Pastoraal Uitzendbureau ‘s-Hertogenbosch | NOVEMBER
Empowerment
Over hoe het spel wordt gespeeld
Jos v/d Meijden De opbouwjaren van het PUB
PUB de wijk in
.n
l
Fietswerkplaats in Boschveld
kl ub w .p w w
Nijpend geldgebrek Restauratie van museum�ietsen Cees Mosch neemt afscheid Niek Habraken. Een bevlogen vrijwilliger
us
En verder:
foto: Henk Stuiver
2
3 Gratis boeken lenen in de Blokkendoos
Interview met ervaren opbouwwerkers: Marieke Smeets en Ton Joore
Het PUB naar de wijk Boschveld (door Henk Raadschelders)
Een frisse heldere ochtend zoals we er deze herfst al veel hebben gehad. Op de fiets ben ik naar Boschveld getogen voor een gesprek met Marieke Smeets en Ton Joore. Beiden zijn zeer actief in de wijk Boschveld en Ton startte met kinderen in Boschveld en is ook vrijwilliger bij het PUB. Vanuit het fietsproject is hij met Willem van Engelen gestart om kinderen uit de wijk te leren fietsen te maken. Graag wil ik met hun praten over deze nieuwe stap van het PUB. Een Portugese ervaring Ton zet koffie en Marieke valt meteen met de deur in huis. Ze zijn net terug van een vakantie in Portugal. Daar zijn ze tegen een sociaal project voor dak- en thuislozen aangelopen. Ze lieten er zonder aarzelen een excursie naar een mooi kasteel voor lopen. Marieke zet voorzichtig twee werkjes van blikkunst op tafel die ze heeft gekocht. Ze zien er prachtig uit. Gemaakt door dak- en thuislozen naar ontwerpen van kunstenaars. Ook hebben ze er prima gegeten in een mooi ingericht restaurant, weer gemaakt door de deelnemers aan het project met hulp van deskundigen. Door de deelnemers werd ook gekookt en bediend, ook dat samen met beroepsmensen. Het was er heel druk. Er worden daar vanuit dat project veel bruggetjes naar de samenleving geslagen. Twee werelden die bij elkaar worden gebracht. Boschveld De link naar Boschveld is snel gelegd. Marieke en Ton zijn allebei ervaren opbouwwerkers. Hun vaardigheden op dit vlak hebben ze in de wijk goed kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld in de strijd tegen de geplande sloop van hun wijk. Ton ging met Helma Hurkens de bewoners uitleggen wat sloop voor hen zou betekenen. Ze motiveerden de bewoners voor hun belangen op te komen. Mensen werden zo mondig en gingen ook zelf hun belangen bij de gemeente en de woningcorporatie bepleiten. Er waren bijvoorbeeld leden van de actiegroep die ieder één lid van de Gemeenteraad hadden geadopteerd om bij die
Bieb in de Blokkendoos (door Jos Antonis)
Onlangs is er in de Blokkendoos op de eerste etage een bibliotheek geopend. Dit initiatief is ontstaan uit een samenwerking van Zelfkrant, Vincentiusvereniging, SOS rommelmarkt en PUB. Het blijkt dat er bij SOS rommelmarkt en Vincentiusvereniging nogal wat boeken overblijven. Om te voorkomen dat deze bij het oud papier terecht komen hebben we besloten deze boeken onder te brengen bij de Blokkendoos
en ze ter beschikking te stellen aan onze deelnemers. Daarnaast staat het een ieder vrij om gebruik te maken van deze gelegenheid te meer omdat de reguliere bibliotheken te duur zijn voor veel mensen. Wij willen niet concurreren want het mag duidelijk zijn dat wij niet dezelfde kwaliteit kunnen leveren als andere bibliotheken. Wij hebben maar een beperkte voorraad. Iedereen kan bij ons gratis boeken lenen, er wordt
niets geregistreerd, en we vertrouwen er op dat ze weer teruggebracht worden. Het motto van ons werk is niet voor niets: vertrouwen geven is vertrouwen ontvangen. We hopen binnenkort de bibliotheek op een meer officiële wijze te openen. En als u nog boeken over heeft dan kunt u ze inleveren bij de Blokkendoos (recht tegenover de bezoekersingang van het oude Groot ZiekenGasthuis) Gun die boeken een tweede leven!
foto: Henk Stuiver
Loet van Santvoort werkt met pure passie aan fietsen van vóór 1950...
foto: Henk Stuiver
persoon het wijkbelang te verdedigen. Zo sloegen ze zelf een brug van hun bewonerswereld naar de wereld van bestuurders. Resultaat: De sloop van de wijk is van de baan. Opbouwwerk levert cement voor de samenleving Wat hen beiden drijft is mensen aan de rand van onze samenleving vooruit helpen in hun streven te overleven. Dat is wat het PUB ook doet. Je kunt proberen mensen te leren voor zichzelf op te komen. Voor hen die dat niet kunnen moet je blijven spreken. En om het werk een bredere basis te geven moet je wel aan samenlevingsopbouw doen. Anders blijven mensen altijd afhankelijk. Als je zorgt voor meer bruggetjes naar de samenleving, hebben je mensen meer om op terug te vallen. Daarom is het ook zo belangrijk dat het PUB met het Dromedarisproject naar de wijk is gekomen. In dit project wordt door deelnemers van het PUB aan kinderen uit Boschveld geleerd fietsen te repareren. Dit alles onder de deskundige leiding van Willem van Engelen, Ahmad Naim Motlagh en Ton Joore. Sinds de feestelijke opening van dewerkplaats in de Kelvinstraat (beschikbaargesteld door BrabantWonen!) is er al weer een
half jaar verstreken. Dat project is gestart met kinderen, maar nu zijn er ook al vrouwen fietsen aan het repareren en doen de eerste mannen twee keer per week hetzelfde. Dat is echt samenlevingsopbouw. De mensen van het Dromedarisproject hebben niet alleen iets met de begeleiders van de werkplaats en het PUB maar hebben ook iets met elkaar. In haar taalcursussen voor vrouwen ervaart Marieke hetzelfde. De ingang is Nederlands leren, praten over opvoeding en de Nederlandse samenleving. Maar het resultaat is ook dat de deelnemende vrouwen samen gaan koken en op elkaars kinderen gaan passen. Het geven van naailessen kan hetzelfde resultaat geven. In een wijk als Boschveld met 60 oorsprongsgroepen moet je er wel altijd alert op zijn dat je je richt op meerdere van die groepen. Ook moet je aandacht geven aan ieders mogelijkheden. Die zijn bij een vluchteling anders dan bij iemand met een psychische problematiek. Zo moet je ook goed kijken wat de verschillende deelnemers van het PUB voor dit project kunnen betekenen. Als zij een plaats in het geheel hebben wordt voor hen de wereld ook groter. En zo kan het werk van het PUB cement voor de samenleving zijn.
foto: Henk Stuiver
Restaureren van zeer oude �ietsen Even voorstellen: Loet van Santvoort,oud leerkracht en geschiedenisman, en ongeveer 4 jaar als deelnemer verbonden aan het PUB op de fietsenwerkplaats. Wat begonnen is met het plakken van een band is er door de jaren heen de liefde voor het fietsenmakersvak ontstaan. De koppeling tussen fiets en geschiedenis was geboren. Mijn voorkeur gaat uit naar het opbouwen en restaureren van fietsen van voor 1950. Voor mij vertelt iedere fiets zijn of haar verhaal. Het is tevens het behoud van een stukje fietscultuur. Fietsen van voor 1950 verdwijnen uit het straatbeeld.
Ik hoop op 1 jan2012 van start te gaan in samenwerking met het PUB. Verder blijf ik werkzaam bij het PUB. Ik hoop dat dit projekt slaagt en dat er meer mensen waardering gaan krijgen voor deze fietsen en de cultuur daar omheen. Ik ga ervoor! m.vr.gr. Loet van Santvoort
Kenmerken van deze museumfietsen: geen kunststof onderdelen van ijzer/staal spie in trapas trapas in frame gedraaid kleur overwegend zwart originele onderdelen S.A.-en torpedoterugtraprem geen versnellingen
Willem van Engelen (coördinator fietswerkplaats en leermeester fietsenmaker) heeft mij de nodige kennis bijgebracht op het gebied van reparatie. Later ben ik in contact gekomen met Frits v.d. Wittenboer, vrijwilliger bij het PUB die mij wegwijs heeft gemaakt in deze fietsenwereld en tevens de liefde voor deze fietsen heeft aangewakkerd. Ook Jan Beuckens (coördinator van het PUB) en het bestuur hebben meegedacht. Mede door deze personen en het PUB is het idee ontstaan om op een eigen werkplek te werken aan deze museumfietsen. Overigens zijn er meerdere mensen begaan met het lot van deze fietsen. In het sept-okt nummer van het blad Vogelvrije Fietser staat een artikel over de heer Vitor Sousa Peixoto die dezelfde gedachte over deze fietsen met mij deelt. Citaat: Als ik zie hoe kranen fietsen grijpen om ze te laten smelten,doet dat pijn in mijn hart.
foto: Henk Stuiver
4
5
De opbouwjaren van het PUB
Veel van het PUB-werk wordt niet gesubsidieerd...
Een gesprek met Jos van der Meijden
Jos lange gesprekken gevoerd met Rob Hagenaars van de Gemeente ‘s-Hertogenbosch. Eind 2000 werd een vaste kwartaalvergoeding overeengekomen. Met Rob Hagenaars heeft Jos ook aan de wieg gestaan van BOSA.
(door Henk Raadschelders)
Een mooie rustige wijk in Vught. Daar woont Jos van der Meijden, bestuursvoorzitter en oprichter van het PUB. Hem ga ik eens vragen naar zijn verhaal over het ontstaan van het PUB. Zijn vrouw Mientje zorgt voor de koffie in zijn werkkamer. Daar zijn we gaan zitten met uitzicht op de achtertuin die er prachtig bij ligt. Een hobby van Jos. Maar nieuwsgierig ben ik naar wat hij me gaat vertellen. Achtergrond Als voormalig ondernemer dacht hij zijn ondernemerservaring in de zorgsector vruchtbaar te kunnen maken. Hij werd directeur van de verslavingskliniek Roderheide tussen Schijndel en Sint-Oedenrode. Toen het daar goed marcheerde kreeg hij tijd om zijn vleugels verder uit te slaan. Provinciaal en Landelijk Overleg Verslaafdenzorg, Controlebureau Alcohol en Drugs, Crisisopvang De Brug om enkele van de organisaties te noemen waaraan hij veelal als voorzitter verbonden was. Zo werkend kon hij o.a. het ontstaan van Novadic-Kentron realiseren. Ook bij de oprichting van Stichting Maatschappelijke Opvang ‘s-Hertogenbosch was hij betrokken. Hoe het begon Na zijn pensionering kwam Jos al snel in gesprek met straatpastor Jan Molmans over de noodzaak dagbesteding te organiseren voor dak- en thuislozen. Na korte tijd hadden ze het voor elkaar dat er twee containers geplaatst werden bij het Bossche spoorwegemplacement. Voor inloop overdag. Daarna vormden ze samen met de politieman Ron van Gein een werkgroep van 9 mensen die verdere plannen moest uitwerken. Ze staken hun licht op in Groningen waar al zo'n project liep. Na anderhalf jaar lag er hun eerste plan. Het is dan september 1997. Het plan voor sportmiddagen onder leiding van een sportinstructeur is nooit van de grond gekomen bij gebrek aan een geschikte zaal. Maar verder lukte het ook niet geld los te krijgen of een eigen plek te realiseren. Als eerste het groenproject Een ander idee was een buitenactiviteit. Jos kreeg via een jeugdvriend de heer Beijen contact met Natuurmonumenten. Die hadden werk. Maar dat ging niet zonder uitvalbasis. Toen Jan Molmans daarover met pastor Wim de Bekker ging praten kwam er garen op de klos. Wim had en heeft de dak- en thuislozen in zijn hart gesloten en samen met zijn vrouw Kok Dupont stelden ze hun tuin in Empel beschikbaar en al wat er verder nodig was om met hout te werken. Zo kon het groenproject starten op 3 maart 1998 met twee deelnemers. Eerst produceerden ze haardhout voor een klooster in Gent van waar het beschikbaar was voor dak- en thuislozen als brandstof voor hun verwarming. Empelse vrijwilligers zorgden ervoor dat het haardhout met Van Gent en Loos naar België vervoerd werd. Contact met Jan Brabers en de toenmalige terreinbeheerder van Natuurmonumenten leidde ertoe dat in de Loonse en Drunense Duinen gewerkt kon worden. Het is dan mei 1998. Daar gingen ze in de auto van Wim met Cees Mosch
en de eerste paar deelnemers vol goede moed de bossen in. Het fietsproject In augustus 1998 start het fietsproject in de oude De Gruyterfabriek bij de Brabanthallen. Burgemeester Rombouts kende een gepensioneerde fietsenmaker die wel vrijwilliger wilde worden om dat project te leiden. Willy van Rooij heeft dat ongeveer 6 jaar gedaan. Eerste bestuur Met twee projecten was de tijd rijp Stichting Pastoraal Uitzendbureau op te richten. Dat gebeurde bij een notariële akte die op 30 september 1998 door Jos als oprichter is getekend. Het eerste bestuur bestond naast Jos uit Jan Poelstra, Frans Dix en Kok de Bekker-Dupont met als adviseur Jan Molmans en later Wim de Bekker. De Gemeente ging subsidiëren Om een structurele financiering te krijgen heeft
foto: Henk Stuiver
Zo wordt het spel gespeeld:
Over empowerment & gemeenschap (door Jan Beuckens)
Begin volgend jaar verschijnt de publicatie “Zo wordt het spel gespeeld. Over empowerment en gemeenschap”. Het boek is de weerslag van een praktijkonderzoek, dat gedaan is door 6 pastorale beroepskrachten, samenwerkend met mensen die achterstand en uisluiting kennen. Ze hebben hun casuïstiek uitgewisseld en gereflecteerd onder leiding van Herman IJzerman, trainer bij het Trainingsinstituut Kor Schippers. Ondergetekende, algemeen coördinator van het PUB was één van hen. Dit onderzoek richtte zich vooral op empowerment en gemeenschapsvorming in relatie tot elkaar. Onder empowerment wordt verstaan: de regie over je leven krijgen, dat wil zeggen invloed verwerven op factoren die de kwaliteit van je leven bepalen. Het verbeteren van leefomstandigheden en kwaliteit van het leven van onze deelnemers. De ervaringen zijn te lezen als succesverhalen, maar vaak ook als breekmomenten. Ze geven aanwijzingen over wat er voor nodig is om mensen empowerment te laten verkrijgen en om gemeenschappen betekenisvol te laten zijn voor de deelnemers. Al onze 6 initiatieven sluiten aan bij de leefwe-
reld van de deelnemers (presentie) en van hieruit wordt een brug geslagen naar de zorginstellingen. De werker laveert tussen de A-wereld, de ‘gevestigde' wereld van de instanties én de B-wereld, de leefwereld van de doelgroep. Bij het PUB is de presentie ingebed in de dagbesteding. In het boek wordt beschreven hoe onze werkplekken de beweging naar de deelnemers maken en zo voor hen van betekenis worden. Op deze manier komen hun kwaliteiten boven drijven. Er bestaat een drempel tussen leefwereld en werkplek. Wat is er voor nodig dat een deelne-
Veegproject De Gemeente wilde graag een in de stad zichtbaar project om haar inspanningen rond maatschappelijke opvang tastbaar te maken. Het idee was een veegproject. Dat sloot wel aan bij het PUB. En zo startte het derde project in 2003. De PUB-houding Met het aanbieden van louter dagbesteding zonder bijbedoeling behoorde het PUB tot de landelijke voorhoede. De verslaafdenzorg was namelijk sterk therapeutisch gericht. Het doel was langzame gedragsverandering, door oefenen in gespreks- en leefgroepen in min of meer gesloten instellingen. Maar voor de mensen van de straat werd niet veel georganiseerd tot het PUB dat oppakte. Als straatpastor heeft Jan Molmans de behoefte aan dagactiviteiten gevoeld. Maar dan activiteiten zonder dat er veel van de deelnemers werd gevraagd. Geen dwang of doel waar naartoe gewerkt moest worden. Luisteren en kunnen zijn die je bent. Dat was zijn werkmethode op de straat. In Utrecht werd dat de presentiemethode genoemd. En Jan kende dat. Het was zijn gewone werkhouding. En dat is de grondhouding die het PUB graag uitdraagt. Met zijn 74 jaar is Jos nog steeds een enthousiaste voorzitter die veel tijd steekt in het behartigen van de belangen van het PUB. Maar hij weet dat hij ook aan opvolging moet denken.
mer de drempel overstapt? Betrouwbaarheid van de werker en de kwaliteit (sfeer) van de plek zijn belangrijk. De tafel bij het PUB waaraan lief en leed wordt gedeeld, geeft ruimte om even de jas van “het overleven” uit te trekken. Rituelen helpen de deelnemers de betekenis van de plek onder woorden te brengen en/of te verdiepen. Alles wordt met praktijkverhalen toegelicht. Door een sfeer van ruimte, respect en medemenselijkheid ontstaat de mogelijkheid voor mensen hun eigen kwaliteiten te ontdekken en in te zetten. Wat wordt daarbij gevraagd aan leiderschap en welke vorm van spiritualiteit en geloof gaat hiermee samen? Wederkerigheid blijkt een kernbegrip te zijn en kan de werker omgaan met het onvoorspelbare dat iedere ontmoeting met zich mee brengt? Dit overkomt hen soms als schok, soms als verrassing. Dit moment waarin de werker terug geworpen wordt op zijn basis en de verhouding tot de deelnemer niet in de bekende kaders te vatten is, wordt het “lege moment” genoemd. Er ontstaat ruimte voor een wederkerige ontmoeting en voor gelijkwaardigheid op het gebied van kwetsbaarheid. De vaste rolverdeling tussen werker en deelnemer is doorbroken, de deelnemer is niet de ontvanger maar degene die kwaliteit te bieden heeft. Tot vreugde van de werkers beleven zij dit dikwijls als een kostbare bronervaring. De conclusie is, dat deze ‘lege momenten' de basis voor empowerment en gemeenschapsvorming leggen. “In plaats van
Geldgebrek: € 20.000,00 Het lijkt er op dat het PUB over 2011 ongeveer € 20.000,-- tekort zal komen. En zo gaat het al verschillende jaren. Tot dusver kon dat steeds uit ons Steunfonds aangezuiverd worden. Maar als het zo door gaat is over twee jaar de bodem bereikt. Dan kan het PUB de deuren sluiten.Hoe komt dat? De belangrijkste oorzaak is de gemeentelijke subsidietechniek. Sinds het aantal deelnemers langzaam is gestegen is het steeds moeilijker geworden om voldoende subsidie te verkrijgen. De Gemeente vergoedt een bedrag per kwartaal per deelnemer die met een zekere regelmaat aan een van onze projecten deelneemt. Dat wordt een traject genoemd. We krijgen dus subsidie voor elk traject dat door een deelnemer vol wordt gemaakt. Maar van de ongeveer 100 mensen die per jaar bij het PUB binnen komen maakt nog niet de helft een traject vol. Dat betekent dus dat er veel van het PUB-werk niet gesubsidieerd wordt. Geprobeerd wordt om daar met de Gemeente een oplossing voor te vinden en dat is deels gelukt. We krijgen sinds een paar jaar een vergoeding voor de zogenaamde vindplaats / inloopfunctie. En daar zijn we blij mee. Maar dit lost het probleem niet structureel op. Beter zou zijn als we een vergoeding per dag zouden ontvangen. Het bestuur heeft daar begin november nog met wethouder Snijders over gesproken. Deze begreep onze problemen en zal binnen drie weken contact met ons opnemen om over mogelijke oplossingen te spreken. Hiernaast moet ook vastgesteld worden dat het aantal particuliere giften terugloopt en dat hetzelfde te zien is bij ondersteuning door organisaties. We realiseren ons dat hier een belangrijke taak voor het bestuur ligt, maar we willen toch graag onze zorg met u als lezer van deze Nieuwsbrief delen. Het PUB-bestuur.
foto: Henk Stuiver
geregeld de verantwoordelijke en verzorgende rol te hebben, staat een deelnemer op die de werker een spiegel voorhoudt en hem op een warme douche aandacht trakteert. Dat confronteert en doet wonderen”. Door de jaren heen is in het PUB de waarde en kracht van gemeenschap ontdekt. Een stagiair bij het PUB noteerde: “Het allermooiste, eigen praktijkvoorbeeld vind ik dat er de gehele dag mensen binnenlopen bij het PUB. Dat zijn vaak oud-deelnemers of vrijwilligers, om een kleine reparatie te laten verrichten aan hun fiets. Ze
gaan zitten, drinken koffie mee, vertellen waar ze mee bezig zijn op dat moment. Er is altijd wel iemand die naar ze luistert. Je merkt dat ze er graag komen en het fijn vinden om hun verhaal te vertellen. Ze voelen zich gehoord en welkom en dat is ook zo”. De onderzoeksgroep verzamelde de opbrengst van haar praktijkonderzoek voor zichzelf, maar ook voor vakgenoten, bestuurders, beleidsmakers en andere geïnteresseerden. Deze reflectie en analyse bieden nieuwe aanknopingspunten voor de breedte van het welzijnswerk, gelovig en seculier.
6
7
Cees Mosch, ons West-Fries Jerommeke, heeft het PUB verlaten! Klein en gedrongen van postuur en behoorlijk sterk heeft hij wel iets weg van Jerommeke, de krachtpatser uit de strips van Suske en Wiske. Geboren (in 1933) en getogen in Warmenhuizen is Cees een echte West-Fries: mens van weinig woorden, houdt niet van poespas, mooidoenerij en slijmen, is doortastend , zijn ja is ja en nee is nee. Hij is recht door zee, oprecht en eerlijk.
Ruim 50 jaar geleden werd Cees hovenier bij De Binckhof, een tehuis voor verstandelijk gehandicapten in het kloostercomplex Meerwijk aan de oude Rijksweg in Orthen. Hij kan nog vol tederheid vertellen over sommige bewoners. Cees en Ine gingen wonen in een dienstwoning in Oud-Orthen. Toen De Binckhof 10 jaar later ging verhuizen naar Velp bij Grave, raakte Cees zijn baan en ook zijn huis kwijt. Het gezin Mosch, er waren inmiddels twee dochtertjes, verhuisde naar De Reit . Cees kreeg een baan als ploegbaas bij WenR, later De Weener Groep genoemd, instelling voor werk en reïntegratie van de gemeente 's-Hertogenbosch. Hij kreeg de verantwoordelijkheid voor diverse projecten, zoals o.a. onderhoud en groenvoorziening van sportvelden en het Engelermeer. Hij heeft er menig boom geplant. Nu wij vandaag om het meer heen gefietst zijn moet hij constateren dat ook daar behoorlijk wat veranderd is. Toch blijft
Door Jan Beuckens
Jan Tybosch
(door Rinus van der Heijden)
Al fietsend vanuit Sint-Michielsgestel zijn Cees en ik zaterdagmiddag 29 oktober aangeland bij het Engelermeer. Zittend op een bank bij het strand en genietend van een heerlijk najaarszonnetje vertelt Cees over zijn leven en het PUB. Hij is geboren in een gezin van 9 kinderen als deel van een eeneiïge tweeling. Had of heeft Cees plotseling erge pijn of wordt hij geopereerd dan voelt zijn tweelingbroer dat lichamelijk aan en omgekeerd. Op een of andere manier voelt de ene tweelingbroer het wanneer de andere iets bijzonders meemaakt, ook al weet die ene op dat betreffende moment niet wat de andere overkomt. Cees groeide op in het zeer waterrijke gebied van de kop van Noord-Holland op de tuinderij van zijn vader. Ook al moest hij veel landbouwproducten, zoals allerlei soorten kool , met de schuit van het land naar de boerderij vervoeren, zwemmen kan hij niet. Maar fietsen des te beter. Van jongs af wel gemoeten. Na de lagere tuinbouwschool ging hij werken in de groenvoorziening van de psychiatrische inrichting Duin en Bosch in Castricum. Daar woonde hij ook. Daar heeft hij zijn vrouw Ine leren kennen, die er ook werkte. Vanuit Castricum is hij twee jaar lang één avond per week naar de hoveniersopleiding in Haarlem gefietst. Ruim 20 km heen en 20 km terug en dat nog ‘s avonds na zijn werk! Niet zo verwonderlijk dat Cees nog steeds graag fietst. Trouwens, ik moet stevig aanpoten om zijn tempo tijdens onze regelmatige, gezamenlijke fietstochten bij te houden. En ik heb op het eind nogal eens pijn aan mijn zitvlak, maar Cees heeft nergens last van. Het verbaast me dan ook niks dat hij vijf jaar geleden voor de tiende keer op rij de Elfstedentocht moeiteloos heeft uitgefietst (zoals het me ook niet verbaast dat zijn fietsmaatje Wim de Bekker dat 15 keer gedaan heeft).
In memoriam
foto: Henk Stuiver
het de plek waar hij trots op is. En hier, gezeten op dat bankje, blikt hij met veel warmte naar die tijd bij de WenR en de mensen waar hij toen mee werkte. Als ik zijn verhalen mag geloven was dat een bont gezelschap, waar hij ook veel mee gelachen heeft. Maar waar hij ook in zijn leiding geven duidelijk, streng en vasthoudend moest zijn. Cees heeft naar eigen zeggen een prachtige tijd gehad bij de WenR. Ruim vijf jaar geleden verhuisden Cees en Ine van de steeds rumoeriger wordende De Reit naar het rustige Sint-Michielsgestel. Ze zijn er goed ingeburgerd en hebben het er erg naar hun zin. Vanaf de start van het Groenproject, 13 jaar geleden, is Cees er als vrijwillig medewerker actief bij betrokken geweest. Wim de Bekker praatte niet tegen dovemans oren toen hij dat vroeg. In het begin haalde hij met zijn eigen auto de toen nog maar paar deelnemers persoonlijk thuis op en bracht ze naar Empel. In de tuin van Wim sloopten ze pallets. Was de stapel sloophout groot genoeg dan werd deze door een kennis naar een opvanghuis voor daklozen in Gent, België, gebracht. Daar kon dan goedkoop de kachel van gestookt worden. Toen er meer deelnemers kwamen werd er contact gelegd met Natuurmonumenten, de rode bus werd aangeschaft en de werkzaamheden verplaatsten zich naar Huis ter Heide tussen de dorpen Loon op Zand en De Moer. Bij het kantoor van Natuurmonumenten kreeg het PUB een schaftwagen ter beschikking. Vrijwilligers en deelnemers gingen allerlei werkzaamheden verrichten zoals het graven van geulen waarin kabels kwamen te liggen om de wildroosters onder stroom te kunnen zetten, en het opruimen en aan de natuur teruggeven van een voormalige munitieopslagplaats van het Ministerie van Defensie.
Om nog meer deelnemers te kunnen vervoeren werd een tweede bus, de witte,gekocht. Cees werd de vaste chauffeur daarvan. Het werk bestond steeds meer uit het omzagen van bomen in de bossen van de Loonse en Drunense duinen. Cees is weliswaar klein van stuk, maar sterk en heel vaardig in het hanteren van de kettingzaag. Nu kwam zijn hoveniersopleiding weer goed van pas want hij wist precies welke bomen wel omgezaagd mochten worden en welke absoluut niet. Bij een nieuw onderkomen: ‘de Mast', zijnde de opstallen van een door Natuurmonumenten aangekochte boerderij, werd het hout opgeslagen, in stukken gezaagd, gekloofd en verwerkt tot haardblokken. Sinds anderhalf jaar is de opslag en verwerking verplaatst naar een huisje in De Moer (vlak bij de Efteling) en een schaftkeet in een weiland in Cromvoirt. Hoewel Cees ondanks zijn 78 jaar nog wel langer had willen doorgaan moet hij op doktersadvies stoppen. Hij mag niet gebukt werken. Daarom heeft Hij met pijn in het hart moeten besluiten het PUB te verlaten. Hij had het er goed naar zijn zin. Medewerkers, vrijwilligers en deelnemers hebben hem op een gepaste wijze uitgezwaaid. Maar Cees is geen man van stilzitten. Hij doet nu dus ander vrijwilligerswerk; sinds een aantal maanden schoffelt hij op het terrein van zijn achterbuurman: het plaatselijke kerkhof. Dat kan hij staande en hij maakt ook daar deel uit van een leuke ploeg mensen. Cees kon goed met de deelnemers omgaan; hij begreep hun wereldje, hun leven, kon goed luisteren maar vooral ook zwijgen, hij genoot hun vertrouwen. Het PUB en zeker het Groenproject verliezen met het vertrek van Cees een beminnelijke vrijwilliger. Cees, bedankt voor alles wat je voor het Groenproject en het PUB gedaan hebt.
Jan was dood op. Dat zag je aan de foto op zijn bidprentje, die Henk Stuiver op zijn verzoek enkele weken voor zijn overlijden gemaakt had. Hij wist al lang dat hij het einde van dit jaar niet mee zou halen. Bij het laatste kerstfeest was hij erg emotioneel en besefte dat dit zijn laatste kerstfeest zou worden. In mei 2009 is Jan bij het PUB gekomen via Lex Blom, medebewoner van ‘t Tij. Zijn motivatie: “Dan ben ik van de straat en mijn kamer af. Van thuiszitten word ik depressief, moedeloos en sikkeneurig”. Hij hoopt dat het gezellig is, want Jan houdt van gezelligheid. Vaak nodigt hij je uit: kom, ga eens zitten. Als hij komt, kan hij vanwege zijn been niet meer rijden voor de Voedselbank. Bij de Vincentiusvereniging heeft hij ook moeten stoppen.. Jan werkt op de fietsenwerkplaats, eerst twee dagen maar al na een paar weken drie keer per week. Hij kan daar zittend werk doen en beheert het magazijn van nieuwe onderdelen. Als hij niet
meer kan werken, komt hij toch een paar keer per week ‘s morgens vroeg buurten. Soms kan Jan uit zijn slof schieten, maar legt het meestal weer snel bij en biedt zijn excuus aan. Jan heeft zijn ziekte, eerst zijn benen (scootmobiel), later longemfyseem en longkanker (met een slangetje in zijn neus voor zuurstof) en tot slot de verder uitzaaiende kanker grootmoedig getrotseerd en aanvaard. Hij overleed in de armen van zijn oudste zoon op 11 juni 2011 op 63jarige leeftijd. De straatpastor Embregt heeft hem de laatste dagen met grote zorg uitgeleide gedaan.
Theo van Lissum Een grote mond en een klein hartje. Zo hebben we Theo in de loop van de jaren bij het PUB leren kennen. Vanaf 2005 heeft hij met kleine tussenpozen bij het veegproject gewerkt. In de begintijd waren er bij het PUB heftige, agressieve en dreigende reacties van zijn kant waardoor we hem wel eens een week moesten wegsturen. De laatste tijd was hij meer voorkomend en kon je met hem lachen, want gevoel voor humor had
hij. Hij had niet altijd het vermogen vrienden te maken en kon zijn oude makkers door stomme streken tegen zich in het harnas jagen. Als het een tijd goed met hem ging, kon hij erna zijn eigen glazen flink ingooien. Hij had er een handje van om geregeld zijn schepen achter zich te verbranden, waardoor het steeds lastiger werd een plek te vinden hem onder te brengen. Zijn oudste zus is altijd als een moeder voor hem geweest, al werd het haar soms ook te veel. Zijn familie heeft veel zorgen om hem gehad, want hij bleef eigenlijk een groot kind. Hij kon met trots de foto van zijn kleinzoon laten zien, hoewel frustrerend voor hem was dat hij maar zo weinig gelegenheid kreeg zijn kleinkind op te zoeken en in handen te houden. De laatste tijd kwam zijn leven in rustiger vaarwater. Zijn gezondheid ging achteruit. Zijn keel en longen waren zijn zwakke plek. Bij benauwdheid moest hij dan naar het ziekenhuis gereden worden voor extra zuurstof. Theo is vrij plotseling overleden als gevolg van een hartstilstand. Door zuurstof gebrek waren zijn hersens dermate beschadigd dat hij deze klap niet meer te boven is gekomen. Theo is op 13 januari 2011 op 53 jarige leeftijd gestorven.
Interview met een bevlogen vrijwilliger van het Groenproject
Niek Habraken: ‘Ik krijg meer terug dan dat ik geef !’ (door Henk Stuiver)
Waarom ben je, naast je baan, vrijwilligerswerk gaan doen bij het PUB? “Wim de Bekker heeft mij vorig jaar augustus gevraagd of ik eens mee wilde gaan. Nee, zei ik. Ik ben immers geen hulpverlener. Maar Wim zei dat ze die juist niet nodig hadden. Je moest er gewoon zijn! Ik heb de afgelopen jaren veel meegemaakt in mijn priveleven alswel in mijn werk en ik weet nog dat ik de eerste keer meeging met het groenproject en ik gewoon heel blij thuis kwam. Sindsdien ben ik geïnfecteerd met het PUB-virus. Wat mij zo heel erg aanspreekt is de werkwijze die gebaseerd is op gelijkwaardigheid, wederkerigheid en elkaar ontmoeten. Het samen optrekken is belangrijker dan het werk op zich. Wat ik ook sterk voel is de verbondenheid met elkaar. Dat is iets wat niet wordt uitgesproken, maar het is sterk aanwezig. Hier word je aanvaard; men oordeelt niet over je. Zoals de boodschap van een timmerman in Nazareth, zo'n 2000 jaar geleden. Die boodschap wèrkt en het gaat er om wat je daar hier en nu mee doet. Niet in de toekomst, niet in het verleden, maar nu! Dat is de kern waarom ik het doe. Nu werk ik op vrijdag bij het Groenproject en daarnaast 4 dagen per week 9 uur per dag bij een woningcorporatie in Tiel. Twee totaal verschillende werelden!” Waar komt die verbondenheid vandaan “Ja, dat heeft alles te maken met hoe het hier bij het PUB werkt. Als je anderen aanvaardt, maar ook jezelf aanvaardt en niet oordeelt, dan krijg je een geweldige rust in je donder; een geweldige
vrede. Als je dat samen kunt bereiken, dan heb je die verbondenheid.” Hoe beinvloedt het werk hier je eigen leven? “Als er eens iets op mijn andere werk gebeurt, denk ik wel eens: ‘Nee, niet belangrijk.' Ik relativeer veel meer. Op spiritueel gebied krijg ik hier meer dan bij een weekendviering op zondag in de San Salvator. Meer energie, meer inspiratie. Rijkdom! Op maandagochtend moet ik echt wel even een knop omzetten. Dan stap ik weer mijn andere wereld in. Op mijn werk vertel ik er vaak over en ze begrijpen nu ook veel beter dan in het begin waarom ik dit vrijwilligerswerk doe.“ Zie je ook nadelen aan de methodiek: de Presentiemethode? ”Nee, aan de methodiek juist niet. Het is een instrument dat je gebruikt, niet een doel op zich. Dat geldt ook voor het werk dat wordt verricht. Ik ervaar wel een spanningsveld tussen, aan de ene kant met elkaar bezig zijn volgens de presentiemethode, en anderzijds dat er ook gewerkt moet worden omdat er geld binnen moet komen.” Wat moet je als vrijwilliger in huis hebben om dit werk goed te kunnen doen? “Interesse in de ander hebben en niet de hulpverlener willen spelen. Gelijkwaardig willen zijn en op willen trekken met mensen die buiten de maatschappij vallen. Die maatschappij is heel erg aan het veranderen. Aan het afbreken ook. Daarom moeten er veel meer van dit soort initiatieven komen zodat die, als het ware, de ankers
foto: Henk Stuiver
kunnen vormen van de verandering die in de wereld gaande is. Ik zou graag willen dat het principe van het PUB zich als een olievlek verspreidt.” Wat zou je tegen mensen willen zeggen die vrijwilliger zouden willen worden, maar twijfelen? “Ik denk dat één zin genoeg is: Je krijgt meer terug dan dat je geeft. Het werkt echt!” Eigenbelang? “Hmm...Ja. Aanvaarden en niet oordelen begint bij jezelf. En als je jezelf aanvaardt, en daarna je naaste en de situatie waar je in zit, dan ga je vanzelf niet oordelen. Dat geeft vrede in je hart en dat is misschien wel egoistisch, maar het is wel de boodschap van die fantastische man die met Christus aangeduid wordt. Vanuit die vrede diep in je hart, het gevoel dat alles goed komt, gaat die toenadering vanzelf. Heel inspirerend om te mogen ervaren dat ik mij in feite evenveel deelnemer als vrijwilliger voel.”
8
Een zonnige dag (door Wim de Bekker)
foto: Henk Raadschelders
24 juni. Ja, een mooie dag. Zonnig van buiten en warm van binnen. Deelnemers en begeleiders van het PUB waren naar Empel gekomen om mijn verjaardag te vieren (85). Maar het ging om meer dan dat. Wij, mensen van het PUB, namen afscheid van Cees Mosch. Cees is vanaf het begin van het PUB (1998) met mij de drijvende kracht van het Groenproject geweest. Al die jaren lang trouw en consequent aanwezig, met grote inzet en met inbreng van zijn vakkennis. Een van de cadeau´s was 3 kub open haardhout. Hij had het allemaal zelf gezaagd. Hij was er heel blij mee. Met zijn allen stonden wij er om heen en je kon op de gezichten van omstanders dank en complimenten aflezen. En dan was er ook het bezoek van mevrouw Jetty Eugster. Zij was jaren op rij wethouder van Den Bosch. Bij haar afscheid van de gemeente had zij als enige wens aangegeven een geldelijke bijdrage voor het PUB. Die kwam zij nu overhandigen. Zij kreeg van onze kant twee presentjes aangeboden: 1. Een gezondheidsverklaring,omdat zij het hart op de goede plaats heeft zitten. 2. Een artistiek werk, gemaakt door onze deelnemer Frank. Twee loten of twijgen trekken samen op naar het licht. Fijn vertakte haartjes ademen levenslucht in. Ze hebben dezelfde wortels. Het is het samen optrekken van mensen van het PUB, vanuit dezelfde bron: willen bestaan, gegrond in stevige bodem, zekerheid, fierheid. Deelnemer en begeleider,de een niet meer dan de ander, het gaat om presentie: in wederkerigheid, samen onderweg, elkaars gevoelens, pijn en verlangens eigen maken en delen. Jetty bedankte heel hartelijk en liet nog eens duidelijk blijken hoe belangrijk zij het PUB vindt en, hoe kon het anders, even nog de waarde van de hostels noemen. Met een stevig hapje en een drankje verzorgd door Kok, de buren en enkele vriendinnen werd het feestje besloten. Feesten is altijd terugzien en vooruitzien. Ook nu dus. Terugzien. In vriendschap leven met elkaar. Mededeelzaamheid van de kant van de deelnemers, veel werd in de voorbije jaren toevertrouwd. Als begeleiders langdurig mogen meelopen,ongehaast en onvoorwaardelijk. Bij alle misère bemoediging, bij twijfel trouw. Vooruitzien. PUB heeft met haar pastorale presentiemethode een eigen inbreng in maatschappelijk herstel en zelfhandhaving. Zij kan foto: Henk Stuiver volwaardig functioneren naast medische en maatschappelijke instellingen en verslavingszorg. Plaatselijke overheden, al minstens hier en daar, gaan die eigen aanpak daadwerkelijk meer en meer waarderen. We blijven uitzien naar meer zonnige dagen.
colofon Secretariaat Rozemarijnstraat 21 5271 NG St.Michielsgestel tel. 073 6564245 Adres Buitendijk 6 5211 WJ 's-Hertogenbosch tel. 06 12386639 Internet www.pubklus.nl Bank ING nummer: 5306616 Redactie Jan Beuckens Henk Raadschelders Henk Stuiver Vormgeving www.henkstuiver.nl Bureau voor Visuele Communicatie