Cura
Jaargang 3 - juni 2006
2
Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar.
Nordic Walking met Parkinsonpatiënten | 3 Albert Verlinde: What’s in a name | 8 Kookboek voor eenhandigen | 17
i nho u dsop g av e 3 “Letterlijk en figuurlijk: goed gelopen” Nordic walking met Parkinsonpatiënten. 5 Huisartsen en specialisten bijeen Bossche samenscholingsdagen zeer geslaagd. 6 Cementeren van wervels Onmiddellijk herstel van de breuk en snelle pijnvermindering. 7 Optimale post-operatieve zorg Recovery de klok rond.
JBZ gecertificeerd door Nationaal Multiple Sclerose Fonds
8 Wisselcolumn Door Albert Verlinde, columnist en televisiepresentator. 13 Nieuwe en vertrekkende medisch specialisten 15 Digitale ziekenhuisbrein is verhuisd 160 computerservers naar de locatie Carolus. Samenwerking schept vreugde Verloskundig Samenwerkingsverband gestart. 18 Vijftig procent minder medicatiefouten Medicatiefouten op de kinderafdeling sterk afgenomen. Spinozapremie voor lid Raad van Toezicht Mevrouw prof. dr. J.M. Bensing ontvangt Spinozapremie voor haar onderzoek naar communicatie in de gezondheidszorg.
19 Case van een patiëntenvoorlichter Een beetje vreemd. Agenda 20 Ontwikkelingsgerichte zorg voor premature kinderen Knuffels met grijpstaartjes en ‘nestjes’. kennis en wetenschap
9 De ‘Octopusoperatie’ Onderzoek naar operatietechniek voor coronaire bypassoperatie zonder gebruik van hart-longmachine. 11 The next phase of improvement Professor Donald Berwick inspireert mensen overal ter wereld om verbeteringen in de zorg aan te brengen. Hij sprak voor een volle zaal in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. 12 Resultaten nachtdialyse Wat levert deze nieuwe behandeling patiënten op? De resultaten van de eerste metingen. revalidatiecentrum tolbrug
16 Volumemetingen bij onderbeenamputaties Onderzoek naar een betrouwbare meetmethode. 17 Eén handig kookboek Revalidant Anita van Gelder schreef een kookboek voor de eenhandige mens. Cas Spijkers en vijf andere Nederlandse topkoks werken mee.
| Cura, jaargang 3, nummer 2
Alles uit de kast In mei beleefden we onze jaarlijkse beleidsdagen. Deze keer kwamen we in Veldhoven bijeen, in een wel erg groot uitgevallen congrescentrum. Met een relatief grote groep zorgverleners, vertegenwoordigers van management en ondersteuning en van verschillende interne adviesraden spraken we over de doelstellingen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). Doelstellingen voor het komende jaar en de tijd daarna. Tijdens die beleidsdagen hebben we onder meer ingezoomd op de strategische antwoorden van het ziekenhuis op de sterk veranderende omgeving. Onder de werking van de gereguleerde markt, zoals die door de overheid wordt voorgestaan, en gestimuleerd door nieuwe wet- en regelgeving, moet het ziekenhuis uit zijn schulp kruipen, transparant worden en vooral anders en beter met zijn omgeving in contact treden. Het ziekenhuis moet daarnaast interne eenheid scheppen en uitstralen. Toen ik mij op een presentatie over dit thema voorbereidde, dacht ik onder meer aan het volgende. Meer dan dertig jaar geleden was ik voor het eerst ziekenhuisdirecteur. In het brave en gezellige St. Anna ziekenhuis in Oss, dat over een paar jaar niet meer bestaat. In die dertig daarop volgende jaren heb ik alle hoeken en gaten van het ziekenhuisgebeuren en de omgeving ervan bezocht. In het bijzonder binnen de gezondheidszorg van onze eigen
Bossche regio. Er veranderde veel en in sommige opzichten ook weer weinig. Vandaag durf ik te zeggen: nog nooit heeft de ziekenhuiszorg voor zo’n grote en ingrijpende transformatie gestaan als die zich nu aan ons voltrekt. We zullen alles uit de kast moeten halen om als belangrijke maatschappelijke organisatie de omslag te maken en een gewaardeerde rol voor de patiënten in onze regio te blijven spelen. Dat is een grote opgave. Temeer omdat tegelijkertijd de ziekenhuizen in Den Bosch (nu gefuseerd tot het JBZ) nooit eerder in hun geschiedenis voor zo’n belangrijke reformatie hebben gestaan. Er wordt een compleet nieuw ziekenhuis gebouwd waarin de zorg op moderne (ICT!) en op hoog kwalitatieve wijze wordt geleverd. Onze organisatie kreunt onder zoveel vraag naar extra inzet en inspanningen in projecten, stuurgroepen en adviesorganen. Het verloop van de beraadslagingen in Veldhoven onderstreepte dit, maar toonde tegelijkertijd de veerkracht van onze mensen. Er liggen mooie kansen en resultaten in het verschiet en daar doen we het voor. n Drs. Frans J.M. Croonen Voorzitter Raad van Bestuur
[w.v.t.t.k.] Jaarverslag 2005 Het jaarverslag 2005 van het Jeroen Bosch Ziekenhuis is verschenen. U vindt hem op www.jeroenboschziekenhuis.nl/jaarverslag. Het jaarverslag is alleen digitaal beschikbaar. Wanneer u het wilt printen, dan kunt u de speciale printversie zonder foto’s gebruiken. De opzet en de inhoud van het jaarverslag zijn ingrijpend veranderd. Het verslag sluit nu zoveel mogelijk aan op het format van het ‘Modeldocument ziekenhuisconcern Jaardocument 2005’ van het Ministerie van VWS. Dit format, dat nog in ontwikkeling is, moeten de Nederlandse ziekenhuizen vanaf volgend jaar gaan gebruiken. Anders dan gebruikelijk, is er geen apart hoofdstuk dat ingaat op het financieel verslag. Daar wordt namelijk in hoofdstuk 3 al uitvoerig op ingegaan. Wilt u de jaarrekening 2005 bekijken, dan kunt u terecht op www.jeroenboschziekenhuis.nl/jaarrekening. Bovendien zijn als uitgangspunt voor het jaarverslag, de corporate governance-principes gebruikt, die onder meer staan in de zorgbrede Governance Code van de Branchevereniging Zorg. De weerslag hiervan vindt u met name terug in het hoofdstuk Corporate Governance. n SM
Nordic walking met Parkinsonpatiënten
“Letterlijk en figuurlijk: goed gelopen” Steeds vaker zie je mensen wandelen met twee stokken, ze nordic walken. Door het gebruik van deze stokken, officieel ‘poles’ geheten, werkt het bovenlichaam volop mee. Neuroloog Ter Bruggen kwam op het idee om nordic walking te gebruiken als oefenvorm voor Parkinsonpatiënten. Ter Bruggen. “Op vakantie in Tsjechië zag ik mensen nordic walken. Ik bedacht me dat het een goede training zou zijn voor Parkinsonpatiënten. Zij hebben immers vaak problemen met hun evenwicht, zetten te kleine passen en gebruiken de armen te weinig. Eenmaal terug van vakantie ben ik me erin gaan verdiepen. Dit voorjaar zijn we een proef gestart.” Spierstijfheid Fysiotherapeuten Frank van Eijkeren en Ruud Reijmers volgden de opleiding tot nordic walking-instructeur. Begin april startten ze vervolgens met de eerste groep. Negen Parkinsonpatiënten trainden zes weken lang, twee keer in de week in het Zuiderpark in Den Bosch. Ter Bruggen selecteerde de patiënten die geschikt waren om deel te nemen. Van Eijkeren: “Het moesten mensen zijn die zelfstandig mobiel zijn en die het volhielden om een uur actief te bewegen.” Hij gaat verder: “Het is een leuke, positieve manier om samen te bewegen. Onder meer de spierstijfheid die de ziekte van Parkinson met zich meebrengt, maakt het voor patiënten lastig om te sporten. Op deze manier, met Ziekte van Parkinson De ziekte van Parkinson is een neuro logische aandoening en ontstaat door het afsterven van zenuwcellen in de middenhersenen. De bekendste verschijnselen van de ziekte zijn onder meer trillen, spierstijfheid, een starre gezichtsuitdrukking en lopen met schuifelende pasjes. De oorzaak van de ziekte is niet bekend, waardoor genezing of voorkoming niet mogelijk is.
begeleiding én medesporters, worden ze gestimuleerd en bijgestuurd wanneer ze niet goed bewegen.” Effecten Reijmers: “Sommige deelnemers zijn verbaasd over wat ze nog uit hun lichaam kunnen halen. Daarnaast zijn de contacten met lotgenoten belangrijk. Bij de laatste training met deze groep werden er zelfs adressen uitgewisseld.” Voor en na de cursus vulden deelnemers een vragenlijst in. “De groep was te klein om conclusies aan de resultaten te verbinden”, vertelt Van Eijkeren. “We blijven meten zodat we over een tijd kunnen zeggen wat de effecten van nordic walking op Parkinsonpatiënten zijn. Inmiddels zijn we met een tweede groep begonnen en de planning is om na de zomer met weer een volgende groep te starten.” Goed gelopen Bij Olga Beverwijk (50) werd in 2002 de ziekte van Parkinson geconstateerd. Zij is één van de deelnemers aan de eerste nordic walking-groep. “In het begin vond ik het geestelijk heel zwaar. Je ziet medepatiënten, die er slechter aan toe zijn dan jij. Dat drukt je met je neus op de feiten. Je ziet wat jezelf misschien nog te wachten staat. Maar het contact met die medepatiënten is tegelijkertijd erg prettig. Je praat met elkaar, beurt elkaar op en wisselt informatie uit over zaken waar je tegenaan loopt.” Ze is erg enthousiast over de training. “We waren in twee groepen verdeeld, zodat iedereen op zijn eigen niveau aan de slag kon. Ik merk dat mijn conditie erdoor is verbeterd. De begeleiding was erg goed; fysiotherapeuten Frank en Ruud hebben
Nordic walking met Parkinsonpatiënten werd mede mogelijk gemaakt door de Rabobank en de firma Boehringer Ingelheim.
zich goed voorbereid. Alle deelnemers waren trouwens enthousiast. Er was zelfs een meneer bij die zich altijd op een scootmobiel of met een rollator voortbeweegt; en hij deed mee. Dat is toch prachtig? Letterlijk en figuurlijk is het goed gelopen.” n SU Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frank van Eijkeren, telefoonnummer (073) 699 86 23.
Nordic walking Nordic walking is een vervanging van de wintertraining voor langlaufers. Door het gebruik van de ‘poles’ doet het bovenlichaam, anders dan bij gewoon wandelen, volop mee. Hierdoor wordt ook meer energie verbruikt. Doordat de armen helpen bij de afzet, loopt men harder. Als de nordic walking-techniek juist wordt uitgevoerd, wordt negentig procent van de spieren gebruikt.
Cura, jaargang 3, nummer 2 |
(advertentie)
Gerda Rouvoet
Haarwerkspecialiste Klantenbehandeling, Kwaliteit en Discretie staan op de eerste plaats in mijn bedrijf.
Leverancier van uiteenlopende haarwerken (pruiken) heren, dames en kinderen Specialisatie van uiteenlopende technieken Landelijk erkend door het Ministerie van Volksgezondheid en Sport Top Haarwerkers Gilde Nederland Erkend leverancier Erkenningsregeling HEI Erkend leverancier ziekenfonds en particulier Erkend leerbedrijf K.O.C. Tel. 073 - 6568652 Tel. 06 - 51069595
| Cura, jaargang 3, nummer 2
www.gerdarouvoet.nl
[email protected]
Bossche samenscholingsdagen zeer geslaagd Elke twee jaar organiseren medisch specialisten en huisartsen de Bossche Samenscholingsdagen. Tijdens deze dagen is er ruimte voor gezamenlijke bijscholing en verdere kennismaking. Eind maart én begin april van dit jaar waren ze er weer. Centraal stonden de thema’s Acute Geneeskunde en symptoomherkenning. Corrie Jacobs is voorzitter van de commissie die de samenscholingsdagen dit jaar organiseerde. “Behalve gezamenlijk scholen is de doelstelling elkaar beter leren kennen en hiermee de samenwerking bevorderen. Natuurlijk willen de specialisten de huisartsen graag bijscholen, maar de huisartsen willen de specialisten ook graag laten weten welke problemen er spelen in hun dagelijkse praktijk.” Succesformule Regien Kievits, huisarts in Vught, is erg positief over de dagen. “De onderwerpen acute geneeskunde en symptoomherkenning waren relevant voor de huisartsen. Maar het sociale aspect is even belangrijk, zo niet belangrijker. Je leert elkaar kennen,
je weet nu welk gezicht bij welke naam hoort. Dat betekent dat je beter weet naar wie je een patiënt doorverwijst.” Contact Arts-microbioloog Sander Leenders onderschrijft dit: “Voor contact met de huisartsen zijn deze dagen perfect. Als microbiologen hebben we veel contact met de huisartsen. Ze vormen eenderde van onze klantenkring, ze zijn dus als groep erg belangrijk. Je hebt ze bij wijze van spreken dagelijks aan de telefoon.” Nieuwe zorgstelsel Actueel is het nieuwe zorgstelsel. Jacobs: “Vanuit het ziekenhuis merk ik dat er een nieuwe bewustwording is om huisartsen
beter te ondersteunen bij hun hulpvraag.. Daar gaat het ook om tijdens deze dagen: waar liggen de behoeften van huisartsen en specialisten en waar zitten knelpunten?” Schuifplan en nieuwbouw Eén van die knelpunten zou het schuifplan van het ziekenhuis kunnen worden. Vanwege de nieuwbouw moet de locatie Willem-Alexander komend jaar helemaal leeg. Allerlei specialismen gaan tijdelijk verhuizen. Jacobs: “Voor de huisartsen is het erg belangrijk om te weten waar zij haar patiënten naar toe moeten verwijzen. De communicatie met de huisartsen zal van cruciaal belang zijn.” n BI
(advertentie)
H e d i kH u i z e rw e g 9
www.Li Vi T. nL
de n B o s c H
TeL ( 0 7 3 ) 6 2 7 9 2 0 0
Blijven genieten. LiV iT Pro -& o rT H e s e n
To o r n e n d s c Hoenen
Vo LAnT e kousen
LiViT orthopedie is met 36
zoals pro- & orthesen, ortho-
voor de juiste oplossing voor
voor al uw orthopedische
vestigingen landelijk actief in
pedische
iedere functiebeperking; zowel
hulpmiddelen.
maatschoenen
en
het aanmeten en leveren van
therapeutische elastische kou-
confectie als maatwerk.
orthopedische hulpmiddelen,
sen. onze vakmensen zorgen
LiViT orthopedie: hét adres
sTreVen nAAr goed LeVen.
Cura, jaargang 3, nummer 2 |
Cementeren van wervels Patiënten met een wervelbreuk als gevolg van osteoporose, kunnen sinds mei 2006 terecht in het Jeroen Bosch Ziekenhuis voor percutane vertebroplastiek. Deze poliklinische behandeling wordt uitgevoerd op de locatie Carolus, door de radiologen Klazen en Noordveld. Patiënten met wervelbreuken ten gevolge van osteoporose, hebben vaak veel last van rugpijn en soms zelfs van neurologische uitval. Vroeger behandelde men de breuken met onder meer bedrust, pijnmedicatie, een korset en fysiotherapie. “Rust als remedie”, zegt Noordveld, “terwijl het vooral voor oudere mensen cruciaal is om in beweging te blijven. Juist daarom is percutane vertebroplastiek zo’n mooie oplossing. Het zorgt voor een onmiddellijk herstel van de breuk en snelle pijnvermindering, waardoor patiënten hoogstens een à twee dagen in het ziekenhuis verblijven.” Het cement fixeert Noordveld legt uit: “Bij deze behandeling brengt men met twee naalden via de huid cement in in de aangetaste wervel. Dit
cement verspreidt en verhardt zich en fixeert op deze wijze de wervel. Bovendien worden kleine pijnzenuwen door de warmteontwikkeling tijdens de uitharding van het cement uitgeschakeld.” Uit een literatuurstudie die vorig jaar is gedaan, blijkt dat negentig procent van de patiënten 24 tot 72 uur na de behandeling minder pijn voelt. Bovendien heeft de behandeling een stabielere wervel als resultaat. Noordveld: “Patiënten zijn soms zes uur na de operatie al thuis, waar men wel nog een aantal uren bedrust moet houden. Bovendien wordt de patiënt regelmatig gecontroleerd en krijgt hij ondersteunende fysiotherapie.”
werkt men er al mee. Noordveld: “Wel is het bijzonder dat wij als kleine locatie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis deze behandeling ‘actief’ hebben binnengehaald. Een radioloog van het Sint Elisabeth Ziekenhuis, dr. P.Lohle begeleidt ons bij de implementatie ervan. Inmiddels hebben wij de eerste patiënten behandeld en het resultaat was zeer succesvol.” n GB
De radiologen krijgen ‘hun’ patiënten met name doorverwezen door Interne Geneeskunde en Orthopedie. Men verwacht in het eerste jaar zo’n 25 patiënten te kunnen behandelen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
De techniek is niet nieuw. Onder meer in Eindhoven, Tilburg, Alkmaar en Utrecht
de heer Klazen of de heer Noordveld, telefoonnummer ()73) 699 64 85.
(advertentie)
Waar willen wij u mee van dienst zijn? Pensioen advies/consultancy Praktijk- en woningfinancieringen Praktijkbemiddeling Beroepsverzekeringen: Arbeidsongeschiktheid Beroepsaansprakelijkheid Overige zakelijke verzekeringen
Inkomensbegrotingen: Bij overlijden Pensioen Arbeidsongeschiktheid
Raadgevend buro Buro Merks is een middelgroot objectief en onafhankelijk raadgevend buro voor medische beroepsbeoefenaren opgericht in 1973. Met een hecht team van 11 enthousiaste collega’s heeft Buro Merks haar specialismen,
Geïnteresseerd ? Belt u drs. Maurice Berkhout of Ronald van Oort
Correspondentie-adres: Postbus 1135 5200 BD ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 - 69 25 777 Telefax: 073 - 69 25 778 E-mail:
[email protected] Internet: www.buromerks.nl
uitgebreide vakkennis en jarenlange ervaring afgestemd op de specifieke segmenten voor het medische beroep. Buro Merks is lid van de NVA en aangesloten bij de Nederlandse Orde van Pensioendeskundigen en Federatie van Financiële Planners.
| Cura, jaargang 3, nummer 2
Naamloos-1 1
20-03-2006 16:06:
Per 18 april jl. is de recovery van het Operatiecentrum op de locatie GZG van het Jeroen Bosch Ziekenhuis 24-uur per dag en zeven dagen per week beschikbaar voor postoperatieve zorg.
Optimale post-operatieve zorg Voorheen waren er na 19:00 uur geen recoveryfaciliteiten. Patiënten die na die tijd geopereerd werden, verkoeverden (kort) op de OK. Zodra ze stabiel waren, werden ze teruggeplaatst naar de afdeling. Patiënten die een hele zware operatie hadden ondergaan, kregen hun postoperatieve zorg niet op de afdeling maar in een IC-bed. Dat betekende een extra belasting van de IC-capaciteit. Gefaseerd ingevoerd Om de 24-uursservice te kunnen realiseren, is de dienstverlening gefaseerd ingevoerd. Eerst zijn de openingstijden verruimd, daarna is met de 24-uursdiensten gestart. Er zijn inmiddels acht nieuwe mensen aange-
nomen. Om de puntjes op de i te zetten, zijn alle recovery-verpleegkundigen bijgeschoold. Doordat patiënten namelijk na een zware operatie niet meer naar de IC gaan, krijgen zij nu te maken met de complicaties die vroeger op de IC optraden. Unithoofd Anesthesiologie Dung Nguyn: “De 24-uurs recovery betekent voor patiënten een bijna een-op-een zorg, een betere bewaking en een betere pijnbestrijding. Daarnaast worden de verpleegafdelingen en de IC ontlast. Prima dus.” n GB Dung Nguyn: “Bijna een-op-een zorg, een betere bewaking en een betere pijnbestrijding.”
JBZ gecertificeerd door Nationaal Multiple Sclerose Fonds Het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft al geruime tijd speciale aandacht voor mensen met Multiple Sclerose (MS). Het ziekenhuis is dan ook trots op de toekenning van het certificaat ‘Multiple Sclerose Behandel- en Informatiecentrum’, van het Nationaal MS Fonds. Het ziekenhuis is het derde perifere ziekenhuis in Nederland en het eerste in Brabant dat dit certificaat ontvangt. Het certificaat is op 15 juni tijdens een symposium over MS overhandigd aan de Raad van Bestuur door mevrouw A. van der Zande, voorzitter van het Nationaal MS Fonds. MS informatiecentrum Vanaf medio augustus gaat er op de locatie Groot Ziekengasthuis een informatiecentrum voor MS-patiënten van start. Vrijwilligers van het MS Fonds geven in dit centrum voorlichting en informatie over MS aan patiënten, hun familieleden en professionele hulpverleners. Het centrum wordt gevestigd vlakbij de polikliniek Neurologie (zone 6) van de locatie Groot Ziekengasthuis en zal geopend zijn op dinsdag en vrijdag van 10.30 tot 15.00 uur.
heeft zich verdiept in de behandeling en begeleiding van mensen met MS. Hij houdt een speciaal spreekuur voor MS-patiënten. Daarnaast is er in het ziekenhuis een MS-verpleegkundige werkzaam en is er een apart telefonisch spreekuur voor deze patiënten. Ook is er een nauwe multidisciplinaire samenwerking met andere specialismen, zoals Oogheelkunde, Urologie en het Revalidatiecentrum Tolbrug, om de
behandeling en begeleiding van MS-patiënten te optimaliseren. Het MS centrum zorgt ervoor dat patiënten met MS de optimale begeleiding en behandeling krijgen, volgens de meest actuele internationale inzichten. n SU Kijk voor meer informatie ook op de website van het Nationaal MS Fonds: www.nationaalmsfonds.nl.
Multiple Sclerose MS is het gevolg van een ontstekingsproces in het centrale zenuwstelsel (hersenen, oogzenuwen en ruggenmerg). De naam verwijst naar de veelvuldig (multiple) voorkomende verhardingen (sclerose) in het zenuwweefsel. De precieze oorzaak van de ziekte is nog steeds onbekend. Het ziekteverloop is veelal grillig en onvoorspelbaar. MS openbaart zich vaak met klachten zoals plotseling slecht zien en krachtsverlies in de armen en/of benen. Meestal volgt hierna een periode van (bijna) volledig herstel. Na een paar maanden, soms na een paar jaar, kunnen zich weer nieuwe ziekteverschijn-
Optimale behandeling en begeleiding Neuroloog van het Jeroen Bosch Ziekenhuis de heer dr. E.Th.L. van Munster
selen voordoen. De ziekte is (nog) niet te genezen. De laatste jaren zijn er relatief succesvolle medicijnen beschikbaar. Hierdoor zijn er voor MS-patiënten betere vooruitzichten dan voorheen.
Cura, jaargang 3, nummer 2 |
wissel column
What’s in a Name? Ik ben een Brabander met een gezonde dosis achterdocht. Dus als vertrouwde namen als Willem-Alexander Ziekenhuis en Groot Ziekengasthuis plaats maken voor het nog onbekende Jeroen Bosch Ziekenhuis dan denk ik eerst. Is dat nou nodig? In het Grootziekengasthuis heb ik als twintigjarige een paar weken zelf gelegen met een klaplong en de zorg was prima. Mijn moeder en zusje verzorgen iedere donderdag namens het UVV de bloemen in datzelfde ziekenhuis en gebruiken ook nog steeds liefdevol de oude naam. En mijn jongste zusje heeft door problemen met haar knieën bijna een abonnement op het Carolus. Al die vertrouwde namen hebben plaats moeten maken voor een nieuwe onbekende noemer. Maar sinds een tijdje zal die nieuwe naam mij eerlijk gezegd een zorg wezen, want het gaat bovenal om de zorg die je als patiënt ontvangt en die is goed weet ik nu. Vorig jaar nam Beau van Erven Dorens afscheid van RTL Boulevard. Op het feestje na afloop kreeg ik met fikse kracht de vinger van mijn programmadirecteur in mijn oog. Een pijnlijke zaak die mijn normaliter heldere blik op de feiten ernstig vertroebelde. De dag erna ging ik naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis en daar kreeg ik de behandeling waar ik op hoopte; attent, direct en ter zake kundig. Op de eerste hulp werd ik liefdevol ontvangen en vervolgens in een kamertje geplaatst in afwachting van de dokter. En daar was de oogarts. Wat een oogappel! Zo weggelopen uit een tv serie als ER of Grey’s Anatomy. Mijn oogkwaal was direct een stuk verholpen en de druppels die ik meekreeg, losten het probleem helemaal op. Ik ben dus een tevreden klant van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. JBZ staat bij mij sindsdien voor Je Betere Ziekenhuis! n Albert Verlinde Columnist en televisiepresentator
Nieuwe leden Raad van Toezicht Mevrouw prof. dr. J.M. Bensing en de heer drs. M.P.M. de Raad zijn op 4 april jl. officieel benoemd tot lid van de Raad van Toezicht van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Mevrouw Bensing is directeur van het NIVEL, Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg, en hoogleraar Gezondheidspsychologie aan de Universiteit van Utrecht. Zij ontving onlangs de Spinozapremie 2006 voor haar onderzoek naar de communicatie tussen artsen en patiënten (zie ook bladzijde 18). De heer De Raad is na een succesvolle carrière onlangs met pensioen gegaan. Hij was directielid van verschillende, internationale bedrijven waaronder SHV Makro NV, Metro AG en Koninklijke Ahold NV. Hij bekleedt thans diverse bestuursfuncties; hij is onder meer vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen van CSM NV. Met ingang van 31 december 2005 is de heer P.A. Huijsman afgetreden als secretaris van de Raad van Toezicht. Hij heeft de volledige statutaire zittingstermijn vol gemaakt. n SU
(advertentie)
V IVENT STAAT VOOR: • Kraamzorg • Jeugdgezondheidszorg • Cursussen en servicediensten • Verpleeghuiszorg • Verzorgingshuiszorg • Thuiszorg • Voeding en dieet • Alarmering • Thuiszorgwinkels • Maaltijdservice
één nummer voor alle diensten
0900 515 25 35
Voorheen Thuiszorg regio ’s-Hertogenbosch en Dimens
Postbus 1700, 5200 BT ’s-Hertogenbosch • www.vivent.nl
| Cura, jaargang 3, nummer 2
k e n n i s
&
w e t e n s c h a p
Het Universitair Medisch Centrum Utrecht ontwikkelde een nieuwe bypassoperatietechniek bij patiënten met vernauwingen in de kransslagaders. Hendrik Nathoe, in opleiding tot cardioloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, promoveerde op de resultaten van de Octopusstudie, waarin de operatietechniek werd vergeleken met de bestaande behandelmethoden.
Coronaire bypassoperatie zonder het gebruik van de hart-longmachine
De ‘Octopusoperatie’ De onderzoeksgroep van de octopusstudie bestond voor een aanzienlijk deel uit doorverwezen patiënten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De resultaten van deze studie helpen om bij een noodzakelijke coronaire revascularisatie de keuze te bepalen tussen stentimplantatie, on-pump operatie (met hart-longmachine), of off-pump operatie (zonder hart-longmachine). H art-long mach i n e Patiënten met vernauwingen in de kransslagaders die niet voldoende kunnen worden behandeld met medicijnen, komen in aanmerking voor een dotter (al dan niet met gebruik van een stent) of bypassoperatie. Een dotterbehandeling is minder ingrijpend dan een operatie, maar de kans op een hernieuwde vernauwing op de gedotterde plaats, is dusdanig groot dat er nogal eens opnieuw moet worden ingegrepen. Een bypassoperatie is uiteraard een grotere ingreep, maar kent een langer durend resultaat. Hoewel de eerste bypassoperaties werden uitgevoerd op het kloppende hart, kwamen dit soort ingrepen pas echt in de belangstelling na het beschikbaar komen van de hart-longmachine. Die maakte het namelijk mogelijk het hart helemaal stil te leggen, zodat de chirurg de omleiding in een niet-bewegend operatieveld gemakkelijk en veilig kan aanleggen.
genoemde problemen. Om deze reden is toch weer interesse ontstaan in methoden om de bypassoperatie op het kloppend hart (dus zonder gebruik van de hart-longmachine) uit te kunnen voeren. O ctopu s cardiac - wall stab i l iz e r
UMC Utrecht heeft de ‘Octopus cardiac-wall stabilizer’ ontwikkeld. Deze ‘Octopus’ heeft twee armen met zuignapjes die aan weerszijden van een kransslagader op de hartspier worden vastgezogen. Resultaat is een hart dat
In het UMC Utrecht is daartoe de ‘Octopus cardiac-wall stabilizer’ ontwikkeld. Deze ‘Octopus’ heeft twee armen met zuignapjes die aan weerszijden van een kransslagader op de hartspier worden vastgezogen, dusdanig dat dit deel van het hart tijdens de operatie minder beweegt en de chirurg de omleiding veilig kan plaatsen. De rest van het hart functioneert normaal en zorgt voor voldoende circulatie van bloed.
minder beweegt, maar wel normaal functioneert.
De hart-longmachine wordt echter de laatste jaren op grond van indirect bewijs geassocieerd met postoperatieve complicaties zoals dood, hartspierschade, beroertes, geheugen- en concentratiestoornissen, nierfunctiestoornissen, traag herstel en langere ziekenhuisopname. Gebleken is dat bij het gebruik van de hart-longmachine een algehele ontstekingsreactie optreedt; deze reactie zou verantwoordelijk zijn voor de
O ctopu sst ud i e Om de voordelen van de nieuwe operatietechniek met deze ‘Octopus’ ten opzichte van de gangbare behandelingen te onderzoeken, werden in het UMC Utrecht, tezamen met het St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein en de Isala Klinieken Zwolle, de Octopusstudies opgezet. Enerzijds werden patiënten die in aanmerking kwamen voor een bypassoperatie volgens loting behandeld met ofwel de Octopus Lees verder op pagina 10 >
Cura, jaargang 3, nummer 2 |
k e n n i s
&
w e t e n s c h a p
Vervolg van pagina 9 >
operatie zonder hart-longmachine ofwel de ‘gewone’ bypassoperatie mét hart-longmachine (Octopump studie). Anderzijds werden patiënten die geschikt waren voor een Dotterbehandeling, volgens loting geholpen met ofwel de Octopusoperatie ofwel een Dotterbehandeling met stentimplantatie (Octostentstudie). De resultaten van deze studies werden reeds gepubliceerd in belangrijke internationale tijdschriften en kunnen als volgt worden samengevat: Octopumpstudie: drie maanden na de Octopusoperatie werd een geringe afname van geheugen- en concentratiestoornissen gezien ten opzichte van de gewone bypassoperatie. Na één jaar was er echter geen verschil meer meetbaar. De Octopus operatie was kosteneffectiever dan de conventionele operatie. Octostentstudie: na een Dotter met inbrengen van een stent bleken vaker hernieuwde ingrepen nodig aan de kransslagaders dan na de Octopusoperatie. Stentimplantatie was desondanks kosteneffectiever dan de operatie. B escho uw ing Uit de Octopumpstudie bleek dat de Octopusoperatie even veilig is als de ‘gewone’ bypassoperatie met hart-longmachine. De Octopusoperatie is, door het niet hoeven gebruiken van de hart-longma-
10 | Cura, jaargang 3, nummer 2
chine, goedkoper en kan dus vanuit een economisch oogpunt aangeraden worden. Bovendien is het herstel na de operatie sneller, waardoor patiënten eerder uit het ziekenhuis ontslagen kunnen worden. Er zijn echter vooralsnog geen aanwijzingen voor een kleinere kans op overlijden, hartinfarct of beroerte met de operatie volgens de Octopusmethode. Gezien de lage kosten en de relatieve eenvoud van een Dotterbehandeling is er gelet op de resultaten van de Octostent studie vooralsnog geen reden om patiënten die geschikt zijn voor een Dotter aan te bieden voor de Octopusbypassoperatie, hoewel de kans op een noodzakelijke hernieuwde ingreep met de Dotter groter is. De verwachting voor de toekomst is dat met betere materialen (bijvoorbeeld met voorbehandelde speciale stents) die kans verminderd kan worden. Tenslotte kan worden opgemerkt dat mede door de Utrechtse uitvinding en de uitkomsten van de Octopumpstudie wereldwijd inmiddels ongeveer 25 procent van alle bypassoperaties zonder gebruik van de hartlongmachine wordt uitgevoerd. n
Het is 24 maart. De aula van de locat kundigen komen luisteren naar de w directeur van het Institute for Health verbeteringen aan te brengen in de z
The next ph J u sti n Berwick heeft zijn lezing ‘The next phase of improvement’ (de volgende fase van verbetering) genoemd. Hij begint met Justin. Op een grote foto lacht een levenslustige, elfjarige Amerikaanse jongen in geblokt overhemd ons toe. Justin kwam naar het ziekenhuis met een dikke enkel. Hij werd geopereerd en de dag na de operatie was hij dood. Dood als gevolg van een reeks van fouten. Het is doodstil in de zaal. Iedereen is meteen bij de les. “Het gaat om mensen. Dat mogen we nooit vergeten”, luidt Berwicks commentaar. “We willen dat onze medische zorg betrouwbaar is. Cijfers tonen aan dat in Amerika de zorg slechts voor 45 procent betrouwbaar is. Zou u een auto aanschaffen met een betrouwbaarheid van 45 procent?”, stelt Berwick als retorische vraag.
Dr. H.M. Nathoe, cardioloog in opleiding Dr. M.C.G. Daniels, cardioloog en opleider afdeling Cardiologie, Jeroen Bosch Ziekenhuis, locatie Groot Ziekengasthuis
C h eckl ists “Fouten maken we allemaal, vergissen is immers menselijk”, doceert Berwick. “We
k e n n i s
&
w e t e n s c h a p
Berwick sprak voor een volle zaal.
tie Willem-Alexander is goed gevuld. Clustermanagers, unithoofden, artsen en verpleeg woorden van kinderarts Donald Berwick. Hij is professor aan de Harvard University en hcare Improvement in Boston. Hij inspireert mensen overal ter wereld om zorg.
hase of improvement zijn veel te gauw geneigd te zien wat we verwachten te zien. Daardoor zien we vaak niet hoe het feitelijk is.” Ter illustratie wordt het publiek een dia met tekst getoond, die meer dan de helft van de aanwezigen inderdaad verkeerd leest. “Daarom,” vervolgt
“We zien vaak wat we denken te zien.”
Berwick, “moeten we zekerheden inbouwen. Het zorgvuldig gebruiken van checklists voorkomt veel onnodig leed en veel onnodig overlijden. Belangrijk zijn ook de meetinstrumenten. Je moet tenslotte kunnen meten of het zin heeft, wat je doet.” C oncr ee t Berwick spreekt over de grote lijn maar kan het niet laten af en toe erg concreet te worden. Het aantal infecties dat ontstaat
aan het ziekenhuisbed kan bijvoorbeeld flink gereduceerd worden. En dat kan met vrij eenvoudige middelen, zoals het wassen van de handen na elk contact met de patiënt, of het gebruik maken van een ontsmettingsmiddel met chloorhexidine. Een ‘Rapid Response Team’ kan veel onnodig overlijden voorkomen. Het is een medisch interventieteam dat door iedere medewerker in het ziekenhuis te hulp kan worden geroepen. Het kan zonder toestemming van superieuren ingeschakeld worden, bij patiënten wier situatie opeens sterk verslechtert.
’ t kan b et er Kees Smulders van het cluster Kwaliteit en Organisatie was onder de indruk van het optreden van Berwick. “Iedereen herkent waar hij het over heeft. We zijn heel concreet aan de slag gegaan met het voorkomen van het vermijdbaar overlijden van patiënten. Een van de door Berwick genoemde interventies, namelijk het medisch interventieteam, is al operationeel in ons ziekenhuis. De belangrijkste verdienste van Berwick is dat hij ons nog meer bewust heeft gemaakt van het feit dat het beter kan.” n BI
Het Institute for Healthcare Improvement in Boston waar Berwick aan verbonden is, speelt
“De patiënt, de patiënt, de patiënt”, aan het eind van zijn betoog herhaalt Berwick nog even waar het allemaal om gaat. “Het is enorm belangrijk dat verbeterprogramma’s deel uitmaken van ieders werk, organisatiebreed. Leg de lat hoog en formuleer je doelen op een aansprekende manier En bedenk: kwaliteit is dat wat goed is voor de patiënt!”
in de Verenigde Staten, maar ook in de rest van de wereld een belangrijke rol bij het verbeteren van de kwaliteit van zorg in ziekenhuizen. Berwick reist de wereld rond om op inspirerende wijze te vertellen dat het beter kán in de zorg. Bovendien kan het betrekkelijk eenvoudig, zo laat hij zijn gehoor steeds weten.
Cura, jaargang 3, nummer 2 | 11
k e n n i s
&
w e t e n s c h a p
‘patiënten gaan er met nachtdialyse lichamelijk op vooruit
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis biedt sinds januari 2005 op projectbasis nachtdialyse aan. De zorgverzekeraar vergoedt het project tot 2007. Tijdens het project worden diverse metingen gedaan en wordt ervaring opgedaan door patiënten, verpleegkundigen en nefrologen. De uitkomsten van de eerste metingen zijn goed.
De resultaten van nachtdialyse De effecten van de behandeling zijn duidelijk meetbaar. “Patiënten verkeren in een betere voedingstoestand, zijn beter op gewicht, hun calcium- en fosfaathuishouding blijft met minder pillen stabiel en ook hun bloeddruk is gedaald, terwijl er minder medicatie nodig is. De resultaten hebben onze verwachtingen overtroffen”, aldus internist-nefroloog Jaap Beutler. “Gemiddeld genomen gaan patiënten er lichamelijk op vooruit door ’s nachts te dialyseren. De doelen die we hebben gesteld, zijn grotendeels behaald (zie kader). Bij een aantal zaken bleek er niet of nauwelijks verandering op te treden ten opzichte van de conventionele hemodialyse. Gemiddeld dialyseren nierpatiënten drie keer per week zo’n drie à vier uur achter elkaar. In die tijd worden de meeste afvalstoffen uit het bloed gezuiverd en wordt het vocht verwijderd, dat zich in het lichaam heeft opgehoopt. Voordeel van ’s nachts dialyseren, is dat het langzamer gaat, namelijk in acht uur, en het zodoende een minder grote aanslag is op het lichaam. Bovendien gebeurt het op een tijd
Zo is het Parathormoon niet gedaald en het Erythropoetinegebruik niet afgenomen. Bovendien was in de metingen geen verbetering van de Hemoglobinewaarde waarneembaar.”
weer gaan studeren of werken. In het Jeroen Bosch kunnen op dit moment twaalf patiënten dialyseren. Vanwege de grote belangstelling wordt onderzocht of uitbreiding mogelijk is.
12 | Cura, jaargang 3, nummer 2
2005 een betere zuivering van het bloed; een beter gereguleerde bloeddruk met minder medicatie;
K wali t e it van l ev e n Eén resultaat is schijnbaar in tegenspraak met de andere. Beutler: “Uit de meting komt naar voren dat de kwaliteit van leven niet verbeterd is. Waar dat aan ligt, weten we niet. Je gaat er toch vanuit dat patiënten die er lichamelijk op vooruit zijn gegaan, zich ook beter voelen. We hebben daarom gekeken naar de antwoorden die ze hebben gegeven. Daaruit bleek dat drie patiënten hun werk hebben hervat en er één weer studeert. Patiënten nemen weer actief deel aan het gezinsleven en het merendeel heeft geen last meer van een ‘wattengevoel’ in hun hoofd. Opvallend is ook dat niemand terug wil naar het dialyseren overdag. In onze ogen lijkt er dus wel een verbetering van de kwaliteit van leven te zijn, maar het is een subjectief begrip. Iedereen definieert het weer anders.”
dat je ligt te slapen. Het maakt dus minder inbreuk op je sociale leven. Patiënten kunnen
Doelen project nachtdialyse zoals gesteld in
L an g er l e ve n “We hoopten bij de start dat op langere termijn de kans op een langer leven door nachtdialyse groter zou worden. Maar in zo’n korte tijd is dat niet te meten. Bij centra in het buitenland waar ze al veel langer bezig zijn, blijkt de kans op een
- afname van hart- en vaataandoeningen; - vermindering van medicatiegebruik; - minder beperkingen in eten en drinken en een beter voedingstoestand; - verbetering van kwaliteit van leven; - verhoging kans op langer leven; - afname aantal ziekenhuisopnames.
langer leven sterk gerelateerd te zijn aan het dalen van de bloeddruk. Aangezien wij een zelfde bloeddrukdaling halen, verwachten we dat deze kans bij ons ook groter is.” S tandaardverg oe din g Beutler tot besluit: “Dit resultaat heeft geen enkele andere behandeling tot nu toe opgeleverd. Nu hebben we het binnen een paar maanden. De zorgverzekeraars hebben ons laten weten dat we op grond van de resultaten in ieder geval dit jaar mogen doorgaan met de behandeling. Zij nemen in overweging om de behandeling op te nemen als standaardvergoeding in het pakket. Uitsluitsel hierover volgt eind 2006.” n SB
(advertentie)
Nieuwe specialisten Naam: drs. J.M. van Haelst (Anne-Marie). Specialisme: Revalidatiegeneeskunde. Studie: Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht (1983-1990). Specialisatie: Revalidatiegeneeskunde (Rotterdam, 1994-1997). Bijzonder aandachtsgebied: neuromusculaire aandoeningen. Waarom het Jeroen Bosch Ziekenhuis?: In het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) behandel ik revalidatie patiënten met neuromusculaire aandoeningen. Het biedt een interessante afwisseling op mijn werk op de afdeling poli en klinische revalidatie in ziekenhuis Bernhoven, locatie Oss. Het een uitdaging om in Bernhoven, samen met een enthousiaste groep collegarevalidatieartsen, mee te helpen aan de opzet van een revalidatiedagbehandeling. Een prettige bijkomstigheid van werken in het JBZ is dat ik woon in de omgeving van Den Bosch en de reistijd dus beperkt is. Werkzaam op locatie: Revalidatiecentrum Tolbrug.
Vertrekkende specialisten Chirurg Schiphorst (60) Komst: 1 juli 1984, WAZ Welke patiënt blijft u altijd bij: “Een man die na een ruzie om een vrouw door een andere man werd neergeschoten met een kruisboog. De pijl kwam in zijn rug binnen en aan de voorkant, naast zijn hart, er weer uit. Ongelooflijk dat er niks essentieels geraakt was.” Waar moet het Jeroen Bosch Ziekenhuis op letten: “Zorg is geen product, maar dat wil niet zeggen dat het ziekenhuis niet wat bedrijfsmatiger zou mogen ‘denken’. Ook in de benadering van specialisten. Ik ben voorstander van een loondienstverband tussen specialisten en ziekenhuis, omdat het ziekenhuis (de patiënt) daar mee gediend zal zijn.” Wat is uw belangrijkste wapenfeit: “Ik heb de vaatchirurgie opgezet in het toenmalige Willem-Alexander Ziekenhuis en was de eerste chirurg in ’s-Hertogenbosch die via een zogenoemde sleutelgatoperatie een galblaas verwijderde. In 1989 was dat in Nederland vrij revolutionair.” Wat nu: “Ik zal zeker nog wel eens richting Afrika trekken… Maar mijn vrouw en twee dochters verdienen ook veel tijd en aandacht. Mede daarom wil ik niet teveel plannen, dat is vaak het beste.”
W.v.t.t.k. Laptops kinderafdeling De Junior Kamer heeft twee laptops geschonken aan de kinderafdeling van de locatie Groot Ziekengasthuis. De laptops zijn bestemd voor de isolatiekamers waarin met name Oncologische patiëntjes vaak drie à vier weken moeten liggen. Zij mogen niet uit de isolatie en dat maakt hen vaak heel eenzaam. Door de laptops kunnen ze nu msn’en op het internet met hun vrienden en vriendinnen. De Junior Kamer is overigens niet de enige die wat geschonken heeft. Peter Hofmans van IT Products was zeer gecharmeerd van de gift en doneerde een racestuur. Ook Uitgeverij Malmberg deed een duit in het zakje en gaf er educatieve spellen bij. n SB
Waarneming Kinderarts Marianne van Steenbergen van de locatie Carolus wordt voor onbepaalde tijd waargenomen door kinderartsen Stephen Buskin en Henriëtte Kyriëleis. Zij zijn bereikbaar op kantooruren via de polikliniek Kindergeneeskunde (073) 699 60 30 en buiten kantooruren via de telefooncentrale (073) 699 60 00. n
Cura, jaargang 3, nummer 2 | 13
(advertentie)
14 | Cura, jaargang 3, nummer 2
Op zaterdag 10 juni jl. is het digitale ziekenhuisbrein van het Jeroen Bosch Ziekenhuis verhuisd van de locatie WillemAlexander naar de locatie Carolus. Het ziekenhuis heeft die dag van 07.00 tot 19.00 uur met alternatieve procedures gewerkt.
Digitale ziekenhuisbrein is verhuisd de servers naar de locatie Carolus.
terruimte. In totaal hebben 45 mensen de hele dag aan het verhuisproject gewerkt. De verhuizing was een succes. Om 19.00 uur waren alle systemen weer operationeel.
160 computerservers hebben zaterdag in drie vrachtwagens de weg naar de locatie Carolus afgelegd. Het begon op de verhuisdag in alle vroegte met het afkoppelen van de servers in de centrale compu-
Patiënten ondervonden geen hinder van de verhuizing. Het ziekenhuis heeft namelijk als op een normale zaterdag gedraaid. Alle onderzoeksfaciliteiten en medische apparatuur bleven operationeel. Er kon alleen geen informatie via de computer worden
Onder politiebegeleiding gingen
uitgewisseld met de centrale computer systemen van het ziekenhuis. De verhuizing van het digitale brein was noodzakelijk. Eind 2006 start de nieuwbouw van het Jeroen Bosch Ziekenhuis en begint de renovatie van de locatie WillemAlexander. De servers zouden op de locatie Willem-Alexander te veel risico lopen. De computerapparatuur is namelijk gevoelig voor allerlei omgevingsfactoren zoals stof, trillingen en stroomonderbrekingen. n SB
Verloskundig Samenwerkingsverband gestart
Samenwerking schept vreugde In het theehuis van de locatie Carolus zitten Cora de Vogel, verloskundige uit Zaltbommel en Mieke Kerkhof, gynaecoloog. Het gesprek dat zich tussen hen ontspint, tekent de samenwerking van eerstelijns verloskundigen en gynaecologen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, die onlangs in het Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) is geformaliseerd. Ze vullen elkaar op allerlei punten naadloos aan. De samenwerking tussen gynaecologen en verloskundigen verliep in het verleden niet altijd vlekkeloos. Er was een duidelijke scheiding tussen de eerste en de tweede lijn en daardoor werd er weinig of niet goed gecommuniceerd. Kerkhof. “We zijn lang elkaars concurrenten geweest.” “Ja”, valt De Vogel haar bij, “maar nu is daar al lang geen sprake meer van.” De Vogel en Kerkhof zijn een paar jaar geleden samen met enkele anderen gestart met het opzetten van een VSV. De oprichting is nu een feit. Samen met tien bestuursleden trekken ze enthousiast de kar. Zorg sluit goed aan Het twaalfkoppige bestuur van het VSV bestaat uit gynaecologen, eerste- en tweedelijns verloskundigen, kinderartsen en verloskundige huisartsen. “We hebben allemaal hetzelfde oogmerk. Onze zorg moet zó goed op elkaar aansluiten, dat onze cliënt of patiënt niet merkt dat zij in andere handen overgaat”, aldus De Vogel. Om dat te kunnen garanderen, worden er duidelijke afspraken neergelegd in protocollen. Die gelden voor
Favag (Neuchatel), Fabrieks klok van AaBe wollenstoffenfabriek in Tilburg Ca. 1950 – 1970, metaal, glas, Collectie Textielmuseum Tilburg, Copyright foto: Textielmuseum Tilburg
alle disciplines. Over de inhoud wordt met collega’s in plenaire vergaderingen gediscussieerd. Als ze eenmaal zijn vastgesteld, moet iedereen zich er aan houden. Kerkhof: “Belangrijk is dat we elkaar aanspreken als een protocol niet wordt gevolgd. Je mag er wel van afwijken, maar je moet daar dan wel een hele goede reden voor hebben.”
respect en minder discussie”, voegt Kerkhof daar aan toe. “Ik weet dat als ik een patiënt overdraag aan Cora dat zij in goede handen is, en andersom.” Tot slot laat Kerkhof een briefkaart zien met de leus ‘Samenwerking schept vreugde en brengt een product tot stand waar u trots op kunt zijn’. Ze besluit: “Dat is helemaal van toepassing op het VSV.” n SB
Het bestuur van de VSV Cora de Vogel, eerstelijns verloskundige (voorzitter) Esther Rasenberg, eerstelijns verloskundige (secretaris) Carola Bevers, tweedelijns verloskundige Petra Jacobs, tweedelijns verloskundige Mieke Kerkhof, gynaecoloog
Meer rust De Vogel: “De verloskundige zorg hoefde niet te verbeteren; die was al goed. De communicatie onderling wel. Ik denk dat de patiënt nu merkt dat er beter afgestemd wordt en dat er op de verloskamers meer rust heerst.” “Er is onderling meer vertrouwen, meer
Robbert Rijnders, gynaecoloog Jacques Dirken, gynaecoloog Corrie de Rooij - de Swart, huisarts Jurrien Wind, huisarts Petr Jira, kinderarts Anne Nieuwenhuis, kinderarts Hermann de Blaauw, clustermanager Vrouw en Kind
Cura, jaargang 3, nummer 2 | 15
Op de 100.000 inwoners vinden er jaarlijks twintig
amputaties plaats in Nederland. 48 procent daarvan krijgt uiteindelijk een prothese. Om een goede prothese te kunnen aanmeten, is een betrouwbare meetmethode van de stomp nodig. In Revalidatiecentrum Tolbrug wordt nu onderzoek gedaan naar een speciaal meetlint dat hiervoor zou kunnen worden gebruikt.
Volumemetingen bij onderbeenamputaties Wisselingen in het volume van de stomp komen in de eerste periode na amputatie veel voor. Zij bepalen het moment waarop een definitieve prothese kan worden aangemeten. Dan moet het stompvolume namelijk constant zijn. Ook bij patiënten die al langere tijd een prothese dragen, kan het volume wisselen, waardoor de prothese niet meer goed past. In alle gevallen moet een nieuwe prothese worden aangevraagd en de verzekering wil daarbij objectieve gegevens weten, volumemetingen.
48 procent krijgt een prothese
Gouden standaard In de dagelijkse praktijk in Nederland wordt de omtrek van de stomp (dus niet het volume) bepaald door middel van omtrekmetingen met behulp van een gewoon meetlint. Naar deze meetmethode is nauwelijks onderzoek verricht en er is geen standaard meetprotocol dat overal in
16 | Cura, jaargang 3, nummer 1
Nederland gebruikt wordt. Daardoor is deze meetmethode niet betrouwbaar. Ook met behulp van moderne technieken, zoals MRI, CT en laser, kan het stompvolume bepaald worden. Naar deze meetmethoden wordt de laatste tijd meer onderzoek gedaan. In de praktijk worden deze meetmethoden in Nederland echter weinig gebruikt door de hoge kosten en de beperkte beschikbaarheid. In de literatuur wordt als gouden standaard voor meting van het stompvolume de waterverplaatsmethode gebruikt. Hierbij wordt het stompvolume bepaald aan de hand van de hoeveelheid water die, door de beenstomp in een bak met water te plaatsen, verplaatst wordt. Deze methode is erg betrouwbaar, maar niet gebruiksvriendelijk en niet makkelijk overal te gebruiken. Meetlint en veertje Er is in de dagelijkse praktijk behoefte aan een patiëntvriendelijke, betrouwbare en overal toepasbare meetmethode voor het volume van een beenstomp bij patiënten met een beenamputatie. Bij patiënten die door vochtophoping (oedeem) last hebben van zwelling van de arm na borstkanker, is onderzoek gedaan naar volumemetingen met behulp van omtrekmetingen met een speciaal meetlint. Aan dit meetlint is een veertje bevestigd, zodat het bij elke meting onder dezelfde rek gehouden wordt. De waarden van deze omtrekmetingen worden ingevoerd in een formule waarmee het volume kan worden berekend. Deze meetmethode bleek even betrouwbaar te zijn als de gouden standaard, de waterverplaatsmethode. Wanneer deze meetmethode bij volumemetingen van onderbeenstompen even betrouwbaar blijkt te zijn als de gouden standaard, dan is er een meetmethode die patiëntvriendelijk is, betrouwbaar en eenvoudig overal toe te passen.
Onderzoek In Revalidatiecentrum Tolbrug is per 1 mei 2006 een onderzoek gestart naar deze volumemetingen met de titel: ‘Validiteit en betrouwbaarheid van een indirecte volumemeting bij transtibiale amputaties.’ Hierbij zullen de metingen met behulp van deze nieuwe meetmethode vergeleken worden met de waterverplaatsmethode (gouden standaard) en met het meten met een gewoon meetlint zoals dat momenteel in Revalidatiecentrum Tolbrug en elders in Nederland plaatsvindt. Aan veertig patiënten met een onderbeenamputatie wordt gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. De metingen worden op twee verschillende dagen door drie onderzoekers verricht. Dit om te corrigeren voor de gevoeligheid van de meetmethode voor verschillen tussen de personen die meten en voor de gevoeligheid voor verschillen tussen de meetmomenten van één persoon. De resultaten van het onderzoek worden verwacht in de eerste helft van 2007. n Christa van Stuivenberg-Vrielink, AIOS revalidatie JBZ/RCT
W.v.t.t.k. EPD Revalidatiecentrum Tolbrug sluit zich aan bij het besluit om binnen de landelijke koepel van Revalidatie Nederland een eigenstandig Electronisch Patiënten Dossier te ontwikkelen. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat het interne registratie- en planningsprogramma PRODIS/ ECARIS zeer geschikt is om een EPD op te ontwikkelen dat voldoet aan de landelijke (NICTIZ-)normering. In 2009 moet het EPD operationeel zijn. n JV
Anita van Gelder is er apetrots op.
Vanaf juni dit jaar ligt haar boek in de winkels. Het is niet zomaar een boek. Anita, zelf halfzijdig verlamd, schreef en illustreerde een kookboek speciaal voor mensen met één hand. De opbrengst ervan komt geheel ten goede aan voorzieningen voor Revalidatiecentrum Tolbrug, waar Anita haar revalidatie doorliep.
Eén handig kookboek De aanleiding tot het schrijven van het boek is triest. Zes jaar geleden voelde Anita zich niet zo lekker. De Bossche komt uiteindelijk in het ziekenhuis terecht waar men moet overgaan tot een hersenoperatie. Anita krijgt een hersenbloeding en ligt drie maanden in coma. Als ze wakker wordt, staat haar leven en dat van man Sjef, dochter Nathalie en zoon Stephan op zijn kop. “Ik kon helemaal niets meer”, zegt ze. “Niet praten, bewegen, eten, plassen. Niets.” In de jaren daarna volgt Anita een intensief programma bij Revalidatiecentrum Tolbrug. “Stukje bij beetje ben ik weer opgekrabbeld”, zegt ze. Nu zo’n zes jaar later is haar rechterarm nog verlamd, en gaat het praten soms moeilijk. “Maar trappen lopen, schilderen, schrijven, praten, stoffen, dweilen, de wc schoonmaken… Het lukt me allemaal. En koken natuurlijk! Ik moest dat echt van mezelf. Mijn man kan toch niet alles doen hier in huis?!”
W.v.t.t.k. Erkenning Opleiding voor Revalidatiegeneeskunde Revalidatiecentrum Tolbrug is in het voorjaar samen met de SMK en het UMCR in Nijmegen gevisiteerd voor verlenging van de erkenning voor de opleiding van revalidatiegeneeskundige. Het resultaat is positief; Rc Tolbrug mag in de komende jaren in samenwerking met de genoemde instellingen de opleiding van een tweetal assistenten in opleiding blijven verzorgen. n JV
Anita kijkt toe terwijl er recepten uit haar kookboek worden klaargemaakt.
Eigen recepten en illustraties Recepten had ze al stapels liggen, van haar moeder en haar oma. Als tijdverdrijf (“Ik had toch tijd zat”) is Anita er illustraties bij gaan maken. “Tekenen is altijd een hobby van me geweest, maar nu moest het ineens met links. Dat bleek verrassend goed te gaan.” Ook het koken ging steeds beter. Kwestie van improviseren (“champignons doe ik in de eiersnijder”); aangepast boodschappen doen (“rijstbuiltjes, ham in reepjes”) en handige hulpmiddelen (“de keukenmachine en het spijkerplankje, waarin je producten vast kunt zetten”). Maar wilskracht is eigenlijk wel de belangrijkste ‘keukenhulp’ van Anita. Topkoks werken mee Als revalidatiearts Jan Willem Meijer van Tolbrug de recepten en de illustraties ziet en de verhalen van Anita hoort, ontstaat het idee voor een speciaal kookboek. Anita is enthousiast. En ze is niet de enige. Directeur Tolbrug, Jan Verbaal ontmoet vormgever Joost van Sluiters die zijn medewerking toezegt. Een geldschieter, die onbekend wil blijven, meldt zich; Cas Spijkers wil het voorwoord schrijven en nog vijf andere Nederlandse topkoks doen mee. Het resultaat: een prachtig 144 pagina’s
tellend full color ringbandboek, met foto’s, recepten en illustraties van Anita, handige tips, informatie over hulpmiddelen, en de verhalen van de topkoks die speciaal voor dit boek voor een keer met een hand hebben gekookt. Deze maand nog komen er 2500 exemplaren op de markt. Snijbonen blijven ‘lastig’ “Ik schil aardappels tegenwoordig net zo snel als vroeger met twee handen”, besluit Anita. “Ik kook alles wat ik wil!” Ze lacht: “Alleen snijbonen zijn lastig, die moet ik overdwars in stukjes hakken. Met dit kookboek hoop ik mensen die denken dat ze het niet kunnen, aan te zetten om het toch eens te proberen. Makkelijk is het niet, maar het lukt zeker. Met een flinke dosis positieve energie (en een handig kookboek) is er heel veel mogelijk!” n GB Wilt u het kookboek bestellen, kijk dan op www.vriendenvandetolbrug.nl. Bedrijven en organisaties die mee willen denken over participatie ‘in het kookboek’ nodigen we van harte uit om contact op te nemen met de Vrienden van de Tolbrug: Postbus 90153, 5200 ME ’s-Hertogenbosch,
[email protected], 073 614 72 00.
Cura, jaargang 3, nummer 1 | 17
Medicatiefouten op kinderafdeling afgenomen met vijftig procent Eind 2005 begon de kinderafdeling met het project ‘medicatieveiligheid’. De ambitieuze doelstellingen waren: honderd procent correct en volledig uitgeschreven recepten en een reductie van tachtig procent van het aantal toedieningsfouten. Eind mei kwamen de eerste resultaten binnen.
Ingrid Everaars is unithoofd van kinderafdeling E7 op de locatie Groot Ziekengast huis en is projectleider: “Honderd procent goed geschreven recepten is een ambitieuze doelstelling. Maar toen we met dit project begonnen, was slechts 38 procent van de recepten helemaal foutloos. En foutloos wil zeggen mét de generieke naam van het recept, de volledige naam van de arts én die van de patiënt, de datum, het gewicht van de patiënt, de dosering en de vorm waarin
het middel moet worden toegediend. Nu is zeventig procent van de recepten helemaal in orde. Dat is bijna een verdubbeling.”
apotheek is streng maar de verpleegkundigen ook. Zij accepteren geen recepten meer zonder paraaf van de arts.”
Elektronische recepten Kim Handoko is ziekenhuisapotheker in opleiding en bij het project betrokken: “Het recept is de eerste stap in het hele medicatietraject. De tweede is dat het recept in de apotheek moet worden ‘overgeschreven’. Hierbij kunnen fouten worden gemaakt. Daarom zijn wij bezig met het implementeren van het elektronisch voorschrijven in het ziekenhuis. Voordeel hiervan is dat de apotheek het recept niet meer overneemt en er eisen worden gesteld aan de volledigheid. Je móet alle gegevens invullen, anders lukt ’t niet.”
Toedieningsfouten Zitten receptfouten aan de kant van de voorschrijvende artsen, toedieningsfouten worden vooral gemaakt door verpleegkundigen. Everaars: “Het zijn fouten die variëren van het niet toedienen tot het te laat toedienen van medicatie, het verkeerde middel, of verkeerde dosering. Ten opzichte van de nulmeting in oktober 2005 zijn de toedieningsfouten gereduceerd met 59,5 procent.”
Everaars: “Wat medicatie betreft is de kinderafdeling een speciale afdeling binnen het ziekenhuis. Er wordt hier heel nauwkeurig een dosering berekend per kilogram lichaamsgewicht van het kind. Een recept zonder vermelding van het gewicht krijgen we onmiddellijk retour van de apotheek. De
Apothekersassistente Everaars: “Er is vanuit de afdeling een verpleegkundige aangewezen die dient als aanspreekpunt voor de apotheek. Als er hier op de afdeling wat is met de medicamenten dan is de lijn met de apotheek kort. En het loopt als een trein! Andere afdelingen volgen ons voorbeeld.” n BI
Spinozapremie voor lid Raad van Toezicht Mevrouw prof. dr. J.M. Bensing, lid van de Raad van Toezicht van het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft de Spinozapremie 2006 gekregen. Deze premie wordt jaarlijks uitgereikt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Bensing krijgt haar voor haar onderzoek naar communicatie tussen artsen en patiënten. In de loop van haar carrière heeft Bensing – samen met haar collegae en promovendi een omvangrijke collectie video-opnamen van medische en verpleegkundige consulten opgebouwd, gefinancierd vanuit verschillende projectsubsidies. Op deze manier zijn ruim 16.000 video-opnamen van spreekkamer-gesprekken gecodeerd en gearchiveerd. Op basis van systematische analyses van dit videomateriaal zijn inmiddels meer
18 | Cura, jaargang 3, nummer 2
dan tweehonderd publicaties verschenen, waaronder vijftien proefschriften; ook vormden zij de inspiratiebron voor lezingen in Nederland en tal van andere landen. Geldbedrag Aan de Spinozapremie is een geldbedrag verbonden van anderhalf miljoen euro, naar eigen inzicht te besteden aan wetenschappelijk werk op het eigen vakgebied.
Mevrouw Bensing zal dit bedrag gaan besteden aan verder wetenschappelijk onderzoek op het gebied van communicatie in de gezondheidszorg. Met name aan de relatie tussen allerlei vormen van communicatie en concrete uitkomstmaten, waaronder de gezondheid en het welbevinden van de patiënt. n Voor meer informatie: www.nivel.nl
Agenda In deze agenda worden bijeenkomsten vermeld, die interessant zijn voor lezers van Cura. Heeft u een bijdrage voor de agenda? E-mail:
[email protected]. Voorlichtingsbijeenkomsten voor patiënten Onderstaand vindt u een overzicht van de voorlichtingsbijeenkomsten die zijn gepland in het tweede kwartaal van 2006. Voor actuele informatie over voorlichtingsbijeenkomsten kunt u terecht op onze website www.jeroenboschziekenhuis.nl/agenda. Daar vindt u ook meer informatie over de bijeenkomsten die hieronder staan vermeld. U kunt bovendien contact opnemen met het bureau Patiëntenvoorlichting, telefoonnummer (073) 699 85 96. Voor sommige bijeenkomsten dient u zich vooraf aan te melden. 26 juni 2006 > Voorlichtingsavond: Wat is dementie? 19.30-21.30 uur, aula locatie Willem-Alexander. 9 augustus 2006 > Voorlichtingsavond: Bevallen op de locatie Groot Ziekengasthuis, 19.30-21.30 uur, aula locatie Groot Ziekengasthuis. 5 september 2006 > Voorlichtingsavond: Wat is dementie? 19.30-21.30 uur, aula (kapel) locatie Carolus.
C olofon Cura is een uitgave van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Oplage: 2.500
JBZ golftoernooi 8 september 2006 > Het JBZ golftoernooi vindt plaats op de Golfclub Crossmoor in Weert. Aansluitend is er een driegangendiner. Alle golfende medewerkers achter en voor de schermen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, de golfende Bossche huisartsen en tandartsen en alle partners zijn van harte uitgenodigd. U kunt zich aanmelden bij Frank Simonis, e-mail:
[email protected] o.v.v. JBZ Open. Introductie transmurale zorgrichtlijn ulcus cruris 14 september 2006 > Het thema is een toelichting op de praktische aspecten van de nieuwe richtlijn en er zal worden geoefend met wondproducten. Sprekers zijn Dr. R.J. van Dooren-Greebe, dermatoloog in het JBZ, P. Handgraaf, Vivent en dhr. P. Kistemaker, huisarts te ’s-Hertogenbosch. De bijeenkomst is in de aula van de locatie Willem-Alexander van 17.30 tot 20.00 uur. Huisartsen, doktersassistenten, praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen en ziekenverzorgenden kunnen zich aanmelden bij Maartje Nobelen, secretaresse cluster Dagbehandeling & Diverse Specialismen, telefoon (073) 699 23 11, e mail
[email protected]. n
Tekstbijdragen Geert Braam (GB) Suzanne Bruijstens (SU) Saskia Byvanck (SB) Frans Croonen Berend Immink (BI) Sacha van Hees Clarissa Kwaijtaal Trudie van der Steeg Christa van Stuivenberg Jan Verbaal Albert Verlinde Hoofdredacteur Sylvie Maas Eindredacteur Saskia Byvanck Foto’s Saskia Byvanck Ingrid Everaars Ruud van Genugten Yvonne Lemmens Trudie van der Steeg Opmaak en drukwerk Drukkerij BibloVanGerwen ’s-Hertogenbosch Redactieleden: Corrie Baars Jolande Bastiaans Koop Bosscha Suzanne Bruijstens Saskia Byvanck Arla Heins Jacqueline van der Krabben Christien Reinhard Olaf Tan Jan Verbaal Redactieadres Jeroen Bosch Ziekenhuis locatie Willem-Alexander Afdeling Communicatie T: (073) 699 84 48/84 49 F: (073) 699 89 29 E:
[email protected]
In deze rubriek schrijven patiëntenvoorlichters van het ziekenhuis om de beurt een stukje over hun dagelijks werk.
Een beetje vreemd
Cura is ook op de website van het ziekenhuis te vinden: www.jeroenboschziekenhuis.nl.
“Ik heb misschien een vreemde vraag…” Met enige regelmaat hoor ik dit zinnetje, door mensen gebruikt als inleiding. Meestal vind ik het reuze meevallen; bij veel vragen kan ik me voorstellen dat ze zijn opgekomen bij mensen. Maar er zijn ook vragen waarbij ik toch echt even met mijn mond vol tanden sta. Wat te denken van: ‘Zou u alstublieft tegenover mijn familie willen verklaren dat ik in uw ziekenhuis opgenomen ben geweest?’ of ‘Ik dacht wel eens gehoord te hebben dat er in uw ziekenhuis iets gedaan wordt over achterdocht. Heeft u hier informatie over?’ En: ‘Welke vormen van veiligheid zijn er in uw ziekenhuis beleidsmatig ingebed, en hoe wordt dit beleid geoperationaliseerd?’. Tsja. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat ik er – zelfs na enige toelichting door de vragensteller – niet altijd uitkom. Toch vind ik dit de leukere vragen. Niet altijd een tevreden vragensteller, maar voor mijzelf steeds weer verrassend en leerzaam. Dus wat mij betreft: kom maar op met die ‘vreemde’ vragen! n
De redactie van Cura is niet verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke informatie in dit blad. Bij ingezonden stukken behoudt de redactie zich het recht voor om, zonder opgaaf van redenen, artikelen in te korten dan wel te weigeren. Ingezonden artikelen zonder naam van de schrijver worden niet geplaatst.
Clarissa Kwaijtaal Cura, jaargang 3, nummer 2 | 19
Te vroeg geboren baby’s ondergingen vroeger kleine ingrepen zonder verdoving. Ze werden om de haverklap wakker gemaakt voor onderzoeken en lagen onder felle lampen. Over de hoeveelheid geluid werd niet nagedacht, noch over rustige, vloeiende bewegingen. Er is gelukkig veel veranderd; ontwikkelingsgerichte zorg werd de norm.
‘Het is eigenlijk zo logisch; denk maar aan wat je zelf prettig vindt.’
Ontwikkelingsgerichte zorg voor premature kinderen mogelijk te clusteren. Dus niet de hele dag door allerlei onderzoeken, maar wanneer het voor het kindje het beste uitkomt. Er zijn diverse bijscholingsavonden gehouden voor het verplegend personeel, maar ook voor kinderartsen en fysiotherapeuten. Het vergt toch voor alle betrokken disciplines een andere manier van werken.”
“Buiten de buik van hun moeder willen baby’s ook graag iets vasthouden.”
Newborn individualized development assessment program (NIDCAP) zo heet de ontwikkelingsgerichte zorg die enkele jaren geleden overwaaide uit Amerika. Om tot de nieuwe zorgvorm te komen, werden premature kinderen geobserveerd om te zien hoe ze op bepaalde prikkels reageerden. Het bleek dat zij op bijvoorbeeld te veel licht, te abrupte handelingen en veel geluid een negatieve reactie hadden. Deze prikkels moesten dan ook voortaan zoveel mogelijk worden vermeden. Gedimd licht, minder geluid “Het is eigenlijk zo logisch; denk maar aan wat je zelf prettig vindt”, zegt Trudy de Jonge, verpleegkundig coördinator Neonatologie. “Je stond daar destijds gewoon niet bij stil. Er waren nog niet zoveel onderzoeken geweest en er was veel minder bekend. In 1998 zijn wij begonnen met het introduceren van ontwikkelingsgerichte zorg op onze afdeling. We waren toen een van de eersten in Nederland die daar op kleine schaal iets mee gingen doen. We dimden het licht en zorgden voor minder geluid. Bovendien probeerden we de zorg zoveel
Knuffel met grijptouwtjes Sinds twee jaar kan de NIDCAP opleiding in Nederland worden gevolgd. Twee verpleegkundigen uit het Maxima Medisch Centrum gaan daar de opleiding volgen. Daardoor krijgt de ontwikkelingsgerichte zorg in de regio1 weer een nieuwe impuls. Op 27 april werd er een symposium gehouden over het onderwerp. De belangstelling was groot. “Het was fijn om te merken dat wij al heel ver zijn met het vormgeven van ontwikkelingsgerichte zorg”, zegt Mariëtte van Mackelenbergh, pedagogisch medewerker Neonatologie. “We zijn dan ook continu bezig om de zorg voor premature kindjes te verbeteren. Omdat er niets op de markt is voor de kleintjes, moet je creatief zijn. De kindjes lagen bijvoorbeeld vroeger regelmatig met
Het doel van ontwikkelingsgerichte zorg is: - het verminderen van stress bij het kind; - het handhaven en bevorderen van het zelfregulerend toenaderingsgedrag; - het bevorderen van de ontwikkeling van het kind; - het bevorderen van de relatie tussen het kind en de ouders.
hun handjes vast, omdat we bang waren dat ze de sonde uit hun neus zouden trekken. Baby’s grijpen in de buik van de moeder vaak naar de navelstreng. Buiten de buik willen ze ook graag iets vasthouden. We hebben net zo lang gezocht, totdat we iets vonden dat precies de dikte en de grootte van de navelstreng had. Het werd een knuffel met grijptouwtjes van zachte stof en het werkt! Nu kunnen ze in een lekker nestje liggen (een zachte rol rondom het kind) met hun handjes bij hun mond.” Sneller naar huis Soms conflicteert deze manier van werken wel eens met de zorg. De Jonge: “Sommige handelingen, zoals het uitzuigen van hun keel, moeten gewoon gebeuren. Je weet dat dit een stressvolle handeling is voor een kind. We doen het dan ook zo kort mogelijk. We troosten het kindje daarna en leggen het weer in een comfortabele houding terug.” Van Mackelenbergh: “In Leiden en Rotterdam wordt nu onderzoek gedaan naar de effecten van ontwikkelingsgerichte zorg. De resultaten hiervan zijn waarschijnlijk over een jaar of twee bekend. Wij merken in de praktijk dat de hechting tussen ouders en kind beter op gang komt. Omdat wij hen betrekken bij onze handelingen en ze advies geven, leren de ouders hun kind sneller kennen en zien ze zelf wat ze wel en niet kunnen. Daarnaast merken wij dat kindjes sneller zelf kunnen drinken, sneller opknappen en dus ook sneller naar huis kunnen.” n SB
- Voor het bereiken van deze doelstelling wordt enerzijds gelet op de omgevingsfactoren,
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
anderzijds op de lichaamstaal van het kind.
Trudy de Jonge of Mariëtte van Mackelenbergh, telefoonnummer (073) 699 22 60.
1 Met de regio wordt het samenwerkingsverband bedoeld van instellingen die een keten vormen in de zorg rondom het premature kind. De leden zijn het Maxima Medisch Centrum (hier is de Neonatologische Intensive Care Unit), Tweesteden Ziekenhuis, Elkerliek Ziekenhuis, het Jeroen Bosch Ziekenhuis, Elisabeth ziekenhuis, Catharina ziekenhuis, Bernhoven en het st. Jans Gasthuis.
20 | Cura, jaargang 3, nummer 2