Cyclus 2009 Naam bedrijf Adres Contactpersoon Duurzaam Ondernemen Functie
NV Karel Sterckx Kachtemsestraat 330 Hennebel Stefaan Project ingenieur
Tel. /fax E-mail Website
051 22 33 34
[email protected] www.sterckx.com
Status van het dossier: actieplan : jaarrapport : evaluatieaudit : evaluatierapport : beslissing Evaluatiecommissie :
opgemaakt op 1 juni 2009 opgemaakt op 1 april 2010 uitgevoerd op ……… opgemaakt op .…….. ……….
referentie: Template rapportering-WVCDO-revisie sept2008-cyclus 2009.doc
West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen - Rapportering cyclus 2009
1
Inlichtingenfiche
Naam bedrijf:
NV Karel Sterckx Andere milieutechnische eenheden op dezelfde site: NV Sterckx Vandekerckhove: administratie NV Stercus: transport
Korte omschrijving van de activiteiten, producten, diensten
HistHistoriek en visie van de nv Karel Sterckx Het composteringsbedrijf Sterckx werd gesticht door Jan Sterckx in 1967. Jan Sterckx speelde toen in op de noden van de markt. Eind de jaren 60 schakelden de West-Vlaamse vlassers immers massaal over op de kweek van champignons. Destijds situeerde de champignonteelt zich nog grotendeels in Limburg. Maar nu is de provincie West-Vlaanderen uitgegroeid tot het champignoncentrum van het land en dit niet zonder enige schroom dank zij twee troeven: het Provinciaal Centrum voor Land- en Tuinbouw te Beitem en het verbeten pionierswerk van Jan Sterckx. Karel Sterckx studeerde af in 1972 aan de RUG als landbouwkundig ingenieur en volgde zijn vader op als bedrijfsleider in 1974. In al die jaren heeft Sterckx zijn sporen verdiend bij veel tevreden klanten. De paddestoelenteelt vergt zware inspanningen van de champignonkweker. Voor die inspanningen heeft Sterckx een diepgeworteld respect dat zich uit in het streven naar het leveren van een kwaliteitsproduct en het bieden van de meest omvattende service. Een bedrijf dat aan de wieg stond, en staat van de moderne champignonteelt en nog steeds verder zoekt naar beter en nieuwer. Kenmerkend voor Sterckx is het dynamisme en de jonge aanpak. Voeling houden met wat er in het buitenland gebeurt en er als rechtgeaard Vlaams bedrijf flink tegenaan gaan. Sterckx gaat graag bij anderen kijken om te leren, maar iedereen is ook welkom bij ons. Wij houden het op een eerlijke opendeurpolitiek. Dat is de beste manier om goede relaties te starten en die ook te houden.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
2
2. Bereiding van champignonsubstraat Een flowchart en grondplan kan u vinden in bijlage 1 tot 3 Voor het verkrijgen van een geschikte voedingsbodem voor de champignon (Agaricus bisporus) dient een welbepaalde menging van grondstoffen te worden aangehouden. Als grondstoffen worden water, stro, paardenmest, kippenmest, gips (uit de voedingsindustrie) en broed (gesteriliseerde rogge met het champignonmycelium erop geënt) gebruikt. Fase I De belangrijkste doeleinden van fase I zijn het beïnvloeden van het vochtgehalte, het homogeniseren en het ‘selectief’ maken van het substraat, met andere woorden het substraat geschikt maken voor het champignonmycelium en minder aantastbaar door concurrerende micro-organismen. Fase I omvat 3 onderscheiden processen: vooreerst de voorbereiding van het stro, daarna het mengen van de grondstoffen in de platte hoopfase en tenslotte de eigenlijke compostering in bunkers. De voorbehandeling van het stro begint bij het voorbevochtigen. Daarna gaat het tarwestro door de mengmachine, waarbij er ca. 700 kg kippenmest per ton stro wordt bijgevoegd. Ondertussen wordt er ook nog proceswater bijgevoegd (proceswater = percolaat dat telkens terug opgevangen en opnieuw gebruikt wordt). De kippenmest werd vooraf al gemengd met gips. Daarna wordt dit stromengsel op een hoop gelegd en kan daar nogmaals met proceswater besproeid worden. Na 6 dagen is het stro qua aantasting ongeveer gelijk aan paardenmest. Dan worden het bewerkte stro en de paardenmest gemengd in de mengmachine. Het mengsel wordt opgezet in een ‘platte hoop’. De platte hoopfase duurt 5 dagen. Zo bekomt men een homogener en zuurstofrijker mengsel. Na de platte hoopfase volgt de eigenlijke compostering. Vroeger gebeurde dit in dijken van 1m80 breed en 2 m hoog. In die dijken was er een natuurlijke ventilatie. In 2001 zijn we overgeschakeld naar een actief beluchtingsysteem. Dit is een gestuurde compostering op hoge temperatuur in bunkers, voorzien van een actieve beluchting via een ‘spigotfloor’. Een bunker kan ongeveer 750 ton compost bevatten en is 40 m lang, 9 m breed en 8 m hoog. De bunkers zijn gesloten betonnen ruimten waarin het te composteren substraat op een betonvloer met een ingewerkt buizenstelsel wordt gelegd. Via kleine openingen in dit buizenstelsel wordt lucht doorheen de compost geperst. Dit beluchtingsysteem wordt een ‘spigotfloor’ genoemd. Hierdoor wordt de zuurstofvoorziening gewaarborgd. In het spigotfloorsysteem wordt een ‘voordruk’ gecreëerd, waarbij de lucht al een zekere weerstand moet overbruggen om doorheen de spigotfloor te passeren. Op deze manier wordt de lucht gegarandeerd gelijkmatig doorheen het substraat verdeeld. Het luchtdebiet wordt geregeld door de procescomputer in functie van zuurstof- en temperatuurmetingen in de bunkers. Belangrijk tijdens deze gestuurde compostering is dat het substraat in de bunker 80°C bereikt voor een volledige ontsluiting van het stro. De energie voor de opwarming wordt geleverd door het microbiële metabolisme. Via pulserende luchttoevoer wordt nauwlettend gewaakt over het temperatuurverloop. Het totale proces in de bunkers duurt 6 dagen.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
3
De bunkers worden gevuld met een bovenliggende vulunit die de bunkers laagsgewijs vult. De vulunit is volledig automatisch en rijdt continu heen en weer. De PLC-sturing volgt een welbepaald programma zodat het materiaal perfect verdeeld zit in de bunker. Dit vulsysteem en de menginstallatie worden optimaal benut en geven de garantie voor een homogeen vers substraat. Op die manier kunnen geen verschillen voorkomen in de bunker en gaat de lucht gelijkmatig doorheen het compostbed. De bunkers zijn voorzien van extra ventilatoren om de proceslucht continu af te zuigen. Via een geleide emissie langs een wasser wordt de lucht door een schoorsteen op 60 meter hoogte gebracht. Op die manier wordt geurhinder vermeden. De lucht die uit de composteringsinstallatie komt is heel warm en vochtig, dus heel energierijk. De energie uit de lucht wordt zoveel mogelijk teruggewonnen via twee warmtewisselaars: de eerste warmtewisselaar voorziet de verschillende beladingshallen van vloerverwarming. De warme lucht van de tweede warmtewisselaar wordt rechtstreeks in deze loods geblazen. Deze energie wordt dus heel nuttig besteed. De warmte houdt de vloeren droog en verhindert dampvorming en verbetert dus in hoge mate de zichtbaarheid en de arbeidsomstandigheden Hoewel 80% van de geuremissie al ingeperkt is door de eigenlijke compostering (de vroegere dijkenfase) in bunkers uit te voeren, zijn ook belangrijke maatregelen genomen om de restemissie ook in de voorbereidende stappen te beperken. De opslag van paardenmest, kippenmest, het strobadmateriaal en het platte hoopmengsel wordt in afgesloten loodsen uitgevoerd, waarin een afzuiginstallatie werd geplaatst. De bereiding van vers substraat wordt afgesloten met een narijpingsfase waarbij de compost terug volledig gekoloniseerd wordt door nuttige micro-organismen (o.a. Humicola). Fase II: het pasteurisatie- en conditioneringsproces Deze fase gebeurt in gesloten en geïsoleerde tunnels. Na het composteren in fase I en de narijpingsfase wordt het materiaal naar tunnels gebracht voor de pasteurisatie en conditionering. Deze tunnels bestaan ook uit volledig gesloten en zelfs thermisch geïsoleerde ruimten waarin het substraat op een roostervloer gelegd wordt. Doorheen het substraat wordt een mengsel van retourlucht en verse buitenlucht geblazen. Doordat de aanvoerlucht met een continue zuurstofmeting via de computer geregeld wordt, kan het zuurstofgehalte in het substraat steeds boven de 10% worden gehouden, zodat anaërobie en bijgevolg stankontwikkeling voorkomen worden. Tijdens het pasteuriseren worden de voor de champignon schadelijke organismen vernietigd. Daarvoor wordt de substraattemperatuur 8 uur op 58 °C gehouden. Nadien wordt het substraat nog 4 dagen geconditioneerd bij een temperatuur van 45 à 50 °C. Na die fase is het substraat klaar om te worden geënt met de champignonschimmel. Het gepasteuriseerd substraat bevat dan geen ammoniak meer.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
4
Fase III : het doorgroeiproces Na fase II wordt het gepasteuriseerd substraat in steriele omstandigheden met het champignonmycelium geënt en opnieuw de tunnel ingebracht. Het doorgroeien van het mycelium gebeurt bij temperaturen rond 25°C en duur t minimaal 15 dagen. In de zomer moet er zelfs gekoeld worden want het mycelium verdraagt geen hoge temperaturen. De klimaatregeling gebeurt computergestuurd. Na de incubatie is het substraat volledig wit doorgroeid en heeft het al de typische geur van champignons. Nadat het doorgroeid champignonsubstraat in de kweekbedden van onze klanten, de champignonbedrijven gebracht werd, dekken we deze af met een laagje van 5 cm dekaarde. In en op deze voedselarme laag dekaarde gaat het champignonmycelium over tot het vormen van vruchtlichamen. 3. Productie van dekaarde Dekaarde bestaat uit een mengsel van veen en schuimaarde dat in een aantal stappen op een vochtgehalte van 75% wordt gebracht. Het veen bestaat uit een nauwkeurig uitgezochte samenstelling van tuinturf (= doorvroren veen met een hoog wateropneembaar vermogen) en stortveen (= niet doorvroren veen dat de dekaarde een zachte, stevige structuur bezorgt). De schuimaarde is een kalkhoudend bijproduct van de extractie van suiker in de suikerbietenverwerking en wordt voor gebruik gedurende 6 maanden verweerd om de laatste resten organisch materiaal weg te werken. Door het toevoegen van schuimaarde wordt de dekaarde zwaarder en bereikt men een pH van 7 à 8.
Ligging bedrijf Kachtemsestraat 330, 8800 Roeselare
Bedrijfslay-out en processchema: als bijlage op te nemen a.u.b. Nummer bijlage: Bijlage 1 en 2
Basismilieuvergunning uitgereikt op: 11/12/1997 duur: 20 jaar Laatste aanpassing aan milieuvergunning: 13/12/2007 vergunning voor het wijzigen van een champignoncompostbedrijf
Recente wijzigingen in bedrijfssituatie geen
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
5
Omzet van het bedrijf 17 miljoen Eur.
Totaal investeringsbedrag in het jaar 2009 1,5 miljoen Eur. Aandeel milieu-investeringen: +- 500.000 Eur. Aandeel voor sociale acties: +- 10.000 Eur.
Tewerkstelling Vermeld het aantal arbeiders, bedienden, tijdelijken,…
Bij de NV Karel Sterckx werken 25 werknemers.
VERTROUWELIJKHEID VAN DE GEGEVEN INFORMATIE Mogen naar aanleiding van informatieverstrekking en perscontacten in verband met het Charter Duurzaam Ondernemen realisaties en resultaten uit dit rapport overgemaakt worden aan: • geschreven pers ja, na overleg • radio en TV ja, na overleg • op voordrachten of infosessies ja, na overleg
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
6
Informatie omtrent evaluatiebezoek
Samenstelling Evaluatieteam: Teamleider: Auditoren:
Interne begeleiders: Naam
Functie
Externe begeleider(s): Naam
Organisatie
Bezochte installaties/afdelingen tijdens rondgang:
Algemene nota’s:
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
7
1. Beschrijving doelstellingen en acties per thema
Thema I Aantoonbaar maken van de opvolging van de sociale en milieuwetgeving en continu werken aan de conformiteit met deze regelgeving. Relevante prestatie-indicatoren of meetinstrumenten uitwerken om de continue verbetering van de economische, sociale en milieuprestaties te kunnen opvolgen.
1.1
Situatiebeschrijving
De nv Karel Sterckx onderging in het verleden regelmatig diverse audits. Dit zowel opgebied van milieu, kwaliteit, veiligheid. Het bedrijf is geabonneerd op heel wat diverse tijdschriften en zodat de wetgeving up to date kan worden gehouden. Er wordt ook meegewerkt aan nieuwe BBT studies zoals bijvb mestverwerking.
1.2
Doelstellingen
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1 A.2
Het aantoonbaar maken van de opvolging van de regelgeving. De vereiste rapporteringen, onderzoeken en analyses uitvoeren (bodem, lucht, water, afvalstoffenregister, verpakkingen, controles op uitrusting,…). Prestatie-indicatoren of meetinstrumenten uitwerken om de continue verbetering van de economische, sociale en milieuprestaties te kunnen opvolgen. Regelmatig de prestatieindicatoren analyseren en kritisch evalueren als basis voor continue verbetering.
Continu Zoals wettelijk bepaald Continu
A.3
B. Bedrijfseigen doelstellingen B.1 Aan de hand van audits, wetgeving, incidenten, regelmatig de werkplannen verduidelijken en bijsturen.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Termijn continu
Oordeel EC
Status OK
8
1.3
Actieplan
Omschrijving van de acties
Doelst
Verantw
1.3.1 Herwerken en aanvullen werkplan milieu
A1.B.1
SH
1.4
Project fiche nr. I.1
Status
Bijlage nr.
OK
I.1
Projectfiches
Beschrijving actie: Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: In 2009 werd het werkplan opnieuw geactualiseerd en veel dieper uitgewerkt. Het omvat niet enkel een toetsing aan Vlarem maar ook aan diverse andere wetgevingen zoals stedebouwkundige vergunningen, captatievergunning kanaalwater, ontheffingen substraat, erkenning 1774 enz. Via dit werkplan is ons bedrijf aftoetsbaar aan de wetgeving. Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? Er is geen rechtstreeks effect op het milieu. Door betere afspraken is er wel minder kans op calamiteiten. Een goed plan kan belangrijke milieuschade voorkomen. Ook de incidenten worden bijgehouden. Na ieder incident wordt nagezien of er bijkomende maatregelen nodig zijn. Investeringsbedrag en terugverdientijd (indien van toepassing): Het investeringsbedrag was +- 7500 Eur. Resultaten actie: Het plan is nogal groot om als bijlage op te nemen. Het werkplan zal bij de audit ter beschikking worden gehouden.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
9
1.5
Beoordeling Evaluatieteam
1.6.1 Check wettelijke en andere eisen 1.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
1.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
10
Thema II Open communiceren en dialogeren met personeel, overheid, omgeving en andere relevante stakeholders omtrent het duurzaamheidsbeleid en de bereikte resultaten.
2.1
Situatiebeschrijving
Reeds zeer lang streeft NV Karel Sterckx naar een open bedrijfspolitiek. Uit de bedrijfsbrochure: "Kenmerkend voor Sterckx is het dynamisme en de jonge aanpak. Voeling houden met wat er in het buitenland gebeurt en er als rechtgeaard Vlaams bedrijf flink tegenaan gaan. Iedereen is welkom bij ons. Wij houden het op een eerlijke opendeurpolitiek. Dat is de beste manier om goede relaties te starten en die ook te houden." Recent werd ook de website vernieuwd: www.sterckx.com De gebruikte structuur loopt evenwijdig met de thema’s van het duurzaamheidscharter. 2.2
Doelstellingen:
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1
Een open communicatie voeren naar interne en externe stakeholders omtrent het DO (Duurzaam Ondernemen)-beleid dat wordt gevoerd, de inspanningen die worden geleverd en de resultaten die worden bereikt. De dialoog aangaan met de prioritaire stakeholders en oog hebben voor de wensen van deze belanghebbenden. Werknemers sensibiliseren en stimuleren om verbeteringsvoorstellen aan te reiken. Streven naar een goed nabuurschap via opbouw van een positieve relatie met de omwonenden. Informatie verstrekken over de duurzaamheidsaspecten van de producten of diensten aan klanten.
Continu
A.2 A.3 A.4 A.5
B. Bedrijfseigen doelstellingen B.1 Open communiceren met zowel stadsbestuur, milieupolitie, milieuinspectie, vergunningsverlenende overheden, pers, personeel, collega composteerders
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Oordeel EC
Continu Continu Continu Continu Termijn Continu
Status OK
11
2.3 Actieplan Omschrijving van de acties
Doelst
Verantw
2.3.1 Studiedag in samenwerking met VCM
B.1
SH
Project fiche nr. 2.4
Status
Bijlage nr.
OK
2.5.a 2.5.b
2.4 Projectfiches Beschrijving actie: Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: Mestverwerking in Vlaanderen en specifiek in West-Vlaanderen is zeer belangrijk. Dit op milieuvriendelijke manier doen mét respect voor de buurt is een uitdaging. De materie is bijzonder complex en er zijn zeer veel overheden bij betrokken. Steeds meer wetgeving en controles maken het bijzonder moeilijk. We waren dan ook blij te kunnen ingaan op het voorstel van het VCM om de leden van de parlementaire commissie voor landbouw uit te nodigen naar ons o.a. ons bedrijf. Het VCM (Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking) organiseerde dit op 26 maart 2010. Dit bezoek kaderde in een fieldtrip over mestverwerkingstechnieken voor de leden van Commissie Leefmilieu, Commissie Landbouw (Vlaams Parlement) en de kabinetsmedewerkers van de kabinetten Schauvliege (Leefmilieu), Muyters (Ruimtelijke Ordening) en Peeters (Landbouw). Bart Sterckx gaf een presentatie over het bedrijf met het accent op de verwezenlijkingen die in de geschiedenis van het bedrijf zijn gebeurd in het kader van het milieu. Dit gebeurde aan de hand van een powerpointpresentatie waarbij alle milieutopics aan bod kwamen. De powerpointpresentatie is ook te lezen op www.sterckx.com . Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? Zo was het voor ons bedrijf mogelijk om t.o.v. diverse instanties de activiteiten van ons bedrijf positief in de kijker te stellen. Alle milieuthema’s kwamen uitgebreid aan bod. Tevens werd ook een persmap opgemaakt. U vindt deze in bijlage 2.5.a Op die manier konden we ook aantonen dat de sector overreglementeerd is. Alleen al onze mestdocumenten vereisen 3150 handtekeningen per week. Dit ondanks dat alle mesttransporten via GPS gevolgd worden van producent naar ons bedrijf. Jaarlijks vertegenwoordigen die documenten 10 meter aan klasseurs. Daarboven op komen nog vrachtbrieven, handelsdocumenten, mestverwerkingcertificaten en jaarverslagen. Een voorstel kan zijn om voor gecertificeerde bedrijven een vereenvoudigde administratie toe te staan. Ter gelegenheid van de studiedag werd een persmap aangemaakt om onze milieuprestaties positief in de kijker te stellen. U vindt de persmap in bijlage 2.5.b Investeringsbedrag en terugverdientijd: Het investeringsbedrag was +- 5.000 Eur.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
12
Bijlage 2.5.1a Persartikels
Bijlage 2.5.1a Artikel in landbouwleven West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
13
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
14
Bijlage 2.5.1b opmaak persmap ter gelegenheid fieldtrip mestverwerkingstechnieken.
NV KAREL STERCKX
Het composteringsbedrijf Sterckx werd gesticht door Jan Sterckx in 1967. Jan Sterckx speelde toen in op de noden van de markt. Eind de jaren 60 schakelden de Westvlaamse vlassers immers massaal over op de kweek van champignons.
Karel Sterckx studeerde af in 1972 aan de RUG als landbouwkundig ingenieur en volgde zijn vader op als bedrijfsleider in 1974. In oktober 1999 kwam ook zijn zoon Bart in de zaak. Bart Sterckx studeerde bio-ingenieur aan de Gentse universiteit.
In al die jaren heeft Sterckx heel wat sporen verdiend bij heel wat tevreden klanten. De paddenstoelenteelt vergt zware inspanningen van de champignonkweker. Voor die inspanningen heeft Sterckx een diepgeworteld respect dat zich uit in het streven naar het leveren van een kwaliteitsproduct en het bieden van de meest omvattende service. Een bedrijf dat aan de wieg stond en staat van de moderne champignonteelt en nog steeds verder zoekt naar beter en nieuwer. Alle kwaliteitsparameters worden geborgd door de principes van geïntegreerde kwaliteitszorg.
Kenmerkend voor Sterckx is het dynamisme en de jonge aanpak. Voeling houden met wat er in het buitenland gebeurt en er als rechtgeaard Vlaams bedrijf flink tegenaan gaan. Sterckx gaat graag bij anderen kijken om te leren, maar iedereen is ook welkom bij ons. Wij houden het op een eerlijke opendeurpolitiek. Dat is de beste manier om goede relaties te starten en die ook te houden.
Nog kenmerkend voor Sterckx is het streven naar duurzaam ondernemen, met grote nadruk op milieuzorg.
Op macroschaal past de bereiding van een hoogwaardig champignonsubstraat uit reststoffen van de landbouw en de industrie perfect in dit kader. De directie volgt de laatste evoluties in verband met milieu en laat zich ook door externen adviseren. Niet zonder enige trots mochten wij reeds 8-maal het Milieu Charter ontvangen.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
15
STERCKX : kerncijfers 47 werknemers
17 mio € omzet/jaar
Productie en grondstoffen (op weekbasis): 9 composteringsbunkers: max. output 5.000 ton vers champignonsubstraat 51 fase II- en III-tunnels: max. output 2.050 ton doorgroeid champignonsubstraat 110 combinaties paardenmest 350 ton tarwestro 15 vrachten kippenmest 800 m³ dekaarde
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
16
Producten Vers Champignonsubstraat Voor het verkrijgen van een geschikte voedingsbodem voor de champignon (Agaricus bisporus) dient een welbepaalde menging van grondstoffen te worden aangehouden. De champignon (een saprofyt) groeit immers op dood organisch materiaal. Voor dit substraat worden als grondstoffen water, stro, paardenmest, kippenmest en gips gebruikt. De NV Karel Sterckx heeft al generaties ervaring met de bereiding van vers champignonsubstraat. Het product staat sindsdien bekend voor zijn constante en uitstekende kwaliteit. De belangrijkste doeleinden van fase I zijn het op peil brengen van het vochtgehalte, het homogeniseren en het “selectief” maken van het substraat, met andere woorden het substraat geschikt maken voor het champignonmycelium en minder aantastbaar door concurrerende micro-organismen. Fase I : het composteren het bereiden van vers champignonsubstraat, omvat 3 onderscheiden processen : vooreerst het voorbereiden van stro, daarna het mengen van de grondstoffen en de eigenlijke compostering in bunkers. Het stro (enkel tarwestro!) wordt losgemaakt, bevochtigd en verrijkt met kippenmest waardoor het een lichte compostering ondergaat. Daarna worden het bewerkte stro gemengd met de paardenmest. Sterckx selecteert enkel verse paardenmest van de beste maneges. Op dit ogenblik worden ook proceswater (op vocht brengen van het substraat om droogbroei te vermijden), kippenmest (als stikstofbron) en gips (als regulator van de zuurtegraad en bevorderen van de structuur) bijgemengd. Nu volgt de eigenlijke compostering. Dit is een gestuurd proces gedurende circa 6 dagen op hoge temperatuur in composteringsbunkers, voorzien van een actieve vloerbeluchting. Een composteringsbunker kan ca. 750 ton substraat bevatten en is 40 m lang, 9 m breed en 8 m hoog. Het substraat wordt in horizontale lagen gevuld door een bovenliggende vulunit om een homogene menging te bekomen. De bunkers zijn gesloten betonnen ruimten waarin het te composteren substraat op een betonvloer met een ingewerkt buizenstelstel wordt gelegd. Via kleine openingen in dit buizenstelsel wordt lucht doorheen de compost geblazen. Dit beluchtingssysteem wordt “spigotfloor” genoemd. In de beluchte vloer wordt een zekere voordruk gecreëerd waarbij de lucht al een zekere weerstand moet overwinnen om doorheen de vloer te passeren. Het wordt momenteel aanzien als de beste manier om compost te produceren omdat de lucht gegarandeerd gelijkmatig doorheen het substraat verdeeld wordt. Belangrijk tijdens deze gestuurde compostering is dat het substraat in de bunker 80 °C bereikt voor een volledige ontsluiting van het stro en dat het proces aëroob verloopt met het oog op de kwaliteit van het product en het inperken van geuremissie. Het proces is dan ook volledig computergestuurd. Door onze manier van werken in opeenvolgende fasen is de flexibiliteit in productieschema en receptuur behouden. Dit waren kenmerken van de traditionele manier van composteren in open lucht die decennialang zijn waarde bewezen heeft. Dit biedt de NV Karel Sterckx het extra kwaliteitsvoordeel : de mogelijkheid om continu bij te sturen (bv qua vochtgehalte en stikstofhoeveelheid) en verbeteringen door te voeren. De bunkers zijn voorzien van extra ventilatoren om de proceslucht continu af te zuigen. Via een geleide emissie langs een zure wasser wordt de lucht door een schoorsteen op 60 meter hoogte gebracht.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
17
De lucht die uit de composteringsinstallatie komt is heel warm en vochtig, dus heel energierijk .De energie uit deze lucht wordt zoveel mogelijk teruggewonnen via warmtewisselaars die warme lucht in de loodsen voeren en de vloerverwarming voorzien. Globaal betreft het hier dus een unieke composteringsinstallatie met afzuiging en luchtbehandeling waarbij de totale procesgang van het composteren gevolgd en gestuurd wordt, dit zonder concessies te doen aan de essenties van het traditioneel proces. De bereiding van vers substraat wordt afgesloten met een narijpingsfase waarbij de compost terug volledig gekoloniseerd wordt met nuttige micro-organismen (o.a. Humicola).
1.6
Fase II : het pasteuriseren en conditioneren Deze fase gebeurt in gesloten en geïsoleerde tunnels. Na het composteren in fase I en de narijpingsfase wordt het materiaal naar de pasteurisatietunnels gebracht voor pasteurisatie en conditionering. Doorheen het substraat wordt een mengsel van verse buitenlucht en retourlucht geblazen. Doordat de aanvoerlucht met een continue zuurstofmeting via de computer geregeld wordt, kan het zuurstofgehalte in het substraat steeds boven de 10 % worden gehouden, zodat anaërobie en bijgevolg geuremissies voorkomen worden. Tijdens het “pasteuriseren” wordt de substraattemperatuur 8 uur op 60 °C gehouden. Daarna wordt het substraat nog 4 dagen “geconditioneerd” bij een temperatuur van ca. 47 °C. De voor de champignon schadelijke ammoniak wordt aldus in nuttige eiwitten omgebouwd. Het substraat is dan selectief, d.w.z. het best geschikt voor de groei van de champignonschimmel.
1.7
Fase III : het doorgroeien Na fase II wordt het gepasteuriseerd substraat in steriele omstandigheden met het champignonmycelium (onder de vorm van “broed”, dit zijn gesteriliseerde roggekorrels waarop het mycelium is aangebracht) geënt en de doorgroeitunnel ingebracht. Het doorgroeien gebeurt bij de voor de champignon ideale temperatuur van 24-28 °C en duurt minimaal 15 dagen. De computergestuurde klimaatinstallatie is voorzien van mechanische koeling om ook op een warme zomerdag de juiste temperaturen aan te houden en om het substraat voor levering af te koelen. Na de incubatie is het substraat volledig wit doorgroeid en heeft het al de typische geur van champignons. De laatste jaren is bij de champignonkwekers de overgang van vers over gepasteuriseerd naar doorgroeid champignonsubstraat voltooid. Zowel op gebied van opbrengst als op gebied van milieu heeft de champignonkweker er baat bij om doorgroeid substraat te gebruiken. Met dit substraat kunnen de champignons milieubewust gekweekt worden. Bestrijdingsmiddelen kunnen tot een absoluut minimum teruggebracht worden.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
18
Dekaarde
Nadat het doorgroeid champignonsubstraat in de kweekbedden gebracht werd, wordt het substraat afgedekt met een laagje dekaarde van 5 cm. In en op deze voedselarme dekaardelaag gaat het champignonmycelium over tot het vormen van vruchtlichamen.
Dekaarde bestaat uit een mengsel van veen en schuimaarde dat in een aantal stappen op een vochtgehalte van 75 à 80% gebracht wordt. Het veen bestaat uit nauwkeurig uitgezochte soorten stortveen (= niet doorvroren veen) die de dekaarde een zachte, stevige structuur bezorgen. De schuimaarde is een kalkhoudend bijproduct van de extractie van suiker in de suikerbietenverwerking en wordt voor gebruik gedurende 6 maanden verweerd om de laatste resten organisch materiaal weg te werken. Door het toevoegen van schuimaarde wordt de dekaarde zwaarder en bereikt men een pH van 7 à 8.
De uitgangspunten in de kwaliteitszorg voor de productie en levering van dekaarde zijn : • • • • • • • •
Gebruik van hoogwaardig stortveen zodat de dekaarde zacht en vettig aanvoelt Continue inspectie van de grondstoffen, om met het gepaste mengsel een constant product te kunnen maken vanuit deze natuurproducten Productie gebeurt binnen, in de meest hygiënische omstandigheden Transport met aangepast vervoer zodat de hygiëne gewaarborgd blijft Wegen van elke lading zodat het juiste volume afgeleverd wordt Door aangepast vervoer en de korte afstand moeten we geen concessies doen naar volume Mogelijkheid van Gedoseerd Lossen van Dekaarde (GLD) Deskundige planning wat stipte leveringen mogelijk maakt
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
19
Milieu De NV Karel Sterckx is een bedrijf met veel milieukantjes. De basismilieuvergunning is uitgereikt op 11/12/1997 voor een duur van 20 jaar. De laatste aanpassing aan de vergunning dateert van 2007. De vergunning ligt voor ieder steeds ter inzage. Sterke punten zijn o.a.: •
• • • • • • • •
Door het milieuvriendelijk verwerken van restproducten uit de landbouw (paardenmest, kippenmest, schuimaarde) tot een hoogwaardig champigonsubstraat wordt een belangrijke bijdrage geleverd tot het oplossen van de mestproblematiek in Vlaanderen. Rationeel energiegebruik door gebruik van ventilatoren met hoogrendementsmotoren voorzien van frequentieregelaars. Hergebruik van biowarmte uit de composteringsbunkers die via warmtewisselaars de vloerverwarming (4.000 m²) in de beladingsloods en de vulloods aanstuurt Maximaal opvangen van regenwater in de productie van fase I-substraat zodat geen grondwater verbruikt wordt Alle proceswater en reinigingswater wordt verzameld in een opvangbekken, gezuiverd via een zeefbocht en belucht zodat het opnieuw gebruikt kan worden. Aldus wordt een nullozing van bedrijfsafvalwater bekomen Alle grondstoffen worden in bulk aangevoerd. Er is dus geen verpakkingsafval meer. Van de weinige afvalstromen wordt een zeer verregaande scheiding nagestreefd. Gebruik van groene stroom sinds 2007. Het vrachtverkeer wordt omgeleid via weinig bewoonde wegen. Na de afwerking van het bedrijventerrein Haven Zuid kan het bedrijf bereikt worden vanaf de autostrade zonder één woonhuis te passeren. Het veen (grondstof voor dekaarde) wordt milieuvriendelijk per schip aangevoerd.
Al 8-maal bekomt de nv Karel Sterckx het certificaat van het Milieucharter. Sinds 2008 wordt nog een stap verder gezet en neemt Sterckx deel aan het West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
20
Het vermijden van GEURHINDER vormt nog de grootste uitdaging voor ieder champignonsubstraatbedrijf in Vlaanderen en Nederland. De groeiende bebouwingsdichtheid, de steeds kleiner wordende afstand tussen woonkernen en industrieën, de groeiende hindergevoeligheid en mondigheid van de bevolking zorgen ervoor dat de lat steeds hoger moet gelegd worden. Sterckx heeft dit besef al sinds de jaren ’90 omgezet in een zeer intensief geurbeleid. Geur is echter één van de moeilijkste milieuproblemen om op te lossen. Een opsomming van slechts enkele van de maatregelen: In 2001 werd het indoorbedrijf gerealiseerd. De dijkenfase die de geur veroorzaakte werd naar binnen gebracht in gesloten betonnen bunkers. Geforceerde beluchting zorgt voor de aërobe (= geurarme) compostering. De proceslucht uit de bunkers wordt sindsdien afgezogen, gecondenseerd en gewassen in een waterwasser. De behandelde lucht wordt nadien geloosd via een roestvrij stalen schoorsteen van 60 meter. Investering: 4.000.000 Eur. De voorbereidingsfase, namelijk de ontvangst, opslag en mengen van de grondstoffen en het voorcomposteren werd vanaf toen gedaan in drie van de vier bestaande loodsen. Deze werden daartoe luchtdicht gemaakt en afgezogen (225.000 m³/uur). Investering: 300.000 Eur.
De geuremissie is toen serieus afgenomen. De reacties uit de buurt waren bijzonder positief. In 2004 werd de buitenopslag van het vers substraat tussen fase I en fase II geëlimineerd door het bouwen van overdekte transportbanden vanuit de fase I-gebouwen naar de tunnels van fase II. Investering: 400.000 Eur. Begin 2006 kwamen we tot de vaststelling dat de bestaande loodsen gebouwd met houten gelijmde spanten de verandering van het binnenklimaat als gevolg van afdichten slecht verdragen. Door het continu nat blijven verliest de lijm zijn kracht waardoor de sterkte enorm vermindert. Verschillende spanten begonnen ook te verzakken, wat de dichtheid van de loodsen niet ten goede kwam. In 2006-2007 werden 4 bijkomende indoorbunkers gebouwd met de bedoeling de voorbereiding van de grondstoffen zoveel mogelijk in bunkers te doen i.p.v. in de oude loodsen. De proceslucht werd opnieuw gericht afgevoerd naar gaswasser en schoorsteen. Op die manier verminderde de geurconcentratie in de loodsen en daarmee ook de diffuse emissie, gezien deze laatste grotendeels vanuit deze loodsen komt. Investering: 3.000.000 Eur. Een vijfde bijkomende bunker is wegens onwaarschijnlijke administratieve problemen bij het verwerven van de nodige grondoppervlakte pas kunnen gerealiseerd worden in maart 2008. Investering: 500.000 Eur. Ondertussen was duidelijk geworden dat vooral de houten spanten van de derde loods sterk begonnen door te buigen. Een deel stortte zelfs in tijdens een storm. Dit alles maakte het onmogelijk om de loodsen nog enigszins luchtdicht te houden. Toen is de beslissing genomen om de nieuwe loodsen te bouwen voor de ontvangst en opslag van de nodige mest. Deze milieuinvestering was zo ingrijpend dat hiervoor een nieuwe milieuvergunning moest worden aangevraagd. De milieuvergunning hebben we gekregen op 13/12/2007. Investering: 1.700.000 Eur. Investering nieuwe zure ammoniakwasser: 430.000 Eur. Grondige renovatie van de resterende houten loodsen. Investering 250.000 Eur. Het debiet dat uit het fase I bedrijf wordt afgezogen, wordt in een belangrijke mate verhoogd. Raming van de som van deze investeringen: 350.000 Eur.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
21
DE TEELT VAN CHAMPIGNONS
Substraat De champignon (Agaricus bisporus) behoort tot het mysterieuze rijk van de schimmels. Die bezitten geen bladgroen (chlorophyl) en zijn niet in staat om zoals planten via de fotosynthese O2 uit de lucht te benutten. De paddenstoel is heterotroof d.w.z. hij is voor zijn voedingsstoffen aangewezen op een organisch substraat, nl de compost. De compost is samengesteld uit tarwestro, paardenmest, slachtkuikenmest, gips (restproduct van de voedingsindustrie) en water. Het stro doet vooral dienst als bron van koolstof en geeft structuur aan de compost. Kuikenmest wordt toegediend met het oog op de voorziening van stikstof voor de champignon. De fermentatie is de eerste stap in de bereiding van champignonsubstraat. De grondstoffen worden grondig gemengd en bij hoge temperaturen aeroob gecomposteerd zodat de champignon de voedingsstoffen die erin zitten later kan benutten. De tweede fase, de uitzweetfase, bestaat uit twee delen, met name het pasteuriseren en het conditioneren. Het pasteurisatieproces heeft tot doel alle schadelijke organismen te doden en duurt 8 uur bij een composttemperatuur van 60 °C. Tijdens de co nditionering wordt de compost selectief gemaakt. Het substraat is dan enkel en alleen nog geschikt voor de groei van champignonmycelium. Dit steunt o.a. op het wegwerken van gemakkelijk afbreekbare suikers, de inbouw van stikstof en het verwijderen van de schadelijke ammoniak. De conditionering duurt 4 dagen bij een composttemperatuur van 40 à 50 °C. Nu wordt de champignonschimmel ingebracht in het substraat onder de vorm van “broed”. Dit enten gebeurt met gesteriliseerde roggekorrels waarop men het mycelium heeft laten ontwikkelen. Er wordt dus niet geënt met champignonsporen. De ontwikkeling ervan is te traag en te risicovol. Daarna volgt de derde fase waarbij de compost gedurende 16 dagen op 25 °C gehouden wordt. Tijdens deze periode gaat de champignonschimmel de compost volledig koloniseren. Men spreekt van myceliumgroei (mycelium = witte schimmeldraden = zwamvlok). De compost is na deze vegetatieve groeifase klaar om afgeleverd te worden op de teeltbedrijven als doorgroeid champignonsubstraat.
De teelt Een champignonkwekerij bestaat uit verschillende “teeltcellen”. Een cel is een afgesloten ruimte waarin 2 “stellingen” staan die elk uit 5 boven elkaar gestapelde kisten bestaan: de “bedden”. De bedden hebben een standaardbreedte van 1,34 m en een variabele lengte. In elke teeltcel bevindt zich een teelt in een ander teeltstadium. Gemiddeld heeft een champignonkwekerij in België 6 cellen met een teeltoppervlakte van 240 m2. Er wordt gedurende 6 weken geteeld waarvan 3 voorbereidingsweken en 3 oogstweken. De doorgroeide compost wordt mechanisch in de bedden gevuld. Daarop wordt een laagje (5 cm) dekaarde aangebracht. Dekaarde is een mengsel van veen (80 %) en schuimaarde (20 %). Schuimaarde is een restproduct van de suikerindustrie. In de dekaarde ontwikkelen zich specifieke bacteriën die onmisbaar zijn voor de vorming van champignons. Tevens dient ze als waterbuffer voor de verdere teelt. Voor elke kg geproduceerde champignons is er immers 2 liter water nodig. bij een warm en vochtig klimaat groeien de myceliumdraden vanuit de compost in de dekaarde. Na 5 à 7 dagen heeft het mycelium de oppervlakte bereikt en wordt de vorming van vruchtlichamen ingezet (fructificatie of knopvorming). De schimmel wordt van een vegetatieve in een generatieve groeifase gedwongen door de temperatuur, CO2 en luchtvochtigheid te verlagen. Een klimaat als in de herfst wordt nagebootst.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
22
Het mycelium trekt samen en vormt knoppen. Hieruit groeien de vruchtlichamen, dus de champignons. De groei gaat wonderbaarlijk snel, iedere dag verdubbelt een champignon in gewicht
Oogst Minder dan 3 weken na het vullen worden de champignons van de eerste oogst geplukt. De volgende weken zullen telkens weer nieuwe oogsten verschijnen. Een oogstperiode wordt met de vakterm “vlucht” aangeduid. Gemiddeld worden 3 vluchten geoogst. De oogst van champignons bestemd voor de versmarkt gebeurt tot op heden nog steeds met de hand en is zeer arbeidsintensief. Bij het oogsten neemt de plukster met een draaiende beweging de champignon van het bed weg, snijdt het voetje af en sorteert de champignon in de juiste kwaliteitsklasse. Extra aandacht wordt daarbij besteed aan het voorkomen van duwplekken, nagelschade, bevuiling van de champignon enz. De oogst van een vlucht neemt 3 à 5 dagen in beslag, waarbij telkens enkel de oogstrijpe champignons weggenomen worden. De oogst van champignons bestemd voor de verwerkende industrie gebeurt machinaal. De opbrengst ligt heel wat hoger maar de kwaliteit en de verkoopprijs zijn stukken lager.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
23
Champost Na de oogst van de laatste champignons wordt de teeltruimte met hete stoom behandeld. Dit heeft tot doel alle organismen die schadelijk zijn voor de champignonteelt te doden vooraleer de compost uit de cel weggehaald wordt. Op die manier voorkomt men verspreiding van ziekten naar naburige teeltcellen. Doodstomen gebeurt bij temperaturen van minimaal 65 °C in de compost gedurende 12 uur. De afgewerkte compost of champost is een erg gewaardeerde organische meststof en voedingsbodem in de tuinbouw en tuinaanleg. 1 ton verse champost bevat gemiddeld: •
340 kg droge stof
•
214 kg organische stof
•
6,3 kg stikstof (N)
•
4,0 kg fosfaat (P2O5)
•
8,0 kg kalium (K2O)
•
2,4 kg magnesium (MgO)
•
0,9 kg natrium (Na2O)
•
2,3 kg chloor (Cl)
•
45 kg kalk (CaO)
• voordelen van champost: •
hoog organisch stofgehalte per 10 ton champost geeft u ruim 2.100 kg organisch materiaal
•
hoge kwaliteit van organische stof 60 % van de O.S.is na 1 jaar nog in de grond aanwezig
•
vrij van ziekten, onkruiden en aaltjes champost ondergaat een warmtebehandeling
•
vrij van verontreinigingen stenen, plastiek, glas vindt u omzeggens niet in champost
•
werkt niet verzurend op gronden met een te lage pH werkt champost corrigerend
•
kort en homogeen van structuur gemakkelijk uit te rijden en in te werken
•
vrij van storende geur en ammoniak geen problemen met omwonenden bij het uitspreiden
•
jaarrond beschikbaar en goedkoop
Milieu België en Nederland staan ongetwijfeld aan de wereldtop van de modernste teelttechnieken. De teelt van champignons gebeurt in volledig geïsoleerde en geklimatiseerde gebouwen en is computergestuurd. De invoering van kwalitatief goede doorgroeide compost in de jaren '90 heeft geleid tot teeltverkorting en terugdringing van allerhande ziekten en plagen. Al deze zaken hebben geleid tot een sterke reductie van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Daardoor is de Belgische champignon een milieubewust geteeld product.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
24
Bijlage 2.5.2 Milieurealisaties worden gecommuniceerd aan de bevolking via pers.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
25
Bijlage 2.5.2 Sensibilisatie naar de werknemers via affiches.
Zwerfvuilactie Het afval in de zak hieronder werd langs de weg, in de gracht en zelfs bij de buur gevonden!! !!!! Het bedrijf is pas opgeruimd !!!! Afval hoort niet in de gracht of langs de weg wel IN de vuilbak of PMD.
Dank voor de medewerking West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
26
2.6 Beoordeling Evaluatieteam 2.6.1 Check wettelijke en andere eisen 2.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
2.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
27
Thema III Mensvriendelijk ondernemen met oog voor de kwaliteit van de arbeid, de veiligheid en het welzijn van de werknemers en een gelijkekansenbeleid. De werknemers motiveren en mogelijkheden bieden voor opleiding en loopbaanontwikkeling.
3.1
Situatiebeschrijving
Enkele sterke punten: -
bij de nv Karel Sterckx ligt er een zeer sterk accent op opleiding op verschillend vlakken: veiligheid, milieu, proces, administratie enz. het sanitair en de refters zijn zeer net en ruim ingericht geen collectief verlof maar in onderling overleg perfecte mix tussen mensen van verschillende culturen en opvattingen tewerkstelling van veel laaggeschoolden maar omwille van de hoge complexiteit ook een aantal hooggeschoolden in de onderneming heerst een familiaal klimaat: de directie komt dagelijks op de werkvloer zodat er echt voeling is met de basis
3.2
Doelstellingen:
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1
Aandacht hebben voor kwaliteit van de arbeid en het welzijn van de werknemers. Het voeren van een gelijkekansenbeleid waarbij gestreefd wordt naar een afspiegeling van de regionale diversiteit op de werkvloer. De werknemers mogelijkheden voor opleiding en loopbaanontwikkeling aanbieden.
Continu
Bedrijfseigen doelstellingen “Veiligheid eerst”
Termijn continu
A.2
A.3 B. B.1
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Oordeel EC
Continu
Continu Status ok
28
3.3
Actieplan
Omschrijving van de acties
Doelst
Verantw
3.3.1 veiligheidsopleiding van de medewerkers
A1/A3/ B1
SH
3.4
Project fiche nr. 3.4
Status
Bijlage nr.
OK
Projectfiches
Beschrijving actie: Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: Zoals bij de meeste snelgroeiende bedrijven kwamen in ons bedrijf samen met de groei ook steeds vaker ongevallen voor. Met nieuwe mensen, nieuwe technieken heb je meer kans op ongevallen. Hoe beter een bedrijf georganiseerd is, hoe minder ongevallen. Veel aandacht werd in 2009 dan ook gestoken in het opleiden van mensen. In 2009 kwam er een ommekeer en daalde de ongevalsfrequentie gevoelig. -
-
-
Er werden enkele DVD’s aangekocht met opleiding voor heftruck en hoogtewerker. Alle nieuwe medewerkers krijgen een theoretische én praktische opleiding in het bedrijf. De preventieadviseur is gestart met een opleiding niveau II. Niet echt nodig volgens de wet maar wel een zeer interessante cursus die heel wat nieuwe inzichten biedt. De opleiding is wekelijks één namiddag en avond gedurende twee jaar. Voor alle leidinggevenden werd een herhalingscursus veiligheid gegeven. Hierin kwam duidelijk naar voor wat hun taken en plichten zijn. Ook het aspect milieu kwam hierin aan bod. Door Syntrawest werd een cursus veiligheid ivm elektriciteit (BA4) gegeven. Dit bleek voor velen wat te moeilijk te zijn. We zoeken naar meer praktisch ingestelde cursus. De leidinggevenden kregen ook een interne cursus over werken in besloten ruimtes en vergrendelen van machines. Bij de brandweer volgde het hoofd van de onderhoudsdienst de cursus hoe snel én veilig in te grijpen bij een brand.
Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? We verwachten door o.a. verregaande opleiding het veiligheidsgedrag te beïnvloeden. Oude gewoontes afleren blijkt bijzonder moeilijk te zijn. De onrechtstreekse kost van een ongeval is heel wat meer dan de rechtstreekse kosten. Daarenboven heb je nog de sociale gevolgen voor de maatschappij. Als iemand door een ongeval thuis is moeten er ofwel overuren gepresteerd worden ofwel een interim aangetrokken worden. Preventie van ongevallen is dus bijzonder belangrijk. Er zijn dus zowel effecten op economisch, sociaal als om milieuvlak. Investeringsbedrag en terugverdientijd (indien van toepassing): In 2009 is er +- 15.000 Eur besteed aan opleiding. Resultaten actie: De frequentiegraad van ongevallen is in 2009 gezakt met 50% t.o.v. het gemiddelde van de drie voorgaande jaren. Gezien de kleine schaal van het bedrijf heb je altijd wel fluctuaties maar 50% is statistisch wel significant . Ook de ernstgraad is met 10% gedaald. De frequentiegraad blijft echter nog hoog namelijk 45. Er wordt gestreefd naar 30 of minder.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
29
3.6
Beoordeling Evaluatieteam
3.6.1 Check wettelijke en andere eisen 3.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
3.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
30
Thema IV Duurzaamheid integreren in de uitbouw van de bedrijfsinfrastructuur, het investeringsen aankoopbeleid, de proces- en productontwikkeling.
4.1
Situatiebeschrijving
Sedert eind 2007 werkt ons bedrijf met groene elektrische energie. Deze energie is afkomstig van kwalitatieve warmtekrachtcentrales en van hernieuwbare energie met garantie van oorsprong. Doordat we door de jaren heen een zeer stabiel gebruikspatroon hebben ontwikkeld kon dit ook nog aan een betaalbare prijs.
4.2
Doelstellingen:
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1
Een duurzaam aankoop- en investeringsbeleid voeren voor grond- en hulpstoffen, uitrusting en diensten door het afwegen van de maatschappelijke en milieu-impact en het opnemen van duurzaamheidscriteria in contracten met klanten, leveranciers, onderaannemers…. Bij bouwen of verbouwen opteren voor het gebruik van duurzame materialen. Aandacht hebben voor milieugerichte productontwikkeling, endof-life van producten en een goed ketenbeheer nastreven. Het aanleveren van milieubewuste en maatschappelijk verantwoorde diensten. Milieuvriendelijkheid van het proces nastreven - introductie van schone technologieën en BBT.
Continu
Bedrijfseigen doelstellingen
Termijn
A.2 A.3
A.4
B.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Oordeel EC
Continu Continu
Continu
Status
31
4.3
Actieplan
Omschrijving van de acties
Doelst
Verantw
4.3.1 Aanvraag stedebouwkundige en milieuvergunning windmolen
A.1
BS
4.4
Project fiche nr. 4.4
Status
Bijlage nr.
OK
4.5.
Projectfiches
Beschrijving actie: Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf:
Ons bedrijf ligt in een ideale zone om windmolens te plaatsen. Het betreft een industiezone voor milieuhinderende industrie, dicht bij een autosnelweg en het kanaal Roeselare Leie. Door de provincie werd het bedrijventerrein rond ons bedrijf tot aan de het kanaal Roeselare – Ooigem en de E403 dan ook specifiek als zoekzone voor windenergie aangeduid. De aanvraag gebeurt samen met de buurtbedrijven Vaneeckhoutte en Olivier, zodat er in totaal 5 windmolens kunnen komen waarvan één op onze firma. Simulaties laten zien dat 90% van de opbrengst van de grote windmolen binnen onze firma kan gebruikt worden. Door de samenwerking met de buurtbedrijven kan een volledige optimalisatie worden bereikt van de volledige zoekzone. Er werd een lokalisatienota opgemaakt met bijzondere aandacht voor: - slagschaduw - natuurgebieden - lawaai - veiligheid t.o.v. ander bedrijven - ruimtelijke inpassing, landschap - vogelrichtlijnen - luchtverkeer - woongebieden Op 19 maart kwam ons dossier voor de vergunningscommissie. Alle adviesverlenende instanties adviseerden positief. Binnenkort zal de bestendige deputatie beslissen. Kenmerkend voor de dynamiek van deze site is dat de bedrijven zelf de touwtjes in de handen nemen. De bouw- en milieuvergunning werden niet aangevraagd door de energiemaatschappijen, maar door de bedrijven zelf.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
32
Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? De belangrijkste voordelen van windenergie zijn: - vermindering van gebruik van fossiele brandstoffen en de daarmee gepaard gaande vervuiling en CO2 uitstoot. (milieu) - verminderde afhankelijkheid van olieproducerende landen (sociaal vlak) - Lokale energieopwekking = minder transmissieverliezen. Omdat er nog steeds veel misverstanden zijn over windenergie vindt u op dat gebied een tekst in bijlage 4.5. Tevens werd een simulatie gemaakt hoe de windmolens er zouden uitzien op de nieuwe industriële site.
Investeringsbedrag en terugverdientijd: De haalbaarheidstudie en kosten voor milieu- en bouwvergunning waren doordat ze gedeeld werden met andere partijen beperkt maar toch nog best hoog, 40.000 Eur.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
33
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
34
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
35
Simulatie Windmolenpark gezien vanaf de snelweg
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
36
4.6
Beoordeling Evaluatieteam
4.6.1 Check wettelijke en andere eisen 4.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
4.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
37
Thema V Grondstoffen, hulpstoffen en verpakkingen eco-efficient gebruiken. Afval beperken en nuttige toepassingen zoeken voor de afvalstromen. 5.1
Situatiebeschrijving
Korte beschrijving van reeds eerder gerealiseerde maatregelen binnen dit thema: De basisgrondstoffen voor de productie van champignonsubstraat zijn paardenmest, kippenmest, stro en gips. Dit zijn allen reststoffen uit de landbouw of de voedingsindustrie. Prioriteit in het productieproces: afval voorkomen of verminderen, de schadelijkheid ervan beperken en de reststromen zoveel mogelijk scheiden en nuttig aanwenden.
- stenen en aarde worden opnieuw gebruikt in de bouw - paletten worden indien mogelijk hergebruikt of verkocht aan een recuperatiebedrijf, de rest gaat naar een houtverwerkend bedrijf - schroot wordt opgehaald door een erkende ophaler batterijen worden apart ingezameld - verpakking van bestrijdingsmiddelen gaat terug naar de leverancier - resten substraat worden opnieuw als grondstof gebruikt - ophaling vertrouwelijke documenten en papier of karton - selectieve inzameling van TL en kwikdamplampen - selectieve inzameling van inktcassetten - afvalolie wordt tijdelijk in opslag genomen om te worden opgehaald door een erkende ophaler en verwerker - selectieve inzameling van rubber zoals vrachtwagenbanden en transportbanden - Verpakking: Alle substraten worden in bulk verkocht. Er worden dus geen verpakkingen gebruikt. Voor het vers substraat is dit niet zo moeilijk, het wordt gewoon met kipwagens getransporteerd. Voor het gepasteuriseerd en doorgroeid substraat ligt dit heel anders. Hiervoor worden speciale vrachtwagens gebruikt met een walking-floor lossysteem. Achter aan die vrachtwagens is een hakselkast bevestigd en een stel transportbanden. Dit maakt het mogelijk om het substraat tot bij de champignonkwekers in de kweekbedden te brengen zonder kans op besmetting en dit zonder verpakking.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
38
- Het verpakkingsmateriaal kon dus enkel nog beperkt worden door maatregelen in samenspraak met de leveranciers van verpakte goederen. Het betrof hier voornamelijk het champignonbroed en bijvoedmiddel. Het bijvoedmiddel is een eiwitrijk product dat net voor afleveren van doorgroeid substraat wordt bijgemengd. Eind 1999 werden silo’s geïnstalleerd zodat nu ook het bijvoedmiddel in bulk wordt aangevoerd. - Ook het champignonbroed komt sedert 1998 niet meer aan in kartonnen dozen. Nu worden deze op herbruikbare inoxrekken aangevoerd. Daardoor wordt zowel de secundaire (karton dozen) als de tertiaire verpakking (paletten) uitgespaard.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
39
5.2
Doelstellingen:
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1 A.2
Productie-uitvalpercentages opvolgen en reduceren. Afvalproductie en schadelijke (afval)stoffen prioritair voorkomen of zoveel mogelijk beperken. Voor de geproduceerde afvalstromen nuttige toepassingen zoeken en selectieve afvalinzameling doorvoeren. Beperken van verpakkingsmateriaal en verpakkingsmaterialen aanwenden die herbruikbaar zijn of op een milieuvriendelijke manier kunnen verwerkt worden.
Continu Continu
Bedrijfseigen doelstellingen Good housekeeping
Termijn Continu
A.3 A.4
B. B.1
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Oordeel EC
Continu Continu
Status OK
40
5.3
Actieplan
Omschrijving van de acties
Doelst
5.3.1 plaatsen van grotere container voor A3/B1 ophaling PE
5.4
Verantw
SH
Project fiche nr. 5.4
Status
Bijlage nr.
OK
-
Projectfiches
Beschrijving actie: Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: Door de gedeeltelijke verandering van leverancier van broed bleken we meer afval te hebben dan vroeger. Uiteraard werd hierop ingespeeld. Gelukkig kan al dit afval 100% selectief worden ingezameld. Het betreft verloren paletten, PE-folie en karton. Het apart inzamelen in een groeiend bedrijf is niet evident. Er zijn veel nieuwe mensen en ook steeds meer anderstaligen die onze bedrijfscultuur in het begin nog niet gewoon zijn. Steeds weer vraagt het om aandacht. Vroeger werd het PE afval verzameld in vier containers van 1000 liter. Dit is veranderd naar één grote afsluitbare container van 20 m³. Hierdoor is het mogelijk meer én beter te recycleren. Van de recyclagefirma kregen we in het verleden af en toe opmerkingen dat er restafval bij het karton of PE-afval was terecht gekomen. Door het plaatsen van een nieuwe grotere, afgesloten container van 20m³ kon dit worden voorkomen. Zo was er ook minder verwarring met de andere containers voor het restafval. Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? Met die grotere container kan er beter worden gerecycleerd. De omgeving ziet er ook netter en meer ordelijk uit. Er wordt meer dan vroeger selectief ingezameld. Investeringsbedrag en terugverdientijd (indien van toepassing): De vier kleinere containers vervangen door één grotere kwam op een kleine meerprijs van 25 Eur/maand. Die kost wordt +- terug verdient door de betere recyclage. Resultaten actie: Een nette opslagplaats.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
41
5.6
Beoordeling Evaluatieteam
5.6.1 Check wettelijke en andere eisen 5.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
5.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
42
Thema VI Het energieverbruik en de CO2-productie opvolgen en beperken door rationeel energiegebruik. Optimaal gebruik maken van milieuvriendelijke en hernieuwbare energie. 6.1
Situatiebeschrijving
Reeds zeer vroeg, vanaf begin de jaren 80 was dit een van de meest actuele punten binnen ons bedrijf. Hierna geven we een korte lijst van de vroeger reeds verwezenlijkte maatregelen: Hieronder een aantal in het oog springende voorbeelden Alle grote ventilatoren zijn voorzien van een frequentieregelaar. Dit laat toe het toerental te regelen en bij lagere toeren elektriciteit te sparen. De motoren zijn speciale hoogrendementsmotoren. Door het gebruik hiervan is er continu een minder verbruik van meer dan 200 kW.
Hergebruik van biowarmte: Bij het composteren komt er warmte vrij. Uit de retourlucht van de composteringsbunkers wordt die warmte via een lucht-water warmtewisselaar eruit gehaald. Het warme water heeft een temperatuur van ongeveer dertig graden. Dit wordt gebruikt als voeding voor de vloerverwarming van de beladingsloods en de vulloods van het tunnelcomplex B. Het vermogen van de warmtewisselaar is 380 kW. De vloerverwarming werd onlangs uitgebreid naar 4.000 m².
Sedert 2007 wordt groene elektriciteit gebruikt. In 2009 werd een vergunning aangevraagd voor een windmolen met een vermogen van 3 MW. (Zie thema IV, duurzaam ondernemen) West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
43
6.2
Doelstellingen:
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1
Een energiebalans en een CO2-balans bijhouden, prestatieindicatoren bepalen en het energieverbruik en de CO2productie kritisch evalueren. Invoeren maatregelen rationeel energiegebruik. Maximaal gebruik maken van milieuvriendelijke en alternatieve energiebronnen.
Continu
A.2 A.3
6.3
Continu Continu
Actieplan
Omschrijving van de acties
Doelst
Verantw
6.3.1 Aankoop nieuwe energiezuinige bevochtiger voor het tunnelbedrijf 6.3.2 Aankoop van een nieuwe warmtewisselaar voor in de indoorafdeling
A2 A2
6.4
Oordeel EC
Status
Bijlage nr.
SH
Project fiche nr. 6.4.1
OK
-
SH
6.4.2
OK
-
Projectfiches
Beschrijving actie: 6.4.1 Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: Champignonsubstraat groeit het best bij temperaturen van ongeveer 25°C. Boven de 30°C sterft het af. In een doorgroeitunnel ligt het substraat ongeveer drie tot vier meter dik. Onderaan wordt er lucht doorheen de compost geblazen. Als je onderaan lucht door het substraat blaast van bvb 24°C zal de compost die zich bovenaan de tunnel bev indt, door de warmteproductie van het substraat al vlug een temperatuur hebben van 30°C. Het is dan ook nodig om te koelen. Bij hoge temperaturen is er hierdoor veel koeling nodig. Om die dure vorm van koeling te vermijden werd in het verleden reeds adiabatische koeling geïnstalleerd. Voor de nieuwe tunnels was er een nieuwe investering nodig.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
44
Voor de aanmaak van fase II en fase III substraat is er veel gefilterde buitenlucht nodig. In de zomer is de relatieve vochtigheid van de lucht lager dan in de winter. Hierdoor droogt het substraat uit. In het voorjaar van 2009 werd een luchtbevochtiger aangekocht. Er werd een studie gemaakt van de verschillende mogelijke types. De klassieke methode is water vernevelen met perslucht van +- 8 bar. In onze toepassing is er door de hoeveelheid dan wel een zeer grote compressor van 35 kW nodig. Compressoren zijn energievreters én duur in onderhoud. Daarom werd naar een duurzame methode gezocht. Duurder in aanschaf maar energievoordeliger is vernevelen met waterdruk van 100 bar. Het verbruik van de totale installatie bedraagt niet meer dan 5 kW. Hiervoor is geen perslucht nodig, wel de hoge druk pompen én een bijzonder goede waterkwaliteit. Om de waterkwaliteit te beheersen werd een toestel voor omgekeerde osmose aangekocht. Dit toestel kan met gewoon drinkwater via een ontharder een kwaliteit aanmaken die vergelijkbaar is met gedemineraliseerd water. Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? Investeringsbedrag en terugverdientijd: De investering voor de hoge druk bevochtigingsysteem bedroeg 73.000 Eur. Meestal neemt men dit systeem omdat het “klassiek” is, er is weinig kennis voor nodig. Voor het aangekochte systeem is een osmosetoestel nodig. Die waterbehandeling opvolgen vraagt ook wat tijd, er is meer opvolging nodig, vooral in de beginperiode. Maar daartegenover staat de min kost aan energieverbruik. We schatten dit in voor 20 kW x 2000 uur aan 0.1 Eur/kwh of 4000 Eur per jaar. Na een normaalwerk jaar is dit dus zeker terugverdiend. Het eerste jaar hebben we wel wat moeten leren werken met het toestel. Beschrijving actie: 6.4.2 Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: Bij het composteren komt er warmte vrij. Die biowarmte wordt gedeeltelijk met een lucht-water warmtewisselaar uit de retourlucht van de proceslucht van de composteringsbunkers teruggewonnen. Het warme water (70.000 liter/uur) heeft een temperatuur van ongeveer dertig graden. Dit wordt gebruikt als voeding voor de vloerverwarming van de beladingsloods en de vulloods van het tunnelcomplex. De retourtemperatuur heeft nog steeds een warmte van +- 26C. In de indoor afdeling werd een nieuwe warmtewisselaar in gebruik genomen waardoor nog meer warmte kan gehaald worden uit dit systeem. Die restbiowarmte wordt gebruikt om de lucht (15.000m3) in de ontvangshal van de paardenmest op te warmen. Vooral in de winter is dit nodig. Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? Door de aanleg van de nieuwe warmtewisselaar wordt droge warme lucht binnengebracht in de paardenmestloods. Hierdoor is er minder mistvorming en is het veiliger werken. Tegelijk wordt in die ruimte verse buitenlucht binnengebracht waardoor het arbeidsklimaat verbetert. Investeringsbedrag en terugverdientijd (indien van toepassing): Het investeringsbedrag was 12.000 Eur. We schatten dit terug te verdienen door minder mazoutverbruik in 4 jaar tijd.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
45
Resultaten actie: foto van de nieuwe warmtewisselaar
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
46
6.6
Beoordeling Evaluatieteam
6.6.1 Check wettelijke en andere eisen
6.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
6.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
47
Thema VII Rationeel watergebruik toepassen en optimaal aanwenden van alternatieve waterbronnen. Emissies naar het water minimaliseren. 7.1
Situatiebeschrijving
Gedurende de productie, vooral tijdens het natmaken van het stro en de paardenmest, sijpelt een deel van het water door het materiaal. Al dit proceswater wordt opgevangen en verzameld. Na filtering door een zeefbocht, waarbij de strodeeltjes verwijderd worden, wordt dit proceswater belucht en opnieuw gebruikt ter bevochtiging van de grondstoffen. Op die manier wordt alle water volledig gerecycleerd. Ook alle reinigingswater wordt na behandeling opnieuw gebruikt. Er wordt dus niets geloosd. (zie bijlage 7.5.1) Ook het zuiver regenwater wordt zo veel mogelijk opgevangen in een vijver en gebruikt. In regenrijke periodes wordt geen kanaalwater gebruikt. In de overloop van de vijver naar de Mandel is een vernauwing aangebracht. Hierdoor is de kans op overstromingen door snelle afvoer van het regenwater van ons bedrijf bijzonder klein.
7.2
Doelstellingen:
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1
Een waterbalans bijhouden, prestatie-indicatoren bepalen en het waterverbruik kritisch evalueren. Invoeren maatregelen rationeel watergebruik. Kwaliteitsvolle waterbronnen slechts aanspreken voor toepassingen die hoge waterkwaliteiten vereisen. Optimaliseren gebruik alternatieve waterbronnen. Emissies naar het water voorkomen of minimaliseren prioritair door brongerichte maatregelen, afvalwaterhergebruik of een goede zuivering van het afvalwater.
Continu
A.2 A.3
A.4
B. B.1
Bedrijfseigen doelstellingen Regenwater zo veel als mogelijk gebruiken
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Oordeel EC
Continu Continu
Continu
Termijn 2009
Status 0k
48
7.3
Actieplan
Omschrijving van de acties
Doelst
Verantw
7.3.1 Extra wateropvang bouwen voor opvang regenwater
B1/A3
SH
7.4
Project fiche nr. 7.4.1
Status
Bijlage nr.
OK
7.5
Projectfiches
Beschrijving actie: Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: Met de inrichting van het industriegebied ten zuiden van ons bedrijf komt er ook een nieuwe ingang. We hopen dat deze nieuwe ingang nog voor de zomer in gebruik kan worden genomen. Hierdoor zullen de vrachtwagens het bedrijf op kunnen rijden zonder ook maar één woonhuis te passeren. In het totaal werd 2000m² nieuwe verharding aangelegd. Samen met de aanleg van die nieuwe weg werd ook aandacht besteed aan de gescheiden opvang en de buffering van het regenwater. Er werd verder gegaan dan de wettelijke bouwkundige opslagnorm van 125m³/ha. Door de keuze van extra grote rioleringsbuizen, gecombineerd met vertraagde afvloei, wordt het dubbele namelijk 50m³ i.p.v. de wettelijke 25m³ gebufferd. De aanleg van de buizen werd zo gekozen dat ze eerst uitmonden in het vijverbekken. Wekelijks kunnen we tot 1000 m3 vijverwater gebruiken. Enkel als de vijver vol is loopt deze over naar de beek. Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? Met de aanleg van een extra buffer voor regenwater kan er meer regenwater worden hergebruikt. De resultaten vindt u in de waterbalans in de bijlage 7.5.1. De extra buffer zorgt er ook voor dat bij een hevige regenbui de buizen eerst vollopen en dan het regenwater langzaam wegstroomt. De kans op overstromingen door de nieuwe verharding wordt zo sterk gereduceerd. Investeringsbedrag en terugverdientijd Het werk om rioleringsbuis van diameter 300 cm of 800 cm te leggen is vrijwel gelijk. Er is wel meer verbruik van funderingsbeton en uiteraard de meerprijs van de buizen zelf en de constructie voor de vertraagd leeglopen ervan. De meer prijs is +- 1500 Eur., op een project van totaal 50.000 Eur.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
49
Bijlage 7.5 Waterbalans
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
50
7.6
Beoordeling Evaluatieteam
7.6.1 Check wettelijke en andere eisen 7.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
7.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
51
Thema VIII Noodprocedures uitwerken om de impact van calamiteiten op mens en milieu te beperken. 8.1
Situatiebeschrijving
Het doel ervan is schade aan mens en milieu te voorkomen of beperken. Het plan wordt bij iedere nieuwe bouw- of milieuvergunningsaanvraag opnieuw geëvalueerd en aangepast. Ook na een oefening of een noodsituatie wordt het plan geëvalueerd en aangepast. Het noodplan omvat het overzichtsblad met verantwoordelijken en te nemen acties bij noodsituaties, een bedrijfsplan, overzichtlijst met gevaarlijke stoffen, lijst belangrijke telefoonnummers. Om noodsituaties te voorkomen worden heel wat zaken preventief behandeld: o Alle verwarmingstoestellen worden jaarlijks gereinigd, op punt gezet en behandeld. o Hoog- en laagspanning worden jaarlijks gekeurd, tevens wordt een thermografie uitgevoerd. o Bij een eventuele stroomuitval kan beroep gedaan worden op een omkeerschakelaar voor een noodgroep. o Jaarlijks worden de koelgroepen nagezien op eventuele lekken. De condensors krijgen een anticorrosiebehandeling.
8.2
Doelstellingen:
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1
Noodprocedures uitwerken, actueel houden en regelmatig controleren/uittesten. Veiligheidsvoorzieningen voor werknemers, onderaannemers, bezoekers,... voorzien.
Continu
Bedrijfseigen doelstellingen Bijhouden tabel met incidenten
Termijn continu
A.2
B. B.1
Oordeel EC
Continu
Status OK
Aanvullende opmerkingen bedrijf:
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
52
8.3
Actieplan
Omschrijving van de acties
Doelst
Verantw
1.3.1 informatiseren van de gegevens
A1/A2
SH
8.4
Project fiche nr. 1
Status
Bijlage nr.
OK
-
Projectfiches
Beschrijving actie: Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: In geval van nood is het heel belangrijk om de juiste gegevens vlug te vinden. Daarom worden alle gegevens van het noodplan op de centrale computer gezet zodat ieder ze makkelijk kan inkijken. Het betreft plannen van de brandweer, registers met gevaarlijke stoffen, een lijst belangrijke telefoonnummers. Ook de noodprocedure zelf werd op de hoofdcomputer gezet zodat deze voor iedereen toegankelijk is. Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? We hopen vooral het noodplan niet nodig te hebben. Stilstaan bij wat er kan mislopen zet automatisch aan tot preventief gedrag. Een goed noodplan kan belangrijke milieuschade voorkomen. Het opstellen van een noodplan is zuiver preventief. Rechtstreekse inwerking op het milieu is er dus niet zolang je de plannen niet nodig hebt. Maar als je het op schaal bekijkt van heel Vlaanderen dan zullen goed werkende noodplannen per jaar toch heel wat schade voorkomen. Investeringsbedrag en terugverdientijd (indien van toepassing): Als je de uren rekent van het in orde brengen van de plannen, opzoeken en bijhouden van MSDS fiches komen we al vlug in de buurt van 1000 Eur. Hopelijk gebeurt er geen ongeval en is het dus niet vlug terugverdiend. De plannen, het uitwerken en er mee bezig zijn zetten hoe dan ook aan tot preventieve ideeën. Resultaten actie: De noodplannen zijn nu door iedereen via de computer raadpleegbaar.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
53
8.6
Beoordeling Evaluatieteam
8.6.1 Check wettelijke en andere eisen 8.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
8.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
54
Thema IX Omgevingshinder minimaliseren door visuele integratie van het bedrijf en het beperken van lawaai, trillingen, licht, stof, geur en emissies naar lucht en bodem. Een optimaal ruimtegebruik nastreven. 9.1
Situatiebeschrijving
Korte beschrijving van reeds eerder gerealiseerde maatregelen binnen dit thema lucht: Jaarlijks worden alle branders gereinigd. Hierdoor wordt een optimale verbranding gegarandeerd. Door een erkend technicus worden de gassen gemeten en het rendement berekend. Er wordt enkel gebruik gemaakt van zeer zwavelarme brandstof type Fuel Extra (gehalte <0.2 % S). Ongeveer 90 % van de totale ammoniakuitstoot in België is afkomstig van de landbouw. Ongeveer 3000 ton/per jaar is veroorzaakt door het gebruik van kunstmest. Ongeveer 53.000 ton is afkomstig van verschillende diersoorten (Bron VMM jaarrapport 2000). Het bedrijf NV Karel Sterckx, gelegen aan de Kachtemsestraat te Roeselare, is reeds sinds 1967 actief in de bereiding van champignonsubstraat op basis van stro, paardenmest, kippenmest, gips en percolaat. Tijdens dit productieproces zijn de mogelijke emissies van geurhoudende lucht één van de belangrijkste milieutopics. De geur komt hoofdzakelijk vrij tijdens de eerste van de drie fases waarin het productieproces kan onderverdeeld worden (zie §2). Volgens literatuuronderzoek en ervaringsgegevens van de Odournetgroep, loopt dit aandeel op tot 93% of meer. Het is met andere woorden duidelijk dat de voornaamste acties op deze fase dienen gericht te worden. In de loop der jaren werden, onder druk van de toegenomen bevolkingsdichtheid, het toegenomen milieubewustzijn maar ook door de groei van het bedrijf en de hieraan gekoppelde capaciteitsuitbreiding, continu verbeteringen uitgevoerd om de emissies uit het proces en de impact ervan op de omgeving te verminderen. De belangrijkste fases in de bedrijfsontwikkeling kunnen als volgt samengevat worden:
1967 – 2000: compostering op de traditionele manier: halfopen grondstoffenloodsen, grondstofvoorbereiding in open lucht, compostering in dijken met natuurlijke ventilatie zonder toepassing van luchtzuivering
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
55
Figuur 1: Luchtfoto van de vroegere situatie met halfopen loodsen
2001: volledig indoor brengen van de compostering; dichtmaken grondstoffenloodsen, voorzien van krachtige ruimteluchtafzuiging; plaatsen van gaswasser en hoge schoorsteen (60 meter); doorvoeren van eerste fase van compostering onder beter gecontroleerde omstandigheden in gesloten betonnen bunkers met afvoer van proceslucht naar luchtzuivering en schoorsteen (investering van ca. € 4.000.000)
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
56
Figuur 2: Plaatsing schoorsteen en luchtfoto na bouw indoorcomplex
2004: eliminatie van de buitenopslag; alle activiteiten binnen in loodsen; overkapping transportband (investering ca. € 400.000)
2006 – 2007: bouw van vier bijkomende indoor composteringsbunkers om grondstoffenvoorbereiding nog meer gecontroleerd te kunnen laten doorvoeren (investering ca. € 3.000.000)
2007 – 2008: vernieuwen van de loodsen en vergroten en optimaliseren van de gaswasser. De investering voor de nieuwe loods bedroeg € 1.700.000. De gaswasser koste € 450.000 de renovatie van de loodsen was goed voor € 250.000
2009 : In de loop der jaren zijn we er dus vrij goed in geslaagd om alle gebouwen voor de bereiding van het vers substraat op onderdruk te krijgen. Hierdoor is nog maar heel weinig diffuse geuremissie. De afvoerlucht wordt eerst gecondenseerd. Biowarmte wordt gerecupereerd. Vervolgens wordt de afvoerlucht met een zure wasser gewassen. Hierdoor wordt de geuremissie beperkt, maar ondanks de 60 meter hoogte schoorsteen is de geur van de schoorsteen bij specifieke weersomstandigheden soms te ruiken op verdere afstand. Daarom werd in 2009 gezocht naar een oplossing om de geur verder te beperken. Dit wordt verder besproken bij de acties van dit thema.
9.2
Doelstellingen:
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1
De hinder naar de omgeving minimaliseren door het beperken van lawaai, trillingen, stof, licht en geur. Emissies naar de lucht voorkomen en in schadelijkheid beperken. Emissies naar bodem en grondwater voorkomen en in schadelijkheid beperken. De netheid in en rond de bedrijfsgebouwen onderhouden. Bedrijfsgebouwen en infrastructuur visueel integreren in het landschap en de omgeving. Een optimaal ruimtegebruik nastreven.
Continu
A.2 A.3 A.4 A.5 A.6
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Oordeel EC
Continu Continu Continu Continu Continu
57
B. B.1
Bedrijfseigen doelstellingen Geuruitstoot zo laag als mogelijk houden
9.3
Actieplan:
Termijn Continu
Omschrijving van de acties
Doelst
Verantw
1.3.1 Onderzoek hoe de geuruitstoot van de schoorsteen op de meest economische/ecologische wijze kan verminderd worden.
A1/B1
SH
9.4
Project fiche nr. 9.3.1
Status
Status
Bijlage nr.
OK
Projectfiches
Beschrijving actie: Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: Het betreft een onderzoek naar de beste techniek om de geuruitstoot uit de schoorsteen te reduceren via het optimaliseren en/of uitbreiden van de bestaande luchtzuiveringsinfrastructuur. Het neutraliseren van compostgeur is door zijn samenstelling niet evident en bovendien betreft het 250.000 m3/ uur! Meerdere milieudeskundigen in de discipline lucht werden ingeschakeld om elk hun visie te geven over hun expertise. Er werd niet enkel wetenschappelijke teksten bestudeerd maar er werd ook getest met proefgaswassers die steunen op diverse oxidatietechnieken. De studie (eigendom Karel Sterckx) is dermate vernieuwend en biedt een concurrentieel voordeel zodat deze enkel ter inzage is. Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? Hieronder vind je wel alle besluiten van de studie: 1. Op basis van de uitgevoerde chemische analysen dienen voornamelijk de vluchtige organische zwavelverbindingen DMS, DMDS en DMTS behandeld te worden teneinde de geuruitstoot substantieel te reduceren. DMS is naar geur toe veruit de belangrijkste te behandelen verbinding. 2. Het gebruik van kleuromslagbuisjes voor DMS laat toe om op regelmatige tijdstippen en op diverse plaatsen in het proces op eenvoudige manier een inschatting te maken van de geuremissie, en aldus een relatie te zoeken tussen de geuremissie en de bedrijfsvoering.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
58
3. Een 10-tal diverse technieken werden geëvalueerd op procestechnisch en economisch gebied en dit naar hun geschiktheid tot verwijdering van 0.5 à 1.0 kg /h vluchtige zwavelverbindingen (DMS, DMDS, DMTS en H2S) in een luchtstroom van ± 250 000 m3/h. Hierbij werden in eerste instantie hypochlorietscrubbing, ozoninjectie in de gasfase en NTP-reactie (Aerox) als meest geschikte techniek weerhouden. Oxidatie via chloordioxide werd niet weerhouden wegens de zeer hoge werkingskost. 4.
De 3 weerhouden technieken werden op het afvalgas bij Sterckx uitgetest op pilootschaal, en dit in de periode november 2009-maart 2010.
5. De pilootproeven toonden zeer hoge (> 95%) verwijderingsrendementen voor de vluchtige zwavelverbindingen en hoge geurverwijderingsrendementen (70% of hoger) bij zowel hypochlorietscrubbing als ozoninjectie in de gasfase, terwijl via NTP-reactie (Aerox) enkel een beperkte (± 20%) verwijdering van de vluchtige zwavelverbindingen werd bekomen en eerder lage en schommelende geurverwijderingsrendementen (21 à 47%). 6. Terwijl de haalbare geurverwijderingsrendementen van beide technieken in dezelfde grootte-orde zitten, vereist ozoninjectie in de gasfase wel een beduidend lagere investeringskost (± 150 000 EUR) in vergelijking met hypochlorietscrubbing (300 000 à 500 000 EUR), terwijl ook de werkingskost van ozoninjectie in de gasfase (26 000 à 52 000 EUR excl. koelwater) lager is dan bij hypochlorietscrubbing (67 500 à 85 000 EUR). 7. Op basis van onze inschatting is ozoninjectie in de gasfase zowel vanuit procestechnisch als vanuit economisch standpunt de meest geschikte techniek om de geuremissie bij NV Karel Sterckx verder te reduceren. Een 70% reductie van de geleide geuruitstoot lijkt op basis van de testen haalbaar. Verder te onderzoeken zijn ondermeer het risico op corrosieproblemen, de vereiste te nemen veiligheidsmaatregelen en de mogelijkheden om de ozondosering zo goed mogelijk af te stemmen op de VOZ-input zodat de emissie aan restozon zo laag mogelijk wordt gehouden. 8. Op basis van onze inschatting is ozoninjectie in de gasfase zowel vanuit procestechnisch als vanuit economisch standpunt de meest geschikte techniek om de geuremissie bij NV Karel Sterckx verder te reduceren. Een 70% reductie van de geleide geuruitstoot lijkt op basis van de testen haalbaar. Verder te onderzoeken zijn ondermeer het risico op corrosieproblemen, de vereiste te nemen veiligheidsmaatregelen en de mogelijkheden om de ozondosering zo goed mogelijk af te stemmen op de VOZ-input zodat de emissie aan restozon zo laag mogelijk wordt gehouden.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
59
Investeringsbedrag en terugverdientijd : De studiekosten waren zowat dubbel als eerst voorzien: 20.000 Eur. Dit bedrag kan evenwel terugverdiend worden eens de nieuwe oxidatietechniek in werking. De studie, de pilootproeven en de nieuwe oxidatietechniek werden met de milieu-inpectie besproken. Ook de milieudiensten van stad Roeselare kregen de studie ter inzage en een beperkte toelichting. Een uitgebreide toelichting aan het stadsbestuur wordt eind april gepland. Naar verwachting zal er einde april een geurbehandelingstoestel aangekocht worden (+- 150.000 Eur) en zou het medio dit jaar operationeel kunnen zijn.
9.5
Bijlagen
Gezien het belang van deze studie wensen we deze niet via digitale weg te verspreiden. De studie is wel ter inzage op ons bedrijf. Desgewenst geven we wel een uitgebreide toelichting.
9.6
Beoordeling Evaluatieteam
9.6.1 Check wettelijke en andere eisen 9.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
9.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
60
Thema X Inspanningen doen om de globale verkeersimpact door de bedrijfsactiviteiten te reduceren en bijdragen tot een duurzame en veilige mobiliteit. 10.1
Situatiebeschrijving
Het aan- en afrijdend vrachtverkeer worden sinds 1993 omgeleid langs een weg die weliswaar 700 meter langer is, maar waar quasi geen woningen staan. Die weg is ook veiliger. Langs de aanbevolen wegen ligt een fietspad. De ligging van het bedrijf is ideaal, dicht bij een waterweg en vlak bij de snelweg. Met de inrichting van het industriegebied ten zuiden van ons bedrijf komt er ook een nieuwe ingang. We hopen dat deze binnenkort wordt gerealiseerd. Hierdoor zullen de vrachtwagens op en af kunnen rijden zonder ook maar één woonhuis te passeren. Wat de levering van eindproducten (doorgroeid substraat) betreft is er een grote verbetering van het aantal terugvrachten. Waar het vroeger soms lukte een terugvracht te realiseren is het nu eerder uitzondering dat er geen terugvracht is. Dit vraagt een jarenlang doorgedreven inspanning. Het champignonsubstraat is immers geen gewoon bulkproduct. Het kan niet worden bewaard en moet heel stipt op tijd worden afgeleverd. Door de zeer lichte vrachtwagens (project uit 2003) en het goed zoeken van de retourvrachten wordt het zowel economisch als ecologisch verantwoord doorgroeid substaat aan te bieden in het buitenland. In 2005 werd bij klanten in Nederland geïnvesteerd in losplaatsen zodat we het doorgroeide of vers substraat kunnen aanbieden met gewone volumewagens (zonder hakselkast). Het zoeken naar terugvrachten is een geleidelijk proces. Vanaf 2007 werd hierin een echte doorbraak gerealiseerd. - Heel wat groenten zoals wortelen en schorseneren uit de tuinbouwgebieden in Nederland worden hier naar de groentewerkende bedrijven gebracht. -De terugvracht vanuit Breda naar Wielsbeke met houtsnippers waren vroeger eerder zeldzaam maar zijn nu heel frequent. -Vanaf Moerbeke wordt 6000 ton schuimaarde geleverd zo goed als uitsluitend met retourvrachten. Jammer genoeg is het nu het laatste jaar dat we nog schuimaarde kunnen afhalen in Moerbeke. De suikerfabriek sluit. Hiermee komt het aantal terugvrachten vanuit Nederland op 20 tot 25 vrachten per week. Vorig jaar was dit 5 tot 10 vrachten per week. Ook vanaf 2007 werden gecombineerde vrachten voor paardenmest uitgewerkt. Doordat we steeds meer paardenmest kunnen gebruiken wordt er ook paardenmest opgehaald van veel verder dan vroeger. Het is dus van groot belang om met lichte vrachtwagens met een groot volume te kunnen rijden. Nieuw is dat we nu ook werken met verzamelpunten. De paardenmest wordt dan lokaal bijvoorbeeld te Chantilly (ten noorden van Parijs) verzameld. Dit is momenteel het verste punt. De paardenmest wordt dan naar ons bedrijf gebracht wanneer een transporteur een terugvracht gevonden heeft.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
61
10.2
Doelstellingen:
A.
Doelstellingen Charter
Termijn
A.1
Continu
A.2 A.3 A.4
Inspanningen leveren om de verkeersimpact ten gevolge van het goederenverkeer (oa optimalisatie beladingsgraad) en dienstverplaatsingen te reduceren. Personeel stimuleren tot milieuvriendelijke vervoerswijze. Aandacht hebben voor veilig transport. Streven naar het gebruik van duurzame vervoersmiddelen.
Continu Continu Continu
B. B.1
Bedrijfseigen doelstellingen Zoeken naar ideale combinaties voor heen- en terugvracht
Termijn Continu
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Oordeel EC
Status lopend
62
10.3
Actieplan
Omschrijving van de acties
Doelst
Verantw
PD
Project fiche nr. 10.4.1
10.3.1 Verminderen van het aantal lege retour of lege opvrachten 10.3.2 Aankoop nieuwe vrachtwagens
A1 A1
Status
OK
KS
10.4.2
OK
Bijlage nr.
10.4 Projectfiches Beschrijving actie: 10.4.1 Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: In 2007 schreven we: Wat de aanvoer betreft van de grondstoffen is omwille van de hygiënevoorwaarden het zeer moeilijk om opvrachten of retourvrachten te vinden. Omwille van hygiëne valt paardenmest onder de GMP in klasse 1. Daardoor kan je dit moeilijker combineren met andere producten. Maar in 2009 kwam ook daar een doorbraak in. Meer en meer verkochten we vers substraat in Nederland en dit is dan weer redelijk te combineren met het laden van paardenmest van de grotere maneges uit Antwerpen. Verder zijn we nu nog ook al met zekere regelmaat bezig rundermest te voeren vanuit regio Roeselare naar andere regio’s waarvan we dan ook terug kunnen komen met paardenmest van bijvoorbeeld de Brusselse maneges. Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? Door minder leeg te rijden met de vrachtwagens is er minder emissie en minder verkeershinder. Investeringsbedrag en terugverdientijd (indien van toepassing): Met het zoeken naar terugvrachten is er één bediende ongeveer een dag in de week bezig. Het spreekt voor zich dat we dit ruim terugverdienen.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
63
Beschrijving actie: 10.4.2 Beschrijving van de actie en situering ervan in het processchema/activiteiten van het bedrijf: Vorig jaar werden twee vrachtwagentrekkers vervangen door twee nieuwe. De ingeruilde trekkers waren van het jaar 2002. De vrachtenwagens werden voorzien van EGR filter en SCR, ad Bue kathalisator. AdBlue is een 32,5% oplossing van ureum in gedemineraliseerd water, die gebruikt wordt als bijvoeging bij bijvoorbeeld vrachtwagens die diesel gebruiken, om ze schoner te laten rijden. AdBlue wordt in een afzonderlijke tank op de vrachtwagens meegenomen. Het middel wordt in de hete uitlaatgassen ingespoten vóór een speciale katalysator. De bij de verbranding gevormde stikstofoxiden worden omgezet in elementair stikstof en water. Het verbruik van AdBlue is 3-5% van het dieselverbruik. Welke resultaten worden verwacht op milieu, sociaal en/of economisch vlak? De vorige vrachtwagentrekkers hadden een Eur 3 motor. De nieuwe trekkers hebben een Eur 5 motor. Meestal wordt vergeleken tov de Eur 1 motor die tot 1996 frequent verkocht werd. Daarmee vergeleken is een gemiddelde reductie van 75% NOX en 94% fijnstof zoals roetpartikels . Ten opzicht van de Eur 3 vergelijken is bij ons meer realistisch en kom je aan 50% minder NOX en 75% minder fijn stof. In de figuur in bijlage 10.5.1 komt dit duidelijk naar voor. Investeringsbedrag en terugverdientijd: Door het regelmatig vernieuwen van het wagenpark is dit niet alleen milieuvriendelijker door de verminderde NOx en roetuitstoot maar ook is het verbruik aan mazout minder dan voorheen. De kostprijs per vrachtwagen trekker was 73.500 Eur./ trekker.
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
64
Resultaten actie: Zie Bijlage 10.5.1
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
65
10.6
Beoordeling Evaluatieteam
10.6.1 Check wettelijke en andere eisen 10.6.2 Opmerkingen naar aanleiding van de audit NCR’s
Knelpunten
Aanbevelingen
Nota’s
10.6.3 Themascore Aanpak: Doelstellingen & acties
Meten = Weten
Resultaten
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
Evolutie
66
2. Bijkomende informatie
bijlage1 Bereiding champignonsubstraat
Stro
F A S E
Gips
Kippenmest
Paardenmest
Water
Kippenmest/gipsmenging
I Voorbereiding stro
Beluchte compostering in bunkers Verkoop VERS SUBSTRAAT Vers substraat PRODUCTIE
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------INTERN GEBRUIK F
A S E
Pasteuriseren
Verkoop GEPASTEURISEERD SUBSTRAAT
II ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------INTERN GEBRUIK F
A S E III
Doorgroeien met mycelium
Verkoop DOORGROEID SUBSTRAAT
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
67
Bijlage 2 Bereiding dekaarde
Tuinturf
Schuimaarde
D E Niet doorvroren zwartveen
Voormenging
K A A
Eerste menging R D E
Water
Tweede menging
Verkoop Dekaarde
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
68
3. Eindconclusie van het Evaluatieteam
3.1 Beoordeling rapport, voorbereiding en verloop audit
3.2 Aanvullende opmerkingen Evaluatieteam
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
69
4. Eindconclusie van de Evaluatiecommissie
4.1. Aanvullende opmerkingen Evaluatiecommissie
4.2. Toekenning certificaat cyclus 2009 West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen
Motivatie:
Datum: Handtekening voorzitter Evaluatiecommissie
Philippe Tavernier, POM West-Vlaanderen
Bijlagen: NCR’s:
West-Vlaams Charter Duurzaam ondernemen - Rapportering cyclus 2009
70