Aan de voorzitter, leden en plv. leden van de Vaste Commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
Br ie fnu mmer
15/11.369/RW/Kal
Den Haag
9 oktober 2015
Onderwerp
Te le fo o nnu mmer
Begrotingsbehandeling Economische Zaken (ondernemen en innovatie)
070-3490414 E-ma il
[email protected]
Geachte dames en heren, De Nederlandse economie herstelt. Volgend jaar zijn we gemeten in inkomen per hoofd van de bevolking weer even welvarend als in 2008. Ondanks zeven jaren van stagnatie zijn we nog steeds een van de welvarendste landen ter wereld. Recent steeg Nederland van de achtste naar de vijfde plaats in de lijst van meest concurrerende economieën. Dat is een goede prestatie. Er is echter geen reden om achterover te leunen. Ook in het verleden (2012) stond Nederland op de vijfde plaats, maar dat bleek niet van lange duur. Op die positie komen is dus één, er blijven is een tweede. VNO-NCW en MKB-Nederland menen dat versterking van ons verdienvermogen onverminderd aandacht blijft vragen. Dat is nodig om volop te kunnen profiteren van de digitale industriële revolutie, die ongekende mogelijkheden biedt. Ook internationaal zijn de verdienmogelijkheden onbeperkt: voor een kleine, open economie als de Nederlandse geldt dat de wereld ons afzetgebied is. Internationaal opererende grote en kleine bedrijven, zoals in de topsectoren, zijn de sleutel tot structurele toekomstige economische groei, zoals ook bleek uit de laatste CBS internationaliseringsmonitor. Het kabinet heeft de afgelopen jaren verschillende structuurversterkende hervormingen doorgevoerd. Veel van de goede prestaties van Nederland worden echter verklaard door investeringen uit het verleden. Juist op het gebied van structuurversterkende investeringen - in infrastructuur en onderzoek en innovatie - is de afgelopen periode
Malietoren / Bezuidenhoutseweg 12 / Postbus 93002 / 2509 AA Den Haag www.vno-ncw.nl / 070349 03 49 / www.mkb.nl / 070 349 09 09
B lad
2
bezuinigd. Deze achteruitgang gaat onherroepelijk effect hebben op de prestaties in de toekomst. Het is zaak deze trend te keren en weer te investeren in ons verdienvermogen. Deze inzet op het verdienvermogen is het centrale thema van de begroting van Economische Zaken (onderdeel ondernemen en innovatie), die de Tweede Kamer op 12 oktober bespreekt. VNO-NCW en MKB-Nederland vinden het dan ook een goede eerste stap dat de nog in te vullen taakstelling op de WBSO en de RDA, van 100 miljoen euro, ongedaan is gemaakt. Dit goede voorbeeld verdiend naar onze opvatting veel meer terreinen navolging om verdere stappen te kunnen zetten in het verdienvermogen. Daarbij pleiten we voor de volgende punten: 1. Versterken topsectorenbeleid: verruimen en vereenvoudigen TKI toeslag Het topsectorenbeleid werpt haar vruchten af. Bij dit beleid gaat het om het versterken van het verdienvermogen door intensief samen te werken met kennisinstellingen en bedrijven onderling op essentiële vestigingsplaatsfactoren: onderwijs, onderzoek en internationalisering. De sectoren zijn geen doel op zichzelf, maar een middel om een sterke troef die Nederland heeft, de onderlinge samenwerking te versterken en te benutten om de uitdagingen van morgen het hoofd te bieden. Die samenwerking is er niet alleen in woord. Dat laten de nieuwe innovatiecontracten weer zien. Jaarlijks wordt publiek en privaat 2 miljard euro geïnvesteerd in onderzoek en innovatie. Daarbij wordt nog meer dan in het verleden ingezet op dwarsdoorsnijdende thema’s als de maatschappelijke uitdagingen en technologie zoals ICT. Vanuit deze sterke basis kan via de Nationale Wetenschapsagenda, die eind november wordt gepresenteerd, een volgende stap gezet worden in de samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven. Organisaties als het WEF, de OECD en de AWTI zijn positief over het topsectorenbeleid. Het is zaak dit beleid koersvast en krachtig door te zetten. Hiervoor moet een volgende stap gezet worden met de TKI toeslag regeling. Er zijn goede voorbeelden van PPS verbanden waar deze toeslag een stimulerende rol heeft gespeeld. Voor het stimuleren van succesvolle PPS is het percentage van de regeling te laag (is nu 25 procent) om echt verschil te maken in de samenwerking tussen bedrijven en wetenschap. Daarnaast ervaren bedrijven de toeslagregeling als te complex. 2. Terugdraaien taakstelling toegepast onderzoek Toegepaste kennisinstellingen, zoals TNO, Deltares, ECN, Marin, NLR en WUR-DLO, spelen een belangrijke rol in het Nederlandse onderzoeks- en innovatiesysteem. Ze vormen een onmisbare schakel in het vertalen van kennis naar marktkansen en hebben een grote hefboom op de private investeringen, zeker in het mkb. Gegeven deze belangrijke rol in de kennisketen baren de toenemende bezuinigingen op deze kennisinstellingen ons grote zorgen. Bovenop de 105 miljoen euro aan bezuinigingen die eerder door deze instelling zijn verwerkt moet nog 70 miljoen euro aan taakstellingen worden ingevuld. Die klap laat zich in de begroting 2016 echt voelen. Dat heeft stevige gevolgen voor de bijdragen aan de topsectoren en de maatschappelijke
B lad
3
thema’s van deze instellingen en de rol die ze spelen richting het mkb. VNO-NCW en MKB-Nederland vragen om deze taakstelling zoveel mogelijk ongedaan te maken en de schade in de kennisinfrastructuur te beperken. 3. Verruimen succesvolle MIT regeling De vorige begrotingsbehandeling is door de Tweede Kamer meer ruimte gecreëerd voor het innovatie-instrumentarium voor het mkb (amendement van Veen/Vos/Verhoeven). Met het extra budget voor de MIT regeling en doordat de regeling sterker gekoppeld is aan de regio, is het totale budget nu ongeveer 50 miljoen euro. Daarbij is de regio Noord nog niet geheel betrokken bij deze samenwerking. Deze regeling kent echter nog steeds een grote overtekening op het gebied van R&D samenwerking. Daarmee worden kansen gemist voor innovatie in het mkb. 4. Impuls voor IPC regeling VNO-NCW en MKB-Nederland zijn positief over het opnieuw invoeren van de IPC regeling. De MIT regeling richt zich primair op de koplopers in de topsectoren; de IPC op het meer technologievolgende mkb. Beiden zijn belangrijk. De regeling maakt het mogelijk om innovatie te stimuleren in andere sectoren in de economie dan de topsectoren. En met succes. Het huidige budget van 3 miljoen per jaar is echter nog niet de helft van het oorspronkelijke. 5. Structurele financiering Smart Industry Vorig jaar is, door bedrijfsleven, overheid en andere partijen gezamenlijk, de actieagenda Smart Industry gelanceerd. Doel is om sneller in te kunnen spelen op nieuwe productietechnologieën en verdere integratie van ICT in de industrie. Belangrijk hierin zijn de fieldlabs, waar bedrijfsleven (groot en klein), kennisinstellingen en overheid concreet aan de slag gaan met Smart Industry. VNO-NCW en MKBNederland pleiten voor een goede structurele borging van de financiering van deze fieldlabs. 6. Aandacht voor specifieke groepen gebruikers bij integratie WBSO-RDA De beoogde integratie van de WBSO en RDA kan op onze steun rekenen. De integratie biedt een oplossing voor verzilveringsproblemen in de RDA voor (jonge) innovatieve mkb-bedrijven die nog geen winst maken. Ook moet de integratie voor eenvoudigere aanvraagprocedures en lagere administratieve lasten zorgen. Wel vragen we in de uitwerking aandacht voor een aantal specifieke groepen, zoals de IB ondernemer, het middenbedrijf en de ICT sector. In de bijlage wordt dit uitgebreider weergegeven. 7. Extra stappen nodig bij innovatief inkopen: ruimte voor bouwcampus De rol van de overheid als innovatief inkoper is een ondergeschoven deel van het innovatiebeleid. Dat is een gemis. Voor een aantal sectoren, zoals de bouw, is innovatief inkopen en aanbesteden bijvoorbeeld onmisbaar om te kunnen innoveren. De laatste voortgangsrapportage op dit terrein dateert van 2013 en was teleurstellend gezien de
B lad
4
beperkte voortgang. Onduidelijk is nog steeds hoe het staat met de beoogde doelstelling van 2,5 procent innovatief inkopen. Verder pleiten we ervoor om bij de start van het inkoop- en aanbestedingsproces een duidelijke stap in te bouwen waarin de overheid een ‘nieuwheidsonderzoek/laatste stand der techniek’ doet. Dat dwingt tot dialoog en gesprek met het bedrijfsleven. Doet men dit niet, dan moet daar goede uitleg bij komen (opt out systeem). Naar onze opvatting is het zaak dit onderwerp vooral via concrete initiateven op te pakken. Daarbij willen we wijzen op het initiatief van de bouwcampus, waar geëxperimenteerd kan worden met de innovatieve kracht die uit kan gaan van een stimulerende aanbesteding. We pleiten ervoor dat de bouwcampus ruimte en steun krijgt vanuit EZ. Tot slot vragen we aandacht voor de rol van PIANOo dat in het leven is geroepen om expertise over te brengen op aanbestedende diensten. Uit de ontwerpbegroting 2016 blijkt dat er voor PIANOo, dat zal schuiven naar RVO, geen programmabudget beschikbaar is en dat de apparaatsuitgaven gehalveerd worden. Deze afslanking is zorgelijk nu uit de Evaluatie Aanbestedingswet blijkt dat aanbestedende diensten problemen hebben met het uitvoeren van de Aanbestedingswet. Wij pleiten ervoor dat PIANOo haar goede werk kan blijven voortzetten en dat daar ook financiële ruimte voor beschikbaar komt. 8. VSL: duidelijkheid over marktconsultatie VNO-NCW en MKB-Nederland hebben eerder hun bezorgdheid geuit over het voornemen om nog verder te bezuinigen op het metrologiebudget van het Van Swindenlaboratorium (VSL, vroeger bekend als Nederland Meetinstituut). We vinden het positief dat de Minister deze taakstelling voor 2016 heeft opgeschort om, aan de hand van het meerjarenplan van VSL, in overleg te treden met het bedrijfsleven. Het is van belang dat snel duidelijk wordt hoe deze consultatie zal plaatsvinden. Vanzelfsprekend zijn we bereid, samen met de relevante brancheorganisaties, hierin te assisteren. 9. Financiering van investeringen Aangekondigde investeringsregeling startups en mkb Het kabinet heeft op Prinsjesdag aangekondigd 50 miljoen euro te reserveren voor een regeling waarmee particulieren fiscaal aantrekkelijk kunnen investeren in startups en het mkb. Wij juichen deze stap toe omdat dit onderdeel uitmaakt van de transitie naar een bredere beschikbaarheid van risicodragend vermogen voor het mkb. Voor het mkb is het versterken van eigen vermogen van groot belang om te kunnen groeien. Een laagdrempelige manier om dit kapitaal beschikbaar te stellen is volgens ons zeer
B lad
5
welkom. Uit de stukken rond Prinsjesdag begrijpen wij dat het kabinet voornemens is om de regeling in 2017 in te laten gaan. Wij bepleiten een eerdere start. Bij een vlotte vormgeving van het instrument zou in 2016 al gestart kunnen worden. BMKB Hoewel de financieringsmarkt in transitie is (grotere rol voor eigen vermogenverschaffers), is en blijft bancaire financiering een onmisbare bron van financiering voor het mkb. De afgelopen jaren heeft het ministerie van EZ met de succesvolle instrumenten GO en BMKB in de kern gezonde bedrijven gefaciliteerd die problemen ondervonden bij het aantrekken van vreemd vermogen. Deze regelingen blijven ook in 2016 overeind. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn daar blij mee omdat financiering van het bedrijfsleven ook de komende periode nog de volle aandacht behoeft. Ook verwachten wij dat nu de economie weer aantrekt het beroep op de regeling - door toenemende kredietvraag en een door zekerhedentekort bij bedrijven in verband met de afgelopen crisisjaren - zal gaan toenemen. Een afschrift van deze brief is verstuurd naar de Minister van Economische Zaken. Hoogachtend,
Drs. C. Oudshoorn Directeur Beleid
B lad
6
Bijlage WBSO/RDA De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) en Research en Development Aftrek (RDA) worden per 2016 samengevoegd tot één geïntegreerde regeling. Concreet betekent dit dat de huidige RDA, die via de Vpb liep, ook via de loonheffing zal worden verrekend. Dit biedt een oplossing voor verzilveringsproblemen in de RDA. Ook moet de integratie voor eenvoudigere aanvraagprocedures en lagere administratieve lasten zorgen. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn positief over deze integratie maar vragen wel aandacht voor de uitwerking. - Weliswaar pakken de nieuwe parameters van de nieuwe WBSO-regeling voor de meeste categorieën bedrijven neutraal tot voordelig uit, er zijn ook groepen waar dat niet het geval is. Voor het middelgrote mkb dat aan (kapitaalintensieve) R&D doet pakken de voorlopige parameters negatief uit. - Ook vragen wij aandacht voor de nadelige effecten die de integratie van de beide regelingen voor IB-ondernemers lijkt te hebben. De reden voor dit nadeel lijkt vooral te liggen in de feitelijk lagere vaststelling van het forfaitaire uurbedrag voor de (voormalige) RDA-deel van de nieuwe regeling (van 15 naar 10 euro)1. - In het Belastingplan wordt voorgesteld om de WBSO subsidie te schrappen voor werkzaamheden in het kader van technisch onderzoek. Deze categorie geeft een subsidie voor onderzoek naar een substantiële wijziging van een productiemethode, dan wel naar een modellering van processen. De afschaffing wordt onderbouwd met het argument dat het lastig is om te bepalen wat een significatie verbetering is van een productieproces of programmatuur en dat de administratieve lasten te bewerkelijk zijn. Wij achten deze afschaffing ongewenst omdat deze drempelverhogend kan werken voor het mkb en zouden - in plaats van afschaffing willen pleiten voor het scheppen van meer helderheid over de vereisten om van deze categorie gebruik te kunnen maken. - VNO-NCW en MKB-Nederland maken zich verder zorgen over de nieuwe definitie van programmatuur ontwikkeling in de WBSO. Deze gaat namelijk uit van een striktere interpretatie dan voorheen in de WBSO. In de kern komt het er op neer dat alleen sprake is van technisch nieuwe programmatuur als deze is ontwikkeld door één of meerdere programmeurs in eigen loondienst en de ontwikkelaar technische knelpunten oplost met behulp van nieuwe code in een formele programmeertaal (zoals Java of C++). Daarmee beslaat deze nieuwe definitie maar een beperkt deel van de ICT innovatie omdat het (technisch) ontwerp, de beschrijving van de architectuur en instructies in natuurlijke taal buiten de definitie van programmatuur vallen. Hiermee wordt een groot deel van ICT innovatie uitgesloten van de WBSO, wat we, gezien het belang van ICT innovatie voor de Nederlandse economie onwenselijk vinden. We pleiten ervoor de oude definitie op dit punt te handhaven. 1
Bij het vaststellen van dit bedrag is namelijk geen rekening gehouden met het feit dat de toepassing van de mkb-winstvrijstelling een belangrijk deel van het voordeel onder de geïntegreerde regeling wegneemt.