CUBA Door Roel et Linda Eindelijk was het zover: zondag 20 maart , rond 10 uur kwamen we samen op de luchthaven voor onze reis naar het exotische Cuba! Iedereen was, zoals naar gewoonte, goed op tijd ; de laatste inlichtingen i.v.m. de papieren werden gegeven en we konden inchecken: Cuba here we come! We vlogen via Madrid naar Havanna, waar we om 22 uur plaatselijke tijd landden. Daar stond onze Cubaanse gids, we mochten hem Erik noemen, ons al op te wachten. We reden onmiddellijk door naar ons hotel waar we, na een avondmaal in buffetvorm en na een lange en vermoeiende dag in bed doken. ‟s Anderendaags was iedereen fris en opgewekt present aan het ontbijt . We waren klaar om Havanna te veroveren. Ons eerste bezoek was onmiddellijk raak : een fabriek waar één van Cuba‟s bekendste exportprodukten worden geproduceerd : de grote sigarenfabriek Corona (met 900 werknemers) waar o.a. de beroemde COHIBA sigaren gemaakt worden. We mogen er jammer genoeg geen foto‟s maken... Het is al bijna middag als we hier vertrekken., In de prachtig, aan zee gelegen, Club Havana in Miramar, worden we verwend met een mojito-cocktail en een lekkere maaltijd op het terras. Het weer is prachtig en we genieten van de zon.( Zou het in België regenen?) Na de lunch staan op de parking van het restaurant een reeks Amerikaanse oldtimers klaar voor een rondrit door de elegante buitenwijken Miramar en Vedado ,over de kilometerslange Malecón (zeedijk) en een stuk in de oude stad. De auto‟s dateren uit de vijftiger jaren en zijn meer dan een halve eeuw oud. Een rit om nooit meer te vergeten!!
Later bezoeken we nog een aantal interessante plekken in La Habanna Vieja en om 19.30 zijn we terug in het hotel voor het avondeten. Onze eerste dag zit erop, moe maar opgetogen over wat we gezien hebben. De volgende dag verlaten we de hoofdstad en rijden we via Santa Clara naar Cienfuegos, een rit van 250 km, via de autostrade. Alhoewel er soms drie tot vier rijvakken zijn in elke richting is er bijna geen verkeer ;geen wonder want auto‟s en benzine zijn voor de gewone Cubaan extreem duur. Er rijden fietsers en paardenkarren op de autostrade en er staan massa‟s autostoppers met hun geld te zwaaien om toch maar een lift te krijgen. Santa Clara, de stad van “Che”, hier greep eind december 1958 een van de beroemdste wapenfeiten van de Cubaanse revolutie plaats : de aanval door Che Guevara en zijn metgezellen op een gepantserde trein, waardoor de weg naar de hoofdstad open lag. Het mausoleum waar Che en een aantal van zijn medestanders begraven liggen, lokt veel bezoekers.
We rijden verder naar Cienfuegos “ La Perla del Sur” Het architecturale erfgoed is een mengeling van koloniale stijl met een “frenchy” toets In het historische centrum bevindt de hoofdmoot van het architecturale erfgoed zich rond het Parque Jose Marti en langs de Prado, een lange laan omzoomt door huizen met Korinthische zuilen. We gaan binnen in het mooie Theater Thomas Terry, gebouwd in 1890 in de zuiverste Spaanse stijl en waar ooit Caruso en Sarah Bernhardt optraden. Na een deugddoende nachtrust en een stevig ontbijt zijn we klaar om Trinidad onveilig te maken. Even buiten de stad Cienfuegos bezoeken we de botanische tuin “La Soledad”. Een plaatselijke gids weet ,op een grappige wijze en in goed Frans heel wat te vertellen over de vele plantensoorten die er te zien zijn. Nu gaat het verder naar Trinidad een echte “museumstad” gelegen tussen de Sierra del Escambray en de Caribische Zee. In 1514 stichten de conquistadores onder Diego Velazques hier de derde Spaanse kolonie van Cuba, la Villa de la Santisima Trinidad. Iedereen is vol verwachting want Trinidad is ongetwijfeld de mooiste stad van Cuba omwille van haar uitzonderlijke koloniale architectuur en haar historisch centrum, ze werd opgenomen op de lijst van het Werelderfgoed van de UNESCO. Het is erg warm en de meesten onder ons zijn heel blij als ze , na een geleid bezoek en een lokale cocktail Canchanchara, nog wat vrije tijd krijgen om de artisanale markt te verkennen en (nog) een cocktail te drinken.. Ondertussen kunnen we al meespreken over Cuba Libre‟s, Pina Collada‟s of Mojito‟s!! Het hotel, waar we overnachten, is mooi gelegen op een lagune met strand. De all-in formule laat de cocktails nog eens vloeien : Met een avondshow voor de hotelgasten eindigt de dag…. Ondertussen zijn we donderdag, om 8u45 vertrekken we naar Sancti Spiritus via de “Valle de los Ingenios” of de “Vallei van de suikermolens” (de voorlopers van de raffinaderijen), waaraan in de 18de eeuw de grootgrondbezitters en de grote lokale families van Trinidad hun rijkdom dankten. We gaan we naar IZNAGA, een vroegere suikerrietplantage, waar nog enkele slavenhutten te zien zijn; van op de toren, die diende om de plantage te overschouwen, hebben we een zeer mooi vergezicht. Sancti Spiriti , waar we middagmalen, bezoeken we kort en rijden dan door naar Camagueÿ. Het hotel, een vroegere rijkeluiswoning, laat sommigen ervaren hoe het aanvoelt in een slavenkamer te moeten slapen! De volgende dag zijn we weer vroeg paraat, langslapers komen hier niet aan hun trekken !! We gaan Camagueÿ bezoeken, Jos zorgt voor een verrassing : hij heeft. bicitaxi‟s, de Cubaanse versie van de riksja, gehuurd, waar we per twee in vervoerd worden. Onze chauffeur heeft het nogal lastig : in vergelijking met zijn jongere fors gebouwde collega‟s . Hij is al iets ouder , mager gebouwd en bovendien ziet zijn bicitaxi er nogal kaduuk uit : hij vertrekt dus meestal als eerste en komt als laatste aan! Zo kunnen we op een , voor ons gemakkelijke en plezante wijze, de ganse stad bezoeken. Op de Plaza del Carmen, waar mooie kruiken (tinagones) en grote beelden staan, geeft een turnleraar fitnessoefeningen aan enkele lokale “schoonheden” Jacqueline, die al wat stijf was van die fietstaxi, neemt gezwind aan de oefeningen deel ! Omstreeks 14 uur komen we aan in Bayamo, waar ons het middagmaal geserveerd wordt Nadien bezoeken we Bayamo met een, jawel, Nederlands sprekende gids. Jammer genoeg
voor hem krijgt hij niet veel tijd voor zijn rondleiding in het parque Céspedes; Manuel de Céspedes, de “vader des vaderlands” die er geboren werd en die, als voormalig suikerbaron, als eerste zijn slaven de vrijheid gaf. In de Casa de la Trova krijgen we een initiatie salsa , de stappen hebben we snel onder de knie vooral na de specialiteit van de zaak : de Bayamo Tropical. Als we terug buiten komen staan de paardenkoetsen klaar voor de geprogrammeerde stadsrondrit , weer een nieuwe sensatie !! De paardjes zijn eerder klein en smal maar ze lopen vinnig met ons door de stad. Ook hieraan komt, naar onze mening te snel, een einde. De bus wacht ons op en we rijden verder richting Santiago de Cuba, de tweede belangrijkste stad van het land en voormalige hoofdstad gelegen op de zuidoostkust. Ons mooie hotel ligt op het centrale plein van Santiago het Parque Céspedes. Van op het terras kunnen we de levendige stad gade slaan. Deze was de wieg van de Cubaanse revolutie en mag zich vol trots “Ciudad Heroica” noemen, ze straalt heel wat charme uit door haar rijke koloniale architectuur. De volgende morgen, het is inmiddels reeds zaterdag, is iedereen weer tijdig klaart om Santiago te verkennen. We bezoeken de kathedraal, de schilderachtige in de heuvel uitgehouwen Padre Pico-straat en het Museo del Carnaval. Verder de Casa de Diego Vélasquez (nu Museo del Ambiente Historico Cubano), het oudste koloniale huis van Cuba, daterend van de oprichting van de stad. Mooi gerestaureerd is ook het Museo Emilio Bacardi wiens vader de rumstokerij Bacardi heeft opgericht. Vervolgens het Museo Historico 26 de Julio in de voormalige kazerne Cuartel Moncada. De datum 26 juli vindt men trouwens overal terug in Cuba : Fidel Castro heeft op die datum in 1953 geprobeerd die kazerne te ; de begraafplaats Santa Ifigenia waar o.a. nationale helden als José Marti en Carlos Manuel de Céspedes en meer recentelijk ook Company Segundo (van de Buena Vista Social Club) hun laatste rustplaats hebben gevonden. Dagelijks, om het half uur, is er een plechtige ceremonie met aflossing van de wacht aan het graf van Marti. In de Baai van Santiago de Cuba nemen we de boot naar het eiland Granma voor de lunch. Vandaar is er een prachtig zicht op het “vasteland” en op de citadel El Morro de San Pedro de la Roca, Deze vestiging bezoeken we in de namiddag. Nadien rijden we nog naar de basiliek van El Cobre, een bedevaartsoord in de bergen waar de Zwarte Madonna vereert wordt. Onze dag zit er weeral op en we keren terug naar het hotel. Op zondagmorgen moeten we nog vroeger uit de veren,want we dienen het vliegtuig te nemen voor de terugvlucht naar Havanna. Daar aangekomen wacht onze nieuwe bus met chauffeur Ramon ons op. We rijden rechtstreeks door naar de provincie Pinar del Rio ,die het meest westelijke gedeelte van Cuba beslaat. We gaan er eerst de gemeenschap van Las Terrazas bezoeken gelegen te midden van de Sierra del Rosario. Onze charmante gidse Anaïs vervult haar taak uitstekend in perfect Frans en vertelt ons het verhaal van de gemeenschap. De regio was vroeger sterk bebost maar werd, zoals grote delen op het eiland, gerooid omdat men grond nodig had voor de suikerrietplantages en omdat men het hout nodig had voor scheepsbouw. De regering besloot tot herbebossing en tienduizenden bomen werden aangeplant. De arbeiders logeerden er ter plaatse en vormden er tenslotte een eigen gemeenschap. Nadien werd het domein een natuurreservaat.
Van hieruit rijden we verder naar het Hotel Los Jazmines , net iets buiten het levendige en kokette dorp VIÑALES, gelegen in de Sierra de los Organos. De streek is gekend voor haar begroeide kalkbergen of mojotes en haar tabaksvelden. Cubanen beweren dat je in de provincie Pinar del Rio de beste tabak ter wereld vindt Het hotel is prachtig gelegen en vanuit onze kamer hebben we een heel mooi zicht op de vallei met haar « mojotes ». ‟s Anderendaags „s morgens worden we wakker en oh, verrassing : het is zwaar bewolkt en vrij vochtig, een heel verschil met de tot nu heldere lucht!. Pinar del Rio schijnt inderdaad de meest vochtige provincie van Cuba te zijn. Maar stilaan klaart het op zonder dat de wolken evenwel volledig verdwijnen. We rijden eerst naar de provinciale hoofstad Pinar del Rio waar we een lokale likeurstokerij.bezoeken. We mogen er ook proeven en ja die likeur smaakt lekker ! De “Muralla de la Prehistoria” staat als volgend punt op ons reismenu : een enorme rotswand waar (in 1960) schilderingen zijn aangebracht die verwijzen naar de prehistorie We bezoeken er ook de “Cueva del Indio” (Grot van de Indiaan), een toevluchtsoord in de 16de eeuw voor de door Spanjaarden uit de laaglanden van Camagüey verdreven Indianen. De grot eindigt in een onderaardse rivier waar bootjes ons naar de uitgang brengen. Na het middagmaal gaan we naar een tabaksboerderij waar we uitleg krijgen over de wijze van het planten, rooien en drogen van de bladeren.. We keren iets vroeger naar het hotel terug, na nog even van op de Belvedere de omgeving in ogenschouw te hebben genomen, en dan maken we gretig gebruik van het mooi zwembad bij de bar. Na een weer deugdoende nachtrust verlaten we Vinales en trekken we naar de botanische tuin van Soroa, beroemd voor z‟n zevenhonderd orchideesoorten (orquideario). Het is echter niet de ideale tijd voor orchideeën en we krijgen er eigenlijk niet zo veel te zien. We maken echter wel een mooie wandeling in de 3,5 ha grote prachtig aangelegde tuin. De vroegere eigenaar liet deze orchideeëntuin aanleggen ter nagedachtenis van zijn overleden dochter die een voorliefde had voor orchideeën…We zien er ook het kleinste vogeltje : de colibri ! Terug in Havana krijgen we een lekkere maaltijd (met een door iedereen gesmaakte zeevruchtensoep) aangeboden in een restaurant met uitzicht op de zee…En natuurlijk krijgen we ook hier muzikale begeleiding … Via een onderwatertunnel bereiken we de andere oever van de baai van Havana. Deze werd vroeger beschermd door twee Spaanse forten, El Castillo del Morro (dat we bezoeken) en de Fortaleza de San Carlos de la Cabaña gelegen tegenover Havana la Vieja. Hier wonen we ‟s avonds de historische ceremonie van het sluiten van de haven bij. Woensdag 30 maart, onze laatste dag in Havanna. Er staat nog heel wat op het programma. Het Capitool is wegens werkzaamheden gesloten, dus gaan we eerst naar de kathedraal, deze is echter nog niet open, dan maar een wandelingetje in de straatjes rondom. We gaan een winkeltje binnen waar de Cubanen met hun rantsoenbonnen een zeer beperkt aantal basisprodukten zoals koffie, rijst, zeep, sigaren, en dergelijke kunnen aankopen. Het valt op dat melk zo goed als niet te verkrijgen is… Om 9u15 gaan eindelijk de deuren van de kathedraal open en kunnen we naar binnen. Daarna staat het Palacio de los Capitanes Generales (de vertegenwoordiger van de Spaanse kroon) op het menu : het is eveneens een mooi gerestaureerd pand , nadien het Museo Nacional de Bellas Artes waar naast internationaal beroemde kunstenaars als Goya, Velazques en Turner zich ook een verzameling van nationale kunstenaars bevindt. We
krijgen er een rondleiding door de gids van het museum die ons een beknopt overzicht geeft van de verschillende groepen kunstenaars waarvan de werken in het museum te zien zijn. Dan gaat het richting Cojimar voor het middagmaal. Hemingway kwam regelmatig met zijn boot El Pilar naar dit dorp, hij ging graag op visvangst in gezelschap van zijn skipper Gregorio Fuentès, die Santiago is in “De Oude Man en de Zee”, werk waarmee Hemingway in 1954 in aanmerking kwam voor de Nobelprijs van de Literatuur. Nadien bezoeken we ook nog zijn villa « La Finca Vigia ». Vooraleer naar het hotel terug te gaan bezoeken we nog eerst de grootste artisanale markt van Cuba. We zijn wat vroeger terug in het hotel omdat we op tijd moeten eten : we gaan immers deze avond naar een voorstelling van de wereldberoemde Tropicana show, het grootste openluchtspektakel in de Caraïben. Het wordt een fantastische show met zeker een honderdtal artisten die naast zang en dans ook zeer fraaie, kunstige nummers opvoeren. Het wordt laat vooraleer we in bed duiken , maar deze show was zeker het zien waard ! Varadero, Cuba‟s meest bekende badplaats, is eigenlijk een meer dan twintig kilometer lange landtong, afgeboord met hagelwitte zandstranden die zachtjes aflopen in het kristalheldere warme water van de Atlantische Oceaan. Onderweg naar Varadero heeft Jos nóg een verrassing in petto : aan zijn tafel in Tropicana had hij nog een volle fles rum over en alhoewel hij iedereen vertelde dat hij die vergeten was in de koelkast van het hotel, had hij die toch heimelijk, samen met een aantal blikjes cola, verstopt in de frigo van de bus. Ook plastic bekertjes waren van het hotel meegebracht. Iets vóór Varadero houden we dus halt voor een “technische stop” : de bus stopt langs de autostrade en we moeten, de hier toch wel voor Cubaanse normen vrij drukke autoweg, oversteken naar de andere kant, waar er een zandstrand is met resten van scheepswrakken….. Samen met de cola en rum wordt een Cuba libre geshaked in grote waterflessen en de zoveelste cocktail smaakt hier nog beter…. Alle voorbijrijdende chauffeurs toeteren dat het plezant is … In het prachtige 5* hotel kunnen we uitrusten van onze rondrit en nog genieten van de zon, de zee, het zwembad, het lekkere eten en niet te vergeten de cocktails! En dan komt de dag van vertrek er aan! Met ietwat pijn in het hart nemen we afscheid van Ann en Roland , die een weekje langer blijven genieten. Na een 3 uur durende busrit komen we aan op de luchthaven en nemen we afscheid van Erik, de gids die ons tijdens deze reis overal naartoe geloodst heeft. Tegen alle verwachting in verloopt het inchecken zeer vlot; de bagage wordt zelfs niet gecontroleerd zodat de schrik voor de “zwart” aangekochte sigaren ongejustifieerd is. De vluchten verlopen prima en zie op 2 april zijn we terug op Belgische bodem, ons Cubaans avontuur is voorbij! Gelukkig hebben we een massa prachtige foto‟s en heel wat mooie herinneringen !
Eind