speciale belangengroepen).
Belanghebbende betrokkenheid/verbintenis
De betrokkenheid in wisselende mate van individuen, groepen en organisaties, bij de aspecten van het vi besluitvormingsproces voor vervoer via een hele reeks methoden.
Doel
De doelwaarde van een indicator. Doelen zijn de materiële uitdrukking van de gemaakte beleidskeuzes. Ze concentreren zich op geselecteerde onderwerpen (indicatoren) en bepalen een ontwikkelingspad tussen “nu” en een vii toekomstige “dan”.
Duurzaamheid
Weerspiegelt de fundamentele wens van de mens om de wereld te beschermen en te verbeteren. Duurzaamheid benadrukt de geïntegreerde aard van de menselijke activiteiten en dus ook de behoefte om de beslissingen te
www.eu-advance.eu
Pagina 70 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
coördineren tussen verschillende sectoren, groepen en rechtsgebieden.
viii
Iets op een duurzame manier doen, betekent rekening houden met de behoeften van de toekomstige generaties bij ix het voldoen aan de huidige behoeften. Duurzaam transportsysteem
Komt tegemoet aan de economische, sociale en ecologische behoeften van de maatschappij door het minimaliseren x van de ongewenste invloeden ervan op de economie, maatschappij en het milieu. Een duurzaam vervoerssysteem bereikt het grootst mogelijke evenwicht tussen de sociale – ecologische – economische dimensies van het vervoer. Vervoer is verbonden met mobiliteit, wat betekent dat duurzaam vervoer xi niet geanalyseerd kan worden zonder de mobiliteit en mobiliteitspatronen te onderzoeken.
Geïntegreerde methode
Integratie van praktijken en beleidslijnen tussen transportwijzen, beleidssectoren, openbare en privé-entiteiten.
Indicator
Is een variabele die wordt gekozen en gedefinieerd om de vooruitgang naar een bepaalde doelstelling te meten.
xii
Er zijn verschillende soorten indicatoren: kwalitatieve en kwantitatieve, absolute en relatieve. Een andere typologie die wordt gebruikt is het “productiesysteem” of input-output-outcome-methode:
Interne audit
Input-indicator: middelen vereist om een dienst of product te leveren (bijv. mankracht, planningkosten)
Procesindicator: de manier waarop de dienst wordt geproduceerd (bijv. openbaar of privé)
Output-indicator: de diensten, producten of resultaten (bijv. aantal fietspaden aangelegd per km)
Outcome-indicator: de impact van de definitieve resultaten (bijv. schone lucht)
Efficiëntie-indicator: verhouding input / output
Doeltreffendheidindicator: verhouding input / doelen
Is een onafhankelijke, objectieve en overlegaudit die is ontworpen om toegevoegde waarde te geven aan de werking van een organisatie en deze te verbeteren. Een interne audit is een katalysator voor het verbeteren van de efficiëntie en doeltreffendheid van een organisatie door inzicht te verstrekken en aanbevelingen te doen op basis xiii van analyses en evaluaties van de gegevens- en bedrijfsprocessen. Een interne audit wordt uitgevoerd in naam van de organisatie zelf voor het management en andere interne doelstellingen, en kan de basis vormen voor een eigen conformiteitsverklaring van de organisatie. De auditklant is dus dezelfde als de auditor. In vele gevallen, vooral in kleinere organisaties, kan de onafhankelijkheid worden aangetoond door de afwezigheid van verantwoordelijkheid voor de activiteit die wordt gecontroleerd of de
www.eu-advance.eu
Pagina 71 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
afwezigheid van enig vooroordeel of belangenconflict.
xiv
xv
Mobiliteit
De verplaatsing van mensen, van de ene sociale groep, klasse, niveau of plaats naar een andere.
Mobiliteitsbeheer
Is een concept voor het promoten van duurzaam vervoer en het beheren van de vraag naar autogebruik door het xvi gedrag van de reizigers te veranderen . De kern van het mobiliteitsbeheer omvat "zachte" maatregelen zoals informatie en communicatie, organiseren van diensten en coördinerende activiteiten van de verschillende partners. “Zachte” maatregelen verbeteren vaak de doeltreffendheid van "harde" maatregelen in het stedelijk vervoer (bijv., nieuwe tramlijnen, nieuwe wegen en nieuwe fietspaden). Maatregelen voor mobiliteitsbeheer (in vergelijking tot "harde" maatregelen) vereisen meestal geen grote financiële investering en hebben een hoge kosten-batenverhouding.
Programma’s beheer
voor
kwaliteits-
Hebben betrekking op en evalueren de kwaliteit van de processen en outputs en geven richtlijnen om de kwaliteit te xvii verbeteren. xviii
SMART-principes
Specifiek, Meetbaar, hAalbaar, Realistisch en Tijdsgebonden.
SUMP
Duurzaam mobiliteitsplan voor steden is een strategisch plan dat is ontworpen om te voldoen aan de mobiliteitsbehoeften van mensen en bedrijven in steden en de stedelijke rand met het oog op een betere leefkwaliteit. Het is gesteund op de bestaande planningpraktijken en houdt rekening met integratie-, participatie- en xix evaluatieprincipes.
Toegankelijkheid
De toegankelijkheid van een activiteit voor een individu is het gemak waarmee dit individu naar de plaatsen kan xx gaan waar die activiteit kan worden uitgevoerd.
Visie
Geeft een kwalitatieve beschrijving van een gewenste stedelijke toekomst en dient als richtlijn voor de ontwikkeling xxi van duurzame maatregelen in een duurzame stedelijke mobiliteitsplanning.
Zelfevaluatie
Is het proces van zelfonderzoek bij de evaluatie van de aspecten die belangrijk zijn voor de eigen identiteit.
www.eu-advance.eu
Pagina 72 van 76
xxii
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
6.2
Glossarium ADVANCE-audit
Actieterrein
Houdt verband met een bepaalde categorie van maatregelen, zoals bepaald in een SUMP (bijv. fietsen, wandelen,…).
Actieplan
Een document met een gedetailleerde reeks activiteiten en maatregelen die ondernomen zullen worden door de gemeente om haar duurzaam stedelijk mobiliteitsbeleid te verbeteren.
ADVANCE-audit
Is een praktische audittool voor het verbeteren van de duurzame stedelijke mobiliteitsplannen. De ADVANCE-audit is een systematische evaluatiemethode met richtlijnen, toont de mogelijkheden voor een (nog) succesvollere SUMP en verhoogt de waarde van de stad.
ADVANCE-auditschema
Het schema voor de uitvoering van de ADVANCE-audit. Het ADVANCE-auditschema bevat vijf belangrijke stappen: analyseren van de huidige status, evaluatie van missievelden en actievelden, prioriteiten stellen voor punten van verbetering, opstellen van een actieplan en het auditrapport en de certificatie.
ADVANCE-auditor
De ADVANCE-auditor is een externe auditor die bevoegd is om een audit uit te voeren. Hij/zij begeleidt de stad doorheen de hele audit. Hij/zij is de procesadviseur/facilitator. Hij/zij geeft als expert aanbevelingen voor verbetering.
ADVANCE-certificaat
Certificaat dat bewijst dat de gemeente een SUMP (duurzaam stedelijk mobiliteitsplan) heeft of de mogelijkheden heeft om er een uit te werken.
ADVANCE-werkgroep
Is de belangrijkste speler in het ADVANCE-auditproces. De ADVANCE-werkgroep moet samengesteld zijn uit de belangrijkste interne en externe spelers inzake stedelijke mobiliteitsplanning van de stad en is beperkt tot maximaal 15 mensen.
Auditrapport
Het definitieve verslag van de ADVANCE-auditor met een beschrijving van het auditproces, de notities van de werkgroepvergaderingen, het actieplan en een aanbeveling voor de certificatie.
Beleidslijnen
Algemene, gerichte en meer specifieke doelstellingen van de gemeente die formeel worden geformuleerd in documenten. Beleidslijnen die relevant zijn voor ADVANCE blijven niet beperkt tot vervoersbeleidslijnen, maar hebben ook betrekking op milieubeleid en stedelijke planbeleid, …
www.eu-advance.eu
Pagina 73 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
Doelstellingen
Een duidelijke verklaring over de verbeteringen van de duurzame stedelijke mobiliteitsplanning en het desbetreffende beleid dat een stad wil volgen. De doelstellingen geven de trajecten voor verbeteringen, maar niet de middelen om deze te realiseren.
Evaluatie
Evaluatie van de missievelden en actievelden die samen de status weerspiegelen van het duurzame stedelijk mobiliteitsbeleid van de stad.
Gemeente
De relevante autoriteit voor een stad die wordt onderworpen aan de ADVANCE-audit, vertegenwoordigt ook alle publieke entiteiten die relevant zijn voor dit schema.
Opdrachtdomein
Een domein met betrekking tot het opstellen van een SUMP.
Organisatie
De entiteit die verantwoordelijk is voor het definiëren en toepassen van een beleidsplan voor mobiliteit. Deze entiteit kan bijvoorbeeld een vervoers- of mobiliteitsafdeling zijn van een gemeente, een bedrijf, een onderwijsinstelling of een leverancier van vervoersdiensten.
Programma’s voor kwaliteitsbeheer van het mobiliteitsbeheer
Is een systeem om processen en resultaten van een administratie of organisatie te leiden en te beheren, vooral met xxiii betrekking tot de kwaliteit om ervoor te zorgen dat :
(nieuwe) maatregelen voor mobiliteitsbeheer gemakkelijk en efficiënt kunnen worden ingevoerd;
(bestaande) maatregelen voor mobiliteitsbeheer doeltreffend zijn;
er wordt voldaan aan de behoeften en eisen van de maatschappij, de gebruiker en de belanghebbende;
continue verbetering daarin wordt opgenomen en
processen en resultaten worden beheerd en adequaat in stand gehouden.
Stad
Een stad wordt gezien als een geografisch of administratief gebied, afgebakend door de verantwoordelijke autoriteit voor het doel van erkenning in de ADVANCE-audit.
Zelfevaluatie in een organisatie
Een proces waarmee organisaties hun prestatie onderzoeken, en de factoren die deze prestatie ondersteunen of xxiv hinderen, met het oog op maximale bijdragen tot het systeem en de impact ervan op een duurzame ontwikkeling een evaluatie van de eigen mogelijkheden en het eigen falen
www.eu-advance.eu
Pagina 74 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
6.3
Referenties
i
Wikipedia, http://en.wikipedia.org/wiki/Audit
ii
Wikipedia, http://en.wikipedia.org/wiki/Audit
iii
D2.1 - State of the art of SUMPs and audit schemes, ADVANCE, October 2011
iv
MAXQ : Code of practice for implementing quality in mobility management in small en medium sized cities - CEN Oct 2009
v
Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan – ELTISplus 2011
vi
Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan – ELTISplus 2011
vii
Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan – ELTISplus 2011
viii
Litmann, T. (2009), Well Measured: Developing Indicators for Comprehensive and Sustainable Transport Planning, Victoria Transport Policy Institute, December 2009 ix
Measuring sustainability of transport in the city – development of an indicator-set, Bulletin 261 • 2011, Traffic & Roads, Department of Technology en Society, Lund University x
Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan – ELTISplus 2011
xi
Measuring sustainability of transport in the city – development of an indicator-set, Bulletin 261 • 2011, Traffic & Roads, Department of Technology en Society, Lund University xii
Gudmundsson, Henrik et al, (2010), Indicators of environmental sustainability in transport, An interdisciplinary approach to methods. Institut national de recherche sur les transports et leur sécurité – INRETS xiii
Wikipedia, http://en.wikipedia.org/wiki/Interne_audit
xiv
D2.1 - State of the art of SUMPs and audit schemes, ADVANCE, October 2011
xv
http://www.thefreedictionary.com/mobility
xvi
MAXQ : Code of practice for implementing quality in mobility management in small and medium sized cities - CEN Oct 2009
xvii
MAXQ : Code of practice for implementing quality in mobility management in small en medium sized cities - CEN Oct 2009
xviii
Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan – ELTISplus 2011
www.eu-advance.eu
Pagina 75 van 76
D2.5 Finaal ADVANCE-auditschema en richtlijnen
xix
Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan – ELTISplus 2011
xx
Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan – ELTISplus 2011
xxi
Guidelines. Developing and implementing a Sustainable Urban Mobility Plan – ELTISplus 2011
xxii
Wikipedia, http://en.wikipedia.org/wiki/Self-evaluatie
xxiii
MAXQ : Code of practice for implementing quality in mobility management in small en medium sized cities - CEN Oct 2009 An Approach to Organizational Self Evaluation, http://cmsdata.iucn.org/downloads/oa_overview_00.pdf
xxiv
www.eu-advance.eu
Pagina 76 van 76