Cultuur als motor voor transitie naar een rechtvaardige duurzaamheid 1 Nikol Wellens, VTi steunpunt voor de podiumkunsten
Crisis? Informatie en de tekenen van ecologische, sociale en economische crisis bereiken ons minstens wekelijks via het nieuws en toch blijven we leven (consumeren en produceren) alsof de voorraden van grondstoffen en olie oneindig zijn, alsof het allemaal niet zo’n vaart loopt met temperatuurstijging en het verlies aan biodiversiteit. Als wij al over crisis spreken, welk woord kunnen slachtoffers van de oorlog in Syrië, de aardbeving in Haïti of de overstromingen in Azië als gevolg van de klimaatverandering dan gebruiken om hun levensomstandigheden te beschrijven? Welvaert Ik sluit de ogen niet voor de stijgende armoede-, faillissements- en werkloosheidscijfers, maar voor de meesten van ons heeft het crisisgevoel vooral te maken met vrees voor wat we kunnen verliezen: onze welvaart. We kunnen de dingen ook omdraaien, zoals de kunstenaars van Time Circus, die met Welvaert onderzoeken hoe duurzaam te leven in de stad, letterlijk en figuurlijk een proefproject waar ze twee jaar de tijd voor nemen. Twee pontons in het Bonapartedok vlakbij het MAS dienen als uitvalsbasis en publiek laboratorium. Ze ondernemen er artistieke acties en gaan op die manier het debat over duurzaamheid aan met voorbijgangers en bezoekers. TINA? BAU? Want alarmerende cijfers en rapporten lokken duidelijk niet het gewenste effect uit. Een groot deel van de Westerse bevolking is zich bewust van de gevolgen van de huidige manier van leven voor volgende generaties, maar ziet af van een verandering waarbij er op het eerste zicht aan luxe en levensstandaard moet worden ingeboet (NIMBY, TINA). Wat kunnen we dan wel doen om een leefbare toekomst te verzekeren want BAU lijkt ons geen optie. We moeten dus door een kritische bril naar de verschillende elementen van het huidige systeem kijken. Een systeem bestaat uit: – structuur (instituties, materiële infrastructuur, economische realiteit), – cultuur (waarden en normen, tradities, ideologieën, een manier van leven, kunst en erfgoed) en – werkwijzen (routines van alledag). Duurzaamheid Het sleutelwoord is duurzaamheid, waarbij we moeten opletten dat het woord niet voorbijgaat aan zijn betekenis. Duurzaamheid draagt een langetermijndenken in zich waarbij op een evenwichtige manier wordt omgesprongen met de drie p’s: people, planet, profit. Wij kiezen voor sterke duurzaamheid wat inhoudt dat het milieu de andere twee dimensies omvat. Om die sterke duurzaamheid te bekomen, moeten we radicaal anders gaan denken en handelen. Zo’n structurele, maatschappelijke verandering wordt transitie genoemd : welke drijvende krachten zitten er achter het niet-duurzame systeem en welke kenmerken zou het alternatieve systeem kunnen hebben? De periode die we nu meemaken met veel onzekerheid en onduidelijkheid is typerend voor een transitieperiode. Het systeem dat het 1 Bijdrage aan de Cultuurforumsessie 'De relatie tussen economie, ecologie en duurzame cultuur', op 27/05/2013 in Kortrijk, na de lezing 'De nieuwe deeleconomie : delen is het nieuwe hebben' door Fons Van Dyck van ThinkBBDO . Deze tekst is gebaseerd op de lezing 'Jonge Sla in de stad, de kunstenpraktijk in transitie' die ik op 5/11/2012 samen met Ingrid Van Samang gaf op uitnodiging van de UA (volledige tekst te downloaden via http://vti.be/sites/default/files/JongeSlaInDeStad.pdf). Dank aan Erik Paredis voor de tip over het werk van Elisabeth Shove en het voorbeeld van de douche (http://www.cdo.ugent.be/). Dank aan Dirk Holemans voor de inspiratie van Harald Welzer als trendsetter (www.oikos.be).
resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen op het gebied van economie, cultuur, technologie, instituties, natuur en milieu, kraakt in zijn voegen, maar tegelijk is er nog geen duidelijke blauwdruk van het nieuwe gewenste model. Transitiebeweging We lieten ons inspireren door de transitiebeweging, volgens stichter Rob Hopkins 'one of the most important social experiments happening anywhere in the world at the moment'. Uitgangspunt is een vrijwillige keuze voor het verlaten van het individuele eigenbelang ten voordele van de gedeelde belangen van de hele wereldgemeenschap nu en in de toekomst. Het formuleren en realiseren van gemeenschappelijke belangen met alle 1,9 miljoen soorten waarmee we de planeet delen, is nu de uitdaging. De toekomst is dus onzeker en dat vraagt om lotsverbondenheid en veerkracht. 3 instrumenten In Het plezier van het zoeken (2011) omschrijft Rik Pinxten treffend de drie instrumenten die essentieel zijn voor de ontwikkeling van een democratische en kosmopolitische wereldorde vanuit een bottom-top dynamiek: vertellen : naar het voorbeeld van de orale tradities kiezen voor echte interactie, weg van de geschreven en asynchrone eenrichtingscommunicatie; delen : echte solidariteit tussen mensen die elkaar helemaal niet kennen en toch samenwerken aan de realisatie van een gemeenschappelijk doel, bv Zinneke, Brussel; wederzijds kennen : sociaal leren, communiceren van diverse wereldvisies binnen de samenleving. Proces op lange termijn Processen op een betere manier of eco-efficiënt organiseren, zal vaak niet voldoende zijn. Volgens Jim Baeten, één van de trekkers van het Ministerie van Ideeën, moeten we niet alleen de dingen beter doen, we moeten vooral betere dingen doen en dus kiezen om bepaalde zaken niet meer te doen. Vanuit het wezen van de cultuursector hebben veel medewerkers en vrijwilligers de bijzondere wetmatigheden van procesmatig werken in de vingers zoals soepel omgaan met diversiteit, onvoorspelbaarheid, niet-lineariteit, veerkracht, improviseren …. Deze vaardigheden kunnen we explicieter maken door ‘vertellen, delen en wederzijds kennen’ en door open te staan voor de inbreng uit andere hoeken van de samenleving. Samen kunnen we ons afvragen welke ecologische gedragsverandering er kan ontstaan dankzij het doordacht ontwerp van de ruimte, welke onze verantwoordelijkheid is in het brede maatschappelijk debat over het kiezen voor andere sociale en economische prioriteiten, wat het effect op de tijdsbesteding van mensen is en hoe ons aanbod daarmee kan rekening houden, hoe we het belang van culturele infrastructuur inschatten voor de leefkwaliteit in steden en dorpen, hoe we kunnen loskomen van de heersende antropocentrische visie en mee een nieuwe relatie tussen mens en natuur helpen ontwikkelen … Cultural sustainability Hoe we een nieuwe invulling geven aan het ‘goede leven’ vraagt om een culturele component. Een omslag naar een nieuw maatschappelijk systeem vraagt niet enkel om technische en instrumentele oplossingen en een draagvlak, maar ook om historisch bewustzijn, verbeelding en zin voor experiment, zodat nieuwe betekenissen kunnen ontstaan. Naast het begrip 'transitie', voornamelijk gekend in België, Nederland en GrootBrittannië, wordt het concept cultural sustainability wereldwijd gebruikt en verder ontwikkeld. Bij culturele duurzaamheid is cultuur een sleutelfactor van een duurzame samenleving, zowel in de zin van een duurzame omgang met rituelen, erfgoed, talen, gebruiken als in de
zin van een manier van leven, een manier om de wereld rond ons te ervaren en betekenis te geven. Culturele relaties zijn hierbij complexe netwerken die in de steeds veranderende omgeving op elkaar inwerken en veranderen en zo een rol kunnen opnemen in de aanpassing en vernieuwing van een menselijke (duurzame) samenleving. Bottom-up: kennisdeling en samenwerking De cultuursector zal op zoek moeten gaan naar een evenwicht tussen autonomie, duurzaamheid, financiële middelen, tijdsbesteding, comfortabele werkomstandigheden... Door andere handelswijzen en werkmethodes te zoeken kan dat nieuwe evenwicht gevonden worden. Grote problemen aanpakken vraagt om samenwerking. We willen iedereen aanmoedigen te focussen op de gelijkenissen in plaats van op de verschillen. Het is van belang dat ontwikkelingen doorsijpelen en dat er een mogelijkheid is om inspraak te bieden aan al wie iets te zeggen heeft, zodat gelijke transitieagenda’s ontstaan. Vernieuwende ideeën moeten op hun beurt worden teruggekoppeld naar het beleid voor gelijke duurzaamheidsvisies. Nieuwe economie? De Britse sociologe Elisabeth Shove doet al jaren onderzoek naar consumptie als sociale praktijk. Ze beschrijft hoe na WOII de consumptiemaatschappij zich ontwikkelde en met nieuwe spullen, nieuwe vaardigheden, andere betekenissen het dagelijks leven van de Westerse mens veranderde. Gaandeweg werden ook kwaliteitseisen voor consumptie vastgelegd : – Comfort – Cleanliness – Convenience. Onze dagelijkse routines (tijd, ruimte, materieel, normen) worden meer dan we denken, bepaald door de spullen en diensten die we kopen. De klimaatverandering en alle andere risico’s die we daarstraks hebben opgesomd, brengen deze kwaliteitseisen onder druk : bv. hoe lang mag een douche duren en hoe vaak per week (of per dag) hebben we een douche nodig om proper te zijn? Bovendien worden we door de globalisering van de economie en snelheid van de technologische evoluties onzeker over de relatie tussen de prijs die we betalen en de waarde die we hechten aan wat we kopen. We beseffen ook niet altijd dat we onrechtstreeks, via belastingen, sociale bijdragen of reclame, betalen voor 'gratis' diensten en producten. Diversiteit We hoorden het vanmorgen al: de nieuwe economie heeft baat bij meer diversiteit. En we moeten leren om over die diversiteit te denken en te praten in een heldere taal. Op het eerste zicht kunnen we het eens zijn met de succesfactoren (simpel, transparant, traceerbaar, sociaal) die Loic Le Meur opsomt, maar is dat nog zo als ik erbij zeg dat ik ze plukte uit een artikel waarin uiteengezet wordt hoe hij veel geld verdiende met zijn internetbedrijven, o.a. via de sociale media (http://www.sprout.nl/1/71267/home/hoe-je-geldkunt-verdienen-met-delen.html)? Harald Welzer heeft als sociaal psycholoog een andere boodschap voor wie zich op de toekomst richt en daarbij de planeet geen geweld meer wil aandoen. Hij gelooft dat we terug de verantwoordelijkheid kunnen opnemen om de juiste keuzes te maken: duurzaam, herverdelend, verzet tegen verleiding, vrij om te kiezen (http://www.oikos.be/component/content/article/253.html). Kunst en cultuur kunnen menselijke gevoelens als ongeloof in de urgentie van een transitie of hoop dat iemand anders het wel zal oplossen, blootleggen en het publiek confronteren met onbewuste
routines die verandering tegenhouden. De verwarring en onzekerheid die daarbij bovenkomen, kunnen kunstenaars en cultuurwerkers opvangen door nieuwe perspectieven te bieden en fantasierijke beelden te creëren die zowel de huidige staat van de wereld weergeven als een kritische reflectie over de toekomst beogen. Transitie heeft nood aan burgerparticipatie en nieuwe inzichten uit verschillende hoeken. Groepen mensen kunnen zelfstandig of in groep vernieuwende projecten opzetten, wat de betrokkenheid en het engagement verhoogt. 7 voorbeelden (spontane, niet representatieve selectie): Vrijwilligers soeppunt: http://www.vluchtelingenwerk.be/projecten/sia.php Vrijwilligers 11 11 11 (globaal en lokaal verbinden): http://www.11.be/11/111111-in-jegemeente/gemeente/list/ Boekenruil deelt ook de verhalen over de boeken, het Groene Boek in Kaaitheater http://www.gedeelddoor.be/ Bank to basics op 15/06/2013 door Fairfin en Stuk: www.fairfin.be Transitienetwerk middenveld: www.transitiefestival.be Ministerie van Ideeën: www.ministerievanideeën.be Jonge Sla, naar een duurzame kunstenpraktijk: www.jongesla.be De kracht van trendsetters Pioniers vormen nichegroepen die nieuwe ideeën over en experimenten met alternatieve denk- en handelswijzen ontwikkelen. Trendsetters maken als eye-opener en rule cracker het onzichtbare zichtbaar en bieden een nieuw perspectief om naar de wereld te kijken, door te breken met regels of gewoonten waaraan de meeste mensen vaak onbewust voldoen. Cultuurwerkers kunnen aandacht van hoge kwaliteit vangen, toeschouwers en deelnemers beïnvloeden door ze te betrekken bij projecten en mensen samenbrengen rond duurzame thema's zonder beschuldigd te worden van propaganda of greenwashing. Voor de instellingen waarmee ze samenwerken kunnen ze via creativiteit (her)organisator zijn van alternatieve praktijken. Visienota (Cultuurforum 2010) Bijdragen aan de transitie kan gezien worden als een ethische plicht, maar ook gewoon als een noodzaak. De maatschappelijke uitdagingen zullen immers ook een impact hebben op de culturele praktijken. De vraag daarbij is of we afwachten tot de realiteit voelbaar is in de dagelijkse werking van de sector. Een eerste stap is het nadenken over manieren om onze impact in kaart te brengen en deze te verkleinen bij het ontwikkelen van een project, het plannen van een campagne of het beheren van een gebouw. Op het tweede niveau kan de cultuursector invloed uitoefenen op de maatschappij door deze te betrekken bij het uitdenken en vormgeven van een nieuwe toekomst. Cultuur als motor voor transitie naar een rechtvaardige duurzaamheid, de visietekst die op het Cultuurforum in 2010 werd voorgesteld, wijst drie rollen toe aan de cultuursector: −het “publiek bespreekbaar maken” van de socio-ecologische uitdaging (publiek-dialogische ruimte) −het procesmatige en “lerende” karakter van de noodzakelijke verandering mee implementeren (leer- en ervaringsruimte) −de verbeelding en creativiteit binnenbrengen in alle lagen van de veranderingsprocessen om “nieuwe verhalen, nieuwe mythes” te creëren (ruimte voor verbeelding).’
Top-down: visie en coherente beleidssturing Omdat duurzame trends niet sterk genoeg zijn om vanzelf door te breken, is een bewust beleid nodig. De overheden hebben voornamelijk een proactieve en sturende rol: inspireren, kansen geven, experimenten ondersteunen, leerprocessen stimuleren... Met transitiemanagement zorgen ze voor de versteviging van het nieuwe systeem. De nonprofitsector is vragende partij voor meer steun op maat door het beleid. Er zijn verschillende rollen die de overheden kunnen opnemen. Regels en administratieve richtlijnen kunnen drempels zijn. De infrastructuur is voor een deel van de cultuurorganisaties een extra zorg. Meestal huizen ze in een pand van de (lokale) overheid of een private eigenaar, vaak ook beschermd patrimonium. Dat vraagt dus een evenwicht tussen een duurzaam erfgoedbeleid en een duurzaam energiebeleid. In het kader van de Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 2010-2014 publiceerde de Vlaamse overheid vorig jaar Visie 2050, een brochure die wil inspireren om de omslag te maken en onze initiatieven bij de talrijke inspirerende voorbeelden voorstelt, een blijk van waardering en erkenning. Tegelijk valt het enorme contrast op tussen deze toekomstvisie en een aantal beleidsbeslissingen op het vlak van mobiliteit en ruimtelijke ordening, waar men blijft kiezen voor grootschalige ontwikkeling. De modellen van het verleden bestendigen staat haaks op de dynamiek zoals die o.a. in de projecten in het kader van het Stedenfonds in het afgelopen decennium in samenwerking met de sociale en culturele sectoren werd ontwikkeld. PULSE Transitienetwerk Cultuur – Sectorbrede ontmoetingsdag op 24/09/2013 in Trix, Antwerpen – Digitaal platform – 4 denk- en gesprekstafels om toekomstvisies te voeden en te verdiepen : •- communicatie •- lokale netwerken •- economie •- cultuur als motor van transitie. https://www.facebook.com/pulsenetwerk
Deze uitgave wordt ter beschikking gesteld overeenkomstig de bepalingen van de Creative Commons Public License, Naamsvermelding-Niet commercieel-Geen afgeleide werken België 2.0, http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/2.0/be/deed.nl www.vti.be Nikol Wellens is als projectverantwoordelijke betrokken bij de ondersteuning van podiumkunstenaars (First Aid: tweewekelijks spreekuur en wegwijs op de website). Haar praktijkonderzoek naar o.a. loopbaanontwikkeling, kunsteconomie, samenwerking binnen en buiten de podiumsector wordt ontsloten via (digitale) publicaties en ontmoetingen. Sinds 2008 trekt ze alle acties waarmee VTi de podiumsector stimuleert om, voor zover dat nog niet het geval is, een duurzame reflex te ontwikkelen die op alle niveaus van het artistieke werk van toepassing is. Namens VTi is ze (stichtend) lid van de Algemene Vergadering van Kunstenloket, het Overleg Creatieve Industrieën van Flanders DC en de stuurgroep van Pulse Transitienetwerk Cultuur.