Aan de voorzitter, leden en plv. leden van de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
Br ie fnu mmer
15/11.188/PK/HdB
Den Haag
4 september 2015
Onderwerp
Te le fo o nnu mmer
Wft-plicht telecomsector
070 3490210 E-ma il
[email protected]
Geachte dames en heren, Op de agenda van het wetgevingsoverleg van de Vaste Kamercommissie voor Financiën op 7 september as staat de brief van minister Dijsselbloem over de toepasselijkheid van de Wft op de telecomsector. Telecombedrijven die een combinatie aanbieden van een telefoon met een abonnement worden verplicht een Wft-vergunning aan te vragen. Het betalen van de telefoon via een maandelijkse opslag op de abonnementskosten wordt namelijk gezien als consumentenkrediet. Minister Dijsselbloem ziet deze vergunningplicht als maatregel om overmatige schuldenproblematiek te voorkomen. VNO-NCW en MKB-Nederland menen dat deze vergunningplicht overbodig is en tot disproportionele lasten voor telecomondernemingen leidt. We lichten dat hieronder toe en doen aan het slot een voorstel voor een andere proportionele- en lastenluwe benadering. Wft Vergunningplicht is overbodig De telecomsector neemt veel maatregelen om stapeling van schulden bij hun klanten te voorkomen. Deze zijn toegelicht in bijlage 1. Verschillende maatregelen zijn specifiek gericht op jongeren. Ook staatssecretaris Klijnsma is tevreden over de inspanningen van de sector om de schuldenproblematiek te beperken. Zie daarvoor bijlage 2 bij deze brief. Deze goede praktijk van zelfregulering - in overleg met de staatssecretaris opgesteld moet niet ontmoedigd worden met wetgeving.
Malietoren / Bezuidenhoutseweg 12 / Postbus 93002 / 2509 AA Den Haag www.vno-ncw.nl / 070349 03 49 / www.mkb.nl / 070 349 09 09
B lad
2
Bij elke aanvraag van een abonnement checken telecomaanbieders via het systeem van de stichting Preventel op lopende betalingsachterstanden. Dit systeem heeft een sterk voorspellende waarde met betrekking tot het betaalbedrag van nieuwe klanten. Dat leidt ertoe dat een betalingsachterstand de keuze beperkt tot een prepaid abonnement. Dit systeem is consumentvriendelijker dan het door de Wft verplichte BKR-systeem dat grote gevolgen aan kleine betalingsachterstanden koppelt. Tot slot zijn toestellen in combinatie met een abonnement doorgaans juist goedkoper dan losse toestellen. Mede dankzij de abonnementen met toestel heeft Nederland een zeer hoge dichtheid smartphones. Dat draagt positief bij aan ons innovatief vermogen en ontwikkelingen op de Nederlandse mobiele telecommunicatiemarkt. Smartphones worden minder bereikbaar als telecomaanbieders de combinatie van telefoon en abonnement niet meer mogen aanbieden. Disproportioneel De Wft is primair gericht op financiële ondernemingen. De verplichtingen en lasten die aan financiële ondernemingen gesteld worden zijn zwaar en legio en verbonden met het specifieke karakter van de sector en mede ingegeven door de financiële crisis. Voor niet-financiële telecomondernemingen werken deze lasten en eisen echter disproportioneel uit en staan ze niet in verhouding tot het doel. Het gaat hier om producten en diensten waar transparantie en informatie gemakkelijk beschikbaar en toegankelijk is voor consumenten. De uitgaven aan telecom behoren inmiddels tot de normale huishouduitgaven. Een mobiele telefoon (op afbetaling) bij een abonnement kost gemiddeld € 12,50 per maand en maximaal € 30,-. In de voorbeeld begroting van het NIBUD is een bedrag opgenomen voor mobiele telefonie. Voor studenten bijvoorbeeld is dit vastgesteld op € 26,- per maand. De toepassing van de Wft heeft vergaande consequenties voor de gehele bedrijfsvoering van telecombedrijven, terwijl het slechts een deel van de activiteiten betreft (circa 3035% van de klanten kiest voor de combinatie telefoon + abonnement). In bijlage 3 sommen we een deel van de verplichtingen op. Het heeft ook gevolgen voor de relatie tussen aanbieder en consument. Die relatie wordt vergaand geformaliseerd en beperkt ook wat betreft advisering en verkoop. Het gaat hier echter niet om ingewikkelde financiële transacties of producten, maar om dagelijkse relatief eenvoudige aankopen en beslissingen. Andere consumentenwetgeving Tot slot bestaat er andere wetgeving - de Europese richtlijn voor Consumentenkrediet (2008/48/EG). Deze wetgeving sluit veel beter aan op de praktijk van aankoop van een telefoon plus abonnement, ook in de beleving van de consument. Deze Europese richtlijn voor Consumentenkrediet bevat juist een uitzondering voor kredieten zonder rente en kosten, zoals de combinatie van telefoon en abonnement.
B lad
3
Deze uitzondering is in veel andere Europese landen overgenomen (o.a. Duitsland, VK, Spanje, Italië et cetera). Alternatief voorstel VNO-NCW en MKB-Nederland bepleiten een effectieve en proportionele oplossing. Ons voorstel is versterking van de zelfregulering om overkreditering te voorkomen en is conform de uitzondering in de richtlijn voor Consumentenkrediet: -
In de Wft dezelfde uitzondering opnemen als in de Richtlijn Consumentenkrediet is opgenomen voor kredieten zonder rente en kosten.
-
Aan die uitzondering een maximum kredietbedrag van 750 euro te stellen. Hogere leningen blijven hierdoor wel onder de Wft vallen, zelfs als er geen rente en kosten in rekening worden gebracht.
-
Versterking van de zelfregulering door een sectorbrede gedragscode, die door de Minister erkend wordt. Dat is tevens voorwaarde om van de uitzondering in de Wft gebruik te kunnen maken. Een onderneming kan alleen de uitzondering benutten als het zich committeert aan de erkende gedragscode om overkreditering te voorkomen. Voorbeelden van bepalingen in een dergelijke code zijn: a. Een zo compleet mogelijk inzicht in de (gestapelde) schuldpositie van consumenten maakt het voor kredietaanbieders mogelijk te bezien of een kredietovereenkomst verantwoord kan worden verstrekt. De mobiele operators hebben de bereidheid samen te werken met aangewezen stelsels van kredietregistratiesystemen. b. Mobiele operators zullen bij nieuwe klanten een inkomenslastentoets invoeren, gebaseerd op normen die door het Nibud zijn ontwikkeld, voordat een toestel in combinatie met een mobiel abonnement wordt verstrekt. c. Consumenten zullen ook in de toekomst volledig, duidelijk en begrijpelijk geïnformeerd blijven worden over de kosten van het toestel binnen het abonnement en de bijbehorende betalingsverplichtingen.
Onze oplossing kan als de volgende vorm krijgen: Toevoegen van de uitzondering voor kredietovereenkomsten zonder rente en kosten aan artikel 1:20 Wft, maar alleen voor zover het krediet onder het maximumleenbedrag van 750 euro betreft EN indien de aanbieder zich heeft gecommitteerd aan een door de Minister erkende gedragscode. Deze oplossing biedt ons inziens voldoende handvatten om overkreditering te voorkomen. Nederland loopt zo niet uit de pas met andere EU-lidstaten, en de AFM hoeft haar (handhavings-) capaciteit niet in te zetten om deze vorm van beperkte kredietverstrekking door de telecomsector te controleren (vooraf door vergunningverlening en achteraf door controles).
B lad
4
VNO-NCW en MKB-Nederland vragen uw steun voor dit voorstel en lichten vanzelfsprekend het bovenstaande graag mondeling toe. Een afschrift van deze brief is verstuurd naar de Minister van Financiën. Hoogachtend,
Drs. C. Oudshoorn Directeur Beleid
B lad
5
Bijlage 1: Zelfregulering door de telecomsector De afgelopen jaren zijn er door zelfregulering veel stappen genomen in de sector om zogenaamde ‘billshocks’ en onverwachte kosten voor klanten te voorkomen. Telecombedrijven bieden de mogelijkheid om via apps het verbruik bij te houden en geven de klant een signaal als hij in de buurt van zijn bundellimiet komt of als ineens zeer veel kosten worden gemaakt door bellen naar 0900-nummers. Daarnaast hebben bijna alle providers een zogenaamde speed step down, waardoor onbedoelde buiten bundel kosten voor data bijna niet meer voor komen. Verder hebben klanten keuze uit een grote diversiteit in abonnementen (met en zonder toestel) en prepaid. Medewerkers in de winkels geven vooraf advies over een zo passend mogelijk abonnement. Omdat de sector merkt dat consumenten tussen de 18 en 26 jaar gevoelig zijn voor trends en gadgets, hebben telecombedrijven tijdens ‘De week van het Geld’ gast- en voorlichtingslessen verzorgd op scholen om jongeren bewust te maken hoe zij telecomkosten in de hand kunnen houden. In 2015 draagt de sector wederom bij aan deze themaweek. Het is ook in het belang van een telecombedrijf dat een klant een product afneemt dat hij kan betalen. Hieronder een niet-uitputtend overzicht van generieke maatregelen die de hele sector neemt. -
Voorlichting/ preventie schulden: o Gastlessen op MBO scholen i.s.m. Weet Wat Je Besteedt in april 2015 (Telecombedrijven hebben input geleverd voor de ontwikkeling van het lesprogramma en medewerkers hebben lessen gegeven.)
-
Checks bij afsluiten: o Check via het systeem van stichting Preventel op een lopende betalingsachterstand. o Telecomaanbieders gaan na of een klant in de schuldsanering zit of onder curatele staan.
-
Maatregelen: o Blokkade op bellen naar 0900-nummers en betaalde sms-diensten: www.smsdienstenfilter.nl o In de EU geldt een standaardlimiet voor roaming, namelijk 50 euro. Alleen als de klant hier expliciet toestemming voor geeft, kan de limiet worden overschreden. Bij sommige aanbieders moeten klanten vooraf roaming in het buitenland activeren.
B lad
6
-
Afspraken over het inzichtelijk maken van gebruik in de Gedragscode “Transparantie Mobiel Datagebruik”, waarbij klanten ook gewaarschuwd worden als ze buiten hun bundel dreigen te komen.
B lad
7
Bijlage 2: Passage uit brief van Staatssecretaris Klijnsma d.d. 23 mei 2014 “Resultaten gesprekken telecomsector In mijn brief van 25 november 2013 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het eerste gesprek dat ik met de telecomsector heb gevoerd. Op 27 maart 2014 heb ik opnieuw met vertegenwoordigers van KPN, Tele2, T-Mobile, Vodafone en Nederland ICT gesproken. De centrale vraag was of de maatregelen die de telecombedrijven nemen voldoende zijn om (problematische) telecomschulden te voorkomen. In de berichtgeving rond telecomschulden en (met name) jongeren wordt steeds weer het beeld geschetst dat de telecomsector weinig tot niets doet om problematische telecomschulden te voorkomen. Het lijkt alsof mensen op grote schaal (te) dure, meerdere en steeds nieuwe abonnementen kunnen afsluiten en dat kosten enorm kunnen oplopen. Dit beeld is echter niet meer actueel. Alle telecombedrijven hebben mij inzicht gegeven dat dit beeld niet klopt met de huidige situatie. Zij zien het voorkomen van schulden als een maatschappelijke en bedrijfsverantwoordelijkheid en hebben daarnaast geen belang bij klanten die hun rekeningen niet kunnen betalen. Daarom nemen zowel de telecomsector als geheel als de bedrijven individueel preventiemaatregelen die het hele proces beslaan. Dit laat onverlet dat (jonge) mensen ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. De oorzaken van achterstallige betalingen zijn divers (vergeten, werkloosheid, ziekte, verhuizing, schulden, etc.). Jongeren onder de 26 jaar krijgen in de media vaak bijzondere aandacht. In deze groep komen betalingsproblemen relatief vaker voor dan in de groep 26 jaar en ouder. De sector merkt op dat een oorzaak zou kunnen zijn dat jongeren gevoeliger zijn voor trends en gadgets en daarmee ook bereid zijn hieraan meer geld te besteden. Daarom is het van belang om kinderen al vroeg financieel bewust te maken en te leren omgaan met geld. Daarvan zijn ook de telecombedrijven zich bewust. In de Week van het Geld hebben zij gast- en voorlichtingslessen verzorgd en was ‘Wiens telecomschuld is het eigenlijk’ het onderwerp van de afsluitende debatbattle waarin vmbo- en ROC-leerlingen met elkaar in gesprek gingen. Het is goed dat de telecombedrijven hebben toegezegd ook in 2015 te zullen bijdragen aan de Week van het Geld. De telecombedrijven hebben inzicht gegeven in de preventiemaatregelen die zij in de afgelopen jaren hebben genomen om de consument beter grip op de kosten te geven. Het door Nederland ICT opgestelde overzicht is als bijlage bij deze brief opgenomen. Uit het overzicht blijkt dat de maatregelen het totale proces beslaan: van controles tijdens het klantacceptatieproces, d.w.z. bij het voornemen van een consument om een abonnement af te sluiten tot informatie over kosten en verbruik tijdens de looptijd van het contract en standaard procedures in geval van een betalingsachterstand, zodat een eventuele schuld niet verder kan oplopen. Bedrijven verbeteren en scherpen deze maatregelen continu aan.
B lad
8
Stapeling van (problematische) telecomschulden doordat een consument steeds weer een nieuw abonnement bij andere telecomaanbieders kan afsluiten (zonder zijn vorderingen te voldoen) kan zich in principe niet meer voordoen. Telecombedrijven controleren bij het afsluiten van abonnementen of een consument lopende betalingsachterstanden heeft bij andere aanbieders in Preventel (een systeem waarin samenwerkende aanbieders van telecomdiensten betalingsachterstanden registreren). De laatste jaren komen er steeds meer tools beschikbaar waardoor consumenten zicht kunnen houden op hun verbruik en kosten, zoals persoonlijke apps die inzicht geven in het verbruik of het verlagen van de snelheid bij het bereiken van het einde van de bundel. Ook worden zij gewaarschuwd als zij hun belbundel bijna verbruikt hebben of als een plotseling hoog verbruik wordt opgemerkt. De telecomsector maakt serieus werk van het voorkomen van telecomschulden en neemt daarin haar verantwoordelijkheid. Met de sector heb ik afgesproken dat zij meer ruchtbaarheid zullen geven aan het grote aantal preventiemaatregelen dat is genomen, zodat een ieder daarvan kan kennisnemen en er zijn voordeel mee kan doen. Ik ben van mening dat aanvullende wettelijke maatregelen nu niet nodig zijn. In het najaar ga ik opnieuw in gesprek met de telecomsector om te vernemen of deze preventieve maatregelen effect sorteren.” Dit is anders als een consument die weet dat hij niet zal betalen, alvast een nieuw abonnement afsluit. Registratie in Preventel vindt immers plaats indien betaling na de eerste aanmaning achterwege blijft.
B lad
9
Bijlage 3: Verplichtingen Wft Telecomaanbieders moeten gaan voldoen aan de onderstaande markttoegangsvereisten. 1. Geschiktheid dagelijks beleidsbepalers en commissarissen (Beleidsregel geschiktheid). 2. De vakbekwaamheid van medewerkers: - Voor adviseurs: diplomaplicht (en PE-punten). - Voor bemiddelaars en aanbieders die niet adviseren: waarborgen via bedrijfsvoering. 3. De betrouwbaarheid van dagelijkse beleidsbepalers, commissarissen en medebeleidsbepalers. 4. Integere bedrijfsuitoefening: - Incidentenregeling. - Verklaring omtrent gedrag en faillissementscheck medewerkers die financiële diensten verlenen. 5. Doorzichtige zeggenschapsstructuur. 6. Inrichting van de bedrijfsvoering. 7. Ook zullen aanbieders zich bij BKR moeten aansluiten, terwijl ze al over een uitstekend eigen systeem beschikken om de betalingsbereidheid van hun klanten te checken. Verder moeten aanbieders voldoen aan onderstaande doorlopende toezichtvereisten. 8. Klachtenprocedure en aansluiting bij door minister erkende geschilleninstantie (Kidfid). 9. Algemene zorgplicht: neem op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument in acht. 10. Precontractuele informatie: Europese standaardinformatie, bedrijfsgegevens, aard dienstverlening, klachtenprocedure, inschrijving in AFM-register. 11. Reclame-uitingen: kredietwaarschuwing en krediettabel (Beleidsregel informatieverstrekking).
B lad
10
12. Meldingsplichten: bijvoorbeeld wijzigingen bestuur, incidenten, wijziging bedrijfsgegevens. 13. Overeenkomsten op afstand: ontbindingsrecht binnen 14 dagen voor consument (geldt al). 14. Bewaarplicht: ingewonnen informatie consument en advies vijf jaar bewaren. 15. Beheerst beloningsbeleid, ook openbaarmaking. 16. Bij uitbesteding, geen belemmering voor toezicht. 17. Aanbieden zonder advies: kenbaar maken aan consument dat je niet adviseert. 18. Verbod op overcreditering en vastleggen beleid ter voorkomen van overcreditering. 19. Maximale kredietvergoeding: 12% + wettelijke rente. 20. Inwinnen informatie consument voorafgaand aan kredietovereenkomst en bij wijziging hoogte krediet over financiële positie en beoordelen of overeenkomst passend is (ook bij wijziging hoogte krediet!). 21. Voorafgaand aan aangaan kredietovereenkomst van hoger dan € 250, raadplegen BKR. 22. Vooraf en één keer per jaar controleren of bemiddelaars waarmee wordt samengewerkt beschikt over een vergunning/registratie bij de AFM. 23. Meldingsplicht aan AFM over incidenten bij samenwerkende bemiddelaars. 24. Productontwikkelingsproces: adequate procedures en maatregelen die waarborgen dat bij ontwikkeling financieel product rekening wordt gehouden met belangen consument. 25. Bewaren kredietovereenkomst vijf jaar na afwikkeling overeenkomst. 26. Reclame-uitingen: vermelding banner Let op! Geld lenen kost geld en krediettabel. 27. Transparantievereisten; bijv. bij aanbieding moeten de kosten al duidelijk zijn. 28. Verstrekken van openstaand saldo op verzoek van consument.
B lad
11
De bemiddelaars – onafhankelijke telecomwinkels – moeten aan onderstaande toezichteisen voldoen. 29. Bemiddelen zonder advies: kenbaar maken aan consument dat je niet adviseert. 30. Provisie consumptief krediet: mag alleen betaald worden door de aanbieder van het krediet. Moet voldoen aan bepaalde vereisten. 31. Provisie verzekeringen: mag betaald worden door verzekeraar of door consument. 32. Mag niet bemiddelen voor aanbieder zonder vergunning/registratie. 33. Reclame-uitingen: melding maken van advies o.b.v. objectieve analyse, wel/geen contractuele verplichtingen met aanbieders. (Bron: AFM)