Gesubsidieerde arbeid Een goed I/D! De toekomst van gesubsidieerde arbeid in Rotterdam
Discussiestuk van de PvdA Rotterdam 7 juni 2003
2
1.
Inleiding
De toekomst van gesubsidieerde arbeid is onzeker. Veel Rotterdammers zijn dankzij gesubsidieerde arbeid aan het werk gekomen sinds in de tweede helft van de jaren tachtig begonnen werd met aanvankelijk de banenpool en vervolgens de Melkertbanen. Kabinetten met PvdA erin hebben gezorgd voor een flinke uitbreiding van het aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen. Het ging vaak om banen die eerder waren wegbezuinigd: controleur op de tram, toezichthouders bij scholen en op straat, veegploegen, beheer van pleinen, extra handen aan het bed in de gezondheidszorg en assistenten in het onderwijs. Rotterdam heeft ongeveer een vijfde van alle Instroom- en Doorstroombanen (ID) en WIW (Wet Inschakeling Werkzoekenden) banen. Dat lijkt veel, maar is eigenlijk volstrekt logisch gegeven het feit dat geen enkele stad in Nederland een zo laag opleidingsniveau kent en vraag en aanbod van werk nog slecht op elkaar aansluiten. Veel maatschappelijk werk, belangrijk voor ons allemaal werd en wordt dag in dag uit vervuld door al die Rotterdammers, die op deze manier weer betrokken zijn bij de samenleving. Zo sla je twee vliegen in één klap! Sinds het kabinet Balkenende I in de zomer 2002 een forse bezuiniging heeft doorgevoerd is het aantal gesubsidieerde banen bij de gemeente teruggeschroefd. Het college van B en W koos ervoor een vacaturestop in te stellen, die nog steeds van kracht is. Op diverse plekken in de stad en bij verschillende organisaties pakt dit negatief uit. Mensen die uitstromen worden niet vervangen, terwijl het werk blijft liggen. Het motto is doorstromen en het regulier maken van de banen. Voor een deel is dat terecht, maar voor een ander deel is dat een overschatting van de mogelijkheden van veel medewerkers met een gesubsidieerde baan. In Rotterdam doen al meer dan 15 jaar ruim 12.000 mensen in het kader van gesubsidieerde arbeid nuttig werk voor de stad. Dat nuttige werk vertaalt zich onder andere in meer veiligheid door dag en nacht bewaking van de Maastunnel, beter toezicht op de schoolpleinen door conciërges, schonere buurten door buurtteams van de ROTEB die zwerfvuil opruimen en kleine reparaties verrichten, meer ondersteuning van leerkrachten dankzij klassenassistenten in het onderwijs, kinderopvang dankzij gastouderopvang en het draaiend houden van o.a. een 3
project als Duimdrop zodat kinderen op pleinen begeleid worden en veilig kunnen spelen. Zij zijn en blijven onmisbaar! Bijna een jaar later zien we dat ondanks alle demonstraties en protesten de bezuinigingen onverminderd doorgaan. Nederland is in een recessie gekomen, maar het kabinet bezuinigt op het werkgelegenheidsbeleid en geeft gemeenten minder geld om mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt met weinig scholing een kans te bieden. Ook de mogelijkheden om belasting af te trekken voor bedrijven die mensen die laaggeschoold en langdurig werkloos zijn in dienst te nemen zijn afgeschaft. We staan aan de vooravond van een nieuwe bijstandswet die mensen wil activeren en gemeenten een grotere verantwoordelijkheid geeft. Dat brengt grote financiele risico’s met zich mee, maar biedt ook kansen om meer mensen te activeren. In dit discussiestuk wil de PvdA Rotterdam aangeven hoe ze denkt over gesubsidieerde arbeid, welke mogelijkheden er zijn en hoe de nieuwe bijstandswet een rol kan spelen. Dit stuk is bedoeld als discussiestuk om zoveel mogelijk reacties van belanghebbenden en geïnteresseerde op te roepen. Binnen enkele weken zal de PvdA een definitieve versie presenteren. Uiteindelijk is voor ons de vraag hoeveel we er voor over hebben om maatschappelijk belangrijke activiteiten gedaan te krijgen met inschakeling van mensen die normaal niet aan de bak komen. Mensen die talenten hebben en tegelijkertijd een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Die solidariteit met mensen die niet uit zichzelf een plekje op de arbeidsmarkt vinden is voor ons vanzelfsprekend. Ondanks de recessie en bezuinigingen nationaal, zullen we proberen met de mogelijkheden die de nieuwe wet en vrijheid voor gemeente biedt, zoveel mogelijk maatschappelijk zinvol werk voor zoveel mogelijk mensen mogelijk te maken. Rotterdam, 7 juni 2003
4
2.
Kansen en bedreigingen
Kansen - Gezien de teruglopende economie en de forse investeringen die nodig zijn in “meer handen aan het bed in de gezondheidszorg en thuiszorg, ondersteuning in het onderwijs, medewerkers van de ROTEB voor schone en veilige buurten en veiligheid” is het zelfs nodig gesubsidieerde arbeid uit te breiden. - Vanaf 2004 worden in de nieuwe wet Werk en Bijstand de middelen voor ID en WIW banen als niet geoormerkt budget opgenomen in de totaal beschikbare reïntegratiemiddelen. Gemeenten krijgen met deze nieuwe wet veel meer beleidsvrijheid (schotten tussen geldstromen verdwijnen, deregulering en minder rapporteren aan Inspectie/Rijk.) - Ook bestaande budgetten en extra structureel geld van het Rijk voor veiligheid, zorg en onderwijs kan worden ingezet voor het structureel maken van Melkertbanen Bedreigingen - Gedwongen uitbesteding aan marktpartijen (in het kader van de nieuwe wet Werk en Bijstand) opgelegd vanuit de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. - Bezuinigingen van het kabinet op het Fonds Werk en Inkomen - Door de tegenvallende economie komen weer meer relatief hoog opgeleiden op de arbeidsmarkt, die voor werkgevers wellicht aantrekkelijker zijn dan mensen die al lang in de bijstand of WW zitten. - Reïntegratietrajecten via inkoop zijn goedkoper dan gesubsidieerde banen, dus als je niet kiest met politieke wil gaat waarschijnlijk al het geld naar reïntegratie. - Bij de omzetting van gesubsidieerde banen naar reguliere banen wordt voornamelijk overlegd met grote organisaties. Zonder politieke inspanning dreigen kleine instellingen met ID banen buiten de boot te vallen. - Het instrumentarium wordt uitgekleed, bijvoorbeeld de loonkostensubsidie aan werkgevers.
5
3. Rol van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid De dienst SOZAWE speelt een belangrijke rol in het toeleiden en begeleiden van mensen met een ABW-uitkering en andere werkzoekenden. Door de nieuwe wet Werk en Bijstand gaat er veel veranderen. SOZAWE in Rotterdam zou hierop kunnen inspelen door meer activerend te werk te gaan, naast de bestaande trajecten bij reintegratiebedrijven. Onze indruk is dat de bijstand nog teveel een vangnet is waar mensen in blijven hangen. In het contact tussen medewerkers en klanten staan veelal de belemmeringen die klanten aandragen om niet te kunnen werken voorop. Er is nauwelijks zicht op en kennis van de talenten van mensen. De samenwerking tussen het Centrum voor Werk en inkomen en sociale dienst is gebrekkig. Tussen vraag en aanbod van werk gaapt een kloof waarbij de dienst SOZAWE en Werkstad nog onvoldoende kennis hebben om in te spelen op vragen uit de markt. Het kabinet Balkenende II wil dat de nieuwe Wet Werk en Bijstand per 2004 ingaat. Deze wet gaat veel meer uit van het activeren van mensen en het benutten van verborgen talenten. Ervaringen van sociale diensten in bijvoorbeeld Den Bosch, Den Haag maken duidelijk dat op het gebied van activering van klanten er veel meer kan. De gemeente Den Bosch loopt met haar aanpak eigenlijk vooruit op de nieuwe wet en kan als voorbeeld dienen voor Rotterdam. Voor een deel hebben de ervaringen van de afgelopen jaren met het project Onbenutte Kwaliteiten in Rotterdam ook duidelijk gemaakt dat mensen meer kunnen. Ongeveer 20 procent van de deelnemers stroomde door naar werk. - experiment met activeren In Den Bosch moet elke persoon met een bijstandsuitkering zich voor 20 uur actief maken. Van degene die in Den Bosch bijstand aanvraagt en in staat is om te werken, wordt verwacht dat activiteiten worden verricht. Na het eerste gesprek bij het Centrum voor Werk en Inkomen volgt dezelfde middag een gesprek met een persoonlijk bemiddelaar van de gemeente. In Den Bosch stelt de gemeente zich op als werkgever, de uitkering moet gezien worden als het salaris. Mensen zijn verplicht om ten minste 20 uur per week naar werk te zoeken, de benodigde scholing of begeleiding te volgen of werkervaring op te doen. 6
De PvdA Rotterdam vindt de gedachte van activering in de nieuwe wet aansprekend. Alléén een uitkering bieden is volgens ons een vorm van onverschilligheid. Er zou vanaf 1 januari 2004 in Hoogvliet geëxperimenteerd kunnen worden met deze nieuwe aanpak, waarbij voor nieuwe klanten deze 20 uur verplichting geldt. Hoogvliet is als district van SOZAWE redelijk goed op orde en door haar omvang goed te overzien. Voorwaarde is dat de gemeente er binnen 12 maanden voor zorgt dat de klant een stap verder komt door het aanbieden van gesubsidieerd werk of regulier werk. Na 12 maanden moet er een arbeidscontract met arbeidsvoorwaarden afgesproken worden. Tenslotte is een uitkering een recht waarvan gebruik mag worden gemaakt als er geen werk beschikbaar is. Het mag slechts voor een beperkte periode zijn dat voor een uitkering gewerkt wordt, bovendien onder voorwaarde dat de sociale dienst het uiterste doet om belemmeringen op gebied van kinderopvang, school, taal, financiele situatie. - Rechten en Plichten voor SOZAWE en klanten Naast de inzet vanuit Den Bosch voor nieuwe klanten, moet voor het huidige bestand gekeken worden naar de praktijk in Tilburg waar elke bijstandsklant een contract krijgt. Voor wat hoort wat. Vanuit de sociale dienst moet al het mogelijke gedaan worden om klanten te activeren en te reïntegreren. Vanuit de klant is er de plicht om maximaal mee te werken. Dat betekent dat per klant een klantmanager van de dienst SOZAWE een contract sluit waarbij rechten en plichten in evenwicht zijn. Het is van belang deze helder te definiëren, te communiceren en te handhaven: niet voldoen aan de verplichtingen (op tijd op afspraak, cursus of werk komen) vraagt een sanctie. Daarbij past ook dat mensen die een uitkering aanvragen deze pas krijgen nadat zij hebben aangetoond naar werk te hebben gezocht. Hoewel het moment van verstrekken van bijstand ingaat bij aanmelding bij het loket van het CWI, zal de inspanning in de eerste weken maximaal moeten zijn om op vacatures te reageren en met werkgevers te spreken. Ervaring leert dat als mensen eenmaal in de bijstand zitten, daar moeilijk weer uitkomen. Ook aan de zijde van de dienst ligt de verplichting tijdig een adequaat traject aan te bieden en te voorkomen dat een klant op een wachtlijst terecht komt of bij het doorverwijzen tussen wal en schip valt. De sluitende aanpak is een voorwaarde: nu gaat er onnodig veel tijd verloren tussen de intake bij het CWI, gesprekken bij de sociale dienst en het moment waarbij Werkstad aan een traject 7
begonnen kan worden. Voordeel is dat de dienst de klanten beter leert kennen en gericht een aanbod voor activering kan doen. Veel klanten worden nu niet of heel beperkt opgeroepen voor een gesprek. Voor een deel van de klanten, bijvoorbeeld de groep die al langer dan vijf jaar in de bijstand zit, is dat wellicht begrijpelijk, maar voor een groot deel niet. Voor klanten die jarenlang "met rust zijn gelaten" door SOZAWE, en nu met een plicht voor activering of betaald werk worden geconfronteerd, vraagt dit een hele verandering. Voor medewerkers vraagt dit een andere houding en een cultuurverandering op de werkvloer. Voor de dienst vraagt dit ook om een organisatievorm waarin de menselijke maat uitgangspunt is voor schaalgrootte. Het betekent een omvang van de werkvoorraad, het aantal klanten waar een medewerker verantwoordelijk voor is, waarbij intensief contact mogelijk is. - sluitende aanpak van jongeren Het spook van de jeugdwerkloosheid dreigt weer op te komen. Dankzij de sluitende aanpak hebben veel jongeren na het afronden van een opleiding een baan gekregen. Voor een grote groep die niet direct aansluiting vond tot de arbeidsmarkt boden voortrajecten en begeleiding vanuit Werkstad mogelijkheden. Ondanks de slechte economie zal de inspanning fors moeten zijn om schoolverlaters perspectief te bieden, mogelijk door een leer-werkplek of stage bij het bedrijfsleven. Taak van het Centrum voor Werk en Inkomen is om jongeren actief langs vacatures en uitzendbureau’s te sturen. Ervaringen met een strippenkaart in de deelgemeente Charlois, waren positief. Een gesprek met de Dienst SOZAWE was pas mogelijk na een aantal stempels te verkrijgen bij uitzendbureaus. Ook kan gedacht worden aan een districtskantoor van de dienst SOZAWE dat zich specialiseert in jongeren en waar alle jongeren onder de dertig die een uitkering willen aanvragen naar toe moeten. Ervaringen met een jongerenloket in Den Haag zijn positief. Mogelijk kan hieraan ook schuldhulpverlening voor jongeren gekoppeld worden. - goede scholing en begeleiding Zowel de werkgevers als de gemeente hebben een verantwoordelijkheid voor de deelname van de gesubsidieerde werknemer aan het arbeidsproces. De werkgever op de werkvloer, de gemeente waar nodig doen dat door begeleiding 8
en of training. Om deze verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, moeten beide partijen zicht houden op de werknemer; op zijn functioneren en de ontwikkeling daarvan. Door een betere begeleiding zal een deel van deze mensen na een jaar of meer namelijk kunnen doorstromen naar een andere baan. Hiervoor moet een individueel plan per werknemer opgesteld worden, waarbij aandacht zou moeten zijn voor scholing en begeleiding. Een goed voorbeeld is het Gastouderopvang project dat vanwege succesvolle begeleiding en ondersteuning van de ID medewerkers door TNO als “best practice” is aangemerkt. Ook de horizontale doorstroom tussen gemeentelijke diensten moet beter en dit dient te gebeuren zonder verlies van opgebouwde rechten en plichten. Dat alles met zo min mogelijk bureaucratie en zoveel mogelijk echte betrokkenheid.
9
4.
Mogelijke vormen van gesubsidieerde arbeid
Binnen de kaders van de nieuwe wet (activering staat centraal) en het contract met de klant, is een aantal mogelijkheden voor klanten om geactiveerd te worden. Er is een grote groep mensen die niet vanzelfsprekend een plekje op de arbeidsmarkt kan vinden. Deze groep kan niet via vacatures bij het Centrum voor Werk en Inkomen of op andere wijze een baan krijgen zonder hulp van de overheid. Voor deze groep zijn er diverse mogelijkheden, die nu al bestaan maar door de nieuwe wet en de ontschotting van het Fonds Werk en Inkomen beter kunnen worden ingezet via: reïntegratiebedrijven Door contracten met reïntegratiebedrijven of door inspanningen van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid zullen zoveel mogelijk mensen vaak met een uitkering geholpen moeten worden aan werk. Daarbij gaat het om een grote groep: nieuwkomers, mensen met WW of WAO uitkering, ABW uitkering of niet-uitkeringsgerechtigden. Vanwege de bezuinigingen van het kabinet op de WAO en WW, komen mensen sneller in de bijstand terecht. En door de nieuwe Wet Werk en Bijstand moet de gemeente straks zelf opdraaien voor de oplopende uitgaven door meer bijstandsuitkeirngen. De gemeente heeft er daarom belang bij dat de instroom zo klein mogelijk wordt en de uitstroom zo groot mogelijk wordt. Door het wegnemen van belemmeringen (kinderopvang, schulden, taal, sociale vaardigheden) kunnen deelnemers na het volgen van een traject aan een baan geholpen worden. Gemeenten zullen extra waakzaam moeten zijn om door rapportages, monitori en nazorg dat niet alleen kansrijken uitstromen. Juist mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt moeten duurzaam aan werk geholpen worden. - bijzondere projecten van de dienst SOZAWE De gemeente moet verantwoordelijk kunnen zijn voor werkgelegenheidstrajecten. In de nieuwe wet dreigt alle bemiddeling voor 100 procent bij commerciële bedrijven te gaan. We zijn het daar niet mee eens. De gemeente moet een belangrijke rol houden door de mogelijkheid te behouden zelf mensen vanuit de bijstand te bemiddelen. Projecten zoals het opleiden van klanten tot vrachtwagenchauffeur, brandweerwacht en administratieve kracht laten zien dat de gemeente dat prima 10
kan. Ook de intensieve begeleiding van jonge moeders met kinderen onder de vijf op vrijwillige basis heeft zijn vruchten afgeworpen. Het is onwenselijk dat het nieuwe kabinet sollicitatieplicht wil opleggen. - opstapbanen en detachering vanuit Werkstad en andere instellingen Opstapbanen zijn wat nu Instroom en Doorstroombanen worden genoemd. Instellingen moeten deze banen beschikbaar houden en na uistroom van medewerkers of omzetting in regulier werk, weer vrij laten komen voor nieuwe mensen met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. De gemeente moet een deel van haar budget beschikbaar stellen voor deze banen, die nadat mensen zijn doorgestroomd ter beschikking moeten blijven van mensen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt. Niet de mensen maar de arbeidsplekken worden gesubsidieerd. Per instelling zal een aantal banen, voorheen InstroomDoorstroombanen beschikbaar moeten blijven. De gemeente moet doorgaan met detachering van werknemers via een eigen detacherings-bedrijf Werkstad. Nu zijn circa 3000 mensen werkzaam bij allerlei instanties. Dankzij Werkstad krijgen ze begeleiding en scholing. Mensen die nu een WIW baan hebben moeten de kans krijgen door te stromen naar een vaste baan met een arbeidscontract waarbij de arbeidsomstandigheden niet mogen verslechteren ten opzichte van de huidige situatie. - beschermde arbeidsplekken Een deel van de mensen die niet regulier aan de bak komt, zal blijvend aangewezen worden op gesubsidieerde arbeid. Via de Wet Sociale Werkvoorziening komt een deel van de groep bij Multibedrijven terecht. Ook een groep oud-banenpoolers bij Werkstad die geen perspectief meer heeft op doorstroming is blijvend aangewezen op een beschermde arbeidsplek. Het huidige volume blijvers bij Werkstad, circa 970 is te laag om in de behoefte te voorzien. De vraag is of bepaalde onderdelen van Multibedrijven niet beter bij gemeentelijke diensten kunnen worden ondergebracht. Op deze manier kan het groenbedrijf van Multibedrijven prima bij Gemeentewerken worden ondergebracht, die ook een groentak heeft. En kunnen de medewerkers beveiliging van Multibedrijven als onderdeel terecht bij Dienst Stadstoezicht. Erkend moet 11
worden dat deze mensen meer dan gemiddeld begeleiding nodig hebben. Het onderbrengen van deze onderdelen bij reguliere gemeentelijke diensten of wellicht marktpartijen heeft twee voordelen. Ten eerste vergroot het de mogelijkheden bij die diensten om in de onderste schalen mensen aan te stellen. Ten tweede maakt het duidelijk dat mensen belangrijk werk verrichten dat onderdeel is van de gemeentelijke dienst en geen arbeidstherapie is voor arbeidsongeschikten. - Onbenutte kwaliteiten Sociale activering is mogelijk voor die groep mensen die niet via bovenstaande sporen aan de slag kunnen. Zij verrichten nuttige activiteiten en kunnen na verloop van tijd toch een traject meer toegespitst op werk volgen. Sociale activering moet zo georganiseerd worden dat ze bij instellingen terecht komen waardoor maatschappelijk isolement doorbroken kan worden en ze nuttig werk vervullen. Ook deze mensen verdienen een goede persoonlijke begeleiding, zowel van de ontvangende instelling als van het Stedelijk bureau. - persoonsgebonden budget Sommige mensen zijn creatief en vindingrijk en willen zelf proberen kansen te pakken. Binnen het Fonds Werk en Inkomen moet ruimte zijn voor een persoonsgebonden budget, waarbij de verantwoording achteraf van belang is. Het ontlast de werkgelegenheidsbureaucratie en geeft ruimte aan ondernemende individuen. Experimenten die de afgelopen jaren zijn gehouden met een persoonsgebonden budget zijn positief (oa Jobknip in Feijenoord, Stipejild in Leeuwarden en persoonsgebonden budget in Midden Holland/Utrecht voor gedeeltelijk arbeidsgehandicapten). Bij de raadsbehandeling van de nota Meer wegen naar werk, 8 april 2000 heeft wethouder Van der Tak het structureel mogelijk maken van een persoonsgebonden budget aan de raad toegezegd op verzoek van de PvdA-fractie.Tot nog toe is er helaas niets van terecht gekomen.
12
5.
Financiering omzetting naar regulier werk
Landelijk is er veel bezuinigd. Ook plaatselijk komt het werkgelegenheidsbudget onder druk. Hieronder beschrijven we eerst de bijdrage van het kabinet en de inspanningen van het college. Daarna pleiten we voor een bredere inzet van gelden voor belangrijk werk. - Huidige inspanningen - Voorjaarsnota Eind januari 2003 hebben wethouder van der Tak en staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verklaring ondertekend die aanzet tot het omzetten van 1000 ID-banen in reguliere banen. De helft van deze omzetting moest plaats hebben bij de gemeentelijke diensten ROTEB, Stadstoezicht, RET en Sport en Recreatie. De overige 500 banen moesten omgezet worden in sectoren als onderwijs (200), zorg (200) en overige sectoren (100). Op 17 maart jl. heeft het college besloten om af te wijken van bovengenoemde afspraken en vervolgens besloten om in totaal 250 I/D-banen (175 bij de ROTEB en 75 bij Stadstoezicht) om te zetten in reguliere banen. Deze omzettingen zullen naar verwachting op 1 juli gerealiseerd zijn. De PvdA vindt dat de omzetting naar regulier werk te langzaam verloopt. De omzetting bij de gemeentelijke diensten gaat te traag waardoor mensen bijvoorbeeld vanuit de WIW nog niet kunnen doorstromen naar een I/D-baan. De omzettingen bij de niet-gemeentelijke sectoren zijn tot nu toe nog niet van de grond gekomen. De PvdA vindt dat het huidige college hierin onvoldoende heeft onderhandeld met de zorg- en onderwijssector. Hierdoor is het resultaat van de omzettingen nog steeds nul, terwijl de wethouder er begin dit jaar erg enthousiast over was. In de periode 1 oktober 2002 t/m 31 december 2002 is op basis van natuurlijk verloop het aantal I/D-banen teruggelopen met 150. De cijfers over het eerste kwartaal zijn nog niet bekend, maar zullen volgens de wethouder naar verwachting vergelijkbaar zijn en wederom neerkomen op een verlaging met 150 I/D-banen. Via natuurlijk verloop zijn ondertussen dus al ruim 300 mensen uitgestroomd maar de vacaturestop wordt nog steeds gehandhaafd. 13
Er zou een gerichte opheffing van de instroomstop mogelijk moeten zijn voor bedrijven of instellingen die in de afgelopen jaren veel aan doorstroming hebben gedaan en hebben geïnvesteerd in opleiding en begeleiding en concrete uitstroomresultaten hebben gerealiseerd. Dat betekent maatwerk in plaats van algemene maatregelen. - Bredere inzet sectorgelden Rotterdam moet schoner, veiliger worden. Rotterdamse scholen moeten niet alleen de beste scholen van Nederland zijn, maar ook samenwerken met ouders en de omgeving van de school om kinderen al hun talenten in te kunnen laten zetten voor de buurt door allerlei maatschappelijke activiteiten na schooltijd te vergemakkelijken en een plek te geven. Ook het onderwijs, de zorg zullen middelen moeten uittrekken om de huidige ID banen om te zetten in regulier werk. Extra middelen die naar onderwijs, zorg en veiligheid komen kunnen hiervoor aangewend worden. Veel sectoren hebben passief gekeken naar de bezuinigingen en tevergeefs gehoopt dat ze zouden worden teruggedraaid. De omzetting en uitbreiding van deze banen is mede verantwoordelijkheid van de sectoren. Overwogen moet worden om afspraken te maken met instelleningen over het schrappen van subsidies via huidige ID banen bij instellingen, indien de instelling op geen enkele manier meewerkt aan het scheppen van extra reguliere banen aan de onderkant. •
•
Aan onderwijskansenzones wordt op diverse plekken in de stad gewerkt. Jongeren die opgroeien in leuke buurten waar allerlei activiteiten op pleinen plaatsvinden, vinden we belangrijk. Geen betere preventie van criminaliteit en onveiligheid dan jeugd kansen bieden. We vinden goede begeleiding van scholieren op school belangrijk. Ziekteverzuim van docenten en schooluitval van leerlingen kan voorkomen worden door kleinere klassen en klasse assistenten. Dat betekent investeren in banen in het onderwijs. We vinden dat de extra middelen die Rotterdam van het Rijk ontvangt hieraan mede besteed kunnen worden. In Rotterdam zijn circa 300 buurtmoeders werkzaam die samen met scholen de binding van ouders met de school vergroten. De buurtmoeders bezoeken de ouders, vertellen hen over de ins en outs van de school, stimuleren de ouders 14
• •
• •
•
om jonge kinderen naar de voor- en vroegschoolse educatie te sturen en zelf Nederlands te gaan leren. Via Thuis op Straat, buurtsportwerk en Duimdrop zijn al fantastische resultaten geboekt. Dat betekent investeren in TOS en Duimdrop. Een schonere stad komt dichterbij met buurtserviceteams, kleine groepjes van medewerkers van de ROTEB en Gemeentewerken die vegen, kapot straatmeubilair repareren en oog en oor hebben in de buurt. Dat betekent investeren in banen bij de ROTEB. Geld voor inburgering kan ingezet worden om nieuwkomers snel te activeren naar werk en ook hiervoor plekken te scheppen. Opvang van dak- en thuislozen en activeren van verslaafden is van belang. Een instelling als De Hille doet zeer nuttig werk. Kunnen die 11 banen die nu via de ID regeling gesubsidieerd worden niet betaald worden uit het budget dat voor deze sector dan verruimd zou moeten worden? Rotterdam moet veiliger worden. Dat is de belangrijkste opgave van dit college dat door de PvdA ondersteund wordt. Meer toezicht in de buitenruimte, in winkelstraten, bij scholen, ogen en oren in de buurt kan dankzij de Dienst Stadstoezicht. Door hierin te investeren kan Rotterdam veiliger worden. Da kan dus ook via de extra gelden die de gemeente ontvangt voor veiligheid.
Kortom: we vragen het college goed te kijken naar bestaande en nieuwe geld-stromen die via sectoren naar Rotterdam komen, en die te benutten voor banen in de laagste loonschalen en subsidies aan instellingen met ID banen om te zetten in structureel extra subsidie voor de instelling, op voorwaarde dat men banen in schalen 1,2 ,3 en 4 creëert.
15
6.
De toekomst van Werkstad en Multibedrijven
De PvdA vindt dat gesubsidieerde arbeid altijd nodig zal blijven en dus moet blijven bestaan. Via gesubsidieerde arbeid zullen er bijvoorbeeld mensen aan het werk kunnen blijven voor wie regulier werk niet altijd bereikbaar of mogelijk is. Ook zullen er mensen zijn die gesubsidieerde arbeid nodig hebben als springplank naar een reguliere baan. De gemeentelijke dienst Werkstad zal een belangrijke rol moeten spelen in werving, selectie en begeleiding van mensen met een gesubsidieerde baan, vooral waar het de eerste groep betreft. Werkstad heeft jarenlang expertise opgebouwd met het begeleiden van werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Voor de tweede groep zullen goede afspraken gemaakt moeten worden tussen gemeente en werkgevers voor de uitstroom van deze medewerkers. Het college van B en W overweegt op dit moment of het zinvol is om de diensten Werkstad en Multibedrijven samen te voegen. Naar de mening van de PvdA zou Multibedrijven wellicht opgedeeld kunnen worden in of bij gewone bedrijven, wat ook de kansen om door te stromen voor mensen met een gesubsidieerde baan vergroot. De PvdA ziet voordelen aan een goede samenwerking tussen Werkstad en Multibedrijven, waarbij niet uitgesloten moet worden dat ze samen kunnen gaan in een gemeentelijk bedrijf. Hieronder volgt een aantal voordelen: 1 2 3 4 5 6 7
Beide richten zich grotendeels op dezelfde markt. Een gemeente koopt niets voor twee concurrerende organisaties in eigen huis. Voor beide is er de uitdaging om samen een nieuwe gemeentelijke organisatie te vormen. Het vergroot de markt voor de eigen werknemers bij het zoeken naar een baan. Ook de werknemers zijn niet zo verschillend als men op het eerste gezicht denkt. Aangezien gesubsidieerde arbeid politiek onder druk staat is de Gemeente Rotterdam gebaat bij een goedkopere, sterke, resultaatgerichte organisatie. Samenvoegen betekent minder management, minder personeel en minder ondersteuning, wat tekorten tegen gaat.
Tegelijkertijd moet er niet teveel energie weglekken in een 16
grotere organisatie. Belangrijk aandachtspunt is dat in de beginfase via verschillende rechtsposities hetzelfde werk wordt gedaan. Dat kan tijdelijk tot spanningen leiden. Ook de achtergrond van beide organisaties dient goed onderkend te worden, waarbij Werkstad vanuit de Wet Inschakeling Werkzoekenden en Multibedrijven vanuit de Wet Sociale Werkvoorziening ontstaan is.
17
7.
10 Conclusies
1. We zijn voor behoud van de huidige banen en het creëren van andere banen in geval van uitroom naar reguliere banen. We vinden de huidige instroomstop niet nodig en deze vacaturestop moet dan ook spoedig opgeheven worden. 2. We zijn voor het subsidiëren van plekken. Erkend moet worden dat een groep werkzoekenden blijvend op gesubsidieerde arbeid is aangewezen. 3. Begeleiding en scholing van gesubsidieerde arbeid moet beter georganiseerd worden. 4. Een persoonsgebonden budget moet mogelijk worden. 5. Geld dat is bestemd voor prioriteiten zoals onderwijs, veiligheid, schoon en heel moet ook bestemd kunnen worden voor het omzetten van gesubsidieerde arbeid in reguliere banen 6. Werkstad en Multibedrijven moeten beter samenwerken en bepaalde onderdelen van Multibedrijven kunnen opgenomen worden in bepaalde gemeentelijke diensten zoals Gemeentewerken en Stadstoezicht. 7. Reïntegratiemiddelen kunnen ook ingezet worden voor gesubsidieerde arbeid in de sectoren die niet in staat zijn om de omzetting van gesubsidieerd naar reguliere banen te bekostigen. Gezien het maatschappelijk belang van onder meer sociaal-cultureel werk en kleine culturele instellingen, is een extra reguliere, structurele subsidie wenselijk. 18
8. De dienst SOZAWE moet nog meer inzetten op activeren waarbij elke klant een contract krijgt aangeboden met wederzijdse rechten en plichten. De sluitende aanpak richting jongeren is van belang, waarbij het motto is werk boven inkomen. 9. Een experiment moet gestart worden met nieuwe instroom zoals in Den Bosch mensen met behulp van uitkeringsgeld tijdelijk aan het werk te zetten. Dit mag slechts tijdelijk en een arbeidscontract is van belang. 10. De gemeente houdt een belangrijke taak om mensen met een grote afstand tot een arbeidsmarkt te reïntegreren. De nieuwe Wet Werk en Bijstad moet de ruimte geven aan gemeenten om deze taak publiek uit te oefenen.
19
Dit is een uitgave van de PvdA Rotterdam 7 juni 2003
20